Koningstraat 32 Afferden & van Heemstraweg 18a Deest
Bestemmingsplan - Gemeente Druten
Vastgesteld op 15-12-2021 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
1.2 bestemmingsplan:
1.3 aanduiding:
1.4 aanduidingsgrens:
1.5 afhankelijke woonruimte:
1.6 archeologisch onderzoek:
1.7 archeologische waarde:
1.8 bebouwing:
1.9 bedrijfsgebouw:
1.10 bedrijfswoning:
1.11 beroepsmatige activiteiten:
1.12 bestaand:
- bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, met uitzondering van bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- bij gebruik: het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met uitzondering van het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- bij gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ten behoeve van de open grondteelt, fruit-, boom- of sierteelt: het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ten behoeve van de open grondteelt, fruit-, boom- of sierteelt indien dit gebruik op de betreffende gronden niet langer dan drie jaar onderbroken is geweest.
1.13 bestemmingsvlak:
1.14 bijbehorend bouwwerk:
1.15 bouwen:
1.16 bouwlaag:
1.17 bouwperceel:
1.18 bouwvlak:
1.19 bouwwerk:
1.20 bouwwerk, geen gebouw zijnde:
1.21 dakkapel:
1.22 deskundige:
1.23 detailhandel:
1.24 eerste bouwlaag:
1.25 erf:
1.26 erker:
- hoogte: maximaal bovenkant vloer begane grond + 0,25 meter;
- breedte: maximaal 60 % van de voorgevel;
- diepte: max. 1,25 meter, waarbij de voortuin vanaf de openbare ruimte minimaal 2 meter onbebouwd blijft.
1.27 gastouderschap:
1.28 gebouw:
1.29 groene ontwikkelingszone:
1.30 herbouw:
1.31 hoofdgebouw:
1.32 kampeermiddelen:
1.33 kunstwerk:
1.34 landschappelijke waarde:
1.35 luifel:
1.36 nadere eis:
1.37 nutsvoorzieningen:
1.38 onderkomen:
1.39 paardenbak:
1.40 paardenfokkerij:
1.41 peil:
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld.
1.42 permanente bewoning:
1.43 productiegebonden detailhandel:
1.44 risicovolle inrichting:
1.45 seksinrichting:
1.46 verbeelding:
1.47 voorgevel:
1.48 voorgevellijn:
1.49 vrij beroep:
1.50 vrijstaand:
1.51 waterhuishoudkundige voorzieningen:
1.52 wonen:
1.53 woning:
1.54 wooneenheid:
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Meetregels
- afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens: de kortste afstand van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsgrens;
- afstand tussen gebouwen: de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
- de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk: vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
- de bouwhoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de uiterste punt van de wiek in de hoogste stand.
2.2 Aanvullende meetregels
- ondergeschikte bouwonderdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
- relatie: indien op de verbeelding twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de figuur 'relatie' met elkaar zijn verbonden, dan worden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels aangemerkt als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handelsonderneming in agrarische machines en werktuigen' een handelsonderneming in agrarische machines en werktuigen;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning;
- vrije beroepen;
- daarbij behorende voorzieningen zoals erven, tuinen, (ontsluitings)wegen, paden, verhardingen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water;
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
- met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is om:
- de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
- een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
- een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
- een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.
- met betrekking tot de situering en maatvoering van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een bedrijfswoning, voor zover deze bijbehorende bouwwerken zijn geprojecteerd op en afstand van meer dan 50 meter gemeten uit het hoofdgebouw en zulks nodig is om:
- de landschappelijke kernkwaliteiten van het ter plaatse aanwezige landschapstype, zoals genoemd in artikel 14 lid 1, te beschermen;
- een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
- tuinen, erven en verhardingen;
- parkeervoorzieningen;
- watergangen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
- er mag uitsluitend voor een bijbehorend bouwwerk of voor een in het hoofdgebouw opgenomen garage geparkeerd worden, mits de afstand van het bijbehorend bouwwerk tot de voorste perceelsgrens niet minder bedraagt dan 5 m.
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
- wonen;
- vrije beroepen;
- gastouderschap;
- internetwinkels, uitsluitend in categorie 1 van de 'Beleidsnotitie internetwinkels';
- tuinen, erven en verhardingen;
- parkeervoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
- het voorkomen van een onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van de naastgelegen gronden;
- de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit;
- de verkeersveiligheid en brandveiligheid.
5.4 Afwijken van de bouwregels
- van het bepaalde in artikel 5 lid 2.1 sub b, voor het situeren van de voorgevel van het hoofdgebouw op een afstand van niet meer dan 3 m achter de voorgevellijn, mits het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
- van het bepaalde in artikel 5 lid 2.1 sub j, ten behoeve van een goothoogte van niet meer dan 7 m voor 60% van het hoofdgebouw, indien de aangeduide goothoogte niet meer bedraagt dan 5 m, mits het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
- van het bepaalde in artikel 5 lid 2.2 sub b, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken tot in de voorgevellijn, mits het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
- van het bepaalde in artikel 5 lid 2.2 sub d, ten behoeve van het bouwen van een grotere gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- de oppervlakte van het bouwperceel mag niet minder bedragen dan 2.500 m²;
- de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 200 m²;
- de grotere gezamenlijke oppervlakte dient ruimtelijk inpasbaar te zijn.
5.5 Specifieke gebruiksregels
- Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een vrij beroep, gastouderschap of internetwinkel in een (bedrijfs)woning toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50 m² van het hoofdgebouw en/of de bijbehorende bouwwerken.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Leiding - Riool
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
- op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 6 lid 1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
- ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
6.3 Afwijken van de bouwregels
- de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
- er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding en vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waarde - Archeologie 3
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
- Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² én waarvan de diepte meer bedraagt dan 0,50 meter onder het maaiveld, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
- Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van opgravingen;
- de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waarde - Archeologie 4
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
- Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 5.000 m² én waarvan de diepte meer bedraagt dan 0,50 meter onder het maaiveld, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
- Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van opgravingen;
- de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorisch Waardevol Gebied
9.1 Bestemmingsomschrijving
- de mate van visueel-ruimtelijke relatie met de (agrarische) percelen en het onderscheid daarin tussen de verschillende landschapstypen (open, half-open of gesloten);
- de overwegend agrarische oorsprong van de bebouwing in de linten;
- de maat en schaal van de bebouwing;
- de variatie van rooilijnen en bouwmassa's langs de linten;
- de compactheid van de bebouwingsensembles op de afzonderlijke percelen;
- hoofdgebouwen die gericht zijn op de bebouwingslinten;
- een herkenbaar onderscheid in situering en massa tussen hoofd- en bijgebouwen.
9.2 Nadere eisen
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering
- Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van bouwwerken gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- Het bepaalde onder sub a geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- In geval van herbouw is het bepaalde onder sub a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
11.2 Ondergronds bouwen
- Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van hoofdgebouwen van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken bij (bedrijfs)woningen; direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd;
- In afwijking van het bepaalde onder sub a, is ondergronds bouwen ter plaatse van agrarische bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals een mestput en melkput, toegestaan;
- De verticale diepte mag bij ondergronds bouwen niet meer bedragen dan 3,5 meter;
- Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder sub a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw van (bedrijfs)woningen of bijbehorende bouwwerken bij (bedrijfs)woningen, uitsluitend daar waar bovengronds gebouwd mag worden, mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast, de bouw niet plaatsvindt onder bedrijfsgebouwen en de ondergrondse bouwwerken dienen ten behoeve van het woongenot;
- Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder sub a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken onder bedrijfsgebouwen, uitsluitend daar waar bovengronds gebouwd mag worden, mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast en de ondergrondse bouwwerken dienen ten behoeve van de bedrijfsvoering.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
- het gebruik en/of laten gebruiken van bouwwerken voor een seksinrichting of escortbedrijf;
- het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van (raam)prostitutie;
- het plaatsen, laten plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald;
- het gebruik en/of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald;
- de permanente bewoning van onderkomens en/of gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn;
- het gebruik en/of laten gebruiken van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs-/dienst)woning als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte;
- het gebruik en/of laten gebruiken van bedrijfsgebouwen voor (zelfstandige) bewoning;
- het gebruik en/of laten gebruiken van gronden voor het opslaan, storten, lozen of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, behouden voor zover zulks in overeenstemming is met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 Landschapstypen
13.2 Vrijwaringszone - straalpad
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1 Algemene afwijkingen
- afwijkingen van de voorgeschreven maten, afmetingen en percentages, mits de afwijkingen niet meer dan 10% bedragen van de voorgeschreven maten, afmetingen en percentages;
- geringe overschrijdingen van de bestemmings- en/of bouwgrenzen en/of aanduidingsgrenzen, indien een onnauwkeurigheid, een meetverschil of de feitelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft, mits de grens of grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
- het bouwen van werken van beeldende kunst tot een bouwhoogte van 15 meter;
- het bouwen van gebouwtjes ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken,, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ bedraagt en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3,5 meter;
- het bouwen van antennemasten tot een hoogte van 40 meter, met dien verstande dat:
- per geval dient vast te staan dat binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie geen gebruik kan worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of van andere bestaande hoge objecten, zoals reclamezuilen of hoogspanningsmasten;
- de locatie dient te zijn gelegen nabij wegen en bij voorkeur bij knooppunten van wegen of parkeerplaatsen en aansluitend bij bestaande bebouwing;
- de mast door situering en uitvoering ter plaatse aanwezige landschappelijke waarden niet onevenredig mag aantasten.
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
15.1 Wijziging Waarde - Archeologie
15.2 Wijziging naar wonen
- alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, uitgezonderd de oppervlakte bij recht toegestane bijbehorende bouwwerken (70 m² per woning dan wel 100 m² bij bouwpercelen van meer dan 1000 m²) en monumentale en karakteristieke/beeldbepalende gebouwen, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de volgende compensatieregelingen:
-
- in ruil voor de sloop van voormalige bedrijfsgebouwen mogen nieuwe woongebouwen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
- sloop en nieuwbouw dient te geschieden volgens de regeling in onderstaande tabel:
Gesloopte oppervlakte bedrijfsgebouwenCompensatie woongebouwen in m³0-500 m²geen nieuw woongebouw500-1000 m²1 woongebouw van maximaal 750 m³1000-2500 m²1 woongebouw van maximaal 1.200 m³>2500 m²1 woongebouw van maximaal 1.600 m³- De oppervlakte van een nieuw woongebouw mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van de gesloopte gebouwen;
- de goothoogte van woongebouwen mag niet meer dan 4,5 meter bedragen;
- de bouwhoogte van woongebouwen mag niet meer dan 10 meter bedragen;
- in de nieuwe woongebouwen dienen wooneenheden te worden gerealiseerd volgens de regeling in onderstaande tabel:
Omvang woongebouwAantal wooneenheden<750 m³minimaal 1 wooneenheid750 - 900 m³minimaal 2 wooneenheden900 - 1600 m³minimaal 3 wooneenheden>1.600 m³minimaal 4 wooneenheden- de inhoud van een wooneenheid dient minimaal 300 m³ te bedragen;
- bij een woongebouw met meerdere wooneenheden zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan volgens de regeling in onderstaande tabel:
WoongebouwGezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken in m²woongebouw met 2 wooneenhedenmaximaal 80 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk)woongebouw met 3 wooneenhedenmaximaal 120 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk ) of maximaal 110 m² (verdeeld over 2 bijbehorende bouwwerken)woongebouw met 4 wooneenhedenmaximaal 150 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk ) of maximaal 140 m² (verdeeld over 2 bijbehorende bouwwerken )- de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen;
- de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 6 meter bedragen;
- het nieuwe woongebouw en bijbehorende bouwwerken dienen in de directe nabijheid van het reeds aanwezige hoofdgebouw (voormalige bedrijfswoning) te worden gebouwd, uitsluitend indien aangetoond is dat nieuwbouw op een andere locatie vanuit het oogpunt van ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit de voorkeur verdient kan nieuwbouw op grotere afstand van het bestaande hoofdgebouw plaatsvinden;
- er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing van het nieuwe woongebouw en de bijbehorende bouwwerken;
- het nieuwe woongebouw en de bijbehorende bouwwerken dienen te voldoen aan redelijke eisen van welstand.
- in plaats van woongebouwen zoals bedoeld onder 1, mogen in ruil voor de sloop van voormalige bedrijfsgebouwen vrijstaande woningen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
- er bestaan landschappelijke, stedenbouwkundige of economische redenen tegen de bouw van een woongebouw;
- sloop en nieuwbouw dient te geschieden volgens de regeling in onderstaande tabel:
- in ruil voor de sloop van voormalige bedrijfsgebouwen mogen nieuwe woongebouwen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gesloopte oppervlakte bedrijfsgebouwen | vrijstaande woningen in m³ |
0-1000 m² | geen nieuwe woning |
1000 - 2.500 m² | 1 woning van maximaal 800 m³ |
>2.500 m² | 2 woningen van elk maximaal 800 m³ |
- de nieuwe woning(en) en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken dienen in de directe nabijheid van het reeds aanwezige hoofdgebouw (voormalige bedrijfswoning) te worden gebouwd, uitsluitend indien aangetoond is dat nieuwbouw op een andere locatie vanuit het oogpunt van ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit de voorkeur verdient kan nieuwbouw op grotere afstand van het bestaande hoofdgebouw plaatsvinden;
- er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing van de nieuwe woning(en) en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken;
- de nieuwe woning(en) en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken dienen te voldoen aan redelijke eisen van welstand;
- voor de overige bouwregels voor de vrijstaande woning(en) en bijbehorende bouwwerken wordt aangesloten bij de regels, zoals die van toepassing zijn op de bestemming 'Wonen'.
- de eigenaren van verschillende percelen kunnen de handen ineenslaan, en in ruil voor de sloop van voormalige bedrijfsgebouwen op meerdere percelen, waarbij de oppervlakte van op meerdere percelen gesloopte bedrijfsgebouwen bij elkaar mag worden opgeteld (saldering), nieuwe woongebouwen of vrijstaande woningen realiseren volgens de regeling onder 1 of 2, en onder de volgende voorwaarden:
- per perceel dient minimaal 250 m² aan voormalige bedrijfsgebouwen te worden gesloopt;
- voor elk perceel geldt dat alle voormalige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt, uitgezonderd de oppervlakte bij recht toegestane bijbehorende bouwwerken (70 m² per woning dan wel 100 m² bij bouwpercelen van meer dan 1000 m²) en monumentale en karakteristieke/beeldbepalende gebouwen;
- de nieuwe woongebouwen of vrijstaande woningen dienen te worden gerealiseerd op het perceel waar dat vanuit ruimtelijk oogpunt het meest wenselijk is.
- in ruil voor de sloop van voormalige bedrijfsgebouwen kunnen extra vierkante meters aan bijbehorende bouwwerken bij de te behouden voormalige bedrijfswoning worden toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- voor elke vierkante meter gesloopte voormalige bedrijfsgebouwen, mag 60% worden teruggebouwd in de vorm van bijbehorende bouwwerken, tot een maximale oppervlakte van 250 m², inclusief de bestaande bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat onder terugbouwen ook het behouden van bestaande voormalige bedrijfsgebouwen kan worden verstaan die dan worden aangemerkt als bijbehorend bouwwerk en in welk geval een afwijking van de bepaling dat alle voormalige bedrijfsgebouwen moeten worden gesloopt is toegestaan;
- de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter, of als sprake is van bestaande te behouden gebouwen, niet meer dan de bestaande goothoogte indien die meer dan 3 meter bedraagt;
- de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 meter, of als sprake is van bestaande te behouden gebouwen, niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien die meer dan 6 meter bedraagt;
- in ruil voor de sloop van voormalige bedrijfsgebouwen kunnen extra uitbreidingsmogelijkheden worden verkregen voor de inhoud van de te behouden voormalige bedrijfswoning, onder de volgende voorwaarden:
- de bestaande woning kan worden uitgebreid volgens de regeling in onderstaande tabel:
- de extra inhoud mag worden opgeteld bij de inhoud die bij recht voor een woning is toegestaan (800 m³);
- de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 1.200 m³;
- de goothoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 4,5 meter, of niet meer dan de bestaande goothoogte indien die meer bedraagt;
- de bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 10 meter, of niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien die meer bedraagt.
- de te slopen bedrijfsgebouwen met een vergunning zijn opgericht en minstens 5 jaar rechtmatig zijn gebruikt;
- hergebruik van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen voor agrarische doeleinden redelijkerwijs niet meer mogelijk of wenselijk is;
- er geen sprake is van een belemmering voor de ontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven;
- het woon- en leefklimaat in de directe omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
- voor de (nieuwe) woning(en) sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
- voldaan wordt aan de eisen van de Wet geluidhinder;
- de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt;
- op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen;
- de landschappelijke kernkwaliteiten van het ter plaatse aanwezige landschapstype, zoals genoemd in artikel 13 lid 1 niet onevenredig worden aangetast;
- de natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.
- voor zover de betreffende gronden gelegen zijn in de Groene ontwikkelingszone de kernkwaliteiten van het betreffende gebied niet significant worden aangetast.
15.3 Wijzigen naar water
- het gebruik voor water geen onevenredige belemmering oplevert voor het agrarisch gebruik van agrarische percelen;
- de landschappelijke kernkwaliteiten van het ter plaatse aanwezige landschapstype, zoals genoemd in artikel 13 lid 1, niet onevenredig worden aangetast;
- de ter plaatse aanwezige natuurlijke waarden niet onevenredig worden aangetast.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%;
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 inrichtingsplan Koningstraat
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 inrichtingsplan v Heemstraweg
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 akoestisch onderzoek
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4 Quickscan Flora en fauna
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5a Bodemonderzoek Koningstraat 32 Afferden
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 5d Bodemadvies ODRN tbv BP Koningstraat 32 te Afferden
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 5e Bodemadvies RO Koningstraat 32 te Afferden
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 5f memo bodemkwaliteit Enviroplan
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlage 6a Stikstof nota van uitgangspunten
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlage 6b AERIUS_berekening_bouwfase Koningstraat
Bijlagen Bij Toelichting - 11
Bijlage 6c AERIUS_berekening_gebruiksfase Koningstraat
Bijlagen Bij Toelichting - 12
Bijlage 6d AERIUS_verschilberekening_huidig_bouwfase Koningstraat
Bijlagen Bij Toelichting - 13
Bijlage 6e AERIUS_verschilberekening_huidig_nieuwe_locatie
Bijlagen Bij Toelichting - 14
Bijlage 7 watertoets Koningstraat 32
Bijlagen Bij Toelichting - 15
Bijlage 8 watertoets vHeemstraweg 18a