Helhoek 32, Groessen
Bestemmingsplan - Gemeente Duiven
Vastgesteld op 03-10-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Helhoek 32, Groessen met identificatienummer NL.IMRO.0226.BPBUITENGEBIED009-VS01 van de gemeente Duiven;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 de verbeelding
de digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie met code NL.IMRO.0226.BPBUITENGEBIED009-VS01;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan huis verbonden bedrijf
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning en/of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, uitsluitend door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is;
1.7 aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in een (gedeelte van) een woning en/of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend uitsluitend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.8 agrarisch bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
1.9 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met het voorkomen van archeologische relicten;
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.12 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.13 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;
1.14 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 bijbehorend bouwwerken
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.18 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.19 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder, met dien verstande dat volieresystemen niet als meerdere bouwlagen worden beschouwd;
1.21 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.22 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak,waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.26 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.27 extensief recreatief medegebruik
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;
1.28 gebiedsgebonden functie
functies die een nauwe relatie hebben met het buitengebied zoals bijvoorbeeld: agrarisch hulpbedrijf en hoveniersbedrijf;
1.29 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.30 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.31 grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
1.32 grondgebonden veehouderij
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op:
- a. het houden van vee, waarbij het gebruik van agrarische grond noodzakelijk is voor het functioneren ervan;
- b. het fokken van paarden en/of pony's;
1.33 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.34 horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.35 mantelzorg
het bieden van zorg in een afhankelijke woonruimte aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;
1.36 normaal onderhoud, gebruik en beheer
werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen; hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde;
1.37 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.38 overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.39 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.40 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het (afgewerkte) terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.41 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.42 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.43 Staat van Bedrijfsactiviteiten
een als bijlage 1 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.44 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
1.45 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw; gebouwen welke met meer dan één zijde naar de weg gekeerd zijn hebben meerdere voorgevels;
1.46 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5 de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
2.6 ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf of grondgebonden veehouderij;
- b. hobbymatige weidegang;
- c. agrarisch natuurbeheer;
- d. extensief recreatief medegebruik met bijbehorende wegen en (fiets)paden;
- e. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
- f. de bestaande nutsvoorzieningen;
- g. een gronddepot ter plaatse van de aanduiding 'gronddepot';
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een agrarisch loonbedrijf;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - overige bedrijvigheid' bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de Gebiedsgebonden functies en de Niet Gebiedsgebonden functies zoals opgenomen in de bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf';
- c. maximaal 1 bedrijf per bestemmingsvlak;
- d. maximaal 1 bedrijfswoning per bestemmingsvlak;
- e. maximaal 2 zand- en kunstmestsilo's met een bouwhoogte van maximaal 15 meter;
- f. aan huis verbonden beroepen;
- g. mantelzorg;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Waarde - Hoge Archeologische Verwachting
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Hoge archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
5.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m², een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. Indien uit het bepaalde in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde artikel 5.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Lage Archeologische Verwachting
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Lage archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
6.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 10.000 m², een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. Indien uit het bepaalde in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde artikel 6.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Bestaande afmetingen
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan voor uitsluitend het betreffende bouwwerk.
8.2 Bestaande afstanden
In die gevallen dat de bestaande afstand van een bouwwerk tot enige op de verbeelding of in de regels aangegeven lijn dan wel tot een ander bouwwerk, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan voor uitsluitend het betreffende bouwwerk.
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
9.1 Algemeen
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:
- a. het is verboden de onbebouwde grond en/of de daarop aanwezige bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de in het plan aan de grond gegeven bestemming.
- b. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
9.2 Aan huis verbonden beroep
De (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt ten behoeve van aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat:
- a. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van de (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken tot ten hoogste 30 m2 wordt gebruikt voor het aan-huis-verbonden beroep;
- b. degene die het aan-huis-verbonden beroep uitoefent, tevens de bewoner van de woning is;
- c. door degene die het aan-huis-verbonden beroep uitoefent, kan worden aangetoond dat de uitoefening van het beroep geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied;
- d. voorzien is in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- e. er mag geen detailhandel, groothandel of horeca plaatsvinden;
- f. het aan huis verbonden beroep er niet toe mag leiden dat de gezamenlijke oppervlakte van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven meer dan 60 m2 bedraagt.
9.3 Mantelzorg
Gebruik van ruimten binnen een (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van de (bedrijfs)woning tot ten hoogste 50 m2 wordt gebruikt voor mantelzorg;
- b. plaatsvindt in een afhankelijke woonruimte en niet in een vrijstaand bijgebouw;
- c. de woonruimte ten dienste van mantelzorg niet mag worden afgesplitst;
- d. degene die mantelzorg verleent, dient tevens de hoofdbewoner van de woning te zijn;
- e. het een (langdurige) tijdelijke situatie betreft;
- f. bij beëindiging van de zorgbehoefte (als gevolg van overlijden of verhuizing) of beëindiging van de mantelzorg (de zorgverlener wil of kan mantelzorg niet langer leveren, door bijvoorbeeld hulpbehoevendheid of overlijden), zal de betreffende woonruimte niet meer als zodanig worden gebruikt. Het geheel dient door de hoofdbewoner in gebruik te worden genomen.
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Algemene afwijkingen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- d. van de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 50 m³ en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m ten dienste van het openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes, alsmede andere bouwwerken, zoals muurtjes, standbeelden en lichtmasten; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen uitgezonderd.
10.2 Voorwaarden
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
10.3 Herbouw van een (bedrijfs-)woning
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken de regels voor de herbouw van een (bedrijfs-)woning op een andere locatie binnen het bestemmingsvlak met dien verstande dat:
- a. de nieuwe locatie in ruimtelijk, milieuhygiënisch en/of verkeerstechnisch opzicht een verbetering ten opzichte van de oude locatie moet vormen;
- b. voldaan wordt aan de eisen zoals gesteld in de Wet geluidhinder;
- c. de bestaande woning moet worden afgebroken.
10.4 Aan huis verbonden beroep
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 voor het gebruik van bouwwerken behorende bij (bedrijfs)woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep met een vloeroppervlak van maximaal 60 m2, met dien verstande dat het aan huis verbonden beroep er niet toe mag leiden dat de gezamenlijke oppervlakte van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven meer dan 60 m2 bedraagt.
10.5 Aan huis gebonden bedrijf
- a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van een (bedrijfs)woningen en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf mits:
- 1. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60 m2;
- 2. degene die het aan huis verbonden bedrijf uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
- 3. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf;
- 4. er mag geen groothandel of horeca plaatsvinden;
- 5. door degene die het aan-huis-verbonden beroep uitoefent, kan worden aangetoond dat de uitoefening van het beroep geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied;
- 6. voorzien is in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- 7. het aan huis verbonden bedrijf er niet toe leidt dat de gezamenlijke oppervlakte van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven meer dan 60 m2 bedraagt;
- b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
10.6 Bed & Breakfast
Burgemeester en wethouders kunnen met een een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het gebruik van een (bedrijfs)woningen en/of bijbehorende bouwwerken voor een bed and breakfast, mits:
- a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
- c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- d. parkeren dient zoveel mogelijk op eigen terrein plaats te vinden;
- e. de omvang van de bed and breakfast niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en/of bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 60 m².
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Helhoek 32, Groessen'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 3 oktober 2016.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf
Bijlage 2 Landschappelijk Inpassingsplan
Bijlage 2 Landschappelijk inpassingsplan
Bijlage 3 Wonen - 1
Artikel 21 Wonen - 1
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen:
- 1. 'twee-aaneen': twee aaneengebouwde woningen;
- 2. 'vrijstaand': vrijstaande woningen;
- 3. 'gestapeld': gestapelde woningen;
- b. aan huis verbonden beroepen;
- c. mantelzorg;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch' is agrarisch medegebruik toegestaan;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' is een recreatieve voorziening met bedrijfswoning toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - caravanopslag' is opslag van caravans toegestaan, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte', de oppervlakte ten behoeve van caravanopslag niet meer mag bedragen dan de ter plaatse aangegeven oppervlakte;
- 2. caravanopslag uitsluitend binnen gebouwen is toegestaan;
- g. de bestaande paardenbakken;
- h. het houden van een kleinschalig kampeerterrein, met dien verstande dat:
- 1. maximaal 10 kampeermiddelen met bijbehorende sanitaire voorzieningen per bestemmingsvlak zijn toegestaan;
- 2. alleen binnen de periode van 15 maart tot 31 oktober kampeermiddelen op het terrein aanwezig mogen zijn;
- 3. stacaravans niet zijn toegestaan;
- 4. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen mag niet meer dan 50 m2 bedragen;
- 5. een kleinschalig kampeerterrein uitsluitend wordt toegestaan indien de bestemming Wonen niet grenst aan de bestemming Natuur met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
21.2 Bouwregels
21.2.1 hoofdgebouwen
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
- a. goothoogte is maximaal 6 meter;
- b. bouwhoogte is maximaal 9 meter, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte;
- c. oppervlakte is maximaal 175 m2 voor vrijstaande woningen dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt dan 175 m2;
- d. oppervlakte is maximaal 125 m2 voor twee aaneengebouwde woningen dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt dan 125 m2;
- e. oppervlakte is maximaal 200 m2 voor gestapelde woningen dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt dan 200 m2.
21.2.2 bijbehorende bouwwerken
Bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
- a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
- 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 meter bedraagt;
- 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 meter bedraagt;
- 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
- 4. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter;
- b. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd per hoofdgebouw maximaal:
- 1. 75 m2 dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt dan 75 m2;
- c. goothoogte maximaal 3 meter dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter;
- d. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 meter, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 meter mag bedragen en maximaal 6 meter;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' mogen geen bijbehorende bouwwerken worden opgericht.
21.2.3 gebouwen binnen Waterstaat - Waterstaatkundige functie
[niet van toepassing]
21.2.4 bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
- a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 meter;
- b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 meter;
- c. speelvoorzieningen 3 meter;
- d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 meter, met uitzondering van lichtmasten bij paardenbakken.
21.2.5 Herbouw van hoofdgebouwen
Herbouw van een hoofdgebouw is slechts toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak.
21.2.6 sloop en herbouw van bijbehorende bouwwerken
Herbouw van een of meer bijbehorende bouwwerken is toegestaan met dien verstande dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag gaan bedragen dan 250 m2;
- b. voldaan moet worden aan het bepaalde in artikel 21.2.2 sub c en artikel 21.2.2 sub d omtrent bouwhoogte en goothoogte.
21.2.7 gebouwen ter plaatse van de aanduiding recreatie
Ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' voldoen gebouwen aan de volgende kenmerken:
- a. goothoogte is maximaal 6 meter, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
- b. bouwhoogte is maximaal 10 meter, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte;
- c. oppervlakte is maximaal 150 m2.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 woningsamenvoeging
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.1 sub a voor het samenvoegen van twee aaneengebouwde woningen tot één vrijstaande woning met dien verstande dat:
- a. de inhoud van de samen te voegen woningen mag niet worden vergroot;
- b. de belangen van in de omgeving gelegen agrarische bedrijven niet onevenredig mogen worden geschaad.
21.4 Specifieke gebruiksregels
21.4.1 recreatie
Gebruik van ruimten ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' ten behoeve van een recreatieve voorziening wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover dit gebruik voldoet aan de volgende voorwaarden:
- a. de recreatieve voorziening is uitsluitend op de begane grond toegestaan;
- b. de bedrijfswoning is uitsluitend op de verdieping toegestaan.
21.5 Afwijken van de gebruiksregels
21.5.1 kleinschalige terrasvoorziening
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.1 voor het toestaan van een kleinschalige terrasvoorziening met lichte horeca, mits:
- a. opgericht binnen en direct nabij de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning aanwezige bebouwing;
- b. de oppervlakte maximaal 50% van het bebouwd oppervlak met een absoluut maximum 100 m2 bedraagt;
- c. maximaal 50 m2 aan buitenruimte wordt gerealiseerd;
- d. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- e. er een landschapsplan wordt overlegd, waaruit de landschappelijke inpassing blijkt;
- f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
- g. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
21.5.2 nevenactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.1 voor de uitoefening van een aan de woonfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, met dien verstande dat:
- a. uitsluitend de volgende nevenactiviteiten kunnen worden toegelaten:
- 1. stalling van caravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen recreatieve vervoermiddelen;
- 2. langdurige opslag van goederen met uitzondering van opslag van gevaarlijke stoffen, ontplofbare stoffen, bestrijdingsmiddelen, afvalstoffen en stoffen die geurhinder kunnen veroorzaken;
- 3. kleinschalige recreatieve/toeristische activiteiten die gericht zijn op de stalling en verhuur van vervoersmiddelen ten behoeve van recreatie medegebruik gericht op de beleving van agrarische activiteiten of natuur- en landschapswaarden, zoals een paardenstalling of fiets-, kano-, paarden- en huifkarrenverhuur;
- 4. kleinschalige extensieve dagrecreatieve activiteiten gericht op de beleving van agrarische activiteiten, natuur- en landschapswaarden, kunst en cultuur, zoals cursusruimte voor ambachten, galerie/ potterie, binnenspeeltuin of museum voor oude werktuigen;
- 5. kleinschalige binnenactiviteiten die gericht zijn op de uitoefening van persoonlijke/dierlijke verzorging, zoals een kapper, pedicure, schoonheidsspecialist of hondentrimmer;
- 6. dagopvang voor ouderen/kinderen/gehandicapten van maximaal 15 personen waarbij ook buitenactiviteiten zijn toegestaan gericht op de beleving van agrarische bezigheden;
- 7. recreatief verblijf in de vorm van een beperkte groeps- of pensionaccommodatie (maximaal 15 personen), zoals boerenkamers of een trekkershut;
- b. tenzij in artikel 21.5.2 sub a anders is aangegeven kunnen de nevenactiviteiten uitsluitend worden toegestaan in aanwezige gebouwen, uitgezonderd kassen, waarbij (vervangende) nieuwbouw niet is toegestaan;
- c. voorts mag de bedrijfsvloeroppervlakte van de nevenactiviteiten maximaal 350 m2 bedragen;
- d. in afwijking van het bepaalde in artikel 21.5.2 sub e geldt een maximale maat van 60 m2 indien het nevenactiviteiten betreft in de vorm van kleinschalige binnenactiviteiten die gericht zijn op de uitoefening van persoonlijke/dierlijke verzorging;
- e. de belangen van in de omgeving gelegen functies niet onevenredig worden geschaad;
- f. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het (leef)milieu en het landschap in de omgeving;
- g. er geen onevenredige verkeersaantrekkende werking optreedt; parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd;
- h. buitenopslag is niet toegestaan;
- i. detailhandel, met uitzondering van ter plaatse vervaardigde producten, is niet toegestaan;
- j. er dient te worden voorzien in een gebiedseigen landschappelijke inpassing.
Bijlage 1 Bodemonderzoek
Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 2 Archeologisch onderzoek
Bijlage 3 Quick Scan Flora En Fauna
Bijlage 3 Quick scan flora en fauna