Partiële herziening Bestemmingsplan Natuurgebied Veluwe Ede 2016
Bestemmingsplan - gemeente Ede
Vastgesteld op 01-06-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan:
Het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Natuurgebied Veluwe Ede 2016 (bezemronde 1)’ met identificatienummer NL.IMRO.0228.BP2016VELU0002-0301 van de gemeente Ede.
bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
aanbouw:
Een aan een hoofdgebouw toegevoegde ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
aan huis verbonden beroepen:
Een door de hoofdbewoner uitgeoefend beroep aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede een beroep op het terrein van persoonlijke verzorging, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan een (raam)prostitutiebedrijf en/of escortbedrijf.
abiotische waarden:
Het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
archeologische verwachtingswaarden:
Te verwachten archeologische resten, oftewel restanten van vroegere menselijke bewoning, begraving en/of landgebruik die voor de wetenschap van belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
archeologische waarden:
Archeologische resten, oftewel restanten van vroegere menselijke bewoning, begraving en/of landgebruik die voor de wetenschap van belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of één of meer bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bed & breakfast:
Een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gerund door de eigenaar of hoofdbewoner van het betreffende huis.
bedrijf:
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huis-verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
bestaande situatie:
-
ten aanzien van bebouwing:
Legaal aanwezige bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning.
-
ten aanzien van gebruik:
Het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwgrens:
De grens van een bouwvlak.
bouwlaag:
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en bergzolder.
bouwmassa:
Een verzameling van bij elkaar behorende gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens:
De grens van een bouwperceel.
bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
consumentenvuurwerk:
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
cultuurhistorische waarden:
De aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
dagrecreatie:
Recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
detailhandel:
Het te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
dienstverlening:
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
ecologische waarde:
De aan een gebied toegekende waarde op basis van de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden en/of karakteristieke landschapselementen, en/of op basis van de verbindende functie van een zone tussen twee natuurgebieden.
functie:
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gekoppeld bouwvlak:
Een bouwvlak dat bestaat uit twee of meer onderling niet aaneengesloten bouwvlakken, die op de verbeelding met een specifieke aanduiding ‘relatie’ aan elkaar zijn gekoppeld, die tezamen worden aangemerkt als zijnde één bouwvlak. Daarbij geldt dat de opgenomen aanduidingen op de verbeelding slechts gelden voor het gehele gekoppelde bouwvlak en mogen aanduidingen niet worden gecumuleerd.
hoofdfunctie:
Een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden in hoofdzaak bestemd is.
hoofdgebouw:
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
huishouden:
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
inrichting:
Elke door de mens bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht. Daarbij worden als één inrichting beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties
die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars
onmiddellijke nabijheid zijn gelegen (zoals bedoeld in de Wet milieubeheer en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
kampeermiddel:
-
Een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
-
enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kelder:
Een geheel of gedeeltelijk ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bovengronds bouwwerk, sleufsilo en/of kuilvoerplaat.
kleinschalige bedrijfsactiviteiten:
Door de hoofdbewoner het bedrijfsmatig vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt.
kleinschalig kamperen:
Kleinschalige recreatieve activiteiten waarbij niet meer dan 25 kampeermiddelen aanwezig zijn, bijvoorbeeld kamperen bij de boer.
landschapselement:
Houtopstanden en andere elementen in een gebied met streekeigen, inheemse beplanting en/of karakteristiek voor een landschapstype: zoals houtwal en houtsingels, (hakhout)bosje, struweelrand, heg, struweelhaag, laan, bomenrij en/of een solitaire boom met een omtrek van meer dan 65 cm, (boeren)boomgaard, steilrand, streekeigen erf, poel en natuurvriendelijke oever.
landschapswaarde:
De aan een gebied toegekende waarde op basis van de aanwezigheid van de voor het landschapstype karakteristieke kenmerken bestaande uit landschapselementen, verkaveling of openheid, die bepaald wordt door de abiotische en biotische omstandigheden en door cultuurhistorie en menselijk grondgebruik.
mantelzorg:
Langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
natuur:
Elementen of een verzameling van elementen, zoals stromende en stilstaande wateren, bloemrijke graslanden, heide en stuifzanden, bossen en struwelen, bepaald door de specifieke abiotische en biotische omstandigheden.
nevengeschikte functie:
Functie waarvoor maximaal 50% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
normaal onderhoud:
Het onderhoud van bestaande objecten c.q. de grond dat, gelet op de bestemming, noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen.
omgevingsvergunning:
Een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).
onbebouwd
zonder bouwwerken
ondergeschikte functie:
Functie die zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan een hoofdfunctie en daarmee rechtstreeks verband houdt.
opslag:
Opslag van goederen al dan niet in gebouwen.
overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
overkapping:
Een bouwwerk met een draagconstructie en dak niet door eigen wanden omsloten.
paardenbak:
Een onoverdekte voorziening, uitsluitend bestaande uit een afrastering en/of omheining, bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden.
pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
permanente bewoning
bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf
prostitutie:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
recreatief medegebruik:
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
recreatieve voorziening:
Voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties.
recreatiewoning:
Een permanent aanwezig gebouw, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden uitsluitend voor recreatieve doeleinden.
ruimtelijke kwaliteit:
De kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.
seksinrichting:
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
streekeigen producten:
(Agrarische) producten voor zover deze op het eigen bedrijf zijn voortgebracht en/of hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt.
uitbouw:
De vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
verblijfsrecreatie:
Het kortdurend verblijf van één of meerdere personen met of zonder overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarmee in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.
verblijfsrecreatieve voorzieningen:
Voorzieningen ten behoeve van het faciliteren van recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in onder andere kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of recreatieverblijven.
verkoopactiviteit:
Een aan de hoofdbestemming gelieerde verkoopactiviteit (niet zijnde groothandel). De verkoop van volumineuze tuinproducten, zoals tuinhuisjes, bestratingsmateriaal en zwembaden etcetera is niet toegestaan.
voorgevel:
De naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
voorgevelrooilijn:
De lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk, dan wel bouwvlak, is gelegen alsmede het verlengde daarvan die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
waterhuishoudkundige voorzieningen:
Voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
werk:
Een constructie geen bouwwerk zijnde.
woning:
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden (inclusief het bieden van mantelzorg).
wooneenheid:
Een gebouw of een deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden (inclusief het bieden van mantelzorg).
zelfstandige woonruimte:
Woonruimte met een eigen aparte opgang en voordeur, met eigen voorzieningen waaronder andere een keuken, toilet, badkamer, douche, die niet met anderen hoeft te worden gedeeld.
zorggerelateerde voorziening:
Dienstverlening die plaats vindt op commerciële basis en niet kan worden aangemerkt als maatschappelijke dienstverlening en niet of niet alle kenmerken heeft van beroep aan huis. Mantelzorg valt niet onder zorggerelateerde voorziening.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Algemeen
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
De kortste afstand van de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
De oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde:
Overeenkomstig de omtreklijn van de horizontale projectie van alle delen van die bouwwerken.
breedte, diepte c.q. lengte van een gebouw:
Tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
de dakhelling:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de hoogte van een windturbine:
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
peil:
- Voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
2.2 Ondergronds bouwen
Bij het berekenen van het bebouwingspercentage of de te bebouwen oppervlakte/inhoudsmaat wordt de oppervlakte/inhoud van ondergrondse gebouwen, voor zover gelegen onder het bovengrondse gebouw, buiten beschouwing gelaten.
2.3 Ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, zoals:
-
dakkapellen met een maximum breedte van 50% van de gevelbreedte;
-
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
2.4 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn als volgt bestemd:
-
agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
-
behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden;
-
behoud, herstel en bescherming van cultuurhistorische waarden in de vorm van onverharde wegen en paden;
-
verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen ten dienste van (aangrenzende) bestemming(en);
met daaraan ondergeschikt:
-
extensief recreatief medegebruik;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
behoud, ontwikkeling en/of productie van houtopstanden en bomen en instandhouding en versterking van andere bestaande natuurwaarden, zoals aanwezige stuifzanden en heidegronden;
-
bescherming van ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
-
ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' is tevens een recreatiewoning toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos-agrarisch' is het grondgebonden agrarisch gebruik van gronden toegestaan, waarbij een kwekerij is uitgesloten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - paardenbak' is tevens een paardenbak toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - wildkansel' is tevens een wildkansel toegestaan;
Met daaraan ondergeschikt:
-
extensief recreatief medegebruik, beperkt tot het wandelen, fietsen en paardrijden op de daarvoor bestemde paden;
-
kleinschalige speelvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Gemengd - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groepsaccommodaties met bijbehorende voorzieningen, waaronder zaalruimtes en ondergeschikte horeca;
-
een restaurant
-
kantoor;
-
ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - '' rijksmonument' bescherming van monumentale waarden;
-
wonen in een bedrijfswoning;
-
behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden;
-
bescherming van cultuurhistorische waarden;
met daaraan ondergeschikt:
-
een kaasboerderij met kaasmakerij en bijbehorende voorzieningen;
-
aan de kaasboerderij ondergeschikte horeca voor de verkoop van ter plaatse geproduceerde streekeigen producten;
-
aan huis verbonden beroepen of bedrijfsactiviteiten;
-
groenvoorzieningen, paden, wegen en parkeervoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
-
aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 50 m² en plaats moet vinden in de woning ;
-
detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ter plaatse geproduceerde streekeigen producten met een maximum oppervlakte van 50 m²;
-
zelfstandige kantoorruimte is niet toegestaan;
-
het gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woonruimte is niet toegestaan;
-
het gebruiken van een gebouw voor bed & breakfast en overige nevenactiviteiten is niet toegestaan;
-
buitenopslag is niet toegestaan;
-
geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
-
bevi-inrichtingen en seksinrichtingen zijn niet toegestaan.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Maatschappelijk - Militaire Doeleinden - Infanterie Schietkamp Harskamp Met Bos En Natuurgebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk - militaire doeleinden - Infanterie Schietkamp Harskamp met bos en natuurgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk- afwachtingsgebied en bivakterrein' is een bivakterrein en/of afwachtingsgebied ten behoeve van militaire doeleinden in bosgebied toegestaan;
-
behoud en versterking van bos, heide en stuifzand de daaraan verbonden natuurwaarden;
-
bescherming van ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
Met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Natuur
7.1 Bestemmingsomschrijving
-
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuur en landschapswaarden;
-
verharde en onverharde wegen en paden;
-
bescherming van ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
extensief recreatief medegebruik;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur- agrarisch' tevens voor grondgebonden agrarisch gebruik van gronden, waarbij een kwekerij niet is toegestaan.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
terreinen voor de verblijfsrecreatie;
-
terreinen voor recreatiewoonverblijven;
-
afschermdende beplanting aan de binnengrenzen van de bestemming;
-
ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens voor parkeervoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
-
wonen in een bedrijfswoning;
-
behoud, versterking en/of herstel van de aanwezige en omliggende landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden;
-
bescherming van archeologische waarden;
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ten aanzien van de ontsluiting van het terrein en parkeervoorzieningen;
-
ten aanzien van de gewenste concentratie van voorzieningen;
-
ten aanzien van de onderlinge afstand tussen bouwwerken;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving, en in het bijzonder ten aanzien van de beplantingszone 11 meter vanuit de bestemmingsgrens;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
8.5 Afwijken van de bouwregels
8.6 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
-
aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 50 m² en plaats moet vinden in de bedrijfswoning;
-
het gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woonruimte is niet toegestaan;
-
het gebruiken van een gebouw voor bed & breakfast en overige nevenactiviteiten is niet toegestaan;
-
buitenopslag is niet toegestaan;
-
het gebruik van gronden en gebouwen, anders dan de bedrijfswoningen, voor permanente bewoning is niet toegestaan;
-
voor gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-bedrijfsmatige exploitatie' geldt tevens dat recreatiewoningen en andere gebouwen uitsluitend gebruikt mogen worden voor recreatief gebruik op basis van een bedrijfsmatige exploitatie;
-
seksinrichtingen en gokhallen zijn niet toegestaan.
8.7 Afwijken van de gebruiksregels
8.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Recreatie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor recreatieve doeleinden en tevens voor:
-
wegen en paden;
-
verhardingen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
-
recreatiewoningen mogen uitsluitend worden gebruikt voor recreatief gebruik, permanente bewoning is niet toegestaan;
-
het gebruiken van een gebouw voor bed & breakfast en overige nevenactiviteiten is niet toegestaan;
-
buitenopslag is niet toegestaan;
-
seksinrichtingen zijn niet toegestaan.
9.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder wegen, bruggen, viaducten, tunnels, geluidwerende voorzieningen, paden en parkeervoorzieningen;
-
bermen en bermsloten;
-
groenvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer- lanen' tevens ter bescherming van de cultuurhistorische waarden en structuur van de lanen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-vleermuizenreservaat' tevens ter bescherming van een vleermuizenreservaat;
-
ter plaatse van de aanduiding 'groen' uitsluitend voor groenvoorzieningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' voor een parkeerterrein;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-rijksmonument' tevens voor de bescherming van monumentale waarden;
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen” aangewezen gronden zijn als volgt bestemd:
-
wonen;
-
behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden, cultuurhistorische waarden en/of natuurwaarden;
met daaraan ondergeschikt
-
aan huis verbonden beroepen of kleinschalige bedrijfsactiviteiten;
-
een paardenbak, zwembad, tennisbaan en/of soortgelijke voorzieningen;
-
bed & breakfast;
-
tuinen, erven en verhardingen.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
11.4 Afwijken van de bouwregels
11.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
-
aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 50 m² en plaats moet vinden in de woning;
-
detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ter plaatse geproduceerde streekeigen producten met een maximum oppervlakte van 50 m²;
-
het gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woonruimte is niet toegestaan;
-
het gebruiken van een gebouw voor bed & breakfast en overige nevenactiviteiten is niet toegestaan;
-
buiten opslag is niet toegestaan;
-
de in artikel 11.1 sub c t/m e genoemde activiteiten zijn gebonden aan het betreffende bestemmingsvlak en worden hoofdzakelijk door de hoofdbewoner uitgevoerd
-
het is verboden de betreffende gronden te gebruiken indien niet is voorzien in de landschappelijke inpassing conform het landschappelijke inpassingsplan voor de betreffende gronden als is opgenomen in de bijlage landschappelijke inpassing Apeldoornseweg 14-16 te Ede, in de bijlage landschappelijke inpassing Bosbeekweg 3 te Bennekom, in de bijlage landschappelijke inpassing Hessenweg 46 te Ede en in de bijlage landschappelijke inpassing Randweg 2-4 te Ede bij de regels van dit bestemmingsplan.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
11.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Waarde - Archeologie 2
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn naast de andere daar geldende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige archeologische verwachtingswaarde.
12.2 Bouwregels
Bij een vergunningaanvraag voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de grond waarop de aanvraag betrekking heeft in voldoende mate is vastgesteld.
12.3 Nadere eisen
-
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor (ondanks de uitvoering van een bouw of aanlegplan) archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht of;
-
de verplichting tot het doen van opgravingen of;
-
de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een archeologisch deskundige en/of;
-
de verplichting om na beëindiging van de werken en werkzaamheden schriftelijk verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarden is omgegaan.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Waarde - Ecologische Hoofdstructuur
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologische Hoofdstructuur' aangewezen gronden zijn naast de andere daar geldende bestemmingen mede bestemd voor het behoud, versterking en ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur.
13.2 Nadere eisen
Met betrekking tot de in artikel 13.1 genoemde gronden zijn burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de ecologische verbindingszone en ecologische hoofdstructuur;
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de (cultuurhistorische) landschapswaarde.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 Waarde - Landgoed - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Landgoed - 2 aangewezen gronden zijn naast de andere daar geldende bestemmingen mede bestemd voor het behoud, versterking, herstel en/of ontwikkeling van de karakteristieke landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden van het landgoed als samenhangend geheel. Hierbij worden in elk geval in acht genomen de waarden als opgenomen in de bijlage 'beschermde objecten, complexen en structuren Landgoed Hoekelum' bij de regels van dit bestemmingsplan, voor zover genoemde elementen zich in het plangebied bevinden.
14.2 Nadere eisen
Met betrekking tot de in artikel 14.1 genoemde gronden zijn burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de (cultuurhistorische) landschapswaarden en ecologische waarden van de naaste omgeving.
14.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Waarde - Natuur
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Natuur' aangewezen gronden zijn naast de andere daar geldende bestemmingen mede bestemd voor:
het behoud, versterking en ontwikkeling van bijzondere natuurwaarden (natuur, bos, cultuurhistorische waarden, landschapselementen en ecologische zones).
15.2 Nadere eisen
Met betrekking tot de in artikel 15.1 genoemde gronden zijn burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de(cultuurhistorische) landschapswaarden;
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van waardevolle natuurwaarden, waaronder ecologische zones, bijzondere bossen, etcetera.
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4 wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Leiding - Gas
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, naast voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van gasleidingen.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1, mits het behoud van een veilige ligging en continuïteit van de leidingen zijn gewaarborgd.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 17 Leiding - Hoogspanningsverbinding
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de
andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
bestaande ondergrondse hoogspanningsleidingen;
-
het tegengaan van een te hoge magneetveldbelasting op magneetveldgevoelige en magneetveldbeoordelingsplichtige objecten.
17.2 Bouwregels
-
Ten dienste van de gronden als bedoeld in artikel 17.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals meet- en regelkasten en hoogspanningsmasten toegestaan.
-
Voor zover gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn toegestaan op grond van de andere daar voorkomende bestemming(en), zijn gelegen binnen de gronden als bedoeld in artikel 17.1 mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de bestaande hoogte.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 17.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in artikel 17.1bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende hoogspanningsverbinding en ter zake vooraf advies van de beheerder is ingewonnen.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van bouwwerken als drager van reclame-uitingen;
-
gebruik van gronden en bouwwerken binnen de magneetveldzone van een hoogspanningsleiding als magneetveldgevoelig object dan wel magneetveldbeoordelingsplichtig object, met uitzondering van bestaande objecten.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 18 Gebiedsaanduidingen
18.1 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
18.2 Geluidzone-Industrie
18.3 Veiligheidszone - Lpg
BInnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' geldt dat de bouw van kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, niet zijn toegestaan.
Artikel 19 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 20 Algemene Bouwregels
20.1 Bestaande afwijkende maatvoering
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
-
de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en oppervlaktematen, met uitzondering van bijgebouwen bij woningen, die meer bedragen dan de maximum maten welke in hoofdstuk 2 zijn voorgeschreven, moeten als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
-
de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en oppervlaktematen die minder bedragen dan de minimale maten welke hoofdstuk 2 is voorgeschreven, moeten als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
-
bij vervangende nieuwbouw dient de bebouwing op dezelfde plaats te worden herbouwd;
-
in afwijking van het bepaalde in sub c kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning toestaan dat herbouw op een andere locatie plaatsvindt, al dan niet met een gecumuleerd oppervlakte van bestaande bebouwing;
20.2 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de in de bestemmingsregels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
-
ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend binnen de fundering van gebouwen, sleufsilo’s en mestbassins toegestaan;
-
ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend toegankelijk zijn vanuit het gebouw;
-
de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
Artikel 21 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
-
de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft.
-
de regels en toestaan dat het bouwvlak met maximaal 2 meter wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
-
de regels voor de bouw van een luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw, geen woning zijnde, mits:
-
de diepte gemeten vanuit de voorgevel niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
-
er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid.
-
de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwen, waaronder wachthuizen ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwen, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouw niet meer dan 60m³ zal bedragen;
-
de bouwhoogte niet meer dan 3 meter zal bedragen;
-
de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken en toestaan dat deze worden vergroot:
-
ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 meter;
-
ten behoeve van de bouw van waarschuwings- en of communicatiemasten tot maximaal 10 meter;
-
ten behoeve van de bouw van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot 3 meter.
-
het bepaalde ten aanzien van de maximum bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten wordt vergroot, mits:
-
de maximum oppervlakte van de vergroting niet meer bedraagt dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,25 maal de maximum bouwhoogte van het betreffende gebouw.
Artikel 22 Algemene Procedureregels
22.1 Afwijken van het bestemmingsplan
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
22.2 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
22.3 Nadere eisen
Bij toepassing van de nadere eisenregeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Artikel 23 Overige Regels
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
-
het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
-
de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden,
-
de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen
Artikel 24 Overgangsrecht
24.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
24.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij de afwijking door deze verandering naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 25 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Natuurgebied Veluwe Ede 2016 (bezemronde 1)’.