TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22e Partiële herziening 2024, 2e ronde, Agrarisch Buitengebied en Natuurgebied Veluwe gemeente Ede
Bestemmingsplan - gemeente Ede
Vastgesteld op 05-06-2025 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
1.1 Begrippen Omgevingswet, AMvB's en regelingen
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet en in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit TAM- omgevingsplan.
1.2 Aanvullende begripsbepalingen
Voor de toepassing van hoofdstuk 22e gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:
TAM-omgevingsplan:
TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22e Partiële herziening 2024, 2e ronde, Agrarisch Buitengebied en Natuurgebied Veluwe gemeente Ede' met identificatienummer NL.IMRO.0228.TO2024AGBG0005-0301 van de gemeente Ede.
Omgevingsplan gemeente Ede:
Het 'Omgevingsplan gemeente Ede' zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet.
plan:
TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22e Partiële herziening 2024, 2e ronde, Agrarisch Buitengebied en Natuurgebied Veluwe gemeente Ede' met identificatienummer NL.IMRO.0228.TO2024AGBG0005-0301 van de gemeente Ede.
aanbouw:
Een aan een hoofdgebouw toegevoegde ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
aan huis verbonden beroepen:
Een door de hoofdbewoner uitgeoefend beroep aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede een beroep op het terrein van persoonlijke verzorging, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan een (raam)prostitutiebedrijf en/of escortbedrijf.
abiotische waarden:
Het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
agrarisch bedrijf:
Eén bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waaronder begrepen bomen en heesters, en/of het houden van dieren, waarbij opslag van het door het bedrijf ter plaatse voortgebrachte producten en het vergisten van bedrijfseigen mest en co-substraten is toegestaan.
agrarisch bedrijf, grondgebonden:
Een agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarvan de productie geheel of nagenoeg geheel afhankelijk is van het producerend vermogen van onbebouwde gronden (als productiemiddel) waar het bedrijf over kan beschikken.
agrarisch bedrijf, intensieve veehouderij:
Een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee -zelfstandig of als neventak – waarbij dit houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg plaatsvindt in gebouwen. Het houden van melkrundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij.
agrarisch bedrijf, glastuinbouw
Een niet grondgebonden agrarisch bedrijf dat gericht is op het telen van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen, al dan niet op substraatbasis.
agrarische nevenactiviteit:
Een kleinschalige agrarische activiteit bij een woning gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waaronder begrepen bomen en heesters, en/of het houden van dieren, waarbij opslag van ter plaatse voortgebrachte producten is toegestaan.
archeologische verwachtingswaarden:
Te verwachten archeologische resten, oftewel restanten van vroegere menselijke bewoning, begraving en/of landgebruik die voor de wetenschap van belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
archeologische waarden:
Archeologische resten, oftewel restanten van vroegere menselijke bewoning, begraving en/of landgebruik die voor de wetenschap van belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of één of meer bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bed & breakfast:
een kleinschalige en onzelfstandige overnachtingsaccommodatie zonder keuken in een (bedrijfs)woning of daarbij behorend bijgebouw of bedrijfsgebouw, dat bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd door de bewoner(s) van de betreffende woning en is bedoeld voor kortdurend recreatief nachtverblijf, eventueel in combinatie met ontbijt, door een persoon of groep van personen die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben
bedrijf:
Een onderneming of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huis-verbonden beroepen daaronder niet begrepen. Daarbij wordt als één bedrijf beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele binding hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen
bedrijfsgebouw:
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
bedrijfswoning/dienstwoning:
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
bestaande situatie:
-
ten aanzien van bebouwing:
Legaal aanwezige bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit omgevingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning.
-
ten aanzien van gebruik:
Het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit omgevingsplan rechtskracht heeft verkregen.
bijgebouw:
Een gebouw dat in architectonisch en/of functioneel opzicht ondergeschikt is aan en hoort bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
biogas-vergistingsinstallatie:
Een installatie waarbij door toepassing van technieken energie, dan wel warmte, wordt opgewekt met digestaat als eindproduct.
boerenboomgaard:
Een verzameling hoogstamfruitbomen op en/of nabij een bouwperceel met een minimaal aantal van 5 en maximaal 12.
bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwgrens:
De grens van een bouwvlak.
bouwlaag:
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en bergzolder.
bouwmassa:
Een verzameling van bij elkaar behorende gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens:
De grens van een bouwperceel.
bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
consumentenvuurwerk:
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
containervelden:
Al dan niet verharde grond (bijvoorbeeld afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton) eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.
cultuurhistorische waarden:
De aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
dagrecreatie:
Recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
detailhandel:
Het te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in volumineuze goederen:
Detailhandel in de volgende categorieën:
-
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
-
detailhandel in grootschalige goederen, zoals auto’s keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
-
tuincentra;
-
grootschalige meubelbedrijven, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering;
-
bouwmarkten.
dienstverlening:
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
ecologische waarde:
De aan een gebied toegekende waarde op basis van de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden en/of karakteristieke landschapselementen, en/of op basis van de verbindende functie van een zone tussen twee natuurgebieden.
escortbedrijf:
De natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en –bemiddelingsbureaus.
extensief recreatief medegebruik:
Een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de omschrijving van de functie gegeven doeleinden.
functie:
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
functiegrens:
De grens van een functievlak waarin de functie van de locatie is beschreven.
functievlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie.
gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebouwerf:
bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het omgevingsplan die inrichting niet verbiedt.
gekoppeld bouwvlak:
Een bouwvlak dat bestaat uit twee of meer onderling niet aaneengesloten bouwvlakken, die op de verbeelding met een specifieke aanduiding ‘relatie’ aan elkaar zijn gekoppeld, die tezamen worden aangemerkt als zijnde één bouwvlak. Daarbij geldt dat de opgenomen aanduidingen op de verbeelding slechts gelden voor het gehele gekoppelde bouwvlak en mogen aanduidingen niet worden gecumuleerd.
groeibegeleidende voorzieningen:
Palen en/of stokken, eventueel onderling verbonden, ten behoeve van begeleiding van gewassen.
hoofdfunctie:
Een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden in hoofdzaak bestemd is.
hoofdgebouw:
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
horeca:
Een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, met uitzondering van een discotheek, dancingbar, casino of automatenhal.
hospita(kamer)verhuur:
verhuur door een particuliere eigenaar van maximaal 2 kamers (aan maximaal 1 persoon per kamer) in de door de eigenaar zelf bewoonde woning.
hoveniersbedrijf:
Een bedrijf, dat primair gericht is op ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen elders.
huishouden:
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
hulpgebouwen:
Een gebouw, behorende bij een bedrijf, dat met het oog op een verantwoorde bedrijfsvoering niet binnen het bouwvlak gerealiseerd kan worden, dat zowel qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het (agrarisch) gebruik, en waarbij geen sprake is van permanente stalling van dieren.
kas:
Een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dat dient voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden.
kampeermiddel:
-
Een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
-
enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kelder:
Een geheel of gedeeltelijk ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bovengronds bouwwerk, sleufsilo en/of kuilvoerplaat.
kleinschalige bedrijfsactiviteiten:
het door de hoofdbewoner bedrijfsmatig vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt.
kleinschalig kamperen:
Kleinschalige recreatieve activiteiten waarbij niet meer dan 25 kampeermiddelen aanwezig zijn, bijvoorbeeld kamperen bij de boer.
landbouwhuisdier:
zoogdier of vogel voor de productie van vlees, eieren, melk, wol of veren of een paard of pony voor het fokken.
landschapselement:
Houtopstanden en andere elementen in een gebied met streekeigen, inheemse beplanting en/of karakteristiek voor een landschapstype: zoals houtwal en houtsingels, (hakhout)bosje, struweelrand, heg, struweelhaag, laan, bomenrij en/of een solitaire boom met een omtrek van meer dan 65 cm, (boeren)boomgaard, steilrand, streekeigen erf, poel en natuurvriendelijke oever.
landschapswaarde:
De aan een gebied toegekende waarde op basis van de aanwezigheid van de voor het landschapstype karakteristieke kenmerken bestaande uit landschapselementen, verkaveling of openheid, die bepaald wordt door de abiotische en biotische omstandigheden en door cultuurhistorie en menselijk grondgebruik.
maatschappelijke en culturele voorzieningen:
Educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze voorzieningen, onderwijs- en kinderopvangvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.
manege:
Bedrijf, bestaande uit een of meerdere (binnen)rijbanen, die uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden, al dan niet met een ondergeschikte horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het manegebedrijf. Het houden van paarden of pony's voor het fokken is hierbij uitdrukkelijk niet toegestaan.
mantelzorg:
Langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
natuur:
Elementen of een verzameling van elementen, zoals stromende en stilstaande wateren, bloemrijke graslanden, heide en stuifzanden, bossen en struwelen, bepaald door de specifieke abiotische en biotische omstandigheden.
nevenactiviteit:
Activiteiten die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel en de hoofdfunctie als zodanig herkenbaar blijft.
nevengeschikte functie:
Functie waarvoor maximaal 50% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
NGE:
Nederlandse Grootte Eenheid, een standaard eenheid voor de bepaling van de omvang van een agrarisch bedrijf zoals die gehanteerd wordt door het Landbouw Economisch Instituut (LEI).
normaal (agrarisch) gebruik:
Het regulier bestaande gebruik dat, gelet op de functie, regelmatig noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering en het (agrarisch) gebruik van de gronden.
normaal onderhoud:
Het onderhoud van bestaande objecten c.q. de grond dat, gelet op de functie, noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen.
omgevingsvergunning:
Een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Omgevingswet en bijbehorende besluiten en regelingen (hierna: Omgevingswet).
ondergeschikte functie:
Functie die zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan een hoofdfunctie en daarmee rechtstreeks verband houdt.
opslag:
Opslag van goederen al dan niet in gebouwen.
overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
overkapping:
Een bouwwerk met een draagconstructie en dak niet door eigen wanden omsloten.
paardenbak:
Een onoverdekte voorziening, uitsluitend bestaande uit een afrastering en/of omheining, bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden.
paardenhouderij:
Een bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het fokken van paarden, het africhten van paarden, het bieden van verblijf aan paarden (bijvoorbeeld paardenstalling en paardenpension) dan wel de handel in paarden.
pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
prostitutie:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
recreatief medegebruik:
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de locatie waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
recreatieve voorziening:
Voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties.
recreatiewoning:
Een permanent aanwezig gebouw, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden uitsluitend voor recreatieve doeleinden.
ruimtelijke kwaliteit:
De kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.
schuilgelegenheid:
Een overdekte ruimte voor weidedieren dat tot doel heeft het bieden van bescherming tegen weersomstandigheden waarbij (buiten)opslag niet is toegestaan met uitzondering van kleinschalige aan het gebruik gerelateerde opslag (onder andere voerproducten, stro, hooi en mest)
seksinrichting:
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
streekeigen producten:
zelfgemaakte, bewerkte, gekweekte of geteelde producten dan wel door agrarische bedrijven uit de Regio FoodValley geproduceerde producten die als streekeigen worden beschouwd.
(teelt)ondersteunende voorzieningen:
Voorzieningen die toegepast worden om de teelt van groenten, fruit, bomen, of potplanten te bevorderen en te beschermen.
tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen:
Teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden per jaar. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden onder andere verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen en hagelnetten. Met uitzondering van containervelden.
uitbouw:
De vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
verblijfsrecreatie:
Het kortdurend verblijf van één of meerdere personen met of zonder overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarmee in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.
verblijfsrecreatieve voorzieningen:
Voorzieningen ten behoeve van het faciliteren van recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in onder andere kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of recreatieverblijven.
verkoopactiviteit:
Een aan de hoofdfunctie gelieerde verkoopactiviteit (niet zijnde groothandel). De verkoop van volumineuze tuinproducten, zoals tuinhuisjes, bestratingsmateriaal en zwembaden et cetera is niet toegestaan.
volwaardig agrarisch bedrijf:
Een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste 70 NGE/ één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze.
voorgevel:
De naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
voorgevelrooilijn:
De lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk, dan wel bouwvlak, is gelegen alsmede het verlengde daarvan die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
waterhuishoudkundige voorzieningen:
Voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
webwinkel / internetverkoop:
vorm van kleinschalige bedrijfsactiviteiten die bestaat uit de opslag en distributie van goederen die door particulieren via een website zijn besteld en betaald en waarbij de artikelen (eventueel per post) bij de klant worden thuisbezorgd. Er is geen afhaalpunt voor particulieren of showroom.
werk:
Een constructie geen bouwwerk zijnde.
woning:
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
woongebouw:
Een gebouw, dat naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen wooneenheden omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
wooneenheid:
Een gebouw of een deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden (inclusief het bieden van mantelzorg).
zelfstandige woonruimte:
Woonruimte met een eigen aparte opgang en voordeur, met eigen voorzieningen waaronder andere een keuken, toilet, badkamer, douche, die niet met anderen hoeft te worden gedeeld.
zonneveld:
elke groepering van zonnepanelen die niet op een gebouw, maar op of boven de grond wordt geplaatst.
zonneveld (netto-oppervlakte)
de oppervlakte van de grond onder de zonnepanelen, inclusief onderhoudspaden en toebehoren zoals een transformator of inkoopstation. De oppervlakte van de landschappelijke inpassing wordt niet gerekend tot de netto-oppervlakte.
zorggerelateerde voorziening:
Faciliteiten die noodzakelijk zijn voor de (fysieke en/of geestelijke) zorgverlening aan personen en niet kan worden aangemerkt als maatschappelijke dienstverlening of mantelzorg.
Artikel 2 Meet- En Rekenbepalingen
2.1 Algemeen
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
afstand tot de zijdelingse of achterste bouwperceelgrens:
De kortste afstand van de zijdelingse of achterste bouwperceelgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
De oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
bebouwingspercentage:
Het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
Bovenkant Spoorstaaf (BS):
De hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde:
Overeenkomstig de omtreklijn van de horizontale projectie van alle delen van die bouwwerken.
breedte, diepte c.q. lengte van een gebouw:
Tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
de bruto-vloeroppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande dat wordt gemeten op vloerniveau (NEN 2580). Bij meerlaagse gebouwen wordt per bouwlaag gemeten.
de dakhelling:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de oppervlakte van een zonneveld:
tussen de buitenzijde van de zonnepanelen, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de panelen. Onderhoudspaden en toebehoren, met uitzondering van groenvoorzieningen, worden tot de oppervlakte van het zonnneveld gerekend.
de hoogte van een windturbine:
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
peil:
- Voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
2.2 Ondergronds bouwen
Bij het berekenen van het bebouwingspercentage of de te bebouwen oppervlakte/inhoudsmaat wordt de oppervlakte/inhoud van ondergrondse gebouwen, voor zover gelegen onder het bovengrondse gebouw, buiten beschouwing gelaten.
2.3 Ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, zoals:
-
dakkapellen met een maximum breedte van 50% van de gevelbreedte;
-
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
2.4 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
Hoofdstuk 2 Integratie Omgevingsplan
Artikel 3 Toepassingsbereik
3.1 Geometrische afbakening
De regels in dit plan zijn van toepassing op de locaties waarvan de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0228.TO2024AGBG0005-0301, zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.
3.2 Integratie Omgevingsplan gemeente Ede
De regels in dit plan zijn integraal onderdeel van de geconsolideerde versie van het 'Omgevingsplan gemeente Ede' zoals dat is gepubliceerd op de landelijke voorziening https://omgevingswet.overheid.nl/home.
3.3 Buitenwerkingstelling eerdere besluiten
De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locaties in dit plan.
3.4 Integratie tijdelijk deel omgevingsplan
Hoofdstuk 3 Activiteiten En Toedeling Van Functies
Artikel 4 Functie Agrarisch
4.1 Activiteiten met betrekking tot het planologisch gebruik
4.2 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
4.3 Werken en werkzaamheden (anders dan bouwwerken)
Artikel 5 Functie Bedrijf
5.1 Activiteiten met betrekking tot het planologisch gebruik
5.2 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
5.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerk zijnde)
Artikel 6 Functie Bos
6.1 Activiteiten met betrekking tot het planologisch gebruik
6.2 Activiteiten met betrekking tot bouwen
6.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 7 Functie Horeca
7.1 Activiteiten met betrekking tot het planologisch gebruik
7.2 Activiteiten met betrekking tot bouwen
7.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 8 Functie Maatschappelijk
8.1 Activiteiten met betrekking tot het planologisch gebruik
8.2 Activiteiten met betrekking tot bouwen
8.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerk zijnde)
Artikel 9 Functie Wonen
9.1 Activiteiten met betrekking tot het planologisch gebruik
9.2 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
9.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 10 Beschermingszone Archeologie
10.1 Beschermingszone
Op een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Waarde - Archeologie ' geldt dat deze, naast de daar toegestane gebruiksactiviteiten, mede een functie heeft ten behoeve van:
-
de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige bekende archeologische waarden;
10.2 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
10.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 11 Beschermingszone Archeologie 1
11.1 Beschermingszone
Op een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Waarde - Archeologie 1' geldt dat deze, naast de daar toegestane gebruiksactiviteiten, mede een functie heeft ten behoeve van:
-
de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige bekende archeologische waarden;
-
de bescherming en veiligstelling van aangewezen gronden op basis van de Erfgoedwet door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als (archeologisch) rijksmonument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch rijksmonument'.
11.2 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
11.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 12 Beschermingszone Archeologie 2
12.1 Beschermingszone
Op een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Waarde - Archeologie 2' geldt dat deze, naast de daar toegestane gebruiksactiviteiten, mede een functie heeft ten behoeve van:
-
de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige bekende archeologische waarden;
12.2 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
12.3 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 13 Beschermingszone Cultuurhistorische Landschapswaarde
13.1 Beschermingszone
Op een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Waarde - cultuurhistorische Landschapswaarde' geldt dat deze, naast de daar toegestane gebruiksactiviteiten, mede een functie heeft ten behoeve van:
-
het behoud, versterking en ontwikkeling van cultuurhistorische landschapswaarden.
13.2 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Artikel 14 Beschermingszone Natuur En Ecologie
14.1 Beschermingszone
Op een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Waarde - Natuur en Ecologie' geldt dat deze, naast de daar toegestane gebruiksactiviteiten, mede een functie heeft ten behoeve van:
-
het behoud, versterking en ontwikkeling van de gemeentelijke groenverbindingen (natuur, landschapselementen en ecologische zones).
14.2 Werken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde)
Hoofdstuk 4 Algemene Bepalingen
Artikel 15 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van activiteiten waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere activiteiten buiten beschouwing
Artikel 16 Uitsluiting Niet Benoemde Activiteiten
Activiteiten met betrekking tot de fysieke leefomgeving zijn alleen toegestaan voor zover dat is bepaald in dit plan.
Artikel 17 Algemene Zorgplicht
Degene die een activiteit verricht als bedoeld in dit plan (of nalaat te handelen indien dat noodzakelijk is voor een goede fysieke leefomgeving) en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de doelen, met het oog waarop de regels in dit plan zijn gesteld, is verplicht:
-
alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
-
voor zover deze niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; en
-
als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.
Artikel 18 Maatwerkvoorschriften
-
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld, of een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet kan aan een omgevingsvergunning als bedoeld in dit plan worden verbonden, over de regels over activiteiten in dit plan, tenzij anders is bepaald.
-
Met een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift kan worden afgeweken van de regels over activiteiten in dit plan, tenzij anders is bepaald of hoofdstuk 5 van het Besluitkwaliteit leefomgeving zich daar tegen verzet.
-
Een maatwerkvoorschrift wordt niet gesteld als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in dit plan kan worden verbonden.
-
Het eerste en tweede lid gelden niet voor zover het stellen van maatwerkvoorschriften is uitgesloten in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Artikel 19 Algemene Regels Met Betrekking Tot Bouwwerken
19.1 Bestaande afwijkende maatvoering
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
-
de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en oppervlaktematen, met uitzondering van bijgebouwen bij woningen en woongebouwen als bedoeld in artikel 9.2.1.6 van dit plan, die meer bedragen dan de maximum maten welke in hoofdstuk 3 zijn voorgeschreven, moeten als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
-
de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en oppervlaktematen die minder bedragen dan de minimale maten welke in hoofdstuk 3 zijn voorgeschreven, moeten als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
-
bij vervangende nieuwbouw dient de bebouwing op dezelfde plaats te worden herbouwd;
19.2 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de in de bestemmingsregels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
-
ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend binnen de fundering van gebouwen, sleufsilo’s en mestbassins toegestaan;
-
ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend toegankelijk zijn vanuit het gebouw;
-
de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
19.3 Maatwerkvoorschriften
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd maatwerkvoorschriften te stellen met betrekking tot de plaats, vorm en afmeting van bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
Artikel 20 Aanvullende Beoordelingsregels Geluidgevoelig Gebouw In Geluidaandachtsgebied (Met Afwegingsruimte)
-
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.78t van het Besluit kwaliteit leefomgeving, kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van een geluidgevoelig gebouw in een geluidaandachtsgebied, als de geluidbelasting aanvaardbaar is en wordt voldaan aan de navolgende voorwaarden:
1. er kunnen geen geluidbeperkende maatregelen worden getroffen om aan de standaardwaarde te voldoen die financieel doelmatig zijn en daartegen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan;
2. de overschrijding van de standaardwaarde wordt zoveel mogelijk beperkt door het treffen van geluidbeperkende maatregelen;
3. het geluid op geluidgevoelige gebouwen niet hoger is dan de grenswaarde, bedoeld in tabel 5.78u van het Besluit kwaliteit leefomgeving. -
Indien sprake is van het bouwen van woonruimte en niet kan worden voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen als de geluidbelasting aanvaardbaar is en elke afzonderlijke woning beschikt over minimaal een geluidluwe gevel waarop ten hoogste de standaardwaarde, als bedoeld in tabel 5.78t van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is berekend.
-
Artikel 5.78u, tweede en vierde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn van overeenkomstige toepassing op de bepalingen in dit artikel.
Artikel 21 Algemene Beoordelingsregels Bouwwerken En Gebruiksactiviteiten (Met Afwegingsruimte)
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
-
de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft.
-
de regels en toestaan dat het bouwvlak met maximaal 2 meter wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
-
de regels voor de bouw van een luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw, geen woning zijnde, mits:
1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
2. de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
3. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid. -
de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwen, waaronder wachthuizen ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwen, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd, mits:
1. de inhoud per gebouw niet meer dan 60m³ zal bedragen;
2. de bouwhoogte niet meer dan 3 meter zal bedragen; -
de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken en toestaan dat deze worden vergroot:
1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 meter;
2. ten behoeve van de bouw van waarschuwings- en of communicatiemasten tot maximaal 10 meter;
3. ten behoeve van de bouw van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot 3 meter. -
het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten wordt vergroot, mits:
1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer bedraagt dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw.
Artikel 22 Algemene Beoordelingsregels Bouwwerken En Gebruiksactiviteiten Met Betrekking Tot Parkeren
22.1 Parkeren
-
Een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het wijzigen van het gebruik van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de geldende opgave, zoals beschreven in de hoofdstukken 3 tot en met 6 van de Beleidsregel van burgemeester en wethouders parkeernormen Ede 2023;
-
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet in het plangebied bij de ontwikkeling wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de geldende opgave, zoals beschreven in de hoofdstukken 3 tot en met 6 van de Beleidsregel van burgemeester en wethouders parkeernormen Ede 2023;
-
Indien de onder a en b bedoelde (beleids)regel wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
22.2 Laden en lossen
-
Indien de functie van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik, in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien binnen het plangebied overeenkomstig de Beleidsregel van burgemeester en wethouders parkeernormen Ede 2023;
-
Indien de onder a bedoelde (beleids)regel wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
22.3 Andere parkeernorm (met afwegingsruimte)
Bij een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.1en artikel 22.2
-
voor zover op andere wijze in de nodige parkeergelegenheid dan wel laad- of losruimte wordt voorzien;
-
voor zover door een maatregel geen of minder dan de nodige parkeergelegenheid dan wel laad- of losruimte noodzakelijk is;
-
voor zover het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
-
bij de beoordeling van het bepaalde onder sub a, b en c wordt rekening gehouden met de afwijkingsvoorwaarden, zoals deze zijn neergelegd in de Beleidsregel van burgemeester en wethouders parkeernormen Ede 2023. Indien deze regeling wordt gewijzigd moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Artikel 23 Milieubelastende Activiteiten
23.1 Algemene bepalingen
23.2 Geluid door activiteiten
23.3 Geurhinder door activiteiten verricht binnen een geurzone
23.4 Geur landbouwhuisdieren met geuremissiefactor - afstand tot ruimte-voor-ruimte functie
De standaardwaarden zoals bedoeld in artikelen 5.109, eerste en tweede lid, en 5.109a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, zijn niet van toepassing bij het houden van landbouwhuisdieren met geuremissiefactor, als de afstand op een locatie gelijk of groter is dan de afstand, bedoeld in tabel 23.6, tot de volgende geurgevoelige gebouwen:
a. een geurgevoelig gebouw met een woonfunctie of een bedrijfsfunctie dat op of na 19 maart 2000 is gebouwd:
-
op een locatie die op dat tijdstip werd gebruikt voor het houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven;
-
in samenhang met het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen van de dierenverblijven; en
-
in samenhang met de sloop van dierenverblijven of bedrijfsgebouwen voor functioneel ondersteunende activiteiten.
Tabel 23.6:
Afstand tot ruimte-voor-ruimte functie bij geur door het houden van landbouwhuisdieren met geuremissiefactor
Ruimte-voor-ruimte woonfunctie, bedrijfsfunctie | Afstand |
Gelegen binnen de bebouwingscontour geur | 100 m |
Gelegen buiten de bebouwingscontour geur | 50 m |
Artikel 24 Voorwaardelijke Verplichtingen Bouwwerken En Gebruiksactiviteiten
24.1 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing
-
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - landschappelijke inpassing' is het niet toegestaan de locatie conform de bestemming te gebruiken, indien bij het eerst volgende plantseizoen na onherroepelijk worden van het plan niet is voorzien in de aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing van de locatie zoals aangegeven op het inpassingsplan in de bijbehorende bijlage zoals opgenomen in onderstaande tabel 24.1:
Tabel 24.1:
Locatie | Bijlagenummer |
Bennekom, Bosbeekweg 13 | Bijlage 22e-4. Bennekom, Bosbeekbweg 13 Inpassingsplan |
Bennekom, Dr. W. Dreeslaan 3 | Bijlage 22e-5. Bennekom, Dr. W. Dreeslaan 3 Inpassingsplan |
Ederveen, Brinklanderweg 5 | Bijlage 22e-6. Ederveen, Brinklanderweg 5 Inpassingsplan |
Ederveen, Bruinehorst 47 | Bijlage 22e-7. Ederveen, Bruinehorst 47 Inpassingsplan |
Ederveen, Nieuweweg 45 | Bijlage 22e-8. Ederveen, Nieuweweg 45 Inpassingsplan |
Harskamp, Kraatsweg 21A | Bijlage 22e-9. Harskamp, Kraatsweg 21A Inpassingsplan |
Lunteren, Ganzenkampweg 7 | Bijlage 22e-10. Lunteren, Ganzenkampweg 7 Inpassingsplan |
Lunteren, Heuvelseweg 6 | Bijlage 22e-11. Lunteren, Heuvelseweg 6 Inpassingsplan |
Lunteren, Lage Valkseweg 92/94 - Westenengerdijk 19 | Bijlage 22e-12. Lunteren, Lage Valkseweg 92/94 Inpassingsplan |
Lunteren, Morgenweg 4 | Bijlage 22e-13. Lunteren, Morgenweg 4 Inpassingsplan |
Lunteren, Immenweg 8 | Bijlage 22e-14. Lunteren, Immenweg 8 Inpassingsplan |
Otterlo, Barneveldseweg 13 | Bijlage 22e-15. Otterlo, Barneveldseweg 13 Inpassingsplan |
Wekerom, Hoge Valkseweg 4 | Bijlage 22e-16. Wekerom, Hoge Valkseweg 4 Inpassingsplan |
24.2 Voorwaardelijke verplichting sloop
-
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - sloop' geldt voor het gebruik van de gronden en de realisatie van nieuwe bebouwing als voorwaarde dat de sloop van (voormalig agrarische) bedrijfsbebouwing, zoals volgt uit de sloopkaart per locatie als opgenomen in onderstaande tabel 24.2, moet zijn afgerond, voordat de gronden gebruikt mogen worden conform de functie en voordat nieuwe bebouwing op de locatie mag worden gerealiseerd:
Tabel 24.2:
Locatie | Bijlagenummer |
Bennekom, Dr. W. Dreeslaan 3 | Bijlage 22e-17. Bennekom, Dr. W. Dreeslaan 3 Sloopkaart |
Ederveen, Brinklanderweg 5 | Bijlage 22e-18. Ederveen, Brinklanderweg 5 Sloopkaart |
Harskamp, Kraatsweg 21a | Bijlage 22e-19. Harskamp, Kraatsweg 21a Sloopkaart |
Lunteren, Heuvelseweg 6 | Bijlage 22e-20. Lunteren, Heuvelseweg 6 Sloopkaart |
Lunteren, Lage Valkseweg 92/94 - Westenengerdijk 19 | Bijlage 22e-21. Lunteren, Lage Valkseweg 92/94 - Sloopkaart |
Lunteren, Morgenweg 4 | Bijlage 22e-22. Lunteren, Morgenweg 4 Sloopkaart |
Lunteren, Immenweg 8 | Bijlage 22e-23. Lunteren, Immenweg 8 Sloopkaart |
Otterlo, Barneveldseweg 13 | Bijlage 22e-24. Otterlo, Barneveldseweg 13 Sloopkaart |
Hoofdstuk 5 Overgangsbepalingen
Artikel 25 Overgangsrecht
25.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met dit plan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij de afwijking door deze verandering naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende omgevings- of bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.