Bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht
Bestemmingsplan - Gemeente Elburg
Vastgesteld op 16-04-2014 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht van de gemeente Elburg;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0230.BPBESCHSTAD2010-VST2 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:
een beroep of bedrijf aan huis dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Onder een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf wordt in geen geval verstaan het exploiteren van een seksinrichting in welke vorm dan ook;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aangebouwd bijbehorend bouwwerk:
een bijbehorend bouwwerk, grenzend aan dan wel rechtstreeks toegankelijk vanuit het hoofdgebouw;
1.7 afhaalcentrum:
een bedrijf voor het verstrekken aan de verbruiker van maaltijden zonder consumptie ter plaatse, het accent ligt op de verkoop van ter plaatse bereide etenswaren;
1.8 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
1.9 ambachtelijk en verzorgend bedrijf:
- a. een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten en garagebedrijven, waar - voor een belangrijk deel in handwerk - goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/of verbruiker en welke wordt gekenmerkt door hetgeen is vermeld onder b;
- b. een bedrijf waarvan de uitoefening plaatsheeft onder (één van) de volgende omstandigheden:
- 1. het productieproces, wordt grotendeels met de hand of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven, uitgevoerd;
- 2. voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;
1.10 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
1.11 bar:
een horecabedrijf dan wel een onderdeel van een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en een deel van de nacht, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit verstrekt;
1.12 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.13 bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.14 bedrijfsvloeroppervlak:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.15 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.16 bestaand:
- a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
- 1. bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het plan;
- b. ten aanzien van het overige gebruik:
- 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van het plan;
1.17 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.19 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand, niet voor bewoning bestemd, maar ten dienste van de bijbehorende bestemming, gebouw;
1.20 bijzondere woonvorm:
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte, bijvoorbeeld ten behoeve van personen voor wie de normale woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals mensen met een beperking, of anderszins verzorgingsbehoevenden;
1.21 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.22 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.23 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.24 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.25 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.26 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.27 cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
1.28 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, architectonische waarde wordt hieronder mede begrepen;
1.29 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.30 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.31 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.32 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.33 erf:
de oppervlakte van het bouwperceel voorzover achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;
1.34 erker:
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een constructie met een overwegende transparante uitstraling;
1.35 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.36 evenement:
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de openlucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, e.d.;
1.37 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 gebruiksoppervlakte:
de bruikbare vloeroppervlakte, geschikt voor het beoogde gebruik. Dit is het totale vloeroppervlak tussen de omsluitende wanden van de gebruiksfunctie minus de vaste obstakels van enige omvang:
- a. dragende binnenwanden, schalmgat, vide, liftschacht als oppervlakte groter dan 4 m²
- b. vloeroppervlakte met een vrije hoogte kleiner dan 1,5 meter (maar wel de vloer onder een trap of hellingbaan meetellen)
- c. een trapgat, liftschacht of vide, indien de oppervlakte daarvan groter is dan 4 m2
- d. een vrijstaande bouwconstructie, niet zijnde een trap, en een leidingschacht, indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan 0,5 m2
Bij de bepaling van de grenslijn, dient een incidentele nis of uitsparing en een incidenteel uitspringend bouwdeel te worden genegeerd, voor zover het grondvlak daarvan kleiner is dan 0,5 m2;
1.39 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.40 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, zoals een melkveehouderij, een akkerbouwbedrijf of een tuinbouwbedrijf, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
1.41 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
1.42 horecabedrijf:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, in de vorm van:
- 1. horecabedrijf categorie 1: een horecabedrijf dat is gericht op het gebruik uitsluitend ter plaatse verstrekken van maaltijden en dranken, zoals een restaurant of een bistro;
- 2. horecabedrijf categorie 2: een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van kleine eetwaren, al dan niet in combinatie met dranken, met inbegrip van een snackbar en een ijssalon;
- 3. horecabedrijf categorie 3: een horecabedrijf dat is gericht op gebruik van dranken ten behoeve van het gebruik ter plaatse, zoals een café, bar of nachtclub;
- 4. horecabedrijf categorie 4: een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie, zoals een hotel;
1.43 intensief kwekerijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een champignonkwekerij, een witlofkwekerij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht;
1.44 intensief veehouderijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, geiten-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen en (nagenoeg) geen weidegang;
1.45 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.46 kantoor:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
1.47 kap:
een dak met een zekere helling;
1.48 kas:
een bouwwerk, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten;
1.49 kavel:
een afgebakend stuk grond dat een kadastraal geheel vormt;
1.50 kruis:
het gebied dat grenst aan de Beekstraat, Vischpoortstraat en Jufferenstraat voor zover gelegen binnen de vesting;
1.51 landschappelijke waarden:
het belang in geomorfologische (betrekking hebbende op de geologische ontstaanswijze) en landschappelijk-esthetisch opzicht, vooral gericht op de onderlinge samenhang (herkenbaarheid) van deze elementen;
1.52 luifel:
een overkapping zonder eigen wanden behorende bij een gebouw al dan niet gesitueerd tegen één gevel van dat gebouw;
1.53 maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vergelijkbare voorzieningen, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een seksinrichting, met inbegrip van ondergeschikte horeca ten dienste van de betreffende voorziening;
1.54 meetverschil:
het door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens;
1.55 monumentencommissie:
een commissie van advies en bijstand voor burgemeester en wethouders die bestaat uit onafhankelijke externe (monumenten)deskundigen, of een ander orgaan en/of persoon die daarvoor is aangewezen door het college en/of de gemeenteraad;
1.56 natuurwaarde:
het belang in botanisch, ornithologisch en algemeen zoölogisch opzicht en verder met geologische en bodemkundige waarde, waarbij met name de onderlinge samenhang (ecologie) van belang is;
1.57 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;
1.58 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.59 ondergeschikte detailhandel:
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
1.60 ondergeschikte horeca
een niet zelfstandige horecafunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de winkelfunctie waar binnen rechtstreeks aan de verbruiker niet-alcoholische dranken alsmede niet ter plaatse bereide kleine etenswaren worden verstrekt, waarbij het accent ligt op de verstrekking van eerder genoemde niet-alcoholische dranken;
1.61 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand;
1.62 peil:
de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer;
1.63 perceelgrens:
de scheiding tussen bouwpercelen die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut;
1.64 perifere detailhandel:
detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;
1.65 prieel:
een (halfopen) tuinhuisje;
1.66 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.67 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.68 relatie:
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven bouwvlakken met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels binnen de verbonden bouwvlakken maximaal één afhaalcentrum is toegestaan in maximaal één van die bouwvlakken;
1.69 rijstrook:
een strook van de rijbaan van een weg, welke voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, of, indien door middel van markering een bredere strook als rijstrook is aangegeven, die strook;
1.70 ring:
de straten die zijn gelegen buiten het kruis binnen de vesting;
1.71 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.72 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.73 stacaravan:
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing als bouwwerk is aan te merken;
1.74 verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de functie detailhandel;
1.75 vesting:
het gebied dat bestaat uit de binnenstad van Elburg gelegen binnen de stadsgracht;
1.76 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de feitelijke indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
1.77 voorgevelrooilijn:
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen; op een hoekperceel wordt de zijgevellijn, die naar de weg of het openbaar groen is gekeerd, ook beschouwd als voorgevelrooilijn;
1.78 vrijstaand bijbehorend bouwwerk:
een niet met het hoofdgebouw verbonden bijbehorend bouwwerk;
1.79 vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk, en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.80 weg:
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden;
1.81 woning/wooneenheid:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Bedrijf
Link naar de toelichting van "Agrarisch - Bedrijf".
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijven met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- b. een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
3.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Bedrijf' is aan een aantal regels gebonden.
3.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Agrarisch - Bedrijf' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van ter plaatse voortgebrachte producten;
- b. worden gebruikt voor meer dan 1 bedrijfswoning per bedrijf;
- c. worden gebruikt voor bewoning als het een vrijstaand bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning of een bedrijfsgebouw betreft;
- d. worden gebruikt als agrarisch bedrijf met een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Cultuurgrond
Link naar de toelichting van "Agrarisch - Cultuurgrond".
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische cultuurgrond;
- b. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, ontsluitingswegen en paden;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken en erven.
4.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' is aan een aantal regels gebonden.
4.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 5 Agrarisch - Glastuinbouw
Link naar de toelichting van "Agrarisch - Glastuinbouw".
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijven in de vorm van akkerbouw- en tuinbouwbedrijven;
- b. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' is aan een aantal regels gebonden.
5.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Agrarisch -Glastuinbouw' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van ter plaatse voortgebrachte producten;
- b. worden gebruikt voor het wonen;
- c. worden gebruikt als agrarisch bedrijf met een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering.
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden
Link naar de toelichting van "Agrarisch met waarden".
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische cultuurgrond;
- b. het behoud en het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden;
met de daarbijbehorende:
- c. andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, ontsluitingswegen en paden.
6.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden' is aan een aantal regels gebonden.
6.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Bedrijf
Link naar de toelichting van "Bedrijf".
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
- b. een museum met daarbijbehorende ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'museum';
- c. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met daaraan ondergeschikt:
- d. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
7.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bedrijf' is aan een aantal regels gebonden.
7.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.5 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Bedrijf' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
- b. worden gebruikt voor bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
- c. worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van artikelen die ter plaatse worden vervaardigd of bewerkt en ter plaatse voortgebrachte producten;
- d. worden gebruikt voor meer dan 1 bedrijfswoning per bedrijf, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aantal bedrijfswoningen maximaal het aangegeven aantal betreft;
- e. worden gebruikt voor bewoning als het een vrijstaand bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning of een bedrijfsgebouw betreft.
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 8 Bedrijf - Nutsvoorziening
Link naar de toelichting van "Bedrijf - Nutsvoorziening".
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken en erven.
8.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' is aan een aantal regels gebonden.
8.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 9 Centrum
Link naar de toelichting van "Centrum".
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ateliers;
- b. detailhandel;
- c. dienstverlening;
- d. praktijkruimten;
- e. kantoren;
- f. verzorgende, ambachtelijke bedrijven;
- g. een afhaalcentrum, uitsluitend in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - afhaalcentrum';
- h. ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca';
ter plaatse van de eerste bouwlaag;
- i. wonen, ter plaatse van de eerste en hogere bouwlagen;
- j. ter plaatse van het kruis is wonen uitsluitend toegestaan in de tweede en hogere bouwlagen;
met daaraan ondergeschikt:
- k. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- l. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
9.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Centrum' is aan een aantal regels gebonden.
9.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Centrum' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt;
- b. worden gebruikt voor ondergeschikte horeca, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca';
- c. worden gebruikt voor ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca', met een grotere horecavloeroppervlakte dan:
- 1. 15% van het verkoopvloeroppervlakte van de winkel tot een maximum van 25 m², indien de verkoopvloeroppervlakte van de winkel 250 m² of minder bedraagt, waarbij in ieder geval een minimale horecavloeroppervlakte van 15 m2 is toegestaan;
- 2. 10% van het verkoopvloeroppervlakte van de winkel tot een maximum van 50 m², waarbij in ieder geval een minimale horecavloeroppervlakte van 15 m2 is toegestaan;
tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
- d. worden gebruikt voor detailhandel ter plaatse van de tweede of hogere bouwlaag.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 10 Detailhandel
Link naar de toelichting van "Detailhandel".
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, met uitzondering van een supermarkt, op de eerste bouwlaag;
- b. ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca', op de eerste bouwlaag;
- c. een supermarkt, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', op de eerste bouwlaag;
- d. wonen;
met daaraan ondergeschikt:
- e. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
- g. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
10.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Detailhandel' is aan een aantal regels gebonden.
10.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Detailhandel' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor ondergeschikte horeca, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca';
- b. worden gebruikt voor ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca', met een grotere horecavloeroppervlakte dan:
- 1. 15% van het verkoopvloeroppervlakte van de winkel tot een maximum van 25 m², indien de verkoopvloeroppervlakte van de winkel 250 m² of minder bedraagt, waarbij in ieder geval een minimale horecavloeroppervlakte van 15 m2 is toegestaan;
- 2. 10% van het verkoopvloeroppervlakte van de winkel tot een maximum van 50 m², indien de verkoopvloeroppervlakte van de winkel meer dan 250 m² bedraagt, waarbij in ieder geval een minimale horecavloeroppervlakte van 15 m2 is toegestaan;
- c. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt;
- d. worden gebruikt voor het wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten'.
Artikel 11 Detailhandel - Tuincentrum
Link naar de toelichting van "Detailhandel - Tuincentrum".
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een tuincentrum;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
11.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' is aan een aantal regels gebonden.
11.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- c. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- d. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Dienstverlening
Link naar de toelichting van "Dienstverlening".
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. wonen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
12.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Dienstverlening' is aan een aantal regels gebonden.
12.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Dienstverlening' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt.
Artikel 13 Gemengd - 1
Link naar de toelichting van "Gemengd - 1".
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- a. ateliers;
- b. opslag/berging, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- c. verzorgende, ambachtelijke bedrijven;
- d. dienstverlening en praktijkruimten;
- e. wonen;
- f. detailhandel op de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
met daaraan ondergeschikt:
- g. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
13.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Gemengd - 1' is aan een aantal regels gebonden.
13.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Gemengd - 1' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor ondergeschikte horeca, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca';
- b. worden gebruikt voor ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca', met een grotere horecavloeroppervlakte dan:
- 1. 15% van het verkoopvloeroppervlakte van de winkel tot een maximum van 25 m², indien de verkoopvloeroppervlakte van de winkel 250 m² of minder bedraagt, waarbij in ieder geval een minimale horecavloeroppervlakte van 15 m2 is toegestaan;
- 2. 10% van het verkoopvloeroppervlakte van de winkel tot een maximum van 50 m², indien de verkoopvloeroppervlakte van de winkel meer dan 250 m² bedraagt, waarbij in ieder geval een minimale horecavloeroppervlakte van 15 m2 is toegestaan;
- c. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt;
- d. worden gebruikt voor het wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten';
- e. worden gebruikt voor detailhandel ter plaatse van de tweede of hogere bouwlaag;
- f. worden gebruikt voor seksinrichtingen.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 14 Gemengd - 2
Link naar de toelichting van "Gemengd - 2".
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. wonen;
- c. opslag/berging, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
met daaraan ondergeschikt:
- d. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
14.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Gemengd - 2' is aan een aantal regels gebonden.
14.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
14.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Gemengd - 2' is aan een beperking gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 14.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 14.1 sub a genoemde doeleinden;
- c. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt.
Artikel 15 Groen
Link naar de toelichting van "Groen".
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. een speelvoorziening, ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
waarbij het behoud, de versterking en/of het herstel van de landschappelijke, natuur- en/of cultuurhistorische waarden van de gronden wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, water, paden en bermen;
met de daarbijbehorende:
- d. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
- e. andere bouwwerken, tuinen en erven.
15.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Groen' is aan een aantal regels gebonden.
15.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Groen - Houtwal
Link naar de toelichting van "Groen - Houtwal".
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Houtwal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. houtwallen;
waarbij het behoud, de versterking en/of het herstel van de landschappelijke, natuur- en/of cultuurhistorische waarden van de gronden wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, water, paden;
met de daarbijbehorende:
- c. andere bouwwerken, tuinen en erven.
16.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Groen - Houtwal' is aan een aantal regels gebonden.
16.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 17 Horeca
Link naar de toelichting van "Horeca".
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- b. horecabedrijven van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', ter plaatse van de eerste bouwlaag;
- c. horecabedrijven van categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', ter plaatse van de eerste bouwlaag;
- d. horecabedrijven van categorie 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
- e. wonen;
met daaraan ondergeschikt:
- f. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- g. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
17.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Horeca' is aan een aantal regels gebonden.
17.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Horeca' is aan een beperking gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt;
- b. worden gebruikt voor de functie horeca ter plaatse van de tweede bouwlaag en hoger voor zover het betreft horecabedrijven van categorie 2 en 3.
Artikel 18 Maatschappelijk
Link naar de toelichting van "Maatschappelijk".
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
18.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' is aan een aantal regels gebonden.
18.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
18.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Maatschappelijk' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 18.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 18.1 sub a genoemde doeleinden.
Artikel 19 Maatschappelijk - Begraafplaats
Link naar de toelichting van "Maatschappelijk - Begraafplaats".
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. andere bouwwerken, tuinen en erven.
19.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk - Begraafplaats' is aan een aantal regels gebonden.
19.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 20 Maatschappelijk - Onderwijs
Link naar de toelichting van "Maatschappelijk - Onderwijs".
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Onderwijs' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. onderwijsvoorzieningen;
- b. kinderopvang;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
20.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk - Onderwijs' is aan een aantal regels gebonden.
20.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
20.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Maatschappelijk -Onderwijs' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 20.1 sub a genoemde doeleinden.
Artikel 21 Maatschappelijk - Religie
Link naar de toelichting van "Maatschappelijk - Religie".
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Religie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. religieuze voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
21.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk - Religie' is aan een aantal regels gebonden.
21.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
21.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Maatschappelijk -Religie' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 21.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 21.1 sub a genoemde doeleinden.
Artikel 22 Recreatie
Link naar de toelichting van "Recreatie".
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. speelterreinen;
- b. dagrecreatieve voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. andere bouwwerken, tuinen en erven.
22.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Recreatie' is aan een aantal regels gebonden.
22.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 23 Recreatie - Volkstuin
Link naar de toelichting van "Recreatie - Volkstuin".
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen;
- b. gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
23.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Volkstuin' is aan een aantal regels gebonden.
23.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
23.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 24 Sport
Link naar de toelichting van "Sport".
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport- en speelterreinen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
24.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Sport' is aan een aantal regels gebonden.
24.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
24.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Sport' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 24.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 24.1 sub a genoemde doeleinden.
Artikel 25 Tuin
Link naar de toelichting van "Tuin".
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. ijsverkoop, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijsverkoop';
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. bijbehorende bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
- e. erkers en luifels;
- f. andere bouwwerken, tuinen en erven.
25.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Tuin' is aan een aantal regels gebonden.
25.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
25.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 26 Verkeer
Link naar de toelichting van 'Verkeer'.
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
- e. gebouwen, zoals een wachthuisje of telefooncel, andere bouwwerken, tuinen en erven.
26.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer' is aan een aantal regels gebonden.
26.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
26.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Verkeer' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt ten behoeve van een weg met meer dan 2 rijstroken;
- b. worden gebruikt voor terrassen.
Artikel 27 Verkeer - Parkeren
Link naar de toelichting van "Verkeer - Parkeren".
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeervoorzieningen;
- b. wegen en straten;
- c. voet- en rijwielpaden;
- d. een speelvoorziening, ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
met daaraan ondergeschikt:
- e. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
- f. evenementen;
met de daarbijbehorende:
- g. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
- h. gebouwen, zoals een telefooncel of openbaar toilet, andere bouwwerken, tuinen en erven.
27.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Parkeren' is aan een aantal regels gebonden.
27.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 28 Verkeer - Verblijfsgebied
Link naar de toelichting van "Verkeer - Verblijfsgebied".
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. een parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- e. een sluis, ter plaatse van de aanduiding 'sluis';
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het bestemmingsverkeer;
met daaraan ondergeschikt:
- f. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
- g. evenementen;
met de daarbijbehorende:
- h. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
- i. gebouwen, zoals een telefooncel of een openbaar toilet, overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
28.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is aan een aantal regels gebonden.
28.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 29 Water
Link naar de toelichting van "Water".
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. een muziekkoepel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - muziekkoepel';
- c. watersport;
- d. verkeer te water;
met daaraan ondergeschikt:
- e. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. bruggen, ter plaatse van de aanduiding 'brug';
- h. andere bouwwerken, tuinen en erven.
29.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Water' is aan een aantal regels gebonden.
29.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 30 Wonen
Link naar de toelichting van "Wonen".
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen, al dan niet in combinatie met:
- 1. een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- 2. opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, bijbehorende bouwwerken, andere bouwwerken, tuinen en erven.
30.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal regels gebonden.
30.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
30.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel;
- b. worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt;
- c. worden gebruikt voor een aan-huis verbonden beroep of bedrijf waarbij wordt afgeweken van de volgende voorwaarden:
- 1. de grondoppervlakte niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m², al dan niet in combinatie met een aangebouwd bijbehorend bouwwerk;
- 2. een rechtstreekse relatie bestaat tussen de bedrijfsmatige activiteiten en de hoofdbewoner van de woning;
- 3. geen gebruik plaats vindt dat vergunning- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht respectievelijk de Wet milieubeheer;
- 4. geen detailhandel plaatsvindt;
- 5. niet wordt gebruikt voor kapperszaken en seksinrichtingen;
- 6. geen verkeersaantrekkende werking optreedt waardoor extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn of een verkeersonveilige situatie ontstaat;
- 7. geen reclameuitingen worden aangebracht;
- d. worden gebruikt als zelfstandige woning indien het de gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - prieel'.
- e. De bijbehorende bouwwerken mogen niet worden gebruikt voor de woonfunctie, tenzij voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 1. Het bijbehorend bouwwerk is aangebouwd aan het hoofdgebouw;
het bijbehorend bouwwerk is rechtstreeks via het hoofdgebouw bereikbaar.
- 1. Bij een bijbehorend bouwwerk gelegen achter de achtergevel van het hoofdgebouw: het bijbehorend bouwwerk is gelegen binnen 4,00 meter achter het bouwvlak.
- 2. Bij een bijbehorend bouwwerk gelegen aan de zijgevel van het hoofdgebouw: het bijbehorend bouwwerk is gelegen binnen 4,00 meter aan de zijgevel van het hoofdgebouw, zoals deze aanwezig was op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
Artikel 31 Wonen - Bijzondere Woonvorm
Link naar de toelichting van "Wonen - Bijzondere woonvorm".
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Bijzondere woonvorm' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bijzondere woonvorm;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. andere bouwwerken, tuinen en erven.
31.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen - Bijzondere woonvorm' is aan een aantal regels gebonden.
31.3 Nadere eisen
Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
- e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
Artikel 32 Leiding - Riool
Link naar de toelichting van 'Leiding - Riool'.
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een rioolpersleiding;
met de daarbijbehorende:
- b. andere bouwwerken.
32.2 Bouwregels
- a. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
- b. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- c. Andere bouwwerken mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 2,50 meter.
- d. Deze regels zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken.
32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
32.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- de in de andere daar voorkomende bestemming(en) toegelaten gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
- 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
- 2. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.
Artikel 33 Waarde - Archeologie 1
Link naar de toelichting van 'Waarde - Archeologie'.
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden van de gronden.
33.2 Bouwregels
33.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 33.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de afmetingen van bouwwerken;
- b. de situering van bouwwerken;
- c. de inrichting en het gebruik van gronden;
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden
33.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien:
- a. op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; dan wel
- b. er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 34 Waarde - Archeologie 2
Link naar de toelichting van 'Waarde - Archeologie'.
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden van de gronden.
34.2 Bouwregels
34.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 34.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de afmetingen van bouwwerken;
- b. de situering van bouwwerken;
- c. de inrichting en het gebruik van gronden;
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden
34.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' te wijzigen in 'Waarde -Archeologie 1' indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn, met dien verstande dat de dubbelbestemming gelijkluidende regels bevat als de te wijzigen dubbelbestemming, de genoemde oppervlaktematen komen te vervallen en tevens een uitzondering op de omgevingsvergunning geldt voor werken en werkzaamheden die niet dieper reiken dan 0,3 m onder het bestaande maaiveld.
Artikel 35 Waarde - Archeologie 3
Link naar de toelichting van 'Waarde - Archeologie'.
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden van de gronden.
35.2 Bouwregels
35.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 35.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de afmetingen van bouwwerken;
- b. de situering van bouwwerken;
- c. de inrichting en het gebruik van gronden;
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden
35.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' te wijzigen in 'Waarde -Archeologie 1' indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn, met dien verstande dat de dubbelbestemming gelijkluidende regels bevat als de te wijzigen dubbelbestemming, de genoemde oppervlaktematen komen te vervallen en tevens een uitzondering op de omgevingsvergunning geldt voor werken en werkzaamheden die niet dieper reiken dan 0,3 m onder het bestaande maaiveld.
Artikel 36 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Link naar de toelichting van 'Waarde - Beschermd stadsgezicht'.
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. het behoud, de bescherming, het herstel en de uitbouw van de in de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing;
- b. stadsmuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stadsmuur';
- c. muren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - muur';
- d. tuinmuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur';
- e. vloedmuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vloedmuur';
- f. kerkenpaden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - kerkenpad';
- g. rijksmonumenten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument';
- h. gemeentelijke monumenten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - gemeentelijk monument';
- i. waardevolle bestrating, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - bestrating';
- j. kazematten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kazematten';
- k. osendroppen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - osendrop'.
36.2 Bouwregels
36.3 Afwijken van de bouwregels
36.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Waarde -Beschermd stadsgezicht' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden ingericht zodanig dat wordt afgeweken van het ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel' aangegeven dwarsprofiel;
- b. het patroon en het materiaal van bestrating mag niet worden gewijzigd of geamoveerd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - bestrating'.
- c. De bijbehorende bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding 'erf' mogen niet worden gebruikt voor de woonfunctie, tenzij voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 1. Het hoofdgebouw wordt (mede) gebruikt als woning en het gebruik als woning is conform de betreffende bestemming toegestaan.
- 2. Het bijbehorend bouwwerk is aangebouwd aan het hoofdgebouw:
het bijbehorend bouwwerk is rechtstreeks via het hoofdgebouw bereikbaar.
- 1. Bij een bijbehorend bouwwerk gelegen achter de achtergevel van het hoofdgebouw: het bijbehorend bouwwerk is gelegen binnen 4,00 meter achter het bouwvlak.
- 2. Bij een bijbehorend bouwwerk gelegen aan de zijgevel van het hoofdgebouw: het bijbehorend bouwwerk is gelegen binnen 4,00 meter aan de zijgevel van het hoofdgebouw, zoals deze aanwezig was op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
36.5 Afwijken van de gebruiksregels
36.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 37 Waterstaat - Waterkering
Link naar de toelichting van "Waterstaat - Waterkering".
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor werken ten behoeve van de waterkering en -geleiding, met de daarbijbehorende andere bouwwerken.
37.2 Bouwregels
37.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 37.2.1 en 37.2.2 in die zin dat gebouwen en andere bouwwerken die zijn toegestaan binnen de daar voorkomende bestemming(en) worden toegestaan, mits:
- 1. vooraf advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of dit uit een oogpunt van doelmatig beheer en onderhoud bezwaren oplevert;
- 2. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de gronden met een waterkerende (neven)functie.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 38 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 39 Algemene Bouwregels
39.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van dit bestemmingsplan uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, goot-, kroon- en gevellijnen, afvoerpijpen voor hemelwater, hellingbanen, funderingen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,50 m;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,25 m.
39.2 Meetverschil
Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.
Artikel 40 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 41 Algemene Aanduidingsregels
41.1 Aantal woningen
De gronden mogen niet worden gebruikt voor meer dan één woning per bouwvlak, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het aangegeven aantal als maximum geldt.
Artikel 42 Algemene Afwijkingsregels
42.1 Bevoegdheid
Met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of overtuigende esthetische redenen noodzakelijk is of indien de bestaande situatie hiertoe aanleiding geeft;
- b. de bestemmingsregels met betrekking tot de overschrijding van de maximale bouwhoogte, anders dan bedoeld onder a, voor lift- en trappenhuizen, glazenwasserinstallaties, (centrale) verwarmingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, schoorstenen, (schotel)antennes, antenne-installaties en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen, met maximaal 3,00 meter;
- c. de bestemmingsregels ten behoeve van de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet groter is dan 3,00 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15,00 meter, zoals antennemasten, lichtmasten en kunstobjecten;
- d. overschrijding van de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2,00 meter voor balkons, bordessen, dakoverstekken, overstekende verdiepingen, galerijen, luifels, gevelversieringen, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen;
- e. de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroot tot maximaal 5,00 meter;
- f. de bestemmingsregels in die zin dat terrassen worden toegestaan.
42.2 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de gemeentelijke monumentencommissie om advies is gevraagd en indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
- a. de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de woonsituatie;
- d. de milieusituatie;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels
43.1 Bevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemmingen 'Agrarisch - Cultuurgrond', 'Groen - Houtwal', 'Tuin', 'Verkeer -Verblijfsgebied' en 'Wonen' worden gewijzigd in de bestemmingen 'Gemengd -1', 'Verkeer' en 'Verkeer - Parkeren' dan wel dat de aanduidingen 'detailhandel', 'maximum aantal wooneenheden' en 'opslag' worden toegevoegd, mits:
- 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
- 2. wordt aangetoond dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen vanuit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en woningen, archeologie, ecologie, hydrologie en de (economische) uitvoerbaarheid voldoende wordt gewaarborgd;
- 3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 13 van overeenkomstige toepassing zijn bij de wijziging naar 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:
- de aanduiding 'detailhandel' wordt opgenomen;
- maximaal 2 woningen zijn toegestaan, hiervoor wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' opgenomen;
- de aanduiding 'opslag' wordt opgenomen ten behoeve van het toestaan van gebouwen ten behoeve van opslag, met dien verstande dat bij toevoeging van de aanduiding 'opslag' binnen de bestemming 'Verkeer -Verblijfsgebied uitsluitend ondergrondse opslag is toegestaan;
- 4. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 26 en 27 van overeenkomstige toepassing zijn bij de wijziging naar 'Verkeer' en 'Verkeer - Parkeren';
- b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' ook horecabedrijven van categorie 1 of 4 worden toegestaan door het verwijderen van de betreffende aanduiding en de aanduiding 'horeca van categorie 1' of 'horeca van categorie 4' toe te voegen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' ook horecabedrijven van categorie 1, 2 of 4 worden toegestaan door het verwijderen van de betreffende aanduiding en de aanduiding 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2' of 'horeca van categorie 4' toe te voegen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' ook horecabedrijven van categorie 4 worden toegestaan door het verwijderen van de betreffende aanduiding en de aanduiding 'horeca van categorie 4' toe te voegen;
- e. de bestemmingen 'Gemengd - 1', 'Gemengd - 2' en/of 'Maatschappelijk' onderling mogen worden gewijzigd, voor zover het gronden betreft die zijn gelegen binnen de vesting';
- f. binnen de bestemming 'Centrum' ter plaatse van het kruis wonen op de eerste bouwlaag wordt toegestaan;
- g. de bestemmingen 'Gemengd - 1', 'Gemengd - 2' en/of 'Wonen' worden gewijzigd in de bestemming 'Centrum', mits:
- 1. het gronden betreft die zijn gelegen in het "kruis" van de vesting;
- 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 9 van toepassing zijn;
- h. de bestemming 'Centrum' wordt gewijzigd in de bestemming 'Gemengd - 1' waarbij de aanduiding 'detailhandel' wordt toegevoegd, mits:
- 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2';
- 2. wordt aangetoond dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen vanuit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en woningen, archeologie, ecologie, hydrologie en de (economische) uitvoerbaarheid voldoende wordt gewaarborgd;
- 3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 13 van toepassing zijn, met dien verstande dat gebouwen een goot- en bouwhoogte mogen hebben van maximaal 4,50 respectievelijk 10,50 meter;
- 4. op basis van het 'Kwalitatief woningbouwprogramma' woningcontingent beschikbaar is.
- i. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' of 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' na sloop van het (de) betreffende gebouw(en) of het anderszins vervallen van de monumentale status de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' wordt aangebracht;
- j. de toegestane goot- en/of bouwhoogte van bouwwerken wordt vergroot met maximaal 20%;
- k. het wijzigen van het maximum aantal woningen, mits het bestaande aantal meer bedraagt dan het aangegeven aantal woningen;
- l. bij een bedrijf een nieuwe bedrijfswoning wordt toegestaan, mits dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering;
- m. per bouwvlak het aantal woningen toeneemt, mits:
- 1. het hoofdgebouw is gelegen binnen het gebied van de vesting;
- 2. dit noodzakelijk is voor een doelmatig gebruik en de instandhouding van het waardevolle hoofdgebouw;
- 3. het hoofdgebouw, gelegen binnen het bouwvlak, een inhoud heeft van minimaal 800 m³;
- 4. het splitsen in 2 of meer woningen uitsluitend is toegestaan indien de gebruiksoppervlakte van elke toe te voegen woning minimaal 100 m² bedraagt;
- 5. de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw niet wordt vergroot, tenzij indien en voor zover door het verbouwen de karakteristieke hoofdvorm wordt hersteld dan wel dat de verschijningsvorm wordt verbeterd;
- 6. er sprake blijft van één hoofdtoegang, die toegang verschaft tot een gemeenschappelijke hal van waaruit rechtstreekse toegang tot de woonruimtes wordt verschaft, mits de bestaande situatie hiervan niet reeds afwijkt;
- 7. in het geval niet kan worden voldaan aan de gebruiksoppervlakte van de toe te voegen woning, mag daarvoor gebruik worden gemaakt van het bouwvlak van een aangebouwd hoofdgebouw, indien en voor zover dit hoofdgebouw onderdeel uit maakt van hetzelfde kadastrale perceel/eigendom, is gesitueerd op het achtergelegen perceel en niet grenst aan de openbare ruimte;
- 8. in het geval en voor zover dat ten behoeve van het gebruik, het behoud, de bescherming en/of het herstel van een rijks- of gemeentelijk monument noodzakelijk is, kan zonodig worden afgeweken van de hiervoor gegeven maatvoeringsgegevens tot een maximum van 20%, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie;
- 9. toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid;
- 10. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
- 11. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 12. er geen toename van het aantal inritten naar het perceel plaatsvindt;
- 13. de parkeersituatie niet verslechtert, of indien nodig een bijdrage wordt gestort in het parkeerfonds overeenkomstig dat daarvoor geldende regels;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'erf' de bestemming die op het betreffende perceel ligt en niet overeenstemt met de feitelijke situatie wordt gewijzigd in de bestemming die wel overeenstemt met de bestemming van het bijbehorende hoofdgebouw, mits deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien na de vaststelling van dit bestemmingsplan blijkt dat de feitelijke situatie niet overeenstemt met de gegeven bestemming of door verkoop van gronden een andere situatie is ontstaan.
43.2 Toetsingscriteria
- a. De wijzigingsbevoegdheid kan slechts worden toegepast indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
- 1. de waarden van het beschermd stadsgezicht;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 3. de woonsituatie;
- 4. de milieusituatie;
- 5. de verkeersveiligheid;
- 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- b. de gemeentelijke monumentencommissie om advies is gevraagd.
Artikel 44 Algemene Procedureregels
44.1 Wijzigingsbevoegdheid
Indien een wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast is de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen procedure van toepassing.
Artikel 45 Overige Regels
45.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- c. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 46 Overgangsrecht
46.1 Overgangsregels bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.
- c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
46.2 Overgangsregels gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 47 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht
van de gemeente Elburg.
Behorende bij het besluit van 24 juni 2013.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
De gemeente Elburg heeft besloten de bestemmingsplannen voor Elburg te gaan actualiseren. Hierbij gaat het om de bestemmingsplannen voor het hele grondgebied van de gemeente, dus zowel voor het buitengebied als voor de bebouwde kom.
Dit bestemmingsplan geeft een nieuwe juridisch-planologische regeling voor het plangebied Beschermd Stadsgezicht. De begrenzing van dit plangebied is aangegeven in onderstaande figuur.
De begrenzing van het plangebied
Geldende bestemmingsplannen
Voor het plangebied gelden veel verschillende bestemmingsplannen. De bestemmingsplannen verschillen onderling qua systematiek en dateren van verschillende perioden. Daarnaast hebben in het plangebied regelmatig ontwikkelingen plaatsgevonden die niet pasten in het daarvoor geldende bestemmingsplan. Deze zijn vaak door middel van een vrijstelling mogelijk gemaakt. Al deze regelingen worden in dit bestemmingsplan voorzien van een nieuwe eenduidige regeling.
1.2 Opzet Van De Toelichting
Na deze inleiding worden in het tweede hoofdstuk de objecten, oftewel de bestemmingen, beschreven. De meest relevante uitgangspunten komen bij deze bestemmingen aan bod. In hoofdstuk 2 is per bestemming een link geplaatst naar de van belang zijnde achtergrondinformatie (toelichting op de uitgangspunten) uit de latere hoofdstukken. Een opsomming van de belangrijkste uitgangspunten volgt in hoofdstuk 3. Een meer uitgebreide toelichting op de uitgangspunten volgt in de hoofdstukken 4 (huidige situatie), 5 (beleidskader) en 6 (milieu- en. In hoofdstuk 7 komt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan de orde. Daarbij wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
Hoofdstuk 2 De Bestemmingen
In dit hoofdstuk worden de bestemmingen toegelicht die op de verbeelding en in de regels van het bestemmingsplan zijn weergegeven. Hierdoor wordt duidelijk waarom de bestemmingen opgenomen zijn; wat het doel van de bestemming is. Daarbij worden de belangrijkste uitgangspunten van de bestemmingsregeling aangegeven en worden de mogelijkheden binnen de regeling toegelicht. Bij dit laatste gaat het om zowel de regelingen bij recht, als om de mogelijkheden voor wijziging en/of afwijking.
Het bestemmingsplan kent een groot aantal bestemmingen. Deze bestemmingen zijn gekozen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de bestaande situatie en het bestaande beleid. Bij de keuze voor de bestemmingen heeft de leesbaarheid een belangrijke rol gespeeld. Een nadere uitsplitsing van bestemmingen geeft een beter beeld van de functionele mogelijkheden. Naast de bestemming "Maatschappelijk" is bijvoorbeeld ook sprake van de bestemming "Maatschappelijk - Religie".
Flexibiliteit
Daar waar dat vanuit beleid wenselijk is, zijn in de bestemmingen de nodige flexibiliteitsbepalingen opgenomen. Dit zijn mogelijkheden voor wijziging en/of afwijking van het bestemmingsplan. Deze zijn opgenomen om op ondergeschikte punten van het bestemmingsplan te kunnen afwijken (omgevingsvergunning) of nieuwe initiatieven mogelijk te maken (wijzigingsbevoegdheden).
De flexibiliteitsbepalingen bevatten criteria waaraan voldaan moet worden, voordat afwijking of wijziging mogelijk is. Deze criteria worden bepaald door wensen en/of eisen vanuit het geldende beleid en de milieu- en omgevingsaspecten.
Aan zowel de omgevingsvergunning voor afwijking en aan de wijzigingsbevoegdheid zijn procedures gekoppeld. Deze zijn vastgelegd in de Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De bevoegdheid voor de toepassing van deze flexibiliteitsbepalingen ligt in handen van het College van Burgemeester en Wethouders.
2.1 Agrarisch - Bedrijf
Doel
Het doel van de bestemming 'Agrarisch - Bedrijf' is de grondgebonden agrarische bedrijfsbebouwing in het plangebied te behouden en mogelijk te maken.
Functionele mogelijkheden
De bestemming maakt de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf mogelijk. Daarbij is per bedrijf maximaal één bedrijfswoning toegestaan, tenzij dit anders is aangeduid. In het plangebied gaat het meestal om bestaande bedrijfswoningen.
Binnen de bestemming zijn bij de bestemming horende andere functies en voorzieningen toegestaan. Daarbij gaat het om gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen. Hierdoor kan de bedrijfsfunctie optimaal worden uitgeoefend.
Bouwmogelijkheden bedrijfsgebouw en overkappingen
Het is mogelijk om, binnen een bij de bestemming aangeduid bouwvlak, bedrijfsgebouwen of overkappingen te bouwen. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht.
Bouwmogelijkheden bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
Zoals aangegeven mag per bedrijf één bedrijfswoning gebouwd worden, tenzij dit anders is aangeduid. Deze kan binnen het bouwvlak gebouwd worden. Voor bedrijfswoningen gelden, qua maximale goot- en bouwhoogte dezelfde voorwaarden als bij bedrijfsgebouwen en overkappingen. Bedrijfswoningen kunnen dus zowel met kap als met plat dak uitgevoerd zijn en worden.
Bij de bedrijfswoning zijn bijbehorende bouwwerken mogelijk. De afmetingen van de bijbehorende bouwwerken is gerelateerd aan de afmeting van het perceel waarop deze gebouw wordt. Een groter oppervlak staat een grotere oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken toe. De bijbehorende bouwwerken moeten wel ondergeschikt blijven aan de hoofdgebouwen, daarvoor zijn een maximale goot- en bouwhoogte voor dit type bouwwerk opgenomen.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 3,00 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de bedrijfsvoering of bijvoorbeeld een mast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 3,00 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
De functie van de agrarische bedrijven kan worden veranderd via een omgevingsvergunning voor afwijking. Hieraan zijn voorwaarden verbonden, waaraan getoetst moet worden. Deze regeling biedt flexibiliteit voor de betreffende bedrijven met het oog op eventuele gewenste toekomstige ontwikkelingen.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : "Buiten de Veste" / Bedrijven
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Geur
- Uitvoerbaarheid
2.2 Agrarisch - Cultuurgrond
Doel
Het doel van de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' is het behoud van de agrarische cultuurgrond. Daarbij gaat het vooral om het behoud en de mogelijkheden voor voortzetting van de agrarische functie op de gronden.
Functionele mogelijkheden
De hoofdfunctie van de bestemming is agrarisch. De ijsbaan die in het agrarische gebied ligt wordt mogelijk gemaakt door middel van een specifieke aanduiding 'ijsbaan'.
Binnen de bestemming zijn bij de bestemming horende andere functies en voorzieningen toegestaan. Daarbij gaat het om gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, ontsluitingswegen en paden. Hierdoor kan hoofdfunctie optimaal worden uitgeoefend.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de bestemming zijn alleen gebouwen voor het onderhoud en beheer en verenigingsgebouwen voor de ijsbaan toegestaan. De agrarische gronden blijven, voor de optimale benutting ervan, zo veel mogelijk vrij van bebouwing.
Gebouwen mogen daarbij gebouwd worden in het bouwvlak. Het bouwvlak mag volledig bebouwd worden. De goot- en bouwhoogte zijn ten hoogste 3,00 en 4,50 meter hoog, zodat de bebouwing niet te hoog wordt. Op die manier blijft het zicht op de vesting zo veel mogelijk gehandhaafd.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
In de hele bestemming is het mogelijk om erf- en terreinafscheidingen met een maximale bouwhoogte van 1,00 meter te bouwen. Door dit toe te staan is het mogelijk om op een veilige manier vee op de gronden te houden. Dit bevordert de agrarische gebruiksmogelijkheden.
Overige andere bouwwerken mogen maximaal 3,00 meter hoog worden. De verlichting ten behoeve van de ijsbaan wijkt hiervan af, deze mag maximaal 8,00 meter hoog zijn. Deze bouwhoogte is alleen mogelijk binnen de aanduiding 'ijsbaan'.
Flexibiliteitsbepalingen
Binnen het aangeduide 'wro-zone wijzigingsgebied' geldt een wijzigingsbevoegdheid. Deze maakt het mogelijk de huidige ijsbaan in de toekomst te veranderen in een nieuwe parkeerplaats. Deze parkeerplaats is binnen de plantermijn nodig ter vervanging van de huidige parkeerlocatie aan de haven waarbij de huidige parkeerlocatie wordt vervangen door een uitbreiding van de jachthaven en voor recreatieve functies. Dit is aangegeven in het plan “Havengebied Elburg en omgeving". Daarnaast vangt dit nieuwe parkeerterrein de toenemende parkeerdruk voor de vesting op. Voor de realisatie van het parkeerterrein wordt de ijsbaan verplaatst. Hiervoor is bij de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' de aanduiding 'ijsbaan' opgenomen.
Bij de wijziging is het van belang dat ook de aanwezige bebouwing wordt gesloopt, voor een nieuwe toegangsroute naar de parkeerplaats. Bebouwing mag worden teruggebouwd in de directe omgeving en krijgt daarbij de bestemming Gemengd - 1.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : "Buiten de Veste"
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.3 Agrarisch - Glastuinbouw
Doel
De bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' is bedoeld voor het bieden van mogelijkheden voor een akkerbouw- en tuinbouwbedrijf.
Functionele mogelijkheden
De bestemming maakt een agrarische functie mogelijk die zich hoofdzakelijk richt op akkerbouw- en tuinbouwbedrijf. Een dergelijk bedrijf dat specifiek gericht is op de uitoefening van glastuinbouw. Binnen de bestemming is een ijsbaan mogelijk op de plaats waar deze is aangeduid. Dit heeft te maken met de verplaatsing van de ijsbaan vanaf de huidige locatie, voor de realisatie van een parkeerplaats. Dit is beschreven in "Agrarisch - Cultuurgrond". Bij de nieuwe ijsbaan is een gebouw toegestaan. De maximale afmetingen daarvan zijn opgenomen in de regels.
Binnen de bestemming zijn bij de bestemming horende andere functies en voorzieningen toegestaan. Daarbij gaat het om gebouwen, kassen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Hierdoor kan de bedrijfsfunctie optimaal worden uitgeoefend.
Bouwmogelijkheden bedrijfsgebouwen, kassen en overkappingen
De bouw van bedrijfsgebouwen, kassen en overkappingen is mogelijk binnen een aangeduid bouwvlak. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Voor de ijsbaan mag een gebouw worden gebouw, hiervoor is een specifieke aanduiding opgenomen. Voor dit gebouw gelden ook eigen afmetingsvoorwaarden.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 3,00 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk als een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 3,00 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein. Lichtmasten voor de ijsbaan mogen een hoogte hebben van maximaal 8,00 meter. Deze hoogte geldt alleen binnen de aanduiding 'ijsbaan'.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : "Buiten de Veste" / Bedrijven
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.4 Agrarisch Met Waarden
Doel
Het hoofddoel van de bestemming 'Agrarisch met waarden' is het behoud en herstel van landschappelijke en natuurlijke waarden van agrarische cultuurgrond.
Functionele mogelijkheden
Om het doel te kunnen halen wordt alleen gebruik van de bestemde gronden voor agrarische cultuurgrond toegestaan. Daarbij staat het behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden van die gronden voorop.
Binnen de bestemming zijn bij de bestemming horende andere functies en voorzieningen toegestaan. Daarbij gaat het om andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, ontsluitingswegen en paden. Deze functies zijn op de gronden met de bestemming al aanwezig en kunnen behouden blijven.
Bouwmogelijkheden
Voor een optimaal behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de agrarische cultuurgrond, zijn gebouwen uitgesloten. Wel is het in de hele bestemming mogelijk om erf- en terreinafscheidingen met een maximale bouwhoogte van 1,00 meter te bouwen. Door dit toe te staan is het mogelijk om op een veilige manier vee op de gronden te houden. Dit bevordert de agrarische gebruiksmogelijkheden. Een specifieke regeling is hierbij opgenomen voor priëlen, omdat deze qua bouwmogelijkheden af (kunnen) wijken van de algemene bouwmogelijkheden. Deze bouwwerken zijn rijksmonumenten, de regeling hiervoor is opgenomen in de bestemming "Waarde - Beschermd stadsgezicht".
Overige andere bouwwerken mogen maximaal 3,00 meter hoog worden. De bouwmogelijkheden zijn in de regels opgenomen.
Omgevingsvergunning
Werken (geen bouwwerken) en werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Het kan daarbij gaan om het ontgronden en afgraven van gronden, of wijziging in het profiel van waterpartijen. Hieraan zijn toetsingscriteria gekoppeld. Door een omgevingsvergunning op te nemen worden werken en werkzaamheden toegestaan. Door de criteria op te nemen kan getoetst worden of de landschappelijke en natuurlijke waarden behouden blijven of herstelt worden door de ingreep.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Beschermd Stadsgezicht Elburg / "Buiten de Veste"
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Archeologie en cultuurhistorie
- Uitvoerbaarheid
2.5 Bedrijf
Doel
De bestemming 'Bedrijf' maakt de uitoefening van een zelfstandig bedrijf mogelijk.
Functionele mogelijkheden
Om te voorkomen dat door de bedrijven overlast veroorzaakt wordt, zijn bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 bij recht toegestaan. De bedrijfsbranches die mogelijk zijn binnen de bestemming zijn opgenomen in de bedrijvenlijst. De bedrijvenlijst is te vinden bij de regels. Door hiervoor een beperkte lijst te hanteren, blijft voor de in de buurt liggende woningen een goed leefklimaat behouden. Voor de Botterwerf is een aanduiding 'museum' opgenomen, zodat deze functie bij de bedrijfsfunctie kan worden uitgeoefend.
Per bedrijf is één bedrijfswoning mogelijk, waar deze specifiek is aangeduid. Meer bedrijfswoningen zijn alleen mogelijk wanneer dit specifiek is aangeduid. Bij de bedrijfswoningen zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan. De bijbehorende bouwwerken zijn geen bedrijfsgebouwen en moeten ten dienste staan van de woonfunctie.
Binnen de bestemming zijn ook bij de bestemming horende andere functies en voorzieningen toegestaan. Daarbij gaat het om gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Hierdoor kan de bedrijfsfunctie optimaal worden uitgeoefend.
Door middel van specifieke gebruiksregels wordt voorkomen dat de gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming worden gebruikt. Dit geldt voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, detailhandel en bedrijven die niet genoemd zijn in de bedrijvenlijst die opgenomen bij de regels. Door deze uit te sluiten, kan voor omliggende (bedrijfs)woningen een goed woonklimaat worden gehandhaafd. Bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning en bedrijfsbebouwing is via deze regels uitgesloten.
Bouwmogelijkheden bedrijfsgebouwen en overkappingen
Het is mogelijk om binnen het bouwvlak bedrijfsgebouwen en overkappingen te bouwen. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
Zoals aangegeven is per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan. Deze mag binnen het bouwvlak gebouwd worden. Voor bedrijfswoningen gelden, qua maximale goot- en bouwhoogte, dezelfde voorwaarden als bij bedrijfsgebouwen en overkappingen. Bedrijfswoningen kunnen dus zowel met kap als met plat dak uitgevoerd zijn en worden.
Bij de bedrijfswoning zijn bijbehorende bouwwerken mogelijk. De afmetingen van de bijbehorende bouwwerken is gerelateerd aan de afmeting van het perceel waarop deze gebouw wordt. Een groter oppervlak staat een grotere oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken toe. De bijbehorende bouwwerken moeten wel ondergeschikt blijven aan de hoofdgebouwen, daarvoor zijn een maximale goot- en bouwhoogte voor dit type bouwwerk opgenomen.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 5,00 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de bedrijfsvoering of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 5,00 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Het is, na verkrijging van een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan, mogelijk om een bedrijf uit te oefenen dat niet in de bedrijvenlijst is opgenomen. Het moet daarbij gaan om bedrijven die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan bedrijven die in de bedrijvenlijst opgenomen zijn onder de categorieën 1 en 2. Mogelijk zijn ook bedrijven met een hogere categorie (3.1) die in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben. In geen geval mag het gaan om geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven. Daarnaast is een afwijking van de bouwregels mogelijk voor een hogere bouwhoogte van overige andere bouwwerken tot 8,00 meter.
Aan het verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan zijn toetsingscriteria. Wanneer aan alle toetsingscriteria voldaan wordt, kan de omgevingsvergunning verleend worden. Hiermee kan voor omliggende (bedrijfs)woningen een goed woonklimaat worden gehandhaafd.
Achtergrondinformatie
- Huidige situatie : De ruimtelijke structuur / Bedrijven
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Bedrijven en milieuzonering
- Uitvoerbaarheid
2.6 Bedrijf - Nutsvoorziening
Doel
De bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' is bedoeld voor het behoud van nutsvoorzieningen in het plangebied. Daarbij gaat het hoofdzakelijk om kleinschalige nutsbebouwing (elektriciteitskasten etc.).
Functionele mogelijkheden
Allereerst worden binnen de bestemming nutsvoorzieningen mogelijk gemaakt. Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de nutsvoorziening.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Voor de nutsvoorzieningen mogen gebouwen of overkappingen worden gebouwd binnen het bouwvlak. De maximaal toegestane bouwhoogte is daarbij in het bouwvlak aangeduid. In het algemeen gaat het om bebouwing met een hoogte van maximaal 4,00 meter.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk ten behoeve van de functie. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.7 Centrum
Doel
De bestemming 'Centrum' maakt, binnen de vesting, de uitoefening van verschillende centrumfuncties mogelijk.
Functionele mogelijkheden
Binnen deze bestemming zijn veel functies mogelijk. Daarbij gaat het om functies die redelijkerwijs in een stadscentrum voor kunnen komen. In Elburg gaat het bij recht om ateliers, detailhandel, dienstverlening, praktijkruimten en kantoren. Gecombineerd met deze functies wordt de functie wonen aan het 'kruis' mogelijk gemaakt op de tweede bouwlaag en hoger (wanneer van toepassing). Buiten het kruis is het wonen ook op de eerste bouwlaag (begane grond) toegestaan.
Wanneer bij bovengenoemde functies sprake is van een afhaalcentrum of een vorm van (ondergeschikte) horeca, dan zijn deze aangeduid. Alleen zo kunnen deze functies binnen de bestemming mogelijk worden gemaakt. In de specifieke gebruiksregels zijn verdere (afmetings)eisen aan deze specifieke functies opgenomen, om te voorkomen dat deze functies de hoofdfunctie worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een horeca en afhaalcentrum. Een horecavoorziening kent zitplaatsen, een afhaalcentrum is een vorm van detailhandel.
Voor ondergeschikte horeca in het kruis is ook een specifieke regeling opgenomen. Hiervoor is een 'wro-zone - ontheffingsgebied' opgenomen, waarbinnen het mogelijk wordt gegeven om ondergeschikte horeca (lunchroom) te realiseren bij bestaande detailhandelsfuncties. In de regels bij de afwijking zijn voorwaarden opgenomen voor de afmetingen van een dergelijke functie. Op die manier kan de ondergeschiktheid gegarandeerd worden.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de centrumvoorzieningen.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken is één hoofdgebouw ten behoeve van de bestemming mogelijk. Bovendien is per bouwvlak maximaal één woning toegestaan. Wanneer in een bouwvlak meer woningen aanwezig zijn, dan is dit aangeduid in het betreffende bouwvlak. Een verdere verdichting van de bebouwing wordt hiermee voorkomen; het bestaande bebouwingsbeeld blijft gehandhaafd.
Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
De mogelijkheid bestaat de panden aan de stegen bij de centrumfunctie aan het 'kruis' (Beekstraat/Jufferenstraat/Vischpoortstraat) te betrekken. Het Besluit omgevingsrecht staat een functieverandering tot maximaal 1.500 m2 toe, al dan niet in combinatie met inpandige bouwwerkzaamheden. Aan deze functieverandering zijn voorwaarden opgenomen, deze staan ook in het Besluit omgevingsrecht. Het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de panden vindt plaats via de bestemming "Waarde - Beschermd stadsgezicht".
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Binnen de bestemming zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Deze maken onder meer mogelijk dat het wonen op de eerste bouwlaag is toegestaan. Dit om onnodige leegstand te voorkomen. De wijzigingen zijn gebonden aan voorwaarden. Deze zijn in de regels opgenomen en hier moet bij wijziging aan worden voldaan.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : De vesting "Stad Elburg" / De functionele structuur
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.8 Detailhandel
Doel
Het doel is om op de gronden met de bestemming 'Detailhandel' de detailhandelsfunctie te behouden.
Functionele mogelijkheden
Bij deze bestemming gaat het om kleinschalige detailhandel die zich hoofdzakelijk richt op verkoop aan particulieren. Perifere detailhandel behoort niet tot de functionele mogelijkheden. Een combinatie van de detailhandelsfunctie met de functie wonen komt in beperkte mate voor. Op enkele plaatsen is een combinatie met wonen uitgesloten, dit is aangeduid.
Wanneer bij de detailhandelsfuncties sprake is van een vorm van ondergeschikte horeca, dan is deze aangeduid. Alleen zo kunnen deze functie binnen de bestemming mogelijk worden gemaakt. In de specifieke gebruiksregels zijn verdere (afmetings)eisen aan deze specifieke functie opgenomen, om te voorkomen dat deze vorm van horeca de hoofdfunctie wordt. Bij een horecavoorziening zijn zitplaatsen aanwezig.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de detailhandel.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale goot- en bouwhoogte aangeduid. De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd en mogen te hoogste de aangeduide maximale goot- en bouwhoogte hebben. Wanneer een maximale goot- en bouwhoogte zijn aangeduid is een kap verplicht. Soms staat alleen de maximale bouwhoogte aangeduid, hier is een plat dak toegestaan. Hierdoor kan het bestaande ruimtelijke beeld behouden blijven.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Detailhandel en horeca
- Beleidskader : Detailhandelsstructuurvisie gemeente Elburg 2008
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.9 Detailhandel - Tuincentrum
Doel
Het doel is om op de gronden met de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' de tuincentrumfunctie (Oude Bleeksweg) te behouden.
Functionele mogelijkheden
Bij deze bestemming gaat het om een tuincentrum en de daarbij horende detailhandel, die zich hoofdzakelijk richt op verkoop aan particulieren. Andersoortige detailhandel behoort niet tot de functionele mogelijkheden.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de detailhandel.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale goot- en bouwhoogte aangeduid. De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd en mogen ten hoogste de aangeduide maximale goot- en bouwhoogte hebben.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Binnen de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het mogelijk om één (bedrijfs)woning toe te voegen binnen de bestemming. Dit kan nodig zijn voor een goede bedrijfsvoering van het tuincentrum. De wijziging is gebonden aan voorwaarden. Deze zijn in de regels opgenomen en hier moet bij wijziging aan worden voldaan.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Detailhandel en horeca
- Beleidskader : Detailhandelsstructuurvisie gemeente Elburg 2008
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.10 Dienstverlening
Doel
Het doel van de bestemming 'Dienstverlening' is het behoud van de dienstverlenende functies en voorzieningen in het plangebied.
Functionele mogelijkheden
Binnen deze bestemming is dienstverlening toegestaan. Daarbij gaat het om het verlenen van economische en maatschappelijke diensten.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de dienstverlenende functies en voorzieningen.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale goot- en bouwhoogte aangeduid. De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd en mogen te hoogste de aangeduide maximale goot- en bouwhoogte hebben. Wanneer een maximale goot- en bouwhoogte zijn aangeduid is een kap verplicht. Soms staat alleen de maximale bouwhoogte aangeduid, hier is een plat dak toegestaan. Hierdoor kan het bestaande ruimtelijke beeld behouden blijven.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Kantoren en dienstverlening
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.11 Gemengd - 1
Doel
De bestemming 'Gemengd - 1' maakt in één gebouw de functies kantoren, ateliers, verzorgende, ambachtelijke bedrijven en wonen mogelijk.
Functionele mogelijkheden
Zoals bij het doel beschreven zijn op de gronden met deze bestemming de functies kantoren, ateliers, verzorgende, ambachtelijke bedrijven en wonen mogelijk. Wonen is op alle bouwlagen mogelijk, de overige zijn alleen op de eerste bouwlaag toegestaan. In sommige gevallen zijn wel opslag, bergingen en/of een vorm van detailhandel aanwezig. Deze worden mogelijk gemaakt door ze specifiek aan te duiden. Het winkelcentrumgebied concentreert zich daarbij rond het 'kruis'. Detailhandel is alleen in de eerste bouwlaag toegestaan. Via de afwijkingsregels kan hiervan met een omgevingsvergunning afgeweken worden, zodat detailhandel ook op de andere bouwlagen mogelijk wordt.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de toegestane functies.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken is één hoofdgebouw ten behoeve van de bestemming mogelijk. In het bouwvlak is maximaal één woning toegestaan. Wanneer in een bouwvlak meer woningen aanwezig zijn, dan is dit aangeduid in het betreffende bouwvlak. Een verdere verdichting van de bebouwing wordt hiermee voorkomen; het bestaande bebouwingsbeeld blijft gehandhaafd.
Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Voor de nodige flexibiliteit is bij deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Hiermee kan de bestemming "Gemengd - 1", wanneer het een pand aan het kruis van de vesting betreft, worden gewijzigd naar de bestemming "Centrum". Aan die wijziging zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : De vesting "Stad Elburg" / Wonen / Kantoren en dienstverlening / Bedrijven / Overige functies
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.12 Gemengd - 2
Doel
De bestemming 'Gemengd - 2' maakt in één gebouw maatschappelijke voorzieningen en wonen mogelijk.
Functionele mogelijkheden
Zoals bij het doel beschreven zijn op de gronden met deze bestemming de maatschappelijke voorzieningen en wonen mogelijk. De functies zijn op alle bouwlagen toegestaan.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de toegestane functies.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken is één hoofdgebouw ten behoeve van de bestemming mogelijk. In het bouwvlak is maximaal één woning toegestaan. Wanneer in een bouwvlak meer woningen aanwezig zijn, dan is dit aangeduid in het betreffende bouwvlak. Een verdere verdichting van de bebouwing wordt hiermee voorkomen; het bestaande bebouwingsbeeld blijft gehandhaafd.
Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' moet de eerste bouwlaag vrij blijven van bebouwing. Hierdoor blijft een doorgang onder de bebouwing door mogelijk.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Voor de nodige flexibiliteit is bij deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Hiermee kan de bestemming "Gemengd - 2", wanneer het een pand aan het kruis van de vesting betreft, worden gewijzigd naar de bestemming "Centrum". Aan die wijziging zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : De vesting "Stad Elburg" / Wonen / Maatschappelijk
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.13 Groen
Doel
Het doel van de bestemming 'Groen' is het behoud van de bestaande grotere groenvoorzieningen.
Functionele mogelijkheden
Naast groenvoorzieningen zijn in deze bestemming daarbij horende andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, water, paden, erven en terreinen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de groenvoorzieningen.
Bouwmogelijkheden
Binnen de bestemming mogen andere bouwwerken worden gebouwd. Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen maximaal 1,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met de beveiliging van betreffende gebieden en gebruikers van die gebieden. Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn.
Een uitzondering hierop vormen de speelvoorzieningen die zijn aangeduid. Hiervoor is een specifieke regeling opgenomen, omdat deze slechts op enkele plaatsen (speelterreinen) zijn toegestaan. De toegestane maximale bouwhoogte van de voorzieningen is afgestemd op de functie.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader : Groenstructuurplan
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.14 Groen - Houtwal
Doel
De bestemming 'Groen - Houtwal' heeft het behoud, de versterking en/of het herstel van landschappelijke, natuur- en/of cultuurhistorische waarden van de gronden tot doel.
Functionele mogelijkheden
Binnen deze bestemming liggen de houtwallen in de voormalige schootsvelden. Andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, water, wegen en paden, erven en terreinen die op dit moment binnen de gronden met deze bestemming liggen blijven mogelijk. Deze kunnen nodig zijn voor het doel van de bestemming.
Bouwmogelijkheden
Het bouwen van andere bouwwerken is in de bestemming toegestaan. Het gaat daarbij om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
Zowel de erf- en terreinafscheidingen als de overige andere bouwwerken mogen maximaal 1,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het behoud van de landschappelijk, natuur- en/of cultuurhistorische waarden van de gronden.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Omgevingsvergunning
Werken (geen bouwwerken) en werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Het kan daarbij gaan om het verwijderen van natuurlijke vegetatie (waaronder de kap van bomen valt), het ontgronden en afgraven van gronden, of wijziging in het profiel van waterpartijen. Hieraan zijn toetsingscriteria gekoppeld. Door een omgevingsvergunning op te nemen worden werken en werkzaamheden toegestaan. Door de criteria op te nemen kan getoetst worden of de landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden behouden blijven, versterkt of herstelt worden door de ingreep.
Flexibiliteitsbepalingen
Binnen het aangeduide 'wro-zone wijzigingsgebied' geldt een wijzigingsbevoegdheid. Deze maakt het mogelijk de houtwal in de toekomst te veranderen naar een toerit naar een nieuwe parkeerplaats, die op de huidige ijsbaan is gepland. Deze parkeerplaats is nodig om de toenemende parkeerdruk voor de vesting op te vangen.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : "Buiten de Veste"
- Beleidskader : Groenstructuurplan
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.15 Horeca
Doel
De bestemming 'Horeca' maakt in één gebouw de functies horeca en wonen mogelijk.
Functionele mogelijkheden
Zoals bij het doel beschreven zijn op de gronden met deze bestemming de functies horeca en wonen mogelijk. Wonen is op de tweede en hogere bouwlagen mogelijk, de horecafunctie is alleen op de eerste bouwlaag toegestaan. Voor horeca is aangegeven dat het hier gaat om de categorieën 1 tot en met 4. Deze zijn aangeduid op de verbeelding en gedefinieerd in de begrippen (artikel 1) in de regels. Het onderscheid in categorieën heeft zijn basis in de verschillende functies en daarbij de verschillen in mogelijkheden voor woningen bij de horecafunctie. De horecacategorie is exact aangeduid in de verbeelding en zo opgenomen in de regels. Deze categorie mag niet zwaarder worden dan aangeduid. Het omzetten van bijvoorbeeld een restaurant naar bar of cafetaria is niet toegestaan.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de toegestane functies.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken is één hoofdgebouw ten behoeve van de bestemming mogelijk. Wanneer in een bouwvlak meer hoofdgebouwen aanwezig zijn, dan is dit aangeduid in het betreffende bouwvlak. Een verdere verdichting van de bebouwing wordt hiermee voorkomen; het bestaande bebouwingsbeeld blijft gehandhaafd.
Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Voor de horecacategorieën geldt dat deze verandert kan worden door middel van een wijziging van het bestemmingsplan. Een belangrijke voorwaarde hierbij is echter dat het een wijziging naar een lichtere horecacategorie mag betreffen. Deze regeling biedt enige flexibiliteit aan de mogelijkheden van de betreffende horecagelegenheden.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : De vesting "Stad Elburg" / Wonen / Detailhandel en horeca
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.16 Maatschappelijk
Doel
De bestemming 'Maatschappelijk' heeft tot doel algemene maatschappelijke voorzieningen mogelijk te maken en te behouden.
Functionele mogelijkheden
In de bestemming zijn maatschappelijke voorzieningen mogelijk. Daarbij gaat het om algemene maatschappelijke voorzieningen die niet in de andere "Maatschappelijk" bestemmingen mogelijk worden gemaakt. Daarnaast zijn ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca alleen ten dienste van de bestemming mogelijk.
Voor de bestemming zijn ook daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken zijn de hoofdgebouwen mogelijk. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Maatschappelijk
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.17 Maatschappelijk - Begraafplaats
Doel
De bestemming 'Maatschappelijk - Begraafplaats' is bedoeld voor het behoud van de begraafplaats op de vestingwerken.
Functionele mogelijkheden
In deze bestemming wordt een begraafplaats met de daarbij horende andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Binnen de bestemming mogen andere bouwwerken worden gebouwd. Het gaat daarbij in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen overwegend maximaal 2,00 meter hoog zijn. Een beperkte afwijking naar een hogere hoogte is mogelijk waar het gaat om specifieke bouwdelen (hoekelementen). Dit heeft te maken met de beveiliging van het perceel. Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Maatschappelijk
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.18 Maatschappelijk - Onderwijs
Doel
De bestemming 'Maatschappelijk - Onderwijs' heeft tot doel de onderwijsvoorzieningen te behouden.
Functionele mogelijkheden
Binnen de bestemming zijn onderwijsvoorzieningen mogelijk. Vaak worden onderwijsdoelstellingen gecombineerd met kinderopvang. Kinderopvang is daarom in deze bestemming ook mogelijk. Daarnaast zijn ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca alleen ten dienste van de bestemming mogelijk.
Daarnaast gaat het om gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken zijn de hoofdgebouwen mogelijk. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen, speelvoorzieningen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw niet groter zijn dan 1,00 meter. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel.
Speelvoorzieningen mogen ten hoogste 5,00 meter hoog zijn. Overige andere bouwwerken voor de hoofdfunctie, hebben een maximale bouwhoogte van 2,50 meter, zodat de impact op de omgeving klein is.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Maatschappelijk
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.19 Maatschappelijk - Religie
Doel
Het doel van de bestemming 'Maatschappelijk - Religie' is het behoud van religieuze voorzieningen.
Functionele mogelijkheden
In het plangebied zijn religieuze voorzieningen mogelijk. Daarbij gaat het in de meeste gevallen om kerken. Daarnaast zijn ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca alleen ten dienste van de bestemming mogelijk.
Daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken zijn de hoofdgebouwen mogelijk. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met de beveiliging van het perceel.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Maatschappelijk
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.20 Recreatie
Doel
De bestemming 'Recreatie' heeft tot doel speelterreinen en dagrecreatieve voorzieningen mogelijk te maken.
Functionele mogelijkheden
De hoofdfunctie binnen de bestemming zijn speelterreinen en dagrecreatieve voorzieningen. Bij deze speelterreinen gaat het om afgebakende speelterreinen. Een voorbeeld daarvan is het speelterrein aan de Wildemaetstraat.
Daarbij horende andere bouwwerken, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, wegen en paden, erven en terreinen zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden
Binnen de bestemming mogen andere bouwwerken worden gebouwd. Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen, speelvoorzieningen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen maximaal 1,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met de beveiliging van betreffende gebieden en gebruikers van die gebieden. Speelvoorzieningen hebben een maximale bouwhoogte van 6,00 meter en overige andere bouwwerken maximaal 2,50 meter.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Overige functies
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.21 Recreatie - Volkstuin
Doel
Het doel van de bestemming 'Recreatie - Volkstuin' is de volkstuinen en het daarbij aanwezige dierenverblijf te behouden.
Functionele mogelijkheden
De hoofdfunctie binnen de bestemming is de bestaande volkstuinen in het plangebied. Daarbij horende andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
De bestemming staat bij recht alleen gebouwen toe wanneer een aanduiding 'bijgebouwen' is opgenomen. Dit is vooral in het grote volkstuinencomplex bij het Bagijnendijkje. Voor de gebouwen is een specifieke bouwregeling opgenomen. Deze bepaalt bijvoorbeeld de maximale bouwhoogte en oppervlakte. De oppervlakte van de gebouwen is gerelateerd aan de oppervlakte van de volkstuin.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Binnen de bestemming mogen andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De bouw van erf- en terreinafscheidingen is binnen deze bestemming niet toegestaan. Het terrein behoudt zo de 'groene' uitstraling. Overige andere bouwwerken zijn wel mogelijk tot een maximale hoogte van 0,50 meter. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld een broeibak met plat glas.
Flexibiliteitsbepalingen
Met een omgevingsvergunning is afwijking van de bouwregels mogelijk. Daarbij mag een tweede gebouw worden gebouwd. Aan de afwijking zijn voorwaarden gesteld, bijvoorbeeld de minimale oppervlakte van de kavel en de maximale afmetingen van de bebouwing. Deze afwijking mag niet worden toegepast binnen het voor 'bijgebouwen' aangeduide gebied. De omgevingsvergunning kan alleen verleend worden wanneer aan de toetsingscriteria voldaan wordt.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : "Buiten de Veste" / Overige functies
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.22 Sport
Doel
Het doel van de bestemming 'Sport' is het behoud van de sport- en speelterreinen.
Functionele mogelijkheden
De bestemming is bedoeld voor op zichzelf staande sport- en speelterreinen. Daarnaast zijn ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca alleen ten dienste van de bestemming mogelijk.
Daarbij horende gebouwen, andere bouwwerken, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Binnen de aangeduide bouwvlakken zijn de hoofdgebouwen mogelijk. Op sommige plaatsen is voor deze bebouwing een maximale bouwhoogte aangegeven. Hieris een plat dak toegestaan. Op andere plaatsen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, daar is een kap verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen, speelvoorzieningen, ballenvangers, lichtmasten en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met de beveiliging van betreffende gebieden en gebruikers van die gebieden. Speelvoorzieningen mogen maximaal 6,00 meter hoog zijn. Een ballenvanger of lichtmast, bedoeld voor de sportvoorzieningen, mag maximaal 10,00 meter hoog worden. Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : "Buiten de Veste" / Sportvoorzieningen
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.23 Tuin
Doel
Het doel van de bestemming 'Tuin' is de (openheid van de) tuin voor de voorgevel en een naar de weg gekeerde gevel(s) bij woningen te behouden.
Functionele mogelijkheden
De bestemming heeft de functie tuin als hoofdfunctie. Daarbij horende andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, erven en parkeervoorzieningen zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie. In een enkel geval is sprake van een afwijkende functie. Om deze mogelijk te maken zijn ze specifiek aangeduid.
Bouwmogelijkheden
De bouw van gebouwen en overkappingen is binnen de bestemming niet toegestaan. Bijbehorende bouwwerken zijn binnen deze bestemming alleen toegestaan op de met 'bijgebouwen' aangeduide gebieden. Daarbij zijn voorwaarden opgenomen met betrekking tot de maximale afmetingen (omgeving Havendijkje).
Voor erkers en luifels is een specifieke regeling opgenomen. Deze geeft aan dat erkers aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak mogelijk zijn. Hieraan zijn echter wel voorwaarden met betrekking tot de maximale afmeting opgenomen. Deze zijn opgenomen in de regels en moeten voorkomen dat erkers een te grote afmeting krijgen.
Andere bouwwerken, in dit geval erf- en terreinafscheidingen, zijn wel toegestaan. Deze mogen een maximale bouwhoogte van 1,00 meter hebben. Een specifieke regeling is hierbij opgenomen voor priëlen, omdat deze qua bouwmogelijkheden af (kunnen) wijken van de algemene bouwmogelijkheden. Deze bouwwerken zijn rijksmonumenten, de regeling hiervoor is opgenomen in de bestemming "Waarde -Beschermd stadsgezicht".
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Door middel van een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de bestemming voor het bouwen van andere bouwwerken, in dit geval pergola's. Deze mogen maximaal 2,50 meter hoog worden. De omgevingsvergunning kan alleen verleend worden wanneer aan de toetsingscriteria voldaan wordt.
Daarnaast bestaat een aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied' binnen deze bestemming. Hier geldt een wijzigingsbevoegdheid. Deze maakt in de toekomst een toerit naar een nieuwe parkeerplaats op de huidige ijsbaan mogelijk. Deze parkeerplaats is nodig om de toenemende parkeerdruk voor de vesting op te vangen.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.24 Verkeer
Doel
Het doel van de bestemming 'Verkeer' is de afwikkeling van het verkeer.
Functionele mogelijkheden
De bestemming is volledig bedoeld voor verkeerskundige doelstellingen, daarom worden wegen en straten, voet- en rijwielpaden toegestaan. Daarbij is in de specifieke gebruiksregels opgenomen dat het mag gaan om een weg met maximaal twee rijstroken. Terrassen worden in de bestemming uitgesloten. Hiermee wordt overlast voor het verkeer voorkomen. Door deze regelingen kan de hoofdontsluitingsfunctie van de wegen worden gegarandeerd.
Daarbij horende gebouwen, zoals een wachthuisje of telefooncel, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden
Binnen deze bestemming is de bouw van gebouwen en andere bouwwerken toegestaan. Bij gebouwen geldt een maximale inhoud van 25 m3 en een maximale bouwhoogte van 2,50 meter. Andere bouwwerken, zoals een lichtmast, mogen een maximale bouwhoogte van 8,00 meter hebben. Door deze bouwhoogte worden negatieve effecten op de omgeving beperkt.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Infrastructuur
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten: Verkeer en parkeren
- Uitvoerbaarheid
2.25 Verkeer - Parkeren
Doel
Het doel van de bestemming 'Verkeer - Parkeren' is het behoud en mogelijk maken van grootschalige parkeervoorzieningen buiten de vesting.
Functionele mogelijkheden
Binnen de bestemming zijn parkeervoorzieningen (parkeerterreinen), wegen en straten, voet- en rijwielpaden mogelijk. Enkele specifieke functies, zoals een skateramp en een graffitimuur zijn aanwezig en bij recht toegestaan. Daarbij horende gebouwen, zoals een telefooncel, een openbare toiletvoorziening, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden, tuinen en erven zijn ook toegestaan. Daarnaast wordt op de parkeerlocatie van het schootsveld de wekelijkse markt georganiseerd. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden
De bouw van andere bouwwerken is binnen de bestemming mogelijk. Andere bouwwerken, zoals een lichtmast, mogen een maximale bouwhoogte van 6,00 meter hebben. Door deze bouwhoogte worden negatieve effecten op de omgeving beperkt.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Infrastructuur
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten: Verkeer en parkeren
- Uitvoerbaarheid
2.26 Verkeer - Verblijfsgebied
Doel
In gebieden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' staat het behoud van de verblijfsfunctie naast de verkeersfunctie in openbare gebieden voorop. Hieronder vallen onder meer parkeerterreinen binnen de vesting.
Functionele mogelijkheden
De functies binnen deze bestemming zijn gericht op zowel de verkeers- als de verblijfsfunctie. Daarom zijn wegen en straten, voet- en rijwielpaden en kleinschalige parkeervoorzieningen (parkeervakken) overal in de bestemming mogelijk. Grotere parkeervoorzieningen (parkeerterreinen) die binnen de vesting liggen hebben een aanduiding 'parkeerterrein'. Dit geldt ook voor een sluis, waarvoor de aanduiding 'sluis' is opgenomen.
Daarbij horende gebouwen, zoals een telefooncel, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden, tuinen en erven zijn ook toegestaan. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden
Binnen deze bestemming is de bouw gebouwen en andere bouwwerken toegestaan. Bij gebouwen geldt een maximale inhoud van 25 m3 en een maximale bouwhoogte van 2,50 meter. Andere bouwwerken, zoals lichtmasten, mogen een maximale bouwhoogte van 6,00 meter hebben. Door deze bouwhoogte worden negatieve effecten op de omgeving beperkt.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Infrastructuur
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten: Verkeer en parkeren
- Uitvoerbaarheid
2.27 Water
Doel
Het doel van de bestemming 'Water' is het behoud en de bescherming van (de functie van) het water in het plangebied.
Functionele mogelijkheden
De hoofdfunctie van de bestemming is water. De regeling hiervoor is afgestemd op de bestaande situatie, maar ook op de mogelijkheden vanuit andere bestemmingsplannen. Bijvoorbeeld voor het water in de haven, waarin watersport toegestaan is. Ter plaatse van een aanduiding 'brug' zijn bruggen toegestaan. De muziekkoepel in het centrum van de vesting is ook specifiek aangeduid en geregeld. Daarnaast zijn andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, wegen en paden mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden
Binnen de bestemming is de bouw van andere bouwwerken mogelijk, in dit geval bruggen, meerpalen en overige andere bouwwerken.
Bruggen en overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 8,00 meter hoog zijn. Voor bruggen geldt dat deze alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'brug'. Door deze bouwhoogten kan het huidige ruimtelijke beeld behouden blijven. Voor de muziekkoepel is ook een eigen bouwregeling opgenomen. Overige andere bouwwerken, zoals de meerpalen, zijn maximaal 5,00 meter.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten: Water
- Uitvoerbaarheid
2.28 Wonen
Doel
Het doel van de bestemming 'Wonen' is de woonfunctie te behouden en daarbij aan het wonen verbonden functies mogelijk te maken.
Functionele mogelijkheden
De hoofdfunctie van de bestemming is wonen. Daarnaast worden aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten mogelijk gemaakt. Deze moeten echter voldoen aan de in de specifieke gebruiksregels opgenomen voorwaarden. In sommige gevallen is een bedrijf of opslag aanwezig bij de hoofdfunctie. Om deze mogelijk te houden worden ze specifiek aangeduid. De aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen deels gebruikt worden voor wonen.
Daarnaast zijn gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden hoofdgebouwen
Binnen de aangeduide bouwvlakken is maximaal één woning (hoofdgebouw) mogelijk, tenzij dit anders is aangeduid. Wanneer in een bouwvlak meer woningen aanwezig zijn, dan is dit aangeduid in het betreffende bouwvlak. Een verdere verdichting van de bebouwing met woningen wordt hiermee voorkomen; het bestaande bebouwingsbeeld blijft gehandhaafd. Het bouwvlak bepaalt de plaatsing van de hoofdgebouwen.
Voor de woningen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, een kap op de hoofdgebouwen is verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' moet de eerste bouwlaag vrij blijven van bebouwing. Hierdoor blijft een doorgang onder de bebouwing door mogelijk.
Bouwmogelijkheden bijbehorende bouwwerken
Bijbehorende bouwwerken mogen op het erf worden gebouwd wanneer géén sprake is van een aanduiding 'erf'. In dat geval is de regeling in Waarde - Beschermdstadsgezicht van toepassing. De bijbehorende bouwwerken moeten ondergeschikt blijven aan het hoofdgebouw. De bouwregels voor de bijbehorende bouwwerken dragen hier zorg voor.
Daarnaast zijn in de bouwregels bepalingen opgenomen waardoor de plaatsing van de bijbehorende bouwwerken wordt bepaald. Een belangrijke regel daarbij is dat bijbehorende bouwwerken in ieder geval 1,00 meter achter de voorgevel, of het verlengde daarvan, worden gebouwd. De verbeelding is bepalend voor de mogelijke bouwlocatie hiervan.
De maximaal toegestane oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken is ook beperkt. Hierbij is rekening gehouden met de oppervlakte van het perceel waarop de bebouwing staat. Naarmate de oppervlakte van het perceel groter is, wordt de maximaal toegestane oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken groter.
Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken geldt alleen een maximale goothoogte, deze is maximaal 3,00 meter hoog. Of een goothoogte die even hoog is als de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter. Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 3,00 en 5,00 meter.
Wanneer blijkt dat in de bestaande situatie al een legale afwijkende situatie plaatsvindt, dan mag deze behouden blijven. Hierdoor kunnen bestaande bijbehorende bouwwerken blijven bestaan en kunnen nieuwe op een goede wijze binnen het bestaande beeld worden ingepast.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk als een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Een specifieke regeling is hierbij opgenomen voor priëlen, omdat deze qua bouwmogelijkheden af (kunnen) wijken van de algemene bouwmogelijkheden. Deze bouwwerken zijn rijksmonumenten, de regeling hiervoor is opgenomen in de bestemming "Waarde - Beschermd stadsgezicht".
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Binnen het aangeduide 'wro-zone wijzigingsgebied' geldt een wijzigingsbevoegdheid. Deze maakt in de toekomst een toerit naar een nieuwe parkeerplaats op de huidige ijsbaan mogelijk. Deze parkeerplaats is op nodig ter vervanging van de huidige parkeerlocatie aan de haven. De huidige parkeerlocatie wordt vervangen door een uitbreiding van de jachthaven en voor recreatieve functies. Dit is aangegeven in het plan “Havengebied Elburg en omgeving'. Daarnaast biedt het parkeerterrein ruimte voor de opvang van de toenemende parkeerdruk voor de vesting. Bij de wijziging (algemene wijzigingsregels) is het van belang dat ook de aanwezige bebouwing wordt gesloopt, voor de genoemde toerit naar de parkeerplaats. Bebouwing mag worden teruggebouwd in de directe omgeving en krijgt daarbij de bestemming Gemengd - 1.
Verder geldt dat de bestemming "Wonen", wanneer het een pand aan het kruis van de vesting betreft, gewijzigd kan worden naar andere bestemmingen, waaronder "Centrum". Aan die wijziging zijn voorwaarden verbonden.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Wonen
- Beleidskader : Kwalitatief Woonprogramma (KWP) 3 / Woonvisie gemeente Elburg2008-2012
- Milieu- en omgevingsaspecten: Verkeer en parkeren
- Uitvoerbaarheid
2.29 Wonen - Bijzondere Woonvorm
Doel
De bestemming 'Wonen - Bijzondere woonvorm' maakt een bijzondere woonvorm mogelijk.
Functionele mogelijkheden
De gronden zijn bedoeld voor een bijzondere woonvorm, dit is de hoofdfunctie. Een bijzondere woonvorm is een gebouw dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte voor bepaalde personen. Er is in het gebouw dan ook veelal sprake van wonen in combinatie met zorgvoorzieningen.
Daarnaast zijn gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door dit toe te staan worden maximale gebruiksmogelijkheden geboden voor de hoofdfunctie.
Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen
Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale bouwhoogte aangeduid. De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden. Voor de gebouwen en overkappingen is zowel een maximale goot- als bouwhoogte aangegeven, een kap op de hoofdgebouwen is verplicht. Het doel hiervan is het bestaande beeld te behouden en nieuwbouw binnen het bestaande beeld mogelijk te maken.
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' moet de eerste bouwlaag vrij blijven van bebouwing. Hierdoor blijft een doorgang onder de bebouwing door mogelijk.
Bouwmogelijkheden bijbehorende bouwwerken
In principe zijn bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet mogelijk. Wanneer wel bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn buiten het bouwvlak, zijn deze specifiek mogelijk gemaakt. Aan deze bijbehorende bouwwerken is een maximale bouwhoogte gekoppeld die gerelateerd is aan de bestaande situatie van de bijbehorende bouwwerken.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw ten hoogste 1,00 meter hoog zijn. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel op zich en het beeld in de omgeving.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 2,50 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk voor de hoofdfunctie of bijvoorbeeld een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 2,50 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Wonen / Maatschappelijk
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten
- Uitvoerbaarheid
2.30 Leiding - Riool
Doel
Het doel van de bestemming 'Leiding - Riool' is een aanvullende regeling te geven op onderliggende bestemming, voor de bescherming van onder de grond gelegen rioolpersleiding.
Functionele mogelijkheden
De gronden waarop deze bestemming ligt zijn, naast de gebruiksmogelijkheden van onderliggende bestemmingen, ook bedoeld voor een rioolpersleiding. Dit betekent dat bij het gebruik van de gronden altijd rekening gehouden moet worden met de aanwezigheid van de rioolpersleiding.
Bouwmogelijkheden
Ongeacht de regels van de onderliggende bestemmingen, zijn op de gronden met deze bestemming alleen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken ten behoeve van de dubbelbestemming toegestaan. Deze mogen een bouwhoogte van maximaal 2,50 meter hebben.
Omgevingsvergunning
Werken (geen bouwwerken) en werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Het kan daarbij gaan om het ontgronden en afgraven van gronden (dieper dan 0,30 meter), of het aanleggen van oppervlakteverhardingen. Hieraan zijn toetsingscriteria gekoppeld. Door een omgevingsvergunning op te nemen worden werken en werkzaamheden toegestaan. Door de criteria op te nemen kan getoetst worden of een goede functionaliteit van de rioolpersleiding gewaarborgd blijft wordt na de ingreep.
De omgevingsvergunning is niet nodig voor normaal onderhoud van geringe omvang en al in uitvoering zijnde werken en werkzaamheden. Bijvoorbeeld voor werken die niet dieper gaan dan 0,30 meter. Dit laatste geldt op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
Flexibiliteitsbepalingen
In de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het mogelijk, binnen de onderliggende bestemmingen, gebouwen en andere bouwwerken toe te staan, mits wordt voldaan aan de bij de wijzigingsbevoegdheid opgenomen voorwaarden. Hierdoor kunnen bestaande rechten toch worden uitgevoerd.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Straalpaden, kabels en leidingen
- Uitvoerbaarheid
2.31 Waarde - Archeologie
Doel
De bestemming 'Waarde - Archeologie 1' heeft tot doel bij een verwachting van archeologische waarden in de gronden, deze bij een vergunningaanvraag te onderzoeken. Hierdoor kunnen mogelijk aanwezige waarden behouden, beschermd en/of herstelt worden. De bestemming is uitgesplitst in de verschillende archeologische (verwachtings)waarden, namelijk "Waarde - Archeologie 1" (AMK-terreinen en gebieden Oud Elburg), "Waarde - Archeologie 2" (gebieden met hoge verwachtingswaarde) en "Waarde - Archeologie 3" (gebieden met middelhoge verwachtingswaarde). Het onderscheid tussen de bestemmingen is gerelateerd aan de minimale oppervlakte en diepte waarbij onderzoek nodig is.
Functionele mogelijkheden
De gronden waarop deze bestemming ligt zijn, naast de gebruiksmogelijkheden van onderliggende bestemmingen, ook bedoeld voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden van de gronden. Dit betekent dat bij het gebruik van de gronden altijd rekening gehouden moet worden met de mogelijke aanwezigheid archeologische waarden.
Bouwmogelijkheden
Een onderzoeksverplichting is opgenomen voor de verschillende gebieden, die gekoppeld is aan de diepte en oppervlakte van werken en/of werkzaamheden. Een voorbeeld: wanneer potentiële bouwwerken binnen het gebied met een hoge verwachtingswaarde een oppervlakte hebben van maximaal 120 m2 en niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld in de bodem komen, zijn alleen de bestemmingsregels van onderliggende bestemmingen van toepassing. Is een bouwwerk in het gebied met een hoge verwachtingswaarde groter dan 120 m² en dieper dan 0,30 m onder het maaiveld, dan moeten de archeologische waarden onderzocht worden vóór verlening van een omgevingsvergunning. Hiervoor gelden verplichtingen, die opgenomen zijn in de bouwregels bij deze bestemming.
Omgevingsvergunning
Werken (geen bouwwerken) en werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Dit geldt onder andere voor ontgronden van gronden, het aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting en het aanleggen van kabels en leidingen. Hieraan zijn toetsingscriteria gekoppeld. Door een omgevingsvergunning op te nemen worden werken en werkzaamheden toegestaan. Door de criteria op te nemen kan getoetst worden of archeologische waarden aanwezig zijn en hoe deze behouden kunnen blijven na de ingreep. De omgevingsvergunning is niet nodig voor normaal onderhoud van geringe omvang en al in uitvoering zijnde werken en werkzaamheden. Dit geldt op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Archeologie en cultuurhistorie
- Uitvoerbaarheid
2.32 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Doel
Het doel van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' is gericht op het behoud, de bescherming en het herstel van cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het als 'beschermd stadsgezicht' aangewezen gebied en de bebouwing. De cultuurhistorische en ruimtelijke waarden zijn bepaald in het aanwijzingsbesluit dat opgenomen is in de bijlagen.
Algemene functionele mogelijkheden
De gronden waarop deze bestemming ligt zijn, naast de gebruiksmogelijkheden van onderliggende bestemmingen, ook bedoeld voor het behoud, de bescherming en het herstel van cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het aangewezen beschermde stadsgezicht en de bebouwing daarin. Daarnaast worden de in het plangebied voorkomende artefacten en verschillende typen muren specifiek mogelijk gemaakt door middel van een aanduiding. De verschillende typen muren zijn van elkaar onderscheiden, in verband met verschillen in de functie en/of bouwmogelijkheden.
Bestratingsmateriaal en -patronen
Vanuit het aanwijzingsbesluit is aangegeven dat de bestratingsmaterialen en -patronen in de stegen en straten van de vesting behoudenswaardig zijn, bijvoorbeeld de keitjesstoepen. In deze bestemming is daarom een regeling opgenomen die voorkomt dat de bestratingsmaterialen en -patronen gewijzigd of verwijderd worden. De opgenomen dwarsprofielen zijn daarbij een belangrijke basis.
Kerkenpaden
Buiten de vesting zijn historische kerkenpaden aanwezig. Vanwege de cultuurhistorische waarde daarvan zijn deze specifiek aangeduid met 'specifieke vorm van waarde - kerkenpad'.
Kazematten en osendroppen
Kazematten en osendroppen zijn van belang voor het beeld van het beschermd stadsgezicht. Deze zijn op enkele specifieke plaatsen aanwezig en zijn daar mogelijk door een specifieke aanduiding, voor zowel de kazematten als de osendroppen. Tussen de monumenten gelegen osendroppen zijn daarbij niet aangeduid, omdat deze op grond van de monumentenstatus van de gebouwen niet mogen worden bebouwd.
Bouwmogelijkheden gebouwen
Voor de nokrichtingen van bebouwing zijn in de regels bepalingen opgenomen, waarbij bepaald is dat de bestaande richting gehandhaafd. Er is sprake van langs- en dwarskappen. Een kap is bovendien verplicht, de hellingshoek ligt tussen de 50o en 70o. Ook de gevellijn is in bepaalde delen van de vesting bepalend. Waar dit het geval is, is de 'gevellijn' aangeduid. De bebouwing moet op die plaatsen in de gevellijn staan of, wanneer van toepassing, terug worden gebouwd. Het doel is de hoofdvorm van de gebouwen vast te leggen.
Het kan wenselijk zijn om tussenwanden tussen twee gebouwen te doorbreken, voor bijvoorbeeld de samenvoeging van functies. In de regels is hiervoor bepaald dat dit niet is toegestaan binnen twee meter achter de voorgevel van de betreffende gebouwen. Door deze bepaling wordt voorkomen dat door de doorbreking visueel één grote ruimte lijkt te ontstaan. Door deze regelingen kunnen speciale bouwvormen en straatbeelden in het beschermd stadsgezicht bewaard blijven.
Bouwmogelijkheden monumenten
Voor rijks- en gemeentelijke monumenten is in dit bestemmingsplan een eigen bouwregeling opgenomen. Deze bepaalt in de regels dat de bestaande situatie gehandhaafd moet worden. De monumenten zijn om die reden voorzien van een aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument' (rijks- en gemeentelijke monumenten). Deze panden kennen ook geen aanduidingen voor maximale goot- en bouwhoogte, omdat deze bepaald worden door de bestaande situatie. Het begrip bestaand is opgenomen in de begripsbepalingen. De rijksmonumenten zijn daarnaast beschermd via de Monumentenwet.
Bouwmogelijkheden muren, tuinmuren, vloedmuren en stadsmuren
De verschillende typen muren zijn speciale bouwwerken in het beschermde stadsgezicht. Voor het behoud ervan in dit bestemmingsplan worden de nog aanwezige muren en stadsmuren aangeduid. Een onderscheid wordt gemaakt in verband met een verschil in de maximale bouwhoogte van beide typen muur. De bouwhoogte mag ten hoogste de bestaande bouwhoogte zijn.
Bouwmogelijkheden erf
In bepaalde gevallen (binnen de vesting) is een aanduiding 'erf' opgenomen bij de hoofdgebouwen in het beschermde stadsgezicht. Alleen ter plaatse van die aanduiding is het mogelijk de gronden te bebouwen. Daarbij gaat het om aangebouwde bijbehorende bouwwerken, vrijstaande bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken. Om te voorkomen dat de gronden helemaal vol worden gebouwd, zijn afmetingen opgenomen voor maximaal bebouwingspercentage, maximale goot- en/of bouwhoogte en minimale en maximale dakhelling.
Flexibiliteitsbepalingen
In de bestemming zijn mogelijkheden opgenomen voor een omgevingsvergunning voor afwijking van de hiervoor genoemde bouwmogelijkheden. Daarbij gaat het onder andere om wijzigingen in nokrichting, platte daken, verhoging van de stadsmuur en bebouwing van het aangeduide erf.
Deze omgevingsvergunning mag alleen worden verleend wanneer geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden van het beschermd stadsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden voor aangrenzende gronden.
Naast de hiervoor genoemde omgevingsvergunning is in deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het mogelijk om de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument' van een pand te verwijderen, wanneer aangetoond is dat de monumentale waarde verdwenen is. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een monumentaal pand door brand volledig verwoest is. Bij deze wijziging zijn de mogelijkheden vanuit de onderliggende bestemming, met de daarbij nodige en aanwezige aanduidingen, van kracht en leidend.
Omgevingsvergunning
Werken (geen bouwwerken) en werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Dit geldt onder andere voor aanleggen en verharden van wegen en paden, het graven van waterlopen en het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen. Hieraan zijn toetsingscriteria gekoppeld.
Voor het slopen van bouwwerken is ook een omgevingsvergunning nodig, voor zover dit niet al in de wetgeving geregeld is. Daarbij gaat het om het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen, maar ook om het slopen of amoveren van stoepen die liggen in de bestemmingen "Verkeer" en "Verkeer - Verblijfsgebied".
Het is belangrijk dat de schootsvelden vrij blijven van (nieuwe) hoogopgaande beplanting. Deze dubbelbestemming staat daarom niet zonder meer nieuwe (hoogopgaande) beplanting toe. Het planten ervan is gebonden aan een omgevingsvergunning. Deze moet eerst voorgelegd worden aan de monumentencommissie.
Door een omgevingsvergunning op te nemen worden werken en werkzaamheden en het slopen toegestaan. Door de criteria op te nemen kan getoetst worden of de aanwezige bijzondere waarden behouden kunnen blijven na de ingreep.
De omgevingsvergunning is niet nodig voor normaal onderhoud van geringe omvang, al in uitvoering zijnde werken en werkzaamheden en werken en werkzaamheden die al op basis van de Monumentenwet zijn beschermd.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie : Beschermd Stadsgezicht Elburg
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Archeologie en cultuurhistorie
- Uitvoerbaarheid
- Bijlagen: Aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht, Eindverslag vooroverlegMonumentenbeleidscommissie
2.33 Waterstaat - Waterkering
Doel
De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is bedoeld de in het plangebied voorkomende primaire waterkeringen te beschermen en waar nodig en mogelijk versterken.
Functionele mogelijkheden
De bestemming maakt, naast de onderliggende bestemmingen, ook het gebruik van de gronden voor waterkeringen en watergeleiding mogelijk. De daarbij horende bouwwerken vallen ook onder de mogelijke functies.
Bouwmogelijkheden
Op de gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd, met een maximale bouwhoogte van 2,50 meter. Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Flexibiliteitsbepalingen
Afwijking van de bestemming, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, is mogelijk. De bestemming biedt mogelijkheden om af te wijken om gebouwen en andere bouwwerken toe te staan, wanneer deze in de onderliggende bestemmingen mogelijk worden gemaakt. Van belang is om vóór de verlening van de omgevingsvergunning advies in te winnen bij de beheerder van de waterkering. Daarnaast mag de ingreep geen onevenredige afbreuk doen aan de waterkerende functie.
Achtergrondinformatie
- Planuitgangspunten
- Huidige situatie
- Beleidskader
- Milieu- en omgevingsaspecten : Water
- Uitvoerbaarheid
2.34 Algemene Regels
Naast de genoemde bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn in het bestemmingsplan ook algemene regels opgenomen. Het gaat daarbij om algemene bouwregels, gebruiksregels, aanduidingsregels, afwijkingsregels, wijzigingsregels en overige regels. Deze gelden in principe voor het hele plangebied en zijn hoofdzakelijk gebaseerd op beleidsuitgangspunten.
In de regels zijn verschillende "Algemene wijzigingsregels" opgenomen. Daarbij kan het gaan om functionele en ruimtelijke wijziging. Bij de wijzigingsbevoegdheden zijn voorwaarden opgenomen, waaraan bij wijziging getoetst moet worden. Hierbij gaat het om het aantonen van de uitvoerbaarheid van de wijziging.
Hoofdstuk 3 Planuitgangspunten
Dit bestemmingsplan is gebaseerd op de huidige situatie, het beleidskader en de milieu- en omgevingsaspecten. Vanuit die basis zijn uitgangspunten voor het bestemmingsplan te formuleren.
Hier wordt in eerste instantie ingegaan op de uitgangspunten vanuit de "Huidigesituatie" in het plangebied. Deze kunnen als volgt worden geformuleerd:
- het behoud van de functionele structuur in het plangebied;
- het behoud en de bescherming van het beschermde stadsgezicht;
- het behoud van de specifieke ruimtelijke structuur in het plangebied, waaronder specifieke bebouwingsstructuren;
- de voormalige schootsvelden blijven zo veel mogelijk vrij van (hoge) bebouwing die het zicht op de vesting belemmeren;
- het behoud van de aanwezige functies in het plangebied;
- het behoud van de ruimtelijke en functionele structuur van het grootschalige groen in het plangebied, waaronder de voormalige schootsvelden;
- het behoud van de beeldbepalende waterstructuren.
Vanuit het "Beleidskader" zijn de uitgangspunten:
- het hoofdzakelijk overnemen van de bestaande planologische rechten;
- waar nodig en mogelijk meer flexibiliteit in bestemmingen voegen, bijvoorbeeld met betrekking tot de functies wonen en detailhandel in de vesting;
- het onder voorwaarden mogelijk maken van ondergeschikte horeca bij winkels binnen het 'kruis' in de vesting;
- het voorkomen van uitbreiding van ondergeschikte horeca buiten het 'kruis' in de vesting;
- het toestaan van maximaal één woning per hoofdgebouw (ook bij andere bestemming in combinatie met de woonfunctie), tenzij in de bestaande situatie meer woningen aanwezig zijn;
- het bij recht opnemen van verleende vrijstellingen, ontheffingen en/of wijzigingsbevoegdheden;
- het bij recht opnemen van al in uitvoering zijnde nieuwe situaties;
- het toestaan van functiewijzigingen via wijzigingsbevoegdheden voor het omzetten van bestemmingen;
- het toelaten van nieuwe wooneenheden of woningen binnen bestaande gebouwen, door middel van een wijzigingsbevoegdheid;
- wijzigingsbevoegdheden zijn gebonden aan voorwaarden, zodat een wijziging getoetst kan worden voor een goede ruimtelijke ordening.
Vanuit de "Milieu- en omgevingsaspecten" zijn de uitgangspunten:
- het voorkomen van een toename van mogelijke overlast door in het plangebied aanwezige bedrijvigheid;
- het behoud van waterhuishoudkundig en ruimtelijk van belang zijnde waterlopen;
- het behoud en de bescherming van de primaire waterkering;
- het voorkomen van schade aan bestaande ecologische waarden door nieuwe ontwikkelingen;
- het voorkomen van schade aan mogelijk aanwezige archeologische waarden in het gebied;
- het voorkomen van schade aan cultuurhistorische waarden, met daarbij speciale aandacht voor het beschermde stadsgezicht, rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten;
- het voorkomen van schade aan de rioolleiding die door en langs het plangebied loopt.
Hoofdstuk 4 Huidige Situatie
De huidige situatie is het belangrijkste uitgangspunt voor dit bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan geeft immers een nieuwe actuele regeling voor bestaand gebied. Bovendien worden in dit bestemmingsplan bij recht geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Wanneer wel nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, dan hebben deze al een eigen planologische procedure doorlopen en/of zijn ze bekendgemaakt.
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie in het plangebied. Daarbij wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de begrenzing van het plangebied en wordt aandacht besteed aan de ruimtelijke en functionele structuur.
4.1 De Begrenzing Van Het Plangebied
Het plangebied bestaat uit de vesting (Stad Elburg) met de daar omheen liggende landerijen (voorheen schootsvelden). Het plangebied beslaat het gebied dat op 12 juli 1967 aangewezen is als "Beschermd Stadsgezicht Elburg".
De begrenzing van het plangebied volgt enerzijds uit de begrenzing van de onderliggende geldende bestemmingsplannen. Anderzijds is deze bepaald door de ruimtelijke en functionele structuur binnen het plangebied. De afbeelding van het plangebied is weergegeven in 1.1 "Aanleiding en doel".
4.2 De Ruimtelijke Structuur
De ruimtelijke structuur van Elburg is, net als in andere plaatsen in Nederland, sterk bepaald door de historische groei van de stad. Het oudste deel van de stad wordt gevormd door de vesting "Stad Elburg" met de daarbij horende voormalige schootsvelden. Een groot deel van de schootsvelden is behouden gebleven, een deel is verder ontwikkeld. Het gebied van de (voormalige) schootsvelden wordt "Buiten de veste" genoemd. De ruimtelijke structuur is dusdanig waardevol dat het plangebied aangewezen is als beschermd stadsgezicht. Hier wordt eerst bij stil gestaan. Daarna volgt een meer gedetailleerde toelichting op de ruimtelijke structuur van beide deelgebieden. Daarbij wordt onder meer ingegaan op aspecten als bebouwing, groen en water.
4.2.1 Beschermd Stadsgezicht Elburg
Het hele plangebied van dit bestemmingsplan is op 12 juli 1967 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Bij het aanwijzingsbesluit (zie bijlagen) is een toelichting op de aanwijzing gevoegd. In deze toelichting wordt ingegaan op de redenen voor de aanwijzing. De belangrijkste reden is de waardering van de ruimtelijke structuur van zowel de vesting, als de omliggende schootsvelden. Niet alleen gaat het daarbij om de inrichting van het gebied, maar ook om de samenhang tussen de vesting en het omliggende gebied.
In de toelichting van het in de bijlagen opgenomen aanwijzingsbesluit wordt verder aangegeven welke waarden in ieder geval beschermd moeten worden. In eerste instantie wordt een hoge waardering gegeven aan het stratenplan van de vesting (14e-eeuws). Gerelateerd hieraan is bescherming van de hoofdstructuur van openbare ruimten, de rooilijnen en de vestingwerken van belang. Op een meer gedetailleerd niveau wordt waardering voor de bestrating (keisteentjes, veldkeien en klinkers) aangegeven.
4.2.2 De vesting "Stad Elburg"
De eerste bewoningssporen in Elburg dateren al van 750 na Chr. Wanneer de Zuiderzee echt ontstaat, rond 1170 na Chr. krijgt ook Elburg meer vaste vorm. In 1233 worden stadsrechten aan de stad toegekend. De stad wordt tussen 1392 en 1396 in zijn geheel verplaatst naar de huidige locatie en wordt ommuurd. De stad binnen de vesting is volgens een vooraf vastgesteld stramien gebouwd en neemt daarmee een unieke plaats in de Nederlands stedenbouw in. Het bestaande stratenplan binnen de vesting dateert dus van de 14de eeuw.
De hoofdstructuur binnen de vesting bestaat uit een symmetrisch grid. Dit wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige bebouwing. Zowel de meer kleinschalige, als de meer grootschalige bebouwing (zoals de Nederlands Hervormde Kerk) zijn nauwkeurig in het grid gepast. Alle bebouwing verschilt in maatvoering van elkaar. Niet alleen in bouwhoogtes, maar ook in oppervlakte, kapvorm, kaprichting en architectuur.
De typerende rechthoekige vestingwerken, zoals deze nu nog rond de "Stad Elburg" aanwezig zijn, komen in de 16de eeuw tot stand. Omdat de vestingwerken aan het begin van de 19de eeuw geen functie meer hebben, worden ze vergraven, beplant en tot parkgebied ingericht. Het park rond de vesting bestaat uit grasland, struweel en boombeplanting.
De hele vesting is omgeven door een gracht, deze gracht is niet bevaarbaar. Binnen de vesting, langs de Beekstraat, ligt een gracht. Deze is niet (meer) bevaarbaar en staat door middel van duikers in contact met de gracht om de vesting heen.
Binnen de vesting is weinig openbaar groen. Er is wel sprake van enkele binnentuinen, maar deze zijn niet overvloedig aanwezig. Alleen rond de Nederlands Hervormde Kerk is een grotere groenstructuur aanwezig.
Stad Elburg
4.2.3 "Buiten de Veste"
Het gebied buiten de vesting was oorspronkelijk bedoeld als schootsveld. Door ook dit gebied op aan te wijzen als "Beschermd Stadsgezicht Elburg" is een groot deel van de schootsvelden vrij gebleven van bebouwing. Dit deel van het plangebied heeft hoofdzakelijk een groene hoofdstructuur.
Noordoostelijk deel
Aan de noord(oost)zijde van de vesting ligt een agrarisch gebied met graslanden. De verkavelingsstructuur wordt daar gekenmerkt door een blokverkaveling. De kavels worden van elkaar gescheiden door sloten, die van belang zijn voor de structuur. Het gebied kenmerkt zich door een grote openheid.
Opvallend in dit deel van Buiten de Veste is de structuur in het gebied tussen de Oude Bleeksweg, Kamperweg en Kamperdijk. Langs de Oude Bleeksweg en Kamperweg staat bebouwing die ontstaan is als eerste uitbreiding van de vesting. De bebouwing is deels origineel en deels vervangen door nieuwere bebouwing. De verschijningsvorm en afmeting van de bebouwing varieert. Het overige gebied wordt hier gebruikt als (achter)tuinen. Er is daarom geen sprake van een eenduidige groenstructuur.
Noordoostelijk deel van Buiten de Veste
Westelijk deel
Net als het noordoostelijke deel is ook een deel van de westzijde van het plangebied, tegen de westelijk plangrens, agrarisch gebied met graslanden. Centraal in dit deelgebied staan kassen en enkele vrijstaande (kleinschalige) schuurtjes. De bebouwing is beperkt in hoogte, maximaal 1 bouwlaag met een flauwe kap. Hierdoor blijft vanaf het omliggende gebied het zicht op de vesting gehandhaafd. Door de aanwezige boombeplanting (solitairen en singels) en het struweel, bijvoorbeeld langs de Flevoweg, heeft dit deel een minder open karakter dan het noordoostelijk deel.
Een andere opvallende structuur, in het westelijk deel van het plangebied, is het gebied langs het Bagijnendijkje en Oude Kerkhofsweg. Aan het Bagijnendijkje staan woningen en (voormalige) boerderijen. Deze bebouwing heeft een historisch karakter (eind 19de, begin 20ste eeuw) en is relatief kleinschalig qua afmetingen (oppervlakte, goot- en bouwhoogte). Het gebied ten noorden van deze bebouwing kenmerkt zich door een kleinschalige rationele blokverkaveling. Dit gebied wordt gebruikt voor (volks)tuinen en heeft geen eenduidige structuur.
Langs de Oude Kerkhofsweg zijn enkele nieuwere woningen gebouwd; deze dateren van eind 20ste / begin 21ste eeuw. De woningen hebben ruimere afmetingen (qua oppervlakte, goot- en bouwhoogte) dan de bebouwing langs het Bagijnendijkje. Wel is met de architectuur aangesloten bij de bestaande bebouwing. Dit is bijvoorbeeld terug te vinden in de kapvormen met wolfsenden.
Direct ten noorden van de vesting ligt in het plangebied de (oude) haven. De bebouwing langs de Havenkade hoort bij de eerste stadsuitbreidingen buiten de vesting. Ook hier is geen eenduidige bebouwingsstructuur aanwezig, de bebouwing verschilt in afmetingen en verschijningsvorm van elkaar. Wel zijn de panden nadrukkelijk op de haven gericht. Achter de panden langs de Havenkade loopt het Havendijkje. Hieraan liggen de tuinen, met tuinhuisjes, die horen bij de panden aan de Havenkade.
Westelijk deel van Buiten de Veste
Zuidelijk deel
Zuidelijk van de vesting kent het gebied Buiten de Veste een grote verscheidenheid aan structuren. Deze structuren zijn veelal bepaald door de functies in dit deel van het plangebied. In de meest zuidoostelijke hoek bestaat dit deel uit agrarische gronden die onder meer gebruikt worden voor de verbouw van maïs. Langs de Zuiderzeestraatweg-Oost en Zwolseweg is laanbeplanting (hoge stammen) en struweel (Zuiderzeestraatweg-Oost) aanwezig.
Daarnaast zijn in het plangebied, noordelijk van de agrarische gronden, sportvelden aanwezig. Deze maken deel uit van het Burgemeester Bode Sportpark. De functie van het sportpark heeft de ruimtelijke structuur ervan bepaald. De bij de sportvelden horende bebouwing varieert in afmeting en verschijningsvorm van elkaar. De hoogte is beperkt tot maximaal één bouwlaag met of zonder (flauwe) kap. De sportvelden worden deels omgeven door groensingels met struweel en boombeplanting (lage stammen).
In het gebied tussen de Nunspeterweg en het sportcomplex staat (woon)bebouwing. De Nunspeterweg is een oude uitvalsweg van de vesting. De (meer historische) bebouwing staat langs deze weg en is hierop gericht. Westelijk van die bebouwing staat een bijzondere woonvorm, bestaande uit meerdere grootschalige gebouwen. De bebouwing varieert in afmetingen en verschijningsvorm. Het groen in dit deel wordt enerzijds gevormd door tuinen bij de woningen en anderzijds door het groen rond de bebouwing.
Tussen het sportcomplex en de Zwolscheweg ligt een gebied waarvan een deel is ingericht als parkeerterrein. Een ander deel is in gebruik voor een supermarkt met parkeerterrein. De supermarkt is gevestigd in een oude tramremise. Het gebied kent een groene structuur met kleinere en grotere boombeplanting en heggen (parkeerterrein).
Zuidelijk deel van Buiten de Veste
4.3 De Functionele Structuur
De functionele structuur bepaalt hoofdzakelijk de bestemmingen die toegewezen wordt aan de gronden in het plangebied. De functies worden daarom kort in deze paragraaf beschreven.
4.3.1 Wonen
Voor de functie wonen bestaat een verschil tussen wonen in de vesting en er buiten. Dit heeft te maken met de historische ontwikkeling en centrumfunctie van de vesting. In de vesting is hoofdzakelijk sprake van een combinatie van wonen met een andere functie in één pand. De panden waarin een combinatie van functies plaatsvindt, staan meer centraal in de vesting (langs Vischpoortstraat en Beekstraat). Langs de randen van de vesting staan de gebouwen die gebruikt worden voor alleen de functie wonen.
Buiten de vesting wordt een pand vooral gebruikt voor alleen wonen. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om vrijstaande, of hooguit twee-onder-één-kapwoningen.
Ook zijn er woningen binnen de vesting die geen combinatie met een andere functie. Wel zijn hier beroepen en/of bedrijfjes aan huis aanwezig. Om de hoofdfunctie wonen in het pand te behouden is het van belang dat de nevenfuncties kleinschalig van aard zijn en blijven.
In beide gevallen gaat het veelal om eengezinswoningen. Zuidelijk van de vesting, aan de Nunspeterweg, zijn enkele gebouwen aanwezig die vallen onder een bijzondere woonvorm. Ook aan de Ledige Stede, binnen de vesting, is een bijzondere woonvorm aanwezig. In een dergelijke bijzondere woonvorm wordt bij de woonfunctie zorg aangeboden.
4.3.2 Maatschappelijk
De maatschappelijke voorzieningen in het plangebied zijn hoofdzakelijk te vinden binnen de vesting. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om religieuze, onderwijs- en cultureelmaatschappelijke voorzieningen. Buiten de vesting is, aan de Havenkade, een nieuwe botterwerf met museum gebouwd. Ook dit is een cultureelmaatschappelijke voorziening.
Een andere opvallende maatschappelijke voorziening is de begraafplaats op de oostelijke hoek (bastion) van de vestingwerken. Bij de begraafplaats is geen bebouwing aanwezig.
Ieder maatschappelijke gebouw kent zijn eigen functionele mogelijkheden. In sommige gevallen bestaat een combinatie met wonen, maar in de meeste gevallen zijn het op zichzelf staande maatschappelijke voorzieningen.
Het te realiseren orgelmuseum in het Arent thoe Boecophuis heeft naast de maatschappelijke functie ook andere functies en is daarom opgenomen in de bestemming "Gemengd - 2". Voor de uitbreiding van het museum is onder andere een deel van de tuinbestemming omgezet naar erf bij de genoemde bestemming.
4.3.3 Bedrijven
In en buiten de vesting zijn bedrijven aanwezig. Daarbij gaat het om verschillende soorten bedrijven. Buiten de vesting gaat het vooral om agrarische (aanverwante) bedrijven, waaronder de kassen en schuurtjes in het westelijk deel van het plangebied. Het gaat daarbij dus om tuinbouw, akkerbouw en veehouderij.
Langs de Oude Bleeksweg (noordoostelijk deel van het plangebied) zijn een wasserijbedrijf en een opslag(bedrijf) te vinden. Ook buiten de vesting ligt - aan de Havenkade - de nieuwe botterwerf met het museum. De museumfunctie hoort nadrukkelijk bij de Botterwerf.
Binnen de vesting zijn de bedrijven vaak gecombineerd met de functie wonen. Het gaat dan om beroepen en/of bedrijfjes aan huis. Daarbij kan gedacht worden aan dienstverlenende en ambachtelijke bedrijfjes (bijvoorbeeld een banketbakkerij).
4.3.4 Detailhandel en horeca
Verspreid binnen de vesting zijn winkel- en horecafuncties aanwezig. In verband met de beschikbare ruimte in de bestaande panden gaat het om binnenstedelijk functies. Gedacht kan worden aan winkels voor kleding, witgoed en woninginrichting. Buiten de vesting zijn ook andere vormen van detailhandel te vinden. Aan de Zwolscheweg is bijvoorbeeld een supermarkt aanwezig.
Bij de horecavoorzieningen gaat het bijvoorbeeld om een hotel, een restaurant, (eet)café en lunchroom. Aan de noordzijde van de vesting, langs de Havenkade zijn verschillende horecavoorzieningen aanwezig. Daarbij gaat het onder meer om een cafetaria, een restaurant en een café. Deze functies komen zowel zelfstandig als in combinatie met de functie wonen voor.
Specifiek ter ondersteuning van de centrumfunctie en de detailhandelsmogelijkheden aan het 'kruis' wordt in dit bestemmingsplan lunchroomachtige voorzieningen bij de winkels mogelijk gemaakt. Daarbij is sprake van ondergeschikte horeca, waarbij de openstelling is gekoppeld aan de Winkeltijdenwet. Buiten het 'kruis' is een dergelijke voorziening alleen mogelijk op locaties waar deze feitelijk op dit moment al bestaan. Het bestemmingsplan biedt hiervoor een specifieke regeling.
De gemeente voert in principe een restrictief horecabeleid, dit geldt zeker voor de vesting. Een voorbeeld van een nieuwe horecavoorziening binnen de vesting is het pand Beekstraat 26. Vanwege specifieke redenen heeft dit pand een horecabestemming gekregen. In het eindverslag van de inspraak onder 3 wordt hier nader op ingegaan. Dit perceel vormt een goede aanvulling op de bestaande horeca in de directe omgeving van de Vischmarkt.
4.3.5 Kantoren en dienstverlening
Zowel in als buiten de vesting zijn kantoorpanden te vinden. Het gaat vaak om zelfstandige kantoorruimten. De kantoorfunctie varieert in omvang, afhankelijk van de mogelijkheden die het pand hiervoor biedt.
Ook zijn in het plangebied dienstverlenende bedrijfjes te vinden. Daarbij kan gedacht worden aan reisbureaus. Dienstverlenende bedrijfjes komen zowel zelfstandig als in combinatie met bijvoorbeeld wonen voor.
4.3.6 Sportvoorzieningen
Vrijwel alle sportvoorzieningen in het plangebied zijn te vinden op het Burgemeester Bode Sportpark. Daarbij gaat het om voetbalvelden en een korfbalveld. Bij de sportvoorzieningen zijn de nodige verenigingsgebouwen, opslagruimten, kantines en tribunes aanwezig. Daarnaast is een tennispark aanwezig. Bij het sportpark zijn geen andere voorzieningen, dan voor de sportfunctie, aanwezig.
Buiten de vesting is, aan de Oude Kerkhofsweg, een ijsbaan aanwezig. Bij deze ijsbaan staat een (kleinschalig) gebouwtje.
4.3.7 Overige functies
Onder de overige functies vallen de ateliers en praktijkruimten die binnen de vesting gevestigd zijn. Deze zijn in sommige gevallen gecombineerd met een detailhandels- en/of een woonfunctie.
4.3.8 Infrastructuur
De infrastructuur kent voor auto's in het plangebied twee hoofdtypen: wegen met een stroomfunctie (verkeersfunctie) en wegen met een verblijfsfunctie. In het plangebied is tussen het gebied binnen en buiten de vesting een duidelijk onderscheid aanwezig. De wegen binnen de vesting hebben vooral een verblijfsfunctie. De straten binnen de vesting worden gebruikt voor bezoekers (wandelaars) van de vesting en de functies die zich in de vesting bevinden.
Buiten de vesting is sprake van wegen met een verkeersfunctie (gebiedsontsluitingswegen) en wegen met een verblijfsfunctie (erftoegangswegen).
De wegen met een verkeersfunctie zijn in het plangebied de voormalige en huidige doorgaande routes en invalswegen van de stad. Het gaat daarbij in het plangebied om de Flevoweg (80 km/uur), Zuiderzeestraatweg-Oost (deels 80 km/uur en deels 50 km/uur), Zwolscheweg (50 km/uur), Paterijstraat (50 km/uur) en enkele verbindingswegen.
De overige wegen in het plangebied buiten de vesting vallen onder de erftoegangswegen, ook wel woonstraten genoemd. De grotere en meer van belang zijnde fiets- en voetpaden zijn ook aan te merken als erftoegangsweg. De erftoegangswegen hebben als belangrijkste functie de afzonderlijke erven bereikbaar te maken vanaf de gebiedsontsluitingswegen. Op de erftoegangswegen is de verblijfsfunctie vooral van belang. De maximumsnelheid bij de laatstgenoemde wegen is 30 km/uur.
Parkeren is een belangrijke functie in het plangebied. Niet alleen voor het wonen, maar ook voor de functies met een meer openbaar karakter. Daarnaast komen ook veel toeristen naar de vesting toe. In het plangebied hebben de bezoekersaantrekkende functies, bijvoorbeeld het sportpark en de kerk, hun eigen parkeervoorziening. Dit is in overeenstemming met het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan en/of de Parkeernota.
Binnen de vesting geldt een blauwe parkeerzone waar maximaal 1 uur geparkeerd mag worden. Ontheffinghouders mogen voor onbeperkte tijd binnen de vesting parkeren. Parkeren binnen de vesting vindt plaats op kleinere en grotere parkeervoorzieningen. Daarbij gaat het om parkeerplaatsen langs de doorgaande routes en parkeerterrein met een beperkte capaciteit. Buiten de vesting vindt bij de woningen parkeren vaak op eigen erf plaats.
Buiten de vesting, zijn aan de Zwolscheweg, nabij de Nunspeterweg en (buiten het plangebied) aan de Havenkade, parkeerterreinen met een grotere capaciteit aangelegd, waar bezoekers van de vesting langere tijd kunnen parkeren. Deze parkeerterreinen liggen bij de belangrijkste toegangswegen van de vesting.
Hoofdstuk 5 Beleidskader
In dit hoofdstuk komen enkele beleidsstukken aan bod die een directe doorwerking hebben op dit bestemmingsplan. Daarbij wordt alleen ingegaan op rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld op het vlak van bouwmogelijkheden bij woningen en mogelijkheden voor functies en functiemenging.
Over het algemeen is in dit bestemmingsplan geen sprake van het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen. Het gaat immers om een nieuwe regeling voor een bestaand gebied. Grotere ontwikkelingen zijn mogelijk door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Wel is van belang de planologische mogelijkheden voor een groot deel over te nemen in dit bestemmingsplan. Daarbij gaat het niet alleen om de regelingen van de geldende bestemmingsplannen, maar ook om de al verleende vrijstellingen en wijzigingen. Door deze bij recht over te nemen ontstaat een actueel planologisch beeld van de huidige situatie.
5.1 Rijk
Het rijksbeleid is weergegeven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en vertaald in het Besluit algemene regelingen ruimtelijke ordening (Barro). Deze gelden sinds 2012 en vervangen de Nota Ruimte. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zijn kaderstellende uitspraken zodanig geformuleerd, dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Barro bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. Het Rijk verwacht dat het beleid wordt vertaald in bestemmingsplannen, wanneer met het bestemmingsplan een Nationaal belang wordt geraakt. In dit bestemmingsplan worden geen nationale belangen geraakt, het rijksbeleid geeft geen uitgangspunten en kaders voor dit bestemmingsplan.
5.2 Provincie
In deze paragraaf komt het provinciaal beleid aan bod. Daarbij wordt ingegaan op het Streekplan en de Provinciale Ruimtelijke verordening.
5.2.1 Streekplan Gelderland 2005
Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode van 2005 tot 2015, binnen de provincie Gelderland. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in 2008, is besloten om het streekplan een structuurvisie in het kader van die wet te laten zijn.
Het streekplan is erop gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven, dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. De provincie heeft voor het ruimtelijk beleid in het streekplan de volgende uitgangspunten:
- 1. regionale inzet;
- 2. versterking ruimtelijke kwaliteit:
- 1. water en ruimtegebruik;
- 2. bundeling infrastructuur en ruimtegebruik;
- 3. bundeling stedelijke functies - stedelijke netwerken.
De uitgangspunten zijn vertaald in een tweeledige provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, namelijk: inzetten op laagdynamische functies (Groen-Blauw Raamwerk) en op hoogdynamische functies (Rood Raamwerk).
Het doel van het Groen-Blauw Raamwerk is inzetten op ruimte voor ecologische en hydrologische dynamiek; bescherming van stilte, rust en milieukwaliteit. Er is hierbij sprake van een toelatingsplanologie en het weren van bedreigingen.
Het doel van het Rood Raamwerk is inzetten op ruimte voor intensivering van relaties en functies in stedelijke netwerken en regionale centra (stedelijke dynamiek en voorzieningen). Hierbij is sprake van een ontwikkelingsplanologie waarbij kansen worden benut.
Het Streekplan geeft beleid dat is bedoeld voor de gehele provincie, maar ook voor bepaalde regio's is specifiek beleid opgesteld. Het plangebied valt in het streekplan onder het gebied “Noord-Veluwe”. Globaal is dit het gebied tussen de randmeren en het Veluwemassief, het gebied loopt van Amersfoort tot Zwolle. Voor deze regio is meer specifiek beleid opgenomen. Dit beleid is onder meer vertaald in de "Regionale structuurvisie Noord-Veluwe 2005-2014", die later aan de orde komt.
Relatie beleid met het plangebied
In het Streekplan is een beleidskaart Ruimtelijke structuur opgenomen (zie volgende figuur).
Beleidskaart Ruimtelijke structuur (Streekplan Gelderland)
Voor het plangebied zijn twee aspecten van belang; eerst de aanwijzing als 'regionale ontsluitingsweg' van de Zuiderzeestraatweg Oost en de Flevoweg en daarnaast de aanwijzing van de het noordoostelijke deel van het plangebied als 'waardevol landschap' en 'waardevol open gebied'.
Bij de regionale ontsluitingswegen wordt ingezet op verbetering van de wegen, voor de optimalisering van de regionale bereikbaarheid. Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard. Voor waardevolle open gebieden geldt de grootschalige openheid als belangrijke kernkwaliteit. Beleidsuitgangspunt is dat de activiteiten die deze openheid kunnen aantasten in dergelijke gebieden niet zijn toegestaan.
De gebieden hebben, in relatie daarmee, bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Het ruimtelijk beleid voor deze landschappen is het behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten.
5.2.2 Provinciale Ruimtelijke verordening
De Ruimtelijke Verordening Gelderland is vastgesteld en in werking getreden. Met deze verordening stellen Provinciale Staten regels over de inhoud, toelichting en onderbouwing van bestemmingsplannen. De regels hebben betrekking op o.a. verstedelijking, detailhandel, wonen, bedrijven, ecologische hoofdstructuur etc. en zijn gebaseerd op de uitgangspunten uit de provinciale structuurvisie (Streekplan Gelderland 2005).
5.2.3 Kwalitatief Woonprogramma (KWP) 3
De regiogemeenten voor de Noord-Veluwe (Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten) en de provincie Gelderland hebben voor de periode 2010 - 2019 het Kwalitatief Woonprogramma voor de regio vastgesteld.
In het KWP3 is per regio een afsprakenkader opgenomen, zo ook voor de regio Noord-Veluwe. De ontwikkeltrajecten voor de regio Noord-Veluwe zijn gericht op het aanpakken van de belangrijkste verschillen met de uit onderzoeken gebleken behoeften aan woningen (het referentiekader). De trajecten zijn een resultaat van de vergelijking van het referentiekader en de regionaal opgetelde woningbouwprogramma's.
Naar aanleiding van de trajecten zijn voor de regio nieuwe afspraken gemaakt, deze zijn opgenomen in een regionaal afsprakenkader. Op basis van dat kader worden de komende jaren lokale en provinciale woningbouwprogramma's en woonvisies gerealiseerd, inclusief de bouw van goedkope huur- en koopwoningen.
Voor de gemeente Elburg betekent dit dat er binnen de periode 2010 tot en met 2019 maximaal 810 woningen mogen worden gebouwd. Anno 2012 zijn al 300 daarvan gerealiseerd. Voor de overige ruim 500 woningen zijn voldoende projecten beschikbaar om te voldoen aan de vraag naar woningen. In 2013 vindt op basis van de uitkomsten van het landelijk behoefteonderzoek WoON 2012 een herijking plaats van het aantal te bouwen woningen per gemeente. Daarna wordt gestart met het opstellen van een regionale Woonvisie.
5.2.4 Conclusie provinciaal beleid
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciaal beleid. Er is in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de beleidsuitgangspunten vanuit het Streekplan Gelderland 2005 en de ontwerp provinciale ruimtelijke verordening. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en heeft uitsluitend betrekking op de bestaande situatie van het plangebied.
5.3 Regio
De gemeente Elburg maakt deel uit van de regio Noord-Veluwe. Deze regio heeft meerdere beleidsstukken opgesteld. Het gaat daarbij om visies en woningbouwafspraken.
5.3.1 Regionale structuurvisie Noord-Veluwe 2005-2014
In januari 2004 hebben de in de regio Noord-Veluwe samenwerkende gemeenten de "Regionale structuurvisie Noord-Veluwe" vastgesteld. Hoofddoelstelling van de visie is om zorg te dragen voor leefbare gemeenschappen in een hoogwaardige omgeving. Uitgangspunt wordt gevormd door evenwicht en wederzijds respect tussen “natuur en landschap” en “leefbaarheid”. In de visie wordt veel belang gehecht aan sociale samenhang en het behoud van sociale structuren binnen de kernen.
In de regionale structuurvisie worden gebieden aangewezen voor wonen, werken en landschappelijke versterking. Het verstedelijkingsconcept bestaat uit nederzettingen, intensieve en extensieve zwermgebieden, Veluwegemeenschappen en de centrale positie van Harderwijk. Voor de kernen, als zwaartepunten voor de leefbaarheid, wordt een kwaliteitsimpuls voorgestaan, waarbij passende functieontwikkeling, herstructurering, bebouwing, openbare ruimte en verkeer integraal worden benaderd. Op de Veluweflanken liggen de zwermgebieden waarvoor het beleid zich richt op het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden en het benutten van functionele mogelijkheden via herstructurering. Voor de intensieve zwermgebieden bestaan ook mogelijkheden voor nieuwe 'rode' activiteiten.
De regionale structuurvisie heeft als input gediend voor het Streekplan van de provincie Gelderland 2005. De beleidsinhoudelijke strekking van de regionale structuurvisie komt overeen met die van het hiervoor beschreven streekplan. Het voorliggende bestemmingsplan is daarmee in overeenstemming met het geldende regionale beleid.
5.3.2 Regiovisie Noord-Veluwe
Regio Noord-Veluwe heeft een regiovisie opgesteld. Deze visie schetst een toekomstperspectief voor onze regio voor de komende 25 jaar en geeft richting aan de keuzes die gemaakt moeten worden op het gebied van wonen, werken, recreëren, zorg, natuur, landschap en landbouw.
Op basis van sectorale en lokale ontwikkelingen en maatschappelijke trends en tendensen zijn er verschillende opgaven geformuleerd. De te realiseren ontwikkelingsopgaven op de lange termijn kunnen voor de regio beter gerealiseerd worden door deze opgaven in samenhang met elkaar aan te pakken. Hiervoor worden zogenaamde allianties tussen verschillende ontwikkelingsopgaven aangegeven. Per alliantie worden strategische beleidskeuzen weergegeven.
De strategische beleidskeuzen zijn in de regiovisie nader uitgewerkt in algemene strategische beleidskeuzen en in profielen voor gemeenten, waaronder ook Elburg.
Profiel gemeente Elburg
Voor de gemeente Elburg en het plangebied staat het behoud en de versterking van het unieke karakter van de Veluwe-gemeenten centraal. De beleidspunten voor Elburg zijn in onderstaande figuur aangegeven.
Regiovisie Noord-Veluwe (uitsnede gemeente Elburg)
In eerste instantie is Elburg tweezijdig georiënteerd, zowel op de Veluwe als op Flevoland. Elburg heeft een relatief groot verzorgingsgebied, dit biedt economische perspectieven. De kwaliteiten van Elburg liggen vooral in de cultuurhistorie, het culturele aanbod en vormen van hoogwaardige recreatieve (bijvoorbeeld ecotoerisme) voorzieningen. Deze kwaliteiten moeten verder worden uitgebouwd, tegelijk met het versterken van de individuele kernen.
Relatie beleid met het plangebied
In de Regiovisie is aangegeven dat sprake is van een waardevol landschap ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied. Hier staat behoud van de landschappelijk kenmerken voorop.
5.3.3 Conclusies regionaal beleid
Het bestemmingsplan is waar nodig en mogelijk in overeenstemming gebracht met het regionaal beleid. Behalve het behoud van de landschappelijke kenmerken geeft het regionaal beleid verder geen uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.
5.4 Gemeente
Het gemeentelijk beleid vormt een directe basis voor de beleidskeuzes binnen de gemeente Elburg. Daarbij gaat het om algemeen beleid dat is neergelegd in visies, maar ook om thematisch beleid, bijvoorbeeld over woningbouw en de inrichting van het landschap. De van belang zijnde beleidsstukken voor dit bestemmingsplan komen in deze paragraaf aan bod.
5.4.1 Toekomstvisie gemeente Elburg 2020
Elburg is nog steeds in ontwikkeling. Om de ontwikkeling in goede banen te leiden heeft de gemeenteraad van Elburg op 23 november 2009 een toekomstvisie vastgesteld. Op basis van deze visie kan de raad richtinggevende beslissingen nemen voor de lange termijn.
In de visie worden voor 2020 duurzame en vitale kernwaarden genoemd, onder andere; herkenning in geloofsbeleving, kwaliteit in wonen en leefomgeving, kleinschalige en menselijke maat en ontplooiingsruimte voor jong en oud.
Visie Elburg en Oostendorp
Voor de vesting wordt ingezet op een gebied dat, in samenhang met de omliggende gebieden (bijvoorbeeld de haven), aantrekkingskracht op toeristen heeft. De vesting is het vertrekpunt voor bezoek aan het omliggende landschap. De belangrijke en bestaande culturele waarden blijven behouden en worden waar mogelijk versterkt.
De kleinschalige, veelal gespecialiseerde detailhandel zorgt voor een levendig stadsbeeld. Nieuwe winkelfuncties zijn op een zorgvuldige wijze ingepast en zorgen voor een verbreding van het winkelaanbod. De detailhandel is van groot belang voor de leefbaarheid van de verschillende kernen, maar deze staat onder druk. In de Vesting wordt de positie van de detailhandel verbeterd door het vergroten van het draagvlak. Ook een verdere recreatieve ontwikkeling biedt perspectief. Het aanbod in de Vesting wordt afgestemd op het aanbod van andere winkelcentra. Dit leidt tot een evenwichtige opbouw van het aanbod aan detailhandel in Elburg.
De aanwezigheid van de auto wordt waar mogelijk en nodig geweerd. De parkeergelegenheid direct buiten de Vesting is voldoende dichtbij en goed en aantrekkelijk ingericht. Nieuwe vervoersmogelijkheden voor toeristen en bezoekers van de (functies in de) vesting worden onderzocht.
De visie is uitgewerkt in strategische keuzes. Voor het plangebied worden hierbij geen concrete (ruimtelijke en/of functionele) uitgangspunten genoemd. De strategische keuzes moeten verder worden uitgewerkt in de "Structuurvisiegemeente Elburg 2030".
5.4.2 Structuurvisie gemeente Elburg 2030
De gemeente Elburg heeft in oktober 2012 de Structuurvisie gemeente Elburg 2030 vastgesteld. Met deze structuurvisie geeft de gemeente Elburg haar visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor het gehele gemeentelijk grondgebied voor de periode tot 2020, met een doorkijk naar 2030. De structuurvisie biedt een ruimtelijke vertaling van het huidige beleid en de ambities uit de Toekomstvisiegemeente Elburg 2020.
Samenvattend zet de gemeente in op het bieden van rust en ruimte in een fraaie omgeving. Daarbij gaat het onder meer om het behoud en versterking van cultureel erfgoed, zoals de Vesting Elburg.
Daarnaast is het stimuleren van de economie van belang, zowel in de traditionele sectoren als in de sectoren toerisme, zorg en overige diensten. De gemeente zet daarbij onder meer in op concentratie van detailhandel rondom de bestaande hoofdwinkelcentra.
De gemeente hecht waarde aan het versterken van de beleving van de vele groene elementen die Elburg rijk is, zowel door bewoners als door bezoekende recreanten. Groen in de kernen moet, waar mogelijk, worden behouden en versterkt.
5.4.3 Detailhandelsstructuurvisie gemeente Elburg 2008
De gemeente heeft, in samenwerking met andere (betrokken) partijen, in 2008 de 'Detailhandelsstructuurvisie gemeente Elburg 2008' opgesteld. Deze structuurvisie is overkoepelend voor de gemeente. Het beleid van de structuurvisie voor detailhandel en toeristische voorzieningen was verouderd. Door bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen verandert het detailhandelsvraagstuk voortdurend.
Visie de vesting
De functie van de detailhandel in de vesting ligt vooral op het recreatieve vlak, aangevuld met dagelijkse boodschappen. Hierbij hebben de winkels in de vesting niet alleen een verzorgingsfunctie voor de inwoners van de kern Elburg en de gemeente, maar ook een (beperkte) functie voor de regio en het toerisme. De verschuiving van de kooporiëntatie richting De Vrijheid heeft de vesting in de problemen gebracht. Er is namelijk weinig voor in de plaats gekomen. Extra toevloeiing van publiek is noodzakelijk om het huidige bestand op peil te houden en te verbeteren. Zonder deze extra toevloeiing zit de detailhandel in de Vesting te ruim in zijn jasje en is leegstand en het uitblijven van investeringen het gevolg. Deze tendens is al goed waar te nemen. De consument uit de regio en de toerist zijn dus noodzakelijk om het huidige bestand overeind te houden. De visie is gericht op het behoud van het bestaande winkelbestand en het aantrekken van meer winkels. Leegstand dreigt een probleem te worden, versterking van detailhandel op het recreatief-toeristische vlak kan dit voorkomen. De versterking van de concentratie grootschalige detailhandel op het bedrijventerrein Oostendorp heeft de positie van de binnenstad verzwakt. Naar verwachting heeft ook het nieuwe (internet) winkelen een nadelige invloed op de detailhandel. Uit onderzoek blijkt dat de vestiging van een discount-supermarkt in of grenzend aan de vesting een toegevoegde waarde kan zijn.
5.4.4 Woonvisie gemeente Elburg 2008-2012
De Woonvisie 2008 – 2012 is in november 2008 vastgesteld door de gemeenteraad van Elburg. Op 7 april 2009 heeft het college het uitvoeringsplan van de Woonvisie vastgesteld. De Woonvisie richt zich met name op de realisatie van huisvesting voor starters en ouderen in de gemeente Elburg. Het bouwen van voldoende goedkope koop- en huurwoningen is hierbij een belangrijke voorwaarde. Voor de oudere inwoners van de gemeente richt de Woonvisie zich vooral op geschikte woningen, namelijk levensloopbestendige of nultreden woningen.
5.4.5 Groenstructuurplan
Het Groenstructuurplan van de gemeente geeft inzicht in de groenstructuur op hoofdlijnen binnen de Gemeente Elburg. Het richt zich in hoofdzaak op het groen binnen het stedelijk gebied en de overgangen tussen het stedelijk en het landelijk gebied. Het groenstructuurplan heeft tot doel de verschillende groenstructuren die aanwezig zijn in beeld te brengen, deze duurzaam te behouden en waar mogelijk verder te ontwikkelen. Groen bevordert de leefbaarheid van de wijk, zo heeft het onder andere een positieve invloed op de gezondheid, ondersteunt het bestaande structuren en heeft het een ecologische betekenis.
5.4.6 Welstandsnota
Doel van het welstandsbeleid is het leveren van een bijdrage aan de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Elburg. De Welstandsnota (vastgesteld op 29 april 2004) legt vast op welke wijze het welstandstoezicht plaatsvindt en op grond van welke uitgangspunten en criteria bouwvoornemens worden beoordeeld. In een kwaliteitskader zijn de universele, algemene, ontwerpprincipes die aan alle ontwerpopgaven ten grondslag liggen, opgenomen. Daarnaast is de gemeente opgedeeld in deelgebieden waarvoor verschillende "welstandsniveaus" zijn onderscheiden. Deze welstandsniveaus geven aan in welke mate de gemeente het instrument van welstand inzet in een bepaald gebied en varieert van een soepele tot bijzondere toetsing. Een bijzondere toetsing geldt voor gebieden die van cruciaal belang zijn voor het beeld van de gemeente Elburg.
In deel 1 van de Welstandsnota van de gemeente Elburg (Raamwerk) worden onder andere de verschillende gebiedstypen in Elburg beschreven, zo ook voor het plangebied.
In het plangebied zijn verschillende gebiedstypen van toepassing. De typen zijn gericht op het behoud van de bestaande ruimtelijke situatie. Ontwikkelingen worden daarin echter niet uitgesloten.
5.4.7 Conclusies gemeentelijk beleid
In dit bestemmingsplan is waar mogelijk en nodig rekening gehouden met het gemeentelijk beleid. Het beleid geeft geen concrete uitgangspunten voor het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 6 Milieu- En Omgevingsaspecten
In dit hoofdstuk komt een inventarisatie van de milieu- en omgevingsaspecten aan bod. Hoewel het in alle gevallen gaat om bestaande situaties, is het goed mogelijke beperkingen en belemmeringen vanuit de milieu- en omgevingsaspecten in beeld te brengen. Deze kunnen gevolgen hebben voor de mogelijkheden van de in het plangebied aanwezig functies.
6.1 Milieuaspecten
Milieu is een belangrijke factor in de omgeving. Het bepaalt in sterke mate de kwaliteit van wonen en de omgeving. Voor dit bestemmingsplan worden achtereenvolgens de volgende milieuaspecten behandeld: bedrijven en milieuzonering, bodem, geluid en geur.
6.1.1 Bedrijven en milieuzonering
Ten noorden van de vesting is het bedrijventerrein Kruismaten aanwezig. Dit bedrijventerrein is gedeeltelijk gezoneerd voor de op het bedrijventerrein gelegen afvalwaterzuivering. De zonering vanaf deze functie valt niet over geluidgevoelige functies in het plangebied.
In het plangebied zijn enkele bedrijven aanwezig. De meeste van deze bedrijven hebben een milieucategorie 1 of 2. Over het algemeen zijn deze bedrijven goed verenigbaar met de woonfunctie en kunnen deze naast of in woongebieden een plaats hebben. De bedrijven in de categorie 1 en 2 hebben namelijk indicatieve hinderzones van 10 en 30 meter.
De botterwerf aan de Havenkade valt onder de categorie 3.1 met een indicatieve hinderzone van 50 meter ten opzichte van de woningen van derden. Dit wordt vooral veroorzaakt door het aspect geluid. Ter plaatse van de huidige botterwerf is altijd een normaal functionerende scheepswerf aanwezig geweest. Dit was een historisch gegroeide situatie. Met het vertrek van de scheepswerf is de botterwerf op die plaats gerealiseerd. Daarbij is gekeken naar de verminderde milieubelasting ten opzichte van de scheepswerf. De geluidsbelasting op de omgeving is bij de botterwerf lager dan bij de scheepswerf. Het gaat om een bestaande situatie die al langere tijd als zodanig bestaat.
Ook het Burgemeester Bode Sportcomlex heeft een afwijkende milieucategorie, deze valt namelijk ook onder categorie 3.1 met de indicatieve hinderzone van 50 meter. Hierbij zijn vooral geluid en licht bepalende aspecten. Het gaat bij het sportcomplex om een bestaande situatie die al langere tijd als dusdanig bestaat. Eventuele hinder neemt voor omwonenden niet toe.
De bedrijven in het plangebied mogen maximaal een milieucategorie 2 hebben. Wanneer de categorie in de bestaande situatie al groter is, dan wordt deze specifiek aangeduid.
De achtergrondinformatie hiervoor is te vinden in de bedrijvenlijst bij de regels van dit bestemmingsplan en in het door VNG uitgegeven Bedrijven en milieuzonering 2009.
6.1.2 Bodem
In dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van een te handhaven bestaande situatie. Er mag daarom ook vanuit worden gegaan dat de bestaande bodemkwaliteit voldoende is voor de verschillende functies in het plangebied.
Wanneer in het plangebied nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, bijvoorbeeld de vervanging van een bestaande woning door een nieuwe woning, dan is het nodig bodemonderzoek te doen. Daarmee kan aangetoond worden dat de bodem voldoende kwaliteit voor de nieuwe functie/bebouwing. Het is dus van belang om bij mogelijke afwijkingen en wijzigingen van het bestemmingsplan aan te tonen dat de bodem een goede kwaliteit heeft. Hierover is het nodige in dit bestemmingsplan vastgelegd en geregeld.
Informatie over het aspect bodem is te vinden op de website www.bodemloket.nl, bij de gemeente Elburg en de provincie Gelderland. De regelgeving van het aspect bodem in ruimtelijke plannen is opgenomen in de Wet bodembescherming.
6.1.3 Geluid
Het aspect geluid is op te delen in verschillende soorten. Voor dit bestemmingsplan kunnen alleen het wegverkeerslawaai en het industrielawaai belemmeringen en beperkingen opleveren. Er zijn immers geen grote vaarroutes en spoorlijnen in de directe omgeving van het plangebied.
Wegverkeerslawaai
In en in de directe omgeving van het plangebied zijn wegen die een wettelijke zone hebben. Het gaat daarbij om wegen waar een maximumsnelheid van 50 km/uur of meer toegestaan is.
De in de wet opgenomen zones rond deze wegen zijn onderzoekszones. Wanneer nieuwe ontwikkelingen binnen die zones gaan plaatsvinden, moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Hierdoor kan duidelijk worden of de nieuwe ontwikkeling geluidhinder kan ervaren van de zoneringsplichtige weg en of wellicht maatregelen nodig zijn.
In dit bestemmingsplan levert het aspect wegverkeerslawaai geen belemmeringen en beperkingen op. Het gaat immers om een bestemmingsplan waarin geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen.
Industrielawaai
Zoals uit de paragraaf Bedrijven en milieuzonering ook al bleek, zijn in het plangebied hoofdzakelijk bedrijven aanwezig die milieutechnisch gezien goed in een woonomgeving passen. Wanneer wel sprake is van bedrijven met een grotere milieuzonering, worden deze specifiek aangeduid.
Het aspect industrielawaai levert voor dit bestemmingsplan geen belemmeringen en beperkingen op. Het gaat immers om een nieuw plan voor een bestaande situatie en er zijn geen gezoneerde bedrijven in het plangebied aanwezig. Bedrijventerrein Kruismaten, noordelijk van het plangebied, is gedeeltelijk gezoneerd voor de op het bedrijventerrein gelegen afvalwaterzuivering. De zonering vanaf deze functie valt niet over geluidgevoelige functies in het plangebied.
Wanneer in de omgeving van bestaande bedrijven nieuwe ontwikkelingen gaan plaatsvinden, mogen deze niet belemmerend werken ten opzichte van elkaar. De bestaande bedrijvigheid moet behouden kunnen blijven. Daarnaast zijn nieuwe zwaardere bedrijven, dan in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, ook niet wenselijk wanneer deze belemmerend of beperkend werken op de omgeving.
De Wet geluidhinder is de basis voor de regelgeving rond het wegverkeerslawaai en het industrielawaai. Daarnaast beschikt de gemeente over eigen geluidbeleid op basis van de nota "Industrielawaai".
Overige geluidbronnen
Sportvoorzieningen, scholen en andere (maatschappelijke) functies kunnen ook een bron van geluid(hinder) zijn. Bij scholen wordt bijvoorbeeld op schoolpleinen tijdens de pauzes veel geluid gemaakt door spelende kinderen. Dit levert echter in het plangebied geen nieuwe belemmeringen en/of beperkingen op, omdat het gaat om bestaande situaties.
Pas bij nieuwe ontwikkelingen aan of in de nabijheid van dergelijke functies is het van belang de geluidsproductie ervan in beeld te brengen. Het Activiteitenbesluit is de basis voor de regelgeving rond het geluid van dergelijke functies.
6.1.4 Geur
Het aspect geur levert in het plangebied geen belemmeringen en beperkingen op. In het plangebied zijn geen (agrarische) bedrijven aanwezig waarbij een geurhinderzone aanwezig is. Buiten het plangebied zijn wel (agrarische) bedrijven met een geurhinderzone, maar de afstand tussen deze bedrijven en het plangebied is ruimer dan de wettelijke afstanden. De wettelijke afstanden zijn opgenomen in de Wet geurhinder en veehouderijen.
6.2 Water
In het plangebied zijn enkele waterpartijen aanwezig waarvoor in dit bestemmingsplan een specifieke regeling is opgenomen. Deze waterpartijen hebben een waterhuishoudkundige en ruimtelijke betekenis. Deze waterpartijen zijn 'waterlichaam' in de Kaderrichtlijn Water (geel op onderstaande afbeelding). De wateren die in de afbeelding aan zijn gegeven met een blauwe lijn, hebben ook een functioneel belang. Dit zijn de A-wateren binnen het watersysteem. Deze wateren zijn van belang voor een goede doorstroming.
uitsnede Waterbeheersplan Waterschap Veluwe
De dikke gele lijn met zwarte stippen is een primaire waterkering. Deze krijgt in het bestemmingsplan een specifieke regeling. Een primaire waterkering beschermd het binnendijks gebied tegen hoog (buiten)water als gevolg van hoge rivierwaterstanden.
De oranje driehoeken geven de locaties aan waar een rioolwater uitloop van regenwaterstelsels of een nooduitlaat van gemengde rioolstelsels is gesitueerd. Voor deze overstorten is geen specifieke regeling in het bestemmingsplan opgenomen. Alleen bij heel veel regenval worden de overstorten gebruikt, meestal zijn ze niet in functie.
Bij nieuwe ontwikkelingen is het van belang om een watertoets aan te vragen. Ook kan een zelfstandig wateradvies van de waterbeheerder nodig zijn. In Elburg is Waterschap Vallei en Veluwe (voorheen Waterschap Veluwe) de waterbeheerder. Het aanvragen van de watertoets en/of het wateradvies kan via de website www.veluwe.nl. De wetgeving rond het aspect water is opgenomen in de Waterwet.
6.3 Ecologie
In de directe omgeving van het plangebied zijn verschillende beschermde natuurgebieden aanwezig. Voorbeelden zijn het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren en verschillende gebieden die aangewezen zijn als Ecologische Hoofdstructuur. De aanwezigheid van deze beschermde natuurgebieden leveren geen belemmeringen en uitgangspunten op voor dit bestemmingsplan. De gebieden liggen niet in het plangebied en in het plangebied worden bij recht geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
De regelgeving van beschermde natuurgebieden is opgenomen in de Natuurbeschermingswet. De beleidsuitgangspunten voor Ecologische Hoofdstructuur staat beschreven in rijksbeleid, waaronder de Nota Ruimte.
EHS (groen) en Natura 2000-gebieden (bruin) rond het plangebied
De eventuele aanwezigheid van beschermde soorten is in het plangebied niet uit te sluiten. Deze aanwezigheid levert geen belemmeringen en uitgangspunten op, wanneer de bestaande situatie van bebouwing, groen en water niet wijzigt. Op het moment dat wel wijzigingen plaatsvinden is - in eerste instantie - een ecologische quickscan nodig. Hieruit kan dan blijken of de wijzigingen mogelijk zijn en welke maatregelen moeten gaan plaatsvinden. De regelgeving rond de bescherming van soorten is opgenomen in de Flora- en faunawet.
6.4 Archeologie En Cultuurhistorie
Archeologie
Het aspect archeologie is belangrijk in het plangebied. Het plangebied is een oud gebied waar al lange tijd bewoning bekend is. Er is daarom, in een deel van het noordoostelijke deel van het plangebied, een middelhoge verwachtingswaarde. Dit betekent dat hier een middelhoge verwachting is om archeologische vondsten in de bodem te doen.
Het aspect archeologie is pas van belang op het moment dat in het plangebied nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden waarvoor de bodem geroerd moet worden. In dergelijke gevallen moet in ieder geval een inventarisatie van mogelijk aanwezige waarden worden gedaan. Hiervoor wordt in de regio van Elburg en omgeving de volgende richtlijnen aangehouden:
- AMK-terreinen: vergunningsplicht vanaf 0,30 m diepte en een oppervlakte van meer dan 30 m2;
- gebieden met een hoge verwachtingswaarde: vergunningsplicht vanaf 0,30 m diepte en een oppervlakte van meer dan 120 m2;
- gebieden met een middelmatige verwachtingswaarde: vergunningsplicht vanaf 0,30 m diepte en een oppervlakte van meer dan 500 m2;
- gebieden met een lage verwachtingswaarde: vergunningsplicht vanaf 0,30 m diepte en een oppervlakte van meer dan 2.500 m2.
De verwachtingswaarde en de aanwezigheid van archeologische waarden kan worden achterhaald door raadpleging van de Archeologische beleidskaart (zie afbeelding hieronder) van Elburg en omgeving. Hieruit blijkt dat in het plangebied gebieden van verschillende (verwachtings)waarde aanwezig zijn. Hiervoor wordt een regeling in het bestemmingsplan opgenomen. De ruimtelijke verbeelding is daarop aangepast; er is sprake van drie te onderscheiden onderzoeksgebieden.
Fragment Archeologische beleidskaart Elburg
De regelgeving rond archeologie is opgenomen in de Wet op de archeologische monumentenzorg (wijziging van de Monumentenwet 1988).
Cultuurhistorie
De cultuurhistorie van een gebied wordt in de meeste gevallen bepaald door de aanwezigheid van monumenten of monumentale structuren. In het plangebied, met name in de vesting zijn veel rijks- en gemeentelijke monumenten aangewezen. Een overzicht van de monumenten is opgenomen in de ruimtelijke verbeelding van dit bestemmingsplan.
De rijksmonumenten zijn bij wet aangewezen en beschermd. Een opvallend voorbeeld van een rijksmonument zijn de in het plangebied aanwezige priëlen. De gemeentelijke monumenten zijn aangewezen omdat dit in de Gemeentelijke Monumentenverordening mogelijk wordt gemaakt. Net als bij de rijksmonumenten is het doel van deze aanwijzing de handhaving van de bestaande architectonische situatie van de aangewezen panden. Ook deze monumenten zijn op de ruimtelijke verbeelding van dit plan aangegeven.
Daarnaast is het hele plangebied aangewezen als beschermd stadsgezicht (aanwijzingsbesluit 12 juli 1967). Zoals ook blijkt uit de beschrijving van de huidige situatie binnen het aangewezen "Beschermd Stadsgezicht Elburg", worden zowel stedenbouwkundige structuur binnen de vesting als samenhang tussen vesting en schootsvelden en verschillende architectonische aspecten gewaardeerd. Deze aspecten zijn in het Aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht concreet beschreven en in dit bestemmingsplan voorzien van een specifieke regeling.
Tot slot heeft de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed een Handreiking erfgoed en ruimte gemaakt. Een deel daarvan gaat over de manier waarop in een bestemmingsplan met beschermde stads- en dorpsgezichten omgegaan moet worden. Met deze handreiking is in dit bestemmingsplan duidelijk rekening gehouden, door het opnemen van de dubbelbestemming Waarde - Beschermdstadsgezicht. De regels bij die bestemming zijn afgestemd op de aanwijzingen vanuit de handreiking.
6.5 Externe Veiligheid
Vanuit het aspect externe veiligheid is sprake van belemmeringen en beperkingen in het plangebied. Dit komt door de aanwezigheid van een gasleiding langs de Flevoweg en buitendijksgebied noordwestelijk van de vesting. Er is geen sprake van transportroutes gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.
Plaatsgebonden risicocontouren
De grote gasleiding langs de Flevoweg heeft een druk van 66,2 bar en een diameter van 12 inch. De druk is hoger dan 40 bar, waardoor de voor de buis een belemmeringenstrook van 5,00 meter aan weerszijden van de buis geldt. Deze moet vrij blijven van bebouwing. Ter bescherming van de buis wordt deze zone in dit bestemmingsplan specifiek geregeld. De regelgeving rond buisleidingen is per 1 januari 2011 geregeld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de Regeling externe veiligheid buisleidingen.
Groepsrisicocontouren
Naast plaatsgebonden risicocontouren rond de gasleiding is ook de groepsrisicocontour van belang. Echter met name wanneer sprake is van nieuwe ontwikkelingen binnen die contouren. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen de groepsrisicocontour moet het groepsrisico verantwoord worden. De inventarisatieafstand van het groepsrisico aan weerszijden van de leiding langs de Flevoweg is 170 meter. De genoemde afstand is vast en bepaald in de eerder genoemde regelgeving.
Het buitendijksgebied, noordwestelijk van de vesting, krijgt geen specifieke regeling in dit bestemmingsplan. Hoewel dit in principe een gebied is dat kan overstromen bij hoog water, gelden voor het buitendijksgebied geen risicocontouren.
6.6 Luchtkwaliteit
Het aspect luchtkwaliteit levert in de gemeente Elburg geen problemen op, voor dit bestemmingsplan dus ook niet. In het plangebied worden immers geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die bijvoorbeeld een toename van het aantal verkeersbewegingen met zich meebrengen.
Wanneer toch sprake is van nieuwe ontwikkelingen, dan is de verwachting dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit. De normen hiervoor zijn opgenomen in de Wet milieubeheer en de regeling Niet in betekenende mate.
6.7 Straalpaden, Kabels En Leidingen
Naast de eerder besproken gasleiding, is over het plangebied een straalpad aanwezig. Straalpaden zijn bedoeld voor de bescherming van telecommunicatieverbindingen. Binnen deze gebieden gelden beperkingen voor bouwhoogten. Het straalpad heeft over het plangebied een hoogte van 29,00 meter. Daarboven is bebouwing niet toegestaan. Het straalpad is inmiddels komen te vervallen, en hoeft daarom geen specifieke regeling in dit bestemmingsplan.
6.8 Duurzaam Bouwen
Omdat het in dit bestemmingsplan gaat om een bestaande situatie, zijn vanuit het aspect duurzaam bouwen geen uitgangspunten opgenomen. Duurzaam bouwen is het meest aan de orde bij (ver)nieuwbouw van verschillende functies. Wanneer nieuwbouw aan de orde is, moet zo veel mogelijk duurzaam gebouwd worden. Daarbij moet bijvoorbeeld voldaan worden aan de EPC-normen die opgenomen zijn in het Bouwbesluit.
6.9 Verkeer En Parkeren
Parkeren is een belangrijke functie in het plangebied, zoals ook in 4.3.8 aangegeven. Het is niet alleen van belang voor het wonen, maar ook voor de functies met een meer openbaar karakter. Daarnaast komen veel toeristen naar de vesting. De bezoekersaantrekkende functies, bijvoorbeeld het sportpark en de kerk, hebben een eigen parkeervoorziening. Nieuw of gewijzigd gebruik moet in de eigen parkeerbehoefte voorzien. Dit zoals omschreven in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan en/of de Parkeernota.
Het omzetten van 'zware horeca' naar 'lichte horeca' heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de parkeerdruk. Een voorbeeld is dat een café een parkeernorm heeft van 8 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo, wat minder is dan de 16 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo bij een restaurant.
Ter plaatse van de huidige ijsbaan wordt op termijn voorzien in een nieuwe parkeerlocatie voor circa 500 parkeerplaatsen. Het terrein krijgt daarbij een nieuwe ontsluiting vanaf de Havenkade, ter hoogte van het pand Havenstraat 9. Dit pand moet daarvoor worden afgebroken. De locatie dient ter vervanging van de huidige parkeerlocatie. De huidige parkeerlocatie gaat dan dienst doen als uitbreidingsruimte voor de jachthaven en recreatieve voorzieningen. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van dit nieuwe parkeerterrein en ontsluitingsroute daar naartoe.
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid
De uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt enerzijds bepaald door de maatschappelijke uitvoerbaarheid en anderzijds door de economische uitvoerbaarheid. Deze worden in dit hoofdstuk besproken.
7.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Voor dit bestemmingsplan moet aangetoond worden dat het maatschappelijk uitvoerbaar is. Dit betekent dat de nieuwe juridisch-planologische regeling voor het plangebied, zoals deze in dit bestemmingsplan is opgenomen, acceptabel is voor verschillende belanghebbenden.
Een methode om de maatschappelijke uitvoerbaarheid te toetsen is door het plan op een goede wijze de bestemmingsplanprocedure te laten doorlopen. Tijdens die procedure hebben de belanghebbenden namelijk op verschillende momenten de mogelijkheid om hun mening / zienswijze op het bestemmingsplan en de daarin opgenomen juridisch-planologische regeling.
Belanghebbenden kunnen, naast tijdens de wettelijk bepaalde zienswijzen-, bezwaren- en beroepsperiode ook tijdens een inspraakperiode hun mening kenbaar maken. De gemeente Elburg heeft een inspraakverordening waarin opgenomen is dat een bestemmingsplan 6 weken ter inzage komt voor inspraak.
Dit bestemmingsplan is toegezonden aan de overlegpartners in het kader van het wettelijk verplicht gestelde overleg. Daarnaast heeft het bestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegen voor inspraak. Er zijn overleg- en inspraakreacties ingediend. De gemeente heeft deze overwogen en voorzien van een antwoord. De reacties hebben geleid tot wijzigingen in het bestemmingsplan. Dit is vertaald in een drietal documenten die aan deze toelichting zijn toegevoegd, namelijk: het Eindverslag vooroverleg, het Eindverslag vooroverlegMonumentenbeleidscommissie en het Eindverslag inspraak. De overlegreacties zijn opgenomen in bijlage 4.
7.2 Economische Uitvoerbaarheid
De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan moet aangetoond worden. Bepalend daarbij zijn de grondexploitatieregeling en de financiële haalbaarheid van eventuele ontwikkelingen die in het plangebied mogelijk worden gemaakt. In het betreffende actualisatie van het bestemmingsplan zijn er twee ontwikkelingen die bouwplannen opleveren meegenomen.
Dit bestemmingsplan is economisch uitvoerbaar. Enerzijds omdat afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening voor dit bestemmingsplan niet van toepassing is, omdat de kosten van de nieuwe bouwplannen door de initiatiefnemers bekostigd worden. Voor de ontwikkeling van een ijsbaan met een clubgebouw heeft de gemeenteraad reeds middelen beschikbaar gesteld. De omzetting van de huidige ijsbaanlocatie e.o. ten gunste van een parkeerterrein en bebouwing, wordt gedekt door de gronduitgifte en bijdragen van derden.
Daarnaast heeft het gemeentebestuur voldoende middelen voor de actualisatie van de bestemmingsplannen beschikbaar gesteld. Deze middelen dekken de kosten voor het opstellen van de plannen en het doorlopen van de nodige procedure(s).
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Beschrijving Gemeentelijke Monumenten
Bijlage 1 Beschrijving gemeentelijke monumenten
Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit Beschermd Stadsgezicht
Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht
Bijlage 3 Eindverslag Vooroverleg
Bijlage 3 Eindverslag vooroverleg
Bijlage 4 Vooroverlegreacties
Bijlage 5 Eindverslag Vooroverleg Monumentenbeleidscommissie
Bijlage 5 Eindverslag vooroverleg Monumentenbeleidscommissie