KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Bedrijf - Afsluiterlocatie
Artikel 7 Bedrijventerrein
Artikel 8 Detailhandel
Artikel 9 Groen - Landschappelijke Beplanting
Artikel 10 Horeca
Artikel 11 Landgoed
Artikel 12 Maatschappelijk
Artikel 13 Maatschappelijk - Militair Terrein 1
Artikel 14 Maatschappelijk - Militair Terrein 2
Artikel 15 Natuur
Artikel 16 Natuur - Houtopstanden
Artikel 17 Recreatie
Artikel 18 Recreatie - Recreatiewoning
Artikel 19 Recreatie - Verblijf
Artikel 20 Sport
Artikel 21 Verkeer
Artikel 22 Verkeer - Spoorweg
Artikel 23 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 24 Water
Artikel 25 Wonen
Artikel 26 Wonen - Agrarisch
Artikel 27 Wonen - Kleine Woning
Artikel 28 Wonen - Vab
Artikel 29 Leiding - Gas
Artikel 30 Leiding - Riool
Artikel 31 Waarde - Archeologie Amk
Artikel 32 Waarde - Archeologie Lage Verwachtingswaarde
Artikel 33 Waarde - Archeologie Hoge Verwachtingswaarde
Artikel 34 Waarde - Archeologie Middelhoge Verwachtingswaarde
Artikel 35 Waarde - Gnn
Artikel 36 Waarde - Waardevol Landschap
Artikel 37 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 38 Anti-dubbeltelregel
Artikel 39 Algemene Bouwregels
Artikel 40 Algemene Gebruiksregels
Artikel 41 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 42 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 44 Algemene Procedureregels
Artikel 45 Van Toepassing Verklaring
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 46 Overgangsrecht
Artikel 47 Slotregel
Bijlage 1 Bedrijven Met Intensieve Veehouderij
Bijlage 2 Oppervlakten Gebouwen En Bedrijfstypen
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 4 Ontwikkelingsmogelijkheden Binnen Bestemming 'Recreatie - Verblijf'
Bijlage 5 Adressen Objectgebonden Overgangsrecht Recreatiewoningen En Bouwwerken Ten Behoeve Van Recreatief Nachtverblijf
Bijlage 6 Wonen Vab - Maatvoeringen
Bijlage 7 Wonen Vab - Erfinrichtingsplannen
Bijlage 8 Erfinrichtingsplannen - Overig
Bijlage 1 Voorbeelden Aan Huis Verbonden Beroep
Bijlage 2 Voorbeelden Aan Huis Verbonden Bedrijven
Bijlage 3 Wijzigingenlijst Voorafgaand Aan Vobp En Wijzigingenlijst Nav Inspraak En Overleg
Bijlage 4 Inspraak- En Vooroverlegverslag
Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Buitengebied Elburg 2012, actualisatie 2018

Bestemmingsplan - Gemeente Elburg

Vastgesteld op 28-01-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Elburg 2012, actualisatie 2018' met identificatienummer NL.IMRO.0230.BPBUITENGEB2018-VST1 van de gemeente Elburg;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan Buitengebied Elburg 2012

het bestemmingsplan 'Buitengebied Elburg 2012', zoals vastgesteld op 24 juni 2013 door de gemeenteraad van Elburg met identificatienummer NL.IMRO.0230.BPBUITENGEB2012-VST1;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aangebouwde bedrijfsruimte

een bedrijfsruimte, waaronder de deel, die is aangebouwd aan de voormalig agrarische bedrijfsbehuizing en die samen één bouwmassa vormen.

1.7 aan huis verbonden bedrijf

een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het leveren van diensten en/of het vervaardigen van ambachtelijke producten, geheel of overwegend door middel van handwerk, door de gebruik(st)er van de woning, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is, dat deze activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;

1.8 aan huis verbonden beroep

een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, administratief, medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.9 achtererfgebied

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;

1.10 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

1.11 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

1.12 agrarisch hulpbedrijf

een bedrijf dat is gericht op het leveren van dieren, diensten en goederen aan een agrarisch bedrijf of gericht is op het verwerken of opslaan van goederen, dieren en diensten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven;

1.13 andere geluidsgevoelige gebouwen

gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.14 archeologische verwachting

de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;

1.15 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;

1.16 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.17 bebouwingspercentage

een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van een vlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;

1.18 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.19 bedrijfsmatige exploitatie

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;

1.20 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.21 bedrijfswoning

een complex van ruimten in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, dan wel twee huishoudens in geval dat inwoning is toegestaan, welk huishouden(s) gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.22 bed en breakfast

een bedrijfsmatige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch-recreatieve activiteit, welke bedrijfsmatige voorziening ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;

1.23 beperkt kwetsbaar object

  1. a. :
    1. 1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
    2. 2. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  2. b. kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  3. c. hotels en restaurants, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  4. d. winkels, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  5. e. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  6. f. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder d, vallen;
  7. g. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  8. h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
  9. i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

1.24 beperkte agrarische bedrijfsvoering

bedrijfsvoering gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren met een omvang tussen de 5 en 40 Nge;

1.25 bestaand

  1. a. bij bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan:
    1. 1. bestaat, of;
    2. 2. wordt gebouwd, of;
    3. 3. nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging van het plan is ingediend;
a. bij bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  1. b. bij gebruik: het legale gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologisch regime, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.26 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.27 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.24 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.28 bijgebouw

een (vrijstaand of aangebouwd) gebouw dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, behorende bij een op hetzelfde bouw- of bestemmingsvlak gelegen woning, zoals garages, hobbyruimten en bergingen;

1.29 bloembollenteeltbedrijf

de teelt van bloembollengewassen geheel op de open grond;

1.30 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.31 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.32 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.33 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.34 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.35 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.36 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.37 bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf

een op de grond staand bouwwerk dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde een recreatiewoning.

1.38 bouwwijze

de wijze waarop een woning is gebouwd ten opzichte van andere woningen, zoals vrijstaand, aaneengebouwd en twee-aaneengebouwd;

1.39 bruto oppervlakte van gronden ten dienste van een zonnepark:

een zonnepark in zijn totaliteit inclusief bebouwing, hekwerk en loop- en onderhoudspaden, etc;

1.40 buitenopslag

het in de open lucht (tijdelijk) opslaan of opgeslagen houden van goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, waarvoor –met uitzondering van voer- en vaartuigen– een maximale hoogte van 4 m is toegestaan;

1.41 cultuurhistorische waarden

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.42 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van e-commerce;

1.43 deel

aan de (voormalige) agrarische bedrijfswoning aangebouwd of daar onlosmakelijk deel van uitmakend gedeelte dat in de oorspronkelijke situatie werd gebruikt ten behoeve van het agrarische bedrijf;

1.44 dienstverlening

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;

1.45 ecologische waarden

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de onderlinge betrekkingen tussen dieren en planten en de omgeving waarin zij leven;

1.46 e-commerce

een vorm van bedrijfsvoering waarbij het bedrijf uitsluitend goederen aan particulieren verhandelt door middel van contact met die particulieren, dat uitsluitend verloopt via e-mail, fax, internet, post of telefoon, waardoor geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en geen klanten op het bedrijf worden ontvangen en waarbij het bedrijfspand geen uitstraling heeft van een winkelpand, geen toonbank heeft en de goederen niet uitstalt ten verkoop en daarmee een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de bedrijvenfunctie, zijnde een magazijn en/of opslag van goederen;

1.47 extensieve dagrecreatie

recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;

1.48 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.49 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.50 Gelders Natuurnetwerk

samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang;

1.51 geluidsgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

1.52 geluidszoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.53 glastuinbouwbedrijf

niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat geheel of gedeeltelijk is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waarbij de productie in kassen plaatsvindt;

1.54 Groene Ontwikkelingszone

de Groene Ontwikkelingszone is ruimtelijk verweven met het GNN en hangt daar functioneel mee samen. In de Groene Ontwikkelingszone wordt ingezet op versterking van de samenhang tussen inliggende en aangrenzende natuurgebieden;

1.55 groepsaccommodatie

(deel van) een gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en waarin een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;

1.56 grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;

1.57 hobbymatig agrarisch grondgebruik

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze. Onder hobbymatig agrarisch gebruik wordt niet verstaan een volkstuin;

1.58 hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

1.59 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.60 horeca

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

1.61 intensieve veehouderij

een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waar tenminste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer, waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch worden gehouden (conform artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet) en waar geen dieren gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;

1.62 invloedsgebied

het gebied rondom een agrarisch bedrijf waarvoor geldt dat de wijziging van ammoniakemissie significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied;

1.63 inwoning

twee huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van een of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt, van waaruit de (verblijfs)ruimten bereikbaar moeten zijn en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn, met dien verstande dat het inwoongedeelte uit maximaal twee verblijfsruimten mag bestaan, geen trapopgang naar bovengelegen woonruimten mag hebben en niet mag zijn afgescheiden middels woningscheidende muren;

1.64 kampeermiddel

  1. a. een caravan (niet zijnde een stacaravan), vouwwagen, camper, (safari-)tent of tenthuisje;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, dat voor recreatief nachtverblijf gebruikt wordt;

tenten, tentwagens, kampeerauto's of toer- en stacaravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.65 kampeerplaats

een gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van kampeermiddelen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

1.66 kantoor

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/ het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.67 kas

een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, bloemen en/of planten;

1.68 kernkwaliteiten

de belangrijkste kwaliteiten van een gebied gelegen binnen het Gelders Natuurnetwerk dan wel de Groene Ontwikkelingszone of het Nationaal Landschap op het gebied van natuur en landschap, bestaande uit bestaande natuurwaarden, nog te ontwikkelen potentiële natuurwaarden en de omgevingscondities;

1.69 kijktuin

dagrecreatie in de vorm van een tuin die tegen betaling ten toon wordt gesteld met daaraan ondergeschikte horeca;

1.70 kleinschalig kampeerterrein

het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeermiddelen 25 kampeermiddelen, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal kampeermiddelen' aangegeven aantal, met dien verstande dat buiten de periode van 15 maart tot en met 31 oktober geen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;

1.71 kwekerij

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen nagenoeg zonder gebruik te maken van open grond en/of daglicht;

1.72 kwetsbaar object

  1. a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij de definitie voor beperkt kwetsbaar object;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen;
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

1.73 landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare – al dan niet begroeide – deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

1.74 landschappelijke inpassing

de inpassing van een nieuwe ontwikkeling gebruik makend van beplantingselementen, zodanig dat de kenmerken van het omringende landschap worden gerespecteerd en versterkt, waarbij zo mogelijk het Landschapsontwikkelingsplan Elburg 2011 als uitgangspunt wordt genomen;

1.75 landschapsplan

een plan waaruit de landschappelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling blijkt, zodanig dat de kenmerken van het omringende landschap worden gerespecteerd en versterkt, waarbij zo mogelijk het Landschapsontwikkelingsplan Elburg 2011 als uitgangspunt wordt genomen;

1.76 lpg-doorzet

de doorzet van lpg in m3 per jaar;

1.77 maatschappelijke voorzieningen

culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.78 manege

een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het stallen van paarden/pony's en/of het berijden van paarden/pony's, waaronder begrepen lesgeven, verhuur en het houden van wedstrijden en/of andere hippische evenementen;

1.79 multifunctionele bosbouw

het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap of milieu;

1.80 natuurwaarden

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge ecologische samenhang;

1.81 Nge

Nederlandse grootte-eenheden; zijnde een maat waarmee de economische productieomvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven;

1.82 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

de agrarische bedrijfsvoering die niet geheel of hoofdzakelijk van de open grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, maar waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen plaatsvindt, zoals varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij en champignonkwekerij en wormenkwekerij;

1.83 normaal agrarisch gebruik

het regulier gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede agrarische bedrijfsvoering en het agrarisch gebruik van de gronden;

1.84 normaal onderhoud, gebruik en beheer

werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen; hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde;

1.85 omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.86 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.87 onderbouw

het gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

1.88 ondergeschikte detailhandel

niet-zelfstandige detailhandel, uitsluitend zijnde detailhandel die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.89 ondergeschikte horeca

niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.90 ondergronds

onder peil;

1.91 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een dak;

1.92 paardenbak

een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten, en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;

1.93 paardenhouderij

een agrarisch bedrijf dat zich richt op het produceren van paarden die geschikt zijn voor een bepaalde taak zoals hengstenstations, opfokbedrijven, paarden- en ponyfokbedrijven, handelsstallen en africhtings- en trainingsstallen, africhtingsbedrijven e.d.;

1.94 peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte bovenkant van de afgewerkte begane vloer bij voltooiing van de bouw;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte bovenkant van de afgewerkte begane vloer bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

1.95 permanente bewoning

het bewonen van een ruimte als hoofdwoonverblijf;

1.96 plattelandswoning

een bedrijfswoning behorende tot of voorheen behorende tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

1.97 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.98 recreatiewoning

een gebouw dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.99 recreatief rustpunt

voorzieningen of activiteiten ten behoeve van extensieve dagrecreatie, zoals picknickplaatsen, theetuintheeschenkerij, kinderspeelweide, fietsoplaadpunt, het schenken van non-alcoholische dranken alsmede ijsverkoop;

1.100 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.101 sierteeltbedrijf

een agrarisch bedrijf ten behoeve van de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen;

1.102 Staat van Bedrijfsactiviteiten

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

1.103 stal

een agrarisch bedrijfsgebouw voor de huisvesting van landbouwhuisdieren;

1.104 staloppervlak

het bruto oppervlak van het dierenverblijf ten behoeve van intensieve veehouderij inclusief gangpaden, voerportalen en hygiëneruimten;

1.105 teeltondersteunende voorzieningen

constructies bedoeld ter tijdelijke ondersteuning van open grondteelt. Onder TOV worden in ieder geval verstaan tunnel- en boogkassen, containerteelt, schaduwhallen, hagelnetten, stellingen en regenkappen;

1.106 theeschenkerij

een aan de bestemming ondergeschikte activiteit, geen café/ restaurant of daaraan gelijk te stellen horecabedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. De activiteiten zijn gericht op het overdag verstrekken van alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren. Ten behoeve van deze activiteit mag 25 m2 terras worden ingericht en mag in bestaande gebouwen een gebruiksvloeroppervlak van maximaal 30 m2 worden ingericht. Indien op hetzelfde bouwperceel een bed en breakfast voorziening wordt uitgeoefend, dan bedraagt de gebruiksvloeroppervlakte ten behoeve van de theeschenkerij en ten behoeve van de gemeenschappelijke ruimte voor de bed en breakfast voorziening gezamenlijk niet meer dan 30 m2;

1.107 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.108 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waar sprake is van een duurzame werkgelegenheid voor tenminste één volwaardige arbeidskracht, die zijn hoofdberoep en een volledige dagtaak heeft in het bedrijf;

1.109 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;

1.110 voormalige boerderij

een voormalig agrarische bedrijfsbehuizing, bestaande uit een traditionele, streekeigen woning met inpandige bedrijfsruimte;

1.111 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, dan wel twee huishoudens in geval dat inwoning is toegestaan;

1.112 zonnepark

een grondstuk bedoeld om in te richten dan wel ingericht met zonnepanelen staande op maaiveld;

1.113 zorgboerderij

het bieden van de mogelijkheid tot zorg aan personen, door middel van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard en in de vorm van dagopvang, met overnachtingsgelegenheid voor de begeleiding.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de afstand tot de perceelsgrens

tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3

Bij de berekening van de inhoud van een bouwwerk worden ondergrondse bouwwerken niet meegerekend, tenzij het bouwwerk een recreatiewoning betreft.

2.4

Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak, met dien verstande dat de relatie bij de bestemming Wonen - VAB geldt tussen bouwvlak en aanduidingsgebied 'bijgebouwen'.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    1. 1. maximaal 1 bouwlaag van gebouwen mag worden gebruikt voor het houden van dieren zo nodig gebruik makend van volièresystemen, met dien verstande dat:
      a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - meerdere bouwlagen' meerdere bouwlagen voor het houden van dieren mogen worden gebruikt;
    2. 2. bloembollenteelt-, bloembollen-, fruit- en sierteeltbedrijven en glastuinbouwbedrijven niet zijn toegestaan;
    3. 3. intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' uitsluitend is toegestaan op de adressen zoals opgenomen in bijlage 1 binnen de aangegeven staloppervlakte;
    4. 4. intensieve veehouderij op overige gronden is toegestaan tot maximaal 1 ha dan wel de bestaande grotere oppervlakte;
    5. 5. overige zelfstandige niet-grondgebonden agrarische bedrijven niet zijn toegestaan;
  2. b. wonen in maximaal één bedrijfswoning per bedrijf, dan wel het bestaande aantal grotere bestaande aantal, bedrijfswoningen, waarbij inwoning is toegestaan in één van de aanwezige bedrijfswoningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  3. c. verkoop van streekeigen producten met maximaal verkoopoppervlakte van 50 m2;
  4. d. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
e. een ijsboerderij (productie en verkoop van ijs) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ijsboerderij' en een groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie', met een maximale gezamenlijke oppervlakte zoals aangeven in bijlage 2;
  1. e. de bestaande paardenbakken;
  2. f. paardenbakken bij een paardenhouderij;
  3. g. de bestaande kleinschalige kampeerterreinen met bijbehorende (sanitaire) voorzieningen;
  4. h. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;
  5. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stal 1' en 'specifieke bouwaanduiding - stal 2' tevens voor het gebruik als stal ten dienste van hobbymatig agrarisch gebruik;
  6. j. teeltondersteunende voorzieningen;
  7. k. extensieve dagrecreatie;
  8. l. wegen en paden, inclusief ontsluiting van woonpercelen;
  9. m. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen binnen het bouwvlak, groenvoorzieningen, tuinen en erven en bestaande nutsvoorzieningen.

3.2 bouwregels

3.3 afwijken van de bouwregels

3.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan:

  1. a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - erfinrichting 1' is alleen toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals weergegeven in “Bijlage 8 Erfinrichtingsplannen - Overig” aangegeven adres, is aangelegd en in stand wordt gehouden. Deze landschappelijke inpassing dient te bestaan uit de boomaanplant van beuken met een stamomtrek van 12-14 cm, gemeten op een hoogte van 1.30 m boven peil en een onderlinge afstand van 15 meter op gronden met de bestemming “Groen-Landschappelijke beplanting”.
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken worden gebruikt voor de genoemde doeleinden onder de voorwaarde dat binnen 3 jaar na de ingebruikname van de bouwwerken, uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing als bedoeld onder a.

3.5 afwijken van de gebruiksregels

3.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden

4.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    1. 1. maximaal 1 bouwlaag van gebouwen mag worden gebruikt voor het houden van dieren zo nodig gebruik makend van volièresystemen;
    2. 2. bloembollen-, fruit- en sierteeltbedrijven niet zijn toegestaan;
    3. 3. intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' uitsluitend is toegestaan op de adressen zoals opgenomen in bijlage 1 binnen de aangegeven staloppervlakte;
    4. 4. intensieve veehouderij op overige gronden is toegestaan tot maximaal 1 ha dan wel de bestaande grotere oppervlakte;
    5. 5. glastuinbouwbedrijven niet zijn toegestaan, met uitzondering van glastuinbouwbedrijven ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
    6. 6. overige zelfstandige niet-grondgebonden agrarische bedrijven niet zijn toegestaan;
  2. b. wonen in maximaal één bedrijfswoning per bedrijf, dan wel het bestaande aantal bedrijfswoningendan wel het grotere bestaande aantal, waarbij inwoning is toegestaan in één van de aanwezige bedrijfswoningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  3. c. verkoop van streekeigen producten met maximaal verkoopoppervlakte van 50 m2;
  4. d. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
  5. e. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden in het algemeen en specifiek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - kavelpatronen' mede de aanwezige kavelpatronen en ter plaatse van de aanduiding 'openheid''specifieke vorm agrarisch met waarden - openheid' mede de aanwezige openheid;
  6. f. een ijsboerderij (productie en verkoop van ijs) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ijsboerderij' en een groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie', met een maximale gezamenlijke oppervlakte zoals aangeven in bijlage 2;
  7. g. een loonbedrijf met bijbehorende buitenopslag als nevenactiviteit ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hulpbedrijf', met een maximale oppervlakte zoals aangeven in bijlage 2;
  8. h. de bestaande paardenbakken;
  9. i. paardenbakken bij een paardenhouderij;
  10. j. de bestaande kleinschalige kampeerterreinen met bijbehorende (sanitaire) voorzieningen;
  11. k. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;
  12. l. een natuurijsbaan gedurende de winterperiode van elk kalenderjaar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuurijsbaan';
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en agrarisch' uitsluitend voor de opslag van agrarische materialen;
  14. n. teeltondersteunende voorzieningen;
  15. o. extensieve dagrecreatie;
  16. p. wegen en paden, inclusief ontsluiting van woonpercelen;
  17. q. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  18. r. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen binnen het bouwvlak, groenvoorzieningen, tuinen en erven en de bestaande nutsvoorzieningen.

4.2 bouwregels

4.3 afwijken van de bouwregels

4.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan:

  1. b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - erfinrichting 2' is alleen toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals weergegeven in “Bijlage 8 Erfinrichtingsplannen - Overig” aangegeven adres, is aangelegd en in stand wordt gehouden. Deze landschappelijke inpassing dient te bestaan uit de boomaanplant van beuken met een stamomtrek van 12-14 cm, gemeten op een hoogte van 1.30 m boven peil, en een onderlinge afstand van 15 meter op gronden met de bestemming “Groen-Landschappelijke beplanting”.
  2. c. In afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken worden gebruikt voor de genoemde doeleinden onder de voorwaarde dat binnen 3 jaar na de ingebruikname van de bouwwerken, uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing als bedoeld onder a.

4.5 afwijken van de gebruiksregels

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.7 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Bedrijf

5.1 bestemmingsomschrijving

5.2 bouwregels

5.3 afwijken van de bouwregels

5.4 specifieke gebruiksregels

5.5 afwijken van de gebruiksregels

5.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf - Afsluiterlocatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Afsluiterlocatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  1. a. een afsluiterlocatie en bijbehorende gebouwen en bouwwerken en daarbij behorend(e):
  2. b. ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. verkeersvoorzieningen;
  5. e. odorantinstallaties;
  6. f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Bedrijventerrein

7.1 bestemmingsomschrijving

7.2 bouwregels

7.3 afwijken van de bouwregels

7.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting en bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo) met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens deze regels;
  2. b. een gebruik van de onbebouwde gronden voor opslag van goederen met een hoogte van meer dan 4 m.

7.5 afwijken van de gebruiksregels

Ander bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1.1 onder a voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  1. a. het bedrijf niet is opgenomen in de in bijlage 3 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 tot en met 3.1;
  2. b. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  3. c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 8 Detailhandel

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. wonen in maximaal één bedrijfswoning per bedrijf, dan wel het grotere bestaande aantal woningenmet dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  3. c. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven en bestaande nutsvoorzieningen.

8.2 bouwregels

8.3 afwijken van de bouwregels

8.4 afwijken van de gebruiksregels

8.5 wijzigingsbevoegdheid

Omschakeling van detailhandel naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het wijzigen van de bestemming 'Detailhandel' in de bestemming 'Wonen' en 'Agrarisch', zonder bouwvlak of 'Agrarisch met waarden', zonder bouwvlak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. het aantal woningen beperkt dient te blijven tot één dan wel het bestaande aantalmeerdere woningen binnen één woongebouw met een minimale inhoud per wooneenheid van 750 m3;
  2. b. per woning bijgebouwen zijn toegestaan tot een gezamenlijk oppervlakte van:
    1. 1. maximaal 100 m2 per woning binnen een bestemmingsvlak 'Wonen' met een oppervlakte tot 1.000 m2;
    2. 2. maximaal 150 m2 per woning binnen een bestemmingsvlak 'Wonen' met een oppervlakte tussen 1.000 m2 en 5.000 m2;
    3. 3. maximaal 200 m2 per woning binnen een bestemmingsvlak 'Wonen' waarvan de eigenaar de eigendom heeft van aaneengesloten gronden met een oppervlakte van meer dan 5.000 m2 , waarvan minimaal 1.000 m2 de bestemming 'Wonen' heeft ;
b. per woning, dan wel per woongebouw ten behoeve van meerdere woningen, zijn bijgebouwen toegestaan tot een gezamenlijk oppervlakte van 100 m2, met dien verstande dat bijgebouwen zijn toegestaan tot een gezamenlijk oppervlakte van 200 m2 mits:
1. de grotere oppervlakte noodzakelijk is in verband met het hobbymatig telen van gewassen en/of het houden van dieren;
2. de aanvrager de beschikking heeft over gronden met een oppervlakte van minimaal 5.000 m2 aansluitend aan de bestemming Wonen;
  1. c. sanering plaatsvindt van 50% van de bedrijfsgebouwen ten behoeve van detailhandel met een minimum oppervlak van 500 m2, met uitzondering van monumentale of karakteristieke bebouwing;
  2. d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  3. e. geen sprake is van significante effecten op kernkwaliteiten van de Groene Ontwikkelingszone.

Artikel 9 Groen - Landschappelijke Beplanting

9.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landschappelijke beplanting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de ontwikkeling en de instandhouding van landschappelijke beplanting;
  2. b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke waarden en natuurwaarden;
  3. c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  4. d. bestaande in- en uitritten;
  5. e. hobbymatige beweiding door vee, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch'.

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bestaande nutsvoorzieningen.

9.2 bouwregels

Bebouwing is nietUitsluitend de bestaande gebouwde nutsvoorzieningen zijn toegestaan.

9.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 10 Horeca

10.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca als bedoeld in bijlage 2 kolom type bedrijf;
  2. b. wonen in maximaal één bedrijfswoning per bedrijf, dan wel het grotere bestaande aantal met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  3. c. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven en bestaande nutsvoorzieningen.

10.2 bouwregels

10.3 afwijken van de bouwregels

Artikel 11 Landgoed

11.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de instandhouding van een landgoed als integrale beheerseenheid;
  2. b. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  3. c. de uitoefening van een agrarisch bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch' met dien verstande dat:
    1. 1. bloembollenteelt- en sierteeltbedrijven en glastuinbouwbedrijven niet zijn toegestaan;
    2. 2. intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' uitsluitend is toegestaan op de adressen zoals opgenomen in bijlage 1 binnen de aangegeven staloppervlakte;
    3. 3. intensieve veehouderij op overige gronden is toegestaan tot maximaal 1 ha dan wel de bestaande grotere oppervlakte;
    4. 4. overige zelfstandige niet-grondgebonden agrarische bedrijven niet zijn toegestaan;
  4. d. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;
  5. e. waterlopen;
  6. f. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke, natuur-, ecologische en cultuurhistorische waarden;
  7. g. verblijfsrecreatieve activiteiten met maximaal 50 standplaatsen ten behoeve van kampeermiddelen en bijbehorende parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  8. h. maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  9. i. een zorgboerderij ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij';
  10. j. een recreatieve kijktuin met een daarbij behorende seizoenstent ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - kijktuin';
  11. k. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden en bestaande nutsvoorzieningen.

11.2 bouwregels

11.3 afwijken van de bouwregels

11.4 afwijken van de gebruiksregels

11.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen als bedoeld in bijlage 2 kolom type bedrijf;
  2. b. wonen in maximaal één bedrijfswoning per bedrijf, dan wel het grotere bestaande aantal met dien verstande dat geen bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  3. c. een antennemast ten behoeve van telecommunicatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  4. d. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven en bestaande nutsvoorzieningen.

12.2 bouwregels

12.3 afwijken van de bouwregels

12.4 afwijken van de gebruiksregels

Artikel 13 Maatschappelijk - Militair Terrein 1

13.1 bestemmingsomschrijving

13.2 bouwregels

13.3 afwijken van de bouwregels

Artikel 14 Maatschappelijk - Militair Terrein 2

14.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Militair terrein 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een militair oefenterrein;
  2. b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke, ecologische waarden en natuurwaarden;
  3. c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  4. d. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden en bestaande nutsvoorzieningen.

14.2 bouwregels

14.3 afwijken van de bouwregels

14.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 15 Natuur

15.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke, ecologische waarden en natuurwaarden;
  2. b. multifunctionele bosbouw;
  3. c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  4. d. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden en bestaande nutsvoorzieningen.

15.2 bouwregels

15.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2 voor de bouw van:

  1. a. een voederberging, mits:
    1. 1. deze berging noodzakelijk is voor de instandhouding van de wildstand;
    2. 2. het oppervlak per berging niet groter wordt dan 6 m2;
    3. 3. de bouwhoogte niet hoger wordt dan 2,5 m;
  2. b. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de brandpreventie, mits de bouwhoogte niet hoger wordt dan 25 m;
  3. c. een beheersgebouw, mits:
    1. 1. dit beheersgebouw noodzakelijk is ten behoeve van beheer en onderhoud van het gebied;
    2. 2. het oppervlak niet groter wordt dan 150 m2;
    3. 3. de goothoogte niet hoger wordt dan 3 m;
    4. 4. de bouwhoogte niet hoger wordt dan 7 m;
    5. 5. de situering geen onevenredige afbreuk doet aan de landschappelijke, ecologische waarden en de natuurwaarden.

15.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16 Natuur - Houtopstanden

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Houtopstanden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, de versterking en/of het herstel van de aan de betreffende gronden eigen zijnde landschappelijke, natuur- en/of cultuurhistorische waarden;
  2. b. en de daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken.

16.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarbij de bouwhoogte maximaal 1 m mag bedragen.

16.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.2 voor de bouw van:

  1. a. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlak van maximaal 25 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 m, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 m, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten.

16.4 Specifieke gebruiksregels

16.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 Recreatie

17.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatieve activiteiten ter plaatse van de aanduiding:
'volkstuin' een volkstuinencomplex;
'modelvliegtuigbaan' een modelvliegtuigbaan;
'specifieke vorm van recreatie - midgetgolfbaan' een midgetgolfbaan;
'specifieke vorm van recreatie - recreatie havengebied' extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bedrijfsgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeer- en groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding en bestaande nutsvoorzieningen.

17.2 bouwregels

17.3 afwijken van de bouwregels

Artikel 18 Recreatie - Recreatiewoning

18.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor het bestaande aantal recreatiewoningen per bestemmingsvlak met bijbehorende gebouwen,bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en bestaande nutsvoorzieningen.

18.2 bouwregels

18.3 afwijken van de bouwregels

18.4 specifieke gebruiksregels

Artikel 19 Recreatie - Verblijf

19.1 bestemmingsomschrijving

19.2 bouwregels

19.3 afwijken van de bouwregels

19.4 specifieke gebruiksregels

19.5 afwijken van de gebruiksregels

19.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 20 Sport

20.1 bestemmingsomschrijving

20.2 bouwregels

20.3 afwijken van de bouwregels

20.4 afwijken van de gebruiksregels

Artikel 21 Verkeer

21.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op ontsluiting alsmede de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. het behoud van de landschappelijke waarde van onverharde wegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde wegen';
c. een verblijfsplaats voor campers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaats', met dien verstande dat:
1. per aanduiding maximaal 10 campers zijn toegestaan;
2. de verblijfsduur van een camper bedraagt maximaal 3 dagen;
  1. c. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  2. d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  3. e. een mobiele kiosk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - mobiele kiosk';
  4. f. nutsvoorzieningen;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.

21.2 bouwregels

21.3 afwijken van de bouwregels

21.4 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 22 Verkeer - Spoorweg

22.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen;
  2. b. parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en nutsvoorzieningen.

22.2 bouwregels

22.3 afwijken van de bouwregels

bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een doelmatig wegbeheer met een maximale bouwhoogte van 15 m.

Artikel 23 Verkeer - Verblijfsgebied

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;

en mede bestemd voor:

  1. d. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop';
  2. e. het tegengaan van te hoge bebouwing vanwege een straalpad, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - straalpad';
  3. f. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
  4. g. gasdrukmeet- en regelstations, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden;

met de daarbij behorende:

  1. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erven.

23.2 Bouwregels

23.3 Nadere eisen

Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.

Dit kan indien dit noodzakelijk is:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  3. c. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  4. d. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

Artikel 24 Water

24.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  2. b. waterberging en waterlopen;
  3. c. verkeer te water;
  4. d. watersport;
  5. e. het behoud en versterking van de natuurlijke en/of ecologische waarden;
  6. f. ligplaatsen voor maximaal 2 woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' met dien verstande dat de hoogte van woonschepen ten opzichte van het waterpeil maximaal de bestaande hoogte mag bedragen;
  7. g. ligplaats reddingsboot en kantoor reddingsmaatschappij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - botenhuisligplaats';

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers en bestaande nutsvoorzieningen.

24.2 bouwregels

Artikel 25 Wonen

25.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen in één bestaande woning per bestemmingsvlak, dan wel:
1. maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bestaande woningen, waarbij inwoning is toegestaan;
2. twee bestaande woningen in één gebouw per bestemmingsvlak op de locaties zoals aangegeven in bijlage 6, danwel twee woningen in één gebouw per bestemmingsvlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dubbele bewoning';
2. één woning ter plaatse van de aanduidingbinnen een bouwvlak;
b. inwoning;
c. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van een woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van een woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;
d. de bestaande paardenbakken;
e. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' is het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal kampeerplaatsen', aangegeven aantal kampeermiddelen met bijbehorende sanitaire voorzieningen toegestaan, niet zijnde stacaravans behoudens het bestaande aantal stacaravans;
ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' is het houden van een kampeerterrein met bijbehorende sanitaire voorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
1. het aantal kampeermiddelen, niet zijnde bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal kampeerplaatsen' aangegeven aantal;
2. het aantal bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf bedraagt ten hoogste 4, met dien verstande dat het gezamenlijk aantal kampeermiddelen en bouwwerken als bedoeld in respectievelijk sub 1 en dit sublid 2 niet meer bedraagt dan 25;
e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is detailhandel toegestaan tot maximaal 125 m2vloeroppervlakte;
f. een kijktuin ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - kijktuin';
g. een bestaand gastenverblijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gastenverblijf';
h. een bestaande vergaderlocatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vergaderlocatie';
i. het behoud van de cultuurhistorische en architectonische waarde van het bestaande pompgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - pompgebouw';
j. gasdrukmeet- en regelstations, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afzonderlijk bijgebouw' is tevens inpandige opslag van agrarisch materieel toegestaan;
l. wegen en paden;
m. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, water en de bestaande nutsvoorzieningen.

25.2 bouwregels

25.3 afwijken van de bouwregels

25.4 afwijken van de gebruiksregels

25.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Wonen - Agrarisch

26.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in één bestaande woning per bestemmingsvlak, dan wel maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bestaande woningen, waarbij inwoning is toegestaan;
    1. 1. twee bestaande woningen in één gebouw per bestemmingsvlak op de locaties zoals aangegeven in bijlage 6;
  2. b. inwoning;
  3. c. beperkte agrarische bedrijfsvoering waarbij zelfstandige niet-grondgebonden agrarische bedrijven niet zijn toegestaan;
  4. d. opslag van hekmateriaal ten behoeve van een hek- en montagebedrijf met bijbehorende en ondergeschikte administratieve ruimte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hek- en montagebedrijf', met dien verstande dat:
    1. 1. opslag uitsluitend mag plaatsvinden binnen gebouwen;
    2. 2. het gezamenlijke vloeroppervlak van de gebouwen ten dienste van opslag van hekmateriaal en ondergeschikte administratieve ruimte niet meer bedraagt dan 300 m2;
  5. e. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van de woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;
  6. f. de bestaande kleinschalige kampeerterreinen met bijbehorende (sanitaire) voorzieningen;
  7. g. de bestaande paardenbakken;
  8. h. wegen en paden;
  9. i. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en de bestaande nutsvoorzieningen.

26.2 bouwregels

26.3 afwijken van de bouwregels

26.4 afwijken van de gebruiksregels

26.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Wonen - Kleine Woning

27.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Kleine woning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen inde bestaande kleine woningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is detailhandel toegestaan tot maximaal 125 m2vloeroppervlakte;

met bergingenbijbehorende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en bestaande nutsvoorzieningen.

27.2 bouwregels

27.3 afwijken van de bouwregels

27.4 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Wonen - Vab

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in woningen die zijn gerealiseerd op basis van een regeling Vrijgekomen Agrarische Bebouwing;
  2. b. inwoning;
  3. c. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlak van per woning en niet meer dan 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak per woning en bijbehorende gebouwen, met een maximum van 150 m2;
  4. d. de bestaande paardenbakken;
  5. e. wegen en paden;
  6. f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, water en de bestaande nutsvoorzieningen.

28.2 Bouwregels

28.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor woondoeleinden, zonder aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing ter plaatse van het in “Bijlage 7 Erfinrichtingsplannen” aangegeven adres of het met 'specifieke bouwaanduiding' aangeduide gebied conform het voor dat woonperceel vastgestelde erfinrichtingsplan;
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken worden gebruikt voor woondoeleinden onder de voorwaarde dat binnen 3 jaar na de ingebruikname van de bouwwerken, uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing als bedoeld onder a.

28.4 Afwijken van de gebruiksregels

28.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 29 Leiding - Gas

29.1 bestemmingsomschrijving

29.2 bouwregels

29.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2 voor het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen indien de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.

29.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 30 Leiding - Riool

30.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  1. a. een ondergrondse hoofdtransportrioolleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool';
  2. b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

30.2 bouwregels

30.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van verlenen van het bepaalde in artikel 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.

30.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Waarde - Archeologie Amk

31.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie AMK' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

31.2 bouwregels

31.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:

  1. a. de afmetingen van bouwwerken;
  2. b. de situering van bouwwerken;
  3. c. de inrichting en het gebruik van gronden;

indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

31.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie AMK' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien:

  1. a. op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; dan wel
  2. b. er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Artikel 32 Waarde - Archeologie Lage Verwachtingswaarde

32.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

32.2 bouwregels

32.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:

  1. a. de afmetingen van bouwwerken;
  2. b. de situering van bouwwerken;
  3. c. de inrichting en het gebruik van gronden;

indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

32.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:

  1. a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van ander archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
  2. b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' te wijzigen in 'Waarde - Archeologie AMK' indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 33 Waarde - Archeologie Hoge Verwachtingswaarde

33.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

33.2 bouwregels

33.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:

  1. a. de afmetingen van bouwwerken;
  2. b. de situering van bouwwerken;
  3. c. de inrichting en het gebruik van gronden;

indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

33.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:

  1. a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
  2. b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' te wijzigen in 'Waarde - Archeologie AMK' indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 34 Waarde - Archeologie Middelhoge Verwachtingswaarde

34.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

34.2 bouwregels

34.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:

  1. a. de afmetingen van bouwwerken;
  2. b. de situering van bouwwerken;
  3. c. de inrichting en het gebruik van gronden;

indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

34.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:

  1. a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachtingswaarde' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
  2. b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachtingswaarde' te wijzigen in 'Waarde - Archeologie AMK' indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 35 Waarde - Gnn

35.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - GNN' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, herstel en bescherming van de aanwezige natuurwaarden en voor de ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden.

35.2 voorwaarden omgevingsvergunning of wijzigingsbevoegdheid

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:

  1. a. het verlenen een omgevingsvergunning met afwijking van de bouw- of gebruiksregels; of
  2. b. een wijziging van het plan; of
  3. c. het verlenen van een omgevingsvergunning voor een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten van het gebied, met dien verstande dat de kernkwaliteiten geen belemmering vormen voor het nemen van dat besluit:

    1. 1. voor zover mitigerende maatregelen deze aantasting te niet doen, of;
    2. 2. voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
      1. a. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid of het verlenen van een omgevingsvergunning van groot openbaar belang is;
      2. b. er geen reële alternatieven voor het voorgenomen besluit zijn;
      3. c. de aantasting zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen;
      4. d. voor zover aantasting niet door mitigerende maatregelen wordt beperkt, worden hiervoor compenserende maatregelen getroffen.

35.3 advies

Een in het plan opgenomen bevoegdheid om:

  1. a. bij omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- of gebruiksregels; of
  2. b. bij omgevingsvergunning bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden toe te staan; of
  3. c. het plan te wijzigen,

en waarmee sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied, wordt niet eerder toegepast dan nadat advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap.

35.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de voor 'Waarde - GNN' aangewezen gronden de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Natuur', indien:

  1. a. de gronden zijn verworven of ontpacht ten behoeve van het realiseren van de natuurfunctie;
  2. b. een overeenkomst voor functieverandering door middel van particulier natuurbeheer is gesloten; of
  3. c. Gedeputeerde Staten hebben besloten aan Provinciale Staten voor te stellen om de Kroon te verzoeken een onteigeningsbesluit te nemen als bedoeld in artikel 78 van de Onteigeningswet en Gedeputeerde Staten een kopie van hun besluit aan burgemeester en wethouders hebben gezonden met het verzoek over te gaan tot vaststelling van het wijzigingsplan.

Artikel 32 Waarde - EHS

32.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - EHS aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het ontwikkelen en in stand houden van de natuur- en landschapswaarden.

32.2 specifieke gebruiksregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen dient alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van de daar opgenomen afwijking- en wijzigingsbevoegdheden advies te worden verkregen van een deskundige op het gebied van natuur en landschap, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied.

32.3 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de gronden van het plan met de dubbelbestemming Waarde - EHS wijzigen door de andere daar voorkomende bestemmingen te wijzigen in de bestemming Natuur, mits:

  1. a. de oppervlakte van de natuurontwikkeling maximaal 25 ha bedraagt;
  2. b. in een inrichtings- en beheersvisie de ecologische verbindingszone is uitgewerkt;
  3. c. advies is verkregen van een deskundige op het gebied van natuur en landschap;
  4. d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  5. e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gron

Artikel 33 Waarde - EHS verweving

33.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - EHS verweving aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het ontwikkelen en in stand houden van de natuur- en landschapswaarden.

33.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen dient alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van de daar opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden advies te worden verkregen van een deskundige op het gebied van natuur en landschap, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied.

Artikel 36 Waarde - Waardevol Landschap

36.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Waardevol landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het ontwikkelen en in stand houden van de kernkwaliteiten van het landschaplandschapswaarden.

36.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen dient alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van de daar opgenomen afwijking- en wijzigingsbevoegdheden te worden aangetoond dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied.

Artikel 37 Waterstaat - Waterkering

37.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.

37.2 bouwregels

37.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 37.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.

37.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 38 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 39 Algemene Bouwregels

39.1 Bestaande maatvoering

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de kaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

39.2 Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd binnen de contouren van het hoofdgebouw of buiten deze contouren voorzover de oppervlakte niet groter is dan de toegestane oppervlakte bijgebouwen tot een maximum van 100 m2, met dien verstande dat de ondergrondse bouwdiepte maximaal 3 m mag bedragen.

39.3 Geluidzones

39.4 Parkeer-, laad- en losruimte

Artikel 40 Algemene Gebruiksregels

40.1 Strijdig gebruik met alle bestemmingen

Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van bagger, grond, puin, grind en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen of onderdelen daarvan, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden als uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud. Onder het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud wordt in ieder geval verstaan het gebruik van een bouwperceel behorende bij een woning voor de stalling van maximaal 1 toercaravan;
  4. d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

40.2 Parkeren

Wanneer parkeren ten behoeve van het gebruik op eigen terrein moet plaatsvinden, dan is dit gebruik toegestaan

40.3 Strijdig gebruik - functiewijziging met grotere parkeerbehoefte

Artikel 41 Algemene Aanduidingsregels

41.1 geluidzone - industrie

41.2 overige zone - kerkenpad

39.2 kerkenpad

41.3 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

41.4 veiligheidszone - bedrijven

41.5 veiligheidszone - lpg

41.6 vrijwaringszone - molenbiotoop

41.7 vrijwaringszone - straalpad

Artikel 42 Algemene Afwijkingsregels

42.1 Kleinschalige afwijkingen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. in het plan genoemde goothoogten en bouwhoogten, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten en bouwhoogten;
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,0 m en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 45 m en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m;
  4. d. de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 25 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m ten dienste van het openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes, alsmede andere bouwwerken, zoals muurtjes, standbeelden en lichtmasten; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen uitgezonderd;
  5. e. de bouw van een schuilgelegenheid voor dieren met een oppervlakte van maximaal 15 m2 en een hoogte van maximaal 2,7 m, mits de perceelsgrootte minimaal 1 ha bedraagt en het perceel niet direct grenst aan het erf van de woning van de aanvrager van de omgevingsvergunning.

42.2 Voorwaarden afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 42.1 kan slechts worden verleend, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

42.3 Plattelandswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande, dat:

  1. a. er sprake is van een legale agrarische bedrijfswoning binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden';
  2. b. er een daadwerkelijk functionerend agrarisch bedrijf aanwezig is binnen hetzelfde agrarisch bouwvlak hetzij als zelfstandig bedrijf hetzij als onderdeel van een ander agrarisch bedrijf;
  3. c. er wordt aangetoond, dat het gebruik van de agrarische bedrijfswoning ten behoeve van de bedrijfsvoering van het bijbehorende bedrijf niet meer nodig is;
  4. d. alle betrokken partijen zijn geïnformeerd over het voornemen tot aanwijzing van de plattelandswoning, blijkende uit een door betrokken partijen ondertekende verklaring of een aan deze partijen gerichte kennisgeving van de aanvrager, die als bijlage bij het verzoek en de onderbouwing wordt gevoegd;
  5. e. er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat passend bij de plattelandswoning;
  6. f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het landschappelijk erfbebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de milieusituatie, voorzover niet vallende onder het bepaalde in sub e;
  7. g. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  8. h. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  9. i. er gebruik wordt gemaakt van de bestaande inritten tenzij de noodzaak bestaat om de plattelandswoning apart te ontsluiten, waarbij een afweging plaats vindt van de belangen van de verkeersveiligheid en van een goed woon- en leefklimaat.

42.4 Erfafscheiding

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het binnen een bouwperceel oprichten van een erfafscheiding hoger dan 1 meter op hoeksituaties grenzend aan de openbare weg of aan openbare parkeervoorzieningen, mits:

  1. a. deze minimaal 1 m achter de voorgevel staat;
  2. b. de maximale bouwhoogte 2 m bedraagt;
  3. c. de verkeersveiligheid dit toelaat.

42.5 Zonnepanelen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het oprichten van zonnepanelen ten dienste van opwekking van elektriciteit voor eigen gebruik, een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de zonnepanelen, mits:

  1. a. de zonnepanelen worden opgericht binnen een bouwvlak, dan wel een bouwperceel indien geen bouwvlak aanwezig is, bij een gebouw, met dien verstande dat:
    1. 1. indien binnen het bouwvlak, dan wel bouwperceel, geen reële mogelijkheden bestaan, de zonnepanelen ook mogen worden opgericht op gronden met de bestemming Agrarisch direct aansluitend aan het bouwvlak dan wel bouwperceel van een gebouw;
  2. b. de afwijking geen betrekking heeft op gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden';
  3. c. de bouwhoogte maximaal 1,5 m bedraagt;
  4. d. de gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m² bedraagt;
  5. e. de afstand tot de bouwperceelgrens minimaal 3 m bedraagt;
  6. f. zonnepanelen niet worden opgericht voor de voorgevel van een woning of bedrijfswoning;
  7. g. er sprake is van een streekeigen landschappelijke inpassing, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld, met dien verstande dat de landschappelijke inpassing moet zijn gerealiseerd binnen 3 jaren na verlening van de omgevingsvergunning.

Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels

43.1 Wijziging verplaatsing recreatiewoning en kleine woning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het wijzigen van de bestemmingen van gronden binnen een afstand van 10 m voor onder andere het verplaatsen van een recreatiewoning of kleine woning:

  1. a. tot de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' in de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning';
  2. b. tot de bestemming 'Wonen - Kleine woning' in de bestemming 'Wonen - Kleine woning', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. de wijziging heeft uitsluitend betrekking op verplaatsing van vrijstaande kleine woningen dan wel wanneer de kleine woning onderdeel is van twee woningen in één gebouw de verplaatsing van dit hele gebouw;
    2. 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    3. 3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

41.2 Wijziging verkeersveiligheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verplaatsen van bestemmingsvlakken en voor het verleggen van bestemmingsgrenzen van de ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' voorkomende bestemmingen ten behoeve van de verkeersveiligheid van de weg, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de gronden mogen uitsluitend worden bestemd voor de ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' ten tijde van de inwerkingtreding van het plan voorkomende bestemmingen;
  2. b. het aantal woningen mag niet worden vergroot;
  3. c. alle gebouwen en bouwwerken ter plaatse van de bestemming 'Wonen' voorafgaand aan het wijzigingsplan dienen te zijn gesloopt alvorens op de nieuwe locatie een woning wordt gerealiseerd;
  4. d. er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  5. e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

41.3 Wijziging aanleg parkeerplaats

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' wijzigen, in die zin dat de bestemmingen 'Agrarisch', 'Groen - Landschappelijke beplanting' en 'Bedrijf' worden gewijzigd in de bestemming 'Verkeer' met inachtneming van de voorwaarden dat:

  1. a. wordt aangetoond dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen vanuit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, archeologie en exploitatie;
  2. b. de in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  3. c. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  4. d. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 20 van overeenkomstige toepassing zijn.

43.2 Algemene wijzigingen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  1. a. het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
    2. 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    3. 3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het toestaan van de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en een inhoud van ten hoogste 75 m3 ten dienste van het openbare nut en overige openbare dienstverlening;
  3. c. de reconstructie van de binnen het plangebied gelegen wegen, met dien verstande dat de op de verbeelding voorkomende bestemming 'Verkeer' of de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' ter weerszijden met ten hoogste 25 m mag worden verbreed.

Artikel 44 Algemene Procedureregels

Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:

  1. a. bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
  2. b. voor zover het geluidgevoelige functies betreft, wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 39.3met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
  3. c. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
  4. d. met betrekking tot de externe veiligheid een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
  5. e. beschermde planten- en diersoorten en biotopen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is;
  7. g. geen sprake is van significante effecten op kernkwaliteiten van de Groene Ontwikkelingszone.

Artikel 45 Van Toepassing Verklaring

Binnen het plangebied van het plan zijn van toepassing de regels en verbeelding, welke deel uitmaken van het bestemmingsplan Buitengebied Elburg 2012, met dien verstande dat die regels en verbeelding als volgt worden herzien:

  1. a. de geel gearceerde regels zijn toegevoegd c.q. gewijzigd ten opzichte van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Elburg 2012;
  2. b. de doorgestreepte regels zijn verwijderd uit de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Elburg 2012;
  3. c. de verbeelding bestaat uit alle onderdelen die een wijziging betreffen ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied Elburg 2012. Deze zijn niet expliciet aangeduid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 46 Overgangsrecht

46.1 overgangsrecht bouwwerken

46.2 overgangsrecht gebruik

Artikel 47 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Elburg 2012, actualisatie 2018'.

Bijlage 1 Bedrijven Met Intensieve Veehouderij

Bijlage 1 Bedrijven met intensieve veehouderij

Bijlage 2 Oppervlakten Gebouwen En Bedrijfstypen

Bijlage 2 Oppervlakten gebouwen en bedrijfstypen

Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 4 Ontwikkelingsmogelijkheden Binnen Bestemming 'Recreatie - Verblijf'

Bijlage 4 Ontwikkelingsmogelijkheden binnen bestemming 'Recreatie - Verblijf'

Bijlage 5 Adressen Objectgebonden Overgangsrecht Recreatiewoningen En Bouwwerken Ten Behoeve Van Recreatief Nachtverblijf

Bijlage 5 Adressen objectgebonden overgangsrecht recreatiewoningen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf

Bijlage 6 Wonen Vab - Maatvoeringen

Bijlage 6 Wonen VAB - maatvoeringen

Bijlage 7 Wonen Vab - Erfinrichtingsplannen

Bijlage 7 Wonen VAB - erfinrichtingsplannen

Bijlage 8 Erfinrichtingsplannen - Overig

Bijlage 8 Erfinrichtingsplannen - overig

Bijlage 1 Voorbeelden Aan Huis Verbonden Beroep

Bijlage 1 voorbeelden aan huis verbonden beroep

Bijlage 2 Voorbeelden Aan Huis Verbonden Bedrijven

Bijlage 2 voorbeelden aan huis verbonden bedrijven

Bijlage 3 Wijzigingenlijst Voorafgaand Aan Vobp En Wijzigingenlijst Nav Inspraak En Overleg

Bijlage 3 wijzigingenlijst voorafgaand aan vobp en wijzigingenlijst nav inspraak en overleg

Bijlage 4 Inspraak- En Vooroverlegverslag

Bijlage 4 inspraak- en vooroverlegverslag

Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 5 nota van beantwoording zienswijzen