Bedrijventerrein Doornspijk - De Glinde
Bestemmingsplan - Gemeente Elburg
Vastgesteld op 29-05-2013 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan:
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Doornspijk - De Glinde van de gemeente Elburg.
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0230.BPDEGLINDE2013-VST1 met de bijbehorende regels en bijlagen.
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
ander werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde;
antenne:
een constructie bestaande uit een mast, een vang- en zenddraad of een stelsel van draden, dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden;
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
bedrijf:
elke onderneming of gedeelte van een onderneming, welke een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en als zodanig gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten; organisatorisch zelfstandige eenheden als hier bedoeld, welke door of vanwege de overheid worden geleid, worden voor de toepassing van deze planregels eveneens als bedrijf aangemerkt;
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfswoning verstaan;
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming, wenselijk is;
Bevi-inrichting:
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dit geldt op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan;
bestaand:
- ten aanzien van bebouwing: bebouwing, aanwezig ten tijde van de ter inzagelegging van het plan;
- ten aanzien van gebruik: gebruik, dat bestaat ten tijde van de inwerking treding van het plan;
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand niet voor bewoning bestemd gebouw, dat zowel in ruimtelijk als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
bouwmarkt
een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats, waarop het volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad aan zowel de vakman als aan de particulier op basis van zelfbediening en in principe tegen contante betaling wordt aangehouden.
Onder het volledig assortiment bouw- en doe-het-zelfproducten wordt verstaan:
- bouwproducten (c.q. bouwmaterialen): ijzerwaren, sanitair, elektra, bouw-grondstoffen, hout- en houtwaren, keukens en kasten, wand- en vloertegels;
- doe-het-zelfassortiment: tuinartikelen, verf en verfwaren, beitsen, houtveredelingsmiddelen, verfbenodigdheden, lijmen, kitten en vulmiddelen, hand- en elektrisch gereedschap, behang en behangbenodigdheden;
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel.
onbekend 2012 :
de bouwverordening van de Gemeente Elburg, vastgesteld op door de gemeenteraad op 23 mei 2012;
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; tenzij in deze regels anders is bepaald;
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in volumineuze goederen:
detailhandelbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling zoals detailhandel in landbouwwerktuigen en -machines, machines ten behoeve van bedrijven, autobanden, -uitlaten en automaterialen, badkamers, keukeninrichtingen, auto's, caravans, boten, keukens, sanitair, bouwmaterialen, tuinartikelen en woninginrichtingen;
erf:
de oppervlakte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw;
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
onderkomen:
een voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, kampeermiddel en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerk zijn aan te merken;
overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand;
peil:
- voor een gebouw, gebouwencomplex of ander bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte;
- voor een gebouw, gebouwencomplex of ander bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogste aangrenzende terreingedeelte;
- indien het gebouw, gebouwencomplex of bouwwerk is gelegen in geaccidenteerd terrein of tussen twee wegen, geldt het peil van het hoogst aangrenzende terrein- of weggedeelte nabij de voorgevel van het gebouw;
perceelsgrens:
de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut;
praktijkruimte:
bedrijfsruimte ten behoeve van beoefenaren van vrije beroepen, zoals artsen, tandartsen, architecten, accountants en daarmee gelijk te stellen beroepen;
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
- een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een privéhuis of een erotische massagesalon;
- een seksbioscoop;
- een seksautomatenhal;
- een sekstheater, seksclub of parenclub,
al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel;
Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen als bijlage bij deze regels;
straatmeubilair:
bouwwerken ten behoeve van de aankleding van het openbaar gebied, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstwerken, speeltoestellen alsmede telefooncellen, abri's en bouwwerken voor kleinschalige (openbare) nutsvoorzieningen;
voorgevel:
- 1. de gevel aan de voorzijde van een gebouw;
- 2. de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de weg grenst, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
woning:
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van maximaal één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein:
wordt gemeten buitenwerks en 1 meter boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld;
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de breedte van een gebouw:
wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens:
wordt gemeten tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens; luifels, balkons en dakoverstekken tot maximaal 1 meter uit de gevel niet meegerekend;
de bruto-vloeroppervlakte (b.v.o.):
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren of bedrijven of andere functies, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, wordt opgeteld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 en 2 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten welke niet genoemd zijn in de categorieën 1 en 2, maar welke naar milieuplanologische hinder met de toegelaten categorieën vergelijkbaar zijn;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' tevens voor bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 t/m 3.1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijfsactiviteiten welke niet genoemd zijn in de categorieën 1 t/m 3.1, maar welke naar milieuplanologische hinder met de toegelaten categorieën vergelijkbaar zijn;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'zone - bedrijfsrepresentatieve bebouwing' tevens voor:
- 1. het bestaande aantal bedrijfswoningen;
- 2. in aanvulling op het bepaalde onder 1, tevens voor maximaal zes bedrijfswoningen binnen het totale aangeduide gebied;
- d. tevens voor de bestaande bouwmarkten ter plaatse van de percelen met de volgende adressen:
- 1. Zuiderzeestraatweg West 101;
- 2. Zuiderzeestraatweg West 105;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor maximaal één bedrijfswoning per aanduidingsvlak;
- f. groenvoorzieningen en water;
- g. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen,
met de bij deze bestemming behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
3.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van lid 3.3 niet kunnen worden gebouwd;
- b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
- c. het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenstroken, plantsoenen, bermen, afschermende groenvoorzieningen;
- b. waterinfiltratievoorzieningen zoals wadi's;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' voor perceelontsluitingswegen en ontsluitingswegen voor het achterliggende / aangrenzende bedrijventerrein;
- d. ter plaatst van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - erfafscheiding' in ieder geval voor een erfafscheiding in de vorm van een ander bouwwerk of een groene haag, met een hoogte van ten minste 2 m;
- e. voet- en fietspaden;
- f. kunstwerken;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. andere groen- en speelvoorzieningen en water,
met de bij deze bestemming behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede bruggen en duikers.
4.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken noodzakelijk voor of ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. als gebouwen uitsluitend gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud en nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd, waarbij:
- 1. de inhoud van een gebouw maximaal 25 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen;
- b. de bouwhoogte van lichtmasten en verwijsborden maximaal 6 meter en de overige andere bouwwerken maximaal 3 meter mag bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van lid 4.3 niet kunnen worden gebouwd;
- b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
- c. het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter;
- d. het toevoegen van de aanduiding 'ontsluiting' voor perceelsontsluitingswegen en ontsluitingswegen voor het achterliggende c.q. aangrenzende bedrijventerrein, ten behoeve van de bereikbaarheid van het perceel.
Artikel 5 Tuin
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen en open erven,
- b. toegangspaden;
met de daarbij behorende andere bouwwerken.
5.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend andere bouwwerken noodzakelijk voor of ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd en waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- 2,5 m voor pergola's;
- 1 m voor overige andere bouwwerken.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met een stroomfunctie van doorgaande aard; waarbij geldt dat de as van de weg in of ten hoogste 1 m uit de figuur 'as van de weg' moet liggen;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. waterinfiltratievoorzieningen en water;
- g. andere verkeersvoorzieningen, zoals bushaltes - zulks met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen,
met de bij deze bestemming behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede bruggen en duikers, zulks met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen.
6.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken noodzakelijk voor en ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. gebouwen mogen worden gebouwd, waarbij:
- 1. de inhoud van een gebouw maximaal 25 m3 mag bedragen;
- 2. bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen;
- b. de bouwhoogte van lichtmasten en verkeersborden maximaal 12 meter en van de overige andere bouwwerken maximaal 3 meter mag bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van lid 6.3 niet kunnen worden gebouwd;
- b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
- c. het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter.
Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen van niet doorgaande aard, zoals woonstraten en woonerven;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen en water;
- g. andere verkeersvoorzieningen, zoals bushaltes - zulks met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen;
met de bij deze bestemming behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede bruggen en duikers.
7.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken noodzakelijk voor of ten dienste van de onder 7.1 genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. als gebouwen uitsluitend gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud en nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd, waarbij:
- 1. de inhoud van een gebouw maximaal 25 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen;
- b. de bouwhoogte van lichtmasten en verwijsborden maximaal 10 meter en de overige andere bouwwerken maximaal 3 meter mag bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van lid 7.3 niet kunnen worden gebouwd;
- b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
- c. het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter.
Artikel 8 Leiding - Riool
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde dubbelbestemming geldt dat uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. de inhoud van gebouwen maximaal 25 m3 mag bedragen;
- b. de bouwhoogte van gebouwen maximaal 3 meter mag bedragen;
- c. de bouwhoogte van andere bouwwerken maximaal 4 meter mag bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van lid 6.3 niet kunnen worden gebouwd;
- b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
- c. het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter.
Artikel 9 Waarde - Archeologie 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 9.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de afmetingen van bouwwerken;
- b. de situering van bouwwerken;
- c. de inrichting en het gebruik van gronden;
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien:
- a. op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; dan wel
- b. er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Overschrijding bouwgrenzen
11.2 Ondergronds bouwen
Ondergronds bouwen is toegestaan met dien verstande dat:
- a. dit plaatsvindt binnen de contouren van bovengrondse gebouwen; en binnen de rooilijnvoorschriften uit de Bouwverordening 2012;
- b. de maximale bouwdiepte onder maaiveld 3,00 meter bedraagt;
- c. specifieke gebiedskenmerken zich hier niet tegen verzetten (bijvoorbeeld in verband met geohydrologie of in historisch- / archeologisch belangrijke gebieden).
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.
12.2 Bijzonder gebruiksverbod
12.3 Uitzondering gebruiksverbod
Het bepaalde in 12.1 en 12.2 is niet van toepassing voor zover het betreft:
- a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
- b. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen, andere open terreinen en watergangen;
- c. het stallen van maximaal één toercaravan op het erf van een woning.
12.4 Afwijken van het gebruiksverbod
Burgemeester en wethouders kunnen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 12.2.1 sub d en 12.2.2 sub b, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
13.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn, onverminderd de wijzigingsbevoegdheden die in de artikelen 3 t/m 9 al zijn gegeven, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.
13.2 Bouwperceel
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd ten behoeve van het verbeteren van de bruikbaarheid van de verkaveling, het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op een vergroting met ten hoogste 20% van de perceelsoppervlaktes zoals genoemd elders in het plan.
13.3 Procedure bij wijzigen ex artikel 3.6 Wro
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Artikel 14 Algemene Procedureregels
14.1 Procedureregels bij wijzigen ex artikel 3.6 Wro
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
14.2 Procedureregels bij het stellen van nadere eisen
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eisen is de volgende procedure van toepassing.
- a. Het voornemen, waarbij toepassing wordt gegeven aan het stellen van nadere eisen, ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken ter gemeentesecretarie ter inzage.
- b. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend.
- c. De bekendmaking houdt in mededeling van de mogelijkheid voor belanghebbenden tot het indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het voornemen gedurende de onder a genoemde termijn.
- d. Indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed.
- e. Burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede en maken het besluit op de voorgeschreven wijze bekend.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
15.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Doornspijk - De Glinde.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Elburg op 16 december 2013.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten