KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Bedrijf - Autoverhuur
Artikel 5 Bedrijf - Benzineservicestation
Artikel 6 Bedrijf - Garage
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 8 Bos
Artikel 9 Dienstverlening
Artikel 10 Gemengd
Artikel 11 Gemengd - Bedrijven En Kantoren
Artikel 12 Gemengd - Detailhandel En Dienstverlening
Artikel 13 Groen
Artikel 14 Horeca
Artikel 15 Maatschappelijk
Artikel 16 Maatschappelijk - Defensie
Artikel 17 Maatschappelijk - Onderwijs
Artikel 18 Maatschappelijk - Religie
Artikel 19 Natuur - Houtopstanden
Artikel 20 Natuur - Ontwikkelingsgebied
Artikel 21 Recreatie
Artikel 22 Verkeer
Artikel 23 Verkeer - Railverkeer
Artikel 24 Verkeer - Verblijfsdoeleinden
Artikel 25 Wonen
Artikel 26 Wonen - Autoboxen
Artikel 27 Wonen - Bijzondere Woonvorm
Artikel 28 Wonen - Gestapeld
Artikel 29 Leiding - Gas
Artikel 30 Leiding - Riool
Artikel 31 Waarde - Archeologie Hoge Verwachtingswaarde
Artikel 32 Waarde - Archeologie Lage Verwachtingswaarde
3 Algemene Regels
Artikel 33 Anti-dubbeltelregel
Artikel 34 Algemene Bouwregels
Artikel 35 Algemene Gebruiksregels
Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 37 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 39 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 40 Overgangsrecht
Artikel 41 Slotregel
1 Inleiding
1.1 Aanleiding Tot Herziening Bestemmingsplan
1.2 Inhoudelijk
1.3 Procedure

1e partiële herziening bestemmingsplan 't Harde (veegplan)

Bestemmingsplan - Gemeente Elburg

Vastgesteld op 09-07-2018 - geheel onherroepelijk in werking

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

de 1e partiële herziening bestemmingsplan 't Harde 2009 (veegplan) met identificatienummer NL.IMRO.0230.PH1THARDEVEEG-VST1 van de gemeente Elburg;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0230.BPTHARDE2009-ONH1, met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Onder een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf wordt in geen geval verstaan het exploiteren van een seksinrichting in welke vorm dan ook;

1.4 aangebouwd bijgebouw

een bijgebouw, grenzend aan dan wel rechtstreeks toegankelijk vanuit het hoofdgebouw;

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 achtererf

het bij de woning behorende perceelsgedeelte dat is gelegen achter de achtergevelrooilijn, indien het perceelsgedeelte niet reeds is aangemerkt als voor- of zij-erf;

1.8 achtergevelrooilijn

de lijn die gelijk loopt aan de van de wegzijde afgekeerde bebouwingsbouwgrens van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan;

1.9 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.10 ander werk

een werk, geen bouwwerk zijnde;

1.11 antenne

een constructie bestaande uit een mast, een vang- en zenddraad of een stelsel van draden, dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden;

1.12 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.13 bebouwingsgrenzen

de op de verbeelding blijkens een daarop voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijnen, welke bij het bouwen niet mogen worden overschreden, behoudens overschrijdingen welke krachtens deze voorschriften zijn of kunnen worden toegestaan;

1.14 bebouwingspercentage

het percentage van de oppervlakte van het bouwperceel, binnen op de verbeelding aangegeven grenzen, dat mag worden bebouwd;

1.15 bouwvlak of bouwstrook vacant

1.15 bouwvlak of -bouwstrook Vacant
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.16 bedrijfsgebouw

een gebouw dan wel een gedeelte van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor bedrijfsruimte;

1.17 bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning

ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend, de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving en waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt;

1.18 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.19 beroepsmatige activiteiten

het bedrijfs beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied of hiermee naar de aard gelijk te stellen beroepen waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de beroepsmatige activiteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend, de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving en waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt;

1.20 bestaande situatie (bebouwing en gebruik) bestaand

1.20 bestaande situatie (bebouwing en gebruik) bestaand
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip verleende vergunning;
het legale gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
- ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht legaal aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: bestaand ten tijde van inwerkingtreding van het plan;
- ten aanzien van het overige legaal gebruik: bestaand ten tijde van inwerkingtreding van het plan;

1.21 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.22 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.23 blok

twee of meer aaneengesloten woningen en/of andere hoofdgebouwen;

1.24 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand niet voor bewoning bestemd gebouw dat zowel qua ruimtelijk als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.25 bijzondere woonvorm

een (gedeelte van een) gebouw dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte bijvoorbeeld ten behoeve van personen voor wie de normale woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals gehandicapten, of anderszins verzorgingsbehoevenden;

1.26 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats, met een overdekt verkoopvloeroppervlak van ten minste 600 m², waarop het volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf-producten uit voorraad aan zowel de vakman als aan de particulier op basis van zelfbediening en in principe tegen contante betaling wordt aangehouden. Onder het volledig assortiment bouw- en doe-het-zelfproducten wordt verstaan:
  1. bouwproducten (c.q. bouwmaterialen): ijzerwaren, sanitair, elektra, bouwgrondstoffen, hout- en houtwaren, keukens en kasten, wand- en vloertegels;
  2. doe-het-zelf producten: tuinartikelen, verf en verfwaren, beitsen, houtveredelingsmiddelen, verfbenodigdheden, lijmen, kitten en vulmiddelen, hand- en elektrisch gereedschap, behang en behangbenodigdheden;

1.27 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.28 bouwgrens

de grens van een bouwvlak of bouwstrook;

1.29 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;

1.30 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.31 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;
1.31a bouwvlak of bouwstrook
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.32 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.33 b.v.o.

bruto vloeroppervlakte, d.w.z. het oppervlak inclusief alle binnenwanden, schachtruimten en buitenwanden;

1.34 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, architectonische waarde wordt hieronder mede begrepen;

1.35 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.36 dancing / discotheek

een bedrijf dat is gericht op het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren;

1.37 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.38 dienstverlening

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.38a dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein die verbonden is met de ter plaatse toegestane bestemming van het gebouw of terrein;

1.39 erf

de grond deel uitmakende van een bouwperceel, behorende bij één (dienst)woning, waarop geen hoofdgebouw is of mag worden gebouwd krachtens de vigerende bestemming;

1.40 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.40a geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

1.41 gestapelde woning

een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen;

1.42 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan bedrijven, instellingen of personen, ter aanwending in een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.43 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;

1.44 horeca

een bedrijf, dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of exploiteren van zaalaccommodatie, hieronder worden tevens verstaan: afhaalcentrum, lunchroom, koffieshop en ijssalon, zulks met uitzondering van een discotheek of dancing;

1.45 kantoor

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;

1.46 landschappelijke waarde

belang in geomorfologische (betrekking hebbende op de geologische ontstaanswijze) en landschappelijk-esthetisch opzicht, vooral gericht op de onderlinge samenhang (herkenbaarheid) van deze elementen;

1.47 luifel

een overkapping zonder eigen wanden behorende bij een gebouw al dan niet gesitueerd tegen één gevel van dat gebouw;

1.48 maatschappelijke doeleinden

voorzieningen in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vergelijkbare voorzieningen, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een seksinrichting;

1.49 natuurwaarde

belang in botanisch, ornithologisch en algemeen zoölogisch opzicht en verder met geologische en bodemkundige waarde, waarbij met name de onderlinge samenhang (ecologie) van belang is;

1.50 ondergeschikte detailhandel

detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;

1.51 ondergeschikte horeca

het in verband met een andere hoofdactiviteit op een perceel verstrekken van eten en drinken tegen betaling voor gebruik ter plaatse in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het verstrekken van dat eten en drinken alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit;

1.52 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand;

1.53 peil

de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer;

1.54 perceelsgrens

de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut;

1.55 prostitutiedoeleinden

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.55a raccordement
spoorweg niet bestemd voor openbaar vervoer;

1.56 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.56a standplaats
het van een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

1.57 straatmeubilair

bouwwerken ten behoeve van de aankleding van het openbaar gebied, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstwerken, speeltoestellen alsmede telefooncellen, abri's en bouwwerken voor kleinschalige openbare (nuts)voorzieningen;

1.58 volumineuze goederen

landbouwwerktuigen en -machines, machinerieën ten behoeve van bedrijven, automobielen, autobanden en -uitlaten, caravans, boten en motoren, meubelen, woon- en keukeninrichtingen, badkamers en sanitair;

1.59 voorerf

het bij de woning behorende perceelsgedeelte dat is gelegen vóór de voorgevelrooilijn(en);

1.60 voorgevel

  1. de gevel aan de voorzijde van een gebouw;
  2. de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de weg grenst, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.61 voorgevelrooilijn

de lijn die gelijk loopt aan de naar de wegzijde toegekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan;

1.62 vrijstaand bijgebouw

een niet met het hoofdgebouw verbonden bijgebouw;

1.63 Wet geluidhinder

wet van 16 februari 1979, houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder (Stb. 1979, nr. 99);

1.64 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten;

1.65 Woningwet

wet van 29 augustus 1991 (Stb. 1991,439);

1.66 zij - erf

het bij de woning behorende perceelsgedeelte dat is gelegen naast de zijgevel, tussen de voor- en achtergevelrooilijn, indien het perceelsgedeelte niet reeds is aangemerkt als voorerf.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bruto vloeroppervlakte:

langs de opgaande scheidingsconstructie, dus langs de buitenomtrek van een buitenwand of de hartlijn van een scheidende wand (bouwmuur);

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;

2.7 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf"aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven, voor zover op de verbeelding is aangeduid met de gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - categorie II’ (II): voor bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage 1 behorende Staat onder de categorie 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. bedrijven, voor zover op de verbeelding is aangeduid met de gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - categorie III’ (III): voor bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage 1 behorende Staat onder de categorie 1, 2 en 3, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, en ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functieaanduiding "metaal verwerkend bedrijf", (sb-mvb) is een metaalbewerkingsbedrijf toegestaan;
  3. bedrijven, voor zover op de verbeelding is aangeduid met de gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - categorie IV’ (IV): voor bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage 1 behorende Staat onder de categorie 1, 2, 3 en 4;
  4. bedrijfswoningen ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functieaanduiding ‘bedrijfswoning’ (bw);
  5. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers-, parkeer-, nuts- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen;
  6. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' (dubbelbestemming) is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent:
    1. de situering van milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten op een terrein in relatie tot hindergevoelige functies in de omgeving;
    2. de afmetingen van de andere bouwwerken, welke in gevolge deze regels mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de situering en het doel een hoogte kan worden geëist tussen de 0,20 meter en 2,50 meter;
    3. de situering van nutsgebouwen, waarbij geëist kan worden dat de gebouwen inpandig in bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden.
  2. Bovengenoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen:
    1. het voorkomen van onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. de planologisch stedenbouwkundige belangen, met inbegrip van beeldkwaliteit;
    3. verkeersveiligheidsbelangen;
    4. het voorkomen van onevenredige aantasting van de na te streven beeldkwaliteit.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 3.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare (nuts)voorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 die bestaan uit maximaal één bouwlaag en die niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

3.5 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. detailhandel;
    5. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen.
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming;
  5. Opslag mag niet plaatsvinden aan de naar de weg gekeerde zijde van de gebouwen voor de voorgevel van deze gebouwen;
  6. Het parkeren of stallen van grote motorvoertuigen en aanhangers bestemd voor de aan- en afvoer van goederen is niet toegestaan tussen de weg en de voorgevel van het gebouw.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Ontheffing Afwijking van de gebruiksregels
  1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van:
    1. detailhandel in stoffen en goederen waarvan de verkoop in winkelcentra niet past in verband met de verstoring van het aldaar gewenste milieu, zoals de verkoop van brand- en explosiegevaarlijke of andere milieubelastende stoffen en goederen;
    2. detailhandel in grove bouwmaterialen alsmede bouwmarkten;
    3. detailhandel in volumineuze goederen, mits daardoor geen onevenredige verstoring plaatsvindt van de structuur van het plaatselijke en/of regionale distributieapparaat of een reeds bestaande verstoring wordt vergroot en in voldoende mate verzekerd is dat geen onevenredige verkeers- en/of parkeeroverlast zal optreden voor de omgeving;
    4. voor bedrijfsactiviteiten in één categorie hoger dan de categorie welke op grond van de planregels is toegestaan, mits geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het bestaande woon- en leefklimaat in de directe omgeving;
    5. bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd de categorieën 1, 2, en 3 van de bij deze regels behorende Staat van Inrichtingen, mits het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft;
    6. voor zelfstandige kantoren op gronden ter plaatse van de in de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduiding ‘milieuzone-categorie II’ mits dit geen milieuhinderlijke beperkingen voor omliggende bedrijven met zich meebrengt.
  2. Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 3.5 sub b onder 5 en 3.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 3.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Bedrijf - Autoverhuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Autoverhuur"aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. autoverhuurbedrijven;
  2. bedrijfswoningen;
  3. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent:
    1. de situering van milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten op een terrein in relatie tot hindergevoelige functies in de omgeving;
    2. de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke in gevolge deze regels mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de situering en het doel een hoogte kan worden geëist tussen de 0,20 meter en 2,50 meter;
    3. de situering van nutsgebouwen, waarbij geëist kan worden dat de gebouwen inpandig in bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden.
  2. Bovengenoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen:
    1. het voorkomen van onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. de planologisch stedenbouwkundige belangen, met inbegrip van beeldkwaliteit;
    3. verkeersveiligheidsbelangen;
    4. het voorkomen van onevenredige aantasting van de na te streven beeldkwaliteit.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4. Ontheffing van de bouwregelsVacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 4.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare (nuts)voorziening met een grondoppervlakte van maximaal25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare(nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen uirsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

4.5 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming onttrokken voer-of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. detailhandel;
    5. prostitutiedoeleinden.
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is iet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming;
  5. Opslag mag niet plaatsvinden aan de naar de weg gekeerde zijde van de gebouwen voor de voor de voorgevel van deze gebouwen;
  6. Het parkeren of stallen van grote motorvoertuigen en aanhangers voor de aan- en afvoer van goederen is niet toegestaan tussen de weg en de voorgevelk van het gebouw.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 4.5 sub b onder 5 en 4.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 4.5 indien toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Bedrijf - Benzineservicestation

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Benzineservicestation" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  2. een verkooppunt voor LPG binnen een afstand van maximaal 40 meter van de op de verbeelding voorkomende functieter plaatse van de aanduiding ‘vulpunt lpg’ (vu);
  3. een autowasserette;
  4. aan de hoofdfunctie ondergeschikte detailhandel met een verkoopvloeroppervlakte per vestiging van maximaal 100 m²;
  5. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent:
    1. de situering van milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten op een terrein in relatie tot hindergevoelige functies in de omgeving;
    2. de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke in gevolge deze regels mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de situering en het doel een hoogte kan worden geëist tussen de 0,20 meter en 2,50 meter;
    3. de situering van nutsgebouwen, waarbij geëist kan worden dat de gebouwen inpandig in bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden.
  2. Bovengenoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen:
    1. het voorkomen van onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. de planologisch stedenbouwkundige belangen, met in begrip van beeldkwaliteit;
    3. verkeersveiligheidsbelangen;
    4. het voorkomen van onevenredige aantasting van de na te streven beeldkwaliteit.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4 Ontheffing van de bouwregels VacantBurgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 5.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemmings begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of ander vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel met uitzondering van de verkoop van motorbrandstoffen inclusief lpg en ondergeschikte detailhandel zoals bedoeld in lid 5.1 d;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft; het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 5.5 sub b onder 4 en 5.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 5.5 indien toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf - Garage

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf-Garage" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. garagebedrijven;
  2. bedrijfswoningen;
  3. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent:
    1. de situering van milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten op een terrein in relatie tot hindergevoelige functies in de omgeving;
    2. de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke in gevolge deze regels mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de situering en het doel een hoogte kan worden geëist tussen de 0,20 meter en 2,50 meter;
    3. de situering van nutsgebouwen, waarbij geëist kan worden dat de gebouwen inpandig in bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden.
  2. Bovengenoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen:
    1. het voorkomen van onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. de planologisch stedenbouwkundige belangen, met inbegrip van beeldkwaliteit;
    3. verkeersveiligheidsbelangen;
    4. het voorkomen van onevenredige aantasting van de na te streven beeldkwaliteit.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 6.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een opebare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

6.5 Specifieke gebruiksregels

6.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel met uitzondering van de verkoop van motorvoertuigen en hieraan direct gerelateerde goederen;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft: het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

6.6. Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 6.5 sub b onder 4 en 6.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 6.5 indien toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

6.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf-Nutsvoorziening" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. nutsvoorzieningen;
  2. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen;
  3. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ (dubbelbestemming)” is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent:
    1. de situering van milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten op een terrein in relatie tot hindergevoelige functies in de omgeving;
    2. de afmetingen van de andere bouwwerken, welke in gevolge deze regels mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de situering en het doel een hoogte kan worden geëist tussen de 0,20 meter en 2,50 meter;
    3. de situering van nutsgebouwen, waarbij geëist kan worden dat de gebouwen inpandig in bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden.
  1. Bovengenoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen:
    1. het voorkomen van onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. de planologisch stedenbouwkundige belangen, met inbegrip van beeldkwaliteit;
    3. verkeersveiligheidsbelangen;
    4. het voorkomen van onevenredige aantasting van de na te streven beeldkwaliteit.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 7.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk;
  2. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 7.5 sub b onder 4 en 7.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 7.5
indien toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

7.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het behoud, de versterking en/of het herstel van de aan de betreffende gronden eigen zijnde natuurwaarde en landschappelijke waarde;
  2. daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken.

8.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarbij de hoogte maximaal 1 meter mag bedragen.

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.3 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 8.2 voor de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen.

8.4 Specifieke gebruiksregels

8.4 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden.
  3. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

8.5 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 8.4 sub b onder 4, ontheffing van het bepaalde in lid 8.4, indien toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.6 Aanlegvergunning Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
    1. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
    2. verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie;
    3. het wijzigen van het profiel van watergangen en/of waterpartijen, dan wel het graven of dempen daarvan;
    4. het aanleggen van paden;
    5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    6. het aanleggen van (ondergrondse)leidingen.
  2. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen, van geringe omvang, gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bestemming.
  3. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door deze werken en/of werkzaamheden de landschappelijke en de natuurwaarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet in onevenredige mate worden verkleind.

Artikel 9 Dienstverlening

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Dienstverlening" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dienstverlening;
  2. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.4 Ontheffing Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 9.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven;
  5. de bouw van één bedrijfsdienstwoning per bestemmingsvlak met een inhoud van maximaal 650 m3, een maximum goothoogte van 6,50 en een maximum bouwhoogte van 9,50 meter.

9.5 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming.
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

9.6 Ontheffing Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 9.5 sub b onder 4 en 9.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 9.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 9.1 en kan gelet op het bepaalde onder 9.4 wonen in een dienstwoning worden toegestaan.

9.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Gemengd

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maatschappelijke doeleinden;
  2. horecabedrijven;
  3. detailhandel, uitsluitend waar ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan detailhandel gevestigd was;
  4. detailhandel in volumineuze goederen met een maximale b.v.o. van 700 m2 waar op de verbeelding de voorkomende functieter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel volumineus’ (dhv) is aangegeven;
  5. dienstverlening;
  6. kantoren;
  7. woondoeleinden;
  8. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 10.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

10.5 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel op locaties waar ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan geen detailhandel gevestigd was;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming;
  1. Opslag mag niet plaatsvinden aan de naar de weg gekeerde zijde van de gebouwen voor de voorgevel van deze gebouwen;
  2. Het parkeren of stallen van grote motorvoertuigen en aanhangers bestemd voor de aan- en afvoer van goederen is niet toegestaan tussen de weg en de voorgevel van het gebouw.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

10.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 10.5 sub b onder 4 en 10.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 10.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

10.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Gemengd - Bedrijven En Kantoren

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd-Bedrijven en kantoren" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven, welke genoemd worden in de categorie 1 en 2 van de in de bijlage 1 bij de regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. bedrijven, welke niet genoemd worden in de categorie 1 en 2 van de in de bijlage 1 bij de regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, doch welke naar aard en milieuplanologische invloed gelijk te stellen zijn met de in categorie 1 of 2 genoemde bedrijven;
  3. kantoren;
  4. bedrijfswoningen ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functie aanduiding ‘bedrijfswoning’ (bw);
  5. uitsluitend uitstallingruimten ten behoeve van de verkoop van automobielen ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functie aanduiding "showroom" (sb-shr);
  6. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water en waterpartijen, tuinen, erven en terreinen.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent:
    1. de situering van milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten op een terrein in relatie tot hindergevoelige functies in de omgeving;
    2. de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke in gevolge deze regels mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de situering en het doel een hoogte kan worden geëist tussen de 0,20 meter en 2,50 meter;
    3. de situering van nutsgebouwen, waarbij geëist kan worden dat de gebouwen inpandig in bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden.
  2. Bovengenoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen:
    1. het voorkomen van onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. de planologisch stedenbouwkundige belangen, met inbegrip van beeldkwaliteit;
    3. verkeersveiligheidsbelangen;
    4. het voorkomen van onevenredige aantasting van de na te streven beeldkwaliteit;
  3. De inrichting van de gronden en de situering van bouwwerken, op grond van door de raad vastgestelde beleidsregels voor welstand, waarbij geëist kan worden:
    1. situering van bouwwerken op de meest zichtbare locaties;
    2. situering van de meest "representatieve" bedrijfsfuncties aan de meest zichtbare zijde van een bouwperceel;
    3. een minder zichtbare situering van laad- en losvoorzieningen en parkeerterreinen;
    4. een minder zichtbare situering van opslag.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 11.2
ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

11.5 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming;
  5. Opslag mag niet plaatsvinden aan de naar de weg gekeerde zijde van de gebouwen voor de voorgevel van deze gebouwen;
  6. Het parkeren of stallen van grote motorvoertuigen en aanhangers bestemd voor de aan- en afvoer van goederen is niet toegestaan tussen de weg en de voorgevel van het gebouw.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

11.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 11.5 sub b onder 4 en 11.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 11.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

11.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Gemengd - Detailhandel En Dienstverlening

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd-Detaillhandel en dienstverlening" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. detailhandel;
  2. dienstverlening;
  3. bedrijfsdienstwoningen;
  4. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

12.4 Afwijken van de bouwregels

12.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 12.2
ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

12.5 Specifieke gebruiksregels

12.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

12.6 Afwijken van de gebruiksregels

12.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 12.5 sub b onder 4 en 12.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 12.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

12.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Groen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenstroken, plantsoenen, bermen en afschermende groenvoorzieningen;
  2. fiets- en / of voetpaden;
  3. ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functie aanduiding "dierenweide" (sg-dw) is tevens een dierenweide toegestaan;
  4. kunstwerken;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. alsmede voor andere groen- en speelvoorzieningen en water;
  7. een ondergronds bergbezinkbassin bestemd voor ondergrondse rioolvoorzieningen ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functieaanduiding ‘bergbezinkbassin’ (sle-bbb), met een grondoppervlakte van maximaal 20 m2;
  8. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing;
  9. aan de hoofdfunctie ondergeschikte gebouwen en andere bouwwerken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede bruggen en duikers.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 13.2
ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is.

13.5 Specifieke gebruiksregels

13.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

13.6 Ontheffing van de gebruiksregels VACANT
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 13.5 sub b onder 4 en 13.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 13.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

13.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 14 Horeca

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. horecabedrijven;
  2. bedrijfsdienstwoningen;
  3. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 14.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

14.5 Specifieke gebruiksregels

14.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

14.6 Afwijken van de gebruiksregels

14.6 Ontheffing van de gebruiksregels VacantBurgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 14.5 sub b onder 4 en 14.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 14.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

14.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 15 Maatschappelijk

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maatschappelijke doeleinden;
  2. aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca met een b.v.o. van maximaal 100 m²;
  3. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en speelterreinen

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.4 Ontheffing Afwijking van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 15.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven;
  1. de bouw van één dienstwoning binnen het bouwvlak met een inhoud van maximaal 650 m3, een maximum goothoogte van 6,50 meter en een maximale bouwhoogte van 9,50 meter;
  2. de bouw van bijgebouwen behorende bij de dienstwoning met een grondoppervlakte van maximaal 50 m2 toegestaan, een goothoogte van maximaal 3 meter en een bouwhoogte van maximaal 5 meter, mits gesitueerd op 1 meter achter (het verlengde) van de voorgevel.

15.5 Specifieke gebruiksregels

15.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

15.6 Ontheffing Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder159.5 sub b onder 4 en 15.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 15.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 15.1 en kan gelet op het bepaalde onder 15.4 wonen in een dienstwoning worden toegestaan.

15.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 16 Maatschappelijk - Defensie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk - Defensie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. defensiedoeleinden, alsmede voor een raccordement;
  2. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen;
  3. indien en voor zover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ (dubbelbestemming) is in eerste instantie het bepaalde in 29 van toepassing.

16.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. de hoogte van terreinafscheidingen maximaal 3 meter mag bedragen;
  2. de hoogte van andere bouwwerken maximaal 25 meter mag bedragen.

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.5 Specifieke gebruiksregels VacantBurgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 16.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van andere bouwwerken, zoals antennemasten, met een hoogte van maximaal 40 meter;
  2. de bouw van een ander bouwwerk met een grondoppervlakte van 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter.

16.5 Specifieke gebruiksregels

16.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 16.5 sub b onder 4 en 16.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 16.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

16.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 17 Maatschappelijk - Onderwijs

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk - Onderwijs" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. educatieve doeleinden;
  2. ter plaatse van de functieaanduiding ‘speelvoorziening’ (sz) tevens als speelvoorzieningen;
  3. bedrijfsdienstwoningen;
  4. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en speelterreinen.

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 17.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

17.5 Specifieke gebruiksregels

17.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

17.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 17.5 sub b onder 4 en 17.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 17.5indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

17.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 18 Maatschappelijk - Religie

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk - Religie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. religieuze doeleinden;
  2. bedrijfsdienstwoningen;
  3. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en parkeerterreinen.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 18.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

18.5 Specifieke gebruiksregels

18.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

18.6 Ontheffing van de gebruiksregels VacantBurgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 18.5 sub b onder 4 en 18.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 18.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

18.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 19 Natuur - Houtopstanden

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur - Houtopstanden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het behoud, de versterking en/of het herstel van de aan de betreffende gronden eigen zijnde landschappelijke, natuur- en/of cultuurhistorische waarden;
  2. en de daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken.

19.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarbij de hoogte maximaal 1 meter mag bedragen.

19.3 Afwijken van de bouwregels

19.3 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 19.2 voor de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlak van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten.

19.4 Specifieke gebruiksregels

19.4 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

19.5 Afwijken van de gebruiksregels

19.5 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 19.4 sub b onder 4, ontheffing van het bepaalde in lid 19.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

19.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

19.6 Aanlegvergunning Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning)omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
    1. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
    2. verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie;
    3. het wijzigen van het profiel van watergangen en/of waterpartijen, dan wel het graven of dempen daarvan;
    4. het aanleggen van paden;
    5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    6. het aanleggen van (ondergrondse)leidingen;
  2. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen, van geringe omvang, gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bestemming;
  3. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door deze werken en/of werkzaamheden de landschappelijke en de natuurwaarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet in onevenredige mate worden verkleind.

Artikel 20 Natuur - Ontwikkelingsgebied

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur - Ontwikkelingsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. houtopstanden en het op de betreffende gronden ontwikkelen van landschappelijke en natuurwaarden;
  2. de daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken;
  3. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing.

20.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van deze bestemming waarbij de hoogte maximaal 1 meter mag bedragen.

20.3 Afwijken van de bouwregels

20.3 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 20.2 voor de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare (nuts)voorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten.

20.4 Specifieke gebruiksregels

20.4 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

20.5 Afwijken van de gebruiksregels

20.5 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 20.4 sub b onder 4, ontheffing van het bepaalde in lid 20.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

20.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

20.6 Aanlegvergunning Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning)omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
    1. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
    2. verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie;
    3. het wijzigen van het profiel van watergangen en/of waterpartijen, dan wel het graven of dempen daarvan;
    4. het aanleggen van paden;
    5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    6. het aanleggen van (ondergrondse)leidingen;
  2. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen, van geringe omvang, gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bestemming;
  3. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door deze werken en/of werkzaamheden de landschappelijke en de natuurwaarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet in onevenredige mate worden verkleind.

Artikel 21 Recreatie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. sportieve recreatie, zoals voetbalvelden, tennisvelden, zwembaden en sportscholen;
  2. dagrecreatieve voorzieningen, zoals speeltuinen en andere (speel)voorzieningen;
  3. recreatieve doeleinden, bedoeld voor oudere jeugd, ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functieaanduiding ‘jongeren ontmoetingsplek’;
  4. aan de hoofdfunctie ondergeschikte detailhandel met een b.v.o. van maximaal 50 m²;
  5. aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca met een b.v.o. van maximaal 100 m²;
  6. een ondergronds bergbezinkbassin, bestemd voor ondergrondse rioolvoorzieningen, ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functieaanduiding ‘bergbezinkbassin’ (sle-bbb), met een grondoppervlakte van maximaal 200 m2;
  7. groenvoorziening en water;
  8. parkeerdoeleinden;
  9. (ontsluitings)wegen en paden;
  10. en daarbij horende gebouwen en bouwwerken.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen

21.4 Afwijken van de bouwregels

21.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 21.2ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare (nuts)voorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

21.5 Specifieke gebruiksregels

21.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel met uitzondering van ondergeschikte detailhandel zoals bedoeld in lid 21.1 d;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
    3. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

21.6 Afwijken van de gebruiksregels

21.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 21.5 sub b onder 4 en 21.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 21.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

21.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 22 Verkeer

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wegen met een gebiedsontsluitende functiestroomfunctie van doorgaande aard;
  2. ter plaatse van de functieaanduiding ‘railverkeer’ (v) tevens bestemd voor railverkeer;
  3. ongelijkvloerse kruisingen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. voet- en fietspaden;
  6. nutsvoorzieningen;
  7. groenvoorzieningen en water;
  8. andere verkeersvoorzieningen, zoals bushaltes, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  9. de bij de bestemming behorende gebouwen en andere bouwwerken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede duikers;
  10. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing;
  11. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Riool’ is in eerste instantie het bepaalde in artikel 30 van toepassing.

22.2 Bouwregels

22.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen

22.4 Afwijken van de bouwregels

22.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 22.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare (nuts)voorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

22.5 Specifieke gebruiksregels

22.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

22.6 Afwijken van de gebruiksregels

22.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 22.5 sub b onder 4 en 22.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 22.5indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

22.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 23 Verkeer - Railverkeer

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Railverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. spoorwegdoeleinden;
  2. verkeers- en parkeervoorzieningen;
  3. nutsvoorzieningen;
  4. de bij de bestemming behorende gebouwen, zoals een station, en andere bouwwerken, zoals een fietsenstalling, en open terreinen;
  5. aan de hoofdfunctie ondergeschikte detailhandel met een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 50 m²;
  6. aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca met een oppervlakte van maximaal 50 m².

23.2 Bouwregels

23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

23.4 Afwijken van de bouwregels

23.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 23.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw va een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

23.5 Specifieke gebruiksregels

23.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel met uitzondering van ondergeschikte detailhandel zoals bedoeld in lid 23.1 e;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
    3. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

23.6 Afwijken van de gebruiksregels

23.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 23.5 sub b onder 4 en 23.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 23.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

23.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 24 Verkeer - Verblijfsdoeleinden

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Verblijfsdoeleinden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. straten met een erfontsluitende functiewegen van niet doorgaande aard, zoals woonstraten;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. voet- en fietspaden;
  4. nutsvoorzieningen;
  5. speelvoorzieningen, onder meer ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende functieaanduiding ‘speelvoorziening’;
  6. terrassen;
  7. standplaatsen;
  8. groenvoorzieningen en water;
  9. ander verkeersvoorzieningen, zoals bushaltes - zulks met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  10. bij de bestemming behorende gebouwen en andere bouwwerken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede duikers.
  11. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing.

24.2 Bouwregels

24.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

24.4 Afwijken van de bouwregels

24.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 24.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

24.5 Specifieke gebruiksregels

24.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

24.6 Afwijken van de gebruiksregels

24.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 24.5 sub b onder 4 en 24.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 24.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

24.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 25 Wonen

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woondoeleindenwonen in een woning, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  2. detailhandel, waar op de verbeelding de functieter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’ (dh) is aangegeven, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m2;
  3. instandhouding en versterking van de cultuurhistorische waarde, waar op de verbeelding de bouwter plaatse van de aanduiding "monument" (sba-m) is aangegeven;
  4. bij de bestemming behorende gebouwen, en andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, tuinen, erven en parkeervoorzieningen;
  5. indien en voorzover de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ is in eerste instantie het bepaalde in artikel 29 van toepassing.

25.2 Bouwregels

25.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

25.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenenBij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 25.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  1. de bouw van een praktijkruimte ten behoeve van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning tot een maximale grondoppervlakte van 25 m2;
  2. de bouw van een erker of een luifel op het voorerf of op het zij-erf waarvan de diepte gemeten loodrecht op de voorgevel niet meer bedraagt dan 1,25 meter, de breedte niet meer bedraagt dan 2/3 deel van de breedte van de gevel en de hoogte niet meer bedraagt 0,30 meter boven de vloer van de eerste bouwlaag van de woning;
  1. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  2. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

25.5 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden.
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel behoudens ter plaatse van de waar op de verbeelding de functie aanduiding "detailhandel" (dh) is aangegeven;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft:
    1. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming;
    2. het stallen van één kampeermiddel, zoals een caravan of een camper ten dienste van de gebruiker van de hoofdbestemming.

25.6 Afwijken van de gebruiksregels

25.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
  1. Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 25.5 sub b onder 4 en 25.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 25.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
  2. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 25.5, voor het uitoefenen van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in woningen en aangebouwde bijgebouwen mits:
    1. de grondoppervlakte niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m2;
    2. een rechtstreekse relatie bestaat tussen de bedrijfsmatige activiteiten en de hoofdbewoner van de woning;
    3. geen gebruik plaats vindt dat vergunning- of meldingsplichtig is op grond van de Wet Milieubeheer zoals die luidde op het moment van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan;
    4. geen detailhandel plaatsvindt;
    5. geen verkeersaantrekkende werking optreedt waardoor extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn of een verkeersonveilige situatie ontstaat;
    6. geen reclame uitingen worden aangebracht.

25.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Wonen - Autoboxen

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Autoboxen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. gebouwen voor het stallen van voertuigen;
  2. een onderdoorgang ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende bouwaanduiding ‘onderdoorgang’ (ond);
  3. de daarbij behorende gebouwen, waaronder bergingen.

26.2 Bouwregels

26.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen

26.4 Afwijken van de bouwregels

26.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 26.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  2. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

26.5 Specifieke gebruiksregels

26.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

26.6 Afwijken van de gebruiksregels

26.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 26.5 sub b onder 4 en 26.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 26.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

26.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Wonen - Bijzondere Woonvorm

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Bijzondere woonvorm" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bijzondere woonvormen, zoals serviceflats, gezinsvervangende tehuizen en begeleid wonen;
  2. de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, parkeervoorzieningen en erven.

27.2 Bouwregels

27.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

27.4 Afwijken van de bouwregels

27.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 27.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

27.5 Specifieke gebruiksregels

27.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

27.6 Afwijken van de gebruiksregels

27.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 27.5 sub b onder 4 en 27.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 27.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

27.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Wonen - Gestapeld

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Gestapeld" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. gestapelde woningen;
  2. daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, parkeervoorzieningen en erven;
  3. waar op de verbeelding de functie ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’ (gd) is aangegeven, tevens voor:
    1. detailhandel;
    2. dienstverlening;
    3. kantoren;
    4. maatschappelijke doeleinden;
  4. met een gezamenlijke b.v.o. tot maximaal 500 m2 met dien verstande dat detailhandel uitsluitend op de begane grond mag plaatsvinden met een b.v.o. tot maximaal 200 m2.

28.2 Bouwregels

28.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

28.4 Afwijken van de bouwregels

28.4 Ontheffing van de bouwregels Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 28.2 ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten, kunstobjecten;
  2. de bouw van een ander bouwwerk dan onder a. met een grondoppervlakte van maximaal 25 m2 dat niet hoger is dan 3 meter;
  3. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is;
  4. het in geringe mate afwijken van het plan ten einde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens nader te bepalen, uitsluitend indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst en/of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 2 meter mogen worden verschoven.

28.5 Specifieke gebruiksregels

28.5 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel met een b.v.o. groter dan 200m2;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van debestemming.

28.6 Afwijken van de gebruiksregels

28.6 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 28.5 sub b onder 4 en 28.5 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 28.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

28.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 29 Leiding - Gas

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Gas (dubbelbestemming)" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primairmede bestemd voor:
  1. een ondergrondse transportleiding;
  2. de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken;
  3. secundair, voor zover op de verbeelding is aangegeven, bestemd voor doeleinden als omschreven in lid 1 van respectievelijk artikel 3 "Bedrijf", artikel 13 "Groen", artikel 20 "Natuur-Ontwikkelingsgebied", artikel 22 "Verkeer", artikel 24 "Verkeer-Verblijfsdoeleinden" en artikel 25 "Wonen".

29.2 Bouwregels

29.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

29.4 Specifieke gebruiksregels

29.4 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

29.5 Afwijken van de gebruiksregels

29.5 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 29.4 sub b onder 4 en 29.4 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 29.4indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

29.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.6 Aanlegvergunning Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
  1. Het is verboden op de tot ‘Leiding – Gas’ (dubbelbestemming) bestemde grond, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning)omgevingsvergunning , de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    1. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
    2. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
    3. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen;
    4. het ontgronden, bodemverlagen of afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
    5. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  2. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    1. het normale onderhoud betreffen, van geringe omvang;
    2. gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bestemming;
  3. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden geen schade aan de leidingen zal worden toegebracht, dan wel de kans op beschadiging is uitgesloten;
  4. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder a wordt advies ingewonnen van de leidingbeheerder;
  5. Indien het voornemen om de aanlegvergunning te verlenen in strijd met het onder d. genoemde advies mag de aanlegvergunning slechts worden verleend, indien vooraf een verklaring van geen bedenking van Gedeputeerde Staten is ontvangen.

29.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 30 Leiding - Riool

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding – Riool’ (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primairmede bestemd voor:
  1. een ondergrondse riooltransportleiding;
  2. de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken;
  3. secundair, voor zover op de verbeelding is aangegeven, bestemd voor doeleinden als omschreven in lid 1 van artikel 22 "Verkeer".

30.2 Bouwregels

30.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en de afmeting van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  5. ter waarborging van het uitzicht van woningen.

30.4 Specifieke gebruiksregels

30.4 Specifieke gebruiksregels Vacant
  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met deze bestemming;
  2. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    2. de opslag van gebruiksklare en onklare dan wel aan hun bestemming ontrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    3. het plaatsen van of geplaatst houden van onderkomens;
    4. prostitutiedoeleinden;
  3. Onverminderd het bepaalde onder a. is het in ieder geval verboden opstallen te gebruiken voor:
    1. detailhandel;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
  4. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing voorzover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

30.5 Afwijken van de gebruiksregels

30.5 Ontheffing van de gebruiksregels Vacant
Burgemeester en wethouders verlenen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 30.4 sub b onder 4 en 30.4 sub c onder 2, ontheffing van het bepaalde in lid 30.4indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

30.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

30.6 Aanlegvergunning Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden op de tot "Leiding - Riool (dubbelbestemming)"bestemde grond, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning)omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    1. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
    2. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
    3. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen;
    4. het ontgronden, bodemverlagen of afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
    5. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  2. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    1. het normale onderhoud betreffen, van geringe omvang;
    2. gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bestemming;
  3. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden geen schade aan de leidingen zal worden toegebracht, dan wel de kans op beschadiging is uitgesloten;
  4. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder a wordt advies ingewonnen van de leidingbeheerder;
  5. Indien het voornemen om de aanlegvergunning te verlenen in strijd met het onder d. genoemde advies mag de aanlegvergunning slechts worden verleend, indien vooraf een verklaring van geen bedenking van Gedeputeerde Staten is ontvangen.

30.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 31 Waarde - Archeologie Hoge Verwachtingswaarde

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

31.2 Bouwregels

31.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
  1. de afmetingen van bouwwerken;
  2. de situering van bouwwerken;
  3. de inrichting en het gebruik van gronden;
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

31.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
  1. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
  2. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' te wijzigen in een andere waardebestemming, indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 32 Waarde - Archeologie Lage Verwachtingswaarde

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

32.2 Bouwregels

32.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
  1. de afmetingen van bouwwerken;
  2. de situering van bouwwerken;
  3. de inrichting en het gebruik van gronden;
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

32.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
  1. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van ander archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
  2. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' te wijzigen in een andere waardebestemming, indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

3 Algemene Regels

Artikel 33 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 34 Algemene Bouwregels

De regels van de Bouwverordeningten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. de invloed van de omgeving op een bouwwerk;
  3. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  4. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  5. overschrijding van bouwgrenzen;
  6. ruimte tussen bouwwerken;
  7. erf- en terreinafscheidingen;
  8. de parkeergelegenheid;
  9. het bouwen bij of op ondergrondse transportleidingen.

34.1 Parkeer-, laad en losruimte

Artikel 35 Algemene Gebruiksregels

35.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik

Het is verboden om gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken strijdig met de daarvoor geldende bestemming.

35.2 Bijzonder gebruiksverbod

  1. Onverminderd het bepaalde in lid 35.1 is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    1. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen en ongerede goederen;
    2. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, afvalstoffen, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
    3. het stallen of plaatsen van kampeermiddelen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en het stallen of plaatsen van meer dan één kampeermiddel achter de voorgevel van het hoofdgebouw.
    4. het gebruik van de gronden waarbij wordt afgeweken van de inrichting zoals opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel';
    5. prostitutiedoeleinden.
  2. Onverminderd het bepaalde in lid 35.1 is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:
    1. detailhandel en perifere detailhandel, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de regels;
    2. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen.

35.3 Uitzondering gebruiksverbod

Het bepaalde in lid 35.1 en 35.2 is niet van toepassing voor zover het betreft:
  1. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
  2. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen, andere open terreinen en watergangen.

35.4 Strijdig gebruik- functiewijziging met grote parkeerbehoefte

Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels

Artikel 36 Geluidszone industrie Algemene aanduidingsregels
36.1 Geluidszone industrie Binnen de op de verbeelding voorkomende gebieds Ter plaatse van de aanduiding ‘geluidszone industrie’ is de bouw of uitbreiding van een woning of een gebouw als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, alsmede in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder, niet toegestaan, tenzij:
  • een besluit tot vaststelling van een hogere grenswaarde voor de betrokken woning of voor het betrokken gebouw vóór de vaststelling van dit plan is verleend;
  • uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op enige gevel van de betrokken woning of het betrokken gebouw niet hoger zal zijn dan 50 dB.

Artikel 37 Algemene Afwijkingsregels

Artikel 37 Algemene ontheffingsafwijkingsregels
37.1 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
  1. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen met uitzondering van de inhoudsmaat van woningen;
  2. de overschrijding van de maximale bouwhoogte, anders dan bedoeld onder a, voor lift- en trappenhuizen, glazenwasserinstallaties, (centrale) verwarmingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, schoorstenen, (schotel)antennes, antenne-installaties en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen, met ten hoogste 3 meter;
  3. aanpassingen van ondergeschikte aard in het beloop of het profiel van wegen of de onderlinge aansluiting van wegen, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  4. overschrijding van de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 3 meter voor balkons, en met ten hoogste 2 meter voor bordessen, dakoverstekken, overstekende verdiepingen, galerijen, luifels, gevelversieringen, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen;
  5. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 5 m.
37.2 Voorwaarden ontheffing
  1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mag niet onevenredig worden geschaad.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
  1. de bij recht in de regels gegeven maten en afmetingen tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of esthetische redenen noodzakelijk is of indien de bestaande situatie hiertoe aanleiding geeft;
  2. de bestemmingsregels met betrekking tot de overschrijding van de maximale bouwhoogte, anders dan bedoeld onder a, voor lift- en trappenhuizen, glazenwasserinstallaties, (centrale) verwarmingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, schoorstenen, (schotel)antennes, antenne-installaties en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen, met maximaal 3,00 meter;
  3. de bestemmingsregels ten behoeve van de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbare nutsvoorziening met een grondoppervlakte van maximaal 25 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet groter is dan 3,00 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare (nuts)voorziening, met een maximale bouwhoogte van 15,00 meter, zoals antennemasten, lichtmasten en kunstobjecten;
  4. aanpassingen van ondergeschikte aard in het beloop of het profiel van wegen of de onderlinge aansluiting van wegen, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  5. overschrijding van de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 3,00 meter voor balkons, en met ten hoogste 2,00 meter voor bordessen, dakoverstekken, overstekende verdiepingen, galerijen, luifels, gevelversieringen, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen;
  6. de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen en pergola’s, wordt vergroot tot maximaal 5,00 meter.

Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels

Artikel 38 Wro-zone Algemene wijzigingsregels

38.1 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot:
  1. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 1" in de bestemming "Wonen" ten behoeve van het bouwen van tenminste 2 en maximaal 3 woningen, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijke woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.
  2. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 2" in de bestemming "Wonen" ten behoeve van het bouwen van tenminste 2 en maximaal 3 woningen, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijke woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.
  3. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduiding "wro-zone wijzigingsgebied 3’ ten behoeve van het bouwen van 1 woning, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het overige van het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en Faunawet.
  4. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 4" in de bestemming Wonen ten behoeve van het bouwen van tenminste 1 en maximaal 2 woningen, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijke woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.
  5. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 5" ten behoeve van het bouwen van 1 woning, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het overige van het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.
  6. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 6" ten behoeve van het bouwen van 1 woning, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het overige van het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.
  7. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 7" ten behoeve van het bouwen van tenminste 1 woning en maximaal 2 woningen, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het overige van het bepaalde in artikel 25 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.
  8. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 8" ten behoeve van het bouwen van tenminste 4 gestapelde woningen en maximaal 5 gestapelde woningen, met een maximum goothoogte van 6,5 meter en een maximum bouwhoogte van 9,5 meter, waarbij het overige van het bepaalde in artikel 28 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en Faunawet;
  9. het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone-wijzigingsgebied 9" ten behoeve van het bouwen van tenminste 8 woningen en maximaal 10 woningen, met een maximum goothoogte van 3,5 meter en een maximum bouwhoogte van 6,5 meter, in de bestemmingen "Groen"; "Verkeer - Verblijfsdoeleinden" en "Wonen" waarbij het bepaalde in de artikelen 13, 24 en 25 van overeenkomstige toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en FaunawetWet natuurbescherming.

38.2 Procedureregels

38.2 Procedure regels Vacant
Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden de procedureregels van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen.

Artikel 39 Overige Regels

39.1 Relatiebepaling

  1. Dit bestemmingsplan is een partiële herziening van het bestemmingsplan ’t Harde 2009, vastgesteld op 31 januari 2011, het wijzigingsplan t.b.v. een gasleidingsectie van de Gasunie, vastgesteld 17 januari 2012 en het wijzigingsplan t.b.v. inpassing reconstructie Eperweg (N309), vastgesteld 7 januari 2014.
  2. De regels van dit bestemmingsplan moeten dus worden gelezen in samenhang met de verbeelding van de onder 1 genoemde bestemmingsplannen.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 40 Overgangsrecht

40.1 Overgangsregels bouwwerken

40.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

40.2 Ontheffing

40.2 Ontheffing Vacant
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 37.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 36.1 met maximaal 10%.

40.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

40.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Vacant
Lid 37.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

40.4 Overgangsregels gebruik

40.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

40.5 Strijdig gebruik

40.5 Strijdig gebruik Vacant
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 37.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander mdat dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning.

40.6 Verboden gebruik

40.6 Verboden gebruik Vacant
Indien het gebruik, bedoeld in lid 37.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

40.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

40.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Vacant
Lid 37.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 41 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de "1e partiële herziening bestemmingsplan 't Harde 2009 (veegplan)" van de gemeente Elburg.
Behorende bij het besluit van 9 juli 2018.

1 Inleiding

1.1 Aanleiding Tot Herziening Bestemmingsplan

Op 31 januari 2011 is het bestemmingsplan ’t Harde 2009 vastgesteld. Nadien zijn nog een herzieningsplan en drie wijzigingsplannen vastgesteld:
- wijzigingsplan t.b.v. een gasleidingsectie van de Gasunie, vastgesteld 17 januari 2012;
- wijzigingsplan t.b.v. inpassing reconstructie Eperweg (N309), vastgesteld 7 januari 2014;
- bestemmingsplan Eperweg 83/Spoorstraat 1, vastgesteld 29 juni 2015;
- wijzigingsplan t.b.v. een woning op perceel Singel 19 te 't Harde, vastgesteld 31 oktober 2017.
Voorts is omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van:
- twee-onder-éénkapwoningen Parkweg 39-41 (d.d. 18-04-2012;
- vijf-onder-éénkapwoningen Vale Ouwepad (d.d. 28-05-2013).
In de planregeling van bestemmingsplan ’t Harde 2009 komen enige juridische onvolkomenheden en omissies voor en is het nieuwe parkeerbeleid nog niet opgenomen. Met het nu opgestelde plan worden de meest noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd.
Het plangebied is gelijk aan het plangebied van het (moeder)bestemmingsplan ’t Harde 2009 met uitsluiting van de plangebieden Eperweg 83/Spoorstraat 1, “Centrum ‘t Harde” (vastgesteld 27 november 2011) en Singel 19 (vastgesteld 31 oktober 2017). Voor die gebieden blijven de separaat vastgestelde plannen gelden omdat de daarin opgenomen regelingen voor die gebieden heel specifiek zijn en afwijken van de in het moederplan ‘t Harde 2009 opgenomen regelingen. Voor zover nodig worden die plangebieden voor de noodzakelijke vastlegging van de parkeerregeling meegenomen in het Parapluplan Parkeren.

1.2 Inhoudelijk

Dit herzieningsplan betreft een gedeeltelijke herziening van de bestemmingsplannen. Dat wil zeggen dat die plannen van kracht blijven, maar dat hierop met de regels en de verbeelding van dit herzieningsplan aanpassingen worden doorgevoerd. De aanpassingen betreffen onder meer het herstel van onduidelijkheden of onvolkomenheden in de regels en/of de verbeelding, aanpassing van verouderde teksten en aanduidingen, aanpassingen die de juridische regeling in overeenstemming brengen met de feitelijke situatie en de vastlegging van parkeerregels.
De vermeldenswaardige aanpassingen zijn de volgende:
  • In het nu geldende plan wordt voor de parkeerregeling verwezen naar de Bouwverordening. De stedenbouwkundige bepalingen (waar onder parkeerregelingen) uit de Bouwverordening komen te vervallen en dat noodzaakt tot opneming van een gemeentelijke parkeerregeling (conform de Parkeernota) in het bestemmingsplan.
  • In de Wet ruimtelijke ordening is vastgelegd dat ruimtelijke plannen digitaal uitwisselbaar en raadpleegbaar moeten zijn. Om dat mogelijk te maken zijn afspraken gemaakt: RO Standaarden. Met de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) worden instructies gegeven hoe bestemmingen en aanduidingen moeten worden vastgelegd. Met dit veegplan worden noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd.
  • Enkele begrippen in de regels worden aangepast naar aanleiding van nieuwe inzichten, werkbaarheid en/of leesbaarheid.
  • Redactionele aanpassingen van bestemmingsomschrijvingen, bouwregels en afwijkingsregels. Bij diverse bestemmingen opgenomen afwijkings- en gebruiksregels worden nu centraal vastgelegd in Hoofdstuk 3 Algemene regels.
  • Vastlegging van archeologische (verwachtings)waarden conform de gemeentelijke archeologische beleidskaart.
Regels en leesbaarheid veegplan
Met het oog op de samenhang en de leesbaarheid zijn de regels volledig uit het (moeder)bestemmingsplan 't Harde 2009 overgenomen. Door middel van doorhalingen is aangegeven welke regelingen met dit herzieningsplan komen te vervallen. De nieuwe/vervangende teksten/redacties zijn vet aangegeven en betreffen dus de aanpassingen.
Juridische aspecten
De regels van dit bestemmingsplan vervangen integraal de regels van het bestemmingsplan ‘t Harde 2009 en de in 1.1 genoemde wijzigingsplannen. De regels moeten dus in samenhang met de verbeelding van die plannen worden gelezen.
Uitvoerbaarheid
Dit plan is vooral opgesteld om onvolkomenheden te repareren en om gevolg te kunnen geven aan de wetswijziging die tot gevolg heeft dat een bestemmingsplan in zijn eigen parkeerregeling moet voorzien.
Het plan is daarmee van dien aard dat uitvoerbaarheidsaspecten als milieu (milieuzonering, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid), watertoets, flora en fauna, cultuurhistorie en economische uitvoerbaarheid niet in het geding zijn.

1.3 Procedure

Bij zogenaamde veegplannen kan de inspraakprocedure worden overgeslagen, omdat sprake is van ondergeschikte aanpassingen. Het plan is in het kader van het overleg onder meer aangeboden aan de provincie Gelderland, Waterschap Vallei en Veluwe en het wijkcomité 't Harde. Uit het gevoerde vooroverleg zijn geen op- en/of aanmerkingen gekomen die hebben geresulteerd in een aanpassing van het voorontwerp.
Bij brief van 18 januari 2018 (2018-000368) deelt de Provincie Gelderland mee dat geconstateerd is dat in het voorontwerp geen provinciale belangen aan de orde zijn en dat er geen reden is om over dit plan advies uit te brengen. De Beleidscommissie Monumentenzorg heeft in haar vergadering van 23 januari 2018 kennis genomen van het plan en heeft geen op- en/of aanmerkingen.
Tijdens de vooroverlegperiode is geconstateerd dat de verbeelding ter plaatse van de woonpercelen Munnikenweg 45 en 47 aanpassing behoeft omdat ter plaatse 'particuliere gronden' zijn bestemd voor verkeersdoeleinden.
Het ontwerp van dit bestemmingsplan wordt conform het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht voor de zienswijzenprocedure ter inzage gelegd. Door een ieder kunnen binnen de aangegeven termijn zienswijzen bij de gemeenteraad naar voren worden gebracht omtrent de met dit herzieningsplan door te voeren aanpassingen. Vervolgens wordt de herziening ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden.