Hierden Dorp 2011
Bestemmingsplan - gemeente Harderwijk
Vastgesteld op 23-05-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Hierden Dorp 2011 van de gemeente Harderwijk;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0243.BP00050-0003 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan- of uitbouw
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
1.6 aan huis verbonden beroep
een (para)medische, juridische, administratief, therapeutisch, ontwerp-technisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep waaronder in ieder geval ook logies in de vorm van 'bed and breakfast' wordt begrepen dat in een woning wordt uitgeoefend;
1.7 bed and breakfast
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief verblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben in een woning, waarbij:
- a. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
- b. ten aanzien van de activiteit 'bed and breakfast' aanvullend het volgende geldt:
- het betreft een kleinschalige verblijfsaccommodatie met maximaal 7 slaapkamers, die deel uitmaakt van de woning;
- het betreft een ondergeschikte nevenactiviteit ten opzichte van de hoofdfunctie wonen, dat wil zeggen dat het gebruik beperkt wordt tot 40% vloeroppervlak met een maximum oppervlakte van 100 m2;
- de recreatieve nevenactiviteit mag geen afbreuk doen aan de woonfunctie;
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.9 bebouwingspercentage
het in de voorschriften aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.10 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.11 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.12 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.13 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bijgebouw
een vrijstaand of aan de hoofdbebouwing aangebouwd gebouw (met inbegrip van een eventueel te bouwen kelder), dat een eenheid vormt met en dienstbaar is aan een hoofdgebouw, zoals een garage, een huishoudelijke bergruimte of een hobbyruimte of soortgelijke gebouwtjes;
1.16 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
1.17 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.18 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.19 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.21 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.22 carport
een overkapping met maximaal twee, niet tot de constructie behorende, wanden die strekt tot beschutting van auto's;
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.24 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.26 gezamenlijk bruto vloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.27 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.28 horecabedrijf
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.29 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.30 kampeermiddel (bij kleinschalig kamperen)
tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.31 kampeerterrein
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
1.32 kleinschalig kamperen
het inrichten en gebruiken van een terrein met een omvang van maximaal 5.000 m2 voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 15 kampeermiddelen, met dien verstande dat stacaravans niet zijn toegestaan, ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
1.33 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sportieve en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
1.34 maatvoeringsvlak
een als zodanig aangegeven vlak ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bouwperceel met het oog op een verschil in maatvoering;
1.35 mantelzorg
zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige op vrijwillige basis en buiten enig organisatorisch verband;
1.36 mantelzorgunit
een verplaatsbare en herbruikbare unit die wat ligging en uitstraling betreft een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.37 peil
- a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.38 recreatief nachtverblijf
nachtverblijf voor recreatie door bij voorkeur wisselende gezinnen of daarmee gelijk te stellen personen, die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
1.39 recreatiewoning
een gebouw, waaronder mede een stacaravan met een groter oppervlakte dan 55 m2 wordt verstaan (inclusief bijgebouwen en overkappingen), dat dient als recreatieverblijf, dat dient als recreatieverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
1.40 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
1.41 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
1.42 voorste aanduidingsgrens
het naar de weg gekeerde deel van de aanduidingsgrens;
1.43 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.2
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken, trapportalen en hellingbanen buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 0,25 m wordt overschreden, met dien verstande dat ten aanzien van trapportalen en hellingbanen de overschrijding niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. veehouderij, met dien verstande dat onder veehouderij niet wordt begrepen:
- 1. varkens, mesterijen van kalveren, fokkerijen van pelsdieren en pluimveebedrijven, voor zover de omvang van de daarvoor benodigde gebouwen per bedrijf meer dan 250 m2 bedraagt;
- b. de bestaande mesterij van kalveren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mesterij van kalveren';
- c. akkerbouw- of tuinbouwbedrijven;
- d. kwekerijen;
- e. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.
Binnen de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning, met dien verstande dat:
- a. de inhoud van de bedrijfswoning niet meer dan 600 m3 mag bedragen;
- b. de gevelbelasting vanwege het wegverkeerslawaai niet meer dan 48 dB mag bedragen;
- c. de bedrijfseconomische noodzaak van de woning ook op de lange termijn is aangetoond.
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die in bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid;
- b. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- c. parkeervoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen.
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.
Binnen de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 4.1 sub a ten behoeve van het toestaan van bedrijven in een hogere categorie dan ter plaatse is toegestaan, mits deze bedrijven naar aard en omvang gelijk zijn te stellen met de genoemde bedrijven in de bijlage 'Staat van bedrijven'.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsbedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor voorzieningen van openbaar nut, zoals transformatorstations en gasdrukregel- en meetstations die in bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid.
In de bestemming zijn geen bedrijfswoningen begrepen.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Centrum
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Detailhandel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal woningen;
- c. tuinen, erven en terreinen.
In de bestemming zijn niet begrepen:
- 1. seksinrichtingen;
- 2. inrichtingen met een bewaarplaats of een bewerkingsruimte voor verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit, al dan niet in combinatie met consumentenvuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit.
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt;
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Dienstverlening
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal woningen;
- c. tuinen, erven en terreinen.
In de bestemming zijn niet begrepen:
- 1. seksinrichtingen;
- 2. inrichtingen met een bewaarplaats of een bewerkingsruimte voor verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit, al dan niet in combinatie met consumentenvuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit.
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt;
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. bermen en beplantingen;
- d. speelvoorzieningen, waaronder een trapveld;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. parkeervoorzieningen
9.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen, met dien verstande, dat bouwwerken ten behoeve van de aangegeven nutsvoorzieningen uitsluitend ondergronds zijn toegestaan.
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecavoorzieningen, uitsluitend in de categorieën 1 en 2 die in bijlage 1 'Staat van horeca-activiteiten' zijn opgenomen;
- b. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal woningen;
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.
Binnen de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen;
- c. tuinen, erven en terreinen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. groenvoorzieningen en water;
- c. parkeervoorzieningen.
Onder de bestemming is detailhandel en horeca uitsluitend begrepen voor zover deze is aan te merken als rechtstreeks voortvloeiend uit de tot de bestemming behorende voorzieningen en daaraan ondergeschikt is.
In de bestemming zijn geen bedrijfswoningen begrepen.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Sport
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport- en speelvelden en -voorzieningen;
- b. groenvoorzieningen en water;
- c. verkeer en verblijf en parkeervoorzieningen.
In de bestemming zijn geen bedrijfswoningen begrepen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het woon- en leefklimaat;
- het omliggende landschap;
nadere eisen stellen aan:
- a. de plaats en bouwhoogte van de lichtmasten.
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met een overheersende stroomfunctie, meer in het bijzonder voor verkeer met een bovenwijkse functie en een wijkontsluitingsfunctie;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. voorzieningen voor het openbaar vervoer, parkeerplaatsen en andere verkeersvoorzieningen, waaronder begrepen afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, kunstwerken, haal- en brengstroken, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
- d. groenvoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. openbare nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn bouwwerken toegelaten waarvan de inhoud niet meer dan 50 m2 mag bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 4 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken rechtstreeks bedoeld voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 10 m mag bedragen.
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterhuishouding;
- b. waterberging;
- c. waterlopen en -partijen, waaronder mede zijn begrepen de voor het beheer en onderhoud noodzakelijke voorzieningen;
- d. verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- e. recreatief medegebruik.
Tot het doel 'verkeers- en verblijfsdoeleinden' behoren de voor het verkeer over het water noodzakelijke voorzieningen, zoals bruggen, dammen en/of duikers.
14.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Artikel 15 Wonen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal woningen dan wel niet meer dan 1 indien op het moment van inwerkingtreding van dit plan nog geen woning aanwezig is;
- b. parkeerkelders en ondergronds parkeren;
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. openbare nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. waterlopen en waterpartijen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. voet- en fietspaden;
- i. parkeerplaatsen;
- j. woonstraten en wegen met een buurtontsluitende functie;
- k. verkeersvoorzieningen, waaronder afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.
In de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen.
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan:
- a. de plaats van de gebouwen waarvan de maximaal toegestane bouwhoogte 3 m bedraagt;
- b. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- c. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het bewonen van bijgebouwen.
Artikel 16 Wonen - Dorpsgebied
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Dorpsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal woningen dan wel niet meer dan 1 indien op het moment van inwerkingtreding van dit plan nog geen woning aanwezig is;
- b. recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. openbare nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. waterlopen en waterpartijen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. voet- en fietspaden;
- i. parkeerplaatsen;
- j. woonstraten en wegen met een buurtontsluitende functie;
- k. verkeersvoorzieningen, waaronder afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m2 voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.
In de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan:
- a. de plaats van de gebouwen waarvan de maximaal toegestane bouwhoogte 3 m bedraagt;
- b. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- c. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
16.4 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 16.2.1 sub d onder 7 en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bijgebouwen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 20% bedraagt, mits dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld;
- b. het bepaalde in artikel 16.2.1 sub d onder 9 ten behoeve van een grotere gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, met dien verstande dat:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
- 2. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een hoofdgebouw niet meer bedraagt dan maximaal:
oppervlakte bouwperceel maximale oppervlakte bijgebouwen tot 350 m2 50 m2 350 m2 tot 500 m2 65 m2 500 m2 tot 750 m2 75 m2 750 m2 tot 1.000 m2 90 m2 1.000 m2 tot 2.000 m2 125 m2 2.000 m2 of meer 150 m2
- c. het bepaalde in artikel 16.2.1 sub d onder 9 en worden toegestaan dat de gezamenlijke oppervlakte maximaal 150 m2 bedraagt in verband met het hobbymatig houden van vee, met dien verstande dat:
- 1. ten behoeve van het hobbymatig houden van vee over minimaal 5.000 m2 onbebouwde gronden direct grenzend aan het bouwperceel of daarvan onderdeel uitmakend kan worden beschikt;
- 2. de noodzaak van de extra oppervlakte aan bijgebouwen moet worden aangetoond.
- d. het bepaalde in artikel 16.2 sub d onder 9 ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen waardoor de gezamenlijke oppervlakte van meer dan de ter plaatse toegestane oppervlakte mag bedragen in verband met de sloop van bestaande met omgevingsvergunning gebouwde bijgebouwen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
- 1. voor zover de resterende oppervlakte na de sloop gelijk is of meer bedraagt dan de ter plaatse toegestane oppervlakte, bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen maximaal de resterende oppervlakte vermeerderd met 50% van de oppervlakte van de gesloopte bijgebouwen. Onder resterende oppervlakte wordt verstaan de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen dat resteert nadat alle aanwezige bijgebouwen waar de omgevingsvergunning betrekking op heeft, zijn gesloopt;
- 2. voor zover de resterende oppervlakte minder bedraagt dan de ter plaatse toegestane oppervlakte, de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen maximaal de oppervlakte zoals berekend overeenkomstig de volgende formule bedraagt:
A + (0,5 * (B - (A - C)));
A = toegestane oppervlakte: de ter plaatse toegestane oppervlakte van bijgebouwen op grond van artikel 16.2.1 sub d 9;
B = oppervlakte van gesloopte bijgebouwen: de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, waar de sloop betrekking op heeft;
C = resterende oppervlakte; - 3. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag nooit meer dan 250 m2 bedragen.
- e. deze afwijkingen zijn slechts toelaatbaar indien voldaan wordt aan de navolgende voorwaarden:
- 1. de afwijking stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
- 2. voorzien moet worden in landschappelijke inpassing;
- 3. de economische haalbaarheid verzekerd is.
16.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het bewonen van vrijstaande bijgebouwen.
16.6 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1 ten behoeve van het houden van een kleinschalig kampeerterrein met daarbij behorende voorzieningen voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - ontheffingsgebied 1', met dien verstande dat een stacaravan niet is toegestaan. Deze afwijking is slechts toelaatbaar indien voldaan wordt aan de navolgende voorwaarden:
- a. de functie van de hoofdbestemming blijft in overwegende mate behouden;
- b. het is alleen toegestaan ten behoeve van recreatief verblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden in de periode van 31 maart tot en met 31 oktober van elk kalenderjaar. In de resterende periode van het jaar mogen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn;
- c. het bouwen van bouwwerken ten behoeve van het kampeerterrein is alleen toegestaan binnen de bouwregels zoals opgenomen in artikel 16.2 met een maximum van 50 m2. Deze oppervlakte wordt niet meegeteld bij de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij het hoofdgebouw;
- d. voorzien moet worden in landschappelijke inpassing;
- e. de aanwezige cultuurhistorische en/of natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
- f. er dient voldoende parkeergelegenheid op eigen erf aanwezig te zijn;
- g. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan de volgens het bestemmingsplan gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- h. het kleinschalig kamperen mag geen onevenredige nadelige gevolgen opleveren voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven;
- i. kampeermiddelen mogen niet worden gebruikt ten behoeve van permanente bewoning;
- j. de economische haalbaarheid verzekerd is.
Artikel 17 Leiding - Hoogspanningsverbinding
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding';
- b. het beheer en onderhoud van de verbinding;
- c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2 Bouwregels
- a. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 17.1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van verblijfsfunctie;
- b. In aanvulling op de andere daar voorkomende bestemmingen mogen tevens bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de bestemming met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal bedraagt:
- 1. hoogspanningsmasten 30 m;
- 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.2 voor het bouwen ten behoeve van verblijfsfuncties overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Artikel 18 Waarde - Archeologie 1
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
18.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en onder de voorwaarde dat de oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft groter is dan 100 m2 en de activiteit op een grotere diepte dan 0,3 m wordt uitgevoerd:
- a. dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- b. kunnen aan een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen of;
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2, sub a voor de overlegging van het aldaar genoemd archeologische rapport, indien naar hun oordeel de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en onder de voorwaarde dat de oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft groter is dan 1.000 m2 en de activiteit op een grotere diepte dan 0,3 m wordt uitgevoerd:
- a. dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- b. kunnen aan een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen of;
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 sub a voor de overlegging van het aldaar genoemd archeologische rapport, indien naar hun oordeel de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Waterstaat - Waterlopen
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterlopen aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: de bescherming en het beheer van de watergang.
20.2 Bouwregels
- a. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd;
- b. Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
- c. De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 m.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de watergang.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 22 Algemene Bouwregels
Bestaande maatvoering
22.1
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
22.2
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
22.3
Het bepaalde in artikel 22.1 met betrekking tot de bestaande oppervlakte is niet van toepassing in geval van sloop van bestaande bijgebouwen binnen de bestemming Wonen - Dorpsgebied.
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
23.1
In die gevallen dat de omvang van het bestaande gebruik groter is dan is toegestaan op grond van deze regels, geldt de bestaande omvang als maximaal toegestaan.
23.2
Tot een gebruik in strijd met het wonen in een woning wordt niet begrepen het gebruik van de woning voor inwoning, met dien verstande dat:
- a. er geen tweede woning mag ontstaan;
- b. voor inwoning geen aparte aansluitingen op nutsvoorzieningen mogen worden aangelegd;
- c. het gedeelte dat wordt aangewend voor inwoning direct moet aansluiten aan de woning en een onderlinge verbinding/doorgang hebben met de woning. Een zogenaamd tussenlid en verbinding buitenom is niet toegestaan.
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. het overschrijden van aanduidingsgrenzen en bouwgrenzen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak maximaal 10% van de oppervlakte van de aanduiding dan wel van het bouwvlak mag bedragen;
- b. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een oppervlakte van ten hoogste 25 m2, een inhoud van ten hoogste 70 m3 en een hoogte van maximaal 5 m, ten dienste van openbaar nut, zoals schakelhuisjes, transformatorhuisjes, wachthuisjes, straatmeubilair, telefooncellen en kabelverdeelkasten;
- c. de bouw van balkons, luifels, bordessen, pergola's en dergelijke bouwwerken, met dien verstande dat balkons geen grotere diepte mogen hebben dan 1,50 m;
- d. het bouwen van antennes waarvan de bouwhoogte ten hoogste 25 m mag bedragen;
- e. het veranderen van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken met ten hoogste 10%, met dien verstande dat deze regel niet wordt toegepast in samenloop met een bijzondere afwijkingsregel;
- f. mantelzorg voor een grotere gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen, met dien verstande dat:
- 1. mantelzorg in vrijstaande bijgebouwen niet is toegestaan, met dien verstande dat dit wel is toegestaan in een voor de mantelzorg geplaatste unit;
- 2. de uitbreiding op zij- en/of achtererf niet meer bedraagt dan 50 m2.
Artikel 25 Algemene Aanduidingsregels
25.1 Geluidzone - industrie
Artikel 26 Algemene Wijzigingsregels
26.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 1
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal woningen ter plaatse bedraagt niet meer dan 4;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 15 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. er mag pas gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan vanwege de milieusituatie van omliggende bedrijven zoals het agrarisch bedrijf aan de Lageweg 17;
- e. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 2
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal woningen ter plaatse bedraagt niet meer dan 2;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 15 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 3
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 3' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.4 Wro-zone - wijzigingsgebied 4
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 4' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.5 Wro-zone - wijzigingsgebied 5
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 5' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.6 Wro-zone - wijzigingsgebied 6
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 6' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. er mag pas gebruik worden gemaakt van de Wro-zone - wijzigingsgebied wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan van het bedrijf aan de Grevenshofsweg 2-2a;
- e. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.7 Wro-zone - wijzigingsgebied 7
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 7' gelden de volgende voorwaarden:
- a. de bestemming kan gewijzigd worden in Wonen - Dorpsgebied, waarbij het totale aantal toe te voegen woningen niet meer bedraagt dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. er mag pas gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan vanwege de milieusituatie van omliggende bedrijven zoals het bedrijf aan de Zuiderzeestraatweg 88;
- e. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.8 Wro-zone - wijzigingsgebied 8
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 8' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.9 Wro-zone - wijzigingsgebied 9
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 9' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal woningen ter plaatse bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 15 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerpbesluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd;
- e. er mag pas gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan vanwege de milieusituatie van omliggende bedrijven, zoals het agrarisch bedrijf aan de Molenweg 15.
26.10 Wro-zone - wijzigingsgebied 10
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 10' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.11 Wro-zone - wijzigingsgebied 11
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 11' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 15 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd;
- e. er mag pas gebruik worden gemaakt van de Wro-zone - wijzigingsgebied wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan vanwege de milieusituatie van omliggende bedrijven zoals het bedrijf aan de Molenweg 12.
26.12 Wro-zone - wijzigingsgebied 12
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 12' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. er mag pas gebruik worden gemaakt van de Wro-zone - wijzigingsgebied wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen meer bestaan van het bedrijf aan de Kleine Varenweg 4;
- e. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.13 Wro-zone - wijzigingsgebied 13
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 13' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal woningen ter plaatse bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m.
26.14 Wro-zone - wijzigingsgebied 14
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 14' gelden de volgende voorwaarden:
- a. de bestemming kan gewijzigd worden in Wonen - Dorpsgebied, waarbij het totale aantal toe te voegen woningen niet meer bedraagt dan 3;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. Er mag pas gebruik worden gemaakt van de Wro-zone - wijzigingsgebied wanneer er geen milieuhygiënische belemmeringen meer bestaan van de bedrijven aan de Zuiderzeestraatweg 183 en Wijtgraaf 10a;
- e. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.15 Wro-zone - wijzigingsgebied 15
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 15' gelden de volgende voorwaarden:
- a. het totale aantal toe te voegen woningen bedraagt niet meer dan 1;
- b. de breedte en de diepte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 8 m en 12 m;
- c. de goot- en de bouwhoogte van de nieuw toe te voegen woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m;
- d. het ontwerp-besluit voor het wijzigingsplan mag niet voor 1 januari 2014 ter visie worden gelegd.
26.16 Wro-zone - wijzigingsgebied 16
Ten aanzien van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 16' gelden de volgende voorwaarden:
- a. de bestemming van het perceel kan gewijzigd worden naar de bestemming horeca (categorie 1 en 2);
- b. het bouwvlak wordt opgenomen zoals aangegeven op de als bijlage 3 bij de regels behorende kaart met nummer rb_NL.IMRO.0243.BP00050-0003;
- c. het totale bouwvlak mag na wijziging niet voor meer dan 40% worden bebouwd;
- d. de goot- en de bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 9 m.
26.17
Wijziging als bedoeld in lid 26.1 tot en met 26.16 mag uitsluitend plaatsvinden indien:
- a. voldaan kan worden aan de in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan opgenomen parkeernormen;
- b. door middel van een watertoets is aangetoond dat de waterhuishouding op aanvaardbare wijze wordt vormgegeven;
- c. wordt voldaan aan de relevante wet- en regelgeving op het gebied van bodem, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit, archeologie alsmede flora en fauna;
- d. de economische haalbaarheid is verzekerd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 27 Overgangsrecht
27.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- b. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %;
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
27.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 28 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Hierden Dorp 2011.
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Bijlage Bij Regels Artikel 26.16
Bijlage 3 Bijlage bij regels artikel 26.16
Bijlage 1 Akoestische Beoordeling Onderzoekslocaties
Bijlage 1 Akoestische beoordeling onderzoekslocaties
Bijlage 2 Archiefstudie Bodemonderzoeken
Bijlage 2 Archiefstudie bodemonderzoeken
Bijlage 3 Notitie Natuurtoets Bouwlocaties Hierden
Bijlage 3 Notitie natuurtoets bouwlocaties Hierden
Bijlage 4 Aanvulling Notitie Natuurtoets Bouwlocaties Hierden
Bijlage 4 Aanvulling notitie natuurtoets bouwlocaties Hierden
Bijlage 5 Notitie Resultaten Vooroverleg
Bijlage 5 Notitie resultaten vooroverleg
Bijlage 6 Eindverslag Beleidsvoornemen Dorpsvisie Hierden
Bijlage 6 Eindverslag Beleidsvoornemen Dorpsvisie Hierden
Bijlage 7 Verkennend Bodem- En Asbestonderzoek Zuiderzeestraatweg 185
Bijlage 7 Verkennend bodem- en asbestonderzoek Zuiderzeestraatweg 185
Bijlage 8 Bodemonderzoek Potweg 4a
Bijlage 8 Bodemonderzoek Potweg 4a
Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Zuiderzeestraatweg 185, Bedrijfslawaai
Bijlage 9 Akoestisch onderzoek Zuiderzeestraatweg 185, bedrijfslawaai
Bijlage 10 Akoestisch Onderzoek Zuiderzeestraatweg 185, Verkeerslawaai
Bijlage 10 Akoestisch onderzoek Zuiderzeestraatweg 185, verkeerslawaai
Bijlage 11 Commentaarnota Zienswijzen Hierden-dorp
Bijlage 11 Commentaarnota zienswijzen Hierden-Dorp
Bijlage 12 Raadsbesluit Vaststelling Bestemmingsplan Hierden-dorp 2011 D.d. 22 September 2011
Bijlage 12 Raadsbesluit vaststelling bestemmingsplan Hierden-Dorp 2011 d.d. 22 september 2011
Bijlage 13 Tussenuitspraak Abrs 201112696/1/t1/r2 D.d. 6 Maart 2013
Bijlage 13 Tussenuitspraak ABRS 201112696/1/T1/R2 d.d. 6 maart 2013
Bijlage 14 Raadsbesluit Vaststelling Bestemmingsplan Hierden-dorp 2011 D.d. 23 Mei 2013
Bijlage 14 Raadsbesluit vaststelling bestemmingsplan Hierden-Dorp 2011 d.d. 23 mei 2013