Partiële herziening parkeerregeling bestemmingsplannen
Bestemmingsplan - gemeente Harderwijk
Vastgesteld op 08-02-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Partiële herziening parkeerregeling bestemmingsplannen" met identificatienummer NL.IMRO.0243.BP00191-0002 van de gemeente Harderwijk;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 bestemmingsplan Partiële herziening parkeerregeling bestemmingsplannen
het bestemmingsplan "Partiële herziening parkeerregeling bestemmingsplannen" met identificatienummer NL.IMRO.0243.BP00191-0002, zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Harderwijk op
1.4 gebruiksoppervlak
gebruiksoppervlakte van een gebouw zoals bedoeld en bepaald in de NEN 2580;
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 2 Toepassing Bestemmingsplan
De in dit bestemmingsplan opgenomen regels gelden in aanvulling op de regels van de hierna genoemde bestemmingsplannen en laten de regels uit die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd.
De onderliggende bestemmingsplannen zijn:
Bestemmingsplan | Vastgesteld |
Benzineverkooppunt Hertog Reinoudlaan | 24 augustus 1999 |
Boomkamp 20 | 22 juni 2010 |
Buitengebied - Haventje Mheenlanden | 8 december 2011 |
Buitengebied - Hotel Van der Valk | 4 oktober 2012 |
Buitengebied 2014 | 30 april 2015 |
De Harder | 20 november 2008 |
Drielanden - Bedrijvenpark Tonsel 2013 | 13 juni 2013 |
Drielanden - Groene Zoom | 24 april 2014 |
Drielanden - Horlose Brink | 20 december 2012 |
Drielanden 2013 | 27 maart 2014 |
Drielanden-West, Onderwijscluster en Blauwe Long | 29 oktober 2009 |
Frankrijk | 20 november 2008 |
Frankrijk - Grensweg 11 | 27 augustus 2013 |
Frankrijk - Grensweg 20-22 | 16 augustus 2011 |
Frankrijk - Krommekamp/Vlierburgweg | 8 november 2012 |
Frankrijk - Vlierburgweg 4 | 28 juni 2012 |
Friesegracht 2011 | 22 september 2011 |
Geluidzone Haven en Lorentz | 20 november 2008 |
Groot Sypel | 18 april 2013 |
Groot Sypel - Hoofdweg 2 | 13 mei 2014 |
Groot Sypel - Maltezerlaan 1 | 18 september 2014 |
Hierden Bosch | 28 juni 2012 |
Hierden Dorp 2011 | 22 september 2011/23 mei 2013 |
Hierden Dorp 2011 - Wijzigingsplan I | 5 augustus 2014 |
Hierden Dorp 2011 - Wijzigingsplan II | 24 maart 2015 |
Hoge Varen | 10 september 2009 |
Leuvenemseweg Noord | 24 augustus 1998 |
Lorentz - 1e wijziging geluidverkaveling | 11 september 2012 |
Lorentz I en II - Einsteinstraat 5 | 8 september 2016 |
Lorentz I en II – Stephensonstraat | 10 november 2016 |
Lorentz I en II 2013 | 4 juli 2013 |
Lorentz-oost | 15 mei 2003 |
N302 | 22 november 2007 |
Parkeergarage Houtwal | 20 november 2008 |
Partiële herziening Waterfront-Zuid Boulevard-West | 28 juni 2012 |
Reparatieplan Hierden Dorp 2011 | 30 april 2015 |
SOMA College | 16 september 2010 |
Stadsdennen | 27 maart 2018 |
Stadsweiden (reparatieplan) | 1 juli 2010 |
Stadsweiden – Kruithuis | 9 oktober 2014 |
Stationsomgeving | 19 december 2013 |
Toedeling geluidruimte bedrijventerrein Lorentz | 7 april 2011 |
Tweelingstad - Ambulante handel winkelcentrum | 28 november 2013 |
Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel | 21 mei 2015 |
Tweelingstad - Graaf Ottolaan 5-11 | 18 april 2013 |
Tweelingstad-Slingerbos | 12 mei 2011 |
Walstein 2A | 16 september 1999 |
Walstein 2A uitw. plan | 20 februari 2007 |
Walstein 2B | 21 juni 1990 |
Waterfront Noord II | 10 juni 2010 |
Waterfront Noord II - Geluidzoneringsplichtige inrichtingen | 15 november 2011 |
Waterfront-Noord | 21 december 2006 |
Waterfront-Zuid - Brug Vissershaven | 30 juni 2015 |
Waterfront-Zuid - De Bakens | 12 januari 2012 |
Waterfront-Zuid - De Bakens uitw.plan | 28 februari 2017 |
Waterfront-Zuid - De Eilanden | 13 september 2012 |
Waterfront-Zuid - Partiële herziening Boothuizen | 2 juli 2015 |
Waterfront-Zuid – Watersportboulevard | 30 juni 2015 |
Waterfront-Zuid Boulevard-Oost | 22 september 2011 |
Waterfront-Zuid Boulevard-West | 10 juni 2010 |
Waterfront-Zuid Boulevard-West – Strandeiland | 20 maart 2012 |
Waterfront-Zuid Waterstad | 5 februari 2008 |
Waterfront-Zuid Waterstad fase 3 | 1 november 2011 |
Zeebuurt - Haaksepad 1A | 10 juni 2014 |
Zeebuurt 2012 | 28 juni 2012 |
Zwaluwhoeve | 20 mei 2010 |
Artikel 3 Algemene Bouwregels
Bij nieuw- of verbouw en/of bij het toepassen van de in dit plan opgenomen afwijkingen en wijzigingen en uitwerkingen dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan het gestelde in de op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp geldende Parkeernormennota Harderwijk.
Artikel 4 Algemene Gebruiksregels
4.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
Bij nieuwbouw of uitbreiding waarbij het gebruiksoppervlak toeneemt dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijk parkeernormen zoals weergegeven in de op het tijdstip van aanvang van het gebruik, dan wel, in het geval van een omgevingsverguningplichtige activiteit, het tijdstip van de aanvraag van de omgevingsvergunning geldende Parkeernormennota Harderwijk.
- 1. Voor de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen is de Parkeernormennota Harderwijk van toepassing. Daarbij dient overeenkomstig de aanbevelingen van het CROW tevens rekening te worden gehouden met parkeerplaatsen voor mindervaliden;
- 2. De in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben zoals die zijn voorgeschreven in de ASVV (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom). Voor de in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's komen in ieder geval niet in aanmerking gronden die bedoeld en/of ingericht zijn als openbare groenvoorziening(en);
- 3. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
- 4. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
- a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of wijzigen gebruik, en afwijkt van het plan,mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits
de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de
dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. - 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid,te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Partiële herziening parkeerregeling bestemmingsplannen".
Aldus vastgestelddoor de gemeenteraad van Harderwijk
in de raadsvergadering d.d. 8 februari 2018
De voorzitter, De griffier,
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De Reparatiewet Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2014 (BZK) regelt dat gemeenten de stedenbouwkundige bepalingen uit hun bouwverordening voor 1 juli 2018 moeten hebben opgenomen in bestemmingsplannen of beheersverordeningen.
De Reparatiewet BZK 2014 is op 29 november 2014 in werking getreden. De Reparatiewet neemt onder meer de wettelijke grondslag weg voor de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening (artikel 8 lid 5, 9 en 10 Woningwet en artikel 8.17 onder B I Wet ruimtelijke ordening (Wro) komen te vervallen en dientengevolge artikel 2.5.30 VNG Modelbouwverordening).
Dit betekent dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening geleidelijk via overgangsrecht zullen 'uitsterven'. Daarmee zal de bouwverordening als instrument op termijn verdwijnen.
1.1.1 Overgangsregeling
De Reparatiewet hanteert een overgangstermijn die loopt tot 1 juli 2018. Dit is opgenomen in het nieuwe artikel 133 Woningwet. Vanaf die datum verliezen de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening hun (aanvullende) werking voor bestaande bestemmingsplannen en beheersverordeningen, kunnen deze niet meer als vangnet dienen en moeten deze (en met name de parkeerbepaling) zijn ondergebracht in het bestemmingsplan (of de beheersverordening).
Een van de consequenties van het vervallen van de stedenbouwkundige voorschriften is dat er bij het verlenen van een omgevingsvergunning niet meer op basis van de bouwverordening kan worden getoetst aan gemeentelijke parkeernormen.
Voldoende parkeervoorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor bijna elke ruimtelijke ontwikkeling. De gemeente Harderwijk wenst over de mogelijkheid tot het stellen van eisen aan het parkeren te beschikken. Dit betekent dat de parkeernormen in de planregels van bestemmingsplannen opgenomen moeten worden. Omdat veel van de bestemmingsplannen in Harderwijk nog recent zijn geactualiseerd is besloten om de parkeernormen door middel van het voorliggende paraplu-bestemmingsplan vast te leggen. In de loop van de tijd zullen de parkeernormen bij de komende actualisaties, door middel van een verwijzing naar de Parkeernormennota Harderwijk van de onderliggende bestemmingsplannen worden meegenomen, waardoor de werking van dit plan uiteindelijk vervalt. Een parapluherziening ofwel facetherziening biedt de mogelijkheid alle of een aantal bestemmingsplannen in de gemeente in één keer te herzien voor een bepaald aspect. In het voorliggende geval beoogt de voorliggende parapluherziening de gemeentelijke Parkeernormennota Harderwijk in de geldende bestemmingsplannen van Harderwijk in te passen. 5.
1.2 Plangebied
Het plangebied van deze parapluherziening omvat het grootste deel van het gemeentelijk grondgebied van Harderwijk.
Afbeelding 1 - ligging en begrenzing plangebied
De Binnenstad maakt geen deel uit van deze parapluherziening. Vanwege de historische structuur kan doorgaans geen rekening worden gehouden met parkeermogelijkheden van de auto. Waar mogelijk zijn wel voorzieningen getroffen, maar dit is niet optimaal en voldoende. De visie om bij (ruimtelijke) activiteiten uit te gaan van parkeren op eigen terrein is meestal niet te realiseren. Dit geldt ook voor de mogelijkheden om parkeercompensatie toe te passen. Voor de binnenstad betekent dit dat er maatwerk nodig is.
In verband met rechtszekerheid en het niet frustreren van bestaande planvorming geldt dat voor nader aangegeven woningcategorieën parkeren op eigen terrein is vereist. Met de begrenzing van het plangebied is, waar mogelijk, aangesloten op de geldende bestemmingsplannen waarin de parkeernormen worden vastgelegd.
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
In het navolgende overzicht zijn de verschillende geldende bestemmingsplannen opgenomen die onder de voorliggende parapluherziening vallen. In deze bestemmingsplannen wordt, door middel van dit bestemmingsplan, een parkeerregeling opgenomen. De onderliggende bestemmingsplannen zijn:
Bestemmingsplan |
Benzineverkooppunt Hertog Reinoudlaan |
Boomkamp 20 |
Buitengebied - Haventje Mheenlanden |
Buitengebied - Hotel Van der Valk |
Buitengebied 2014 |
De Harder |
Drielanden - Bedrijvenpark Tonsel 2013 |
Drielanden - Groene Zoom |
Drielanden - Horlose Brink |
Drielanden 2013 |
Drielanden-West, Onderwijscluster en Blauwe Long |
Frankrijk |
Frankrijk - Grensweg 11 |
Frankrijk - Grensweg 20-22 |
Frankrijk - Krommekamp/Vlierburgweg |
Frankrijk - Vlierburgweg 4 |
Friesegracht 2011 |
Geluidzone Haven en Lorentz |
Groot Sypel |
Groot Sypel - Hoofdweg 2 |
Groot Sypel - Maltezerlaan 1 |
Hierden Bosch |
Hierden Dorp 2011 |
Hierden Dorp 2011 - Wijzigingsplan I |
Hierden Dorp 2011 - Wijzigingsplan II |
Hoge Varen |
Leuvenemseweg Noord |
Lorentz - 1e wijziging geluidverkaveling |
Lorentz I en II - Einsteinstraat 5 |
Lorentz I en II – Stephensonstraat |
Lorentz I en II 2013 |
Lorentz III Lorentz-oost |
N302 |
Parkeergarage Houtwal |
Partiële herziening Waterfront-Zuid Boulevard-West |
Reparatieplan Hierden Dorp 2011 |
SOMA College |
Stadsdennen |
Stadsweiden (reparatieplan) |
Stadsweiden – Kruithuis |
Stationsomgeving |
Toedeling geluidruimte bedrijventerrein Lorentz |
Tweelingstad - Ambulante handel winkelcentrum |
Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel |
Tweelingstad - Graaf Ottolaan 5-11 |
Tweelingstad-Slingerbos |
Walstein 2A |
Walstein 2B |
Waterfront Noord II |
Waterfront Noord II - Geluidzoneringsplichtige inrichtingen |
Waterfront-Noord |
Waterfront-Zuid - Brug Vissershaven |
Waterfront-Zuid - De Bakens |
Waterfront-Zuid - De Eilanden |
Waterfront-Zuid - Partiële herziening Boothuizen |
Waterfront-Zuid – Watersportboulevard |
Waterfront-Zuid Boulevard-Oost |
Waterfront-Zuid Boulevard-West |
Waterfront-Zuid Boulevard-West – Strandeiland |
Waterfront-Zuid Waterstad |
Waterfront-Zuid Waterstad fase 3 |
Zeebuurt - Haaksepad 1A |
Zeebuurt 2012 |
Zwaluwhoeve |
1.4 Opzet Bestemmingsplan En Toelichting
In deze toelichting komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan de orde:
- in hoofdstuk 2 'De parkeerregeling' wordt kort ingegaan op de nieuwe parkeerregeling voor de gemeente Harderwijk;
- in hoofdstuk 3 'Juridische aspecten' wordt uitgelegd hoe de parkeernota juridisch is vertaald in de planregels;
- in hoofdstuk 4 'Uitvoerbaarheid' bevat de resultaten van inspraak, vooroverleg en de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Hoofdstuk 2 De Parkeerregeling
2.1 Beleidskader
Het parkeerbeleid is bij uitstek een onderdeel waarin de verantwoordelijkheid primair bij de gemeentes ligt. Het rijk en provincie hebben een zeer globaal kader geformuleerd waarbinnen een gemeente hieraan haar eigen invulling kan geven. Parkeerbeleid is een belangrijk ondersteunend instrument voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid.
2.1.1 Rijk
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is de overkoepelende visie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2028, met een doorkijk naar 2040. De structuurvisie vervangt een groot aantal beleidsstukken, waaronder de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Het rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland, door middel van een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Om dit doel te bereiken, werkt het rijk samen met andere overheden. Bij deze aanpak hanteert het rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en keuzes van burgers en bedrijven. De structuurvisie doet geen specifieke uitspraken over gemeentelijk parkeerbeleid.
2.1.2 Provincie Gelderland
Ook de provincie doet indirect uitspraken in het Omgevingsvisie Gelderland. Vooral in de mobiliteitsnota wordt echter helder gesteld dat het parkeerbeleid een gemeentelijke taak is. De provincie vraagt gemeenten wel om dit in onderlinge afstemming te doen.
2.1.3 Gemeente
Het gemeentelijk beleidskader is vastgelegd in de Parkeernormennota Harderwijk. In de visie en notitie wordt per type deelgebied (Centra, Woonwijken en Bedrijventerreinen) aangegeven hoe met het prkeervraagstuk wordt omgegaan. Elk gebied heeft immers een eigen karakteristiek en vraagt daardoor ook om passende parkeeroplossingen. Vervolgens wordt ingegaan op het parkeren ten behoeve van de toeristen en bezoekers van Harderwijk. Tot slot wordt aandacht geschonken aan de te hanteren parkeernormen en aan de parkeerbalans. Voor het bepalen van de te hanteren parkeernormen wordt uitgegaan van de parkeerkencijfers uit de CROW-publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (publicatie 317, d.d. oktober 2012). De normen zijn dus afgeleid van de CROW publicatie.
2.2 Gemeentelijk Parkeerbeleid Nader Belicht
2.2.1 Parkeren in woonwijken
Het autobezit is sterk toegenomen en daarmee ook de behoefte aan parkeerplaatsen. In met name de oudere wijken van Harderwijk kan dit tot een tekort aan parkeerplaatsen leiden. Daar waar de parkeercapaciteit onvoldoende is, wordt gekeken naar mogelijkheden om extra parkeerplaatsen te realiseren. Dit is echter niet altijd mogelijk. Is het niet haalbaar om op korte termijn parkeerplaatsen te realiseren dan wordt bij herinrichting (bijvoorbeeld bij rioolvervanging) gekeken of het mogelijk is extra parkeerplaatsen te realiseren. In nieuwbouwwijken wordt altijd een actuele parkeernorm toegepast.
2.2.2 Parkeren in de binnenstad
De bewoners en de bezoekers van de binnenstad kunnen parkeren op de parkeerterreinen en –garages in en rondom de binnenstad. Op de meeste parkeerterreinen en - garages geldt achteraf betaald parkeren, deze parkeerlocaties zijn voorzien van een slagboom. Op de overige parkeerlocaties waaronder Boulevard en het parkeerterrein Waltoren geldt vooraf betaald parkeren. Bewoners en werkers van de binnenstad kunnen bij de gemeente een parkeervergunning aanvragen. De woonstraten van de binnenstad zijn opgenomen in het vergunningengebied. Dit betekent dat alleen bewoners binnenstad met een parkeervergunning in de woonstraten mogen parkeren (maximaal 1 voertuig per voordeur).
De woonstraten gelegen in een ruime schil om de binnenstad geldt een blauwe-zone. Bewoners van de blauwe zone kunnen, mits zij geen eigen oprit en/of garage hebben, een ontheffing voor de blauwe zone krijgen. Bewoners in de blauwe zone kunnen een bezoekerskaart aanvragen.
2.2.3 Parkeren voor bezoekers
Het toeristisch parkeren is belangrijk in Harderwijk. De vele bezoekers voor Harderwijk en Dolfinarium worden vanaf de toegangswegen naar Harderwijk via bewegwijzeringsborden geleid naar beschikbare parkeerplekken. Er wordt geparkeerd aan de Boulevard maar ook op verschillende overloop parkeerterreinen. Bij extreme drukte wordt er uitgeweken naar De Stille Wei (Welle en de ijsbaan). Zo is er altijd voldoende plaats. Vanaf de overloopparkeerterrein Flevoweg rijden gratis bussen naar het Dolfinarium / Boulevard.
2.2.4 Parkeren voor mensen met een beperking
Grotendeels worden de gehandicapte parkeerplaatsen zo geplaatst dat deze dicht bij de uitgang van het parkeerterrein zijn. Ook met een gehandicaptenparkeerkaart moet u betalen voor het parkeren.
2.2.5 Parkeren in de bestemmingsplannen
In de woonwijken bevinden parkeerplaatsen zich langs woonstraten en op eigen erf.
In de 'oudere' wijken werd uitgegaan van een parkeernorm van 1,4 parkeerplaats per woning. Vanwege een toename van het autobezit is de parkeernorm in de loop van de tijd verder verhoogd naar 1,5 parkeerplaats per woning voor sociale woningbouw en 1,8 parkeerplaats per woning in het midden en dure segment. De in de nieuwe wijken gehanteerde norm van 1,8 parkeerplaatsen per woning wordt niet gehaald. Dit kan ertoe leiden dat in woonstraten de parkeerdruk hoog is.
Voor starters studio's wordt een parkeernorm van 1,2 per woning gehanteerd..
Dit maakt het belangrijker te voorzien in een toetsingsgrond voor een omgevingsvergunning.
Bij bedrijfsterreinen wordt uitsluitend uit gegaan van parkeren op eigen terrein voor zowel eigen bedrijfsvoering als bezoekers. Voor de berekening van de benodigde parkeercapaciteit op eigen terrein wordt verwezen naar de Parkeernormennota Harderwijk.
Het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente Harderwijk is opgenomen in het Verkeersstructuurplan (VSP). Het VSP is in december 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Harderwijk en het plan bestaat uit een deel Mobiliteitsvisie (met een doorkijk naar 2030) en een deel Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (met een doorkijk tot 2015).
Het parkeren in een woonwijk is en blijft een aandachtspunt. Zeker daar waar in het verleden parkeernormen zijn aangehouden, die in de huidige tijd in relatie tot het autobezit onder druk staan.
Doordat de parkeernormen niet langer zijn opgenomen in het de vangnet bepalingen uit de Bouwverordening is het noodzakelijk deze vangnet bepalingen terug te laten komen in een parapluplan. Voor bestemmingsplannen waarin geen parkeernormen zijn opgenomen worden zo regels gegeven in voorkomende gevallen.
2.3 Parkeernormennota Harderwijk
2.3.1 Parkeerbeleid in Harderwijk
In het Verkeerstructuurplan van de gemeente Harderwijk (bestaande uit een deel Mobiliteitsvisie 2030 en een deel Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan (GVVP)) is een aantal streefbeelden opgenomen over de richting waarin Harderwijk zich op langere termijn wil ontwikkelen/positioneren voor wat betreft verkeer en vervoer. Belangrijk streven is dat bestemmingen voor autoverkeer goed bereikbaar zijn, en op de bestemming in principe ook voldoende parkeergelegenheid aanwezig is. Er vindt dus geen sturing plaats door capaciteitsbeperkingen, maar parkeren heeft wel een prijs. Parkeren in woonwijken is goed, maar strak geregeld. Door het toenemende autobezit zal de parkeerdruk in woonwijken verder toenemen. De tijd van het onbeperkt parkeren voor de eigen deur, is in veel woonwijken voorbij. Oplossingen van parkeerproblemen zijn in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van belanghebbende bewoners zelf (die veelal ook het probleem zelf veroorzaken. In wijken met veel 'wijk-vreemd' verkeer kan het invoeren van een systeem van vergunning parkeren een oplossing bieden). De gemeente acht zich verantwoordelijk voor de oplossing van parkeeroverlast als binnen aanvaardbare loopafstanden geen beschikbare parkeervoorzieningen beschikbaar zouden zijn. Pas dan zal gezocht worden naar gerichte reguleringsmaatregelen.
Hoofdstuk 3 Juridische Aspecten
3.1 Algemeen
Het (inter)nationale en provinciale beleid is neergelegd in verschillende nota's betreffende de ruimtelijke ordening, alsmede in de verschillende structuurvisies. Een "doorzetting" van dit beleid vindt veelal plaats in verschillende gemeentelijke en provinciale uitwerkingsnota's, beleidsplannen en bestemmingsplannen. Ook binnen de gemeente Harderwijk is dit het geval. Het beleid zoals dat door de hogere overheden wordt voorgestaan, is veelal van een andere schaal en aard dan de schaal die noodzakelijk is voor het opstellen van een (kleinschalig) bestemmingsplan.
In dit hoofdstuk wordt dan ook uitsluitend ingegaan op de voor de ontwikkeling van het plangebied relevante beleid.
3.2 Voorwaardelijke Verplichting Om Te Bouwen
Daarnaast wordt aan de geldende planregels van de onderliggende bestemmingsplannen een algemene voorwaardelijke verplichting toegevoegd waarin wordt vastgelegd dat er alleen een omgevingsvergunning voor het bouwen van (hoofd)gebouwen, waaronder ook het uitbreiden of wijziging hiervan wordt verstaan, wordt verleend, wanneer bij de aanvraag vooraf wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende bestemming, op eigen terrein of elders in voldoende parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien en in standgehouden. Daarbij wordt getoetst aan de parkeernormen zoals opgenomen in de laats vastgestelde Parkeernormennota Harderwijk.
3.3 Functieverandering: Gebruiksbepaling
Niet voor alle functieveranderingen is een omgevingsvergunning om te kunnen bouwen nodig. Om te zorgen dat bij een gebruiksverandering ook sprake dient te zijn van voldoende parkeerplaatsen is een algemene gebruiksregel in de planregels opgenomen. Hierin is vastgelegd dat tot gebruik strijdig met de bestemmingen, zoals gegeven in de van toepassing verklaarde bestemmingsplannen, in ieder geval wordt gerekend het gebruik van de gronden waarbij op eigen terrein niet voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen zoals opgenomen in de laatst vastgestelde Parkeernormennota Harderwijk In voorkomend geval dient alsnog te worden voorzien in voldoende
parkeergelegenheid door middel van het realiseren van meer parkeerplaatsen op eigen terrein of kan een afwijking worden verleend (zie artikel 4 van de regels) waarmee onder voorwaarden (zie Parkeernotitie 2014, eerste herziening) ontheffing kan worden verleend van de verplichting om in de parkeerbehoefte op eigen terrein te voorzien.
3.4 Afwijking Van De Parkeernormen
Alleen voor uitzonderlijke gevallen kan van de parkeernormen worden afgeweken. Voorwaarde is wel dat ter plaatse van de afwijking een acceptabele parkeersituatie is gegarandeerd, zoals beschreven in de vastgestelde Parkeernormennota Harderwijk (1e herziening). De afwijkingsbevoegdheid is een vangnetbepaling voor de gevallen waarin het beleid te veel knelt, terwijl er in de dagelijkse praktijk eigenlijk geen problemen zijn te voorzien.
3.5 Uitsluiting Van De Aanvullende Werking Bouwverordening
Omdat de parkeernormen expliciet in alle geldende bestemmingsplannen geregeld gaan worden ligt het voor de hand om de aanvullende werking van de bouwverordening op dit punt uit te sluiten. Op deze wijze is gewaarborgd dat alleen nog maar de parkeerregels van deze parapluherziening gelden en niet de regels van de bouwverordening op dit punt.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan Parapluherziening parkeernormen Harderwijk voorziet in het planologisch juridisch regelen van de parkeernormen binnen diverse bestemmingsplannen. Aan het bestemmingsplan zijn, behoudens de ambtelijke kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden voor de gemeente. Omdat sprake is van een ambtshalve herziening komen deze kosten ten laste van de algemene dienst. De wijzigingen in de planregels die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, leiden niet tot een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is daarom niet nodig om een exploitatieplan ingevolge de Wet ruimtelijke ordening op te stellen (conform artikel 6.12 Wro). Omdat nu op grond van de Bouwverordening ook al aan de parkeernormen moet worden voldaan is het niet aannemelijk dat sprake is van planschade. Hiermee wordt geacht dat de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is aangetoond.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
4.2.1 Inspraak en vooroverleg
PM
4.2.2 Zienswijzen
PM