KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Toepassingsregels
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Artikel 4 Overige Regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
Artikel 6 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Vervallen Stedenbouwkundige Bepalingen
Hoofdstuk 3 Juridische Regeling
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Zienswijzennota

Paraplubestemmingsplan Parkeren gemeente Hattem

Bestemmingsplan - gemeente Hattem

Vastgesteld op 29-06-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het Paraplubestemmingsplan Parkeren gemeente Hattem met identificatienummer NL.IMRO.0244.bpParkeren-0003 van de gemeente Hattem;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.

Artikel 2 Toepassingsregels

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingsplannen, zoals opgenomen in onderstaande tabel:

Plantype naam identificatie datum vaststelling
bestemmingsplan Binnenstad NL.IMRO.0244.bpBinnenstad-0003 2013-06-03
bestemmingsplan Netelhorst NL.IMRO.0244.bpBTNetelhorst-0004 2013-08-26
bestemmingsplan Geldersedijk 95 NL.IMRO.0244.BPGeldersedijk95-0003 2013-09-23
bestemmingsplan Hattemse Loo NL.IMRO.0244.bpHattemseLoo-0003 2014-01-20
bestemmingsplan Hattem Zuidoost NL.IMRO.0244.bpHattemZO-0003 2015-12-14
bestemmingsplan Hoopjesweg NL.IMRO.0244.bpHoopjesweg-0004 2010-11-10
bestemmingsplan Kom Hattem NL.IMRO.0244.bpKomHattem-0003 2013-06-10
bestemmingsplan Oostersedijk 3, Hattem NL.IMRO.0244.bpOostersedijk3-0004 2010-09-17
bestemmingsplan Oostersedijk 9, Hattem NL.IMRO.0244.bpOostersedijk9-0004 2011-03-14
bestemmingsplan Parkstaete Hattem NL.IMRO.0244.bpParkstaete-0003 2017-05-29
bestemmingsplan Schipsweg Hattem NL.IMRO.0244.bpSchipsweg-0004 2011-03-14
bestemmingsplan Kwekerij Souman, Hattem NL.IMRO.0244.bpTuincentrum-0003 2014-02-03
bestemmingsplan Uitloopgebied Assenrade NL.IMRO.0244.bpUGAssenrade-0003 2015-06-22
bestemmingsplan Uilennest Hollewand NL.IMRO.0244.bpUilennest-0003 2013-06-17
bestemmingsplan Buitengebied, Uiterwaarden NL.IMRO.0244.bpUiterwaarden-0004 2014-12-15
bestemmingsplan Voermanplein NL.IMRO.0244.bpVoermanplein-0004 2010-03-22
bestemmingsplan Buitengebied 2007 NL.IMRO.02440000Buitengeb2007 2007-04-02
bestemmingsplan Consmematerrein NL.IMRO.0244.Consmematerrein-VA01 2019-07-01
bestemmingsplan Lippenoordweg NL.IMRO.0244.bpLippenoordweg-0003 2018-10-15

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Overige Regels

4.1 Voldoende parkeergelegenheid

Daar waar in de bestemmingsplannen genoemd in artikel 2 parkeernormen zijn opgenomen, dan wel in deze bestemmingsplannen voor het parkeren wordt verwezen naar de Bouwverordening, worden de betreffende regelingen vervangen door de volgende regels:

  1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. b. Bij omgevingsvergunning wordt aan de hand van de parkeernormen in de Nota Parkeernormen bepaald of sprake is van voldoende parkeergelegenheid met dien verstande dat indien voornoemde beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging;
  3. c. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de eis dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden (sub a) en de parkeernormen zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen (sub b) mits dit geen onevenredige gevolgen heeft voor de omgeving en wordt voldaan aan de in de Nota Parkeernormen opgenomen regels en voorwaarden.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid a met maximaal 10%.
  3. c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

Paraplubestemmingsplan Parkeren gemeente Hattem.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 1 juli 2018 zijn de stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke Bouwverordening vervallen. Een belangrijk gevolg hiervan is dat de daarin specifiek geregelde parkeerregels eveneens zijn vervallen. Die parkeerregels hebben een directe relatie met de inhoud van bestemmingsplannen. Het is daarom van belang om alle bestemmingsplannen waarin nog niet is voorgesorteerd op deze wetswijziging, aan te passen, zodanig dat de parkeerregels ook in die bestemmingsplannen tijdig van toepassing worden.

Het is mogelijk om meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd op één of meerdere punten te wijzigen zodat ze weer zijn voorzien van een goede regeling. Dit kan in de vorm van een zogenaamd paraplubestemmingsplan, op grond waarvan alleen de daaronder vallende bestemmingsplannen worden aangepast. Omdat de regeling overkoepelend geldt voor een aantal bestemmingsplannen wordt het een paraplubestemmingsplan genoemd.

Het voorliggende paraplubestemmingsplan geldt voor alle bestemmingsplangebieden binnen het grondgebied van de gemeente Hattem, met uitzondering van het plangebied van het bestemmingsplan Bedrijvenpark H2O dat op 17 september 2018 is vastgesteld. Voor dit plangebied zijn de regels voor parkeren al opgenomen.

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een parapluregeling voor de parkeerregeling. Meer hierover is uitgewerkt in hoofdstuk 2.

De plannen waarop dit parapluplan betrekking heeft, zijn opgenomen in de toepassingsbepaling van artikel 2 van de regels.

1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat de toelichting op het te herziene onderdeel van de betreffende bestemmingsplannen. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd op welke wijze de juridische regeling in elkaar zit en ten slotte wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Vervallen Stedenbouwkundige Bepalingen

Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Deze wet regelt dat de grondslag voor stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening uiterlijk per 1 juli 2018 komt te vervallen. Dit betekent dat voor onder andere parkeernormen niet meer kan worden getoetst aan de bepalingen uit de bouwverordening. In bestemmingsplannen die zijn vastgesteld na 29 november 2014 moet daarom een parkeerregeling zijn opgenomen. Op grond van artikel 3.1.2, lid 2, onder a van het Besluit ruimtelijke ordening kan in deze parkeerregeling worden verwezen naar de op 8 december 2014 vastgestelde Nota Parkeernormen van de gemeenten Elburg, Hattem, Nunspeet en Oldebroek.

Bij het realiseren van voldoende parkeergelegenheid hoeven geen bestaande tekorten te worden opgelost. De te realiseren parkeergelegenheid moet voldoende zijn voor het bouwwerk waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht.

Van de verplichting om voldoende parkeergelegenheid te realiseren kan ingevolge artikel 4 lid 4.1 sub c worden afgeweken. In paragraaf 3.3 van de Nota Parkeernormen is aangegeven op welke wijze beoordeling en verlening van de omgevingsvergunning in afwijking van de gemeentelijke parkeereis plaatsvindt.

In stads- en dorpscentra waar parkeergelegenheid en parkeerbehoefte niet op elkaar aansluiten kan afwijking zinvol zijn. Door af te wijken kan een functie met een parkeerbehoefte toch worden toegelaten zonder dat er op eigen terrein of in de omgeving voldoende parkeerplaatsen zijn.

Zoals in de inleiding al is aangegeven, is in het bestemmingsplan Bedrijvenpark H2O hier al rekening mee gehouden in die zin dat in die plannen een parkeerregel is opgenomen.

In de overige bestemmingsplannen van de gemeente Hattem wordt via deze parapluregeling een artikel opgenomen waarin het parkeerbeleid wordt geregeld.

De beheersverordeningen kunnen niet onder de werking van dit paraplubestemmingsplan worden gebracht en worden separaat herzien.

Hoofdstuk 3 Juridische Regeling

Het voortborduren op de bepalingen van de bouwverordening heeft als voordeel dat hierover veel jurisprudentie is. De opvattingen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn bekend. Toegevoegd is het gebruik. De eisen voor het parkeren gelden dus niet alleen meer voor bouwen. Bij een gebruiksverandering moet er ook sprake zijn van voldoende parkeerruimte.

Dit bestemmingsplan bevat een nieuw artikel (Overige regels) waarin de parkeernormen van toepassing worden verklaard op dan wel worden vervangen in de bestemmingsplannen die in de toepassingsbepaling in artikel 2 zijn genoemd. Op dit moment zijn dat normen uit bijlage 1a van de Nota Parkeernormen die in 2014 zijn vastgesteld. Omdat deze normen in de planperiode mogelijk kunnen wijzigen is in artikel 4 lid 4.1 de bepaling opgenomen dat 'indien voornoemde beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging'. Hiermee wordt voorkomen dat de uit 2014 vastgestelde normen blijven gelden als er bijvoorbeeld in 2020 nieuwe beleidsregels en normen worden vastgesteld. Dit is in de jurisprudentie geaccepteerd (o.a. uitspraak ABRvS 9 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2837). Door het opnemen van deze zogenaamde 'dynamische verwijzing' hoeven de bestemmingsplannen niet te worden herzien als het gemeentelijk beleid wijzigt.

De andere artikelen in dit parapluplan zijn opgenomen omdat dat op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht is. Het betreft de volgende artikelen. In artikel 1 (Begrippen) is aangegeven wat het identificatienummer van het plan is en welke onderdelen het juridische deel van het plan omvat. Voor het overige zijn de begrippen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. Ook wat betreft de wijze van meten zijn de bepalingen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. In artikel 3 is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw zou kunnen worden gebruik gemaakt. Tenslotte is er nog een standaardbepaling voor het overgangsrecht opgenomen (artikel 1) en een slotregel (artikel 2).

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en andere belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.

Omdat geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen, is inspraak ingevolge de gemeentelijke Inspraakverordening niet nodig. In het kader van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan wordt de provincie Gelderland geïnformeerd. Omdat er geen provinciaal belang is wordt dit beschouwd als het overleg in het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Er is geen waterschapsbelang.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 19 september tot en met 30 oktober 2019 ter visie gelegen. In deze periode kon een ieder zijn zienswijze kenbaar maken. Er is één zienswijze ingekomen die is behandeld in de Zienswijzennota (bijlage 1). De zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing van het plan, maar wel is ambtshalve besloten de toepassing van het onderhavige Paraplubestemmingsplan niet van toepassing te verklaren voor het Uitwerkingsplan Assenrade, uitwerkingsplan Assenrade, fase 1. Het plan is op dit onderdeel gewijzigd vastgesteld op 29 juni 2020.

Het bestemmingsplan is nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode

bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.

Bijlage 1 Zienswijzennota

Bijlage 1 Zienswijzennota