Binnenstad Lochem
Bestemmingsplan - Gemeente Lochem
Vastgesteld op 14-06-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze planregels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Binnenstad Lochem van de gemeente Lochem;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0262.loBinnenstad2010-BP41 met de bijbehorende regels;
1.3 aanbouw:
een gebouw dat aangebouwd is aan de woning;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 appartement:
een voor bewoning bestemd onderdeel van een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden;
1.7 atelier:
een werkruimte voor een kunstenaar;
1.8 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.9 bebouwingspercentage:
het op de plankaart of in de regels aangegeven percentage tot waar het bouwperceel maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze regels uitdrukkelijk is bepaald, het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd;
1.10 bedrijf:
inrichting voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten of daarmee naar de aard vergelijkbare activiteiten;
1.11 begane grond:
de verdieping van een gebouw die ter plaatse van de hoofdtoegang rechtstreeks toegankelijk is vanaf het maaiveld, en waartoe ten behoeve van het toelaatbare gebruik mede worden gerekend eventuele kelders, onderbouwen en/of souterrains;
1.12 beroep aan huis:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.16 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.17 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de planregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.18 bouwperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.21 caport
gebouwde overkapping voor de stalling van motorvoertuigen, waarvan in ieder geval de naar de straat gekeerde zijde geen wand heeft;
1.22 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.23 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.24 detailhandel in volumineuze goederen:
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
1.25 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.
1.26 eerste verdieping:
de verdieping van een gebouw die gelijk boven de begane grond-verdieping is gebouwd;
1.27 erf:
de grond deel uitmakende van een bouwperceel, behorende bij één woning, waarop geen hoofdgebouw is of mag worden gebouwd krachtens de vigerende woonbestemming;
1.28 erker:
uitbouw aan de voor- of de zijgevel van het hoofdgebouw;
1.29 escortbedrijf:
een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend en die qua aard en schaal het bedrijf of beroep aan huis te boven gaat;
1.30 garage:
bedrijf in de handel van auto's en motorfietsen, reparatie en servicebedrijven;
1.31 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.32 gestapelde woning:
woning die is gestapeld met twee of meer andere woningen of indien de bestemming dat toelaat, met één of meer andere functies.
1.33 gevellijn:
de aangeduide lijn die niet door de gevels van gebouwen mag worden overschreden en die niet mag worden overschreden door bouwwerken geen gebouwen zijnde hoger dan 1 meter;
1.34 goot, druiplijn, boeiboord:
constructie of de overgang van gevel- naar dakvlak;
1.35 grondgebonden woning
een woning die direct met de grond is verbonden, en die niet als een gestapelde woning is aan te merken;
1.36 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk in gebruik is en/of als zodanig valt aan te merken;
1.37 hoofdverblijf:
het adres dat fungeert als het centrum van iemands sociale en maatschappelijke activiteiten en dat ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving als woonadres;
1.38 horeca:
een bedrijf, waar bedrijfsmatige dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.39 huishouden:
onder een huishouden wordt verstaan een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren;
1.40 kantoor:
het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden.
1.41 kantoor met baliefunctie:
een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie, zoals een bank, postkantoor, gemeentehuis, reisbureau en dergelijke.
1.42 kap:
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend vlak;
1.43 kleinschalige bedrijvigheid aan huis:
bedrijvigheid die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.44 maatschappelijke voorzieningen:
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of, zorg- en welzijn en/of, jeugd/kinderopvang en/of, onderwijs en/of, religie en/of, bibliotheken en/of, openbare dienstverlening en/of, verenigingsleven.
1.45 onderkomen:
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, voer- en vaartuigen, arken of caravans, voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
1.46 openbare weg:
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
1.47 peil:
- a. de hoogte van de weg, voor gebouwen die onmiddellijk aan die weg grenzen;
- b. de gemiddelde hoogte van het aansluitende en rondom afgewerkte maaiveld, voor gebouwen niet onmiddellijk aan de weg grenzen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.48 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.49 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.50 raamprostitutie:
een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.51 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.52 seksinrichting:
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
1.53 voorgevel:
de naar de openbare weg gekeerde, èn op de openbare weg georiënteerde zijde van een gebouw.
1.54 voortuin:
gronden met de bestemming tuin die zijn gesitueerd aan de voorzijde van de woning;
1.55 woning:
een gebouw, bestaande uit hoofdgebouwen en de bijgebouwen/aan- en uitbouwen, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
1.56 wooneenheid:
een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
1.57 winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel.
1.58 zelfstandige woonruimte:
het kenmerk van een zelfstandige woonruimte is, dat deze een eigen toegang heeft en door één huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. Elke andere situatie moet derhalve worden aangemerkt als onzelfstandige woonruimte.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling van en kap:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/-of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 de overbouwde oppervlakte van een bouwwerk:
de som van de oppervlakten van de gedeelten van een bouwwerk, die zich geheel boven het niveau van het maaiveld bevinden en daar niet mee gelijk liggen.
2.7 het bebouwingspercentage:
de som van de oppervlakten van alle bouwwerken binnen een bouwvlak, uitgedrukt in een percentage van dat bouwvlak.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf in de categorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
- b. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
3.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2, sub d., voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:
- a. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
- b. kantoor, met uitzondering van kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse aanwezige bedrijf tot een maximum van 30% van de brutovloeroppervlakte.
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
4.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:
4.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik geldende de volgende regels:
- a. De begane grond mag niet voor woondoeleinden worden gebruikt, tenzij de gronden en bebouwing daar volgens de bij deze planregels behorende lijst van woningen op de begane grond, voor zijn aangeduid;
- b. de verdiepingen mogen niet worden gebruikt voor op de begane grond toelaatbare functies, tenzij deze verdiepingen daar volgens de bij deze planregels behorende "lijst van centrumfuncties op de verdieping", voor zijn aangeduid;
- c. een woning mag niet worden gebruikt voor de (tijdelijke) huisvesting van meer dan één huishouden.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan, conform artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen en:
- a. een centrumfunctie op de verdieping toestaan door een adres toe te voegen aan de bij deze planregels behorende "lijst met centrumfuncties op verdieping", mits:
- 1. daar zwaarwegende bedrijfseconomische motieven aan ten grondslag liggen;
- 2. op niet meer dan 2 adressen in de desbetreffende straat een dergelijke uitbreiding wordt toegestaan;
- 3. er daardoor geen onevenredige verkeer- en/of parkeerdruk in de directe omgeving ontstaat;
- 4. de veiligheid is gewaarborgd;
- b. een adres schrappen uit de bij deze planregels behorende "lijst met centrumfuncties op verdieping", indien het bestaande gebruik van de verdieping voor centrumfuncties is beëindigd en ter plaatse weer de woonfunctie is gevestigd;
- c. een adres schrappen uit de bij deze planregels behorende "lijst van bestaande woonfuncties op de begane grond", indien het bestaande gebruik van de begane grond voor woondoeleinden is beëindigd en ter plaatse weer een toelaatbare centrumfunctie is gevestigd.
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, uitsluitend in de vorm van supermarkten;
alsmede voor:
- b. er plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping', wonen op de verdieping;
met dien verstande dat:
- c. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
5.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:
5.3 Specifieke gebruiksregels
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden en bebouwing mogen niet worden gebruikt voor wonen, tenzij deze zijn aangeduid.
Artikel 6 Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
6.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:
6.3 Specifieke gebruiksregels
Een woning mag niet worden gebruikt voor de (tijdelijke) huisvesting van meer dan één huishouden.
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsregels
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen;
- b. groenvoorzieningen (waaronder begrepen fiets- en voetpaden, toegangswegen en -paden naar percelen, water en waterberging, taluds);
- c. speelvoorzieningen en sportveldjes;
- d. beplanting;
almede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', parkeren;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - stadsvolière', een openbare stadsvolière;
met dien verstande dat:
- g. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
7.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 7.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een hoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - stadsvolière' een openbare stadsvolière is toegestaan met een maximale oppervlakte van 20 m2 en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter;
7.3 Aanlegvergunning
Artikel 8 Kantoor
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een kantoor;
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke functies, zoals benoemd in artikel 1.44 van deze planregels;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', dienstverlenende functies;
met dien verstande dat:
- d. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
8.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 8.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religie, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven zoals genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende Staat van maatschappelijke voorzieningen;
alsmede voor: - b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', een horeca activiteit van categorie 1 uit de bij deze planregels behorende staat van horeca-activiteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning', een atelier, bioscoop, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, theater;
met dien verstande dat:
- d. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
9.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
9.3 Specifieke gebruiksregels
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden en bebouwing mogen mede worden gebruikt voor ondergeschikte kantine- en sportvoorzieningen ten dienste van de toegelaten instellingen/voorzieningen.
Artikel 10 Tuin
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
met dien verstande dat:
- b. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
10.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 10.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
10.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 10.2 en in de tuin de bouw van een erker aan een woning toestaan, mits:
- a. de erker niet aan een gestapelde woning wordt aangebouwd;
- b. de grens van het bestemmings- en/of bouwvlak met niet meer dan 2 meter wordt overschreden;
- c. de erker niet meer dan 70% van de voorgevel beslaat en/of maximaal 40% van de zijgevel van het hoofdgebouw;
- d. de erker in maximaal 1 bouwlaag op de begane grond wordt gebouwd;
- e. de bouwhoogte van een erker mag niet meer bedragen dan 25 centimeter boven de vloer van de eerste verdieping van het gebouw waaraan wordt aangebouwd.
Artikel 11 Verkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging);
- e. straatmeubilair;
met dien verstande dat:
- f. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
11.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 11.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
11.3 Specifieke gebruiksregels
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg.
11.4 Aanlegvergunning
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging (waaronder begrepen groene en/of natuurlijke oevers);
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen;
- d. bruggen, duikers en andere kunstwerken;
met dien verstande dat:
- e. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
12.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 12.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
12.3 Aanlegvergunning
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis;
- b. erven;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', detailhandel, met uitzondering van supermarkten en volumineuze detailhandel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', horecavoorzieningen van categorie 1, zoals genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van horeca-activiteiten;
met dien verstande dat:
- e. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
13.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 13.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bouwregels:
13.3 Ontheffing van de bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.2, onder e. voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. een woning mag niet worden gebruikt voor de (tijdelijke) huisvesting van meer dan één huishouden;
- b. buiten het bouwvlak mogen de gebouwen niet worden gebruikt voor een zelfstandige wooneenheid;
- c. een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis/kleinschalige bedrijvigheid aan huis, mits:
- 1. wonen de hoofdfunctie blijft in de woning;
- 2. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de gebouwen daarvoor mag worden aangewend tot een maximum van 100 m² per beroepsuitoefening aan huis en maximaal 50 m² per kleinschalige bedrijvigheid aan huis;
- 3. het beroep aan huis of de kleinschalige bedrijvigheid aan huis door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;
- 4. er uitsluitend beroeps- of bedrijfsactiviteiten worden toegestaan in categorie 1 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
- 5. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en er ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt;
- 6. geen buitenopslag plaatsvindt.
Artikel 14 Wonen - Gestapeld
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van gestapelde woningen, op de begane grond al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis;
- b. erven;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke functies, zoals benoemd in artikel 1.44 van deze planregels;
met dien verstande dat:
- d. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -Archeologie'.
14.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 14.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bouwregels:
14.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.2.2, sub c., voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
14.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. een woning mag niet worden gebruikt voor de (tijdelijke) huisvesting van meer dan één huishouden;
- b. de wooneenheden op de begane grondlaag van een woongebouw met gestapelde woningen mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, met in achtneming van de volgende voorwaarden:
- 1. wonen de hoofdfunctie blijft;
- 2. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de gebouwen daarvoor mag worden aangewend tot een maximum van 100 m? per beroepsuitoefening aan huis en maximaal 50 m² per kleinschalige bedrijvigheid aan huis;
- 3. het beroep aan huis of de kleinschalige bedrijvigheid aan huis door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;
- 4. er uitsluitend beroeps- of bedrijfsactiviteiten worden toegestaan in categorie 1 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
- 5. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en er ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt;
- 6. geen buitenopslag plaatsvindt.
- c. de wooneenheden op de verdiepingen van een woongebouw met gestapelde woningen mogen niet worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis.
Artikel 15 Waarde - Archeologie
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het behoud en de bescherming van beschermde archeologische monumenten.
15.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 15.1 mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van archeologisch onderzoek worden gebouwd, tenzij:
- a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte van de bouwwerken niet wordt uitgebreid en waarbij de bestaande fundering wordt benut;
- b. op basis van archeologisch onderzoek, waarvan het rapport is gevoegd bij de vergunningaanvraag, is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of het bouwplan geen bodemverstorende activiteiten met zich meebrengt;
- c. het bouwplan betrekking heeft op een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 100 m2.
15.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het gestelde in 15.2, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad.
15.4 Aanlegvergunning
15.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen dit bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' (gedeeltelijk) komt te vervallen, indien:
- a. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 16 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 17 Algemene Bouwregels
17.1 Bestaande en afwijkende maatvoering
- a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning;
- b. Het bepaalde in artikel 17.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
- c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
17.2 Bijzondere kapvormen en dakkapellen
- a. Bij de toepassing van bijzondere kapvormen op gebouwen of bijzondere architectuur mag de maximale dakhelling van 60 graden worden overschreden, en is een dakhelling van maximaal 80 graden toegestaan voor ten hoogste 60% van het dakvlak.
- b. Bij de toepassing van bijzondere kapvormen of dakkapellen mag de voorgeschreven goothoogte worden overschreden, mits in totaal niet meer dan 40% van de goten op een overschrijdende hoogte wordt gerealiseerd.
Artikel 18 Algemene Gebruiksregels
Onder het verbod op gebruik in strijd met het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, vallen in ieder geval:
- a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
- b. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
- c. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- d. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- e. (raam)prostitutie;
- f. andere doeleinden dan waarvoor burgemeester en wethouders ontheffing hebben verleend.
Artikel 19 Algemene Aanduidingsregels
19.1 Geluidzone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet geluidhinder (gezoneerde industrieterrein Kwinkweerd - Hanzeweg - Goorseweg).
19.2 Vrijwaringszone - straalpad
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' is vanwege het straalpad voor telecommunicatie van de KPN-mast aan de Groene Kruisweg, geen bebouwing hoger dan 37 meter toegestaan.
Artikel 20 Algemene Ontheffingsregels
20.1 Bevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing verlenen van het bepaalde in deze planregels:
- a. voor het toestaan van een bedrijf aan huis dat niet is genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijfsactiviteiten aan huis;
- b. de vestiging van een bedrijf dat niet is genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven;
- c. de vestiging van een maatschappelijke instelling die niet is genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van maatschappelijke instellingen, of die daarin is genoemd in de naast hogere categorie, maar die naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige instellingen;
- d. de bouw van ondergrondse bouwlagen, mits:
- 1. de verticale diepte beneden peil niet meer dan 5 meter bedraagt;
- 2. daarvoor geen kunstmatige verlaging van de grondwaterstand noodzakelijk is;
- 3. de bouwregels die gelden voor de bovengrondse bebouwing ten aanzien van situering, maximum bebouwingspercentage en maximum oppervlakte bijgebouwen/aan- en uitbouwen, daarbij in acht worden genomen.
- e. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken indien naar aanleiding van een aanvraag om bouwvergunning blijkt dat afwijking noodzakelijk is, mits:
- 1. de afwijking van de maatvoering niet meer dan 10% bedraagt;
- 2. de bestemmingsgrens, dan wel het bouwvlak, daarbij niet wordt overschreden;
- f. ten aanzien van de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bestemmings- en/of bouw- en/of aanduidingsgrenzen in geringe mate worden overschreden, indien een meetverschil en/of de definitieve verkaveling daartoe aanleiding geven, mits de grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
- g. het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige werken tot een hoogte van maximaal 3 meter.
20.2 Procedure
Bij het voornemen om ontheffing te verlenen passen Burgemeester en wethouders de volgende procedure toe:
- a. Burgemeester en wethouders leggen het voornemen om ontheffing te verlenen met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage op het gemeentekantoor en stelt dit voornemen met bijbehorende stukken tevens langs elektronische weg beschikbaar;
- b. Vooraf wordt van deze terinzagelegging mededeling gedaan in een huis-aan-huis-blad en langs elektronische weg.
- c. Tijdens de periode van terinzagelegging kunnen belanghebbenden hun zienswijzen omtrent het voornemen tot ontheffing, schriftelijk bij het College van burgemeester en wethouders naar voren brengen.
Artikel 21 Algemene Wijzigingsregels
21.1 Bevoegdheid
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 22 Overgangsrecht
22.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
22.2 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
22.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
22.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
22.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
22.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
22.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 23 Slotregel
Deze planregels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan
'Binnenstad Lochem'
van de gemeente Lochem
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 juni 2010.
De Griffier, De Voorzitter,
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Aan Huis
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Staat van horeca-activiteiten
Bijlage 4 Staat Van Maatschappelijke Voorzieningen
Bijlage 4 Staat van maatschappelijke voorzieningen
Bijlage 5 Lijst Met Centrumfuncties Op Verdieping
Bijlage 5 Lijst met centrumfuncties op verdieping
Bijlage 6 Lijst Bestaande Woningen Op Begane Grond
Bijlage 6 Lijst bestaande woningen op begane grond