Lochem West
Bestemmingsplan - Gemeente Lochem
Vastgesteld op 14-10-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
het plan
het bestemmingsplan Lochem-West 2010' van de gemeente Lochem;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0262.lolochemWest2010-BP42 met bijbehorende regels;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
het op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd binnen het bouwvlak;
bedrijf
inrichting voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten of daarmee naar de aard vergelijkbare activiteiten;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
begane grond
de verdieping van een gebouw die ter plaatse van de hoofd toegangrechtstreeks toegankelijk is vanaf het maaiveld, en waartoe ten behoeve van het toelaatbare gebruik mede worden gerekend eventuele kelders, onderbouwen en/of souterrains;
beroep aan huis
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelgrens
de grens van een (bouw)perceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
carport
gebouwde overkapping voor de stalling van motorvoertuigen, waarvan in ieder geval de naar de straat gekeerde zijde geen wand heeft;
dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen verhuren en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
eerste verdieping
de verdieping van een gebouw die gelijk boven de beganegrond-verdieping is gebouwd;
EHS (Ecologische Hoofstructuur)
een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden, natuurrijke cultuurlandschappen en verbindingszones, met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
erker
uitbouw aan de voor- of de zijgevel van het hoofdgebouw;
evenement
een incidenteel plaatsvindende activiteit met een groot publieksaantrekkend karakter, gericht op het vermaken van publiek;
extensief recreatief medegebruik
recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit extensieve recreatief medegebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, vissen, picknicken of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, met uitsluiting van recreatief nachtverblijf;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gestapelde woning
een woning waarboven en/of waaronder een andere woning is gebouwd of andere woningen zijn gebouwd (zie grondgebonden woningen);
goot, druiplijn, boeiboord
constructie of de overgang van gevel- naar dakvlak;
grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
grondgebonden woning
een woning die direct met de grond is verbonden, en die niet als een gestapelde woning is aan te merken;
hoofdverblijf
het adres dat fungeert als het centrum van iemands sociale en maatschappelijke activiteiten en dat ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving als woonadres;
horeca
een bedrijf, waar bedrijfsmatige dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
kamerverhuur
het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning aan derden;
kantoor
het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden;
kap
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend vlak;
kernkwaliteiten
de wezenlijke landschappelijke en ecologische kenmerken van een bepaald gebied, gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur;
kleinschalige bedrijvigheid aan huis
bedrijvigheid die is genoemd in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijvigheid die niet in deze lijst is genoemd maar daarmee naar de aard en invloed op de omgeving is gelijk te stellen, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
maatschappelijke voorzieningen
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, zoals genoemd in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende lijst van maatschappelijke voorzieningen, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of, zorg- en welzijn en/of, jeugd/kinderopvang en/of, onderwijs en/of, religie en/of, uitvaart/ begraafplaats en/of, bibliotheken en/of, openbare dienstverlening en/of, verenigingsleven;
omgevingscondities
de kwaliteiten van de omgeving voor zover deze van invloed zijn op kernkwaliteiten van een bepaald gebied, gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur;
omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
openbare weg
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
peil
het peil voor gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, is de door burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de openbare weg waarop het desbetreffende gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, is georiënteerd;
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
verticale diepte
de diepte van een gebouw die verticaal wordt gemeten;
volkstuin
een perceel grond dat wordt gebruikt voor dagrecreatief verblijf, alsmede voor het niet bedrijfsmatig kweken van groenten, fruit of bloemen;
voortuin
gronden met de bestemming tuin die zijn gesitueerd aan de voorzijde van de woning;
voorzijde van de woning
de zijde waar de woning met de voordeur op de openbare weg wordt ontsloten;
woning
een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden;
wooneenheid
een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzicht van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren en de buitenzijde van daken en dakkappellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de overbouwde oppervlakte van een bouwwerk
de overbouwde oppervlakte wordt gemeten door de som te nemen van de oppervlakten van de gedeelten van een gebouw, die zich geheel boven het niveau van het maaiveld bevinden en daar niet mee gelijk liggen. Daarbij worden een ondergeschikt bouwdeel, waarvan de verticale projectie op het horizontale vlak kleiner is dan 4 m² niet meegerekend.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van een grondgebonden agrarisch bedrijf met de bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
3.2 bouwregels
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Artikel 4 Bedrijf
4.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel het bestaande bedrijf, met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
- c. een brandweerkazerne, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne';
- d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
alsmede voor:
- e. bijbehorende verhardingen, groen- en watervoorzieningen en parkeervoorzieningen.
4.2 bouwregels
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
4.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
4.4 specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Bos
5.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos en bebossing en bescherming van deze waarden;
- b. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
- c. extensief recreatief medegebruik;
met bijbehorende bouwwerken en verhardingen.
5.2 bouwregels
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
5.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Detailhandel
6.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
6.2 bouwregels
Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
6.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
Artikel 7 Gemengd
7.1 bestemmingsomschrijving
7.2 bouwregels
Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
7.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.3 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
Artikel 8 Groen
8.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen en/of;
- b. groenvoorzieningen (waaronder begrepen fiets- en voetpaden, water en waterberging, taluds) en/of;
- c. speelvoorzieningen en/of;
- d. beplanting en/of;
- e. natuur- of heemtuin met daarbij behorende educatieve voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - heemtuin';
- f. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 bouwregels
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
8.3 specifieke gebruiksregels
De voor 'Groen' aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt, met dien verstande dat het gebruik voor voet- en fietspaden, andere paden en in- en uitritten wel is toegestaan.
Artikel 9 Kantoor
9.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
9.2 bouwregels
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
9.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.2 onder c, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen:
1. gezondheidszorg;
2. zorg en welzijn;
3. jeugd- en kinderopvang;
4. onderwijs;
5. religie;
6. bibliotheken;
7. openbare dienstverlening;
8. verenigingsleven;
één en ander zoals genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van typen maatschappelijke instellingen en/of instanties;
alsmede voor:
- b. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- c. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'.
alsmede voor:
- d. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
- e. bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
10.2 bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
10.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.3 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
- a. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- b. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
10.4 specifieke gebruiksregels
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden en bebouwing mogen mede worden gebruikt voor ondergeschikte kantine- en sportvoorzieningen ten dienste van de bestemming.
Artikel 11 Natuur
11.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
- b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische verbindingszone;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.
11.2 bouwregels
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
11.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Sport
12.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvelden, sporthallen, zwembaden, tennisbanen, squash- en fitnesscentra;
alsmede voor:
- b. een natuurijsbaan, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- c. een manege en evenementen, waaronder motortrials, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- d. bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
12.2 bouwregels
Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
12.3 afwijken van de bouwregels
- a. bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.2 voor een hogere bouwhoogte van lichtmasten, mits:
- 1. de lichtmasten niet zijn gelegen binnen de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van sport – lichtmasten';
- 2. de bouwhoogte maximaal 18 meter bedraagt;
- 3. uitstraling van licht naar de omgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Artikel 13 Tuin
13.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen alsmede voor parkeervoorzieningen en in- en uitritten.
13.2 bouwregels
Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 1 meter.
Artikel 14 Verkeer
14.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, en/of;
- b. voet- en rijwielpaden, en/of;
- c. parkeervoorzieningen, en/of;
- d. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging), en/of;
- e. bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
14.2 bouwregels
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
14.3 specifieke gebruiksregels
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor een motorbrandstofverkooppunt.
Artikel 15 Verkeer - Verblijf
15.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie, en/of;
- b. voet- en rijwielpaden, en/of;
- c. parkeervoorzieningen, en/of;
- d. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging), en/of;
- e. straatmeubilair;
- f. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garageboxen';
- g. speelvoorzieningen;
- h. bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
15.2 bouwregels
Op de voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox', en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
15.3 specifieke gebruiksregels
De voor 'Verkeer- Verblijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor een motorbrandstofverkooppunt.
Artikel 16 Water
16.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging (waaronder begrepen groene en/of natuurlijke oevers), en/of;
- b. waterhuishouding, en/of;
- c. waterlopen, en/of;
- d. vijvers;
- e. bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
16.2 bouwregels
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
Artikel 17 Wonen
17.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen en/of;
- b. erven;
- c. de uitoefening van een beroep aan huis of kleinschalige bedrijvigheid aan huis.
17.2 bouwregels
Op de voor 'Wonen' bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
17.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2.3 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse perceelsgrenzen, mits:
- a. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- b. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
17.4 specifieke gebruiksregels
Artikel 18 Wonen - Gestapeld
18.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van gestapelde woningen en/of;
- b. erven.
18.2 bouwregels
Op de voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
18.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2.3 onder c, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse perceelsgrenzen, mits:
- a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
- b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
- c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
18.4 specifieke gebruiksregels
Artikel 19 Leiding - Gas
19.1 bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een ondergrondse hoofdtransportgasleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas;
- b. het beheer en onderhoud van de leiding;
- c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
19.2 bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 18)mogen op of in de in artikel 19.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd.
19.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits:
- a. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
- b. advies is verkregen van de leidingbeheerder.
19.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Waarde - Archeologie
20.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
20.2 bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 18) mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, gelegen op minder dan 1 meter boven peil, in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd;
- b. de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met ten hoogste 100 m²;
- c. gronden waarvan uit onderzoek blijkt dat deze reeds eerder zijn verstoord op een diepte van meer dan 40 centimeter.
20.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van een archeoloog en is aangetoond dat:
- a. of, de verlening van de omgevingsvergunning niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarde;
- b. of, de verstoring van archeologische waarden door het stellen van voorwaarden aan de vrijstelling kan worden voorkomen (aanpassen bouwplan, opgraven archeologische resten of bouwen onder archeologische begeleiding).
20.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5 wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat:
- a. de verbeelding wordt gewijzigd door de bestemming 'Waarde - Archeologie' te verwijderen, indien:
- 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
- b. de verbeelding wordt gewijzigd door de bestemming Waarde - Archeologie toe te kennen, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 21 Waarde - Ehs
21.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - EHS' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het ontwikkelen en in stand houden van de natuur- en landschapswaarden.
21.2 bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 18)dient alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van de daar opgenomen afwijkingsbevoegdheden advies te worden verkregen van een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied.
21.3 voorwaarden omgevingsvergunning
Artikel 22 Waterstaat - Waterlopen
22.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het beheer van de watergang, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de keur van het waterschap.
22.2 bouwregels
22.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de watergang.
22.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 bestaande en afwijkende maatvoering
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemming zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze bestond ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, en destijds in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet is gerealiseerd.
24.2 bijzondere kapvormen
Bij de toepassing van bijzondere kapvormen op gebouwen mag de maximale dakhelling van 60 graden worden overschreden, en is een dakhelling van maximaal 80 graden toegestaan voor ten hoogste 60% van het dakvlak.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
25.2
Het bepaalde in artikel 25.1 is niet van toepassing:
- a. op (tijdelijk) gebruik voor de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken;
- b. op de opslag voor de normale bedrijfsvoering van de in het plan toegelaten bedrijven.
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
26.1 geluidzone - industrie
Binnen de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn geen geluidgevoelige gebouwen en/of gebruik voor geluidsgevoelige functies toegestaan (wonen, onderwijs, ziekenhuis, verpleeghuis of andere gezondheidszorg) in verband met het nabijgelegen gezoneerde industrieterrein Hanzeweg – Kwinkweerd.
26.2 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels
Bij omgevingsvergunning kan, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, worden afgeweken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding, voor:
- a. de vestiging van een bedrijf en/of instelling die niet is genoemd in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten en/of Lijst van maatschappelijke instellingen, maar die naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven en/of instellingen;
- b. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken indien naar aanleiding van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen blijkt dat afwijking noodzakelijk is, mits:
- 1. de afwijking van de maatvoering niet meer dan 10% bedraagt;
- 2. de bestemmingsgrens, dan wel het bouwvlak, daarbij niet wordt overschreden;
- c. het in geringe mate aanpassen van het plan zoals een bestemmings- en/of bebouwingsgrens of een aanduiding, indien meetverschillen of de definitieve verkaveling daartoe aanleiding geven, mits de grenzen met niet meer dan 2 meter worden verschoven;
- d. de bouw van een erker, mits:
- 1. de grens van het bouwvlak en/of de grens van de bestemming Tuin met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
- 2. de erker niet wordt gebouwd aan een buiten het bouwvlak gesitueerd gebouw;
- 3. de erker niet meer dan 60% van de voorgevel beslaat en/of maximaal 40% van de zijgevel, van het gebouw waaraan wordt aangebouwd;
- 4. de erker in maximaal 1 bouwlaag op de begane grond wordt gebouwd;
- 5. de bouwhoogte van een erker mag niet meer bedragen dan 25 centimeter boven de vloer van de eerste verdieping van het gebouw waaraan wordt aangebouwd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 28 Overgangsrecht
28.1 overgangsrecht bouwwerken
28.2 overgangsrecht gebruik
Artikel 29 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Lochem-West 2010'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 oktober 2013.
De Griffier, De Voorzitter,
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst Van Typen Maatschappelijke Instellingen En/of Instanties
Bijlage 2 Lijst van typen maatschappelijke instellingen en/of instanties
Bijlage 1 Functiekaart Lochem-west 2010, Tekeningnummer 12625a
Bijlage 1 Functiekaart Lochem-West 2010, tekeningnummer 12625a