KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Gebruiksregels
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 9 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Plangebied
1.3 Geldend Bestemmingsplan
Hoofdstuk 2 Beleidskaders
2.1 Nationaal Beleid
2.2 Provinciaal Beleid
2.3 Regionaal Beleid
2.4 Gemeentelijk Niveau
Hoofdstuk 3 Bestaande Toestand
3.1 Wijdere Omgeving
3.2 Directe Omgeving En Plangebied
3.3 Bestaande Bedrijfslocatie Tankstation
Hoofdstuk 4 Plan
4.1 Bouwplan
4.2 Verkeer
4.3 Beplanting
4.4 Beeldkwaliteitplan
Hoofdstuk 5 Gevolgen Voor
5.1 Actuele Waarden
5.2 Waterhuishouding
5.3 Milieu
Hoofdstuk 6 Toelichting Op De Juridische Regels
6.1 Algemeen
6.2 Planregels
Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid
7.1 Economische Uitvoerbaarheid
7.2 Kostenverhaal
Hoofdstuk 8 Procedure
8.1 Inspraak
8.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
8.3 Ambtshalve Aanpassing
8.4 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan
Bijlage 1 Kaart 1: Bestaande Toestand
Bijlage 2 Quickscan Natuurwaarden
Bijlage 3 Archeologisch Veldonderzoek
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek 2007
Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek 2008
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 7 Advies Regionale Brandweer Externe Veiligheid
Bijlage 8 Berekening Groepsrisico Externe Veiligheid
Bijlage 9 Beantwoording Van Inspraakreacties
Bijlage 10 Beantwoording Van Overlegreacties
Bijlage 11 Beantwoording Van Zienswijzen

Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10

Bestemmingsplan - gemeente Maasdriel

Vastgesteld op 06-09-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10" van de gemeente Maasdriel.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0263.BP1062-VG01 met de bijbehorende regels

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden

1.4 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde

1.5 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten

1.6 bestaand

  • bij gebruik: aanwezig op het moment van het van kracht worden van dit plan;
  • bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan

1.7 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming

1.8 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats

1.9 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten

1.10 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel

1.11 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten

1.12 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond

1.13 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen of diensten aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit

1.14 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

1.15 (openbare) nutsvoorzieningen

een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation

1.16 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak

1.17 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 het bebouwingspercentage:

het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd.

2.7 het peil:

  • in geaccidenteerd terrein (in de nabijheid van dijken): ten hoogste 15 cm boven het gemiddelde oorspronkelijke omliggende terrein;
  • in vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk hoger ligt dan de kruin van de weg: ten hoogste 15 cm boven het oorspronkelijke terrein;
  • in vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk lager ligt dan de kruin van de weg: ten hoogste 15 cm boven de kruin van de weg.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de brandstofvoorziening van motorvoertuigen, inclusief lpg met een doorzet van minder dan 1000 m³ per jaar, en de bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen detailhandel in onder meer benodigdheden en accessoires voor motorvoertuigen, weggebonden artikelen en voedingswaren die ter plaatse kunnen worden genuttigd zoals broodjes en koffie, alsmede carwash-voorzieningen;
  2. b. openbare nutsvoorzieningen;
  3. c. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, tuinen, erven, paden, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en water.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  1. a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  2. b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  3. c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  4. d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel, behoudens de in 3.1 beschreven vormen van detailhandel.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - ondergrondse lpg-tank' en 'vulpunt lpg' in combinatie met de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' worden verplaatst in geval aangepaste regelgeving hieromtrent aanleiding geeft c.q. de mogelijkheid biedt.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Gebruiksregels

5.1 Verboden gebruik gronden en opstallen

Onder verboden gebruik wordt tenminste verstaan het gebruik van gronden en opstallen:

  1. a. voor een seksinrichting;
  2. b. voor bewoning;
  3. c. als opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, dan wel voortvloeit uit de ter plaatse toegelaten bedrijfsvoering.

Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels

6.1 Veiligheidszone - lpg

Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels

7.1 Algemene afwijking tot 10%

Voorzover niet reeds op grond van een andere bepaling van deze regels kan worden afgeweken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.

7.2 Algemene afwijking openbare nutsvoorziening, openbaar vervoer of weg- en railverkeer

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het oprichten van een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het weg- en railverkeer, mits de bebouwde oppervlakte niet meer dan 25 m² en de hoogte niet meer dan 5 m bedraagt.

Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels

8.1 Overschrijden bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, het plan te wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee beoogd wordt een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 9 Overige Regels

9.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  4. d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  5. e. de ruimte tussen bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10'

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10" van de gemeente Maasdriel.

Onderstaande afbeelding geeft de topografische ligging weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0001.jpg"

topografische situatie

Aanleiding voor het bestemmingsplan vormt het verzoek van Tankstation Ruisch, d.d. 14 januari 2008, aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel om planologische medewerking tot verplaatsing van het bestaande verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG-installatie van de locatie Uithovensestraat 44 naar de locatie Winkelseweg 10, beiden te Hedel.
De gemeenteraad heeft op 29 mei 2008 besloten in principe medewerking te verlenen aan het initiatief.

1.2 Plangebied

De kadastrale situatie is op onderstaande afbeelding weergegeven. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend. De plangrens is bepaald aan de hand van de omliggende vigerende bestemmingen, perceelgrenzen en de grens van de toekomstige inrichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0002.jpg"

kadastrale situatie

De gronden zijn kadastraal bekend, als gemeente Hedel, sectie L, nummer 1240 (gedeeltelijk).

Het plangebied heeft een oppervlakte van ca 6100 m².

1.3 Geldend Bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "Buitengebied, Binnendijks deel":

  • vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 22 februari 2006;
  • goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 17 oktober 2006;
  • in werking getreden d.d. 21 december 2006.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0003.jpg"

uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan

Bestemming Agrarisch gebied
Deze gronden zijn onder meer bestemd voor agrarisch (bedrijfsmatig) grondgebruik. Agrarische bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch bouwperceel'. Het agrarische bedrijf Winkelseweg 10 betreft een glastuinbouwbedrijf.

Binnen deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van functieverandering van glastuinbouwbedrijf naar niet-agrarisch bedrijf. Een verkooppunt voor motorbrandstof is echter niet in de toegestane bedrijven opgenomen. Er kan derhalve niet van de wijzigingsbevoegdheid gebruik worden gemaakt.

Bestemming Verkeersdoeleinden
De gronden binnen deze bestemming zijn onder meer bestemd voor wegverkeersdoeleinden met maximaal 2 rijbanen. Aan deze bestemming ter plaatse van het nieuwe tracé heeft de provincie Gelderland goedkeuring onthouden.

N.B.1 Aan de westzijde van het plangebied blijft een smalle strook met de bestemming 'Agrarisch gebied' aanwezig. Door deze strook heen worden enkele uitritten gerealiseerd. Het vigerende bestemmingsplan staat dit toe.
N.B.2 Inmiddels is ter plaatse van de gronden waaraan door Gedeputeerde Staten goedkeuring is onthouden een nieuw bestemmingsplan "Rondweg Hedel" in werking. Zie ook paragraaf 3.2.
N.B.3 Aan de westzijde van de Rijksweg vigeren diverse bestemmingsplannen, partiële herzieningen en wijzigingsplannen. Ter plaatse zijn bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3 toegestaan, alsmede bedrijfswoningen.

Hoofdstuk 2 Beleidskaders

In dit hoofdstuk wordt kort het relevante vigerende beleid met betrekking tot onderhavig plan toegelicht.

2.1 Nationaal Beleid

2.1.1 Nota Ruimte

De belangrijkste uitgangspunten voor het nationaal ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020 staan in de Nota Ruimte, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het beleid in de Nota Ruimte is op vier algemene doelen gericht:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Het rijksbeleid is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door de basiskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te vergroten, en door extra aandacht te geven aan de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. De concrete uitwerking van de ruimtelijke kwaliteit is een taak voor de provincies en de gemeenten.

Conclusie
Voor onderhavig plan zijn geen bijzondere doelstellingen van toepassing.

2.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) (ook wel AMvB Ruimte genoemd) in werking getreden. Het Barro stelt regels aan lokale overheden ter bescherming van de onderstaande nationale belangen:

  • Project Mainportontwikkeling Rotterdam
  • Kustfundament
  • Grote rivieren
  • Waddenzee en waddengebied
  • Defensie
  • Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde

Het plan is niet van invloed op de genoemde nationale belangen.

Conclusie
Het Barro is derhalve niet rechtstreeks van toepassing op het plan.

2.1.3 Overig nationaal beleid

Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

2.2 Provinciaal Beleid

2.2.1 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op 15 december 2010 heeft Provinciale Staten van Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Deze Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

Het plangebied ligt in een zone die in de Ruimtelijke Verordening is aangeduid met 'zoekzone wonen en werken streekplan'. Conform het bepaalde in artikel 2, lid 2 van de Ruimtelijke Verordening is binnen deze zone het toevoegen van bebouwing voor wonen en werken toegestaan. Het plan omvat het toevoegen van gebouwen voor werken.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met de Ruimtelijke Verordening Gelderland.

2.2.2 Streekplan Gelderland 2005

Op 29 juni 2005 is het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. Het beleid is derhalve van kracht gebleven.

Op onderstaande afbeelding is een uitsnede van de Beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0004.jpg"

uitsnede Beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling

Het plangebied ligt binnen een 'zoekzone stedelijke functies'. De zoekzones zijn nader uitgewerkt in de "Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking" (zie paragraaf 3.2.2).

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de Beschermingskaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0005.jpg"

uitsnede Beschermingskaart

Het plangebied ligt binnen de zone Beschermingsgebied natte natuur. Voor deze gebieden geldt dat ruimtelijke ingrepen niet mogen leiden tot verlaging van de grondwaterstand. In de waterparagraaf (paragraaf 5.9) is nader ingegaan op de waterhuishoudkundige aspecten van het plan.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met het Streekplan Gelderland 2005.

2.2.3 Streekplanuitwerking

Op 12 december 2006 is door Gedeputeerde Staten van Gelderland de streekplanuitwerking "Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking" vastgesteld. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de bij de uitwerking behorende kaart Zoekzones. De ligging van het plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0006.jpg"

uitsnede plankaart streekplanuitwerking

In aansluiting op het bebouwde gebied van Hedel zijn drie zoekzones ten behoeve van wonen en werken aangeduid. Onderhavig plangebied ligt binnen de zoekzone voor werken Hed3.
Er worden geen nadere randvoorwaarden gegeven voor de invulling van de afzonderlijke zoekzones. Het vestigen van een tankstation binnen een zoekzone is toegestaan.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met de streekplanuitwerking.

2.2.4 Overig provinciaal beleid

Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

2.3 Regionaal Beleid

2.3.1 Structuurvisie Rivierenland 2004-2015

In het kader van het Streekplan Gelderland 2005 is de Structuurvisie Rivierenland 2004-2015 opgesteld. De structuurvisie bevat een ruimtelijke agenda met punten waaraan in de planperiode gewerkt gaat worden.

Het nieuwe tankstation ligt nabij c.q. gaat onderdeel vormen van het bedrijventerrein De Kampen. Ten aanzien van bedrijventerrein zijn in de structuurvisie de volgende aandachtspunten opgenomen:

  • De bedrijvigheid moet passen in de beeldkwaliteit.
  • De sociaal-economische binding houdt in dat het te vestigen of uit te breiden bedrijf aansluit bij de aanwezige productie- en werkgelegenheidsstructuur van de gemeente of deze versterkt.
  • Het bedrijf mag geen onevenredige druk leggen op de verkeers- en vervoerskwaliteit van de gemeente en moet passen binnen het gemeentelijke milieuregime.
  • Voor lokale bedrijventerreinen geldt een kavelgrootte van 0,25 tot 0,5 ha.

Analyse
Het terrein van een tankstation is in het algemeen grotendeels verhard en bebouwd. Bovendien zijn in het kader van de diverse milieuwetgeving diverse voorzieningen nodig in de vorm van hekwerken en andere bouwwerken. De randen van het tankstation zullen zo groen mogelijk worden ingericht voor een goede landschappelijke inpassing, zonder afbreuk aan de veiligheid te doen (voorkomen van verstopplekken voor overvallers).

Het nieuwe tankstation betreft een verplaatsing van het bestaande tankstation aan de Uithovensestraat. Er is derhalve geen sprake van een toevoeging van een nieuwe functie. Het tankstation past binnen de productie- en werkgelegenheidsstructuur van de gemeente.

Het nieuwe tankstation ligt aan de nieuwe rondweg van Hedel [N831]. Hiermee is een goede ontsluiting verzekerd.
Het tankstation (met lpg) wordt verplaatst vanuit een woonomgeving naar een omgeving met minder kwetsbare objecten.

Het tankstation heeft een bruto oppervlakte van ca 6130 m². Hierin zijn ook de groenvoorzieningen langs de randen vervat. Het feitelijke tankstation zal een oppervlakte van maximaal 5000 m² omvatten.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met de Structuurvisie Rivierenland 2004-2015.

2.3.2 Regionaal Plan Bommelerwaard

Het Regionaal Plan Bommelerwaard betreft een ruimtelijke visie voor het buitengebied van de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel. In het Regionaal Plan zijn doelstellingen opgenomen ten aanzien van de ontwikkeling van natuur, landschap, cultuurhistorie, glastuinbouw, champignonteelt, overige landbouw en recreatie.

Ten aanzien van bedrijventerreinen in het algemeen en tankstations in het bijzonder is geen beleid opgenomen. Gemeld kan worden dat het voorgestane tankstation geen belemmering vormt voor de omliggende glastuinbouwbedrijven.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met het Regionaal Plan Bommelerwaard

2.3.3 Overig regionaal beleid

Het overige regionale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

2.4 Gemeentelijk Niveau

2.4.1 Structuurvisie en plan-MER Maasdriel

Op 20 oktober 2011 is het document Structuurvisie en plan-Mer Maasdriel vastgesteld. Deze structuurvisie betreft een actualisering van de StructuurvisiePlus Maasdriel 2004-2015.

De structuurvisie bevat een projectenoverzicht waarin de grotere ontwikkelingen in de gemeente zijn opgenomen. Onderhavig plan is relatief klein en derhalve niet opgenomen in het projectboek.

Algemeen geldt dat de gemeente het van belang vindt het voorzieningenniveau in stand te houden om de leefbaarheid in de kernen op peil te kunnen houden. Om dit te bereiken wordt ingezet op een verdergaande ontwikkeling van voorzieningen in de verzorgingskernen/- clusters Velddriel/Kerkdriel en Ammerzoden/Hedel, met ambulante dienstverlening in de richting van de overige kernen.
Het plan omvat de verplaatsing van Tankstation Ruisch van de Uithovenseweg naar het plangebied aan de Winkelseweg. Hiermee wordt het voorzieningenniveau in Hedel in stand gehouden.

Conclusie
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het plan past in de structuurvisie.

2.4.2 Visie Maasdriel 2020+

De gemeente Maasdriel heeft de visie Maasdriel 2020+ opgesteld, waarin de ontwikkeling van de gemeente op lange termijn (tot 2020 en daarna) is opgenomen.

De kern Hedel vormt tezamen met Ammerzoden één van de 'hoofdclusters' in de gemeente Maasdriel, waarbinnen een bundeling van voorzieningen en het combineren van wonen met bedrijvigheid wordt voorzien.

Bedrijven die vanwege hun activiteiten (milieuoverlast en verkeerbewegingen) minder makkelijk in de nabijheid van woningen kunnen worden geplaatst c.q. ter plaatse reeds een belemmering vormen worden naar bedrijventerreinen verplaatst. Het uit de kernen verplaatsen van bedrijven is ook nodig om de voor woningbouw benodigde ruimte vrij te maken en de leefbaarheid (met name veiligheid) in de woonomgeving te verbeteren.

Analyse
Een tankstation met lpg betreft een bedrijfsvorm die qua milieuoverlast niet in de nabijheid van woningen gewenst is. Voorliggend bestemmingsplan maakt de verplaatsing van een tankstation met lpg vanuit een gebied met een overwegend woonkarakter naar een bedrijventerrein mogelijk. Deze verplaatsing sluit aan op het beleid van de gemeente. Het plan past daarmee in het beleid van de visie Maasdriel 2020+.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met de visie Maasdriel 2020+.

2.4.3 Overig gemeentelijk beleid

Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

Hoofdstuk 3 Bestaande Toestand

Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de ruimtelijk-functionele situatie in de wijdere en de directe omgeving alsmede de bestaande toestand van het plangebied. Voorts is in dit hoofdstuk een korte beschrijving van de bestaande bedrijfslocatie van het tankstation opgenomen.

3.1 Wijdere Omgeving

Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0007.jpg"

wijdere omgeving

Ontsluiting
Het plangebied grenst aan de Baronieweg die onderdeel is van de provincialeweg N831. De provincialeweg vormt de dorpenverbindingsroute in oost-westelijke richting. De provincialeweg verzorgt tevens de verbinding van Hedel met de autosnelweg A2.
Het gedeelte van de Baronieweg tussen de Oude Rijksweg en de Drielseweg is vrij recent in gebruik genomen. De oorspronkelijke oost-westroute door het centrum van Hedel (met onder meer de Uithovensestraat) is hiermee ontlast. Het huidige tankstation ligt aan de Uithovensestraat.

De Oude Rijksweg vormde voorheen de belangrijkste noord-zuidverbinding voor Hedel. De aansluiting van de Oude Rijksweg op de autosnelweg A2 ten noorden van Hedel is vervallen. Hierdoor heeft de Oude Rijksweg zijn doorgaande functie verloren. Via de Oude Rijksweg is 's-Hertogenbosch (zuidzijde) nog wel bereikbaar.

De Winkelseweg is een ventweg van de Oude Rijksweg. De ontsluiting van de aanliggende percelen, waaronder het plangebied, vindt via deze ventweg plaats.

Het plangebied ligt nabij de rotonde Oude Rijksweg - Baronieweg.

Ruimtelijk-functioneel
De dorpskom van Hedel heeft overwegend een woonfunctie. In het centrum van Hedel en langs de (oude) ontsluitingswegen zijn publieksgerichte functies van lokaal niveau aanwezig.
Ten noorden van de dorpskern ligt het bedrijventerrein De Kampen.

De zone tussen de Oude Rijksweg en de spoorlijn omvat een menging van functies. Het plangebied ligt in deze zone. In de directe omgeving van het plangebied ligt een aantal glastuinbouwbedrijven. Meer naar het zuiden is sprake van een woonbuurtje en het bebouwingslint Prinses Beatrixstraat/Drielseweg.

3.2 Directe Omgeving En Plangebied

De bestaande toestand van het plangebied en de directe omgeving is weergegeven op kaartbijlage 1 en onderstaande foto's.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0008.jpg"

plangebied gezien vanaf rotonde

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0009.jpg"

bestaande bebouwing binnen plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0010.jpg"

plangebied gezien vanaf zuidzijde

Ontsluiting
Het plangebied grenst aan de Winkelseweg, die een ventweg van de Oude Rijksweg is. Aan de overzijde van de Oude Rijksweg ligt eveneens een ventweg, de Parallelweg. De aangrenzende percelen, waaronder het plangebied Winkelseweg 10, zijn vanaf de ventwegen ontsloten.

Tussen de Baronieweg en de Drielseweg is een verbindingsweg [N831] aangelegd. De verkeerskundige knoop Baronieweg, Oude Rijksweg en nieuwe verbindingsweg is ingericht in de vorm van een rotonde.
De doorgaande functie van de Oude Rijksweg is reeds sinds de aanleg van de autosnelweg A2 ten oosten van Hedel verdwenen. In het kader van de aanleg van de nieuwe verbindingsweg en de rotonde is ook het profiel van de Oude Rijksweg aangepast. De Winkelseweg is ter plaatse van de rotonde verdwenen. De aanliggende percelen blijven op de Winkelseweg ontsloten. Het plangebied zal met een voorgeschreven rijrichting rechtstreeks op de rondweg en de Oude Rijksweg worden ontsloten.

Onderhavig plangebied grenst zowel aan de Winkelseweg/Oude Rijksweg als aan de rondweg Hedel [N831].

Bebouwing en functies
Aan de westzijde van de Oude Rijksweg ligt het bedrijventerrein De Kampen. Het betreft een regulier bedrijventerrein met bedrijven tot en met categorie 3. Bij enkele bedrijven zijn bedrijfswoningen aanwezig. Op kaartbijlage 1 zijn de bestaande bedrijfswoningen aangeduid. Conform de vigerende regeling is per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan.

In de zone tussen de Oude Rijksweg en de spoorbaan Utrecht - 's-Hertogenbosch is sprake van een menging van functies, met onder meer glastuinbouwbedrijven, een sportpark, enkele burgerwoningen en voorts onbebouwde agrarische gronden.
Op basis van het bestemmingsplan "Buitengebied, Binnendijks deel" mogen de als zodanig aangeduide agrarische bouwvlakken volledig worden benut voor glastuinbouw.

Binnen het plangebied ligt de bedrijfswoning bij het glastuinbouwbedrijf Winkelseweg 10. De overige gronden bestaan thans tijdelijk uit grasland. De gronden zijn in gebruik geweest als tuinbouwgrond met kassen.

Beplanting
De Oude Rijksweg wordt begeleid door een enkele en soms dubbele bomenrij aan weerszijden van de weg. Het overige opgaande groen wordt gevormd door de erfbeplanting op de percelen.
In de omgeving is voorts een groot aantal afwateringssloten aanwezig.

3.3 Bestaande Bedrijfslocatie Tankstation

Teneinde de noodzaak van de verplaatsing van het tankstation naar onderhavig plangebied te onderschrijven volgt in deze paragraaf een korte beschrijving van de bestaande bedrijfslocatie.

Tankstation Ruisch is thans gevestigd aan de Uithovensestraat 44, aan de westzijde van Hedel. Zoals vermeld is de Uithovensestraat onderdeel van de bestaande doorgaande oost-west-route door Hedel.
Het tankstation bestaat uit een tankstation met luifel, waar naast benzine en diesel ook LPG wordt aangeboden. Voorts is er een tankshop aanwezig, alsmede een bedrijfshal van een voormalig garagebedrijf.

Het tankstation ligt in een omgeving met bestaande woningen én nabij een locatie waar woningbouw voorzien is.

Gezien de ligging van het tankstation ten opzichte van bestaande en nieuwe woningen en mede gezien het feit dat de doorgaande functie van de Uithovensestraat komt te vervallen, is verplaatsing van het tankstation naar een andere locatie gewenst. Deze verplaatsing is reeds in 1997 tussen de gemeente Maasdriel en Tankstation Ruisch vastgelegd. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in deze verplaatsing.

Hoofdstuk 4 Plan

Op onderstaande afbeelding is een indicatieve inrichtingsschets weergegeven. Thans wordt gewerkt aan de meest optimale inrichting van het terrein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0011.jpg"

indicatieve inrichtingsschets

4.1 Bouwplan

Ten behoeve van de bouw van het tankstation wordt de bestaande bebouwing op het adres Winkelseweg 10, bestaande uit een bedrijfswoning en kassen, gesloopt.

De gebouwen en overige bouwwerken van het tankstation omvatten de volgende onderdelen.

1. Tankplaats personenauto's
De tankplaats bestaat uit een aantal afleverzuilen, waarvan enkele zuilen LPG aanbieden. De tankplaats wordt mogelijk voorzien van een luifel. De verharding van de tankplaats bestaat uit een vloeistofdichte vloer.

2. Tankplaats vrachtauto's
Voor de vrachtauto's is een eigen tankplaats met een aantal afleverzuilen voorzien. Ook hier is sprake van een vloeistofdichte vloer.

3. Gebouwen
Op het terrein worden gebouwen opgericht ten behoeve van verkoopruimten. In deze gebouwen zal, naast kantoor, opslag en archiefruimten, detailhandel gaan plaatsvinden. Deze detailhandel heeft ten doel een ruim servicepakket aan de klant van het tankstation te kunnen bieden.

4. Autowasgelegenheid
Bij het tankstation wordt een gebouw opgericht ten behoeve van een autowasgelegenheid.

5. Wasboxen
Aan de zuidzijde van het terrein wordt een gebouw opgericht ten behoeve van wasboxen. Ter plaatse kunnen particulieren hun auto's zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant reinigen. Ter plaatse is bovendien ruimte voor het realiseren van stofzuigerplaatsen, een doggywash, een caravanwash en verhuur van aanhangwagens.

6. Ondergrondse LPG-tank
De situering van de ondergrondse LPG-tank is aan specifieke eisen verbonden. De tank is aan de noordzijde van het plangebied gepland. Het terrein waar de tank ligt is omgeven door een hek.

7. Vulpunt LPG
Ook aan de situering van het vulpunt LPG zijn specifieke eisen verbonden. Het vulpunt moet op een afstand van ten minste 15 m van de tank liggen.
Omdat het vulpunt de meest afstandbepalende factor in het kader van externe veiligheid vormt is de situering ervan belangrijk. De locatie van het vulpunt is geoptimaliseerd door middel van een studie.

8. Reclamezuil
Nabij de rotonde wordt een reclamezuil geplaatst met een hoogte van maximaal 7 m.

Voorts wordt verwezen naar het Beeldkwaliteitplan (paragraaf 4.4).

4.2 Verkeer

De inrit van het tankstation is gesitueerd aan de Baronieweg. De uitrit van het tankstation ligt aan de Oude Rijksweg. De kruising van deze wegen is vormgegeven als rotonde.
Het tankstation is voor voetgangers en (brom)fietsers vanaf de Winkelseweg bereikbaar middels een afzonderlijke toegang.

Het terrein biedt voorts voldoende ruimte voor het parkeren en het opstellen van wachtende personenauto's en vrachtwagens.

Het aantal verkeersbewegingen dat op het tankstation verwacht wordt bedraagt 1840 motorvoertuigen per etmaal. Hiervan is de helft rechtstreeks het gevolg van het tankstation zelf. De overige helft bestaat uit bezoekers die op doorreis zijn.

4.3 Beplanting

Het terrein wordt grotendeels bebouwd en verhard. De onverharde delen worden groen ingericht in de vorm van gras en bomen.

Het type beplanting is mede afhankelijk van het aspect sociale veiligheid (schuilplaats overvallers).

De beplanting komt tevens in het Beeldkwaliteitplan (paragraaf 4.4) aan de orde.

4.4 Beeldkwaliteitplan

Het beeldkwaliteitplan dient als leidraad voor het bereiken van de gewenste ruimtelijke samenhang en kwaliteit. Het beeldkwaliteitplan is een stedenbouwkundig instrument en blijft beperkt tot díe elementen en aspecten die het beeld van de openbare ruimte inclusief de verschijningsvorm van aangrenzende percelen en bebouwing bepalen.

De kwaliteit van een stedenbouwkundige ruimte wordt bepaald door de samenhang van de inrichting van de openbare ruimte en de inrichting van de aangrenzende particuliere percelen. Een kwalitatief goede gemeenschappelijke ruimte is ook winst voor het individu.

4.4.1 Formele status

Dit hoofdstuk wordt afzonderlijk vastgesteld door de gemeenteraad conform artikel 12a van de Woningwet en vormt daarmee een verplichte leidraad voor de welstandstoetsing.

Dit hoofdstuk betreft in alle gevallen een bindende aanvulling op de gemeentelijke welstandsnota.

4.4.2 Leeswijzer

Hierna worden de verschillende criteria voor de gewenste beeldkwaliteiten beschreven. De criteria zijn onderverdeeld in vier hoofdgroepen: 'overgang naar het omliggende gebied en groen', 'verhardingen', 'bebouwing' en 'reclame'.

Basis voor dit beeldkwaliteitplan vormt de gemeentelijke Welstandsnota (september 2004). Waar nodig wordt gemotiveerd afgeweken van de welstandsnota.

4.4.3 Karakter plangebied

Onderhavig plan betreft de nieuwbouw van een tankstation aan de rand van het bebouwd gebied van Hedel, in een omgeving waar een transformatie van landelijke naar stedelijke functies is voorzien.

De uiterlijke verschijningsvorm van een tankstation is zeer specifiek en niet vergelijkbaar met reguliere bedrijven(terreinen). Dit komt vooral naar voren in de aard van de bebouwing, het bebouwingspercentage en de positionering van de gebouwen op het perceel, het kleurgebruik en de toepassing van reclameuitingen.

Het tankstation is gesitueerd aan de rondweg van Hedel; een provinciale weg [N831] die zorgt voor de verbinding van de dorpen ten noorden van de Maas en de interne ontsluiting van die dorpen. Het plangebied betreft een zichtlocatie. Hiervoor gelden bijzondere beeldkwaliteiten.

Het tankstation wordt gerealiseerd ten oosten van de Oude Rijksweg, in een gebied dat thans nog overwegend in agrarisch gebruik is (glastuinbouwbedrijven), maar dat in de toekomst onderdeel wordt van de bedrijventerreinen nabij Hedel. Het tankstation betreft de eerste stedelijke ontwikkeling hieromtrent. Derhalve ontbreken ook hierdoor referentiekaders met betrekking tot de beeldkwaliteit.

4.4.4 Overgang naar het omliggende gebied en groen

Op het terrein van het tankstation zullen veel verkeersbewegingen plaatsvinden. Derhalve zal een groot gedeelte van het terrein worden verhard. Het groen zal zich voornamelijk aan de randen van het plangebied concentreren en daarbij tevens gezichtsbepalend zijn voor het tankstation gezien vanaf het omliggende gebied.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling het tankstation zodanig groen in te kaderen, dat het aan het oog onttrokken wordt. Een publiekstrekkende functie als een tankstation moet reeds herkenbaar zijn van grotere afstand.
Aandachtspunt bij de inrichting van het perceel vormt tevens het aspect veiligheid. Ondanks zware beveiligingsmaatregelen en met een zeer beperkte hoeveelheid contant geld is een tankstation een bedrijfsvorm die regelmatig slachtoffer is van overvallen en inbraken. Voorkomen moet worden dat kwaadwillenden zich in het groen kunnen verbergen.

Het voorgaande resulteert in de volgende beeldkwaliteitskenmerken:

  • De onverharde terreinen tussen het feitelijke tankstation en het omliggende gebied worden voorzien van gras. Er zal hiermee sprake zijn van een natuurlijke overgang.
  • Het perceel wordt geheel omgeven door een (blok)haag met een hoogte van 1 m.
  • Direct naast of in de haag wordt een hekwerk of raster aangebracht om te zorgen dat voetgangers en fietsers niet dóór de haag gaan. Hiermee wordt de kwaliteit van de haag gewaarborgd.
  • De hoogte van hekwerken en rasters is in principe maximaal 1 m, tenzij naar aanleiding van wet- en regelgeving een andere hoogte noodzakelijk is.
  • Het terrein waar de ondergrondse gastank zich bevindt wordt omgeven door een hekwerk met een hoogte van 2 m. Dit hekwerk heeft een transparante uitstraling, waardoor het grotendeels wegvalt tegen de achtergrond.

4.4.5 Verhardingen

Zoals vermeld wordt het terrein voor een groot gedeelte verhard. Door gebruik te maken van verschillende kleuren verharding wordt onderscheid gemaakt tussen de rijroutes op het terrein, de opstelplaatsen voor het tanken en wachtenden en de parkeerplaatsen.

Er wordt gebruik gemaakt van een elementenverharding. Het kleurgebruik is sober.

4.4.6 Bebouwing

De bebouwing van het tankstation bestaat uit verschillende onderdelen. Het betreft onder meer:

  • luifels ter plaats van de afleverzuilen van de brandstoffen;
  • een gebouw ten behoeve van de tankshop/detailhandelsgedeelte;
  • een gebouw ten behoeve van de autowasinstallatie;
  • een gebouw ter plaatse van de wasboxen.

Hoofdstuk 5 Gevolgen Voor

In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven.

5.1 Actuele Waarden

5.1.1 Flora en fauna

Ten behoeve van de bescherming van zeldzame of kwetsbare planten en dieren zijn twee wetten van toepassing. Middels de Natuurbeschermingswet 1998 worden waardevolle natuurgebieden beschermd. De Flora- en faunawet bevat een soortenbescherming.

Beschermde gebieden
Het plangebied ligt niet binnen een beschermd gebied, zoals opgenomen in Natura 2000 en de ecologische hoofdstructuur.
De Natuurbeschermingswet 1998 kent tevens een zogenaamde 'externe werking', wat betekent dat ook projecten buiten beschermde gebieden vergunningplichtig kunnen zijn wanneer zij een negatief effect hebben of beschermde gebieden.
De afstand van het plangebied tot de dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Uiterwaarden Waal) bedraagt ruim 5,5 km. Het plan heeft een beperkte uitstraling op de omgeving. Bovendien betreft het een verplaatsing van een bestaand tankstation. Geconcludeerd wordt dat het plan niet van externe invloed is op Natura 2000-gebieden.

Beschermde soorten
Om vast te stellen of het plan van negatieve invloed is op beschermde soorten heeft Staro Natuur en Buitengebied uit Gemert een onderzoek uitgevoerd: rapport "Quickscan natuurwaarden, Winkelseweg 10 te Hedel" (januari 2012, nr. P11-0221). Het onderzoeksrapport is als bijlage 2 opgenomen.

De conclusies van het onderzoek staan hieronder weergegeven:

"Conluderend kan gesteld worden dat:

  • de herinrichting van het gebied geen effect zal hebben op beschermde gebieden;
  • de aanbevelingen voor vogels, zoals beschreven in paragraaf 4.2.6, in acht genomen dienen te worden;
  • nader onderzoek noodzakelijk is om vast te stellen of vleermuizen de woning gebruiken als vaste rust- of verblijfplaats;
  • de werkzaamheden voor de overige soortgroepen in het plangebied geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben;
  • altijd rekening moet worden gehouden met de zorgplicht."

Conclusie
Het nader onderzoek, wat noodzakelijk is om vast te stellen of vleermuizen de woning gebruiken als rust- of verblijfplaats, zal in het kader van de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de sloop worden uitgevoerd.
Het aspect flora en fauna vormt geen planologische belemmering voor het plan.

5.1.2 Archeologie en cultuurhistorie

5.2 Waterhuishouding

Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap Rivierenland. In het kader van het huidige overheidsbeleid (4e nota Waterhuishouding) moet het waterschap invulling geven aan 'duurzaam stedelijk beheer'. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder verbouw- en nieuwbouwplannen hanteert het waterschap een aantal beleidsuitgangspunten ten aanzien van het duurzaam omgaan met water.

5.2.1 Beleid Waterschap Rivierenland

5.2.2 Oppervlaktewater

Binnen het plangebied liggen enkele sloten die op de legger van het waterschap zijn aangeduid als C-watergangen. Voor deze watergangen geldt geen onderhoudsplicht, maar is wel de Keur van het waterschap van toepassing.

Aan het plangebied grenzen voorts enkele C-watergangen. Deze watergangen liggen evenwijdig aan de Oude Rijksweg en de rondweg [N831] en zorgen voor de opvang van het hemelwater vanaf de verhardingen van deze wegen.

Aan de westzijde van de Oude Rijksweg ligt een A-watergang.

Ten behoeve van het realiseren van het tankstation wordt een uitrit aangelegd waarbij een C-watergang wordt voorzien van een duiker. Deze C-watergang verliest zijn bergingscapaciteit over een oppervlakte van 13,5 m². De C-watergang is 80 cm diep. De watergang ligt daarmee geheel boven het zomerpeil. Uitgaande van een waterbergende schijf van 50 cm in geval van T=10 en een waterberging tot aan het maaiveld in geval van T=100 bedraagt de waterberging van het te dempen deel 6 m³ (T=10) respectievelijk 8 m³ (T=100). Deze inhoud moet worden gecompenseerd.

5.2.3 Waterberging

5.2.4 Afvoer schoon- en vuilwater

De afvoer van het schone hemelwater is in voorgaande paragrafen beschreven.

De tankshop en carwash worden aangesloten op de bestaande riolering in de Winkelseweg.

5.2.5 Duurzaam waterbeheer

Uit het voorgaande blijkt dat het schone hemelwater en het vuile afvalwater strikt worden gescheiden. Er wordt geen hemelwater op het riool geloosd. Hiermee is sprake van een vorm van duurzaam waterbeheer.

5.2.6 Overleg Waterschap Rivierenland

Deze paragraaf wordt ter toetsing toegezonden aan Waterschap Rivierenland.

5.3 Milieu

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer moet een toetsing plaatsvinden aan de relevante milieuaspecten. In deze paragraaf worden deze aspecten afzonderlijk genoemd. Naast bovengenoemde wetten gelden per aspect afzonderlijke wetten en/of besluiten.

5.3.1 Bodem

Binnen het plangebied hebben door de jaren heen diverse bodemonderzoeken plaatsgevonden. Uit bodemonderzoeken die in 2006 hebben plaatsgevonden (Verkennend bodemonderzoek, 17 augustus 2006, Milec, B06043/VO.01 en Aanvullendbodemonderzoek, 3 oktober 2006, Tauw, R001-4478793WDO-nva-V01-NL) bleek dat op het terrein een beperkte ernstige verontreiniging met zware metalen aanwezig was. De verontreiniging is in 2006 verwijderd (ca 2,5 ton).

Na de sanering zijn nog twee bodemonderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn hierna vermeld.

Verhoeven Milieutechniek bv uit Zaltbommel heeft in opdracht van de voormalige eigenaar van de grond een bodemonderzoek verricht ten behoeve van de voorgenomen transactie van de grond: rapport "Verkennend (NEN 5740) en aanvullend bodemonderzoek Winkelseweg 10 (L 845 ged. en 846 ged.) te Hedel" (9 februari 2007, B06.3049). Het onderzoeksrapport is als bijlage 4 opgenomen. De conclusie van het onderzoek is hieronder weergegeven:

"Op basis van de huidige onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat er lichte verontreinigingen in de bodem op de onderzoekslocatie aanwezig zijn. Vanwege de geringe mate van verontreinigingen zijn de risico’s voor de volksgezondheid en het milieu verwaarloosbaar.

Met het uitgevoerde verkennend en aanvullend bodemonderzoek is, ons inziens, de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de onderzoekslocatie gelegen aan de Winkelseweg 10 (L 845 ged. en 846 ged.) in voldoende mate vastgesteld. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt bestaan geen bezwaren tegen de voorgenomen onroerend goed transactie en toekomstige nieuwbouw."

Amitec bv uit Uden heeft in opdracht van de initiatiefnemer een controle bodemonderzoek uitgevoerd: rapport "Controle bodemonderzoek, G.J.W. Ruisch Beheer BV, Project: Winkelseweg 10 te Hedel" (18 juni 2008, 8.010 - RAP VO.01). Het onderzoeksrapport is als bijlage 5 opgenomen. De relevante delen van de conclusies en aanbevelingen zijn hieronder opgenomen:

"Conclusies
De locatie kan niet aangemerkt worden als onverdacht terrein, omdat bijmengingen zijn aangetroffen, die waarschijnlijk de streefwaarde overschrijdingen hebben veroorzaakt. Op deellocatie B zijn zink en PAK aangetroffen, welke te herleiden zijn aan de puin- en betonhoudende bijmenging. Op deellocatie C is PAK aangetroffen, welke te herleiden is op de aanwezige kolenlaag. Het in het grondwater aangetroffen zware metaal zink, komt in Gelderland van nature voor in verhoogde concentraties.

Aanbeveling
Op basis van de onderzoeksresultaten is er géén nader onderzoek noodzakelijk en bestaan er vanuit milieuhygiënisch oogpunt géén belemmeringen voor het huidige gebruik en voor geplande herontwikkeling van het perceel."

Algemene conclusie
De bodemkundige situatie vormt geen planologische belemmering voor het plan.

Opgemerkt wordt dat in het kader van de nog te verlenen omgevingsvergunning voor het gebruik van het tankstation een 'nulsituatie-onderzoek' moet plaatsvinden. Het hierboven beschreven bodemonderzoek is hiervoor niet geschikt.

5.3.2 Lucht

De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde plannen met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een plan draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging als gestelde grenswaarden voor PM10 en NO2 niet worden overschreden.

Door het Ministerie van VROM is een rekenhulp opgesteld waarmee aan de hand van een eenvoudige berekening kan worden bepaald of een ontwikkeling al dan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit (NIBM-tool).

Toetsing
Het plangebied grenst aan de Baronieweg (onderdeel van de provincialeweg N831). Naar verwachting zullen hiervan in 2010 ca 14.500 en in 2020 ca 17.100 motorvoertuigen per etmaal gebruik maken. (bron: DHV, rapport Actualisatie luchtberekening; Omlegging N831 (doss. A3702.01.001, reg.nr. OR-SE20061692, 27 juni 2006) en de DHV, MEMO Aanvullende beschouwing luchtkwaliteit en geluid (doss. B7558-02.001, kenm. MD-E/20080119, 4 september 2008)).
In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan voor de aanleg van de rondweg is een onderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat de weg voldoet aan de eisen van de Wet luchtkwaliteit.

Onderhavig plan betreft de verplaatsing van een bestaand tankstation. In het kader van de gevolgen voor de luchtkwaliteit zijn slechts de extra verkeersbewegingen van het tankstation aan de orde. Gedacht moet worden aan de vaste klanten van het bestaande tankstation die 'meeverhuizen' naar de nieuwe locatie. Gebruikers van de Baronieweg die op doorreis gebruik maken van het tankstation kunnen buiten beschouwing worden gelaten.
In het kader van het akoestisch onderzoek naar industrielawaai (zie paragraaf 5.3.3.2) is een inschatting gemaakt van het aantal verkeersbewegingen op het terrein van het tankstation. In totaal betreft het 1840 verkeersbewegingen, waarvan 60 vrachtwagenbewegingen (3,3%). Op basis van de bekende omzetgegevens van het bestaande tankstation is bepaald dat het aantal bezoekers dat speciaal voor het tankstation komt maximaal 50% bedraagt. Dat betreft 920 verkeersbewegingen (waarvan 3,3% vrachtwagens).
Onderstaande tabel bevat de resultaten van de berekening met de NIBM-tool (uitgevoerd op 4 januari 2012).

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1062-VG01_0013.jpg"

Het tankstation betreft geen gevoelige functie in het kader van luchtkwaliteit. Een verantwoording met betrekking tot een gezond woon- en leefklimaat kan achterwege blijven, omdat het tankstation geen luchtgevoelige functie betreft.

Conclusie
Het plan voldoet aan de Wet luchtkwaliteit. Nader onderzoek is niet vereist.

5.3.3 Geluid

5.3.4 Reuk/geur

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen veehouderijen gevestigd waarvoor het plan een belemmering zou kunnen vormen.

5.3.5 Externe veiligheid

Deze paragraaf is in samenwerking met Amitec bv uit Uden opgesteld.

Personen moeten voldoende beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het basisbeschermingsniveau is een basisnorm die de kans uitdrukt dat een persoon, die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig is, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen. Het is uitgedrukt in een getal: het plaatsgebonden risico (PR). Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.

Daarnaast legt het Bevi een verantwoordingsplicht op voor het groepsrisico (GR). Het groepsrisico geeft de kans aan dat een groep personen door een ongeval bij een inrichting of buisleiding overlijdt. De gemeente moet een verantwoording afleggen bij veranderingen van het groepsrisico in het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen kunnen voordoen: het invloedsgebied.

Hoofdstuk 6 Toelichting Op De Juridische Regels

6.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke manier voorliggend plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling bindt burgers en overheid.

Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de notitie "Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008, bindende afspraken en aanbevelingen met betrekking tot de opbouw en de presentatie van het bestemmingsplan (digitaal en analoog)" (SVBP2008) en het "Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2008" (IMRO2008).

Het bestemmingsplan bestaat uit:

  • de toelichting;
  • de planregels;
  • de verbeelding.

De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.

De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.

Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.

6.2 Planregels

De indeling van de planregels is als volgt.

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Begrippen (artikel 1)
In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Wijze van meten (artikel 2)
In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De standaardopbouw van de bestemmingsregels conform de SVBP2008 betreft:

  • Bestemmingsomschrijving
  • Bouwregels
  • Nadere eisen
  • Afwijken van de bouwregels
  • Specifieke gebruiksregels
  • Afwijken van de gebruiksregels
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • Wijzigingsbevoegdheid

Per bestemming kunnen onderdelen, voor zover niet relevant, ontbreken.

In voorliggend bestemmingsplan is de volgende bestemming opgenomen:

Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen (artikel 3)
Deze bestemming is voor het gehele plangebied van toepassing. Toegestaan is een tankstation met LPG, alsmede een 'tankshop' en carwashvoorzieningen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel (artikel 4)
Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.

Algemene gebruiksregels (artikel 5)
Hierin is een verwijzing opgenomen naar het verbod in de Wro om gronden te gebruiken in strijd met een bestemmingsplan. Ook is een aantal vormen van gebruik genoemd die onder het verboden gebruik vallen.

Algemene aanduidingsregels (artikel 6)
De PR-risicocontour (10-6) is vervat binnen een gebiedsaanduiding. Binnen deze zone zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.

Algemene afwijkingsregels (artikel 7)
In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Deze afwijkingen betreffen het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages. Voorts is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor voorzieningen van openbaar nut, openbaar vervoer of het wegverkeer.

Algemene wijzigingsregels (artikel 8)
De wijzigingsbevoegdheid betreft de overschrijding van de bestemmingsgrenzen, indien daar in het kader van onnauwkeurigheden de noodzaak toe is.

Overige regels (artikel 9)
De overige regels betreffen de uitsluiting van de aanvullende werking van de bouwverordening.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht (artikel 10)
Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen.
Het gebruik van de bebouwing daarentegen wordt indien mogelijk positief bestemd of indien noodzakelijk door handhaving aan de gebruiksregels van de betreffende bestemming aangepast.

Slotregel (artikel 11)
Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.

Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid

7.1 Economische Uitvoerbaarheid

Het plan betreft een particulier initiatief, waarvan alle kosten en risico's voor rekening van de initiatiefnemer komen.

Er is een planschaderisicoanalyse uitgevoerd, die als basis dient voor de beoordeling van de economische uitvoerbaarheid van het plan. De planschaderisicoanalyse dient tevens als basis voor de planschadeovereenkomst die door de gemeente en initiatiefnemer is gesloten.

Het plan betreft een verplaatsing van een tankstation. Het aanbod en de vraag veranderen hierdoor bijna niet. De verwachting is dat het aantal klanten daardoor ten minste gelijk blijft.

Het plan wordt economisch uitvoerbaar geacht.

7.2 Kostenverhaal

De gemeente en de grondeigenaar hebben een (anterieure) overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het kostenverhaal conform artikel 6.12 Wro. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins' verzekerd. Het opstellen van een exploitatieplan is dus niet vereist.

Hoofdstuk 8 Procedure

Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:

  1. 1. Terinzageleggeing voorontwerpbestemmingsplan / inspraak
  2. 2. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
  3. 3. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
  4. 4. Vaststelling door gemeenteraad
  5. 5. Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan

8.1 Inspraak

Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening heeft het voorontwerpbestemmingsplan "Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10" vanaf 20 oktober 2011 tot en met 30 november 2011 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn twee inspraakreacties ingekomen. De beantwoording van de inspraakreacties is als bijlage 9 opgenomen.

8.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de betrokken instanties. De beantwoording van de overlegreacties is als bijlage 10 opgenomen.

8.3 Ambtshalve Aanpassing

In het ontwerpbestemmingsplan zijn twee ambtshalve aanpassingen opgenomen. Het betreffen:

  1. 1. het toevoegen van het onderzoeksrapport betreffende het aspect flora en fauna (toelichting, paragraaf 5.1.1);
  2. 2. het aanvullen van de paragraaf verkeerslawaai ten aanzien van de verkeersaantrekkende werking van het Park&Ride-terrein (toelichting, paragraaf 5.3.3.1);
  3. 3. vervangen van de NIBM-berekening door recente berekening (toelichting, paragraaf 5.3.2);
  4. 4. het aanvullen van de waterparagraaf (toelichting, paragraaf 5.2).

8.4 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan

Op grond van artikel 3.8 Wro heeft het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10" vanaf 5 april 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen

Het verslag van de terinzagelegging en de beantwoording van de ingekomen zienswijzen is opgenomen als bijlage 11.

Bijlage 1 Kaart 1: Bestaande Toestand

Bijlage 1 Kaart 1: Bestaande toestand

Bijlage 2 Quickscan Natuurwaarden

Bijlage 2 Quickscan natuurwaarden

Bijlage 3 Archeologisch Veldonderzoek

Bijlage 3 Archeologisch veldonderzoek

Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek 2007

Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek 2007

Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek 2008

Bijlage 5 Verkennend bodemonderzoek 2008

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek industrielawaai

Bijlage 7 Advies Regionale Brandweer Externe Veiligheid

Bijlage 7 Advies regionale brandweer externe veiligheid

Bijlage 8 Berekening Groepsrisico Externe Veiligheid

Bijlage 8 Berekening groepsrisico externe veiligheid

Bijlage 9 Beantwoording Van Inspraakreacties

Bijlage 9 Beantwoording van inspraakreacties

Bijlage 10 Beantwoording Van Overlegreacties

Bijlage 10 Beantwoording van overlegreacties

Bijlage 11 Beantwoording Van Zienswijzen

Bijlage 11 Beantwoording van zienswijzen