KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden
Artikel 4 Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Bijlage 1 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 2 Vergunnning Wet Natuurbescherming 2016
Bijlage 3 Ontheffing Soorten Wet Natuurbescherming 2018
Bijlage 1 Bestaande Situatie
Bijlage 2 Beoogde Situatie
Bijlage 3 Beoogde Situatie Toename Verharding
Bijlage 4 Beoogde Situatie Waterplan
Bijlage 5 Berekeningen Vergunning Natuurbeschermingswet 2017
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 7 Bodemonderzoek
Bijlage 8 Aanvullend Bodemonderzoek
Bijlage 9 Quickscan Flora En Fauna Incl. Mitigatieplan
Bijlage 10 Milieueffectrappoartage
Bijlage 11 Bijlagen Bij Milieueffectrapportage
Bijlage 12 Landschapsinpassingsplan
Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 14 Vooroverlegreactie Provincie Gelderland
Bijlage 15 Toetsingsadvies Commissie M.e.r

Buitengebied herziening 2018, Molen Achterdijk 3

Bestemmingsplan - Gemeente Maasdriel

Vastgesteld op 16-04-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2018, Molen Achterdijk 3 met identificatienummer NL.IMRO.0263.BP1138-VG01 van de gemeente Maasdriel

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft

1.5 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:

  1. a. het telen van gewassen, waaronder mede begrepen de houtteelt, en/of
  2. b. het houden van dieren

met dien verstande dat maneges, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt

1.6 bebouwing

een of meer gebouwen en/of andere bouwwerken

1.7 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten

1.8 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;

1.9 bestaand

  1. a. ten aanzien van bebouwing:

bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een verleende omgevingsvergunning;

  1. b. ten aanzien van gebruik:

het legale gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming

1.12 bijgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen niet als hoofdgebouw kan worden aangemerkt

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak

1.15 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten

1.16 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond

1.17 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede webshops, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;

1.18 evenement

elk voor het publiek toegankelijke verdichting van vermaak die in tijd is begrensd en herhaaldelijk terugkeert

1.19 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

1.20 hoofdgebouw

gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.21 houtopstand

begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen met de bijbehorende windsingels en erfbeplantingen

1.22 huishouden

een persoon of groep personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren;

1.23 kampeermiddel

  1. a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. b. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,

één en ander voorzover de onder 1 en 2 bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf

1.24 kas

een gebouw, bestaande uit glas of ander lichtdoorlatend en transparant materiaal dienend tot het kweken of trekken van bomen, vruchten, bloemen of planten

1.25 lawaaisport

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen

1.26 mestbewerking

de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, compostering, (mono- of co-)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.

1.27 Natura 2000:

een samenhangend netwerk van leefgebieden en soorten die van belang zijn vanuit het perspectief van de Europese Unie als geheel, ingesteld door de Europese Unie. Op die gebieden is de Vogel- en/of Habitatrichtlijn van toepassing;

1.28 Natura 2000-gebied:

een gebied dat (voorlopig) is aangewezen ter uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn, of een gebied dat voorkomt op de lijst met gebieden van communautair belang van de Habitatrichtlijn;

1.29 natuurwaarde/natuurlijke waarde:

de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarde;

1.30 onderkomens

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken woonwagens, woonschepen, kampeermiddelen, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken

1.31 ondersteunende detailhandel

detailhandel in een inrichting die geen hoofdbestemming detailhandel heeft, waarbij:

  1. a. de detailhandel uitsluitend in samenhang met en ondersteunend aan de hoofdactiviteit en/of nevenactiviteiten plaatsvindt;
  2. b. de ondersteunende detailhandelsactiviteiten uitsluitend plaatsvinden tijdens de openingstijden van het g Bezoekerscentrum zoals bedoeld in artikel 3.1.2 onder g;

1.32 ondersteunende horeca

het exploiteren van een gelegenheid voor het consumeren van betaalde (kleine) eetwaren en/of dranken in een inrichting die geen hoofdbestemming horeca heeft, waarbij:

  1. a. de horeca-activiteiten uitsluitend in samenhang met en ondersteunend aan de hoofdactiviteit en/of nevenactiviteiten plaatsvinden;
  2. b. de openingstijden voor de horeca-activiteiten zijn gelijk aan de openingstijden van het het g Bezoekerscentrum zoals bedoeld in artikel 3.1.2 onder g;
  3. c. de ondersteunende horeca-activiteiten tijdens openingsuren enkel toegankelijk zijn voor derden die gebruik maken van het g Bezoekerscentrum zoals bedoeld in artikel 3.1.2 onder g;
  4. d. verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden voor al dan niet besloten feesten en partijen niet is toegestaan.

1.33 overig bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde

1.34 paardenbak

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;

1.35 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is

1.36 peil

  1. a. voor gebouwen grenzend aan een weg, de kruin van de weg ter plaatse van het gebouw;
  2. b. voor dijkwoningen: de bestaande gemiddelde hoogte van het maaiveld op het punt waar deze grenst aan de gevel die is gericht naar de weg;
  3. c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
  4. d. indien in of op het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil ter plaatse;

1.37 recreatief medegebruik

vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes

1.38 seksinrichting

een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmatig:

  1. a. voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of
  2. b. verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van erotische aard plaatsheeft, en/of
  3. c. tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht

1.39 toename van stikstofemissie en stikstofdepositie:

  1. a. Er is sprake van een toename van stikstofemissie als bedoeld in artikel 3.4.1 lid a onder 1 van gronden en bouwwerken wanneer de emissie N/kg/jaar * meer bedraagt dan de emissie N/kg/jaar afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerken.
  2. b. Er is sprake van een toename van stikstofemissie als bedoeld in artikel 3.4.1 lid a onder 2 van gronden en bouwwerken behorend tot het bouwvlak wanneer de emissie N/kg/jaar meer bedraagt dan de emissie N/kg/jaar afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerken behorend tot het bouwvlak.
  3. c. Indien een gelijkblijvende of een afname van emissie N/kg/jaar afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerken een hogere stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied, dan wordt dit eveneens beschouwd als een toename van stikstofemissie.
  4. d. Indien een gelijkblijvende of een afname van emissie N/kg/jaar afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerkenbehorend tot het bouwvlak een hogere stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied dan wordt dit eveneens beschouwd als een toename van stikstofemissie.
  5. e. Als uitzondering op lid a, lid b, lid c en lid d van deze bepaling geldt het volgende:
    Er is geen sprake van een toename van stikstofemissie wanneer er sprake is van één van de volgende situaties:
    1. 1. de emissie N/kg/jaar afkomstig van het agrarisch bedrijf bedraagt niet meer dan de emissie N/ha/jaar afkomstig van het gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in lid a of c of het gebruik van gronden en bouwwerken behorend tot de inrichting als bedoeld in lid b of d conform een ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan verleende en onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en/of artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming, en waarvoor een passende beoordeling is gemaakt, dan wel een verleende en onherroepelijke omgevingsvergunning die met toepassing van hoofdstuk IX Natuurbeschermingswet 1998of met toepassing van de overeenkomstige regeling uit de Wet natuurbescherming dan wel onder toepassing van artikel 2.2aa Bor juncto artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo is verleend en waarvoor een passende beoordeling is gemaakt. Hieronder wordt begrepen de navolgende vergunning, zoals opgenomen in de bijlagen bij de regels:

* wanneer in deze regels 'emissie N/kg/jaar' wordt gebruikt, wordt de hiervan onderdeel uitmakende hoofdletter 'N' bedoeld als verzamelnaam voor NH3 en NOx.

1.40 vergunning op grond van Natuurbeschermingswet 1998

een vergunning op grond van artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 of artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming;

1.41 woning

een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, met de daarbij behorende niet voor bewoning bestemde bergingen, stallingsruimten alsmede kantoor- en/of praktijkruimten, die in de woning worden opgericht dan wel daaraan worden aangebouwd

1.42 zuivelboerderij

bedrijfsactiviteit met een maximale milieucategorie 3.2 als bedoeld in VNG brochure Bedrijven en milieuzonering en bestaande uit het vervaardigen van zuivelproducten van in hoofdzaak eigen melk in combinatie met binnen éénzelfde bouwvlak aanwezig melkveehouderijbedrijf.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwde oppervlakte van een gebouw

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren boven de begane grondvloer;

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen

2.3 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel

2.4 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Water

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. watergangen, waterpartijen, natuurvriendelijke oevers, taluds, onderhoudspaden en kaden;
  2. b. vaarwater ten behoeve van de scheep- en recreatievaart;
  3. c. natuurvriendelijke oevers;
  4. d. de berging en afvoer van water;
  5. e. behoud, bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden;
  6. f. waterrecreatieve functies;

inclusief de bijbehorende voorzieningen zoals duikers, bruggen, bermen, beschoeiingen, paden, eenvoudige waterbouwkundige bouwwerken en verkeersvoorzieningen ten behoeve van de scheepvaart.


Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

4.2 Bouwregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels

6.1 Verrgroten van inhoud, goothoogte, bouwhoogte en bebouwde oppervlakte

Het bevoegd gezag mag, tenzij reeds eerder op grond van deze regel voor de betrokken gronden is afgeweken, met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor het vergroten van de inhoud, goothoogte, bouwhoogte en bebouwde oppervlakte met maximaal 10%, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden;
  3. c. de verkeersaantrekkende werking mag niet toenemen.

Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels

7.1 Verschuiven getekende begrenzingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de begrenzingen met maximaal 10 meter te verschuiven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden;
  3. c. er is geen toename van stikstofemissie en depositie als bedoeld in artikel 1.39;
  4. d. de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredig aangetast.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2018, Molen Achterdijk 3'.

Bijlage 1 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 1 Landschappelijke inpassing

Bijlage 2 Vergunnning Wet Natuurbescherming 2016

Bijlage 2 Vergunnning Wet Natuurbescherming 2016

Bijlage 3 Ontheffing Soorten Wet Natuurbescherming 2018

Bijlage 3 Ontheffing soorten Wet Natuurbescherming 2018

Bijlage 1 Bestaande Situatie

Bijlage 1 Bestaande situatie

Bijlage 2 Beoogde Situatie

Bijlage 2 Beoogde situatie

Bijlage 3 Beoogde Situatie Toename Verharding

Bijlage 3 Beoogde situatie toename verharding

Bijlage 4 Beoogde Situatie Waterplan

Bijlage 4 Beoogde situatie waterplan

Bijlage 5 Berekeningen Vergunning Natuurbeschermingswet 2017

Bijlage 5 Berekeningen vergunning Natuurbeschermingswet 2017

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 7 Bodemonderzoek

Bijlage 7 Bodemonderzoek

Bijlage 8 Aanvullend Bodemonderzoek

Bijlage 8 Aanvullend bodemonderzoek

Bijlage 9 Quickscan Flora En Fauna Incl. Mitigatieplan

Bijlage 9 Quickscan flora en fauna incl. mitigatieplan

Bijlage 10 Milieueffectrappoartage

Bijlage 10 Milieueffectrappoartage

Bijlage 11 Bijlagen Bij Milieueffectrapportage

Bijlage 11 Bijlagen bij Milieueffectrapportage

Bijlage 12 Landschapsinpassingsplan

Bijlage 12 Landschapsinpassingsplan

Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai

Bijlage 13 Akoestisch onderzoek industrielawaai

Bijlage 14 Vooroverlegreactie Provincie Gelderland

Bijlage 14 Vooroverlegreactie provincie Gelderland

Bijlage 15 Toetsingsadvies Commissie M.e.r

Bijlage 15 Toetsingsadvies commissie m.e.r