KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Bedrijventerrein
Artikel 7 Cultuur En Ontspanning
Artikel 8 Groen
Artikel 9 Horeca
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Natuur
Artikel 12 Recreatie
Artikel 13 Sport
Artikel 14 Sport - Manege
Artikel 15 Verkeer
Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
Artikel 17 Water
Artikel 18 Wonen
Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats
Artikel 20 Leiding - Brandstof
Artikel 21 Leiding - Gas
Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 23 Leiding - Hoogspanning 2
Artikel 24 Leiding - Riool
Artikel 25 Waarde - Archeologie 1
Artikel 26 Waarde - Archeologie 2
Artikel 27 Waarde - Archeologie 3
Artikel 28 Waarde - Archeologie 4
Artikel 29 Waarde - Archeologie 5
Artikel 30 Waarde - Archeologie 6
Artikel 31 Waarde - Archeologie 7
Artikel 32 Waarde - Archeologie 8
Artikel 33 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Artikel 34 Waterstaat - Rivierbed
Artikel 35 Waterstaat - Stroomvoerend Deel Rivierbed
Artikel 36 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 37 Anti-dubbeltelregel
Artikel 38 Algemene Bouwregels
Artikel 39 Algemene Gebruiksregels
Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 42 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 43 Algemene Procedureregels
Artikel 44 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 45 Overgangsrecht
Artikel 46 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Tot Reparatie
1.2 De Ligging, Begrenzing En Het Geldend Bestemmingsplan
1.3 Verantwoording En Leeswijzer Bestemmingsplan
Hoofdstuk 2 Reparaties
2.1 Reparaties Vanwege Gegronde Beroepen
2.2 Ondergeschikte Aanpassingen En Verbeteringen
Hoofdstuk 3 Uitvoeringsaspecten
Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet
4.1 Inleiding
4.2 Reparatieplan
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Landschapsinrichtingsplan Zandweg 6 Ammerzoden
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bestemming Bedrijventerrein
Bijlage 4 Toelichting Bij Het Besluit Tot Aanwijzing Van Het Beschermd Dorpsgezicht
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Drielseweg 21 Te Hedel
Bijlage 6 Beplantings- En Inpassingsplan Veerweg 1c
Bijlage 7 Overzicht Vergunningen Wet Natuurbescherming
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Drielse Veldweg 1
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Veilingweg 23
Bijlage 3 Nota Zienswijzen

Buitengebied herziening 2022, Reparatieplan

Bestemmingsplan - gemeente Maasdriel

Vastgesteld op 13-10-2022 - geheel in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2022, Reparatieplan van de gemeente Maasdriel;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0263.BP1257-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aan het buitengebied gerelateerde bedrijven:

  • bedrijven gericht op het verlenen van diensten en/of het leveren van goederen aan agrarische bedrijven, zoals het bewerken, vervoeren of verhandelen van agrarische producten en bedrijven die zich richten op een combinatie van agrarische- en zorgfuncties;
  • bedrijven gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven, die door hun aard of activiteiten functioneel zijn verbonden aan het buitengebied, bijvoorbeeld vanwege het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, zoals paardenhouderijen, kennels en dierenasiels;

1.4 aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten:

het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid welke zijn opgenomen in categorie 1 en 2 van Bijlage 2 Staat vanbedrijfsactiviteiten, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de (bedrijfs)woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend. Detailhandel, niet zijnde ondergeschikte detailhandel, behoort niet tot een aan huis verbonden (bedrijfs)activiteit;

1.5 aan huis verbonden beroepen:

het in een (bedrijfs)woning met bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie als hoofdfunctie van de betreffende woning;

1.6 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.7 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.8 achtergevel:

een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde gevel van een hoofdmassa;

1.9 aardkundige waarden:

waarden die samenhangen met de geologische, geomorfologische en/of bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen;

1.10 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met dien verstande dat maneges, paardenhouderijen, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt;

1.11 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.12 bed & breakfast:

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een primair toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bed & breakfast ondergeschikt is aan de hoofdfunctie, met dien verstande dat:

  1. a. ondergeschikt zakelijk verblijf ook is toegestaan mits:
    1. 1. maximaal één persoon per kamer is toegestaan;
    2. 2. zakelijk verblijf alleen kan plaatsvinden op doordeweekse dagen;

1.13 bedrijf:

onderneming die zich bezighoudt met het maken en/of verhandelen van bepaalde goederen en/of het leveren van bepaalde diensten waarbij sprake moet zijn van van voldoende technische, functionele en organisatorische samenhang tussen de verschillende bedrijfsonderdelen;

1.14 bedrijfsmatige exploitatie:

het door middel van een bedrijf, stichting, of rechtspersoon voeren van een zodanige(e) bedrijf/exploitatie, waarbij voor recreatieverblijven geldt dat daar recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;

1.15 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;

1.16 begane grondvloer:

de op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloer van een doorlopend gedeelte van een gebouw, voor zover die vloer gelegen is op niet meer dan 1 meter boven en niet minder dan 1 meter beneden de bestaande gemiddelde hoogte van de grond op het punt waar deze grond direct grenst aan de voorgevel van het gebouw;

1.17 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.18 bestaand:

  • ten aanzien van bebouwing:
    bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een verleende omgevingsvergunning;
  • ten aanzien van gebruik:
    het legale gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;

1.19 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of bouwwerk, geen gebouw zijnde dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Daarbij geldt dat een overkapping geen bijbehorend bouwwerk betreft;

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.23 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.24 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap;

1.25 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.26 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.27 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.28 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.29 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede webshops, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;

1.30 dienstverlening:

dienstverlening met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede door naar aard en uitstraling overeenkomstige activiteiten;

1.31 duurzame energievoorziening:

voorziening ten behoeve van het opwekken van energie uit duurzame energiebronnen zoals windkracht, waterkracht en zonlichten en mest en biomassa. Onder duurzame energievoorziening wordt onder meer verstaan windmolens, -turbines en -wokkels, zonnecollectoren en –panelen;

1.32 eenmalig:

binnen de looptijd van het plan zoals bedoeld in artikel 3.1, tweede lid Wro, in één of meerdere fasen;

1.33 evenement:

elk voor het publiek toegankelijke verdichting van vermaak die in tijd is begrensd en herhaaldelijk terugkeert;

1.34 extensieve dagrecreatie:

recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen en vissen, onder extensieve dagrecreatie vallen geen gemotoriseerde sporten;

1.35 extensieve recreatiepunten:

voorzieningen of bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van extensieve dagrecreatie, zoals het gebruik van bedrijfsruimten voor natuureducatie, visvijver, fietsen- en kanoverhuur, boerengolf en het proeven van streekproducten op de boerderij;

1.36 extensieve verblijfsrecreatie:

die vormen van recreatie gericht op verblijf buiten de eigen woning, waarbij ten minste één overnachting plaats vindt in een recreatief nachtverblijf en waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Voorbeelden zijn kampeerboerderijen, pensions en bed & breakfast;

1.37 garagebox:

een gebouw dat bedoeld is voor de stalling van motorvoertuigen, alsmede als opslagplaats c.q. berging ten behoeve van huishoudelijk gebruik;

1.38 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.39 geluidsgevoelig gebouw:

geluidsgevoelige gebouwen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.40 geluidzoneringsplichtige inrichtingen:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

1.41 glastuinbouwbedrijf:

een bedrijf, dat is gericht op de teelt of veredeling van gewassen, ruimtelijk gezien geheel of nagenoeg geheel met behulp van kassen;

1.42 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengingsvermogen van de grond waarover het bedrijf beschikt bij de bedrijfsvoering, waaronder een grondgebonden veehouderij in ieder geval wordt verstaan en waaronder boomkwekerijen en houtteeltbedrijven niet worden verstaan;

1.43 hobbymatig agrarisch gebruik:

het houden van vee en/of telen van gewassen, niet gericht op een reële inkomensvorming;

1.44 hoofdgebouw:

gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.45 hoofdverblijf:

het adres waar betrokkene woont of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal verblijven;

1.46 horecabedrijf:

de horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:

  1. 1. categorie 1:
    vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt: café, bars, dancings, discotheken en nachtclubs;
  2. 2. categorie 2:
    vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak logies en/of maaltijden worden aangeboden en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt: restaurants, hotels, pensions;
  3. 3. categorie 3:
    vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar mogelijk kleinere etenswaren worden verstrekt, zoals broodjeszaken, cafetaria's, ijssalons, eethuisjes, lunchrooms, automatiek, internetcafés;

1.47 houtopstand:

begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Wet natuurbescherming en behoudens laagstamfruitbomen met de bijbehorende windsingels en erfbeplantingen;

1.48 huishouden:

een persoon of groep personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren;

1.49 insteek:

de snijlijn van het schuine oevertalud met het horizontaal gemeten maaiveld;

1.50 jachthaven:

haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen;

1.51 kampeermiddel:

  1. 1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. 2. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;

één en ander voorzover de onder 1 en 2 bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.52 kantine:

een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienst van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige comsumpties door de gebruikers van de bestemming;

1.53 kas:

een gebouw, bestaande uit glas of ander lichtdoorlatend en transparant materiaal dienend tot het kweken of trekken van bomen, vruchten, bloemen of planten;

1.54 kegelligplaats:

een afmeerplaats voor schepen die Kegel 1 voeren of op verzoek Kegel 2 en 3 voeren en voldoen aan de Richtlijn Vaarwegen 2011;

1.55 kunstwerken:

bouwwerken ten behoeve van verkeersdoeleinden, zoals viaducten, alsmede bouwwerken ten behoeve van de waterhuishouding, zoals dammen, duikers, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, niet zijnde steigers;

1.56 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.57 lawaaisport:

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen;

1.58 maatschappelijke voorzieningen:

een voorziening van sociale, religieuze of culturele aard dan wel een voorziening ten dienste van onderwijs, sport en gymnastieklokaal alsmede een overheidsdienst met een openbaar karakter;

1.59 manege:

een bedrijf gericht op het geven, dan wel faciliteren van paardensportinstructie, alsmede het geven van gelegenheid tot het (recreatief) houden en/of berijden van paarden, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca-activiteiten;

1.60 nevenactiviteit:

een bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling van het inkomen van de uitvoerder van de hoofdactiviteit, waarbij die nevenactiviteit in ruimtelijk, functioneel en economisch opzicht ondergeschikt blijft aan de hoofdactiviteit die is toegestaan op het perceel;

1.61 niet-grondgebonden veehouderij

agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk is gericht op veehouderij waarvan het voer voor de landbouwhuisdieren voor het grootste gedeelte niet geteeld wordt op de gronden die in de nabijheid van het agrarisch bouwperceel zijn gelegen en waarop de veehouderij rechten heeft;

1.62 niet-grondgebonden veehouderijtak:

onderdeel van een agrarisch bedrijf dat is gericht op niet-grondgebonden veehouderij;

1.63 niet - riviergebonden activiteiten:

Activiteiten die gelet op de aard niet gebonden zijn aan de rivier:

  1. a. een groot openbaar belang en de activiteit kan redelijkerwijs niet buiten het rivierbed worden gerealiseerd;
  2. b. een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en de activiteit kan redelijkerwijs niet uiten het rivierbed worden gerealiseerd;
  3. c. een functieverandering binnen de bestaande bebouwing; of
  4. d. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie.

1.64 ondersteunende horeca:

het exploiteren van een gelegenheid voor het consumeren van betaalde (kleine) eetwaren en/of dranken in een inrichting die geen hoofdbestemming horeca heeft, waarbij:

  1. a. de horeca-activiteit uitsluitend in samenhang met en ondersteunend aan de hoofdactiviteit plaatsvindt;
  2. b. de openingstijden van de horeca-activiteiten gelijk zijn aan de openingstijden zoals genoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening voor horecabedrijven als (ondersteunende) ondergeschikte nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf;
  3. c. de toegang tot de horeca-activiteit dezelfde toegang betreft als die van de hoofdactiviteit;
  4. d. er in het pand (vrij toegankelijke) sanitaire ruimte aanwezig is;
  5. e. er voor de horeca-activiteit geen reclame mag worden gemaakt, bijvoorbeeld door middel van uithangborden, menukaarten voor het raam, 'sandwichborden' op straat, in de media;
  6. f. de ondersteunende horeca-activiteiten tijdens openingsuren enkel toegankelijk zijn voor derden die gebruik maken van de hoofdactiviteit;
  7. g. verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden voor al dan niet besloten feesten en partijen niet is toegestaan;

1.65 ontvangsthal:

een gebouw dat is bestemd voor de homogenisering van tunnelgrondstof (ontvangst, tussenopslag en kwaliteitsverbetering van tunnelgrondstof), alsmede ter voorkoming van geur- en ammoniakemissies, één en ander enkel en alleen ondersteunend aan het pasteuriseren en conditioneren van tunnelgrondstof tot een voor enten en doorgroeien geschikt substraat;

1.66 opslagbedrijf:

bedrijven die gericht zijn op het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, be- of verwerking, handel of soortgelijke activiteiten, voor zover die bedrijven vallen onder categorie 1 of 2 uit de handreiking “Bedrijven en milieuzonering” van de VNG, versie 2009. Voorbeeld van een opslagbedrijf is een meubelopslagbedrijf;

1.67 overkapping:

een voor mensen toegankelijke, overdekte en met maximaal 1 wand - die al dan niet deel uitmaken van de constructie - omsloten ruimte;

1.68 paardenbak:

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;

1.69 paardenhouderij:

het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;

1.70 paddenstoelenteelt:

paddenstoelenteelt zonder mestfermentatie;

een agrarisch bedrijf dat zich bezig houdt met het telen van paddenstoelen in gebouwen, waaronder ook wordt verstaan de eventuele substraatbereiding voor de paddenstoelen die daar ter plaatse (op het betreffende bouwperceel) worden gekweekt, mits deze substraatbereiding plaatsvindt in de "bedden" van de kweekruimten waar later dan ook de paddenstoelen groeien. Onder substraatbereiding wordt niet verstaan het maken van (verse) compost/mestfermentatie (omzetten van organische materialen door gisting tot verse compost);

1.71 peil:

  • voor gebouwen grenzend aan een weg, de kruin van de weg ter plaatse van het gebouw;
  • voor dijkwoningen: de bestaande gemiddelde hoogte van het maaiveld op het punt waar deze grenst aan de gevel die is gericht naar de weg;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
  • indien in of op het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil ter plaatse;

1.72 permanente bewoning:

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

1.73 recreatief medegebruik:

vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes;

1.74 relatie:

ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen. De bebouwing verbonden door middel van de aanduiding 'relatie' wordt aangemerkt als behorend tot één functie;

1.75 risicovolle inrichting:

een inrichting waarvoor op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden tot kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.76 rivierbed:

de gronden die bij extreem hoge afvoeren van de rivieren de Maas en de Waal onder water staan en blijvend een waterbergende, deels een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen;

1.77 riviergebonden activiteiten:

Activiteiten die gelet op de aard gebonden zijn aan de rivier:

  1. a. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige (kunst)werken;
  2. b. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
  3. c. de bouw of wijziging van scheepswerven;
  4. d. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten, uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier;
  5. e. de aanleg of wijziging van scheepswerven voor beroeps- of pleziervaartuigen;
  6. f. de realisatie van natuur;
  7. g. de uitbreiding of wijziging van bestaande steenfabrieken;
  8. h. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden, of
  9. i. de winning van oppervlaktedelfstoffen.

1.78 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een sekstheater, een parenclub, een privéhuis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.79 sportvoorzieningen:

het geheel van voorzieningen t.b.v. sportbeoefening, zoals: (openlucht)zwembad, sportvelden, atletiekbaan, basketbalveld, handbalveld, jeu de boulesbaan, tennisbanen, alsmede bijbehorende bebouwing zoals kleedruimten, clubhuis/verenigingsgebouw, opslagruimten, technische ruimten e.d;

1.80 stacaravan:

een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om (in zijn geheel) regelmatig en op een normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen en dat is aan te merken als een bouwwerk;

1.81 stalling:

het voor langere tijd bewaren (stallen) van goederen zonder dat die opslag gepaard gaat met enige vorm van bedrijvigheid ter plaatse;

1.82 standplaats:

het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor een kampeermiddel;

1.83 stroomvoerend rivierbed:

het gedeelte van het rivierbed begrensd door de stroombaanbegrenzing en de rivier de Maas en de Waal dat naast een waterbergende functie blijvend een stroomvoerende functie moet kunnen vervullen;

1.84 teeltondersteunende voorzieningen:

gebouwde of aangelegde voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:

  • verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  • verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen en door gebruik te maken van teelttafels;
  • bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water);

welke als volgt kunnen worden onderscheiden:

  • lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
    teeltondersteunende voorzieningen tot en met 1,5 m hoogte ter voldoening aan een tijdelijke teeltbehoefte met een maximum van 7 maanden. Waaronder in ieder geval folies, lage tunnels en insectengaas zijn begrepen;
  • lage permanente teeltondersteunende voorzieningen
    teeltondersteunende voorzieningen tot en met 1,5 m hoogte ter voldoening aan een jaarrond behoefte (een behoefte van meer dan 7 maanden per jaar). Waaronder in ieder geval containerteelt en boompalen zijn begrepen;
  • hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
    teeltondersteunende voorzieningen tot een hoogte van maximaal 6 m ter voldoening aan een tijdelijke teeltbehoefte met een maximum van 7 maanden al dan niet bestaande uit een permanente constructie waar tijdelijke netten overheengeplaatst kunnen worden. Hieronder zijn in ieder geval begrepen: wandel- en regenkappen, menstoegankelijke tunnels en hagelnetten, vraatnetten en boomteelthekken;
  • hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen
    teeltondersteunende voorzieningen tot een hoogte van maximaal 6 m ter voldoening aan een jaarrond behoefte (een behoefte van meer dan 7 maanden per jaar). Hieronder zijn in ieder geval begrepen: stellingenteelt/stellages met kappen, tafels/bakken in stellingen (bakken in stellingen) en teeltondersteunende kassen.

Ten aanzien van hagelnetten, containerteelt, stellingen, tunnelkassen en wandelkappen geldt dat in de onderstaande afbeeldingen is weergegeven wat onder die begrippen moet worden verstaan:

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0007.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0008.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0009.jpg"
Hagelnetten Containerteelt Stellingen
afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0010.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0011.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0012.png"
Tunnelkas Wandelkap Regenkap

1.85 tunnelgebouw:

een gebouw dat is bestemd voor het pasteuriseren en conditioneren van tunnelgrondstof tot een voor enten en doorgroeien geschikt substraat;

1.86 verdiepingen:

de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;

1.87 verkooppunt motorbrandstoffen:

detailhandel in motorbrandstoffen en de daarbij behorende dienstverlening;

1.88 vloeroppervlak:

totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen;

1.89 volwaardig agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf, dat duurzaam werkgelegenheid biedt aan ten minste één volledige arbeidskracht die een hoofdberoep, hoofdbestaan en volledige dagtaak in het bedrijf vindt (afhankelijk van het aantal dieren, aard van de gewassen, de hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf), waarbij de continuïteit op langere termijn gewaarborgd is;

1.90 voorgevel:

een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde gevel of gevels van een hoofdmassa;

1.91 voorgevelrooilijn:

denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;

1.92 voorzieningen van openbaar nut:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals tranformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie en waterhuishoudkundige voorzieningen;

1.93 vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing:

agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied die zijn functie waarvoor deze eerder is bestemd, vergund en gebruikt heeft verloren of op korte termijn gaat verliezen;

1.94 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan worden gedacht aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, etc.;

1.95 waterbergend rivierbed:

het uitsluitend waterbergend gedeelte van het rivierbed, begrensd door de rivierbedlijn en de stroombaanbegrenzing;

1.96 wonen:

het huisvesten van een huishouding in een woning/wooneenheid;

1.97 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat uitsluitend mag worden gebruikt voor voor de huisvesting van één huishouden;

1.98 wooneenheid:

een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat uitsluitend mag worden gebruikt voor voor de huisvesting van één huishouden;

1.99 woongebouw:

een gebouw waarin meerdere wooneenheden zijn gevestigd;

1.100 zomerhuisje:

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar recreatief te worden bewoond, waarbij geldt dat het zomerhuisje alleen mag worden gebouwd en gebruikt voor een bedrijfsmatige exploitatie.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwde oppervlakte van een gebouw:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren boven de begane grondvloer;

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 goothoogte van een gebouw:

van de bovenkant van de goot, het boeiboord of de druiplijn van een gebouw tot aan het peil. Een en ander met dien verstande dat bij gebouwen met verschillende goten, bij het bepalen van de goothoogte van gebouwen maximaal een derde van de gezamenlijke goot- en/of boeiboordlengte buiten beschouwing wordt gelaten;

2.5 inhoud van een gebouw:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 het bebouwingspercentage:

een in de regels aangegeven percentage van de gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat bij een grondgebonden agrarisch bedrijf tevens een niet-grondgebonden veehouderijtak is toegestaan waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 250 m2, dan wel niet meer dan de bestaande oppervlakte;
  2. b. een glastuinbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
  3. c. een paddenstoelenteeltbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt';
  4. d. een bestaand niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat een niet-grondgebonden veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet grondgebonden veehouderij';
  5. e. een paardenhouderij ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
  6. f. stalling van caravans, boten e.d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stalling';
  7. g. een bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    1. 1. het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan 1 per bouwvlak dan wel niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  8. h. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - wonen' mag de bedrijfswoning tevens door een derde worden bewoond, zonder dat er sprake is van agrarische bedrijfsactiviteiten;
  9. i. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' mag de bedrijfswoning tevens door een derde worden bewoond, die niet of niet langer functioneel is verbonden aan het agrarische bedrijf;
  10. j. behoud en herstel van waardevolle landschapselementen;
  11. k. bescherming, instandhouding en versterking van de landschaps- en natuurwaarden en cultuurhistorische waarden, met name in de vorm van waardevolle landschapselementen en beslotenheid van het landschap;
  12. l. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  13. m. nevenactiviteiten;
  14. n. hobbymatig agrarisch gebruik, aansluitend aan de bestemming Wonen;
  15. o. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag', ten behoeve van activiteiten behorende tot bedrijven uit categorie 1 en 2 van de in de Bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
  16. p. bed & breakfast tot maximaal 5 appartementen, met dien verstande dat het vloeroppervlak per appartement niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  17. q. kleinschalig kamperen bij een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    1. 1. sprake is van een actief agrarisch bedrijf;
    2. 2. kampeermiddelen uitsluitend geplaatst mogen worden in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    3. 3. uitsluitend maximaal 10 mobiele kampeermiddelen met een niet-permanent karakter zijn toegestaan;
    4. 4. de kampeermiddelen uitsluitend mogen worden geplaatst binnen het bouwvlak of direct daaraan grenzend;
    5. 5. de kampeermiddelen op minimaal 10 m van de weg geplaatst moeten worden;
  18. r. een paardenbak;
  19. s. ontsluiting van percelen;
  20. t. extensief recreatief medegebruik;
  21. u. aan huis verbonden beroepen;

inclusief de daarbij behorende:

  1. v. agrarische gronden;
  2. w. bermen en taluds;
  3. x. erven en inritten en inritten ten behoeve van aangrenzende percelen die binnen een andere bestemming liggen, voorzover die bestemmingen aan de betreffende weg zijn geadresseerd;
  4. y. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  5. z. parkeervoorzieningen;
  6. aa. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  7. ab. duurzame energievoorzieningen;
  8. ac. voorzieningen van openbaar nut;
  9. ad. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  10. ae. de functies als bedoeld in lid 17.1 voorzover de gronden zijn gelegen binnen 10 m van de bestemming 'Water'.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat bij een grondgebonden agrarisch bedrijf tevens een niet-grondgebonden veehouderijtak is toegestaan waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 250 m2, dan wel niet meer dan de bestaande oppervlakte;
  2. b. een glastuinbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
  3. c. een paddenstoelenteeltbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt', met dien verstande dat een tunnelgebouw ten behoeve van substraatteelt voor de eigen kwekerij uitsluitend op het perceel Achterdijk 5a Rossum is toegestaan met dien verstande dat het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Achterdijk 5a te Rossum in het daar aanwezige tunnelgebouw substraat mag bereiden voor zowel het paddenstoelenteeltbedrijf op dit adres, als voor het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Kromakkerweg 9 Velddriel (substraatbereiding voor derden) en dat het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Lange Weisteeg 3 te Ammerzoden in het daar aanwezige tunnelgebouw substraat mag bereiden voor het op dat perceel aanwezige paddenstoelenteeltbedrijf;
  4. d. het houden en kweken van duiven, uitsluitend ter plaatse van de al dan niet door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar verbonden aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - duivenkwekerij';
  5. e. een bestaand niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat een niet-grondgebonden veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet grondgebonden veehouderij';
  6. f. kleiwinning, voor zover hiervoor op het moment van vaststelling reeds een kleiwinningsconcessie was afgegeven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleiwinning';
  7. g. een bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    1. 1. het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan 1 per bouwvlak dan wel niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wonen' mag de bedrijfswoning tevens door een derde worden bewoond, zonder dat er sprake is van agrarische bedrijfsactiviteiten;
  9. i. bescherming, instandhouding en versterking van de landschaps- en natuurwaarden en cultuurhistorische waarden, met name in de vorm van rust, openheid, graslandareaal en relatief hoge grondwaterstanden;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaard' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel en versterking van de navolgende waarden:
    1. 1. landschappelijke en riviergebonden natuurwaarden;
    2. 2. openheid en rust binnen het gebied;
    3. 3. fourageer- en broedgebied van weide- en watervogels;
    4. 4. behoud en herstel van de waardevolle landschapselementen, zoals bosjes, meidoornhagen, houtwallen en struwelen;
    5. 5. behoud en herstel van de zomerdijken;
  11. k. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  12. l. nevenactiviteiten;
  13. m. hobbymatig agrarisch gebruik, aansluitend aan de bestemming Wonen;
  14. n. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag', ten behoeve van activiteiten behorende tot bedrijven uit categorie 1 en 2 van de in de Bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
  15. o. agrarische kinderopvang en bijbehorende voorzieningen zoals een kantoorruimte uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang', met dien verstande dat de afstand tussen de agrarische kinderopvang en de propaantank ten minste 25 m dient te bedragen;
  16. p. een speellandschap met een maximaal aantal van totaal 160 bezoekers per dag, en met ondersteunende horeca tot een oppervlakte van maximaal 615 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatie en educatie';
  17. q. bed & breakfast tot maximaal 5 appartementen, met dien verstande dat het vloeroppervlak per appartement niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  18. r. kleinschalig kamperen bij een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    1. 1. sprake is van een actief agrarisch bedrijf;
    2. 2. kampeermiddelen uitsluitend geplaatst mogen worden in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    3. 3. uitsluitend maximaal 10 mobiele kampeermiddelen met een niet-permanent karakter zijn toegestaan;
    4. 4. de kampeermiddelen uitsluitend mogen worden geplaatst binnen het bouwvlak of direct daaraan grenzend;
    5. 5. de kampeermiddelen op minimaal 10 m van de weg geplaatst moeten worden;
  19. s. een paardenbak;
  20. t. ontsluiting van percelen;
  21. u. een los- en laadwal en de daarbij behorende bedrijvigheid in de vorm van overslag in bodemstoffen, zoals zand, klei, leem, grint, kiezel en daarmee vergelijkbare materialen tot een hoogte van 9 m, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - los- en laadwal';
  22. v. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' een terras;
  23. w. een geluidscherm ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm';
  24. x. extensief recreatief medegebruik;
  25. y. aan huis verbonden beroepen;

met bijbehorende:

  1. z. agrarische gronden;
  2. aa. bermen en taluds;
  3. ab. erven en inritten en inritten ten behoeve van aangrenzende percelen die binnen een andere bestemming liggen, voorzover die bestemmingen aan de betreffende weg zijn geadresseerd ;
  4. ac. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  5. ad. parkeervoorzieningen;
  6. ae. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  7. af. duurzame energievoorzieningen;
  8. ag. voorzieningen van openbaar nut;
  9. ah. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  10. ai. de functies als bedoeld in lid 17.1 voorzover de gronden zijn gelegen binnen 10 m van de bestemming 'Water'.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan het buitengebied gerelateerde bedrijven;
  2. b. bedrijven zoals opgenomen in de navolgende tabel;
Adres Aanduiding Functie Toegestane bebouwde oppervlakte (m2)*
Achterdijk 8 te Rossum specifieke vorm van bedrijf - geluidtechniek verkoop (detailhandel) en verhuur geluidsapparatuur en advies inrichting theaters op geluidstechnisch vlak 410
Akkerseweg 11a te Hedel specifieke vorm van bedrijf - overig opslag van goederen, timmerwerkplaats en kantoorruimen (sb-otk) 985
Akkerseweg 13 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - cultuurtechnisch handels/aannemingsbedrijf cultuurtechnisch handels/aannemingsbedrijf 1.867
Akkerseweg 13b te Hedel specifieke vorm van bedrijf - groothandel aardappelgroothandel en aardappelverwerkend bedrijf 8.278
Akkerseweg 17 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - stukadoorsbedrijf stukadoor 500
Ammerzodenseweg 10 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf aannemer 570
Ammerzodenseweg 19 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - overig loonbedrijf/grondverzetbedrijf 900
De Steeg 1 te Heerewaarden specifieke vorm van bedrijf - overig scheepswerf/metaaldraaierij met los- en laadwal 2.703
Drielse Veldweg 15 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf loonbedrijf 1.3001.610
Drielseweg 19 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - fourageerbedrijf fourageerbedrijf 1.250
Drielseweg 21 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - stalling en parkeren - Het stallen van vrachtwagens en het parkeren van auto's ten behoeve van een transportbedrijf;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.1 van Bijlage 2 Staatvan bedrijfsactiviteiten
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 van Bijlage 2 Staat vanbedrijfsactiviteiten;
- bedrijfsgebonden kantoren.
Geen beperking
Drielseweg 23 te Hedel - transportbedrijf
- groothandel agf
een bedrijf welke bedrijfsactiviteiten op het gebied van transport-/ groothandel-/ opslag-/ en logistiek uitoefent, met dien verstande dat het gebruiken van bouwwerken als geurgevoelig object niet is toegestaan. 20.315
Drielseweg 24 te Hedel hovenier hovenier 580
Drielseweg 26 te Hedel hovenier hovenier 420
Drielseweg 32 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - straal- en renovatiebedrijf straal- en renovatiebedrijf 1.060
Drielseweg 34 te Hedel tuincentrum tuincentrum/hovenier 800
Drielseweg 44 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - overig hondentrimsalon/transport 200
Drielseweg 46 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - landbouwmachines landbouwmachines 1.825
Drielseweg 48b te Hedel specifieke vorm van bedrijf - overig aannemer GGW/elektrotechniek openbare verlichting 145
Hamstraat 5 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - landbouwmachines landbouwmachines 840
Hamstraat 8 te Velddriel detailhandel detailhandel in huishoudelijke apparaten en elektra 625
Harenseweg 3 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - klusjes/timmerman klusjes/timmerman 550
Harenseweg 7a te Hedel tuincentrum tuincentrum/(boom)kwekerij 365
Heerewaardensestraat 10 te Heerewaarden specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf timmerbedrijf 135
Heerewaardensestraat 14 te Heerewaarden specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf autobedrijf(detailhandel) 245
Heerewaardensestraat 32a te Heerewaarden garage garage(detailhandel) 465
Heerewaardensestraat 34 b te Heerewaarden specifieke vorm van bedrijf - werkplaats aanhangwagenbouw werkplaats aanhangwagenbouw 652
Heerewaardensestraat 40 te Heerewaarden seksinrichting seksinrichting 235
Heiligenweg 2 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - gemeentelijke depot gemeentelijk depot 0
Heiligenweg 21 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - installatietechniek installatietechniek 715
Hoenzadrielsedijk 10 te Hoenzadriel transportbedrijf het opslaan van goederen en het stallen van voertuigen alsmede de overige inpandige voorzieningen ten behoeve van een fouragehandel 875
Hoenzadrielsedijk 16 te Hoenzadriel specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf loonbedrijf 584
Hoge Heiligenweg 1 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf autobedrijf (reparatie en verkoop) 1.100
Hoge Heiligenweg 11 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking metaalbewerking 575
Hoge Heiligenweg 19, 19a te Ammerzoden opslag opslag (uitsluitend inpandig) 719
Hooiweg 33 te Hedel hovenier hovenier 560
Hondsneststraat 18 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf timmerbedrijf 735
Hondsneststraat 22 te Hedel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 825
Hoorzik 7a te Kerkdriel specifieke vorm van bedrijf - fruithandel fruithandel (groothandel) 1.100
Hurwenensestraat 2 te Hurwenen specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf autoschade bedrijf (c.q. autoherstel) 600
Jannestraat 1 te Hurwenen specifieke vorm van bedrijf - cursuscentrum cursuscentrum 1.078
Jannestraat 2 te Hurwenen specifieke vorm van bedrijf - beveiligingssystemen beveiligingssystemen 410
Kievitsham 49 te Hoenzadriel specifieke vorm van bedrijf - bronsgieterij bronsgieterij 540
Kloosterstraat 7 te Kerkdriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 1.540
Koestraat 7 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf loonbedrijf 4.500
Koestraat 8, 10 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - overig groothandel in champignons, groenten en fruit met bijbehorende opslag, overslag en transport 3.210
Koestraat 28 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf timmerbedrijf met showroom, met dien verstande dat de showroom uitsluitend ten dienste staat van het timmerbedrijf. 1.040
Laarstraat 3 te Velddriel transportbedrijf goederenwegtransportbedrijf 1.020
Laarstraat 14 te Velddriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 848
Laarstraat 26 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf aannemer 365
Laarstraat 32 te Velddriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 520
Laarstraat 32a te Velddriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 1.385
Laarstraat 32b te Velddriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 1.665
Laarstraat 36 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - aannemer waterzuivering - aannemer pompinstallaties en waterzuivering
- aannemer in de grond-, weg en waterbouw, inclusief railinfra
1.115
Laarstraat 39 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf loonbedrijf 555
Lange Weistraat 4 te Kerkdriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 1.325
Lange Weistraat 25 te Kerkdriel specifieke vorm van bedrijf - steenfabriek steenfabriek 2.700
Lange Weistraat 35 te Kerkdriel specifieke vorm van bedrijf - waterwinbedrijf waterwin- en drinkwaterproductiebedrijf 3.500
Luttel Inghweg 2 te Kerkdriel specifieke vorm van bedrijf - slachterij slachterij 570
M. v. Rossumstraat 2 te Rossum tuincentrum tuincentrum/kwekerij 3.360
Maasweg 1 te Rossum - specifieke vorm van bedrijf - steenfabriek
- specifieke vorm van water - los- en laadwal
steenfabriek met een los- en laadwal 17.420
Maasweg 2 te Rossum specifieke vorm van bedrijf - prefab baksteen en betonelementen prefab baksteen en betonelementen 2.841
Meiweg 5 te Kerkdriel specifieke vorm van bedrijf - fruithandel fruithandel (detailhandel) 510
Mezenweg 1 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - dierenartspraktijk dierenartspraktijk 170
Middelingenseweg 47, 49 te Hedel hovenier hoveniersbedrijf 1.350
Middelweg 6b te Rossum specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf loonbedrijf 805
Middelweg 25 te Rossum hovenier hovenier 460
Molenstraat 20a te Hurwenen specifieke vorm van bedrijf - molen molen 230
Molenstraat 30a te Hurwenen specifieke vorm van bedrijf - las- en constructiebedrijf las- en constructiebedrijf 240
Molenstraat 31a te Hurwenen opslag opslag (uitsluitend inpandig) 895
Onderwaard 2 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - bouwbureau bouwbureau 170
Onderwaard 21 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - autowasserette autowasserette/reparatie 365
Oostenbroekweg 7 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - champignonkwekerij champignonkwekerij/substraatbedrijf, met dien verstande dat:
- het bereiden van verse compost (tunnelgrondstof) door het vermengen van losse grondstoffen en/of afvalstoffen is niet toegestaan;
- substraatbereiding uitsluitend is toegestaan in de vorm van het verwerken van aangeleverde verse compost (tunnelgrondstof) tot een doorgroeide compost.
- Bestaande tunnelgebouwen;
- ontvangsthallen en overige bedrijfsgebouwen, niet zijnde tunnelgebouwen. Voor de overige bedrijfsgebouwen geldt tevens dat, indien ter plaatse substraatbereiding plaatsvindt, minimaal 50% van de oppervlakte van de gronden die zijn gelegen binnen het bebouwingsoppervlak beschikbaar is voor de bouw van ontvangsthallen.
Oostenbroekweg 19 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - champignonkwekerij champignonkwekerij/substraatbedrijf, met dien verstande dat:
- het bereiden van verse compost (tunnelgrondstof) door het vermengen van losse grondstoffen en/of afvalstoffen is niet toegestaan;
- substraatbereiding uitsluitend is toegestaan in de vorm van het verwerken van aangeleverde verse compost (tunnelgrondstof) tot een doorgroeide compost.
- 14.820 aan tunnelgebouwen;
- ontvangsthallen en overige bedrijfsgebouwen, niet zijnde tunnelgebouwen. Voor de overige bedrijfsgebouwen geldt tevens dat, indien ter plaatse substraatbereiding plaatsvindt, minimaal 50% van de oppervlakte van de gronden die zijn gelegen binnen het bebouwingsoppervlak beschikbaar is voor de bouw van ontvangsthallen.
Oude Weistraat 8 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - overig handel, opslag, verhuur en reparatie van grondverzet- en landbouwvoertuigen 520
Oude Weistraat 13 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - overig inpandige opslag van materiaal/ materieel voor grondboringen 1.840
Oude Weistraat 17 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf aannemer/transport 2.702
Oude Weistraat 47 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - machinebouw machinebouw 640
Oude Weistraat 63 te Velddriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 1.070
Poel 2 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - handels- en reparatiebedrijf handels- en reparatiebedrijf 530
Poel 21 te Velddriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) ten behoeve van aannemers- en loonwerkbedrijf 360
Provinciale weg 40 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - koelbedrijf koelbedrijf 8.275
Provinciale weg 120 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - overig verkooppunt motorbrandstof (detailhandel) en wasserette 900
Provinciale weg 137, 139 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - tegels en stenen tegels en stenen (detailhandel) 715
Rooijensestraat 1b te Hoenzadriel specifieke vorm van bedrijf - restauratiebedrijf piano's restauratiebedrijf piano's 111
Schiemerik 1 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - overig handel, opslag, verhuur en reparatie van grondverzet- en landbouwvoertuigen 783
Schoofbandweg 8 te Rossum specifieke vorm van bedrijf - stukadoorsbedrijf stukadoorsbedrijf 1.030
Sellikstraat 1 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - aannemers- en loonbedrijf aannemers- en loonbedrijf 860
Slijkwellsestraat 6, 6a te Well specifieke vorm van bedrijf - overig Autoschade bedrijf en garagebedrijf (detailhandel) en cateringbedrijf 950
Slijkwellsestraat 20 te Well opslag opslag (uitsluitend inpandig) 2.000
Steenovensestraat 2a te Hedel opslag opslag (uitsluitend inpandig) en de stalling van vrachtwagens behorende bij het bedrijf 130
Steenovensestraat 8 te Hedel specifieke vorm van bedrijf - overig Carrosserie en speciaal bouw, aanhangers transport 2.325
Uilecotenweg 53 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - overig aardappelgroothandel/transportbedrijf 3.239
Van Heemstraweg 10 te Heerewaarden verkooppunt motorbrandstoffen met lpg verkooppunt (detailhandel) motorbrandstoffen inclusief lpg 55
Van Heemstraweg 1 te Rossum verkooppunt motorbrandstoffen met lpg verkooppunt (detailhandel) motorbrandstoffen inclusief lpg 270
Veersteeg 13 te Kerkdriel detailhandel detailhandel en reparatie in muziekinstrumenten 377
Veerweg 1c te Alem opslag opslag (uitsluitend inpandig) 1.550
Veluwe 12 te Heerewaarden specifieke vorm van bedrijf - trailerhandel trailerhandel (detailhandel) 680
Vliertseweg 4 te Kerkdriel opslag opslag (uitsluitend inpandig) 4.420
Voorneseweg 1 te Heerewaarden specifieke vorm van bedrijf - overig Handel en opslag klimmaterialen, valbeveiligingssystemen en hekwerk 1.200
Voorstraat 150 te Velddriel specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf autobedrijf (detailhandel) 875
Waaldijk 67 te Hurwenen specifieke vorm van bedrijf - vrachtwagenstalling vrachtwagenstalling 530
Walderweg 2 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - groothandel (groot)handel in aardappelen en groenten 1.500
Walderweg 4 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - groothandel (groot)handel in aardappelen 4.260
Wellseindsestraat 9 te Well specifieke vorm van bedrijf - keukencentrum keukencentrum (detailhandel) 700
Wellseindsedijk 30 te Well opslag opslag algemeen 350
Winkelseweg 10 te Hedel verkooppunt motorbrandstoffen met lpg de brandstofvoorziening van motorvoertuigen, inclusief lpg met een doorzet van minder dan 1000 m³ per jaar, en de bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen detailhandel in onder meer benodigdheden en accessoires voor motorvoertuigen, weggebonden artikelen en voedingswaren die ter plaatse kunnen worden genuttigd zoals broodjes en koffie, alsmede carwash-voorzieningen 3.625
Wordragensestraat 1a te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - koeltechniek koeltechniek 1.875
Wordragensestraat 1b te Ammerzoden opslag opslag 1.200
Wordragensestraat 8 te Ammerzoden opslag opslag/stalling auto's 1.880
Wordragensestraat 10 te Ammerzoden specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf loonbedrijf 2.500

*oppervlakte is inclusief de bebouwde oppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning.

  1. c. geluidwerende voorzieningen;
  2. d. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  3. e. bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    1. 1. het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend een bedrijfswoning is toegestaan;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  4. f. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. g. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. h. parkeervoorzieningen;
  3. i. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  4. j. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor het toelaten van een bedrijf tot en met categorie 2 zoals opgenomen in Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel voor bedrijven die daarmee naar aard, uitstraling en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn, mits het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot aan het buitengebied gerelateerde bedrijven.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijventerrein

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven uit categorie 1 en 2 van de in de Bijlage 3 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel voor bedrijven die daarmee naar aard, uitstraling en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn;
  2. b. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2 van de in de Bijlage 3 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel voor bedrijven die daarmee naar aard, uitstraling en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn en de bestaande bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - de hogewaard' tevens de bestaande bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
  3. c. kantoren als zelfstandige functie, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijventerrein - de hogewaard';
  4. d. een afschermende groenstrook ter plaatse van de aanduiding 'groen';
  5. e. detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus';
  6. f. bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
  7. g. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. h. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. i. parkeervoorzieningen;
  3. j. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  4. k. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  1. a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  2. b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  3. c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  4. d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel, behoudens detailhandel als nevenactiviteit van het bedrijf dan wel detailhandel op locaties waar dat ingevolge de toegekende functie op grond van lid 6.1 is toegestaan;
  2. b. het gebruik van gronden en opstallen voor het plaatsen van kampeermiddelen;
  3. c. het gebruik van opstallen voor bewoning, behoudens de toegestane bedrijfswoningen.

Artikel 7 Cultuur En Ontspanning

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud en toegankelijk maken van (de resten van) de voormalige forten;
  2. b. behoud en herstel van de aanwezige cultuurhistorische waarden;
  3. c. bescherming van ter plaatse aanwezige archeologische waarden;
  4. d. behoud en ontwikkeling van de ecologische waarden;
  5. e. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  6. f. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  7. g. extensieve dagrecreatie;
  8. h. paden en landwegen;
  9. i. voorzieningen ter ontsluiting van aanliggende woningen en agrarische bedrijven.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruiken en laten gebruiken van gronden ten behoeve van volkstuinen;
  2. b. het aanleggen van boomgaarden;
  3. c. het agrarisch gebruik van gronden, tenzij het betreft ondergeschikt gebruik dat ten dienste staat van het onderhoud en beheer van de ecologische waarden.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. beplantingen, waaronder landschappelijke inpassing;
  2. b. het instandhouden, herstellen dan wel ontwikkelen van de ecologische, natuurlijke en landschappelijke waarden gericht op het territorium van beschermde diersoorten;
  3. c. paden;
  4. d. sport- en spelvoorzieningen;
  5. e. beeldende kunstwerken;
  6. f. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  7. g. overige voorzieningen van openbaar nut,

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

8.2 Bouwregels

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca vallende onder categorie 2 en 3, alsmede cafés, met dien verstande dat:
    1. 1. eveneens de functies welke zijn opgenomen in de navolgende tabel op het desbetreffende adres zijn toegestaan:
      Adres Aanduiding Functie Toegestane bebouwde oppervlakte (m2)
      Van Heemstraweg 1 te Heerewaarden specifieke vorm van horeca - restaurant Restaurant 350
      Berm 47/49 te Kerkdriel specifieke vorm van horeca - restaurant Restaurant 320
      Molendijk 1 te Hedel café-restaurant Café-restaurant 1.139
      Wellsedijk 29 te Well café-restaurant Café-restaurant 739
      Waaldijk 2, 2b te Hurwenen specifieke vorm van horeca - restaurant Restaurant 200
    2. 2. horeca uitsluitend gelijkvloers is toegestaan;
  2. b. bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
  3. c. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. d. terrassen, tuinen en erven;
  2. e. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  3. f. parkeervoorzieningen;
  4. g. groen- en speelvoorzieningen;
  5. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 sublid 9.2.2 en 9.2.4 ten behoeve van het eenmalig vergroten van het maximale oppervlak aan gebouwen en situering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - buitendijks' met 10% van de bestaande bebouwde oppervlakte tot een maximale uitbreiding van 500 m2, onder de voorwaarden dat:

  1. b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming en het behoud van het stroomvoerend vermogen van het rivierbed;
  2. c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij Rijkswaterstaat;
  3. d. de uitbreiding uitsluitend is toegestaan indien de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering van de uitbreiding voldoende is aangetoond;
  4. e. omliggende functies niet in onevenredige mate worden aangetast dan wel worden belemmerd;
  5. f. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruik van gronden en opstallen als opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  2. b. het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel;
  3. c. het gebruik van gronden en opstallen voor een seksinrichting;
  4. d. het gebruik van gronden voor lawaaisporten;
  5. e. het gebruik van opstallen voor permanente bewoning, tenzij het betreft de bestaande dienstwoning.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen ten behoeve van (para)medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport en gymnastieklokalen alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter, met dien verstande dat eveneens de functies welke zijn opgenomen in de navolgende tabel op het desbetreffende adres zijn toegestaan:
    Adres Aanduiding Functie Toegestane bebouwde oppervlakte (m2)
    Van Heemstraweg te Rossum Sluis sluis
    Ammerzodenseweg 17 te Hedel nutsvoorziening nutsbedrijf 20
    Ammerzodenseweg 31a te Hedel nutsvoorziening nutsbedrijf 240
    Berm 4a te Kerkdriel gemaal gemaal 25
    Dorpstraat ong. (Kerkpad) te Hurwenen begraafplaats begraafplaats 15
    Dorpsstraat 7a te Hurwenen begraafplaats begraafplaats 16
    Drielseweg 36b te Hedel uitvaartcentrum uitvaartcentrum 600
    H.C. de Jonghweg 2 te Rossum begraafplaats begraafplaats 150
    H.C. de Jonghweg ong. te Rossum begraafplaats begraafplaats 10
    Hondsneststraat 30 te Hedel nutsvoorziening openbare nutsvoorziening 40
    Maasweg ong. te Rossum nutsvoorziening gasdrukmeet- en regelstation 20
    St. Odradastraat ong. te Alem waterzuiveringsinstallatie waterzuiveringsbedrijf 15
    St. Odradastraat 61 te Alem nutsvoorziening openbare nutsvoorziening 65
    Steenbeemdstraat 11 te Kerkdriel brandweerkazerne brandweerkazerne 645
    Van Heemstraweg te Rossum nutsvoorziening openbare nutsvoorziening
    Wellseindsedijk 14 te Well nutsvoorziening nutsbedrijf 650
    Wordragensestraat 33 te Ammerzoden nutsvoorziening gasdrukmeet- en regelstation 20
  2. b. bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
  3. c. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  4. d. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. e. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. f. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' geen parkeervoorzieningen zijn toegestaan;
  3. g. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  4. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

10.2 Bouwregels

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. natuurgebieden, ten behoeve van de bescherming van natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. het extensief agrarisch medegebruik;
  4. d. houtproductie, mits ondergeschikt aan bosbehoud;
  5. e. kleiwinning, voor zover hiervoor op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan reeds een kleiwinningsconcessie was afgegeven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleiwinning';
  6. f. een landgoedpark en natuurgebied met behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke- en natuurwaarden met de bijhorende voorzieningen zoals paden, wegen, parkeerplaatsen, water en retentievoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landgoed';

inclusief de daarbij behorende:

  1. g. plassen, moerassen, ruigten, rietopstanden, graslanden en bossen;
  2. h. fiets-, wandel- en ruiterpaden;
  3. i. uitkijk-, schuil- en informatievoorzieningen;
  4. j. kleinschalige daghorecavoorzieningen;
  5. k. kunstwerken;
  6. l. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  7. m. bestaande steigers/loopbruggen;
  8. n. de functies als bedoeld in lid 17.1 voorzover de gronden zijn gelegen binnen 10 m van de bestemming 'Water'.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het buitenpandig opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het beoefenen van lawaaisporten;
  3. c. het gebruik van gronden en opstallen voor een seksinrichting;
  4. d. het gebruik van gronden voor volkstuinen;
  5. e. verblijfsrecreatie (kamperen);
  6. f. het gebruik van gronden voor het winnen van bosstrooisel of mos;
  7. g. het gebruik van gronden voor paardenbakken;
  8. h. het gebruik van gronden en de daarboven aanwezige ruimte voor laagvliegbewegingen;
  9. i. het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel.

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 12 Recreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiebedrijven en voorzieningen, met dien verstande dat uitsluitend de functies welke zijn opgenomen in de navolgende tabel op het desbetreffende adres zijn toegestaan:
    Adres Aanduiding Functie Toegestane bebouwde oppervlakte (m2)
    Waaldijk 61/ 61a te Hurwenen kampeerboerderij kampeerboerderij, Bed & Breakfast 470
    Piekenwaard 3 te Kerkdriel golfbaan golfbaan 865
    Maasdijk 1/
    Hogestraat 37 te Heerewaarden
    specifieke vorm van recreatie - recreatiecentrum Recreatiecentrum Heerewaarden, met dien verstande dat het aantal:
    - standplaatsen voor kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 173;
    - standplaatsen voor stacaravans niet meer mag bedragen dan 100;
    en een:
    - horeca-/kantinefunctie als nevenactiviteit, met dien verstande dat het vloeroppervlak van de nevenactiviteit niet meer bedraagt dan 300 m2;
    - kampwinkel, met dien verstande dat het vloeroppervlak niet meer dan 40 m2 mag bedragen.
    1.610
    Zandstraat 16, 17, 17a, 20a en 22 te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein Zeil- en vaarschool, stalling, verkoop, reparatie vaartuigen, verblijfsrecreatie in de vorm van trekkershutten, met dien verstande dat het aantal trekkershutten niet meer mag bedragen dan 10, en een horeca-/kantinefunctie als nevenactiviteit, met dien verstande dat het vloeroppervlak van de nevenactiviteit niet meer bedraagt dan 440 m2. 6.381
    Steigerboom ong. te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - dag- en verblijfsrecreatie Dag- en verblijfsrecreatie 0
    Bergse Maasdijk 100 te Well specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 2 Lig- en speelweiden.
    Horeca-/kantinefunctie als nevenactiviteit, met dien verstande dat het vloeroppervlak van de nevenactiviteit niet meer bedraagt dan 25 m2.
    25
    Geersteeg ong. te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 3 Lig- en speelweiden en een horeca-/kantinefunctie als nevenactiviteit, met dien verstande dat het vloeroppervlak van de nevenactiviteit niet meer bedraagt dan 100 m2. 100
    Piekenwaardweg 2 te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 4 Lig- en speelweiden en een horeca-/kantinefunctie als nevenactiviteit, met dien verstande dat het vloeroppervlak van de nevenactiviteit niet meer bedraagt dan 180 m2. 305
    Jan Klingenweg 3 te Alem specifieke vorm van recreatie - jachthaven 1 Jachthaven 440
    Maasbandijk ong. te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 2 Jachthaven 85
    Maasdijk 16, Hedel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 3 Jachthaven 0
    Molendijk 1a, Hedel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 4 Jachthaven 305
    Molendijk 1 te Heerewaarden specifieke vorm van recreatie - jachthaven 5 Jachthaven, met dien verstande dat het aantal:
    - standplaatsen voor kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 31;
    het aantal standplaatsen voor stacaravans niet meer mag bedragen dan 31.
    1.139
    Zandstraat 15 te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 6 Jachthaven 250
    Maasstraat 21 te Heerewaarden specifieke vorm van recreatie - jachthaven 8 Jachthaven 0
    Zandstraat 11 te Kerkdriel en Zandstraat 6a te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 9 Jachthaven 335
    Zandstraat 7/9 te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 10 Jachthaven en horeca-/kantinefunctie als nevenactiviteit, met dien verstande dat het vloeroppervlak van de nevenactiviteit niet meer bedraagt dan 210 m2 805
    Zandstraat 5a te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - jachthaven 11 Jachthaven 55
    Maasbandijk 1a te Kerkdriel specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1 Camping, met dien verstande dat het aantal zomerhuisjes niet meer mag bedragen dan 175 12.250
    Wellsedijk 29a te Well specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 3 Camping, met dien verstande dat het aantal:
    - standplaatsen voor kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 27;
    - standplaatsen voor stacaravans niet meer mag bedragen dan 27.
    15
  2. b. woonboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats', met dien verstande dat het aantal woonboten niet meer mag bedragen dan 1 per aanduidingsvlak;
  3. c. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  4. d. bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    1. 1. het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jachthaven 1', 'specifieke vorm van recreatie - jachthaven 3' en 'specifieke vorm van recreatie - jachthaven 4' een woonboot als bedrijfswoning mag worden gebruikt;
  5. e. de instandhouding van de houtwal ter plaatse van de aanduiding 'houtwal';
  6. f. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  7. g. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. h. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. i. parkeervoorzieningen;
  3. j. groenvoorzieningen;
  4. k. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

12.2 Bouwregels

12.3 Afwijken van de bouwregels

12.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel, behoudens detailhandel als nevenactiviteit van het recreatiebedrijf;
  2. b. het gebruik van opstallen voor bewoning, behoudens de toegestane bedrijfswoningen;
  3. c. het huisvesten van arbeidskrachten, met uitzondering van de huisvesting van arbeidskrachten in de bedrijfswoning en de woonboot die als bedrijfswoning wordt gebruikt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jachthaven 1';
  4. d. het gebruik van gronden voor standplaatsen, uitgezonderd ter plaatse van de in tabel in artikel 12.1, onder a, genoemde adressen waar standplaatsen zijn toegestaan.

12.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 ten behoeve van het toestaan van voorzieningen voor sport en spel, niet zijnde gebouwen.

12.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Sport

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen, met dien verstande dat de functies welke zijn opgenomen in de navolgende tabel op het desbetreffende adres zijn toegestaan:
    Adres Aanduiding Functie Toegestane bebouwde oppervlakte (m2)
    Heiligenweg 2 te Ammerzoden sportveld sportvoorziening Ammerzoden 540
    Veilingweg 6 te Velddriel sportveld sportvoorziening Velddriel 365
    Maasdijk (tegenover 52) te Ammerzoden speelterrein speelterrein 0
    Maasdijk (tegenover 12) te Ammerzoden speelterrein speelterrein 50
    Jan Klingenweg 2 te Alem sportveld sportvoorziening Alem -
    Maarten van Rossumstraat 2a te Rossum sportveld sportvoorziening Rossum 480
  2. b. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. c. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  4. f. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

13.2 Bouwregels

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan voor het adres Maarten van Rossumstraat 2 te Rossum bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2, sublid 13.2.2, ten behoeve van het op een andere dan de bestaande plek realiseren van een clubgebouw en het vergroten van de oppervlakte tot 565 m2 waarvan 190 m2 voor tennis en 375 m2 voor voetbal, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. a. ten behoeve van tennis geldt dat het oppervlak niet meer bedraagt dan 190 m2 van een hoofdgebouw en de bouwhoogte niet meer dan 12 m bedraagt;
  2. b. ten behoeve van voetbal geldt:
    1. 1. het oppervlak van een hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 315 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 12 m bedraagt;
    2. 2. het oppervlak van bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan 125 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 5,5 m bedraagt, met dien verstande dat een plint niet hoger is dan 1,2 m
  3. c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, alsook dat belangen van derden, waaronder het nabijgelegen woon- en leefmilieu, niet onevenredig worden geschaad;
  4. d. er geen onevenredige hinder ontstaat naar de in de omgeving aanwezige cultuurhistorische of natuurwaarden, en er stedenbouwkundig geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de omgeving;
  5. e. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot onevenredige parkeerdruk;
  6. f. er geen sprake is van negatieve effecten op de waterhuishouding.

Artikel 14 Sport - Manege

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maneges met daarbij behorende voorzieningen zoals een binnenrijdbak, longeercirkels en stapmolens, met dien verstande dat de functies welke zijn opgenomen in de navolgende tabel op het desbetreffende adres zijn toegestaan:
    Adres Functie Toegestane bebouwde oppervlakte (m2)
    Heiligenweg 6 te Ammerzoden Manege 2.210
    Hondstraat 39 te Velddriel Manege 1.600
  2. b. ondersteunende horeca bij de manege tot maximaal 100 m² voor een kantine en 30 m² voor opslag- en verkoopruimte;
  3. c. bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
  4. d. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. e. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  4. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

14.2 Bouwregels

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen;
  2. b. fiets- en wandelpaden;
  3. c. oplaadpunt voor elektrische auto's;
  4. d. parkeerterreinen;
  5. e. de ontsluiting van percelen;
  6. f. water, ter plaatse van de aanduiding 'water';
  7. g. kleiwinning, voor zover hiervoor op het moment van vaststelling reeds een kleiwinningsconcessie was afgegeven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleiwinning';
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'groen' is uitsluitend openbaar groen toegestaan;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - vrachtwagenparkeerterrein', een vrachtwagenparkeerterrein;

inclusief de daarbij behorende:

  1. j. voorzieningen van openbaar nut waaronder ondergrondse afvalcontainers;
  2. k. kunstwerken;
  3. l. groenvoorzieningen;
  4. m. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  5. n. bermen en taluds.

Het aantal rijstroken bedraagt ten hoogste het bestaande aantal.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Verkeer - Railverkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een spoorweg;

inclusief de daarbij behorende:

  1. b. (ongelijkvloerse) kruisingen;
  2. c. groenvoorzieningen, waaronder landschappelijke inpassing;
  3. d. voorzieningen van openbaar nut;
  4. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. f. bermen en taluds.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Water

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. watergangen, waterpartijen, natuurvriendelijke oevers, taluds, onderhoudspaden en kaden;
  2. b. vaarwater ten behoeve van de scheep- en recreatievaart;
  3. c. natuurvriendelijke oevers;
  4. d. de berging en afvoer van water;
  5. e. behoud, bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden;
  6. f. waterrecreatieve functies;
  7. g. kleiwinning, voor zover hiervoor op het moment van vaststelling reeds een kleiwinningsconcessie was afgegeven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleiwinning';
  8. h. een los- en laadwal en de daarbij behorende bedrijvigheid in de vorm van overslag in bodemstoffen, zoals zand, klei, leem, grint, kiezel en daarmee vergelijkbare materialen tot een hoogte van 9 m, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - los- en laadwal';
  9. i. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' en 'steiger';
  10. j. woonboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats', met dien verstande dat het aantal woonboten niet meer mag bedragen dan 1 per aanduidingsvlak;
  11. k. kegelligplaatsen voor schepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - afmeerplaats';
  12. l. een droogdok, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - droogdok';
  13. m. aan- en afmeerplaatsen voor schepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - afmeerplaats 2', met dien verstande dat de aan- en afmeerplaatsen uitsluitend bestemd zijn voor het aan- en afmeren van schepen in afwachting van reparatie en/of onderhoud in de naastgelegen scheepswerf en voor hulpvaartuigen.

inclusief de bijbehorende voorzieningen zoals duikers, bruggen, bermen, beschoeiingen, paden, eenvoudige waterbouwkundige bouwwerken en verkeersvoorzieningen ten behoeve van de scheepvaart en/of de ontsluiting van naastgelegen percelen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruik van de aanlegsteiger ter plaatse van de aanduiding 'steiger', anders dan voor het aan- en afmeren van schepen in afwachting van reparatie en/of onderhoud in de naastgelegen scheepswerf en voor hulpvaartuigen.

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan huis verbonden beroepen;
  3. c. hobbymatig agrarisch gebruik;
  4. d. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  5. e. een paardenbak, met dien verstande dat de bestemmingsgrens van de bestemming 'Wonen' met 10 m mag worden overschreden ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden', mits minimaal 75% van de paardenbak gelegen is binnen het bestemmingsvlak van de bestemming 'Wonen';
  6. f. nevenactiviteiten;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'garagebox', uitsluitend een garagebox;
  8. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  9. i. bermen en taluds;
  10. j. geluidwerende voorzieningen;
  11. k. ontsluiting van percelen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

18.4 Specifieke gebruiksregels

18.5 Afwijken van de gebruiksregels

18.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. standplaatsen ten behoeve van woonwagens met de bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat het aantal woonwagenstandplaatsen niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal standplaatsen';
  2. b. ontsluiting van percelen;

met bijbehorende:

  1. c. toegangswegen, -paden en overig verblijfsgebied;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. groenvoorzieningen;
  4. f. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

19.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. per standplaats is maximaal 1 woonwagen toegestaan;
  2. b. de bouwhoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 5 m
  3. c. de bebouwde oppervlakte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 75 m2;
  4. d. per woonwagen is maximaal 1 bijbehorend bouwwerk toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 4,5 m en een bebouwde oppervlakte van maximaal 15 m2;
  5. e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m.

19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Leiding - Brandstof

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) brandstofleiding.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

20.2 Bouwregels

Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de brandstofleiding en/of een gevaarlijke situatie ontstaat, in verband waarmee gehoord wordt de leidingbeheerder.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 21 Leiding - Gas

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) aardgastransportleiding, met dien verstande dat de druk van de aardgastransportleidingen niet toeneemt.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

21.2 Bouwregels

Op de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht.

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits:

  1. a. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsleiding.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

22.2 Bouwregels

  1. a. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming;
  2. b. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  3. c. Ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de hoogspanningsleiding gelden de volgende regels:
    1. 1. de bouwhoogte van masten mag niet meer bedragen dan 60 m;
    2. 2. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de leiding mag niet meer bedragen dan 4 m;
    3. 3. het bestemmingsvlak dient binnen de bestemmingsgrenzen te vallen.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de overige bestemmingen van deze gronden, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende hoogspanningsverbindingbeheerder.

22.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bouwwerken als drager van reclame-uitingen;

22.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 23 Leiding - Hoogspanning 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning 2' aangewezen gronden zijn, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van elektriciteit door een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150kV (kilovolt) met bijbehorende belemmeringenstrook en overige functioneel met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning 2' verbonden voorzieningen.

23.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Hoogspanning 2' bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de hoogspanningsverbinding genoemd in lid 23.1 bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en):

  1. a. mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
  2. b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen;
  3. c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding -Hoogspanning 2' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    1. 1. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    2. 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    3. 3. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;
    4. 4. het aanbrengen van diepgewortelde beplanting en of bomen;
    5. 5. het vellen of rooien van houtgewas;het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
  2. b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend:
    1. 1. mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
    2. 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen;
    3. 3. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.
  3. c. Het in lid 23.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    1. 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    2. 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de hoogspanningsleiding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen.

Artikel 24 Leiding - Riool

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) rioolleiding.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

24.2 Bouwregels

Op de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht.

24.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de rioolleiding en/of een gevaarlijke situatie ontstaat, in verband waarmee gehoord wordt de leidingbeheerder.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Waarde - Archeologie 1

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

25.2 Bouwregels

25.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 26 Waarde - Archeologie 2

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

26.2 Bouwregels

26.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 27 Waarde - Archeologie 3

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

27.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 28 Waarde - Archeologie 4

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 29 Waarde - Archeologie 5

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 30 Waarde - Archeologie 6

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

30.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 31 Waarde - Archeologie 7

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

31.2 Bouwregels

31.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

31.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 7' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 32 Waarde - Archeologie 8

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

32.2 Bouwregels

32.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

32.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde- Archeologie 8' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 33 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de instandhouding en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van de historische dorpskern en de omliggende gronden, zoals beschreven in Bijlage 4Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

33.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 33.1 mag slechts worden gebouwd indien en voor zover zulks verenigbaar is met het beheer, de ontwikkeling en het behoud van de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht, en mits vooraf advies van de Monumentencommissie is gevraagd, met dien verstande dat:

  1. a. geen wezenlijke veranderingen worden gebracht in het stedenbouwkundige beeld;
  2. b. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming.

33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

33.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Bij de beslissing door burgemeester en wethouders omtrent de verlening van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk wordt het toetsingscriterium in acht genomen dat door het slopen, dan wel door de hiervan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de structuur en de ruimtelijke kwaliteit van de historische dorpskern en de omliggende gronden als bedoeld in lid 33.1 niet onevenredig worden aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen met het slopen worden gediend.

Artikel 34 Waterstaat - Rivierbed

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van het waterbergend rivierbed.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen op of in de voor 'Waterstaat - Rivierbed' aangewezen gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedraagt.

34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2 ten behoeve van de bouw van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere ter plaatse geldende bestemming(en) met dien verstande dat:

  1. a. de bouwregels van de andere ter plaatse geldende bestemming(en) van toepassing zijn;
  2. b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming en het behoud van het waterbergend vermogen van het rivierbed;
  3. c. vooraf schriftelijk advies wordt gevraagd aan de betrokken rivierbeheerder.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Waterstaat - Stroomvoerend Deel Rivierbed

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend deel rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en het behoud van het stroomvoerend vermogen van het rivierbed, waaronder het waarborgen van een veilige afvoer van en berging van rivierwater onder normale en maatgevende hoogwaterstanden, van sediment en van ijs en het vergroten van de afvoercapaciteit van de rivier;
  2. b. de waterhuishouding.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

35.2 Bouwregels

  1. a. In of op de voor stroomvoerend regime bestemde gronden mag uitsluitend ten behoeve van riviergebonden en niet-riviergebonden activiteiten worden gebouwd, mits:
    1. 1. de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen dit toelaten;
    2. 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming en het behoud van het stroomvoerend vermogen van het rivierbed;
    3. 3. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken rivierbeheerder en overeenstemming is bereikt met de betrokken rivierbeheerder;
    4. 4. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatwerk gewaarborgd blijft;
    5. 5. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
    6. 6. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
    7. 7. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn,

met dien verstande dat indien het een niet-riviergebonden activiteit betreft die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie, geldt dat de gevraagde rivierverruimingsmaatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;

  1. b. In afwijking van het bepaalde in lid 35.2 sub a is een aantal kleine, tijdelijke of voor het rivierbeheer noodzakelijke activiteiten toegestaan. Deze betreffen:
    1. 1. omgevingsvergunningvrije activiteiten;
    2. 2. een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10% van de bestaande bebouwing;
    3. 3. overige activiteiten van, vanuit rivierkundig opzicht, ondergeschikt belang;
    4. 4. activiteiten ten behoeve van rivierbeheer- of -verruiming;
    5. 5. tijdelijke activiteiten,

een en ander mits voldaan wordt aan het bepaalde in lid 35.2 sub a onder punt 4 tot en met 6.

35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Waterstaat - Waterkering

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en de bescherming van de waterkering.

Eén en ander onder de navolgende voorwaarden en regels.

36.2 Bouwregels

36.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken, in geval dit noodzakelijk is in verband met de aanleg of het functioneren van de waterkering.

36.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits in dit kader de beheerder van de waterkering wordt gehoord.

36.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 37 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 38 Algemene Bouwregels

38.1 Algemene bouwregels

(Bedrijfs)woningen dienen te worden gebouwd in de voorgevelrooilijn.

38.2 Bouwen langs water

  1. a. Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag of mogen op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in de bestemming 'Water' geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken die zijn toegestaan binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden', 'Bedrijf', 'Horeca' en 'Wonen' alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van terreinomheiningen met een maximale bouwhoogte van 2 m.
    Met betrekking tot de toegestane bebouwing dient minimaal de volgende afstand te worden aangehouden:
    1. 1. hoofdwatergangen 10 m uit de as van de waterloop, mits minimaal 4 m uit de insteek.
  2. b. Het bevoegd gezag kan, na schriftelijk advies te hebben ingewonnen van het waterschap, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van bebouwing welke is toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming tot maximaal de helft minder dan de voorgeschreven afstand.
  3. c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten, verwijsborden en seinpalen ten behoeve van het waterschap met een maximale bouwhoogte van 10 m.

38.3 Overschrijden bouwgrenzen

Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:

  1. a. plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden voor ventilatiekanalen, liftopbouwen en schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, overbouwingen, bloemenkozijnen, balkons, galerijen en luifels, erkers mits zij de bouwgrens, waaraan de voorgevel gelegen is, met niet meer dan 1,5 m overschrijden;
  2. b. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voor zover deze de bouwgrens met niet meer dan 1 m overschrijden;
  3. c. goten en ondergrondse afvoerleidingen en inrichtingen voor de verzameling van water en rioolstoffen.

38.4 Ondergronds bouwen

Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. ondergrondse gebouwen gelegen buiten de buitenzijde van de gevels van de bovengrondse gebouwen zijn niet toegestaan;
  2. b. de diepte van de ondergrondse bebouwing mag niet meer bedragen dan 3,5 m onder peil;
  3. c. onder buitendijks gelegen gebouwen mag niet onder peil worden gebouwd, met dien verstande dat het funderen van een gebouw onder peil wel is toegestaan;
  4. d. onder plaatsgebonden kampeermiddelen (inclusief de daarbij behorende bergingen) mag niet onder peil worden gebouwd;
  5. e. de toegang tot de ondergrondse gebouwen van buitenaf is toegestaan, mits deze toegang niet zichtbaar is vanaf de openbare weg.

38.5 Bestaande afstanden en maten

  1. a. Indien afstanden tot, bouwhoogten, goothoogten, dakhellingen, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan meer bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden voor die betreffende situatie als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. In die gevallen dat afstanden tot, bouwhoogten, goothoogten, dakhellingen, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
  3. c. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in sub a en b uitsluitend van toepassing indien het bouwen geschiedt op dezelfde plaats.

Artikel 39 Algemene Gebruiksregels

39.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)

Als een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:

  1. a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. als terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan of opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of gedeeltelijk uit gebruikte onderdelen samengestelde machines, voer-, vaar- of vliegtuigen c.q. onderdelen daarvan, die bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover het betreft parkeren of voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. als opslagplaats van hout en/of aannemersmaterialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond of ten behoeve van bouw of andere tijdelijke werkzaamheden;
  4. d. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie;
  5. e. ten behoeve van het plaatsen van reclame-uitingen indien het gronden betreffen welke zijn gelegen:
    1. 1. buiten het bouwvlak van de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden';
    2. 2. ter plaatse van de bestemming 'Groen';
    3. 3. ter plaatse van de bestemming 'Natuur';
    4. 4. ter plaatse van de bestemming 'Water'.

39.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)

Als een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:

  1. a. van gebouwen voor het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen, met uitzondering van het verkopen of ten verkoop aanbieden van:
    1. 1. goederen, waarvan de verkoop deel uitmaakt van de functie die is toegelaten op het perceel;
    2. 2. agrarische producten, afkomstig van en geteeld op het ter plaatse aanwezige agrarisch bedrijf;
  2. b. van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen, voor permanente bewoning;
  3. c. van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting, tenzij de functie is toegestaan op basis van de regels uit Hoofdstuk 2 van dit plan.

39.3 Parkeren

In aanvulling op het bepaalde in de andere voorkomende bestemming gelden de volgende regels;

  1. a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw en/of voor het veranderen van de functie van een bouwperceel, staat vast dat voldoende parkeergelegenheid, overeenkomstig de beleidsregels en bijlagen van het 'Mobiliteitsplan Maasdriel 2020' wordt gerealiseerd.
  2. b. Indien gedurende de planperiode de beleidsregels parkeren en/of bijlagen wijzigen, gelden de gewijzigde regels/bijlagen.
  3. c. Als in de onder a en b genoemde beleidsregels en bijlagen geen eisen zijn opgenomen met betrekking tot de omvang en toegankelijkheid van parkeerplaatsen gelden de volgende regels:
    1. 1. de afmetingen van parkeerplaatsen moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's en bedragen ten minste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m;
    2. 2. de afmeting van een gereserveerde parkeerplaats voor een gehandicapte – voor zover die parkeerplaats niet in de lengterichting aan een trottoir grenst – bedraagt ten minste 3,50 m bij 5,00 m;
    3. 3. er dient voldoende manoeuvreerruimte beschikbaar te zijn voor het kunnen functioneren van de parkeerplaatsen;
  4. d. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw en/of voor het veranderen van de functie van een bouwperceel waarbij een behoefte bestaat voor ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat op het betreffende bouwperceel in voldoende mate ruimte voor het laden of lossen van goederen is of zal worden aangebracht.

Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels

40.1 geluidzone - industrie

40.2 milieuzone - waterwingebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en verbetering van de kwaliteit van het grondwater, zoals ook geregeld in titel 3.2.3 van de Omgevingsverordening Gelderland.

40.3 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en verbetering van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van het drinkwater, zoals ook geregeld in titel 3.2.3 van de Omgevingsverordening Gelderland.

40.4 milieuzone - intrekgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - intrekgebied' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en verbetering van de kwaliteit en winning van het grondwater, zoals ook geregeld in titel 3.2.3 van de Omgevingsverordening Gelderland.

40.5 overige zone - gelders natuurnetwerk

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gelders natuurnetwerk' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en de verbetering van de kernkwaliteiten van het desbetreffende gebied.
  2. b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gelders natuurnetwerk' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', indien:
    1. 1. de gronden zijn verworven of ontpacht ten behoeve van het realiseren van de natuurfunctie;
    2. 2. een overeenkomst voor functieverandering door middel van particulier natuurbeheer is gesloten; of
    3. 3. Gedeputeerde staten hebben besloten aan provinciale staten voor te stellen om de Kroon te verzoeken een onteigeningsbesluit te nemen als bedoeld in artikel 78 van de Onteigeningswet en gedeputeerde staten een kopie van hun besluit aan burgemeester en wethouders hebben gezonden met het verzoek over te gaan tot vaststelling van het wijzigingsplan.

40.6 overige zone - groene ontwikkelingszone

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groene ontwikkelingszone' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en de verbetering van de kernkwaliteiten van het desbetreffende gebied;
  2. b. het verwijderen van een houtopstand als bedoeld in de Wet natuurbescherming is niet toegestaan, met uitzondering van de normale bosexploitatie in het kader van het beheer en onderhoud van de rivier;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groene ontwikkelingszone' zijn bestaande bouwwerken binnen het bouwvlak toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groene ontwikkelingszone' mogen bouwwerken worden opgericht binnen het bouwvlak, voorzover toegestaan overeenkomstig het bepaalde bij de andere bestemmingen.

40.7 overige zone - waardevolle laanbeplanting

40.8 veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen geen nieuwe kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten worden opgericht.

40.9 vrijwaringszone - molenbiotoop

40.10 vrijwaringszone - dijk 1

  1. a. Deze zone betreft de beschermingszone volgens de legger van Waterschap Rivierenland.
  2. b. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
  3. c. Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' gelden ook de regels van Waterschap Rivierenland, als beheerder van de waterkering.

40.11 vrijwaringszone - dijk 2

  1. a. Deze zone betreft de beschermingszone volgens de legger van Waterschap Rivierenland.
  2. b. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
  3. c. Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' gelden ook de regels van Waterschap Rivierenland, als beheerder van de waterkering.

40.12 vrijwaringszone - vaarweg

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn bouwwerken en opgaande begroeiing niet toegestaan
  2. b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het realiseren van bouwwerken en opgaande begroeiing ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemmingen en aanduidingen, mits deze ontwikkelingen geen belemmering vormen voor:
    1. 1. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;
    2. 2. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;
    3. 3. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;
    4. 4. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten, en;
    5. 5. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg.

40.13 vrijwaringszone - weg 1

Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels

41.1 Algemene afwijkingsregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere regels van dit plan een omgevingsvergunning om af te wijken kan worden verleend, met een omgevingsvergunning afwijken voor:
    1. 1. het oprichten van bouwwerken voor algemeen nut (zoals abri's, telefooncellen, transformatorhuisjes, gasregel- en drukstations), mits de inhoud van elk van deze bouwwerken niet meer zal bedragen dan 75 m³ en de bouwhoogte ervan niet meer zal bedragen dan 4 m;
    2. 2. het in geringe mate aanpassen van enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 3 m worden verschoven;
    3. 3. het overschrijden van in deze regels genoemde maten en percentages, zoals goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte van gebouwen, bebouwingspercentages en afstanden tot een bouwperceelgrens, met niet meer dan 10%, met uitzondering van de Oostenbroekweg 19;
    4. 4. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van hoogspanningsmasten, met niet meer dan 20%;
    5. 5. overschrijdingen van de maximale oppervlakte of de bestemmingsgrenzen door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, toegangen, lifthuizen en dergelijke, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m;
    6. 6. het criterium 'noodzakelijk' zoals opgenomen in 1.15 bedrijfswoning: voor zover het betreft de verbouw of herbouw van een reeds eerder vergunde en gebouwde bedrijfswoning, mits daarbij dan wel is aangetoond dat de eigenaar en/of bewoners van deze bedrijfswonig een werkrelatie hebben en houden met het bijbehorende bedrijf;
  2. b. Een omgevingsvergunning zoals bedoeld onder a kan niet worden verleend voor:
    1. 1. bouwwerken gelegen in de bestemming 'Natuur';
    2. 2. gasdrukregel- en gasdrukmeetkastjes met een grotere inhoud dan 8 m3 en voor verkooppunten voor motorbrandstoffen.

41.2 Toestaan van evenementen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan ten behoeve van het toestaan van evenementen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. a. de omvang van het evenement mag niet meer dan 6 ha bedragen;
  2. b. de duur van het evenement mag niet meer dan 1 week bedragen;
  3. c. er mogen geen onomkeerbare gevolgen voor het landschap optreden;
  4. d. de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredige aangetast;
  5. e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden en evenmin verzetten de belangen van de in de nabijheid gelegen functies zich tegen dit gebruik.

41.3 Mini-windturbines

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan ten behoeve van het toestaan van mini-windturbines, met dien verstande dat:

  1. a. het hoogste punt van een wiek van een mini-winturbine welke is geplaatst op het maaiveld niet meer mag bedragen dan 20 m;
  2. b. het hoogste punt van een wiek van een mini-windturbine welke is geplaatst op een gebouw niet meer mag bedragen dan 5 m;
  3. c. de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredige aangetast;
  4. d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  5. e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden en evenmin verzetten de belangen van de in de nabijheid gelegen functies zich tegen dit gebruik.

41.4 Kleinschalig kamperen bij de burger

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen binnen de bestemming 'Wonen' en de aangrenzende agrarische gronden, met dien verstande dat:

  1. a. er niet meer dan 15 mobiele kampeermiddelen op het bestemmingsvlak zijn toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  2. b. er zorg wordt gedragen voor een goede landschappelijke inpassing door middel van een landschappelijk inpassingsplan;
  3. c. de oppervlakte van het perceel niet minder bedraagt dan 0,5 ha;
  4. d. de kampeermiddelen en de bijbehorende voorziening binnen de bestemming 'Wonen' dienen te worden gesitueerd dan wel direct aangrenzend aan het bestemmingsvlak van de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden' met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaard';
  5. e. bijbehorende gebouwde voorzieningen uitsluitend zijn toegestaan indien de maatvoering voldoet aan de regels welke zijn opgenomen in Artikel 18 lid 18.2 dan wel in de bestaande bebouwing welke zijn gelegen op de gronden direct aangrenzend aan het bestemmingsvlak van de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden' met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaard';
  6. f. vaste kampeermiddelen niet zijn toegestaan;
  7. g. het gebruik geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu mag opleveren en geen afbreuk mag doen aan het karakter van de buurt;
  8. h. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot onevenredige parkeerdruk;
  9. i. detailhandel niet is toegestaan.

41.5 Afwijking ten behoeve van waterberging

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan ten behoeve van het toestaan van waterberging in de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden', onder de voorwaarden dat:

  1. a. de noodzaak tot realisatie van waterbergingsgebieden voor opvang van stedelijk waterbergingstekort is aangetoond;
  2. b. overeenstemming met de eigenaar/eigenaren van de gronden is bereikt.

41.6 Huisvesting arbeidsmigranten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan voor het huisvesten van arbeidskrachten, mits één en ander past binnen de gestelde randvoorwaarden en uitgangspunten die zijn gesteld in de 'beleidsregel Huisvesting Arbeidsmigranten 2019', die op 25 april 2019 is vastgesteld door de gemeenteraad van Maasdriel, of haar rechtsopvolger. Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  1. a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  2. b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  3. c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  4. d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

Artikel 42 Algemene Wijzigingsregels

42.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het verschuiven van de in het plan opgenomen grenzen van bouwvlakken, bestemmingsvlakken en aanduidingsvlakken met maximaal 10 meter, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische-, cultuurhistorische- of natuurwaarden;
  3. c. de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredig aangetast.

42.2 Functieverandering

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' te wijzigen ten behoeve van de functies die zijn genoemd in het 'Handreiking hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied' of haar rechtsopvolger, met dien verstande dat:

  1. a. de wijziging mag niet worden toegepast ter plaatse van de aanduidingen
    1. 1. 'overige zone - gelders natuurnetwerk';
    2. 2. 'overige zone - groene ontwikkelingszone';
    3. 3. 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaard';
  2. b. voldaan wordt aan de randvoorwaarden en uitgangspunten die zijn gesteld in het 'Handreiking hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied', welke op 30 maart 2017 is vastgesteld door de gemeenteraad, of haar rechtsopvolger.

42.3 Wijzigen ten behoeve van boomkwekerij of houtteeltbedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' ter plaatse van het bouwvlak te wijzigen ten behoeve van een boomkwekerij of een houtteeltbedrijf, met dien verstande dat:

  1. a. aangetoond is dat er sprake is van een volwaardig bedrijf;
  2. b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige landschappelijke-, architectonische-, cultuurhistorische- of natuurwaarden;
  3. c. er geen sprake is van negatieve effecten op de waterhuishouding.

42.4 Wijzigen naar Natuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -gelders natuurnetwerk' en 'overige zone - groene ontwikkelingszone' te wijzigen naar de bestemming 'Natuur' ten behoeve van bos- en natuurontwikkeling of het verplaatsen van houtopstanden, onder de voorwaarde dat:

  1. a. de kernkwaliteiten van het desbetreffende gebied niet mogen worden aangetast;
  2. b. het terrein is verworven voor de inrichting als natuurgebied, dan wel de eigenaar en gebruiker hebben schriftelijk ingestemd met de natuurontwikkeling;
  3. c. wijziging plaatsvindt met inachtneming van het provinciaal beleid inzake bos- en natuurcompensatie en de Wet Natuurbescherming.

42.5 Wijzigen naar Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de voorwaarden dat:

  1. a. omliggende bedrijven niet worden belemmerd;
  2. b. de bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
  3. c. voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels, zoals die van toepassing zijn op de bestemming 'Wonen';
  4. d. het aantal woningen niet toeneemt;
  5. e. er rekening wordt gehouden met de kernkwaliteiten van de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groene ontwikkelingszone'.

42.6 Wijzigen ten behoeve van WaalWeelde West

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Agrarisch met waarden', 'Natuur' en 'Water' te wijzigen in de bestemmingen 'Natuur' en 'Water', met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de betreffende gronden moeten zijn verworven voor de uitvoering van de maatregelen op basis van de Structuurvisie WaalWeelde West, zoals deze op 15 december 2016 door de gemeenteraad van de gemeente Maasdriel is vastgesteld;
  2. b. er is verzekerd dat ook elders langs de Waal de maatregelen worden uitgevoerd;
  3. c. de uitvoering van de opgenomen maatregelen die toezien op waterstandverlaging, ook daadwerkelijk is verzekerd, of er een alternatief is verzekerd, dat zowel binnen dezelfde termijn wordt gerealiseerd als ook minimaal hetzelfde effect geeft voor waterstandverlaging en dat niet is gelegen op grondgebied van de gemeente Maasdriel;
  4. d. de wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

Artikel 43 Algemene Procedureregels

Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen het voorgenomen besluit bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.

Artikel 44 Overige Regels

44.1 Verwijzing wet- en regelgeving

Voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de inwerkingtreding van dit plan.

44.2 Voorrangsregeling dubbelbestemmingen

  1. a. Waar een enkelbestemming uit dit plan samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming;
  2. b. Waar dubbelbestemmingen samenvallen gelden:
    1. 1. in de eerste plaats de regels van de bestemming 'Leiding - Gas';
    2. 2. in de tweede plaatse de bestemmingen 'Leiding - Brandstof', 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en 'Leiding - Riool';
    3. 3. in de derde plaats de regels van de bestemmingen 'Waterstaat - Rivierbed', 'Waterstaat -Stroomvoerend deel rivierbed' en 'Waterstaat - Waterkering';
    4. 4. in de vierde plaats de regels van de bestemmingen 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht', 'Waarde -Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3', 'Waarde - Archeologie 4', 'Waarde - Archeologie 5', 'Waarde - Archeologie 6', 'Waarde - Archeologie 7' en 'Waarde -Archeologie 8'.

44.3 Van toepassing verklaring

Het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' van de gemeente Maasdriel, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 juni 2019 (NL.IMRO.0263.BP1134-VG01), blijft van kracht, met dien verstande dat:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - reparatieplan’, de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016', vastgesteld door de gemeenteraad op 26 juni 2019, volledig worden vervangen inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen;
  2. b. de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016', vastgesteld door de gemeenteraad op 26 juni 2019, als volgt worden gewijzigd:
    1. 1. de tekstdelen welke in de voorligggende regels met gele tekst zijn weergegeven, worden aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' toegevoegd;
    2. 2. de gele tekstdelen welke in de voorligggende regels zijn ‘doorgehaald’, worden uit de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' verwijderd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 45 Overgangsrecht

45.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde in lid 45.1 onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde in lid 45.1 onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

45.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 45.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 45.2 onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde in lid 45.2 onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
  5. e. In afwijking van het bepaalde in lid 45.2 onder d, is het bepaalde onder a wel van toepassing op het gebruik door dhr. J.L.J.M. Merks, Oude Weistraat 7, 5334 LK Velddriel van gronden en/of opstallen aan de Oude Weistraat 7 te Velddriel voor een autobedrijf, conform het gebruik op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

Artikel 46 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2022, Reparatieplan'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Tot Reparatie

Op 26 juni 2019 is het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' vastgesteld. Voorliggend bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2022, Reparatieplan' voert een aantal wijzigingen door in het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' (moederplan d.d. 26 juni 2019).

De reparaties betreffen twee verschillende onderdelen:

  1. 1. Reparaties vanwege gegronde beroepsschriften,
  2. 2. Reparaties van geconstateerde foutjes.

Ad 1.

Bij de uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' heeft de Afdeling voor een aantal locaties de opdracht aan de gemeenteraad gegeven om een nieuw besluit te nemen over deze locaties in het licht van de uitspraak. In dit reparatieplan zijn de uitspraken verwerkt die zonder nader onderzoek kunnen worden meegenomen. Een aantal locaties vergen meer dan alleen reparatie, maar ook een nadere analyse en afweging. Die locaties zijn in in dit reparatieplan niet meegenomen.

De drie wel meegenomen locaties worden toegelicht in paragraaf 2.1.

Ad 2.

De aanpassingen die in voorliggende herziening worden gedaan, zijn van geringe omvang en sorteren geen (significante) effecten ten opzichte van het moederplan. Het betreffen geringe correcties en aanpassingen die de juridische regeling in overeenstemming brengt met de feitelijke situatie. Voor nadere informatie en onderzoeken over de gegeven bestemmingen, wordt daarom verwezen naar de toelichting met de daarbij behorende bijlagen, behorende bij het op 26 juni 2019 vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' (zie dezelink).

1.2 De Ligging, Begrenzing En Het Geldend Bestemmingsplan

Het plangebied van het reparatieplan omvat nagenoeg hetzelfde plangebied als het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' (d.d. 26 juni 2019). De gronden die destijds buiten het plangebied zijn gelaten en daarmee een 'witte vlek' op de verbeelding zijn, worden met dit reparatieplan ook weer buiten het plangebied gelaten. (Dit zijn onder andere een aantal potentiële woningbouwlocaties en de gebieden die vallen binnen het Provinciale Inpassingsplan (PIP) Tuinbouw Bommelerwaard, dat op 25 februari 2015 is vastgesteld en sinds 11 mei 2016 onherroepelijk is.) Daar waar het plangebied ten opzichte van 'Buitengebied herziening 2016' wordt gewijzigd, wordt dit expliciet benoemd in Hoofdstuk 2.

Alle percelen, bestemmingen en gebiedsaanduidingen zijn uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' op de verbeelding van het reparatieplan overgenomen, zodat het plan een zo compleet mogelijk beeld van alle regelingen in het buitengebied geeft.

Gronden en locaties waar via dit reparatieplan een aanpassing van de verbeelding plaatsvindt, zijn op de verbeelding aangegeven door middel van de aanduiding 'overige zone - reparatieplan'.

In de regels zijn ook reparaties doorgevoerd. Deze zijn gemarkeerd weergegeven. Door middel van een vetgedrukte arcering (toevoegingof doorhaling) is aangegeven wat is gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016'. Deze wijzigingen van de regels kunnen dus ook van toepassing zijn voor andere gronden dan de gronden met de aanduiding 'overige zone - reparatieplan'.

In vergelijking met het plangebied van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' is een aantal locaties buiten het plangebied gelaten. Dit betreft gronden waar sinds de vaststelling van dit bestemmingsplan op 26 juni 2019 een afzonderlijk bestemmingsplan is vastgesteld. Hiervoor geldt dus al een eigen bestemmingsregeling.

Daarnaast worden twee substraatbedrijven aan de Oostenbroekweg te Velddriel buiten het plangebied gelaten. De Afdeling heeft het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan voor deze twee bedrijven vernietigd, omdat het onzorgvuldig is voorbereid en een deugdelijke motivering mist. De raad moet met inachtneming van uitspraak een nieuw plan vaststellen.

Hiervoor is een afzonderlijk bestemmingsplan in voorbereiding, reden waarom dit buiten het voorliggende reparatieplan blijft.

Betreft de volgende kadastrale percelen:

  • Oostenbroekweg 7, Velddriel: 792, 793, 79.
  • Oostenbroekweg 19, Velddriel: 555, 556, 82, 431 en 432.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0001.png"

1.3 Verantwoording En Leeswijzer Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan bestaat uit:

  • een toelichting;
  • regels;
  • een digitale verbeelding.

Gezien de aard van het voorliggende reparatieplan - zeer geringe correcties en aanpassingen - wordt voor het beleidskader en de ruimtelijke analyse verwezen naar het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' (d.d. 2019).

De toelichting van voorliggend reparatieplan bestaat uit vijf hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk werkt hoofdstuk 2 uit welke locaties worden herzien en wat de reparatie inhoudt. Hoofdstuk 3 gaat kort in op de uitvoeringsaspecten. In hoofdstuk 4 komt de juridische vormgeving aanbod. Hier wordt stilgestaan bij de systematiek van de planregels. Hoofdstuk 5 bevat informatie over de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Reparaties

Dit hoofdstuk bespreekt de reparaties. Er zijn perceelsgebonden wijzigingen en een aantal algemene wijzigingen. Deze worden navolgend weergegven. Hierbij wordt besproken hoe de regels en/of verbeelding wordt herzien.

2.1 Reparaties Vanwege Gegronde Beroepen

2.1.1 Drielse Veldweg 4, Velddriel

Bestemming: Agrarisch met waarden

Reparatie n.a.v. de zaak ECLI:NL:RVS:2021:1090, d.d. 25 mei 2021: In het beroep dat door de appellant is ingediend, is aangevoerd dat jarenlang een kuilvoerplaat aanwezig is buiten het bouwvlak op het perceel Drielse Veldweg 4 te Velddriel. De kuilvoerplaat moet positief worden bestemd, bijvoorbeeld door het bouwvlak zodanig te verruimen dat de kuilvoerplaat erin valt.

Beoordeling Raad van State
De Raad van State beslist dat de kuilvoerplaat historische rechten heeft. Er is aangetoond dat de kuilvoerplaat al sinds 1981 aanwezig is en in dat kader een specifieke aanduiding moeten krijgen. Het bouwvlak daarentegen hoeft niet groter te worden gemaakt.

Aanpassing bestemmingsplan
In lijn met de uitspraak wordt op de verbeelding de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoerplaat' aangebracht voor de desbetreffende kuilvoerplaat, zodat de kuilvoerplaat buiten het bouwvlak is toegestaan. Deze aanduiding wordt in artikel 4.2.3 sub a toegevoegd:

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd binnen bouwvlak, met uitzondering van:
1. een paardenbak die tot 10 m vanuit de grens van de bestemming 'Wonen' mag worden gerealiseerd, mits de betreffende paardenbak voor ten minste 75% is gelegen binnen die aangrenzende bestemming 'Wonen';
2. een kuilvoerplaat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoerplaat';

De aanpassing van de verbeelding ziet er als volgt uit:

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0002.jpg"

2.1.2 Lange Weisteeg 3, Ammerzoden

Bestemming: Agrarisch met waarden, specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt

Reparatie n.a.v. de zaak ECLI:NL:RVS:2021:2849, d.d. 15 december 2021: In het beroep dat door de appellant is ingediend, is aangevoerd dat de champignonkwekerij op het perceel Lange Weisteeg 3 te Ammerzoden niet alleen een mogelijkheid voor bereiden van substraat voor de daar aanwezige champignonkwekerij moet hebben, maar ook voor champignonkwekerijen van derden. Daarbij vraagt appellant zich af of substraatbereiding een nevenactiviteit is. Daarnaast wil appallant meer mogelijkheden voor buitenopslag.

Beoordeling Raad van State
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft de raad in algemene zin willen toestaan dat paddenstoelenteeltbedrijven op hun percelen substraat voor de eigen teelt bereiden. Artikel 4.1, onderdeel c, jo 1.70 zijn onduidelijk over substraatverwerking. Dat de bereiding van substraat voor de eigen teelt een regulier onderdeel is van de bedrijfsvoering op een paddenstoelenteeltbedrijf, is geen feit.

Naar het oordeel van de Afdeling kan de zinsnede "met dien verstande dat een tunnelgebouw ten behoeve van substraatteelt voor de eigen kwekerij uitsluitend op het perceel Achterdijk 5a Rossum is toegestaan" in artikel 4.1, onderdeel c, van de planregels namelijk niet anders worden gelezen dan dat dit de enige locatie in het plangebied is waar substraatbereiding voor de eigen kwekerij mag plaatsvinden.

Artikel 4.1, onderdeel c, jo 1.70 moeten hierop worden aangepast.

Over substraatbereiding voor derden heeft de raad overwogen dat deze activiteit in elk geval geen regulier onderdeel is van de bedrijfsvoering op een paddenstoelenteeltbedrijf. De raad stelt zich echter op het standpunt dat substraatbereiding voor derden is toegestaan als nevenactiviteit, voor zover daarbij wordt voldaan aan artikel 4.4.1 van de planregels. Het bedrijf van Casarca is niet opgenomen in artikel 4.4.1, onderdeel b, van de planregels waar specifieke bedrijven zijn vermeld. Dat betekent dat voor haar perceel de regeling geldt van artikel 4.4.1, onderdeel a, van de planregels. Daarbij zijn beperkingen gesteld aan het oppervlak dat hiervoor mag worden gebruikt. De Raad van State is hiermee akkoord.

De buitenopslag behoeft geen aanpassing, dit is goed geregeld.

Aanpassing bestemmingsplan

In lijn met de bedoeling van de raad wordt specifiek voor paddenstoelenteeltbedrijven toegestaan dat zij op hun percelen substraat voor de eigen teelt mogen bereiden. De gemeente verduidelijkt de regeling voor paddenstoelenkwekerijen als volgt.

Onder paddenstoelenteelt verstaat de gemeente een agrarisch bedrijf dat zich bezig houdt met het telen van paddenstoelen in gebouwen, waaronder ook wordt verstaan de eventuele substraatbereiding voor de paddenstoelen die daar ter plaatse (op het betreffende bouwperceel) worden gekweekt, mits deze substraatbereiding plaatsvindt in de "bedden" van de kweekruimten waar later dan ook de paddenstoelen groeien. Onder substraatbereiding wordt niet verstaan het maken van (verse) compost/mestfermentatie (omzetten van organische materialen door gisting tot verse compost). Dit komt op de volgende uitgangspunten neer.

Bij een paddenstoelenteeltbedrijf is substraatbereiding ten behoeve van de eigen paddenstoelenteelt in de "bedden" van de kweekruimten toegestaan, mits in die bedden later ook de eigenlijke paddenstoelenteelt plaatsvindt (als onderdeel van het teeltproces van de paddenstoelen in de bedden).

Voor twee paddenstoelenteeltbedrijven is het toegestaan een tunnelgebouw te hebben om daarin substraat te bereiden behoeve van eigen paddenstoelenteelt. Dit betreffen de locaties: Lange Weisteeg 3 te Ammerzoden en Achterdijk 5a te Rossum. Op andere paddenstoelenteeltlocaties binnen het plangebied van artikel 3 en 4 is het niet toegestaan een tunnelgebouw te hebben om daarin substraat te bereiden.

Een deel van de substraatbereiding ten behoeve van eigen paddenstoelenteeltbedrijf, of dit in eigen kweekbedden is of in een tunnelgebouw, mag voor derden worden geproduceerd. Let wel, bij deze substraatbereiding voor derden moet worden voldaan aan artikel 3.4.1 onder a of aan artikel 4.4.1 onder a van de planregels. De substraatbereiding voor derden mag hierdoor enkel als nevenactiviteit worden geproduceerd. Substraatbereiding in kweekbedden of tunnelgebouwen voor derden als hoofdactiviteit, dan wel als volwaardige activiteit naast het kweken van paddenstoelen, is niet toegestaan.

Voor het bedrijf aan Achterdijk 5a in Rossum geldt daarnaast een uitzondering op de regel dat bij een paddenstoelenteeltbedrijf alleen substraatbereiding is toegestaan voor eigen paddenstoelenkwekerij (dat ook op het betreffende bouwperceel aanwezig is) en de substraatbereiding plaatsvindt in de "bedden" van de kweekcellen. Op de locatie Achterdijk 5a bevinden zich namelijk een paddenstoelenteeltbedrijf en tunnelgebouwen, waarin substraat wordt bereid voor eigen kwekerij aan de Achterdijk 5a, maar ook substraat voor de paddenstoelenkwekerij aan Kromakkerweg 9 in Velddriel. Deze substraatbereiding voor Kromakkerweg 9 is van dermate omvang, dat deze niet als nevenactiviteit kan worden aangemerkt. Deze situatie is echter wel vergund en wordt daarom ook toegestaan in de planregels.

De verbeelding behoeft geen aanpassing. Deze aanpassing in de regels vertaald zich als volgt. Artikel 1.70 komt te luiden:

1.70 paddenstoelenteelt:
paddenstoelenteelt zonder mestfermentatie; een agrarisch bedrijf dat zich bezig houdt met het telen van paddenstoelen in gebouwen, waaronder ook wordt verstaan de eventuele substraatbereiding voor de paddenstoelen die daar ter plaatse (op het betreffende bouwperceel) worden gekweekt, mits deze substraatbereiding plaatsvindt in de "bedden" van de kweekruimten waar later dan ook de paddenstoelen groeien. Onder substraatbereiding wordt niet verstaan het maken van (verse) compost/mestfermentatie (omzetten van organische materialen door gisting tot verse compost).

Artikel 4.1 onder c komt als volgt te luiden:

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
(...)
c. en paddenstoelenteeltbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt', met dien verstande dat een tunnelgebouw ten behoeve van substraatteelt voor de eigen kwekerij uitsluitend op het perceel Achterdijk 5a Rossum is toegestaan;met dien verstande dat het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Achterdijk 5a te Rossum substraat in het daar aanwezige tunnelgebouw mag bereiden voor zowel het paddenstoelenteeltbedrijf op dit adres, als voor het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Kromakkerweg 9 Velddriel (substraatbereiding voor derden) en dat het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Lange Weisteeg 3 te Ammerzoden in het daar aanwezige tunnelgebouw substraat mag bereiden voor het op dat perceel aanwezige paddenstoelenteeltbedrijf;

Artikel 4.2.2 wordt als volgt aangepast:

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

(...)

b. gebouwen voor de champignonteelt zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' toegestaan, met dien verstande dat:

1. een bestaand tunnelgebouw ten behoeve van substraatbereiding voor het op het bouwvlak aanwezige paddenstoelenteeltbedrijf uitsluitend is toegestaan, in de volgende gevallen:

* het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Lange Weisteeg 3 te Ammerzoden;

* het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Achterdijk 5a te Rossum, waar een tunnelgebouw is toegestaan ten behoeve van substraatbereiding voor het aanwezige paddenstoelenteeltbedrijf alsmede voor het paddenstoelenteeltbedrijf aan de Kromakkerweg 9 Velddriel (substraatbereiding voor derden);

2.1.3 Steeg 1, Heerewaarden

Bestemming: Bedrijf, specifieke vorm van bedrijf - overig

Reparatie n.a.v. de zaak ECLI:NL:RVS:2021: 1370, d.d. 30 juni 2021: In het beroep dat door de appellant (scheepswerf te Steeg 1 in Heerewaarden) is ingediend, is aangevoerd dat onvoldoende aan- en afmeermogelijkheden zijn geboden voor schepen (in afwachting van reparatie en/of onderhoud in de scheepswerf) en voor hulpvaartuigen (zoals hulpvaartuig "De Weser") op de scheepswerf. De scheepswerf voert aan dat het ter plaatse aanwezige droogdok moet worden toegestaan in het plan. Ook vindt de scheepswerf dat de aanlegsteiger ter hoogte van het droogdok positief moet worden bestemd. Tot slot kan de scheepswerf zich er niet mee verenigen dat het aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen langszij het droogdok niet in het plan is opgenomen. Verder kan de scheepswerf zich er niet mee verenigen dat nabij de locatie "De Bol" (ter plaatse van de aanwezige meerpalen) het aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen niet is toegestaan.

Beoordeling Raad van State
De Raad van State stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat het droogdok positief is bestemd.

Op de zitting heeft de raad te kennen gegeven dat er geen bezwaren bestaan om de steiger toe te staan. Ingevolge artikel 17.1, onder i, van de planregels zijn steigers uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "aanlegsteiger". De aanduiding wordt aangebracht.

De Raad van State merkt op dat de raad op de zitting heeft gesteld dat er bij de gemeente planologisch geen bezwaren bestaan tegen het aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen langszij het droogdok, terwijl de raad wel bezwaren heeft tegen het aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen ter plaatse van het water nabij de locatie "De Bol". De Raad van State stelt evenwel vast dat voor zowel de gronden langszij het droogdok als de gronden ter hoogte van "De Bol" dezelfde bestemming ("Water") geldt, terwijl de raad zich juist op het standpunt stelt dat de aan- en afmeermogelijkheden hier zouden moeten verschillen. De Afdeling concludeert dat de raad geen eenduidige uitleg geeft van de planregeling behorend bij de bestemming "Water" en met die planregeling ook niet heeft bereikt wat hij heeft beoogd te bereiken. De raad moet een ruimtelijke afweging maken over de toelaatbaarheid van het aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen.

Motivering reparatie

De locatie wordt naar aanleiding van de uitspraak aangepast. Onder dit kopje (Motivering reparatie) is een motivering voor de aanpassing opgenomen. Hierin worden de overwegingen vanuit de gemeente beschreven.

  • Blik op terrein 'De Bol'

Terrein De Bol is voor de gemeente van groot belang vanwege zijn ligging en verbinding tussen het dorp en de rivier de Maas. De gemeente ziet in dit gebied in potentie de ideale plek om de verbinding tussen de Maas en Heerewaarden nadrukkelijker te bestempelen. De Bol vormt van oudsher een essentieel punt voor toeristen, die via dat terrein Heerewaarden kunnen betreden en weer kunnen verlaten.


Sinds het begin van de 21e eeuw is de ontwikkeling van Heerewaarden erop gericht om van het dorp het "complete groeidorp" te maken. De gemeente wil de groei van en toenemende belangstelling voor het dorp graag accommoderen. In het door de gemeenteraad op 8 oktober 2020 vastgestelde Koersdocument Masterplan Maas is ook opgenomen dat de gemeente bij het dorpsfront Heerewaarden het doel heeft om de toeristisch-recreatieve potenties aan de Maas te verbeteren en dat er wordt gezocht naar mogelijkheden om de relatie tussen Heerewaarden en de Maas te verbeteren in de omgeving van de Veerstraat. Zo is daar ook al een voetveer gekomen. Ook zou dit bijvoorbeeld kunnen betekenen dat er op termijn een recreatieve steiger (passantensteiger) zou kunnen gaan komen. De gemeente wil in dat kader De Bol met de aansluitende oever en water, graag vrijhouden van bedrijfsmatig gebruik en dus niet dat de Scheepswerf dat gebied gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.


Ten aanzien van een in het verleden wel eens genoemde mogelijke optie, om een eventueel aan te leggen recreatieve (passanten-) steiger) misschien te kunnen combinerenen met een voorziening voor de Scheepswerf (beperkt van omvang en voor incidenteel gebruik), wordt opgemerkt dat dat idee inmiddels is verlaten.

  • De Scheepswerf behoudt voldoende af- en aanmeermogelijkheden voor een reële bedrijfsvoering

Vanuit de Scheepswerf is er vanwege bedrijfsbelang behoefte aan (duidelijkheid voor) een afmeergelegenheid voor de hulpboot ("blusboot" "De Weser") en voor schepen die in afwachting zijn voor onderhoud/reparatie. Vanuit (de behandeling van) het beroep van de Scheepswerf is duidelijk geworden welke behoefte er bij de Scheepswerf is: een permanente steiger voor "De Weser" (van 32 meter lang) en een afmeerlocatie voor een binnenvaartschip (met een lengte tot wel 142 m.). De plaats die daarvoor door de Scheepswerf eerder werd gebruikt (het water voor De Bol) was daartoe niet bestemd en dat gebruik heeft de Scheepswerf op last van de gemeente ook moeten stoppen. Dergelijke voorzieningen laten zich niet combineren met de voorzieningen die bij De Bol op toeristisch en recreatief vlak worden gezien.


Ook is er bij de Scheepswerf de wens ontstaan om een steiger die rond 2013 nabij de scheepshelling (zonder vergunning) is gemaakt (en nog eens is aangepast in 2017), te legaliseren. Aan deze steiger ligt nu ook regelmatig "De Weser". Daarnaast was er bij de Scheepswerf onduidelijkheid omtrent het volgens het bestemmingsplan wel of niet toegestaan zijn van het droogdok dat daar omstreeks 1996 is gekomen (er is daarvoor namelijk nooit een vergunning aangevraagd of afgegeven en ook is het nooit specifiek aangeduid in bestemmingsplan).


Er is gezocht naar een oplossing voor een permanente voorziening voor de Scheepswerf (waarmee het bedrijfsbelang en de mogelijkheid tot reële bedrijfsvoering is gewaarborgd) en waarbij het dorpsfront niet wordt aangetast en er ook mogelijkheden blijven om op termijn de toeristisch-recreatieve potenties hier te kunnen verbeteren.


Deze oplossing is gevonden door het inzetten van het gebied dat oostelijk is gelegen van het bedrijf en dat ook aansluit bij de bedrijfsbestemming en dat ook vanaf De Bol minder prominent in beeld is.


Vanwege de richtlijnen en regels van Rijkswaterstaat die zich verzetten tegen afmeren van schepen aan rivierzijde (oostzijde) van het droogdok, is daar geen mogelijkheid om in het bestemmingsplan een afmeergelegenheid toe te kennen.

Aanpassing bestemmingsplan
De droogdok wordt ter verduidelijking positief bestemd middels een aanduiding 'specifieke vorm van water - droogdok'. De aanduiding wordt aangebracht op de verbeelding en toegevoegd in artikel 17.1 in een nieuw sub l:

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
(...)
l. een droogdok, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - droogdok';

De aanlegsteiger wordt aangeduid als 'steiger'. In artikel 17.1 sub i wordt toegevoegd:

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
(...)
i. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' en 'steiger';

Voor de desbetreffende steiger wordt een gebruiksregel opgenomen in een nieuw artikellid 17.3 (Specifieke gebruiksregels):

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
a. het gebruik van de aanlegsteiger ter plaatse van de aanduiding 'steiger', anders dan voor het aan- en afmeren van schepen in afwachting van reparatie en/of onderhoud in de naastgelegen scheepswerf en voor hulpvaartuigen.

Voor aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen langszij de steiger wordt de aanduiding 'specifieke vorm van water - afmeerplaats 2' toegevoegd in artikel 17.1 in een nieuw sub m:

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
(...)
m. aan- en afmeerplaatsen voor schepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - afmeerplaats 2', met dien verstande dat de aan- en afmeerplaatsen uitsluitend bestemd zijn voor het aan- en afmeren van schepen in afwachting van reparatie en/of onderhoud in de naastgelegen scheepswerf en voor hulpvaartuigen.

Het aan- en afmeren van schepen is hiermee enkel toegestaan ter plaatse van de huidige aanduiding 'specifieke vorm van water - afmeerplaats' en de nieuwe aanduiding 'specifieke vorm van water - afmeerplaats 2'. Het aan- en afmeren van schepen en hulpvaartuigen ter plaatse van het water nabij de locatie "De Bol" vindt de raad ongewenst.

Tot slot wordt naar aanleiding van een zienswijze (zie paragraaf 5.2.2 en Bijlage 3) ook het volgende doorgevoerd. De aanduiding ‘specifieke vorm van water – afmeerplaats 2’ krijgt een totaallengte van 86 meter.

De aanpassing van de verbeelding ziet er als volgt uit:

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0003.png"

2.2 Ondergeschikte Aanpassingen En Verbeteringen

2.2.1 Perceelsgebonden aanpassingen

1. Adres: Middelweg 23 en 23a Rossum

Bestemming: Wonen

Reparatie: Middelweg 23 en 23a te Rossum zijn twee afzonderlijke burgerwoningen, maar deze zijn abusievelijk bestemd als één woning (één woonbestemming). Voor de opsplitsing is een omgevingsvergunning voor bouwen verleend. Per abuis is dit niet in het bestemmingsplan verwerkt.

De reparatie wordt doorgevoerd op de verbeelding. Hier worden twee aparte woonbestemmingen van gemaakt. De regels behoeven geen aanpassing. De aanpassing van de verbeelding ziet er als volgt uit:

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0004.png"

2. Adres: Baronieweg 1c Hedel

Bestemming: Wonen - Woonwagenstandplaats

Reparatie: Voor de woonwagenstandplaats aan de Baronieweg 1c te Hedel zijn in het vastgestelde bestemmingsplan maximaal 2 standplaatsen toegestaan middels de aanduiding 'maximum aantal standplaatsen: 2'. Dit is een omissie; er zijn 3 standplaatsen ter plaatse toegestaan.

Voor de woonwagenstandplaats waren op de verbeelding van het ontwerpplan 3 standplaatsen opgenomen. Onbedoeld en zonder besluitvorming van de raad is de aanduiding 3 uit het ontwerpplan, in de vastgestelde versie gewijzigd naar 2. Er is in het proces van het ontwerpplan naar de vaststelling een fout gemaakt.

De reparatie wordt doorgevoerd op de verbeelding. De regels behoeven geen aanpassing. De aanpassing van de verbeelding ziet er als volgt uit:

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0005.jpg"

3. Adres: Het perceel gem. Rossum, sectie B, nr. 3417

Bestemming: Geen onderdeel van het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2016

Reparatie: Het perceel kadastraal aangeduid als gemeente Rossum, sectie B, nummer 3417 (gelegen ten westen van Maasdijk 15 te Rossum) ligt buiten het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' en buiten 'Rossum en Hurwenen'. De gemeenteraad heeft besloten dat dit perceel middels het reparatieplan weer onder de werking van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' komt te vallen.

De reparatie wordt doorgevoerd op de verbeelding. Het perceel krijgt de volgende (dubbel)bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding:

  • 'Agrarisch met waarden';
  • 'Verkeer;
  • 'Waterstaat - Rivierbed';
  • 'Waterstaat - Waterkering';
  • 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaard';
  • 'Waarde - Archeologie 3'
  • 'Waarde - Archeologie 5';
  • 'vrijwaringszone - dijk 1'.

De regels behoeven geen aanpassing. De aanpassing van de verbeelding ziet er als volgt uit:

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1257-VG01_0006.jpg"

4. Locatie: Ondergrondse hoogspanningsverbinding TenneT

Bestemming: Leiding - Hoogspanning 2

Reparatie: De zienswijze van TenneT (zie paragraaf 5.2.2 en Bijlage 3) gaat over het niet correct hebben verwerkt van de tracé van een ondergrondse hoogspanningsverbinding. De juiste tracébegrenzing volgt uit het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2017, 150 kV-kabelverbinding Zaltbommel - Wamel'. De tracé wordt correct opgenomen op de verbeelding van het Reparatieplan. Hiervoor is niet de aanduiding 'overige zone - reparatieplan' gebruikt, nu het gaat om een zeer kleine aanpassing, waarbij de loop van de tracé goed wordt opgenomen. De regels behoeven geen aanpassing.

2.2.2 Algemene aanpassingen

Artikel Bestemming / type regel Reparatie
Artikel 4.5.7 aanhef Agrarisch met waarden; Afwijken van de gebruiksregels Het lid bevat de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning af te wijken voor de omzetting naar een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een niet-grondgebonden veehouderij. Er wordt verwezen naar een afwijking van het bepaalde in lid 3.4. Dit is een verschrijving en moet zijn een afwijking van lid 4.1 (sub a en e).

De aanhef van het artikel 4.5.7 komt te luiden:

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.44.4 ten behoeve van de omzetting van een grondgebonden agrarisch bedrijf naar niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een niet-grondgebonden veehouderij, mits:
Bijlagen bij toelichting Bijlagen bij toelichting Per abuis ontbreken in de bijlagen van de toelichting bij het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' de onderbouwingen voor de ontwikkelingen op Drielse Veldweg 1 en Veilingweg 23 te Velddriel.

Beide bijlagen zijn als bijlage bij deze toelichting opgenomen.
Artikel 4.2.2 Agrarisch met waarden; Bouwregels Artikel 3.2.2 (Agrarisch) sub e luidt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wonen' uitsluitend de bestaande bedrijfsgebouwen zijn toegestaan. Per abuis is deze bouwregel voor de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wonen' binnen de bestemming Agrarisch met waarden niet opgenomen.

In artikel 4.2.2 (bouwregels gebouwen in Agrarisch met waarden) wordt daarom een nieuw sub e toegevoegd.

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
(...)
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wonen' zijn uitsluitend de bestaande bedrijfsgebouwen toegestaan.
Artikel 4.3.5 aanhef Agrarisch met waarden; Afwijken van de bouwregels Het lid bevat de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning af te wijken voor teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak. Er wordt verwezen naar een afwijking van het bepaalde in lid 3.2 sublid 3.2.3. Dit is een verschrijving en moet zijn een afwijking van lid 4.2 sublid 4.2.3 (sub h).

De aanhef van het artikel komt te luiden:

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.24.2 sublid 3.2.34.2.3ten behoeve van het realiseren van hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat uitsluitend de volgende voorzieningen toegestaan mogen worden:
Artikel 3.4.3


en

artikel 4.4.3
Agrarisch; Specifieke gebruiksregels

en

Agrarisch met waarden; Specifieke gebruiksregels

Artikel 3.4.3 sub c (Agrarisch) en artikel 4.4.3 sub c (Agrarisch met waarden) bevatten een bepaling over bescherming voor spuitzones en luiden in het vigerende plan als volgt:

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
(...)
c. het gebruik van gronden voor fruitteelt en boomgaarden binnen een afstand van 50 m tot (bedrijfs)woningen inclusief tuinen en erven, sport- en recreatievoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen, uitgezonderd voor zover:
1. het de vervanging van bestaande fruitteelt en boomgaarden betreft;
2. aangetoond is dat geen gebruik wordt gemaakt van gewasbestrijdingsmiddelen, dan wel indien gewasbestrijdingsmiddelen worden toegepast wordt voorzien in een windcirkel en gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen;

Het sublid bevat een ommissies De term gewasbestrijdingsmiddelen wordt gewijzigd in de term gewasbeschermingsmiddelen.

De twee artikelen behoeven nog een aanpassing. In de artikelen is een uitzondering op de 50 m opgenomen. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2020:3018) volgt dat in het algemeen een afstand van (minimaal) 50 m tussen gevoelige functies en agrarische bedrijvigheid waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt niet onredelijk wordt geacht. Het is mogelijk deze afstand te verkleinen, indien daaraan een deugdelijke motivering ten grondslag ligt. Die motivering moet gebaseerd zijn op een zorgvuldig op de locatie toegesneden onderzoek. De artikelen worden hierop aangepast.

Naar aanleiding van een zienswijze (zie paragraaf 5.2.2 en Bijlage 3) wordt ook het volgende aangepast in de artikelen. Uit de jurisprudentie blijkt dat het gaat om het aanhouden van een afstand tussen gevoelige functies en agrarische gronden waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Tegen deze achtergrond wordt in 3.4.3, sub c, en 4.4.3, sub c "tot (bedrijfs)woningen inclusief tuinen en erven, sport- en recreatievoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen" vervangen door 'gevoelige functies, zoals (bedrijfs)woningen'.

De vaste afstandsgrens van 50 meter, die de Afdeling in haar jurisprudentie als 'niet onredelijk' beschouwd, is in de praktijk met name van belang voor fruitboomgaarden, boomkwekerijen en boomgaarden omdat gewasbeschermingsmiddelen daarbij niet alleen neerwaarts worden gespoten ten behoeve van onkruidbescherming, maar ook zij- en opwaarts worden gespoten ten behoeve van de bestrijding van schimmels en plaagdieren. In geval van een zij- en opwaartse spuittechniek, leidt dit tot de meeste drift omdat het gewasbeschermingsmiddel door de hoogte via de lucht wordt verspreid. Derhalve wordt de zij- en opwaartse spuittechniek maatgevend geacht voor mogelijke gezondheidsrisico's. De regeling wordt als volgt aangepast: "het gebruik van gronden voor fruitteelt en boomgaarden binnen een afstand van 50 m" wordt vervangen door: 'het gebruik van agrarische gronden waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt met een zij- en opwaartse spuittechniek binnen een afstand van 50 m".

De verbeelding behoeft geen aanpassing. Artikel 3.4.3 sub c en artikel 4.4.3 sub c komen naar aanleiding van bovenstaande wijzigingen als volgt te luiden:

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
(...)
c. het gebruik van gronden voor fruitteelt en boomgaarden binnen een afstand van 50 m het gebruik van agrarische gronden waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt met een zij- en opwaartse spuittechniek binnen een afstand van 50 m tot (bedrijfs)woningen inclusief tuinen en erven, sport- en recreatievoorzieningen en maatschappelijke voorzieningengevoelige functies, zoals (bedrijfs)woningen, uitgezonderd voor zover:
1. het de vervanging vanbestaande fruitteelt en boomgaarden en de vervanging daarvan betreft;
2. aangetoond is dat geen gebruik wordt gemaakt van gewasbestrijdingsmiddelen gewasbeschermingsmiddelen, dan wel indien gewasbestrijdingsmiddelen worden toegepast wordt voorzien in een windcirkel en gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen.

Een nieuw artikellid 3.5.9 en 4.5.8 worden toegevoegd ten behoeve van het verkleinen van de 50 m.

3.5.9 / 4.5.8 Afwijken afstand fruitteelt en boomgaarden tot gevoelige functies
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.3/ 4.4.3 ten behoeve van het gebruik van gronden voor fruitteelt en boomgaarden binnen een afstand van 50 m tot gevoelige functies, mits uit onderzoek blijkt dat binnen die afstand:
1. de gewasbeschermingsmiddelen geen negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van gebruikers van gevoelige functies;
2. geen hinder is voor omliggende (bedrijfs)woningen en bedrijven.

Artikel 3

en

Artikel 4
Agrarisch

en

Agrarisch met waarden
In de bestemmingen Agrarisch (artikel 3.1 sub d jo. 3.2.2 sub a onder 2) en Agrarisch met waarden (artikel 4.1 sub e jo. 4.2.2 sub a onder 2) is geregeld dat uitsluitend bestaande niet-grondgebonden veehouderijen zijn toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet grondgebonden veehouderij'.

In de bestemmingen Agrarisch (artikel 3.4.3 sub g) en Agrarisch met waarden (artikel 4.4.3 sub l) is als strijdig gebruik opgenomen het gebruik van gronden voor het vestigen van een niet-grondgebonden veehouderij met geiten of pluimvee dan wel de omschakeling van een bestaande niet-grondgebonden veehouderij naar een niet-grondgebonden veehouderij met geiten of pluimvee. In artikel 3.5.7 en 4.5.6 zit een afwijkingsmogelijkheid voor het vestigen van een niet-grondgebonden veehouderij met geiten of pluimvee dan wel de omschakeling van een bestaande niet-grondgebonden veehouderij naar een niet-grondgebonden veehouderij met geiten of pluimvee, met dien verstande dat:
a. dit niet leidt tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat in omliggende woningen,
b. hierover vooraf advies is uitgebracht door de GGD Gelderland Zuid, of diens rechtsopvolger.

Bovenstaande gaat over nieuwvestiging. De gemeente wil dat bij bestaande niet-grondgebonden veehouderijen met geiten het aantal geiten niet zonder meer mag toenemen. Dit vanuit het oogpunt van de volksgezondheid.

In artikel 3.4.3 wordt een nieuw sub h en in 4.4.3 wordt een nieuw sub m toegevoegd:

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
h/m. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het uitbreiden van het aantal geiten op een bestaande geitenhouderij, waarbij het aantal geiten groter wordt dan overeenkomstig de toestemming op grond van de Wet natuurbescherming is toegestaan, dan wel het bestaande legaal aanwezige aantal geiten, indien deze toestemming ontbreekt. Dit verbod geldt niet voor op het eigen bedrijf geboren geitenlammeren tot een leeftijd van 60 dagen, mits het vergunde, dan wel gemelde aantal geiten van 61 dagen en ouder niet groeit ten opzichte van het aantal legaal gehouden aantal geiten van 61 dagen en ouder.

Ook wordt een afwijking hiervan opgenomen in een nieuw artikellid 3.5.10 en een nieuw artikellid 4.5.9:

Uitbreiding aantal geiten bij bestaande geitenhouderij
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.3 sub h/4.4.3 sub m teneinde de uitbreiding van het aantal geiten op een bestaande geitenhouderij toe te staan, mits:
a. uit onderzoek in voldoende mate is gebleken dat risico's voor de gezondheid van personen die verblijven in nabij gelegen functies, redelijkerwijs zijn uit te sluiten;
b. er geen hinder is voor omliggende (bedrijfs)woningen en bedrijven;
c. het bepaalde omtrent stikstof in artikel 3.4.4/4.4.4 in acht wordt genomen.
Artikel 42.2 Algemene wijzigingsregels Het lid bevat een wijzigingsbevoegdheid voor functieverandering in lijn met de 'Handreiking hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied'. Het college is bevoegd de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' onder een aantal voorwaarden te wijzigen ten behoeve van de functies die zijn genoemd in het 'Handreiking hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied' of haar rechtsopvolger.

Deze mogelijkheid bestaat nu enkel voor de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden'. De gemeente vindt dat alle bestemmingen van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' moeten kunnen worden gewijzigd naar functies en bestemmingen uit de 'Handreiking hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied' (mits wordt voldaan aan de Handreiking en de voorwaarden genoemd in artikel 42.2).

De aanhef van het artikel komt te luiden:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden'te wijzigen ten behoeve van de functies die zijn genoemd in het 'Handreiking hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied' of haar rechtsopvolger, met dien verstande dat:
Artikel 3.5.8, aanhef Agrarisch; Afwijken van de gebruiksregels Het lid bevat de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning af te wijken voor de omzetting naar een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een niet-grondgebonden veehouderij. Er wordt verwezen naar een afwijking van het bepaalde in lid 3.4. Dit is een verschrijving en moet zijn een afwijking van lid 3.1.

De aanhef van het artikel 3.5.8 komt te luiden:

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 3.1 ten behoeve van de omzetting van een grondgebonden agrarisch bedrijf naar niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een niet-grondgebonden veehouderij, mits:
Artikel 4.5.1, sub a aanhef Agrarisch met waarden; Afwijken van de gebruiksregels Het lid bevat de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning af te wijken ten behoeve van nevenactiviteiten. Er wordt verwezen naar een afwijking van het bepaalde in lid 4.1. Hier wordt voor de volledigheid aan toegevoegd: lid 4.1, sublid 4.4.1.

De aanhef van het artikel 4.5.1 sub a komt te luiden:

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, sublid 4.4.1 ten behoeve van het toestaan van nevenactiviteiten bij een actief volwaardig agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:

Hoofdstuk 3 Uitvoeringsaspecten

Gezien de aard van het reparatieplan is de toetsing van de omgevingsaspecten zoals geluidhinder, luchtkwaliteit, bodem, milieuzonering, externe veiligheid, archeologie en cultuurhistorie, ecologie, m.e.r. en water etc. niet noodzakelijk. Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het in 2019 vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied herziening 2016’. De zaken die door middel van dit plan worden gerepareerd, zijn over het algemeen van beperkte omvang en van ondergeschikte aard. Er worden onder andere ommissies hersteld. Het bestemmingsplan vormt in ruimtelijk-functionele zin aldus een dusdanig beperkte wijziging dat nadere onderzoeken of motivering nodig zijn. Er zullen geen onevenredige ruimtelijke effecten optreden waardoor belangen van derden worden aangetast. Een verwijzing naar de milieuaspecten in de toelichting van het vastgestelde moederplan volstaat dan ook.

Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet

4.1 Inleiding

Een bestemmingsplan is een planologische regeling die zowel de burger als de overheid rechtstreeks bindt. De regels en verbeelding dienen als één geheel te worden beschouwd en kunnen niet los van elkaar worden gezien.
De toelichting op de regels en verbeelding is niet juridisch bindend, maar biedt wel inzicht in de belangenafweging die tot de aanwijzing van bestemmingen heeft geleid en kan bovendien dienst doen bij de interpretatie van de keuzes voor dit bestemmingsplan. Om inzicht te geven in de juridische opzet, zijn hierna de systematiek en de opbouw van het bestemmingsplan toegelicht.


Eerst wordt ingegaan op de systematiek van voorliggend reparatieplan. Vervolgens wordt de juridische planopzet van het voorgaande bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' (d.d. 2019) weergegeven. Immers, deze plansystematiek blijft in tact en de regels en verbeelding gaan voor de locaties die niet worden herzien (gerepareerd) ongewijzigd één-op-één over.

4.2 Reparatieplan

Dit bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan ‘Buitengebied herziening 2016’ (d.d. 26 juni 2019).

Op de verbeelding is het hele grondgebied van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' (d.d. 2019) overgenomen. Daar waar een locatie wordt herzien op de verbeelding en/of in de planregels, is op de verbeelding de aanduiding 'overige zone - reparatieplan' opgenomen. Deze zone is in artikel 44.3 van de planregels opgenomen. Zo is op de verbeelding te zien voor welke locaties voorliggend reparatieplan een wijziging doorvoert. Alle overige locaties blijven ongewijzigd ten opzichte van het plan 'Buitengebied herziening 2016' (d.d. 2019). De regels en verbeelding zijn voor deze locaties één-op-één overgenomen en maken nadrukkelijk geen onderdeel uit van dit reparatieplan.


In de regels is middels een vetgedrukte arcering (toevoegingof doorhaling) weergegeven wat is gewijzigd ten opzichte van het plan 'Buitengebied herziening 2016' (d.d. 26 juni 2019).

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Voorliggend bestemmingsplan betreft hoofdzakelijk het planologisch vastleggen van de bestaande situatie. De aanpassingen die in de herziening worden gedaan op het bestemmingsplan ‘Buitengebied herziening 2016’ (d.d. 26 juni 2019) hebben vrijwel allen betrekking op het herstellen van omissies en het vastleggen van feitelijk bestaande situaties of ontwikkelingsmogelijkheden die reeds middels eerdere planologische herzieningen waren vastgelegd.

Op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) rust op de gemeente de verplichting tot het verhaal van kosten die tot de grondexploitatie behoren indien het bestemmingsplan een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) mogelijk maakt. De doorgevoerde wijzigingen hebben hier geen betrekking op. De mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen zijn in dit plan beperkt en zijn van dusdanige aard dat beperkt gemeenschapsgelden moeten worden aangesproken.

Voor de gemeente brengt de ontwikkeling van dit bestemmingsplan daarom alleen plankosten met zich mee. Deze kosten worden betaald uit de algemene middelen.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

5.2.1 Inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Omdat de ontwikkelingen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt slechts een beperkte invloed op de omgeving heeft, heeft de gemeente geen gelegenheid geboden om een inspraakreactie op het bestemmingsplan in te dienen.

Om dezelfde reden is geen overleg gepleegd met de provincie of het waterschap.

5.2.2 Zienswijzen

In de periode van 30 juni tot en met 10 augustus 2022 heeft het ontwerp-bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegen in het gemeentehuis van Maasdriel. Het ontwerp-bestemmingsplan was ook te vinden op de website van de gemeente Maasdriel en op de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Publicatie van deze terinzagelegging heeft plaatsgevonden in het Gemeenteblad en in het huis-aan-huisblad Bommelerwaardgids.

Gedurende deze periode heeft iedereen de mogelijkheid gehad om een zienswijze in te dienen. Er zijn een aantal zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn opgenomen, behandeld en beantwoord in de Nota zienswijzen, zoals opgenomen als Bijlage 3. Per zienswijze is ook aangegeven of deze tot aanpassing van het plan heeft geleid. Waar dit het geval is, zijn de toelichting, verbeelding en/of regels aangepast.

De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan vastgesteld op 13 oktober 2022. Hierbij zat één amendement. Ten aanzien van zienswijze nummer 4.1 (“Bebouwde oppervlakte Drielse Veldweg 15, Velddriel”) wordt besloten de Nota zienswijzen niet te volgen. De raad besluit tot een zodanig gewijzigde vaststelling dat de bebouwde oppervlakte die nu is opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied 2016 (1.300 m2), wordt gewijzigd naar 1.610 m2. Dit is gewijzigd in de planregels.

Bijlage 1 Landschapsinrichtingsplan Zandweg 6 Ammerzoden

Bijlage 1 Landschapsinrichtingsplan Zandweg 6 Ammerzoden

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bestemming Bedrijventerrein

Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten - bestemming Bedrijventerrein

Bijlage 4 Toelichting Bij Het Besluit Tot Aanwijzing Van Het Beschermd Dorpsgezicht

Bijlage 4 Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht

Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Drielseweg 21 Te Hedel

Bijlage 5 Akoestisch onderzoek Drielseweg 21 te Hedel

Bijlage 6 Beplantings- En Inpassingsplan Veerweg 1c

Bijlage 6 Beplantings- en inpassingsplan Veerweg 1c

Bijlage 7 Overzicht Vergunningen Wet Natuurbescherming

Bijlage 7 Overzicht vergunningen Wet natuurbescherming

Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Drielse Veldweg 1

Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Drielse Veldweg 1

Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Veilingweg 23

Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing Veilingweg 23

Bijlage 3 Nota Zienswijzen

Bijlage 3 Nota zienswijzen