het bestemmingsplanEierhandel, Gezellenstraat 25 van de gemeente Nijkerk;

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0267.BP00002-0004met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;

bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;

het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;

de grens van een bestemmingsvlak;

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

de grens van een bouwvlak;

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

een grens van een bouwperceel;

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;

de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

het deel van het bouwblok uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw;

vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap;

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;

1. a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;
2. b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage behorende bedrijvenlijst onder de categorieën 1, 2 en 3 alsmede voor bedrijven welke op tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan binnen de op de aangewezen gronden bestaan;
2. b. handelsbedrijven met uitzondering van detailhandelsbedrijven;
3. c. kantoren;
4. d. parkeren;
5. e. met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en erven.

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.1 en toestaan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

1. a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 50 m² bedraagt;
2. b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 3 meter bedraagt;
3. c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
   1. 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
   2. 2. de verkeersveiligheid;
   3. 3. de sociale veiligheid;
   4. 4. de milieusituatie;
   5. 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wegen, straten en paden;
2. b. voet- en rijwielpaden;
3. c. groenvoorzieningen, bermen en watergangen;
4. d. parkeervoorzieningen;
5. e. fietsenstallingen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke.

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

1. a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
4. d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
5. e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
6. f. de ruimte tussen bouwwerken.

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
2. b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
3. c. de bestemmingsbepalingen voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1 met maximaal 10%.

Lid 8.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

Indien het gebruik, bedoeld in lid 8.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Lid 8.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplanEierhandel, Gezellenstraat 25.

Aanleiding voor het opstellen van dit bestemmingsplan is het verzoek om medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het bedrijf 'Eierhandel Guliker' aan de Gezellenstraat 25 te Nijkerk. De uitbreiding zal aan de Noordkant van het gebouw worden gerealiseerd en een oppervlakte hebben van 2.900 m^2. De uitbreiding komt tegen het oorspronkelijke gebouw aan te liggen. Om de uitbreiding te realiseren zal de weg die er ligt verlegd worden. De gemeente staat positief tegenover de plannen voor uitbreiding. Omdat de uitbreiding in strijd is met drie bestemmingsplannen moet de procedure voor een planherziening moeten worden doorlopen op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening.

Het bedrijf 'Eierhandel Guliker' ligt omgeven door de Berencamperweg, de Patroonstraat, de Gildenstraat, de Meesterstraat en de Handelsstraat. Het pand ligt op de rand van het bedrijventerrein Arkervaart-Oost en op de rand van het gebied 'De Smidspol'.

Het gebied 'De Smidspol' zal in de toekomst ontwikkeld worden als bedrijventerrein. Het bedrijf 'Eierhandel Guliker' zal bij dit gebied worden getrokken. Het gebied 'De Smidspol' beslaat ongeveer 8 hectare en ligt op grondgebied van de gemeente Putten en Nijkerk. Het gebied ligt aangrenzend aan de A28.

Het uitbreidingsplan van het bedrijf 'Eierhandel Guliker' is in strijd met drie bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 1975', Arkervaart-Oost' en ' Bedrijventerrein De Smidspol'. De gronden, waar de uitbreiding van het bedrijf 'Eierhandel Guliker' komt, hebben de bestemming 'bedrijfsdoeleinden', 'openbaar groen plantsoen', 'berm en beplanting' en ' verkeersdoeleinden'.

Het bedrijf 'Eierhandel Guliker' ligt nu op de rand van het bedrijventerrein 'Arkervaart-Oost'. Aan de noordkant van het gebouw ligt een braakliggend stuk grond. Aan de noord-oost kant van het perceel ligt de Harderbergerweg. Dit is een doodlopende weg geworden richting het gebied de Smidspol. Langs deze weg loopt een sloot die weinig of geen betekenis meer heeft.

Het provinciaal beleid is neergelegd in het streekplan 2005. De uitbreidingsplannen anticiperen om de toekomstige bestemming genoemd in het streekplan.

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van Nijkerk is neergelegd in het structuurplan 'Nijkerk- Nijkerkerveen 2001', waarin de toekomstige ontwikkeling van de kernen Nijkerk en Nijkerkerveen is weergegeven. Dit structuurplan is vastgesteld op 20 december 2001. De locatie Smidspol is voor zover gelegen op het grondgebied van de gemeente Nijkerk, op de structuurplankaart aangeduid als bestaand bedrijventerrein. De uitbreiding van de Eierhandel Guliker past binnen deze ontwikkeling. Daarom kan nu ook medewerking verleend worden.

het bedrijfspand van Eierhandel Guliker zal na aanbouw van het nieuwe gedeelte een totale oppervlakte hebben van 12463 m² . Het nieuwe gedeelte zal een oppervlakte hebben van 2920 m². Het gebouw zal 10,47 meter hoog zijn. Er zullen 79 parkeerplaatsen gerealiseerd worden verspreid aan alle kanten van het gebouw. Om de uitbreiding mogelijk te maken zal aan de noord-oostzijde de Harderbergerweg worden verlegd. De bocht die er nu inzit zal er uitgaan. De sloot die er ligt zal worden gedempt.

Bij uitbreiding van het bedrijventerrein 'De Smidspol' moet worden aangetoond dat de uitbreiding geen negatieve invloed heeft op de waterhuishouding van het gehele gebied. In eerste instantie moet hierbij gedacht worden aan extra waterberging ter compensatie van de toename van het verharde oppervlak van de eierhandel en het dempen van de watergang. Voor dit laatste geldt bovendien dat de waterafvoer van de bestaande watergang gegarandeerd moet worden, hierbij is het aanleggen van een duiker onder het nieuwe gedeelte van de eierhandel niet toegestaan.

Aan de noordkant van het plangebied is een onderbemaling aanwezig, Hierdoor worden ter plaatse van de bestaande bebouwing te hoge (grond) waterstanden voorkomen. Deze onderbemaling mag niet worden opgeheven. Bovendien is het niet mogelijk om het hemelwater van het nieuwe verharde oppervlak te lozen op het watersysteem van de onderbemaling, de pomp van de onderbemaling is hier niet op berekend.

Door het Waterschap Vallei & Eem wordt nog gewezen op de volgende aandachtspunten:

• de initiatiefnemer wordt gevraagd om duurzame bouwmaterialen te gebruiken om het uitspoelen van bijvoorbeeld zware materialen tegen te gaan;
• bij nieuwbouw is het uitgangspunt dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd;
• bij alle wijzigingen in de waterhuishouding is ontheffing van de Keur vereist.

De maatregelen die genomen moeten worden zijn:

• een gescheiden stelsel;
• afvoer verhard oppervlak naar oppervlaktewater:
• een extra waterberging creëren ter compensatie;
• garanderen afvoer waterhuishouding van het gebied.

Er is geen exploitatie plan nodig voor dit plangebied. Het gebied is in eigendom van een ontwikkelaar. De kosten voor het omleggen van wegen komt voor rekening van de projectontwikkelaar van het gebied. De plankosten worden gedekt door de leges. De gemeenteraad zal te zijner tijd besluiten expliciet geen exploitatieplan vast te stellen.

Het voorliggende bestemmingsplan kent de bestemmingen 'bedrijf' en 'verkeer'. Binnen de bestemming 'bedrijf' zijn bedrijven toegestaan tot een categorie 3 zoals terug te vinden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgesteld door de VNG in de uitgave 'bedrijven en milieuzonering'.

Het parkeren moet binnen de bestemming 'bedrijf' gerealiseerd worden. Het aantal benodigde parkeerplaatsen is berekend aan de hand van de CROW richtlijnen.

Wanneer een bedrijf niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt, maar wel vergelijkbaar is met een ander type bedrijf, is voor een dergelijk bedrijf onder voorwaarden ontheffing mogelijk. Ook als een bedrijf voorkomt in een hogere categorie dan toegelaten, is het mogelijk vrijstelling hiervoor te verlenen mits het bedrijf aantoont dat de activiteiten wat hinder aard en omvang betreft toelaatbaar is op de gewenste locatie en geen grotere en/ of onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu. Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.4 van het inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer zijn niet toegelaten op dit bedrijventerrein.

Voor het bestemmingsplan 'De Smidspol' zijn recentelijk (2007) nog de benodigde onderzoeken uitgevoerd. Hieronder wordt nog kort op deze onderzoeken ingegaan. Voor de volledigheid van deze onderzoeken wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'De Smidspol' welke op 4 oktober 2007 door de raad van de gemeente Nijkerk is vastgesteld en goedgekeurd is door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland op 8 januari 2008. Deze onderzoeken staan de uitbreiding van het bedrijf 'Eierhandel Guliker' niet in de weg. Er zijn wel recentere resultaten van het bodem onderzoek. Hier zal allereerst op ingegaan worden.

Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd door van Hoogveld Milieutechniek op 17 november 2009. De beoordeling van dit onderzoek wordt hieronder beschreven.

Er loopt een slootje langs de weg aan de oostkant, waarop gebouwd gaat worden. De kwaliteit van het slib en de slootbodem is niet onderzocht. Wel is direct naast de sloot een boring gezet. Hoewel de kwaliteit van de slootbodem niet bekend is, wordt verwacht dat er niet een ernstige verontreiniging aanwezig is. Wel moet rekening gehouden worden met extra onderzoek als de slootbodem moet worden afgevoerd, vanwege grondverbetering. Dit moet bij de vergunningverlening als reactie meegenomen worden. Bij de verdere resultaten van het onderzoek zijn in de bovengrond geen verhoogde gehaltes aangetroffen. Ditzelfde geldt voor de ondergrond. In het grondwater is het gehalte aan barium licht verhoogd.

Conclusie is dat het bodemonderzoek geen belemmering vormt voor de realisatie van de bouwplannen.

Bij de voorwaarden voor de bouwvergunning moet wel worden opgenomen dat nog voor de eventueel af te voeren van grond een depot onderzoek uitgevoerd moet worden.

Door SAB is in oktober 2004 een adviesrapport Flora en Fauna opgesteld.

Bij de ontwikkeling van het plangebied van agrarisch naar bedrijventerrein dient rekening gehouden te worden met de effecten op de beschermde diersoorten. Fysiek gaat er een stuk leefgebied verloren bij de uitbreiding van het bedrijf Eierhandel Guliker.

Voor de lichtste beschermingsregime geldt dat de gunstigste staat van instandhouding niet in gevaar zal komen. Voor deze soorten zal geen ontheffing aangevraagd hoeven te worden. Op basis van de algemene vrijstelling mogen ruimtelijke ingrepen worden uitgevoerd die tot effect hebben dat de verblijfplaatsen van deze soorten worden aangetast zonder dat daar procedurele consequenties aan verbonden zijn.

Onder het zwaarste beschermingregime vallen vleermuizen. Naast bescherming van de Flora- en Faunawet geldt voor deze soorten ook de Habitatrichtlijn. Aantasting van hun leefgebied is niet zonder meer mogelijk. Binnen het plangebied van het bestemmingsplan 'Smidspol' is er sprake van vaste verblijfplaatsen in bomen en een oude boerderij. Dit heeft echter niet zo zeer betrekking op de gronden voor de uitbreiding van de 'eierhandel Guliker'. Wat betreft de functie van het gebied als foerageerterrein voor vleermuizen geldt dat de functie mogelijk wel gereduceerd wordt, maar ook een bedrijventerrein kan als foerageergebied dienen. Zeker als rondom het terrein ruime groenvoorzieningen wordt gerealiseerd.

In het broedseizoen van vogels (half maart tot half juli) mogen de vegetatie, bosjes en opstallen in het plangebied niet worden verwijderd. Werkzaamheden tijdens deze periode zouden leiden tot directe verstoring van broedvogels en het broedsucces.

Op basis van de zorgplicht volgens artikel 2 van de Flora- en Faunawet dient bij de uitvoering van werkzaamheden voldoende zorg in acht te worden genomen voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Dit houdt in dat bij het uitvoeren van werkzaamheden altijd rekening moet worden gehouden met aanwezige planten en dieren.

Bovenstaande is van toepassing op het bestemmingsplan 'Smidspol'. De gronden voor de uitbreiding van het bedrijf 'eierhandel Guliker' vormt een klein onderdeel van dit gebied. Niet te verwachten is dat er veranderingen zijn opgetreden na vaststelling van het bestemmingsplan 'Smidspol'.

Op de Indicatieve kaart Archeologische Waarden (IKAW) zoals deze eind 1998 door de provincie aan de gemeente is toegestuurd, heeft het plangebied de aanduiding 'midden'. Dit duidt erop dat de verwachtingskans op aanwezigheid van archeologische waarden 'midden groot' is. Er zijn geen terreinen van archeologische betekenis of terreinen van archeologische waarden in het plangebied volgens de Archeologische Monumentenkaart.

Door RAAP is Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) uitgevoerd voor de totstandkoming van het bestemmingsplan 'Smidspol'. Tijdens het onderzoek zijn in het plangebied geen concrete aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten aangetroffen. Er worden geen aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan. Wel wordt opgemerkt, dat bij iedere gravende activiteit het aantreffen van toevalsvondsten niet kan worden uitgesloten. Indien hiervan sprake mocht zijn, dan dient de overheid hiervan op de hoogte gesteld te worden in het kader van de meldingsplicht (Monumentenwet).

Het Besluit luchtkwaliteit 2005, bevat normen voor stoffen als stikstofdioxine (NO₂), fijn stof (PM₁₀) Benzeen (C₆ H_6), Zwaveldioxide (SO₂₎ en koolmonoxide (CO). De grenswaarden voor deze stoffen moeten in acht worden genomen. Grenswaarden geven het niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn geheel, binnen een bepaalde termijn bereikt moet worden. Het onderzoek is gericht op de situatie in 2006, 2010 en 2016. het onderzoek is verricht met het CAR II, versie 4.0.

Bedrijven die de luchtkwaliteit nadelig beïnvloeden zijn in het bestemmingsplan uitgesloten. Ook in de omgeving bevinden zich geen bedrijven die, naast de bijdrage als gevolg van wegverkeer, de luchtkwaliteit noemenswaardig beïnvloedt.

Conclusie van het onderzoek is dat de realisatie van nieuwbouw voldoet aan de eisen gesteld in het Besluit luchtkwaliteit 2005.

Vanwege de afronding van het bedrijventerrein Arkervaart-Oost met het bedrijventerrein 'Smidspol' is een akoestisch onderzoek uitgevoerd ter actualisering van deze zone. Hieruit blijkt dat de 50 dB contour buiten het plangebied ligt en daarmee dus ook buiten het plangebied van dit onderhavige bestemmingsplan.

De bedrijvenlijst zoals genoemd in artikel 3.1 van deze regels.