herziening De Smidspol
Bestemmingsplan - gemeente Nijkerk
Onherroepelijk op 31-01-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan herziening De Smidspol van de gemeenteNijkerk;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0267.BP0035-0004 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 ander-werk:
alle fysieke ingrepen in de ruimte die niet met bouwen te maken hebben en welke geen (reguliere) onderhoudswerkzaamheden zijn;
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
1.6 bebouwingspercentage:
een in de regels dan wel op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.7 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.8 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.9 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon die functioneel verbonden is met het bedrijf en wiens huisvesting gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ter plekke noodzakelijk is;
1.10 bedrijfsvloeroppervlakte:
het totale vloeroppervlak van een bedrijf, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen, kantoren en andere dienstruimten;
1.11 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.12 Bevi-inrichting:
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.13 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.14 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.15 bouwmarkt:
een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf in bouw- en doe-het-zelf producten waarop een volledig of nagenoeg geheel assortiment aan bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden;
1.16 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.17 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
1.18 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.19 consumentenvuurwerk:
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
1.20 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
1.21 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.22 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.23 horeca(bedrijf):
horeca die tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren, eenvoudige maaltijden en niet- of zwak-alcoholische dranken, zoals een restaurant, cafetaria, lunchroom, broodjeszaak, koffiebar, ijssalon, patisserie of traiteur en valt onder de SBI-code 561 of daaraan gelijk te stellen is;
1.24 internetdetailhandel:
detailhandel waarbij het te koop aanbieden van goederen plaatsvindt via het internet en waarbij op locatie uitsluitend de opslag, distributie en/of het afhalen van goederen plaatsvindt, waarbij op locatie geen sprake is van een toonzaalfunctie en waarbij de baliefunctie niet meer dan 50 m2 beslaat;
1.25 kantoor:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.26 nadere eis:
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.27 perceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.28 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; - b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; - c. indien in of op het water wordt gebouwd:
het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;
1.29 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.30 professioneel vuurwerk:
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;
1.31 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.32 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de Staat van bedrijfsactiviteitendie van deze regels onderdeel uitmaakt;
1.33 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.34 volumineuze detailhandel:
detailhandel in auto's, boten, caravans, tuinartikelen, meubels, grove bouwmaterialen, machines ten behoeve van bedrijven en landbouwmachines, alsmede ten behoeve van een tuincentrum;
1.35 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
1.36 vuurwerkbedrijf:
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;
1.37 Wgh-inrichting:
een inrichting die krachtens artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
1.38 wijziging:
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.39 woning:
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en andere uitstekende delen van ondergeschikte aard buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', voor bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbijbehorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 100 m;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1', voor bedrijven tot en met categorie 4.1 van de Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbijbehorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 200 m;
- c. de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'representatieve zone' minimaal 0,2 ha en maximaal 0,25 ha, met dien verstande dat de breedte van de naar de openbare weg gekeerde gevel van het gebouw minimaal 15 m bedraagt;
alsmede:
- d. volumineuze detailhandelsbedrijven;
- e. verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG
- f. kantoren welke een ondergeschikt onderdeel uitmaken van een op hetzelfde bouwperceel gevestigde bedrijf, die onlosmakelijk zijn verbonden aan dat bedrijf en die noodzakelijk zijn in het kader van de normale bedrijfsvoering van dat bijbehorende bedrijf;
met daarbij behorende:
- g. gebouwen (ondergronds/bovengronds):
- h. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
- i. tuinen:
- j. erven;
- k. terreinen;
- l. wegen en paden;
- m. wateren;
- n. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- o. geluidschermen;
- p. groenvoorzieningen;
- q. nutsvoorzieningen;
- r. parkeervoorzieningen (ondergronds/bovengronds);
met dien verstande dat:
- s. detailhandel, anders dan bedoeld in 3.1onder d ene, isniet toegestaan;
- t. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- u. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- v. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- w. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van de in 3.1, onder c, voorgeschreven maximale oppervlakte van een bouwperceel tot een maximale 0,5 hectare, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. het te vestigen bedrijf sociaal economisch gebonden is aan Nijkerk of aan Putten en/of directe omringende regio, en/of het te vestigen bedrijf zijn afzet en/of verzorgingsgebied hoofdzakelijk in Nijkerk of Putten en/of de direct omringende regio van Nijkerk heeft;
- b. en het bouwperceel voor niet meer dan 80% wordt bebouwd;
- c. en een groter bouwperceel noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering;
- d. en het bedrijf geen onevenredige verkeers- en/of parkeerbelasting met zich meebrengt.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. reclamemast, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast';
met daarbij behorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- d. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
- e. oeververbindingen;
- f. taluds;
- g. speelvoorzieningen;
- h. paden en verhardingen;
- i. water;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. voorwerpen van beeldende kunst en dergelijke, en
- l. parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
6.1 Strijdig gebruik
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
- a. het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
6.2 Parkeernormen
De inrichting van de gronden dient zodanig plaats te vinden dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen zoals weergegeven in Bijlage 2 Parkeernormen.
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
7.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels
8.1 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Algemene Procedureregels
9.1 Nadere eisen
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- a. het voornemen ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 10 Overige Regels
10.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen , en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.
11.2 Omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
11.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.4 Gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
11.5 Strijdig gebruik
- a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 11.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- b. Indien het gebruik, bedoeld in 11.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
11.6 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Het bepaalde in 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanherziening De Smidspol.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op het bedrijventerrein De Smidspol. Het bedrijventerrein ligt binnen de gemeenten Nijkerk en Putten. Voor het gebied geldt het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Smidspol'. Dit bestemmingsplan is zowel door de raad van de gemeente Nijkerk als die van de gemeente Putten op 4 oktober 2007 als één bestemmingsplan vastgesteld.
Aan het bestemmingsplan heeft destijds een stedenbouwkundig ontwerp ten grondslag gelegen. Deze verkaveling is beperkt in het geldende bestemmingsplan vastgelegd.
Op dit moment zijn er concrete plannen voor de vestiging van een fastfood-restaurant in combinatie met een onbemand benzineverkooppunt (zonder LPG) op het bedrijventerrein evenals een reclamemast. De beoogde locatie van de nieuwe horecavestiging en de reclamemast is op basis van het geldende bestemmingsplan niet mogelijk. De vestiging van het onbemande benzineverkooppunt is toegestaan binnen de vigerende regeling.
Daarnaast wil een tuinmeubelzaak zich vestigen op het bedrijventerrein. Dit was vanwege de geurzone die over het bedrijventerrein ligt niet mogelijk. Door gewijzigd beleid van de gemeente Nijkerk is dit nu mogelijk.
Om de geplande realisatie mogelijk te maken dient het bestemmingsplan partieel te worden herzien. Daarbij is sprake van twee herzieningen. De nieuwe locatie van het fastfood-restaurant ligt in de gemeente Putten, de reclamemast en het verwijderen van de geurzone van de plankaart in de gemeente Nijkerk.
Omdat het bedrijventerrein binnen twee gemeenten ligt dienen twee separate plannen te worden opgesteld. Dit plan bevat voor wat betreft de regels en de verbeelding uitsluitend de antennemast en de verwijdering van de aanduiding horeca en geurzone. Deze liggen binnen de gemeente Nijkerk. |
Voor de horecavestiging wordt de bestemmingsplanprocedure in de gemeente Putten doorlopen. Dit plan zal separaat ter inzage gaan.
Omdat het echter gaat om een intergrale ontwikkeling van het bedrijventerrein gaat deze toelichting in op het geheel, dus ook de verplaatsing van de horeca vestiging.
1.2 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het bestemmingsplan 'herziening De Smidspol' bestaat uit de volgende stukken:
- verbeelding, schaal 1:1.000:
voor de gemeente Nijkerk tek. nr. NL.IMRO.0267.BP0035-0004; - planregels.
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan en moeten samen "gelezen" worden. Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden en opstallen aangegeven.
Aan deze bestemmingen zijn regels en bepalingen gekoppeld teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek dat aan het bestemmingsplan vooraf is gegaan. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
1.3 Situering Van Het Plangebied
Het bedrijventerrein De Smidspol ligt direct aan de A28 bij de afslag 9 naar Nijkerk. Het bedrijventerrein grenst aan de Berencamperweg.
Afbeelding - ligging en begrenzing plangebied gemeente Nijkerk (rode lijn is gemeentegrens)
Zoals uit bovenstaande afbeelding blijkt bestaat het plangebied uit een drietal kleine deelgebieden.
1.4 Geldend Bestemmingsplan
Ter plaatse van de geplande horecavestiging geldt het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Smidspol' (vastgesteld op 4 oktober 2007).
Daarbij wordt opgemerkt dat in de gemeente Nijkerk voor het gehele bedrijventerrein, waaronder een deel van bedrijventerrein De Smidspol, een nieuw integraal bestemmingsplan 'Bedrijventerrein-1' in voorbereiding is, deze ligt vanaf 26 januari 2012 als ontwerp ter inzage.
1.5 Nieuwe Plannen
Hoewel voor het plangebied al enige tijd een bedrijvenbestemming geldt, zijn de gronden nog niet als bedrijventerrein in gebruik genomen.
In het geldende bestemmingsplan bedrijventerrein De Smidspol is een nieuwe horecavestiging mogelijk gemaakt. Deze locatie is op de geldende verbeelding/plankaart specifiek aangegeven ter hoogte van de Hardenbergerweg op Nijkerks grondgebied.
Op dit moment is er een serieuze gegadigde om op het bedrijventerrein De Smidspol een fastfood-restaurant, in combinatie met een onbemand benzineverkooppunt (zonder LPG), te realiseren. Voor beide functies is een zichtlocatie vanaf de Berencamperweg echter noodzakelijk. In overleg met de initiatiefnemers is een nieuwe, betere vestigingslocatie gevonden noordelijker langs de Berencamperweg op Puttens grondgebied. Met de nieuwe locatie is door de gemeente Putten ingestemd.
Tot slot wordt langs de rijksweg A28 een reclamemast gerealiseerd van 30 m hoog.
![]() |
Afbeelding - nieuwe situering horecavestiging en onbemand tankstation (zonder LPG)
Ter hoogte van de nieuwe vestigingslocatie bevond zich het woonhuis van het voormalige agrarische bedrijf Hardenbergerweg 20. De aanwezige bebouwing is inmiddels gesloopt. In het geldende bestemmingsplan is echter het woonhuis wegens vermeende architectonische, cultuurhistorische en monumentale waarden nog beschermd met de aanduiding 'waardevolle bebouwing'.
Daarnaast zijn er plannen voor het verplaatsen van een tuinmeubelzaak naar het bedrijventerrein. Omdat het gedeelte van het bedrijf waar zich langere tijd personeel bevindt wordt beschouwd als een 'geurgevoelig object' is vestiging binnen de geurcontour van het vigerend bestemmingsplan niet mogelijk. De gemeente Nijkerk stelt op 16 februari een geurverordening vast waardoor vestiging binnen de geurcontour acceptabel is.
Wijziging van het geldende bestemmingsplan (2007)
Om op de nieuwe locatie een fastfood-restaurant mogelijk te maken dient de horeca-aanduiding te worden verplaatst. Ook dient de aanduiding 'waardevolle bebouwing' te komen te vervallen.
In de regels van het geldende bestemmingsplan is een verplaatsing van de aanduiding 'horeca toegestaan' niet mogelijk gemaakt, dit geldt ook voor het verwijderen van de aanduiding 'waardevolle bebouwing'. In de bestaande groenbestemming is de realisatie van een reclamemast van 30 m niet mogelijk.
De geurzone wordt van de plankaart verwijderd voor zover deze binnen het plangebied van de gemeente Nijkerk valt.
Door middel van de voorliggende partiële herziening van het geldende bestemmingsplan kunnen de gewenste ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
Omdat sprake is van een recent bestemmingsplan De Smidspol wordt wat betreft het beleidskader kortheidshalve verwezen naar de toelichting van het geldende bestemmingsplan.
De voorliggende partiële herziening betreft bovendien een ondergeschikte wijziging ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waarbij de feitelijke bestemmingen in tact blijven.
In de diverse beleidsnotities worden geen specifieke uitspraken gedaan die relevant zijn voor de voorgestelde partiële herziening.
Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden
3.1 Vormvrije Mer-beoordeling
De ontwikkeling, zijnde het verplaatsen van een horecafunctie en de oprichting van de reclamemast, is geen activiteit die genoemd is in de D-lijst van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Er is daarom geen sprake van enige drempelwaarden waarboven de activiteit mer-beoordelingsplichtig zou zijn. Een vormvrije mer-beoordeling is zodoende op grond van het Besluit mer ook niet noodzakelijk. De te verwachten effecten van de activiteit zijn daarbij dusdanig verwaarloosbaar dat de activiteit zelfstandig eveneens geen aanleiding geeft voor een vormvrije mer-beoordeling.
3.2 Water
In het kader van de nieuwe ontwikkelingen op het bedrijventerrein De Smidspol is overleg geweest met het Waterschap Vallei & Eem:
- de nieuwe locatie van de horecavestiging heeft geen negatieve gevolgen ten opzichte van het geldende plan:
- gebouwen worden voorbereid op het afkoppelen van verhard dak- en parkeeroppervlakte op nabijgelegen watergangen;
- bij de materiaalkeuze wordt rekening gehouden met de uitgangspunten van duurzaam bouwen. Uitlogende materialen mogen niet worden toegepast. - de locatie van de reclamemast is gekozen in een zone waar zowel groenvoorzieningen als water mag worden aangelegd. De mast zal op een eiland worden gerealiseerd, waarbij de omgeving ten behoeve van waterberging zal worden ingericht.
De reclamemast heeft derhalve geen negatieve invloed op de waterberging.
3.3 Milieuaspecten
3.3.1 Stankhinder
Aan de Hardenbergerweg 18 is in de gemeente Putten een agrarisch bedrijf met melkrundvee gesitueerd. Dit bedrijf heeft een vergunning voor het houden van rundvee en valt onder het Besluit landbouw milieubeheer. Dit houdt onder andere in dat de afstand tussen een stankhindergevoelig object categorie I of II (zoals een horecavoorziening) en het emissiepunt van de betreffende rundveestal minimaal 100 m moet zijn.
In de voorliggende partiële herziening wordt met de geplande horeca deze afstand in acht genomen.
De bouw van de tuinmeubelzaak wordt voor wat betreft de personele ruimten gezien als een geurgevoelig object. De gemeente Nijkerk heeft voor deze locatie een geurverordening opgesteld welke op 16 februari 2012 is vastgesteld. Hierin wordt bepaald dat op deze locatie, aan de rand van het buitengebied, een hogere geurbelasting (odeur/unit) voor bedrijven aanvaardbaar is dan bijvoorbeeld voor bedrijven in de bebouwde kom. Het wordt daarmee mogelijk om geurgevoelige objecten binnen de stankcircel te bouwen. Derhalve is de geurcirkel van dit gebied niet opgenomen.
3.3.2 Bedrijven en milieuzonering
In de voorliggende partiële herziening wordt aangesloten op de inwaartse milieuzonering uit het geldende bestemmingsplan. Daarbij wordt nu uitgegaan van de meest recente VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 (i.p.v. 2001).
In navolging van het geldende bestemmingsplan wordt niet uitgegaan van 'een rustige woonwijk' als omgevingstype, maar 'gemengd gebied'. Het nabij gelegen hindergevoelige object is immers een agrarisch bedrijf met bijbehorende bedrijfswoning. De richtafstanden tussen bedrijven en hindergevoelige objecten worden dan met één afstandsstap verminderd.
Dit houdt in dat in de partiële herziening tot een afstand van 100 m vanaf het agrarisch bedrijf milieucategorie 3.2 is toegestaan (i.p.v. 3b) en tot een afstand van 200 m milieucategorie 4.1 (i.p.v. 4a). De betreffende milieucategorieën worden op de verbeelding aangeduid.
Gezoneerd bedrijventerrein
Het bedrijventerrein De Smidspol valt onder de invloedssfeer van de geluidszone industrielawaai zoals bedoeld in artikel 41 en 53 van de Wet geluidhinder. De geluidszone industrielawaai zal in het kader van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan "Bedrijventerrein 1" worden aangepast.
Op het bedrijventerrein De Smidspol worden geen 'grote lawaaimakers' toegestaan.
3.3.3 Geluid
De wegen rondom het plangebied zijn bestaand. Er worden binnen het plangebied geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Er hoeft in dit bestemmingsplan geen rekening te worden gehouden met het geluidsaspect.
3.3.4 Bodem
In het kader van het geldende bestemmingsplan bedrijventerrein De Smidspol zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken is al voldoende gebleken dat er in principe geen belemmeringen zijn voor de voorgestane ontwikkelingen.
3.3.5 Luchtkwaliteit
Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt afgewogen of het aanvaardbaar is het project op deze plaats te realiseren.
De realisatie van een horecavestiging op het bedrijventerrein is al mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan. Aangenomen wordt dat de verplaatsing binnen het bedrijventerrein geen negatieve invloed heeft op de luchtkwaliteit.
Daarnaast kan de blootstelling aan luchtverontreiniging een rol spelen, ook als het project 'niet in betekende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Er is sprake van een significante blootstellingsduur als de verblijfsduur die gemiddeld bij de functie te verwachten is significant is ten opzichte van een etmaal. Volgens de toelichting op de Regeling Beoordeling luchtkwaliteit is dit met name het geval bij gevoelige functies als een woning, school of sportterrein.
In het onderhavige geval is de geplande horecavestiging geen gevoelige functie.
3.4 Flora En Fauna
In het kader van het geldende bestemmingsplan bedrijventerrein De Smidspol is meerdere malen (2004 en 2006) aandacht besteed aan de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Gebiedsbescherming
In de eerdere onderzoeksrapporten wordt geconstateerd dat er geen rekening hoeft te worden gehouden met gebiedsbescherming. Het bedrijventerrein De Smidspol ligt wel nabij het Vogelrichtlijngebied Arkemheen (Natura 2000-gebied), aan de overkant van de A28. Gezien de barrièrewerking van deze snelweg, het lokale karakter van de ingreep en het verschil in aanwezige biotopen, is destijds geconcludeerd dat er geen negatieve invloeden op dit beschermde gebied zullen zijn.
Volgens eerder onderzoek is van ligging in of invloeden op EHS zones ook geen sprake.
Soortenbescherming
In het kader van de Flora- en faunawet dient te worden nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de ingreep worden aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of dieren opzettelijk worden verontrust (zoals dat bijvoorbeeld op luchthaven gebeurt om vogels te weren).
In 2006 is een vooronderzoek gedaan in het kader van de Flora- en faunawet en een onderzoek naar vleermuizen en uilen. Het gaat hierom het rapport Flora en fauna onderzoek bedrijventerrein Smidspol te Nijkerk, voor HBC Projectontwikkeling, door SAB Arnhem nummer 60849 van 4 oktober 2006.
Het gehele rapport is gedateerd waardoor er een update nodig is.
Op 29 augustus 2011 is het plangebied opnieuw bezocht en zijn er de volgende bevindingen waargenomen:
- Bij de aanwezige boerderij, aan de provinciale weg, zijn bijgebouwen verwijderd, ruiten kapot of verdwenen.
- De Bossingel aan de wegzijde is aangetast.
Door deze waarneming kan worden geconcludeerd dat de aanwezigheid van de kerkuil wordt uitgesloten en ook vleermuizen wordt niet meer verwacht. Het overige plangebied verschilt niet wezenlijk van de beschrijving in 2006. Dit betekent dat de bevindingen uit het vermelde rapport nog van kracht zijn.
Het hernieuwde onderzoek is opgenomen in Bijlage 1 van de toelichting.
Natura2000
De instandhoudingsdoelen van het nabij liggende Natura2000 gebied Arkemheen zijn de Bittervoorn en de niet-broedvogels Kleine zwaan en Smient. Dit zijn geen soorten die gevoelig zijn voor stikstofdepositie. Overigens is niet te verwachten dat de ontwikkeling een dusdanige toename in de verkeersbewegingen buiten de bebouwde kom zal veroorzaken dat dit significante effecten zal hebben op de stikstofdepositie.
De niet-broedvogels zijn wel gevoelig voor verstoring. De bezoekers van de ontwikkeling zullen gebruik maken van de bestaande infrastructuur. Daarnaast vindt de ontwikkeling niet plaats binnen het Natura2000-gebied. Het is niet te verwachten dat de niet-broedvogels verstoring gaan ondervinden in hun leefomgeving door de onderhavige ontwikkeling.
De ontwikkeling houdt tevens is dat er een hoge reclamemast gebouwd zal worden langs de snelweg A28. De verlichting van deze paal zorgt slechts voor een geringe toename in lichtuitstraling richting het Natura2000-gebied. Deze toename is verwaarloosbaar.
Geconcludeerd wordt dan ook dat de er geen passende beoordeling noodzakelijk is in het kader van de Natuurbeschermingswet.
3.5 Verkeer En Parkeren
In het geldende bestemmingsplan is uitgebreid aandacht besteed aan het verkeersaspect. Daarbij is rekening gehouden met de komst van een nieuwe horecavestiging, zij het op een andere locatie. De verplaatsing van de vestigingslocatie voor de nieuwe horecavestiging heeft geen gevolgen voor het mobiliteitsprofiel zoals beschreven in de toelichting van het geldende bestemmingsplan.
In de parkeernormen, zoals die zijn opgenomen in de regels bij dit bestemmingsplan (Bijlage 2Parkeernormen van de regels), worden geen specifieke parkeernormen genoemd voor een fastfood-restaurant. Voor een restaurant in een 'zeer sterk tot matig verstedelijkt gebied' wordt in de parkeernormen uitgegaan van 12 tot 14 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo; voor een cafetaria is de norm 5 tot 7 parkeerplaatsen per 100 m2. Aangenomen wordt dat 12 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo voor een fastfood-restaurant een reële parkeernorm is.
Bedrijven, waaronder de tuinmeubelzaak, die zich vestigen op dat deel van het bedrijventerein die valt binnen de gemeente Nijkerk moeten voldoen aan de normen genoemd in bijlage 2Parkeernormen van de regels.
3.6 Cultuurhistorie
In het kader van het geldende bestemmingsplan is door RAAP een Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek zijn geen concrete aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van archeologische resten. Er is geen aanbeveling voor vervolgonderzoek gedaan.
Hoofdstuk 4 Verklaring Van De Regels
4.1 Algemeen
De regels geven inhoud aan de op de verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd kan of mag worden. Bij de opzet van de regels is getracht het aantal zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, wat werkelijk noodzakelijk is.
De bij dit plan behorende regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:
- Hoofdstuk 1. Inleidende regels:
In dit hoofdstuk worden de in regels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten. - Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels
Dit hoofdstuk bevat de bestemmingsregels. - Hoofdstuk 3 Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat regels die in hun algemeenheid voor het gehele bestemmingsplan gelden. Vaak zijn ze van toepassing op meerdere bestemmingen. Uit praktische overwegingen zijn ze in een afzonderlijk hoofdstuk ondergebracht. - Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen over hoe om te gaan met bouwwerken en het gebruik vallend onder het overgangsrecht en de benaming van het plan.
4.2 Specifieke Verklaring Van Dit Bestemmingsplan
Bedrijventerrein BT
In navolging van het geldende bestemmingsplan hebben de betreffende gronden de bestemming 'Bedrijventerrein' gekregen. Met de nieuwe planregels is inhoudelijk zoveel mogelijk aangesloten op de voorschriften uit het geldende bestemmingsplan.
Binnen de bestemming is een groot aantal functies toegestaan die samenhangen met de beoogde functie als bedrijventerrein. Op de verbeelding is de maximaal toegestane milieucategorie aangeduid.
De betreffende gronden vallen binnen een bouwvlak en mogen tot 80% per bouwperceel worden bebouwd. Voor de bedrijfsgebouwen geldt een maximale bouwhoogte van 12 m.
De gronden vallen binnen de beoogde representatieve zone langs de Berencamperweg, waardoor aanvullende eisen gelden ten aanzien van de perceelsomvang en de minimale breedte van de naar de openbare weg gekeerde gevel. Tevens kunnen B&W nadere eisen stellen aan de bebouwing.
De horecafunctie valt in het deel van het bedrijventerrein wat binnen de gemeente Putten ligt en is niet op de verbeelding en de regels van dit bestemmingsplan opgenomen. In het bestemmingsplan voor het deel van de gemeente Putten wordt ten behoeve van de horeca een maximale oppervlakte van 1000 m2 opgenomen. De bouwhoogte wordt beperkt tot 6 m.
Groen G
Deze bestemming betreft de groenstrook langs de A28. Binnen deze bestemming is de realisatie van een reclamemast middels een specifieke bouwaanduiding mogelijk gemaakt.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Financiële Uitvoerbaarheid
Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.
De gronden van het bedrijventerrein zijn in particulier bezit. Het bedrijventerrein zal door de initiatiefnemer worden geëxploiteerd. Hiertoe is een overeenkomst gesloten die zal uitmonden in een exploitatieovereenkomst.
De economische uitvoerbaarheid staat dan ook niet ter discussie, een exploitatieplan wordt niet nodig geacht.
5.2 Maatschappelijk Uitvoerbaarheid
5.2.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
De voorliggende partiële herziening betreft een ondergeschikte herziening van het geldende bestemmingsplan. Er wordt, met uitzondering van de reclamemast, geen extra bebouwing toegelaten in dit plan. Er zijn derhalve geen belangen van de provincie en het waterschap in het geding.
Het bestemmingsplan is niet apart als voorontwerp-bestemmingsplan gepubliceerd, maar gelijk als ontwerp-bestemmingsplan. Het verplichte vooroverleg heeft plaats gevonden in combinatie met de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan.
5.2.2 Zienswijzen
Overeenkomstig artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd, binnen welke periode het voor iedereen mogelijk was zienswijzen in te brengen. Gelijktijdig is het ontwerpbestemmingsplan op de daarvoor ingerichte landelijke voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl) digitaal beschikbaar gesteld.
Tijdens deze periode zijn zes zienswijzen ingediend. Zoals verwoord in de zienswijzennota zijn de zienswijzen ongegrond verklaard. De zienswijzennota is als bijlage bij het vaststellingsbesluit opgenomen.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten