Gemeente Nijkerk 2014, 1
Bestemmingsplan - gemeente Nijkerk
Vastgesteld op 22-05-2014 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Gemeente Nijkerk 2014, 1 van de Gemeente Nijkerk;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0267.BP0078-0002 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 achtererfgebied:
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw;
1.5 ander-werk:
alle fysieke ingrepen in de ruimte die niet met bouwen te maken hebben en welke geen reguliere (onderhouds)werkzaamheden zijn;
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
1.7 bebouwingspercentage:
een in de regels dan wel op de plankaart aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.8 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.9 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.10 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon die functioneel verbonden is met het bedrijf en wiens huisvesting gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ter plekke noodzakelijk is;
1.11 beperkt kwetsbare objecten:
- verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare;
- dienst-/bedrijfswoningen van derden;
- kantoorgebouwen en hotels met een b.v.o. van minder of gelijk aan 1.500 m2 per object;
- restaurants voor zover hierin geen grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn;
1.12 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
1.13 bestaand
ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig;
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 Bevi-inrichting:
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.16 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.17 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.20 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.21 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
1.22 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.23 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
1.24 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
1.25 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.26 gebruiksoppervlakte:
het totaal van de tussen omsluitende wanden gelegen vloeroppervlakten van in die gebruiksfunctie gelegen ruimten;
1.27 geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
1.28 geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
1.29 hoofdgebouw:
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.30 horeca(bedrijf):
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- het verstrekken van nachtverblijf;
- het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend;
1.31 internetdetailhandel:
detailhandel waarbij het product per post of internet verstuurd wordt en betaling geschiedt per (online) overschrijving;
1.32 kantoor:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.33 kwetsbaar object:
- woningen niet zijnde:
- verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee per hectare;
- dienst-of bedrijfswoningen van derden;
- gebouwen bestemd voor het verblijf van al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten;
- gebouwen waarin grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn, te weten kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
1.34 nadere eis:
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.35 niet-woonactiviteiten aan huis:
alle beroeps- en bedrijfsactiviteiten in een woning of een bijbehorend bouwwerk, die passen in categorie 1 van Bijlage 2 - Staat van bedrijven, dan wel daarmee gelijk te stellen zijn, gelet op de aard van die activiteiten en de invloed ervan op de omgeving;
1.36 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
1.37 onderbouw:
een bouwlaag, afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil;
1.38 ondergeschikte detailhandel:
detailhandel die wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het bedrijf dan wel de betreffende instelling;
1.39 ondergeschikte horeca:
horeca die wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het betreffende bedrijf dan wel de betreffende instelling;
1.40 perceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.41 peil:
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; - voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; - indien in of op het water wordt gebouwd:
het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;
1.42 plankaart/verbeelding:
- de analoge verbeelding van het bestemmingsplan Gemeente Nijkerk 2014, 1, bestaande uit de kaart(en) met tekeningnummer NL.IMRO.0267.BP0078-0002 ;
- de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Gemeente Nijkerk 2014, 1 ;
1.43 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.44 professioneel vuurwerk:
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;
1.45 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.46 speelvoorziening:
voorziening gericht op het bieden van vrij en openbaar toegankelijke sport- en spelmogelijkheden voor met name kinderen en/of jeugd;
1.47 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
een bijlage bij de regels (Staat van bedrijfsactiviteiten) die van deze regels onderdeel uitmaakt;
1.48 volumineuze detailhandel:
detailhandel in auto's, boten, caravans, tuinartikelen, meubels, grove bouwmaterialen, machines ten behoeve van bedrijven en landbouwmachines, alsmede ten behoeve van een tuincentrum;
1.49 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);
1.50 vuurwerkbedrijf:
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;
1.51 Wgh-inrichting:
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
1.52 wijziging:
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.53 woning:
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
- De afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens:
vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 0,75 m, respectievelijk overstekken van meer dan 0,75 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel. - De bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. - De breedte van een gebouw:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren. - De dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. - De goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. - De inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. - De oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en andere uitstekende delen van ondergeschikte aard buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- voor lengten in meters (m);
- voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- voor verhoudingen in procenten (%);
- voor hoeken/hellingen in graden (º).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bedrijven zoals genoemd in de bij deze regels als Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen Staat onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening', tevens voor een indoor-speelvoorziening waarbij het bedrijfsvloeroppervlak (BVO) van de indoorspeelvoorziening niet meer mag bedragen dan 400 m2;
- ter plaatse van de aanduidig 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' uitsluitend voor de verkoop van motorbrandstoffen, (evenwel met uitzondering van lpg) en detailhandel in weggebonden artikelen tot een vloeroppervlakte van 15 m2;
met daarbij behorende:
- gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
- tuinen;
- erven;
- terreinen;
- ontsluitingspaden;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
met dien verstande dat:
- detailhandel niet is toegestaan;
- Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 niet zijn toegestaan.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
- de bewoning van bedrijfsruimten.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut;
- transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
met daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- erven;
- terreinen.
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
Artikel 5 Bedrijventerrein
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', voor bedrijven van categorie 2 van de Bijlage 2 - Staat van bedrijven alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 30 m;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', voor bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 50 m;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', voor bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 100 m;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1', voor bedrijven tot en met categorie 4.1 van de Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 200 m;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2', voor bedrijven tot en met categorie 4.1 van de Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 300 m;
alsmede:
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens voor een bedrijfswoning;
- ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', tevens voor de verkoop van motorbrandstoffen exclusief lpg;
- ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', voor zelfstandige kantoren;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - horeca representatieve zone', tevens voor horeca;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - frictiematerialen', voor een bedrijf in frictiematerialen;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', voor een bedrijfswoning;
- kantoren welke een ondergeschikt onderdeel uitmaken van een op hetzelfde bouwperceel gevestigd bedrijf, die onlosmakelijk zijn verbonden aan dat bedrijf en die noodzakelijk zijn in het kader van de normale bedrijfsvoering van dat bijbehorende bedrijf;
met daarbij behorende:
- gebouwen (ondergronds/bovengronds):
- bouwwerken, geen gebouw zijnde;
- tuinen:
- erven;
- terreinen;
- wegen en paden;
- wateren;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- geluidschermen;
- groenvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen (ondergronds/bovengronds);
met dien verstande dat:
- detailhandel anders dan bedoeld in artikel 5 lid 1 sub g niet is toegestaan;
- Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- Wgh-inrichtingen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein wgh-inrichting';
- vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- de oppervlakte van een bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'representatieve zone' bedraagt minimaal 0,2 ha en maximaal 0,25 ha, met dien verstande dat de breedte van de naar de openbare weg gekeerde gevel van het gebouw minimaal 15 m bedraagt;
- vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan.
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Gemengd - 3
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel;
- dienstverlening;
- horeca(bedrijven) als genoemd in categorie I en II van Bijlage 1 - Staat van horecabedrijven;
met daarbij behorende:
- gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- tuinen;
- erven;
- terreinen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
6.3 Nadere eisen
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast', tevens voor een reclamemast;
met daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
- oeververbindingen;
- taluds;
- speelvoorzieningen;
- paden en verhardingen;
- water;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- voorwerpen van beeldende kunst en dergelijke;
- parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
7.3 Nadere eisen
Artikel 8 Kantoor
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- kantoren;
met daarbij behorende:
- gebouwen, een bedrijfswoning daaronder niet begrepen ;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
- tuinen;
- erven;
- terreinen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
8.3 Nadere eisen
Artikel 9 Tuin
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
met daar bijbehorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- voorzieningen.
9.2 Bouwregels
Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
9.3 Nadere eisen
Artikel 10 Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen, straten en paden;
- parkeervoorzieningen;
- geluidwerende voorzieningen;
- ter plaatse van de aanduidig 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' uitsluitend voor de verkoop van motorbrandstoffen, evenwel met uitzondering van lpg;
met daarbij behorende:
- gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, al dan niet gelijkvloerse kruisingen met spoorwegen en water;
- water;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
10.3 Nadere eisen
Artikel 11 Water
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- waterberging;
- waterhuishouding;
- waterlopen, waterwegen en/of vijvers;
met daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
- kruisingen met (spoor)wegen; waaronder bruggen;
- dammen;
- duikers.
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
11.3 Nadere eisen
Artikel 12 Wonen
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen, met dien verstande dat ter plaatse van de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dierenopvang', tevens voor een dierenopvang voor katten, eekhoorns, hazen, egels en konijnen, waarbij het vloeroppervlak welke gebruikt wordt ten behoeve van dierenopvang niet meer mag bedragen dan 200 m2 , het aantal katten dat zich vrij op het erf kan bewegen niet meer mag bedragen dan 20en op eigen terrein voorzien wordt in het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van de woning en de dieropvang zoals opgenomen op de verbeelding;
met daarbijbehorende:
- gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden.
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.3 Nadere eisen
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 13 Leiding - Gas
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de leiding, alsmede voor:
- (een) leiding(en) ten behoeve van het transport van aardgas;
met daarbijbehorende:
- leidingzone;
- veiligheidszone;
- gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
met dien verstande dat deze bestemming ten opzichte van andere voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
13.2 Bouwregels
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Leiding - Gas' worden gebouwd.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Waarde - Archeologie
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van:
- behoudenswaardige archeologische waarden in historische kernen;
- behoudenswaardige archeologische waarden in historische boerderijterpen (pollen).
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14 lid 2.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels en de volgende bepalingen:
- op basis van archeologisch onderzoek en/of advies van een archeologisch deskundige namens de gemeente moet zijn aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de grond waarop het bouwplan betrekking heeft aantoonbaar geroerd is beneden het archeologische niveau door de bestaande c.q. voormalige niet historische bebouwing of andere handelingen, een en ander ter beoordeling van een archeologisch deskundige namens de gemeente;
- op basis van archeologisch onderzoek en/of advies van een archeologisch deskundige namens de gemeente moet zijn aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden beperkt door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden gericht op:
- het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- het doen van opgravingen inclusief bijbehorende r_apportage;
- begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige inclusief bijbehorende rapportage.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening dit plan te wijzigen door:
- de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' en een daarbij behorende aanduiding geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat de in artikel 14 lid 1 genoemde waarden geheel of gedeeltelijk niet meer aanwezig zijn, dan wel het niet meer noodzakelijk wordt geacht deze waarden te beschermen;
- de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' en een daarbij behorende aanduiding toe te kennen aan gronden, grenzend aan deze dubbelbestemming, indien uit onderzoek blijkt dat de begrenzing van bedoelde dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige waarden, aanpassing behoeft.
3 Algemene Regels
Artikel 15 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 16 Algemene Bouwregels
Afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan en die zijn toegestaan op grond van het voorheen geldend planologisch regime, mogen gehandhaafd worden.
Artikel 17 Algemene Gebruiksregels
17.1 Strijdig gebruik
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
17.2 Toegestaan gebruik
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel een melding is gedaan.
17.3 Parkeernormen
Parkeren ten behoeve van de in dit bestemmingsplan aangewezen gronden en bebouwing dient uitsluitend plaats te vinden op een dusdanige wijze dat volledig wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen zoals opgenomen in de bijlagen bij de regels.
Artikel 18 Algemene Aanduidingsregels
18.1 industrieterrein wgh
Artikel 19 Algemene Afwijkingsregels
19.1 Algemene afwijkingen
Artikel 20 Algemene Wijzigingsregels
20.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen op de verbeelding zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
20.2 Afwegingskader
20.3 Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van:
- functiewijziging van de gronden die nader zijn aangeduid met 'wetgevingzone – wijzigingsgebied 1' in de bestemmingen 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer', en 'Wonen'.
20.4 Afwegingskader
20.5 Procedure
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Artikel 21 Overige Regels
21.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Artikel 22 Algemene Procedure Regels
22.1 Nadere eisen
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- het voornemen ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
- burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 23 Administratieve Bepaling
Voor zover de plangrens van dit plan overeenkomt met de plangrens van het op 28 juni 2012 vastgestelde bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 1', blijven de regels (alsmede de toelichting) van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 1' onverkort van toepassing, met dien verstande dat de Bijlage 2 – Staat van bedrijfsactiviteiten bij die (op 28 juni 2012 vastgestelde) regels wordt vervangen door Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten horende bij de regels van dit bestemmingsplan (Gemeente Nijkerk 2014, 1).
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht
24.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
24.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 25 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Gemeente Nijkerk 2014, 1
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op een aantal locaties in de Gemeente Nijkerk. Het bestemmingsplan omvat enkele nieuwe ontwikkelingen, reeds vergunde ontwikkelingen en correcties van verschillende geldende bestemmingsplannen. Het doel van dit bestemmingsplan is het geven van een actueel en correct beeld van de functies en een kader waaraan (toekomstige) aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden getoetst. Door de verschillende locaties in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts eenmaal de bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. In dit bestemmingsplan worden de volgende locaties opgenomen:
- Verleende omgevingsvergunningen
- Twee-onder-één-kapwoningen Vlinderlaan 104 en 104a (en vier naastgelegen twee-onder-één-kapwoningen), Nijkerk;
- 23 woningen Zijdevlinder, Nijkerk;
- Nieuwe ontwikkelingen
- Indoorspeelvoorziening Wallerstraat 127, Nijkerk;
- Dierenopvang Van Dijkhuizenstraat 15, Nijkerkerveen;
- Bedrijventerrein De Smidspol, Nijkerk;
- Diverse groenstroken;
- Correctie geldende bestemmingsplannen
- Hoefslag 2-4, Nijkerk;
- Winkelcentrum Paasbos, Nijkerk;
- Bedrijventerrein Hogebrink, Hoevelaken;
- Staat van bedrijfsactiviteiten Nijkerkse bedrijventerreinen.
1.2 Plangebied
Het plangebied bestaat, naast de over de gehele gemeente verspreid liggende groenstroken en de correctie van de Staat van bedrijfsactiviteiten van de Nijkerkse bedrijventerreinen, uit 8 specifieke locaties in de Gemeente Nijkerk. Op de volgende afbeelding is de ligging van deze locaties weergegeven.

Ligging locaties
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
Voor de locaties die deel uitmaken van het plangebied gelden diverse bestemmingsplannen. In de volgende tabel is voor elke locatie het geldende bestemmingsplan weergegeven.
Locatie | Geldend bestemmingsplan | Vaststellingsdatum | |
1 | Vlinderlaan, Nijkerk | Nijkerk 2 | 25 april 2013 |
2 | Zijdevlinder, Nijkerk | Nijkerk 2 | 25 april 2013 |
3 | Wallerstraat 127, Nijkerk | Nijkerk 1 | 28 juni 2012 |
4 | Van Dijkhuizenstraat 15, Nijkerkerveen | Buitengebied 1975 | 21 augustus 1975 |
5 | Bedrijventerrein De Smidspol, Nijkerk | Bedrijventerrein De Smidspol | 4 oktober 2007 |
Herziening De Smidspol/Nijkerk | 29 november 2012 | ||
Herziening De Smidspol/Putten | 4 oktober 2012 | ||
6 | Hoefslag 2-4, Nijkerk | Nijkerk 1 | 28 juni 2012 |
7 | Winkelcentrum Paasbos, Nijkerk | Nijkerk 1 | 28 juni 2012 |
8 | Bedrijventerrein Hogebrink, Hoevelaken | Bedrijventerrein 2 | 31 mei 2012 |
Voor de verschillende groenstroken die onderdeel uitmaken van dit bestemmingsplan gelden diverse bestemmingsplannen, deze worden hier niet opgenoemd. De te herziene Staat van bedrijfsactiviteiten maakt momenteel onderdeel uit van het bestemmingsplan Bedrijventerrein 1 (het bestemmingsplan voor de in de kern Nijkerk gelegen bedrijventerreinen).
1.4 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk worden in hoofdstuk 2 de verschillende ontwikkelingen beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het bestemmingsplan op haalbaarheid getoetst. Hoofdstuk 4 bevat vervolgens een juridische planbeschrijving. Tot slot bevat hoofdstuk 5 de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan, waarbij de uitkomsten van de inspraak en overlegmomenten zijn opgenomen.
2 Planbeschrijving
In dit hoofdstuk worden per locatie de huidige situatie en de eventuele ontwikkelingen beschreven. Vervolgens is beschreven hoe de vertaling in dit bestemmingsplan heeft plaatsgevonden.
2.1 Verleende Omgevingsvergunningen
2.1.1 Twee-onder-één-kapwoningen Vlinderlaan 104 en 104a (en vier naastgelegen twee-onder-één-kapwoningen), Nijkerk
Op 17 juni 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een twee-onder-één-kapwoning aan de Vlinderlaan (104 en 104a) in de nieuwbouwwijk De Terrassen in Nijkerk. Aanleiding voor deze aanvraag is de wens om woningbouw te realiseren op deze locatie. De voorgestelde twee-onder-één-kapwoning was niet te realiseren binnen het geldende bestemmingsplan, aangezien het bouwvlak te beperkt is. De, eveneens in deze periode aangevraagde vier twee-onder-één-kapwoningen naast de genoemde percelen, waren wel te vergunnen op basis van het geldende bestemmingsplan.
Op 3 september 2013 is namens het College van burgemeester en wethouders van Nijkerk positief beslist op de aanvraag, zie bijlage 1. De (op basis van de uitgebreide procedure van de Wabo) verleende vergunning is op 24 oktober 2013 onherroepelijk geworden.
Vertaling in bestemmingsplan
Het gebied krijgt een woonbestemming, met uitzondering van de voortuinen. Voor deze voortuinen is, in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan 'Nijkerk 2', een tuinbestemming opgenomen. Binnen de woonbestemming is het bouwvlak dusdanig ruim opgenomen dat het mogelijk is om hierbinnen de beoogde twee-onder-één-kapwoning te realiseren.
Hoewel de vier naast de percelen Vlinderlaan 104 en 104a gelegen twee-onder-één-kapwoningen op basis van een reguliere (Wabo)procedure verleend konden worden, worden deze woningen ook bestemd in dit bestemmingsplan. Deze woningen vormen een eenheid met de twee-onder-één-kapwoningen Vlinderlaan 104 en 104a. Gewenst is een planologisch eensluidend regime.
- 1. Verlenen omgevingsvergunning (Vlinderlaan 104 - 104a), Omgevingsdienst De Vallei, Kenmerk: 20130321 / 229854, 3 september 2013
2.1.2 23 woningen Zijdevlinder, Nijkerk
Op 28 juni 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van 23 rijwoningen nabij de Vlinderlaan, Zijdevlinder en Harlekijn in de nieuwbouwwijk De Terrassen in Nijkerk. Aanleiding voor deze aanvraag is de wens om woningbouw te realiseren op deze locatie. De rijwoningen waren echter niet te realiseren binnen het geldende bestemmingsplan, aangezien dit bestemmingsplan rijwoningen op deze locatie niet mogelijk maakt.
Op 12 september 2013 is namens het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk positief beslist op de aanvraag, zie bijlage 2. De (op basis van de uitgebreide procedure van de Wabo) verleende vergunning is op 31 oktober 2013 onherroepelijk geworden.
Vertaling in bestemmingsplan
Het gebied krijgt een woonbestemming, met uitzondering van de voortuinen. Voor deze voortuinen is, in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan 'Nijkerk 2', een tuinbestemming opgenomen. Binnen de woonbestemming is de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' opgenomen, waardoor het mogelijk is gemaakt rijwoningen te realiseren.
- 2. Verlenen omgevingsvergunning (23 woningen Zijdevlinder), Omgevingsdienst De Vallei, Kenmerk: 20130346 / 231514, 12 september 2013
2.2 Nieuwe Ontwikkelingen
2.2.1 Indoorspeelvoorziening Wallerstraat 127, Nijkerk
Op 12 maart 2013 is een principeverzoek ingediend om medewerking te verkrijgen voor het starten van een spelerij (indoorspeelvoorziening) in het bestaande pand van Drukkerij Fokker op het perceel Wallerstraat 127 in Nijkerk. Het pand zal in de toekomst niet meer voor een drukkerij benut worden. Slechts een gedeelte van het pand zal in de toekomst nog gebruikt worden als kantoor en printafdeling. Het pand waarin de indoorspeelvoorziening voorzien is, leent zicht bouwkundig voor het vestigen van zowel een indoorspeelvoorziening als het voortzetten van een gedeelte van de drukkerij. Beide functies worden gehuisvest in één pand, maar krijgen ieder een afzonderlijke entree.
Het College van burgemeester en wethouders van Nijkerk heeft in zijn vergadering van 2 april 2013 besloten dat het voornemens is medewerking te verlenen aan het verzoek om op het perceel Wallerstraat 127 in een bestaand pand een indoorspeelvoorziening te realiseren. In bijlage 3 is een nadere toelichting voor deze ontwikkeling opgenomen. In deze toelichting wordt de ontwikkeling getoetst aan beleid en relevante milieuaspecten.
Vertaling in bestemmingsplan
Het hele perceel krijgt een bedrijfsbestemming. Binnen deze bedrijfsbestemming is zowel het gebruik van het pand als kantoor/printafdeling als het gebruik van het pand voor de indoorspeelvoorziening toegestaan. Aanvullend is in de planregels opgenomen dat de bedrijfsvloeroppervlakte (BVO) van de op het perceel Wallerstraat 127 in Nijkerk voorgestelde indoorspeelvoorziening niet meer mag bedragen dan 400 m2.
- 3. Nadere toelichting indoorspeelvoorziening Wallerstraat 127, Nijkerk
2.2.2 Dierenopvang Van Dijkhuizenstraat 15, Nijkerkerveen
Initiatiefnemer en eigenaar van het perceel Van Dijkhuizenstraat 15 in Nijkerkerveen heeft op 7 augustus 2012 een principeverzoek ingediend. Het verzoek voorziet in de vraag of de gemeente een (reeds bestaande) vorm van kleinschalige dierenopvang wil toestaan op het perceel. In diverse bijgebouwen is deze dierenopvang aan de orde. In de dierenopvang worden katten, eekhoorns, hazen, egels en konijnen opgevangen. De dierenopvang is strijdig met het geldende bestemmingsplan. Daarnaast is gebleken dat zonder omgevingsvergunning diverse bouwwerken, ten dienste van dierenopvang, op het perceel zijn geplaatst.
Het College van burgemeester en wethouders van Nijkerk heeft in zijn vergadering van 8 oktober 2013 besloten dat het voornemens is medewerking te verlenen aan het planologisch mogelijk maken van een kleinschalige vorm van dierenopvang op het perceel Van Dijkhuizenstraat 15. In bijlage 4 is een nadere toelichting voor deze ontwikkeling opgenomen. In deze toelichting wordt de ontwikkeling getoetst aan beleid en relevante milieuaspecten.
Vertaling in bestemmingsplan
Het grootste gedeelte van het perceel krijgt een woonbestemming, met daarbij een aanduiding dat op een gedeelte van het perceel dierenopvang is toegestaan. Hierbij wordt vastgelegd dat de dierenopvang is toegestaan voor bepaalde soorten dieren (eekhoorns, egels, konijnen, hazen, katten). Tevens wordt het hiervoor te bebouwen aantal vierkante meters gelimiteerd, teneinde de impact voor de omgeving nu en in de toekomst te borgen. Om eventuele overlast voor omwonenden als gevolg van vrijlopende katten is in de regels opgenomen dat het aantal katten, dat zich vrij op het erf van de dierenopvang op het perceel Van Dijkhuizenstraat 15 in Nijkerkerveen mag bewegen, niet meer mag bedragen dan 20.
Daarnaast wordt vastgelegd dat op eigen terrein moet worden voorzien in drie parkeerplaatsen, zodat de parkeerbehoefte niet afgewenteld wordt op de openbare ruimte.
2.2.3 Bedrijventerrein De Smidspol, Nijkerk
Op 1 januari 2013 is de correctie van de grens tussen de gemeenten Nijkerk en Putten in werking getreden. Tot op dat moment lag het bedrijventerrein De Smidspol deels in de Gemeente Nijkerk en deels in de Gemeente Putten. Met de grenscorrectie is het gehele bedrijventerrein De Smidspol overgegaan naar Nijkerk. Voor het voormalige gebied van de Gemeente Putten zal nog wel een bestemmingsplan moeten worden vastgesteld door de raad van de Gemeente Nijkerk. Met dit bestemmingsplan wordt hieraan uitwerking gegeven.
Vertaling in bestemmingsplan
De bestaande regelingen uit de geldende bestemmingsplannen voor het bedrijventerrein De Smidspol worden overgenomen in dit bestemmingsplan. Nieuwe ontwikkelingen zijn niet opgenomen. Waar nodig zijn wel enkele grenzen van het bestemmingsplan aangepast, zodat de begrenzingen van de verschillende (oude) bestemmingsplannen op elkaar aansluiten. Ook is het geldende detailhandelsbeleid van de Gemeente Nijkerk verwerkt in de planologische regeling voor de gronden die deel uitmaken van het bedrijventerrein De Smidspol.
2.2.4 Diverse groenstroken
In de afgelopen jaren zijn verschillende (snipper)groenstroken in de gemeente verkocht aan particulieren. De geldende bestemmingen van deze groenstroken (vaak Groen of Verkeer) komen echter niet meer overeen met de gewenste bestemming.
Vertaling in bestemmingsplan
De huidige bestemming wordt, afhankelijk van de situering van het groen, gewijzigd in een tuinbestemming of een woonbestemming zonder bouwvlak.
2.3 Correctie Geldende Bestemmingsplannen
2.3.1 Hoefslag 2-4, Nijkerk
Op het perceel aan de Hoefslag 2-4 in Nijkerk is een benzinepomp aanwezig. Volgens het geldende bestemmingsplan Nijkerk 1 is het niet mogelijk een luifel boven de benzinepompen te realiseren. Op basis van het voorheen geldende plan was dit echter wel mogelijk. Het is derhalve wenselijk om de bouwmogelijkheden voor dit perceel weer te verruimen.
Vertaling in bestemmingsplan
Om de bouw van een luifel boven de benzinepompen mogelijk te maken wordt de specifieke bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel' opgenomen in dit bestemmingsplan.
2.3.2 Winkelcentrum Paasbos, Nijkerk
Voor het grondgebied van het Winkelcentrum Paasbos aan de Hoefslag 45-69 is op 28 juni 2012 het bestemmingsplan Nijkerk 1 vastgesteld. In dit bestemmingsplan is per abuis horeca niet mogelijk gemaakt, terwijl dit wel gewenst is en voorheen mogelijk was.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het winkelcentrum Paasbos wordt in dit bestemmingsplan binnen de bestemming 'Gemengd - 3' horeca mogelijk gemaakt.
2.3.3 Bedrijventerrein Hogebrink, Hoevelaken
Voor het grondgebied van het bedrijventerrein Hogebrink in Hoevelaken is op 31 mei 2012 het bestemmingsplan Bedrijventerrein 2 vastgesteld. In dit bestemmingsplan is voor bedrijventerrein Hogebrink geen mogelijkheid opgenomen om zelfstandige kantoren op te richten, terwijl dit op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan wel mogelijk was. Dit moet worden gecorrigeerd.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het grondgebied van bedrijventerrein Hogebrink wordt in dit bestemmingsplan een regeling opgenomen die het mogelijk maakt om zelfstandige kantoren op te richten.
2.3.4 Staat van bedrijfsactiviteiten Nijkerkse bedrijventerreinen
Op 28 juni 2012 is het bestemmingsplan Bedrijventerrein 1 vastgesteld. Als bijlage bij de regels van dat bestemmingsplan is onder andere een Staat van bedrijfsactiviteiten gevoegd. Het juiste analoge exemplaar, inclusief bijlagen, is door de raad vastgesteld. Echter, per abuis is niet veel later een andere Staat van bedrijfsactiviteiten als onderdeel van dat bestemmingsplan gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl. Dit is in 2012 al gebeurd. Mede gelet op de inmiddels verstreken tijd is het goed de juiste Staat van bedrijfsactiviteiten, als onderdeel van dit bestemmingsplan, opnieuw te laten vaststellen (anders dan slechts opnieuw te publiceren).
Vertaling in bestemmingsplan
De onjuist gepubliceerde Staat van bedrijfsactiviteiten wordt in dit bestemmingsplan vervangen door de juiste Staat van bedrijfsactiviteiten.
3 Uitvoerbaarheid
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet aangetoond worden. Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Ruimtelijk relevante aspecten
Het bestemmingsplan omvat verschillende nieuwe ontwikkelingen, reeds vergunde ontwikkelingen en correcties van verschillende geldende bestemmingsplan. Wat betreft de correcties gaat het uitsluitend om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden gegeven. Het betreft het vastleggen van de bestaande situatie / bestaande rechten die in de geldende bestemmingsplannen niet juist zijn opgenomen. Aanvullende onderzoeken zijn hiervoor niet noodzakelijk. Ook voor de reeds vergunde ontwikkelingen is aanvullend onderzoek niet noodzakelijk. In het kader van een eerdere procedure (omgevingsvergunning) is voor deze ontwikkelingen namelijk al een ruimtelijke onderbouwing opgesteld waarin de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde zijn gekomen. Voor de nieuwe ontwikkelingen is waar nodig, als bijlage bij dit bestemmingsplan, een ruimtelijke onderbouwing opgenomen waarin de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde komen.
Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Dit bestemmingsplan bestaat grotendeels uit een correctie van geldende plannen en een verankering van reeds vergunde activiteiten. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan komen dan ook voor rekening van de gemeente. De nieuwe ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit bestemmingsplan betreffen kleine ontwikkelingen waarvoor geen exploitatieplan opgesteld hoeft te worden. Wel is met de initiatiefnemers van deze kleine ontwikkelingen een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat de initiatiefnemers bijdragen in de kosten van het bestemmingsplan. Tevens is in deze overeenkomst vastgelegd dat het planschaderisico voor de initiatiefnemers is.
4 Juridische Planopzet
4.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft de beweegredenen weer die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
4.2 Verbeelding
Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij andere bepalingen als gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken etc.. Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart).
4.3 Planregels
De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk I bevat de inleidende regels voor het hele plangebied. Hoofdstuk II geeft de bestemmingsregels. Hoofdstuk III geeft vervolgens de algemene regels waaronder (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden. In dit derde hoofdstuk kunnen belangrijke algemene bepalingen zijn opgenomen die van invloed zijn op het bepaalde in hoofdstuk II. Ten slotte regelt hoofdstuk IV de overgangs- en slotbepalingen.
4.4 Wijze Van Bestemmen
Dit bestemmingsplan bevat de navolgende bestemmingen.
Bedrijf
Deze bestemming is gegeven aan de bedrijven. Bij recht worden bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Uitgesloten zijn detailhandel, risicovolle inrichtingen als genoemd in het Bevi, vuurwerkbedrijven, geluidhinderlijke inrichtingen en m.e.r.-plichtige inrichtingen. Bedrijven die nu aanwezig zijn, maar die niet passen binnen de toegestane categorieën van bedrijven, zijn op de kaart aangegeven met de aanduiding 'bedrijf'. De betreffende bedrijfsactiviteiten zijn daarmee positief bestemd en dus toegestaan in deze planregels. Daarnaast zijn deze bedrijfsactiviteiten op de 'lijst specifieke bedrijven' geplaatst zodat inzichtelijk is waar welk type bedrijf is toegestaan.
Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, omdat deze vanwege de milieuhygiënische randvoorwaarden de mogelijkheden voor bedrijfsvoering kunnen belemmeren. Wel worden de rechten van de bestaande bedrijfswoningen gerespecteerd. Verder zijn afwijkingsmogelijkheden voor het gebruik opgenomen voor bedrijven van een hogere milieucategorie mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Bevi-inrichtingen, Wgh-inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn hoe dan ook niet toegestaan. Voor de afwijkingsmogelijkheden geldt een algemeen afwegingskader.
Voor wat betreft de maatvoeringen geldt, dat afwijkende maten mogen worden gehandhaafd. Bij vervangende nieuwbouw mag derhalve ook conform deze afwijkende maten worden gebouwd.
Bij de afwegingskaders voor afwijking wordt gesproken van 'geen onevenredige aantasting'. Per geval moet worden beoordeeld of hiervan sprake is; wel is het zo dat het al dan niet toepassen van de afwijkingsbevoegdheid goed dient te worden gemotiveerd.
Bedrijf - Nutsvoorziening
Deze bestemming voorziet op openbare nutsvoorzieningen die te groot zijn om zonder omgevingsvergunning gebouwd te mogen worden. Omdat voor de nutsvoorzieningen specifieke bouwregels van toepassing zijn, zijn de nutsvoorzieningen niet meegenomen in de bestemming 'Bedrijf' of 'Bedrijventerrein'.
Bedrijventerrein
Deze gronden zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven. Er worden mogelijkheden geboden voor bedrijven tot en met categorie 4.2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Deze lijst bevat een indeling van bedrijfstypes in categorieën. Naast een omschrijving van de soort/aard van de toelaatbaar te achten bedrijven bevat de lijst indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddelde bedrijf in die sector. De op de verbeelding aangegeven zones vloeien voort uit deze afstanden.
Omdat de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen indeling voortvloeit uit activiteiten van het gemiddelde bedrijf in de betreffende sector, moge duidelijk zijn dat (aanzienlijke) afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde bedrijf mogelijk zijn. Ter ondervanging van eventuele onvolkomenheden van de gekozen systematiek en om op eenvoudige wijze te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, is hieromtrent een afwijkingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. Hierdoor kunnen bedrijven worden toegelaten die naar de aard van de bedrijvigheid alsmede qua bedrijfsomvang vergelijkbaar zijn met de bedrijven, die in de betreffende categorieën zijn genoemd. Voorwaarde is wel dat deze bedrijven qua hinder en/of gevaar geen onevenredige afbreuk doen aan het woon-/leefmilieu. Raadpleging van een milieudeskundige wordt hierbij aanbevolen.
Ten aanzien van bedrijven als genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen is een verbod opgenomen. Hetzelfde geldt voor vuurwerkbedrijven en Wgh-inrichtingen. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het toelaten van een Bevi-inrichting. Aan deze wijziging is een aantal voorwaarden verbonden. Zo dient bijvoorbeeld de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico te zijn gelegen binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' en/of 'Water'. Belangrijk is dat er binnen deze veiligheidszone geen toename mag plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten in deze zone tenzij ze behoren tot de Bevi-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Daarnaast mag het gebruik van de gronden niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot. Tot slot dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedgebied van de inrichting en mag er geen toename plaatsvinden van het groepsrisico in woongebieden (maar dat zal in het voorliggende geval niet/nauwelijks aan de orde zijn).
Zelfstandige kantoren zijn eveneens niet toegestaan, met uitzondering van zelfstandige kantoren op het bedrijventerrein Hogebrink. Ondergeschikte kantoorruimten die deel uitmaken van de bedrijfsvoering zijn uiteraard wel toegestaan.
Detailhandel is in beginsel niet toegestaan. Detailhandel kan mogelijk worden gemaakt als wordt voldaan aan diverse criteria, De planregels bevatten de criteria waaraan wordt getoetst. Zij zijn afgeleid uit het gemeentelijk beleid zoals weergegeven in de beleidsregel Detailhandel op bedrijventerreinen. Een specifieke vorm van detailhandel is de verkoop van motorbrandstoffen. Deze is alleen toegestaan waar dit op de verbeelding is aangegeven.
Verder is het van belang dat nieuwe Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan. Het wel toestaan zou leiden tot de plicht een (nieuwe) geluidszone te bepalen, hetgeen dus niet aan de orde is. Ook vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan.
Voor wat betreft het parkeren zal aansluiting moeten worden gezocht bij de gemeentelijke parkeernormen.
Gemengd - 3
Binnen deze bestemmingen zijn verschillende gelijkwaardige functies toegestaan. Deze functies zijn onderling vrij uitwisselbaar.
Groen
Deze bestemming betreft openbaar groen. Binnen de bestemming Groen is de bestaande reclamemast voorzien van een juridische juiste regeling.
Kantoor
Dit betreft zelfstandige kantoren die geen ondergeschikt onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering van een bedrijf.
Tuin
Deze bestemming is dienstbaar aan de bestemming van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Bij de bestemmingsregeling voor de tuinen is uitgegaan van het principe die gebieden te bestemmen die uit ruimtelijke overwegingen onbebouwd moeten blijven en ook als zodanig in gebruik zijn. Over het algemeen betreft het gronden ten dienste van de nabij gelegen woningen. Bij de meeste woningen betreft het de ruimte vóór de woningen.
Verkeer
Behalve voor wegen zijn ook mogelijkheden opgenomen voor een (bestaande) laad- en losplaats, alsmede voor tuinen en aanlegsteigers bij aangrenzende woonschepen.
Water
Voor het aanwezige water in het plangebied is een passende bestemming opgenomen. De juridische regeling sluit aan op de standaard van Nijkerk.
Wonen
Deze bestemming is gegeven aan de woningen in het plangebied. De opzet van de verbeelding in combinatie met de planregels gaat er vanuit dat de bestaande situatie en de verschijningsvorm (bepaald door de goothoogte en kap) in principe gehandhaafd zal worden. Een uitzondering hierop vormt de nieuwbouw aan de Zijdevlinder/Vlinderlaan.
Ten aanzien van het gebruik van bijgebouwen is van belang dat in bijgebouwen geen primaire woonfuncties zijn toegestaan, zoals wonen, slapen, keuken, badkamer. Hobbyruimtes zijn wél mogelijk in bijgebouwen. Genoemde beperkingen gelden dus niet voor aanbouwen en uitbouwen. Voor wat betreft de maatvoeringen kent het plan geen onderscheid meer tussen aan-, uit- en bijgebouwen. In het kader van de Wabo wordt gesproken van 'bijbehorende bouwwerken'.
Bij woningen zijn, onder voorwaarden, niet-woonactiviteiten aan huis mogelijk.
Leiding - Gas
Deze bestemming is een dubbelbestemming. De onderliggende bestemmingen blijven van kracht, maar worden wel ingeperkt door deze bovengeschikte dubbelbestemming. Als aan de regels van de dubbelbestemming wordt voldaan, kan gewoon worden gebouwd en gebruikt conform de onderliggende bestemming.
Waarde - Archeologie
Deze dubbelbestemmingen zijn gebaseerd op het archeologiebeleid in de gemeente Nijkerk. Wat wel of niet is toegestaan wordt in de regels aangegeven door middel van een functieaanduiding.
5 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wro sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens de dag na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
5.1 Verslag Artikel 3.1.1 Bro Overleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is enkel vooroverleg gevoerd met de Veiligheidsregio Gelderland-Midden, inzake de voorziene realisatie van een indoorspeelvoorziening op het perceel Wallerstraat 127 in Nijkerk. De Veiligheidsregio is, met inachtneming van een aantal maatregelen/aandachtspunten, akkoord met de voorgenomen ontwikkeling (zie de bijlage bij de 'Nadere toelichting indoorspeelvoorziening' die als bijlage bij dit plan is gevoegd).
Belangen van overige overlegpartners zijn hier niet in het geding.
5.2 Verslag Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan Gemeente Nijkerk 2014, 1 heeft van donderdag 6 februari 2014 tot en met woensdag 19 maart 2014 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn vier zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een gemeentelijke beantwoording in de Notitie zienswijzen en planaanpassingen. Deze notitie is als bijlage, behorende bij dit bestemmingsplan, opgenomen.