Bestemmingsplan Nijkerk aan Zee
Bestemmingsplan - gemeente Nijkerk
Vastgesteld op 22-02-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Nijkerk aan Zee met identificatienummer NL.IMRO.0267.BP0111-0003 van de gemeente Nijkerk
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
1.5 ander bouwwerk
bouwwerk, geen gebouw zijnde
1.6 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde
1.8 bedrijfsgebouw
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening
1.9 bestaand
- a. bij bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald
- b. bij gebruik: legaal gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald
1.10 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak
1.11 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming
1.12 bijgebouw
een op zich zelf staand gebouw, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw
1.13 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk
1.14 bouwgrens
de grens van een bouwvlak
1.15 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten
1.16 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden
1.17 extensieve openluchtrecreatie
vormen van dagrecreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied of oppervlaktewater door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen, inlaatvoorzieningen voor vaartuigen
1.18 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
1.19 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is
1.20 kampeerauto
een personenauto waarvan de binnenruimte is ingericht voor het vervoer en verblijf van personen en is voorzien van een vaste kook- en slaapgelegenheid
1.21 kampeermiddel
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan danwel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht danwel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf
1.22 kampeerterrein
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting, bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf
1.23 kitesurfen
het varen met een door een vlieger voortbewogen plank of klein schip
1.24 onderkomen
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar-, vlieg- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent
1.25 peil
- a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst:
de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang - b. in andere gevallen:
de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte maaiveld
1.26 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
1.27 tent
een in hoofdzaak uit textiel of uit andere daarmee gelijk te stellen materialen vervaardigd onderkomen voor dag- en nachtverblijf, dat makkelijk is op te vouwen
1.28 toercaravan
een al dan niet uitklapbare caravan, geen stacaravan zijnde
1.29 zomerseizoen
het tijdvak tussen 1 april en 1 oktober
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk
van de snijlijn van dakvlak en gevelvlak tot aan het peil
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, op of aan dat bouwwerk bevestigde ondergeschikte delen, zoals schoorstenen, vlaggenmasten en antennes niet meegerekend
2.3 de oppervlakte van een bouwwerk
ter hoogte van de bovenkant van de begane grondvloer, tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, waarbij overstekken van 50 cm of meer worden meegerekend
2.4 diepte van ondergrondse gebouwen
gemeten vanaf de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer van de woning tot bovenkant afgewerkte keldervloer, het bedrijfsgebouw of bijgebouw waaronder wordt gebouwd
2.5 plaatsing van gebouwen
voorzover in de regels is bepaald dat voor gebouwen een afstand tot (de as van) de weg moet worden aangehouden danwel gebouwd dient te worden met inachtneming van een bouwvlak of bouwgrens, is dit niet van toepassing op overschrijding van deze afstand tot ten hoogste 1 m door balkons, bordessen, schoorstenen en dergelijke onderdelen van gebouwen
2.6 maatvoering
Alle maten zijn, tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. gebouwen, uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 3 meter, en een oppervlakte van maximaal 20 m², en
- b. andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een horecabedrijf, in hoofdzaak gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. erfontsluitingswegen en -paden.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 5 Recreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens een kampeerterrein voor niet meer dan 25 kampeerauto's;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - beleefnatuur':
- 1. de instandhouding en ontwikkeling van de aldaar voorkomende landschaps- en natuurwaarden, zoals:
- geomorfologische;
- bodemkundige;
- landschapsvisuele en;
- ecologische waarden;
- 2. educatieve recreatie;
- 1. de instandhouding en ontwikkeling van de aldaar voorkomende landschaps- en natuurwaarden, zoals:
- d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens een parkeerterrein;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'scouting': een scoutingterrein;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - business beach': tevens een vergader- en conferentiecentrum;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zonneweide': tevens een zonne- en recreatieweide, waaronder begrepen één kiosk met voorzieningen voor horeca en verhuur van strand- en sportartikelen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'strand': een strand, waaronder begrepen één kiosk met voorzieningen voor horeca en verhuur van strand- en sportartikelen;
- i. water
- j. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen wegen en paden, groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het bepaalde in artikel 17 is van toepassing.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersvoorzieningen, in de vorm van lokale stroomwegen, met bijbehorende fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten;
- b. groenvoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. watergangen, vaarwegen, waterpartijen, oevers, taluds, onderhoudspaden en kaden;
- b. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
- c. extensieve openluchtrecreatie gedurende de zomerperiode;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'haven', tevens aanlegsteigers voor een sportvishaven;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats': tevens ligplaatsen voor binnenvaartschepen en scoutingboten;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - rustzone': een rustzone voor watervogels;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'strand', tevens een strand.
7.2 Bouwregels
- a. Op de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, behorende bij de bestemming of bij aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden, zoals duikers, stuwen, aanlegsteigers voor recreatief medegebruik, dammen en bruggen.
- b. De bouwhoogte van de andere bouwwerken, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Leiding - Water
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een (drink)watertransportleiding en daarbij behorende voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 100 m².
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Archeologie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige archeologische waarden.
9.2 Bouwregels
- a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
- b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn slechts toelaatbaar, indien het:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing betreft, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, zoals bedoeld in lid 1.25, niet wordt uitgebreid en of;
- 2. een bouwwerk betreft waarvan de binnen de bestemming en ter plaatse van onderstaande aanduidingen gelegen oppervlakte niet meer bedraagt dan de daarbij aangegeven oppervlakte en de benodigde bodemingreep niet dieper gaat dan de daarbij aangegeven diepte:
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 2': 250 m² en 0,4 meter;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 7': 10.000 m² en 0,4 meter;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 8': 10.000 m² en 0,3 meter;
- 3. een bouwwerk betreft dat (inclusief graafwerkzaamheden) niet dieper is dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels en de volgende bepalingen:
- a. op basis van archeologisch onderzoek en/of advies van een archeologisch deskundige namens de gemeente moet zijn aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de grond waarop het bouwplan betrekking heeft aantoonbaar geroerd is beneden het archeologische niveau door de bestaande c.q. voormalige niet historische bebouwing of andere handelingen, of indien de archeologische waarde van de gronden reeds afdoende is vastgesteld, een en ander ter beoordeling van een archeologisch deskundige namens de gemeente;
- b. op basis van archeologisch onderzoek en/of advies van een archeologisch deskundige namens de gemeente moet zijn aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden beperkt door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden gericht op:
- 1. het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. het doen van opgravingen inclusief bijbehorende rapportage;
- 3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige inclusief bijbehorende rapportage.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening dit plan te wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' en een daarbij behorende aanduiding geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat de in lid 9.1 genoemde waarden geheel of gedeeltelijk niet meer aanwezig zijn, dan wel het niet meer noodzakelijk wordt geacht deze waarden te beschermen;
- b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' en een daarbij behorende aanduiding toe te kennen aan gronden, grenzend aan deze dubbelbestemming, indien uit onderzoek blijkt dat de begrenzing van bedoelde dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige waarden, aanpassing behoeft.
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen, en
- b. voorzieningen ten behoeve van de scheepvaart.
10.2 Bouwregels
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, uitsluitend toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, verkeerstekens, bakens en lichten, tot een bouwhoogte van 10 meter, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2, ten behoeve van het bouwen en gebruiken overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
- a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering en van de waterhuishouding en het scheepvaartverkeer, en;
- b. ter zake vooraf advies is ingewonnen bij de desbetreffende beheerder.
10.4 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen ten aanzien van het gebruik, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, uitsluitend toegestaan voorzieningen, geen bouwwerk zijnde, en gebruiksvormen ten dienste van en behorende bij de in dat lid, bedoelde doeleinden.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Bouwregels
12.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- d. het behoud van de cultuurhistorische waarden;
- e. het doorgang bieden aan dieren die hun leefomgeving in het betrokken gebied hebben of daar migreren.
12.2 Bouwen langs wegen en water
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
13.1 Verboden gebruik
Onder gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruik ten behoeve van een seksinrichting;
- b. het gebruik van onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- c. het gebruik van onbebouwde gronden als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- d. het winnen van fossiele energie zoals aardgas, aardolie, schaliegas en steenkoolgas.
13.2 Parkeernormen
Indien de ligging, de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet volgens de gemeentelijke parkeernormen, welke zijn opgenomen in de Nota Parkeernormen Nijkerk 2014 en indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging, parkeerruimte zijn aangebracht en in stand gehouden in, op of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein bij dat gebouw.
Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels
14.1 Luchtvaartverkeerzone - toetsingsvlak VDF
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - toetsingsvlak VDF' geldt een toetsingshoogte van 40 meter. In geval de beoogde maximale hoogte van een (bouw)plan een toetsingsvlak van de communicatie-, navigatie- of surveillanceapparatuur van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) doorsnijdt dient advies te worden ingewonnen bij LVNL (of diens rechtsopvolger) over het effect hiervan op de goede werking van betreffende apparatuur.
14.2 Overige zone - gelders natuurnetwerk
14.3 Overige zone - polderlandschap
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - polderlandschap' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de bescherming, de ontwikkeling en/of het herstel van:
- a. het open en weids landschap met blokvormige verkaveling en strokenverkaveling;
- b. het gebruik als blijvend grasland; hoog waterpeil;
- c. kronkelende sloten, waarin de vroegere kreken nog herkenbaar zijn;
- d. pollen met (erf)beplanting;
- e. wielen.
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van dit plan:
- a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 meter en de inhoud niet meer dan 50 m³ mag bedragen;
- b. indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen, paden en waterlopen, en ligging van bestemmings- en bebouwingsgrenzen en grenzen van aanduidingen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 meter bedragen;
- c. voor afwijkingen van bepalingen, gesteld ten aanzien van goot- en bouwhoogten, tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven goot- en bouwhoogten;
- d. voor afwijkingen van bepalingen, gesteld ten aanzien van de inhoudsmaat van woningen en bedrijfswoningen, tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven inhoudsmaat van woningen en bedrijfswoningen, uitsluitend ten behoeve van het isoleren van woningen;
- e. ten behoeve van het bouwen van antennemasten, zendmasten en gsm-masten tot een bouwhoogte van 20 meter;
mits er sprake is van:
- een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing door middel van een inrichtings- en beheersplan;
- een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen, voorzover daaraan behoefte blijkt te bestaan: het wijzigen van grenzen van bestemmingsvlakken zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 15 meter worden verschoven. Bij het wijzigen mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de belangen en waarden van de betrokken en aangrenzende bestemmingen.
Artikel 17 Overige Regels
17.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Nijkerk aan Zee'
Hoofdstuk 1 Inleiding
Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Nijkerk aan Zee" van de gemeente Nijkerk.
1.1 Aanleiding En Doel
Aan het Nijkerkernauw ligt een gebied voor (watergebonden) dag- en verblijfsrecreatie: Nieuw-Hulckesteijn. Het recreatiegebied wordt door de Arkervaart in tweeën gedeeld. Ten oosten van de vaart liggen onder meer een terrein voor verblijfsrecreatie en een jachthaven. Hiervoor is op 31 maart 2016 een nieuw bestemmingsplan vastgesteld.
Ten westen van de Arkervaart ligt een terrein voor dagrecreatie. Het gebied wordt begrensd door het water van het Nijkerkernauw, de Arkervaart en de Zeedijk en heeft een oppervlakte van circa 11 hectare. Het recreatiegebied heeft de naam "Nijkerk aan Zee"; een verwijzing naar de historische ligging aan de Zuiderzee.
Binnen het westelijke gebied zijn acht nieuwe ontwikkelingen voorzien; deels ter versterking en beleving van natuurwaarden, deels ter bevordering van het dagrecreatieve gebruik. Het betreft:
- 1. het aanleggen van een gebied voor beleefnatuur en natuureducatie;
- 2. het aanleggen van een zonneweide/picknickplek;
- 3. het samenvoegen van drie bestaande zwemstrandjes tot één zwemstrand en het toevoegen van een kiosk voor de verkoop van versnaperingen;
- 4. het aanleggen van het "Business Beach";
- 5. het uitbreiden van het bestaande restaurant;
- 6. het realiseren van een trouw-/fotolocatie;
- 7. het aanleggen van een camperterrein;
- 8. het aanbrengen van voorzieningen voor ongemotoriseerde watersport.
Het thans vigerende bestemmingsplan dateert van 1972 en is sterk verouderd. Bovendien kunnen de voorgenomen ontwikkelingen niet worden gerealiseerd op basis van het vigerende bestemmingsplan.
Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een eigentijdse regeling, waarin de voorgenomen ontwikkelingen zijn opgenomen.
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
Onderstaande afbeelding geeft de topografische situatie weer.
TOPOGRAFISCHE SITUATIE
Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend.
KADASTRALE SITUATIE
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 192.560 m² (circa 19,25 ha). De gronden zijn eigendom van Leisurelands.
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeren twee bestemmingsplannen:
- bestemmingsplan "Nieuw-Hulckesteyn", vastgesteld door de gemeenteraad op 28 september 1972;
- bestemmingsplan "2e herziening Nieuw-Hulckesteyn", vastgesteld door de gemeenteraad op 29 oktober 1987.
Bestemmingsplan "Nieuw-Hulckesteyn"
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart van het bestemmingsplan "Nieuw-Hulckesteyn". De ligging van het plangebied is aangegeven.
PLANKAART BESTEMMINGSPLAN "NIEUW-HULCKESTEYN" (1972)
De volgende bestemmingen zijn te onderscheiden:
- Strand A: deze gronden zijn bestemd voor oeverrecreatie, picknick- en speelgelegenheden. Er mag niet gebouwd worden.
- Strand B: deze bestemming is vervallen door vaststelling van het bestemmingsplan "2e herziening Nieuw-Hulckesteyn".
- Park, plantsoen, groenstrook: bedoeld voor park, plantsoenen en groen. Er mag niet worden gebouwd. Paden en parkeerruimte mogen slechts 10% van de oppervlakte beslaan.
- Bos: deze gronden zijn bestemd voor bosplantsoen en boswallen, zonder bebouwing.
- Water: deze bestemming is bedoeld voor vaarten, plassen en meren. Er zijn geen bouwwerken toegestaan, behoudens aanlegsteigers en andere kleine bouwwerken.
Bestemmingsplan "2e herziening Nieuw-Hulckesteyn" (1987)
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart van het bestemmingsplan "2e herziening Nieuw-Hulckesteyn". De ligging van het plangebied is aangegeven.
PLANKAART BESTEMMINGSPLAN "2E HERZIENING NIEUW-HULCKESTEYN" (1987)
De volgende bestemmingen zijn te onderscheiden:
- Strand A-1: deze gronden zijn eveneens bestemd voor oeverrecreatie, picknick- en speelgelegenheden. Er is een klein gebouw toegestaan voor verkoop en sanitaire voorzieningen, alsmede een gebouw voor de scoutingvereniging.
- Horecabedrijf: binnen deze bestemming is een horecabedrijf toegestaan, alsmede een dienstwoning.
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse
Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens geschiedenis, directe omgeving en plangebied.
2.1 Geschiedenis
De polder Arkemheen ten noorden van Nijkerk is een van de oudste polders van Nederland. De ondergrond van het poldergebied bestaat uit veen, waar overheen vanaf de Vroege Middeleeuwen klei is afgezet, toen het gebied onder invloed van de (Zuider)zee kwam. Grote delen van het veengebied erodeerden door de golfwerking, maar aan de randen bleven stukken behouden. Lange tijd bevond zich in het gebied van het huidige Arkemheen een kleine delta. Riviertjes en beken van de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe en de daartussen gelegen Gelderse Vallei mondden uit in de Zuiderzee. Door landaanwinning zijn de kleigronden geleidelijk veroverd op de Zuiderzee. Om het gewonnen land te beschermen werden vanaf de 13de eeuw dijken gebouwd. Door keerdeuren werd het overtollige water bij eb in de Zuiderzee geloosd. Later gebeurde dit door windwatermolens en stoomgemalen. Hierdoor ontstond de polder Arkemheen. Het veen dat hier resteerde is grotendeels alsnog verdwenen door afgraving, inklinking en oxidatie.
De polder Arkemheen is vooral bijzonder omdat er nooit een ruilverkaveling heeft plaatsgevonden, waardoor de oorspronkelijke verkavelingsstructuur nog aanwezig is. Het agrarische gebruik van de graslanden werd geleidelijk aan wel intensiever. Aan de binnenzijde van de voormalige zeedijk liggen enkele kolken en rietmoerassen, ontstaan door dijkdoorbraken. Het gebied is een natuurreservaat met broedplaatsen van vele soorten water- en weidevogels en een fourageer- en overwinteringsgebied voor trekvogels.
Na de afsluiting van de Zuiderzee (1932) werd het brakke gebied een zoetwaterdelta. Door de aanwezigheid van zout veen in de ondergrond heeft het grondwater echter plaatselijk nog steeds een brak karakter. Met de inpoldering van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland (1959-1968) daalde de waterstand. Omstreeks 1983 volgde een tweede daling, van 50 tot 80 cm beneden NAP, door de ingebruikneming van een elektrisch gemaal en aanpassingen in het waterlopenstelsel.
Nijkerk is ontstaan rond de Brede Beek die ontsprong in Zwartebroek en naar de Zuiderzee meanderde. Begin 18e eeuw is deze beek verbreed en verdiept tot de Arkervaart. Deze vormt nu de verbinding van de stad Nijkerk met het Nijkerkernauw. Het plangebied ligt aan de monding van de Arkervaart in het Nijkerkernauw ter hoogte van de schutsluis.
WIJDERE OMGEVING
2.2 Directe Omgeving
Onderstaande afbeelding geeft de bestaande toestand van het plangebied in zijn directe omgeving weer.
DIRECTE OMGEVING
Ruimtelijk-functioneel Het plangebied maakt deel uit van het recreatiegebied Nieuw-Hulckesteijn aan weerszijden van de Arkervaart. De ligging aan het Nijkerkernauw maakt het tot een aantrekkelijke plek voor diverse vormen van recreatie. Het oostelijke deel omvat onder meer de jachthaven De Zuidwal en een werkhaven van Rijkswaterstaat. Daarnaast is er recreatiepark Bad Hulckesteijn.
Het westelijke deel - het plangebied - staat bekend om de zonne-, zwem- en surffaciliteiten.
Ontsluiting Het plangebied is nabij de schutsluis in de Arkervaart ontsloten op de Zeedijk; een weg met een maximaal toegestane snelheid van 60 km/h en een beperkte hoeveelheid verkeer. Via deze weg is de provinciale weg Berencampweg/N301 snel te bereiken. Aan de zuidzijde, ter hoogte van Nijkerk, ligt de autosnelweg A28. Het plangebied is hiermee goed ontsloten voor het autoverkeer.
Ook voor het fietsverkeer is het plangebied goed bereikbaar. Door het zuidelijk deel van het plangebied loopt een vrijliggend fietspad parallel aan de Zeedijk. Ook langs de N301 richting Nijkerk en over het Nijkerkernauw-Nuldernauw naar Zuidelijk Flevoland liggen veilige fietspaden. De afstand tot het centrum van Nijkerk bedraagt circa 4 kilometer.
Met de jachthaven De Zuidwal (300 ligplaatsen) direct ten oosten van het plangebied en de ligging naast de Arkervaart richting Nijkerk is er bovendien sprake van een goede bereikbaarheid voor de pleziervaart.
2.3 Plangebied
Het plangebied heeft een oppervlakte van totaal circa 19,25 hectare. Daarvan bestaat een deel uit het water van het Nijkerkernauw.
Het recreatiegebied zelf is ongeveer 11 hectare groot. Verreweg het grootste deel van het recreatiegebied bestaat uit ligweiden met her en der wat opgaande beplanting. Ook zijn er momenteel drie kleine zandstranden.
De zuidelijke grens van het plangebied wordt gevormd door de Zeedijk met een openbare auto-ontsluiting en een vrijliggend fietspad. De hoofdentree tot het terrein ligt in de zuidoostelijke hoek ter hoogte van de schutsluis. Vanuit deze entree is het parkeerterrein bereikbaar.
De meeste faciliteiten liggen aan de oostzijde van het terrein.
Restaurant
In de zuidoosthoek grenzend aan het parkeerterrein ligt het restaurant "Strandhuys Nijkerk". Het gebouw bestaat uit één laag met een kap en heeft een oppervlakte van circa 150 m². Aan de noordkant van het restaurantgebouw staat een bijgebouw (circa 45 m²); aan de westzijde ligt een klein terras.
Haven
Tussen de Zeedijk en het restaurant ligt een kleine vissers- en roeischepenhaven van hengelsportvereniging 'Hoop op Geluk'. Hier zijn circa 100 ligplaatsen. Ook liggen aan de zijde van de Arkervaart 30 passantenplaatsen voor recreanten en beroepsvaart.
Scouting
Ten noorden van het restaurant ligt aan de kade het onderkomen van de Waterscouting Nijkerk (zeeverkenners). Het gebouw bestaat uit één laag met een kap en heeft een oppervlakte van circa 200 m².
Groen
Het groen binnen het plangebied bestaat thans voor een groot deel uit zonne- en speelweiden. Ten behoeve van de huidige recreatieve bestemming heeft altijd intensief maaibeheer plaatsgevonden, waardoor er geen ruimte is geweest voor natuurlijke ontwikkeling. Uitzondering hierop vormen de rietkragen en wilgen in het oevergebied aan de westzijde van het plangebied.
Door de jaren heen is in het gebied functioneel groen aangebracht in de vorm van houtwallen en bomen/boomgroepen, onder meer voor de schaduwwerking op het parkeerterrein.
Hoofdstuk 3 Plan
Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan.
3.1 Concept En Hoofdstructuur
Zoals in de gebiedsanalyse al aangegeven zijn er in het plangebied al diverse vormen van dagrecreatieve voorzieningen aanwezig. De voorzieningen zijn echter verouderd en samenhang ontbreekt. Een algehele opwaardering is noodzakelijk.
Vanuit gemeente en provincie is er de wens een laagdrempelig terrein voor dagrecreatie te behouden/maken; laagdrempelig qua bereikbaarheid maar zeker ook qua kosten. Door het aanbod te verbreden wordt meer ingespeeld op de vraag van de bezoekers en worden kostendragers gevonden. Tezamen ontstaat een financieel haalbaar plan.
Het plan "Nijkerk aan Zee" bevat een breed aanbod aan dagrecreatieve voorzieningen. Voor de dagrecreant zullen het zwemstrand en de picknickweide worden opgewaardeerd. Het bestaande restaurant krijgt ruimte voor uitbreiding. Voorts wordt onder de naam "Business Beach" een vergadercentrum gerealiseerd. Toegevoegd wordt een beperkte verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van een camperterrein.
Ter compensatie van de ruimtelijke impact van de nieuwe functies wordt een natuurgebied aangelegd waarbinnen tevens natuureducatie mogelijk is.
Om de diverse functies optimaal te kunnen laten functioneren is clustering gewenst. Hierdoor wordt tevens de impact op de omgeving beperkt. Onderstaande afbeelding geeft de hoofdstructuur van de inrichting van het plangebied.
HOOFDSTRUCTUUR
Aan de westzijde - weg van de drukte - wordt beleefnatuur aangelegd. Aansluitend aan dit gebied komt de zone met dagrecreatie. Het gebruik is relatief extensief. Nabij de entree tot het gebied komt een cluster van intensievere activiteiten, zoals het restaurant, de Business Beach en het camperterrein. Ook de bestaande voorzieningen van de scouting en de vissershaven behoren tot deze zone. Aan de noordzijde komt een landschappelijke groenzone op de strekdam. Het gebruik hiervan is extensief.
3.2 Ontwikkelingen
In deze paragraaf worden de acht voorgestane ontwikkelingen beschreven, zoals ook weergegeven op het Masterplan in bijlage 1.
3.2.1 Gebied voor beleefnatuur en natuureducatie
Een circa 3 hectare grote zone aan de westzijde van het plangebied wordt met beleefnatuur ingericht. Door delen van het maaiveld af te graven ontstaat een drassig, moerasachtig gebied dat uitermate geschikt is voor watervogels, amfibieën en reptielen. Het beheer zal extensief zijn en door verschraling ruimte bieden aan bijzondere soorten.
Aan de zuidzijde van het Nijkerkernauw ligt nog geen buitendijks natuurgebied van deze omvang. Het nieuwe gebied versterkt derhalve de biodiversiteit.
![]() | Om de natuur toegankelijk en daarmee beleefbaar te maken worden 'knuppelpad', stapstenen en andere avontuurlijke routes aangelegd. Een knuppelpad is een houten pad dat van balken wordt gemaakt. Op diverse plaatsen kunnen informatiebordjes worden geplaatst en vanaf de vogelkijkhut kunnen vogels ongestoord bekeken worden. |
3.2.2 Zonneweide/picknickplek
Direct ten oosten van het nieuwe natuurgebied wordt een zonneweide met een oppervlakte van circa 1,8 hectare aangelegd. Het betreft een grasveld met mogelijk solitaire of geclusterde bomen, al of niet met onderbegroeiing. De weide kan worden gebruikt voor zonnen en spelen. Onder de bomen kan schaduw gevonden worden. De zonneweide loopt aan de noordoostzijde over in het zwemstrand. Het gebruik van de zonneweide zal relatief beperkt zijn.
3.2.3 Zwemstrand
In aansluiting op de zonneweide wordt het bestaande zwemstrand uitgebreid. Dit strand vervangt de drie bestaande zwemstrandjes. Het zwemstrand loopt in een smalle reep door naar de noordoostzijde. In het water zal een zwemgedeelte worden afgebakend conform de daarvoor geldende regelgeving.
![]() | Op het strand wordt een kiosk gebouwd. Deze kiosk bevat een verkooppunt voor versnaperingen (frisdrank, ijs en friet). In en om de kiosk is er een terras, en vanaf het terras op het dak van de kiosk is er een mooi uitzicht over het gebied. |
3.2.4 Business Beach
In en om het bestaande bosje wordt vergaderlocatie "Business Beach" aangelegd. Het betreft een aaneenschakeling van 'boomhutten' die tezamen een kleine vergaderlocatie vormen.
De vergaderlocatie biedt ruimte voor besloten conferenties, vergaderingen en trainingen.
3.2.5 Uitbreiding restaurant
Het bestaande restaurant "Strandhuys Nijkerk" wordt aan de zuidzijde uitgebreid met een serre. Hierdoor is er op minder mooie dagen ook in het restaurant een 'buitengevoel'. Een tweede terras aan de oostzijde van het gebouw biedt uitzicht op de bedrijvigheid op de Arkervaart en de jachthaven en legt een relatie met de aanliggende gebieden.
3.2.6 Trouw-/fotolocatie
![]() | Steeds meer mensen kiezen voor een trouwplechtigheid in de buitenlucht. Het water en de natuur van het Nijkerkernauw bieden een goede setting voor een romantische gebeurtenis. De plechtigheid vindt plaats in een verplaatsbaar trouwprieel dat nabij de oeverlijn wordt opgericht. |
3.2.7 Camperterrein
In de zone met het Business Beach en het restaurant wordt tevens een camperterrein aangelegd. Het betreft een terrein voor maximaal 25 standplaatsen met minimale voorzieningen. Campergasten kunnen 24 uur per dag en 7 dagen per week in- en uitchecken via een digitale camperkiosk. Het camperterrein is geopend van 1 april tot 1 oktober.
3.2.8 Ongemotoriseerde watersport
Het brede Nijkerkernauw biedt goede mogelijkheden voor ongemotoriseerde watersport, zoals kanoën, zeilen en surfen. Het noordelijke deel van het strand wordt zodanig ingericht dat het geschikt is voor het inlaten van kano's en surfplanken. Ook blijft de bestaande inlaatplaats voor kleine zeil- en roei-/visbootjes bestaan. Er zal geen inlaatplaats voor gemotoriseerde vaartuigen worden aangebracht.
3.3 Overige Functies
Het plangebied herbergt enkele bestaande functies: het scoutingterrein en de kleine vissershaven. Beide functies blijven behouden en worden in het bestemmingsplan opgenomen.
3.4 Verkeer En Parkeren
Het plangebied is op één plek ontsloten. De entree vanaf de Zeedijk aan de zuidoostzijde biedt toegang tot het parkeerterrein waaraan de diverse functies liggen.
De verkeersaantrekkende werking is zeer divers. De piek ligt op zomerse dagen als er optimaal gebruik wordt gemaakt van het zwemstrand. In de periode van 1 april tot 1 oktober is er enig verkeer te verwachten. Gedurende de winterperiode is de verkeersaantrekkende werking laag, en nagenoeg uitsluitend het gevolg van de bezoekers aan het restaurant en het Business Beach. Er zijn geen kengetallen beschikbaar om het aantal verkeersbewegingen te kwantificeren.
Het plangebied zal ontsloten worden via de Zeedijk richting de provinciale weg N301 (Berencamperweg). Op basis van ervaring kan gesteld worden dat het aantal verkeersbewegingen door deze wegen verwerkt kan worden.
In het kader van het provinciale beheerplan kan de gemeente, in samenwerking met de provincie, nog verdere inzet plegen om sluipverkeer via de route Bremerseweg-Arkerweg te voorkomen c.q. terug te dringen om daarmee verstoring voor het Natura 2000-gebied Arkemheen weg te nemen.
Binnen het plangebied ligt parkeerterrein. Er zijn geen kengetallen voor het benodigde aantal parkeerplaatsen beschikbaar. Op basis van ervaring uit het verleden wordt verwacht dat het aantal parkeerplaatsen toereikend zal zijn.
3.5 Groen En Water
In het toekomstige situatie wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande natuurlijke kwaliteiten. Naast de aanleg van nieuwe natuurlijke vegetatie aan de westzijde van het plangebied wordt ook het opgaand groen ter plaatse van het recreatiegebied versterkt, onder meer door:
- zoveel mogelijk behoud van de bestaande beplanting;
- verwijderen van de populieren uit het populieren-/eikenbosje, waardoor de eiken meer ruimte krijgen om uit te groeien tot solitaire bomen;
- aanbrengen van houtwallen in aansluiting op de nieuwe natuurlijke waarden, met inheemse soorten als Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyra), Sleedoorn (Prunus spinoza), Hondsroos (Rosa canina), Veldesdoorn (Acer campestre) en Zwarte els (Alnus glutinosa).
Het plangebied bevat naast de reeds de beschreven aanpassing van de oeverlijn van het Nijkerkernauw geen nieuw oppervlaktewater.
Hoofdstuk 4 Beleid
In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:
- nationaal niveau;
- provinciaal niveau;
- gemeentelijk niveau.
4.1 Nationaal Niveau
4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving. De reeds ingezette trend om aan de provincies en gemeenten ruimte te laten inzake de ruimtelijke ontwikkelingen wordt versterkt in de SVIR.
De SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Het gaat onder meer om militaire objecten en terreinen, de grote rivieren en de ecologische hoofdstructuur.
Voor onderhavig plan is het belang "ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor een klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling" specifiek aan de orde. Het IJsselmeergebied - waartoe ook het Nijkerkernauw behoort - is onderdeel van het hoofdwatersysteem van Nederland. Internationale en nationale kaders en normen moeten de waterkwaliteit en -kwantiteit op peil houden.
Voor het IJsselmeergebied zijn de kaders en normen vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (zie paragraaf 4.1.2). Het betreft specifiek een kader voor buitendijks bouwen. Als aan dat besluit wordt voldaan, wordt tevens aan de SVIR voldaan.
4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
De in de SVIR opgenomen nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De werking van het Barro is naar plaats begrensd. Het oppervlaktewater van het Nijkerkernauw en de Arkervaart (tot aan de schutsluis) behoort tot het IJsselmeergebied. Het landgedeelte binnen het plangebied behoort hier niet toe.
In artikel 2.12.2 van het Barro is opgenomen dat geen nieuwe bebouwing of landaanwinning is toegestaan binnen het IJsselmeergebied (lid 1), behoudens maximaal 5 hectare voor natuurontwikkeling of andere bestemmingen dan natuurontwikkeling, aansluitend op de bestaande bebouwing (lid 2).
Het plan omvat geen structurele vorm van landaanwinning. Door de aanleg van het nieuwe natuurgebied en het samenvoegen van de zwemstrandjes kan de oeverlijn mogelijk verschuiven. De totale oppervlakte aan land en bebouwing zal nauwelijks toenemen en daarmee binnen de gestelde 5 hectare blijven.
Conclusie
Het plan voldoet aan het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
4.1.3 Besluit ruimtelijke ordening
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is van toepassing op het plan. Specifiek aandachtspunt is het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 2, waarin de verplichting is opgenomen om in de toelichting op een ruimtelijk besluit voor nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen bepaalde duurzaamheidsaspecten van het voornemen te motiveren: de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarbij moet achtereenvolgens worden aangetoond dat er een actuele regionale behoefte is (trede 1), of deze behoefte in bestaand stedelijk gebied kan worden opgevangen (trede 2), en dat - in geval van een ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied - de locatie multimodaal is of kan worden ontsloten (trede 3).
Trede 1 - actuele regionale behoefte
De provincie en regio willen door kwaliteitsverbetering van het toeristisch product haar landelijk marktaandeel vergroten. Voor een kwaliteitsverbetering is het onder andere belangrijk te investeren in innovatieve en duurzame concepten.
De behoefte aan de herstructurering is met name gelegen in de opwaardering van het terrein in zijn geheel voor watergebonden recreatieve doeleinden. Het terrein is immers al in gebruik voor dagrecreatie en dit zal niet veranderen. Wel worden nachtrecreatieve voorzieningen in de vorm van sobere camperplaatsen toegevoegd. Door deze verbreding wordt ingespeeld op de marktvraag en vormt het een aanvulling op het nabijgelegen recreatiepark Bad Hulckesteijn.
Het plan past binnen de genoemde doelstellingen om de kwaliteit van de sector te verbeteren en beter in te spelen op veranderende omstandigheden.
Trede 2 - bestaand stedelijk gebied
Bij nieuwe initiatieven dienen eerst bestaande planologische restcapaciteiten binnen de regio te worden betrokken alvorens nieuwvestiging of uitbreiding aan de orde is. In dit geval is geen sprake is van nieuwvestiging, maar van een wijziging van de invulling van het bestaande terrein. Wel is er sprake van uitbreiding, doch deze is beperkt en houdt verband met het doorvoeren van een kwaliteitsverbetering door verbreding van het aanbod. De gronden binnen het plangebied zijn nauwelijks geschikt voor andere doeleinden, zodat op dit punt de beschikbare gronden duurzaam worden benut.
Trede 3 - multimodaal ontsloten De ontsluiting van het plangebied voor autoverkeer is uitstekend. De ontsluiting voor langzaam verkeer is vanwege de afstanden tot de omliggende kernen minder goed, maar zeker niet slecht, gezien de wijze waarop het terrein via recreatieve fietsvoorzieningen en autoluwe wegen bereikbaar is. De ontsluiting per openbaar vervoer is vanwege de ligging in het buitengebied minder goed dan een stedelijke ligging, maar evenmin slecht met een op 700 meter afstand gelegen bushalte die met een halfuursfrequentie verbinding geeft met Nijkerk, Zeewolde en Harderwijk.
Conclusie
Het initiatief voldoet aan het Besluit ruimtelijke ordening en aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
4.1.4 Waterwet
Het buitendijks gelegen deel van het plangebied (zowel land als water) is onderdeel van het waterlichaam Zuidelijke Randmeren, dat onderdeel is van het beheergebied van Rijkswaterstaat. Fysieke ingrepen in het gebied zijn derhalve vergunningplichtig in het kader van de Waterwet.
Een vergunningaanvraag zal te zijner tijd worden getoetst aan onder meer instandhouding van de haalbaarheid van de ecologische doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water, die is geïmplementeerd in de Waterwet en waarvan de doelen zijn uitgewerkt in het Beheer- en ontwikkelplan rijkswateren 2016-2021 (Bprw). Het Toetsingskader waterkwaliteit, dat onderdeel is van het Bprw, beoordeelt de emissies van stoffen als gevolg van een bepaalde ontwikkeling en de fysieke ingreep zelf.
4.2 Provinciaal Niveau
Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:
- Omgevingsvisie Gelderland;
- Omgevingsverordening Gelderland.
Het plan wordt aan deze twee nota's getoetst.
4.2.1 Omgevingsvisie Gelderland
De Omgevingsvisie Gelderland heeft de status van structuurvisie. In de omgevingsvisie zijn twee hoofddoelen vervat die bijdragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven:
- 1. een duurzame economische structuur;
- 2. het borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving.
Een gezonde economie met een aantrekkelijk vestigingsklimaat vraagt om krachtige steden en vitale dorpen met voldoende werkgelegenheid. De provincie richt zich onder meer op een gezonde vrijetijdseconomie.
Een aantrekkelijke leefomgeving vergt een goede kwaliteit en beleving van natuur en landschap, een gezonde en veilige leefomgeving en een robuust bodem- en watersysteem.
Het plangebied is samen met recreatiepark Bad Hulckensteijn aangeduid als 'dagrecreatieterrein' en ligt voorts aan enkele 'toeristische routestructuren' zoals opgenomen in de omgevingsvisie.
Dagrecreatieterreinen
Dagrecreatieterreinen bieden van oudsher mogelijkheden voor laagdrempelige recreatie. De provincie onderzoekt de mogelijkheden om nieuwe toeristisch-recreatieve activiteiten te concentreren op bestaande dagrecreatieterreinen, waardoor de omgeving verder kan worden ontzien. Dit kan leiden tot een diversiteit die aansluit bij de consumentenvraag en kan tevens de exploitatie van het terrein verbeteren, waardoor openbare functies behouden kunnen blijven.
Het concept van "Nijkerk aan Zee" betreft een clustering van openbare en bedrijfsmatig geëxploiteerde recreatieve voorzieningen, die samen zorgen voor de financiële haalbaarheid van het geheel. Het plan sluit hiermee aan bij de doelstellingen voor dagrecreatieterreinen.
Toeristische routestructuren
De provincie onderkent het belang van toeristische routes (wandelen, fietsen, paardrijden) voor de vrijetijdseconomie en draagt derhalve bij aan de ontwikkeling ervan. In de directe omgeving van het plangebied liggen enkele wandel- en fietsroutes.
De voorgenomen ontwikkelingen dragen bij aan de kwaliteit van de recreatieve routes door een kortere of langere 'stopplaats' (koffie, lunch of verfrissende duik) te bieden. Omgekeerd vormen de toeristische routes een meerwaarde voor met name de verblijfsrecreatieve voorzieningen binnen het plangebied. De campergasten kunnen te voet of met de fiets de omgeving verkennen.
De ontwikkelingen in het plangebied en de bestaande toeristische routes vormen een versterking van elkaar.
Conclusie
Het plan past binnen c.q. sluit aan op de Omgevingsvisie Gelderland.
4.2.2 Omgevingsverordening Gelderland
De Omgevingsverordening Gelderland stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Op de verbeelding van de verordening zijn per doelgroep aanduidingen opgenomen. Per aanduiding gelden specifieke regels.
Ter plaatse van het plangebied gelden meerdere aanduidingen die te maken hebben met de doelgroepen Natuur, Landschap en Water en milieu.
Doelgroep Natuur
Het westelijk deel van het landgedeelte van het plangebied (zones 'beleefnatuur' en 'extensieve dagrecreatie' in de hoofdstructuur) heeft de aanduiding 'Groene ontwikkelingszone', die bestaat uit "gebieden met andere bestemmingen dan natuur die ruimtelijk verweven zijn met het Gelders natuurnetwerk en daar functioneel mee samenhangen en waarin wordt ingezet op versterking van die samenhang tussen inliggende en aangrenzende natuurgebieden".
Ter plaatse van deze aanduiding zijn geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen toegestaan, die leiden tot een significante aantasting van de kernkwaliteiten van het betreffende gebied, tenzij:
- a. geen reële alternatieven aanwezig zijn;
- b. sprake is van groot openbaar belang;
- c. negatieve effecten op de kernkwaliteiten, de oppervlakte en de samenhang zoveel mogelijk worden beperkt; en
- d. overblijvende negatieve effecten worden gecompenseerd.
Het gebied wordt thans al voornamelijk gebruikt voor extensieve dagrecreatie. Ter plaatse van de aanduiding omvat het plan de ontwikkeling van beleefnatuur en de concentratie van de bestaande extensieve recreatie (ligweide en zwemstrand), tezamen als kleinschalige ontwikkeling te bestempelen. Dit wordt als een passende ontwikkeling ervaren, omdat:
ad a. | er geen verplaatsing naar een locatie buiten de aanduiding mogelijk is vanwege de aanwezigheid van diverse voorzieningen, zoals ontsluiting en parkeerterrein en vanwege de gewenste koppeling van de extensieve dagrecreatie aan de overige voorzieningen in het plan; |
ad b. | dagrecreatieterreinen als provinciaal belangrijk worden ervaren, zoals blijkt uit de opname in de Omgevingsvisie Gelderland; |
ad c. | door de concentratie van de dagrecreatie ruimte ontstaat voor de feitelijke aanleg van beleefnatuur en de ontsluiting van het terrein niet nabij of door het nieuwe natuurgebied plaatsvindt; |
ad d. | de nieuwe natuur compensatie voor de overige ontwikkelingen vormt. |
Het watergedeelte van het plangebied (behoudens de Arkervaart) ligt eveneens in de 'Groene ontwikkelingszone', waarbinnen geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen zijn toegestaan. Het plan omvat geen grootschalige ontwikkelingen op het water en voldoet derhalve aan de genoemde regel.
Doelgroep Landschap
Het oostelijk deel van het landgedeelte van het plangebied (zones 'intensieve dag- en verblijfsrecreatie' en 'landschappelijke groenzone' in de hoofdstructuur) heeft de aanduiding 'Nationaal landschap buiten GGN, GO en NHW'. In deze zone zijn uitsluitend ontwikkelingen toegestaan die de kernkwaliteiten van het nationale landschap niet aantasten of wel deze versterken.
Het plangebied is onderdeel van het Nationale landschap Arkemheen; een polder die gekenmerkt wordt door de extreme openheid, de grillige verkaveling met kronkelende sloten en de oude hoeven op terpen langs de rand. Het plangebied ligt buiten de Zeedijk en is daardoor niet echt onderdeel van de polder.
Het plan betreft de doorontwikkeling van een bestaand terrein voor dagrecreatie en leidt gezien ligging en omvang niet tot een aantasting van het landschap.
Het gehele landdeel van het plangebied behoort tot de aanduiding 'Waardevol open gebied' dat zich uitstrekt over de gehele polder Arkemheen. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die de openheid van het gebied aantasten.
Zoals aangegeven ligt het plangebied bezijden de polder en is de ruimtelijke ontwikkeling (bebouwing) zeer beperkt van omvang. Er vindt geen aantasting van het open landschap plaats.
Doelgroep Water en milieu
Het gehele plangebied ligt binnen de aanduiding 'Intrekgebied' die een groot deel van de provincie beslaat en waar geen winning van fossiele brandstoffen is toegestaan. Het plan voorziet niet in de winning van fossiele brandstoffen en sluit derhalve aan bij de gestelde regel.
Conclusie
Het plan voldoet aan de Omgevingsverordening Gelderland.
4.3 Gemeentelijk Niveau
4.3.1 Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030
De Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030 vormt het integrale ruimtelijke kader waarbinnen de gemeente Nijkerk zich in de periode tot 2030 ontwikkelt. Onderstaande afbeeldingen geven uitsneden van de Integrale toekomstvisiekaart en de themakaart Recreatie & Toerisme.
INTEGRALE TOEKOMSTVISIEKAART THEMAKAART RECREATIE & TOERISME
Ter plaatse van het gebied Nieuw-Hulckesteijn, waar het plangebied onderdeel van is, is de ontwikkeling/versterking van het recreatieve cluster voorzien. Dit vindt plaats door stimulering van horeca en (verblijfs)recreatievoorzieningen.
Op de themakaart Recreatie & Toerisme is dit nader gedetailleerd. Het plangebied is aangewezen als recreatiegebied met strand en zwemwater. In het gehele Nijkerkernauw is recreatief varen mogelijk.
Het plan betreft een verdere uitwerking van de in de structuurvisie uitgezette koers en past derhalve in het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Conclusie
Het plan past binnen de Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030.
Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten
In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:
- 1. milieu;
- 2. waarden;
- 3. waterhuishouding.
5.1 Milieu
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet een toetsing plaatsvinden van de voorgenomen ontwikkelingen aan de relevante milieuaspecten, teneinde het toekomstige gebruik af te stemmen op de omgeving. In deze paragraaf worden de milieuaspecten afzonderlijk beschreven.
5.1.1 Bodemkwaliteit
5.1.2 Bedrijven en milieuzonering
5.1.3 Externe veiligheid
5.1.4 Geurhinder veehouderijen
5.1.5 Geluid
5.1.6 Luchtkwaliteit
5.1.7 Milieueffectrapportage
5.2 Waarden
5.2.1 Archeologie
5.2.2 Cultuurhistorie
5.2.3 Natuurwaarden
5.3 Waterparagraaf
5.3.1 Inleiding
De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen bij de totstandkoming van een plan. Deze waterparagraaf is een onderdeel van de watertoets.
De waterparagraaf beschrijft zowel de huidige als toekomstige waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater).
Het waterbeheer in onderhavig plangebied vindt plaats door twee organisaties:
- Rijkswaterstaat beheert het gehele buitendijkse gebied, inclusief het oppervlaktewater van het Nijkerkernauw en het (buitendijks deel) van de Arkervaart;
- Waterschap Vallei en Veluwe is belast met het bheer van het binnendijkse deel en de primaire waterkering Zeedijk.
5.3.2 Beleid
In deze paragraaf is het relevante vigerende beleid opgenomen.
5.3.3 Waterschapsbelangen
Belangen Rijkswaterstaat
Zoals in paragraaf 4.1.4 reeds genoemd is het buitendijkse deel van het plangebied onderdeel van het beheergebied van Rijkswaterstaat. Dat betekent dat fysieke ingrepen in het gebied vergunningplichtig zijn in het kader van de Waterwet. Te zijner tijd zal een vergunningaanvraag worden ingediend.
De buitendijkse ligging betekent voorts dat het gebied niet wordt beschermd door een genormeerde waterkering. Risico's ten aanzien van wateroverlast en waterveiligheid zijn daardoor niet uit te sluiten, en deze liggen primair bij de initiatiefnemer/gebruiker en niet bij het Rijk of gemeente. Bij verdere uitwerking van het plan zal hiermee rekening worden gehouden.
Waterschap Vallei en Veluwe
De Zeedijk behoort tot het beheergebied van waterschap Vallei en Veluwe. De Zeedijk betreft een primaire waterkering die het achterliggende land moet beschermen tegen hoog water in het Nijkerkernauw. Het is van belang dat de dijk voldoende op sterkte blijft. Ontwikkelingen die daarop van negatieve invloed zijn, zijn uiteraard niet toegestaan.
Bij een primaire waterkering gelden drie zones: de kernzone, en de beschermingszones A en B. In de planregels is de beschermingszone A vervat in de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering', die regels bevat ter bescherming van de dijk.
5.3.4 Hemelwater
Het plan omvat de toevoeging van enkele gebouwen. Het hemelwater vanaf de gebouwen wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater van Nijkerkernauw of Arkervaart.
5.3.5 Afvalwater
Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden.
Het vuile afvalwater zal op de bestaande riolering in de Zeedijk geloosd worden.
5.3.6 Waterkwaliteit
Er zijn geen bijzondere maatregelen genomen om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.
5.4 Kabels, Leidingen En Andere Beperkingen
5.4.1 Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland
Als gevolg van haar wettelijke taken (artikel 5.23 lid 1 van de Wet luchtvaart) beheert Luchtverkeersleiding Nederland (hiema: LVNL) technische installaties en systemen ten behoeve van de luchtverkeersbeveiliging. Een belangrijk deel hiervan betreft de apparatuur voor communicatie-, navigatie- en surveillance-infrastructuur (CNS). CNS-apparatuur wordt gebruikt om het radiocontact tussen de verkeersleiding en de piloten te onderhouden, navigatie in het naderingsgebied en -route mogelijk te maken en de plaatsbepaling van vliegtuigen zeker te stellen. Deze technische installaties en systemen staan met name op en in de omgeving van luchtvaartterreinen, maar ook verspreid in het land zoals in de gemeente Nijkerk.
CNS-apparatuur maakt gebruik van radiogolven die uitgezonden en/of ontvangen worden door antennesystemen. Objecten (zoals gebouwen, windmolens, etc.) vormen in potentie een bedreiging voor de correcte werking van de apparatuur omdat ze de uitgezonden radiosignalen kunnen verstoren. Het is daarom in het belang van de veiligheid van de luchtvaart om de diverse systemen tegen verstorende objecten te beschermen.
De CNS-systemen kennen elk een eigen driedimensionaal toetsingsvlak ter bescherming. Objecten die het toetsingsvlak doorsnijden kunnen verstoring opleveren. In dit kader beoordeelt LVNL of de uitvoering van voorgenomen (bouw)plannen inderdaad van invloed zijn op de correcte werking van CNS-apparatuur.
Aan de weg Nekkeveld (circa 2250 meter ten zuidwesten van het plangebied) staat een VHF Directional Finder (kortweg: VDF) opgesteld. Een VDF is een CNS-systeem om de richting te bepalen van het vliegtuig waarmee op dat moment wordt gecommuniceerd. De VDF heeft een toetsingsvlak dat zich uitstrekt tot een straal van 3 kilometer. Binnen de eerste 500 meter vanaf de VDF geldt een toetsingshoogte van 0 meter; elk op te richten object binnen dit gebied kan verstoring veroorzaken. Vanaf het 0 meter vlak loopt het toetsingsvlak trechtervormig omhoog tot een hoogte van 52 meter +NAP op een afstand van 3 km. Vanaf de straal van 3 km geldt een apart windturbinevlak met een toetsingshoogte vanaf 52,06 meter +NAP tot een straal van 10 km gemeten vanaf de basis van de antenne. Dit deel van het toetsingsvlak is enkel van toepassing op windturbines.
Het plangebied ligt gedeeltelijk in het toetsingsvlak. Ter plaatse van onderhavig plangebied ligt het toetsingsvlak op een hoogte van circa 40 meter +NAP. Het maaiveld ligt ongeveer op 0 meter +NAP, zodat de aangegeven hoogte tevens vanaf het maaiveld mag worden gemeten.
In de planregels is een regeling opgenomen dat indien men voornemens is om te bouwen binnen het toetsingsvlak advies wordt ingewonnen bij de LVNL. Het deel van het toetsingsvlak dat uitsluitend van toepassing is op windturbines, is niet opgenomen op de verbeelding, omdat voorliggend bestemmingsplan geen windturbines toestaat.
5.4.2 (Drink)watertransportleiding Flevoland-Amersfoort
De (drink)watertransportleiding Flevoland-Amersfoort doorsnijdt het plangebied. Om risico's van schade aan de leiding zoveel mogelijk te beperken is een beschermingszone toegepast. Binnen deze zone zijn de bouwmogelijkheden beperkt. In de planregels is hiertoe de dubbelbestemming 'Leiding - Water' opgenomen.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
De economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijke ontwikkeling betreft twee aspecten. Ten eerste moet het realiteitsgehalte van de plannen worden aangetoond: is er behoefte aan de voorgenomen ontwikkeling. Ten tweede moet de financiële uitvoerbaarheid worden onderbouwd: zijn alle kosten die de gemeente moet maken ten behoeve van het initiatief gedekt.
6.1 Behoefte
De ontwikkeling van het terrein voor dagrecreatie wordt ondersteund door de provincie Gelderland.
6.2 Financiële Uitvoerbaarheid
Artikel 6.12 lid 1 Wro verplicht de gemeente een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop bepaalde bouwactiviteiten zijn voorgenomen, tenzij het kostenverhaal 'anderszins verzekerd' is (artikel 6.12 lid 2a Wro).
In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn de bouwactiviteiten genoemd waarvoor het vaststellen van een exploitatieplan verplicht is. De in voorliggend bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen behoren tot deze in het Bro genoemde bouwactiviteiten. Op basis van artikel 6.12 lid 2a Wro is het vaststellen van een exploitatieplan echter niet verplicht, omdat de gemeente en grondeigenaren een (anterieure) overeenkomst hebben gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het kostenverhaal. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins verzekerd'. Het opstellen van een exploitatieplan is niet vereist.
6.3 Conclusie
Het plan is economisch uitvoerbaar. De behoefte is aangetoond en de financiële uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd.
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
7.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling is bindend.
Het bestemmingsplan bestaat uit:
- de toelichting;
- de planregels;
- de verbeelding.
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.
De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012.
7.2 Planregels
De indeling van de planregels is als volgt.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Hoofdstuk 4 Overgangsregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1) In dit artikel zijn de begrippen die in de planregels worden gehanteerd gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2) In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Groen (artikel 3)
De primaire waterkering heeft, conform haar huidige functie, de bestemming 'Groen' gekregen.
Horeca (artikel 4)
Het bestaande restaurant is in een horecabestemming vervat. De bestemming biedt ruimte voor uitbreiding van het restaurantgebouw en het terras.
Recreatie (artikel 5)
De bestemming 'Recreatie' beslaat een groot deel van het plangebied. De meeste ontwikkelingen vinden binnen deze bestemming plaats. Om de verschillende functies te scheiden of juist te combineren zijn aanduidingsvlakken aangegeven. Er kunnen meerdere aanduidingen over elkaar liggen. Het bestaande scoutingterrein is eveneens in deze bestemming opgenomen.
Verkeer (artikel 6)
De weg Zeedijk heeft de bestemming 'Verkeer'.
Water (artikel 7)
Het water van het Nijkerkernauw en de Arkervaart heeft de bestemming 'Water' gekregen. Binnen deze bestemming is, naast de gebruikelijke functie voor de waterhuishouding, gedurende de zomerperiode tevens extensieve openluchtrecreatie mogelijk. Ook de sportvishaven is in deze bestemming vervat.
Leiding - Water (artikel 8)
Ter bescherming van de (drink)watertransportleiding heeft deze de dubbelbestemming 'Leiding - Water' gekregen.
Waarde - Archeologie (artikel 9)
Het gehele plangebied heeft een archeologische dubbelbestemming. Op basis van het gemeentelijk archeologiebeleid zijn middels functieaanduidingen drie verschillende categorieën onderscheiden.
Waterstaat - Waterkering (artikel 10)
Ter bescherming van de primaire waterkering Zeedijk is de dubbelbestemming 'Waterstaat -Waterkering' opgenomen. De dubbelbestemming omvat de beschermingszone A.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 11) In dit artikel is bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor bouwen hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels (artikel 12) Dit artikel bevat mogelijkheden voor het stellen van nadere eisen en regels voor het bouwen langs wegen of water.
Algemene gebruiksregels (artikel 13) In dit artikel is nader omschreven welke vormen van gebruik in ieder geval als strijdig met het bestemmingsplan worden aangemerkt. Voorts is de verplichting tot het voorzien in voldoende parkeergelegenheid opgenomen, waarbij een verwijzing is opgenomen naar het relevante beleidsdocument.
Algemene aanduidingsregels (artikel 14)
Dit artikel bevat twee gebiedsaanduidingen:
- de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - toetsingsvlak VDF' ter bescherming van het functioneren van het VDF-systeem;
- de gebiedsaanduiding 'Overige zone - polderlandschap' als toetsingskader voor de inrichting van het landschap.
Algemene afwijkingsregels (artikel 15) In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Deze afwijkingen betreffen onder meer het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages.
Algemene wijzigingsregels (artikel 16)
In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het in beperkte mate verschuiven van de bestemmingsgrenzen.
Overige regels (artikel 17)
Dit artikel bevat een systeem van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Tevens is aangegeven welke werken en werkzaamheden verboden zijn.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 18) Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen. Dit artikel bevat tevens een overgangsregel ten aanzien van het voortzetten van bestaand gebruik dat in strijd met het bestemmingsplan is.
Slotregel (artikel 19) Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 8 Procedure
Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure op grond van artikel 3.9a Wro. De voorziene procedurestappen zijn:
- 1. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
- 2. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
- 3. Vaststelling door gemeenteraad
- 4. Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan
8.1 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan
Op grond van artikel 3.9 Wro heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf 28 september 2017 tot en met 8 november 2017 ter inzage gelegen. De zienswijzenota is opgenomen als onderdeel van het Vaststellingsbesluit.
Bijlage 1 Masterplan "Nijkerk Aan Zee"
Bijlage 1 Masterplan "Nijkerk aan Zee"