Buitengebied Valburg - 11 (Afslag 38, zuidelijke tak)
Bestemmingsplan - gemeente Nijmegen
Onherroepelijk op 01-02-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Buitengebied Valburg - 11 (Afslag 38, Zuidelijke tak)" van de gemeente Nijmegen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand (NL.IMRO.0268.BP144W11-OH01) met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 archeologisch deskundige
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
1.6 archeologisch onderzoek
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
1.7 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren.
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bedrijvigheid
het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren.
1.10 bestaand
- a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning;
- b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bouwhistorisch onderzoek
in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”.
1.14 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.15 cultuurhistorische waarden
waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed.
1.16 geluidsgevoelige functies
geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten:
geluidsgevoelige gebouwen
- a. woningen;
- b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
- 1. onderwijsgebouwen;
- 2. ziekenhuizen;
- 3. verpleeghuizen;
- 4. de volgende 'andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen':
- verzorgingstehuizen;
- psychiatrische inrichtingen;
- medische centra;
- poliklinieken;
- medische kleuterdagverblijven.
geluidsgevoelige terreinen
- I. terreinen die behoren bij de hiervoor lid b onder 4 bedoelde 'andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen', voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
- II. woonwagenstandplaatsen.
1.17 historisch landschappelijk erfgoed
fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie.
1.18 HOV
een openbaar vervoerssyteem op luchtbanden of rails dat gepositioneerd kan worden tussen de traditionele bus/straattram en lightrail. Het is gericht op verplaatsingsafstanden tussen de 5 en 15 km, meestal tussen het stadscentrum en de agglomeratiegrens.
1.19 landschappelijke waarden
waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.20 natuurlijke waarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
1.21 obstakel
een voorwerp, beplantingselement of dwarsprofielelement dat bij aanrijding ernstige schade aan een voertuig en/of (dodelijk) letsel aan de inzittenden kan veroorzaken.
1.22 obstakelvrije zone
De obstakelvrije zone is het gebied langs het deel van de verkeersbaan waarin geen obstakels mogen voorkomen.
1.23 perceelsgrens
de grens van een bouwperceel.
1.24 straatmeubilair
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, abri's en dergelijke.
1.25 terreinen met een archeologisch belang
terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.
1.26 terreinen van zeer hoge archeologische waarde
terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn.
1.27 werk
een werk, geen bouwwerk zijnde.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstanden tussen lijnen
afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 het bebouwde oppervlakte
de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons.
2.5 het peil
de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald:
- a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
- c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw;
- d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn;
- e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor bos, behoud en/of herstel van cultuurhistorische- en natuurwaarden, onderhoud en (beheer van) watergangen, natuurlijke oevers, oeverbeschoeiingen en taluds
3.2 Aanlegvergunning
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (verkeers)wegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden) met maximaal 2 x 2 rijstroken met tevens een functie van ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden; met een functie voor verblijf en verplaatsing, openbaar vervoer, HOV, kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), vluchtstroken, in- en uitvoegstroken en rotondes, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen; met dien verstande dat: - ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel 1" het maximale wegprofiel 15,45 meter (m) mag bedragen; - ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel 2" het maximale wegprofiel 28 m mag bedragen; - ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel 3" het maximale wegprofiel 30,90 m mag bedragen; - ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel 4" het maximale wegprofiel 31,5 m mag bedragen; - ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel 5" het maximale wegprofiel 26,2 m mag bedragen. Het gezamenlijk maximaal dwarsprofiel van 1 en 4 mag maximaal 31,5 m bedragen.
- b. bijbehorende voorzieningen zoals: groenvoorzieningen, natuurlijke oevers en oeverbeschoeiingen, taluds en geluidwerende voorzieningen;
- c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen (waaronder het realiseren van hoofdwatergangen), alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen ;
- d. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12
- e. ter plaatse van de aanduiding "obstakelvrije zone A15" is het niet toegestaan obstakels te plaatsen
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en –berging, watergangen, aanleg- en vissteigers, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, natuurlijke oevers, oeverbeschoeiingen en onderhoudsstroken kunstwerken, bruggen en andere waterstaatkundige werken en;
- b. ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone windturbine" is overzwaai van rotorbladen van een buiten het plangebied mogelijk te maken windturbine toegestaan;
- c. ter plaatse van de aanduiding "(v)" (verkeer) tevens ( verkeers)wegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden) met inachtname van de maximale dwarsprofielen 1 en 4 zoals begrepen in artikel 4.1, lid a, met tevens een functie van ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden; met een functie voor verblijf en verplaatsing, openbaar vervoer, HOV, kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), vluchtstroken, in- en uitvoegstroken en rotondes, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen zijn toegestaan.
5.2 Aanlegvergunning
Artikel 6 Waarde - Archeologie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van archeologische waarden, te weten:
- a. ter plaatse van de aanduiding "waarde archeologie - 2": terreinen met een archeologisch belang;
- b. ter plaatse van de aanduiding "waarde archeologie - 3": terreinen van zeer hoge archeologische waarde.
6.2 Bouwregels
6.3 Ontheffing van de bouwregels
6.4 Aanlegvergunningenstelsel
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
- a. de aanduiding "Waarde-archeologie 2" of "Waarde-archeologie 3" geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. de aanduiding "Waarde-archeologie 2" of "Waarde-archeologie 3" op te nemen, indien uit aanvullend archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 7 Waterstaat - Waterbergingsgebied
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging, kunstwerken, bruggen en andere waterstaatskundige werken alsmede voor watergangen met natuurlijke oevers of oeververbindingen en waterpartijen en plas- en draszones; waterhuishoudkundige voorzieningen, oeverbeschoeiingen en waterpartijen; oevers en taluds
Er dient in totaliteit minimaal 4923 m2 retentie binnen het plangebied te worden gerealiseerd. Voor de opgave per fase is het bepaalde in paragraaf 5.2.3 van de plantoelichting bepalend.
7.2 Bouwregels
7.3 Ontheffing van de bouwregels
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
- a. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
- b. het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
Deze gebruiksvormen zijn niet strijdig, indien en voor zover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waaronder een aanlegvergunning zoals bedoeld in artikel is verleend.
Artikel 8 Waterstaat - Waterlopen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, (hoofd)watergangen, kunstwerken, bruggen, duikers en andere waterstaatskundige werken, alsmede voor watergangen met natuurlijke oevers of oeververbindingen en waterpartijen en plas- en draszones; waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder watergangen met natuurlijke oevers en oeverbeschoeiingen en waterpartijen; retentie en waterberging en oevers, oeverbeschoeiingen en taluds
8.2 Bouwregels
8.3 Ontheffing van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
- a. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
- b. het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
Deze gebruiksvormen zijn niet strijdig, indien en voor zover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waaronder een aanlegvergunning zoals bedoeld in artikel is verleend.
Artikel 9 Leiding - Hoogspanningsverbinding
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
9.2 Bouwregels
9.3 Ontheffing van de bouwregels
9.4 Aanlegvergunning
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti - Dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Beeldende Kunst
Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 5 meter, met dien verstande dat dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. Uitzondering hierop is de aanduiding "obstakelvrije zone A15" op de verbeelding.
Artikel 12 (Bouw)werken Ten Algemenen Nutte
Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen met uitzondering van de bestemming "Bos" toegestaan, met dien verstande dat:
- a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³;
- b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²;
- c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen;
- d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen;
- e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn;
- f. de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven.
Artikel 13 Overige Regels
13.1 Verwijzing (wettelijke) regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere (wettelijke) regelingen dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.
13.2 Voorrangsregeling bestemmingen
Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen, dan dient de volgende prioriteitenvolgorde te worden aangehouden:
-in de eerste plaats de planregels in artikel 7 en 8
-in de tweede plaats de planregels van artikel 6
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
14.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Buitengebied Valburg - 11 (Afslag 38, zuidelijke tak)".