KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 4 Centrum
Artikel 5 Cultuur En Ontspanning
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning - Kinderboerderij
Artikel 7 Detailhandel
Artikel 8 Gemengd - 1
Artikel 9 Gemengd - 2
Artikel 10 Gemengd - 3
Artikel 11 Gemengd - 4
Artikel 12 Gemengd - 5
Artikel 13 Gemengd - 6
Artikel 14 Gemengd - 7
Artikel 15 Groen
Artikel 16 Horeca
Artikel 17 Kantoor
Artikel 18 Maatschappelijk
Artikel 19 Tuin
Artikel 20 Verkeer
Artikel 21 Water
Artikel 22 Wonen
Artikel 23 Leiding - Riool
Artikel 24 Waarde - Archeologie 2
Artikel 25 Waarde - Archeologie 3
Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie 1
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie 2
Artikel 28 Waterstaat - Waterkering
Artikel 29 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 30 Anti-dubbeltelregel
Artikel 31 Algemene Bouwregels
Artikel 32 Algemene Gebruiksregels
Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 34 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 35 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 36 Overgangsrecht
Artikel 37 Slotregel
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten (Model Nijmegen)
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten (Model Nijmegen)
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Actualisatie
1.2 Plangebied
1.3 Raamwerk
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen En Ruimtelijke Onderbouwing
2.1 Franse Plaats 1-3 (Uitbreiding Commanderie Van Sint Jan)
2.2 Lindenberghaven
Hoofdstuk 3 Plansystematiek
3.1 Algemeen
3.2 Regels
3.3 Flexibiliteitsbepalingen
Hoofdstuk 4 Woonfunctie
4.1 Algemeen
4.2 Stedenbouwkundige Uitgangspunten
4.3 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 5 Economische En Maatschappelijke Functies
5.1 Algemeen
5.2 Uitgangspunten Per Functie
5.3 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 6 Openbare Ruimte
6.1 Algemeen
6.2 Externe Veiligheid
6.3 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid
7.1 Economische Uitvoerbaarheid
7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlagen Bij Toelichting
Bijlage 1 Raamwerk Centrum
Bijlage 2 Stedenbouwkundige Matrix
Bijlage 3 Inspraaknota
Bijlage 4 Advies Veiligheidsregio Gelderland-zuid

Nijmegen Centrum - Binnenstad

Bestemmingsplan - Nijmegen

Vastgesteld op 28-11-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad van de gemeente Nijmegen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP5000-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanbouw

een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is.

1.4 aan huis verbonden beroepsactiviteiten

een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.

1.5 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten

het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend.

1.6 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.8 achtergevellijn

de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan;

1.9 archeologisch deskundige

de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.

1.10 archeologisch onderzoek

onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.

1.11 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren.

1.12 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.13 bed en breakfast

een overnachtingsmogelijkheid gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed- en breakfast heeft maximaal 4 kamers en 8 slaapplaatsen.

1.14 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.15 bedrijfsvaartuig

een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal- culturele activiteiten.

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.

1.17 bedrijvigheid

het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren.

1.18 beschermd stadsbeeld

stadsbeelden die overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke monumentenverordening zijn aangewezen als beschermde stadsbeelden en waarvan een kaart met daarop aangegeven de begrenzing van het te beschermen gebied is opgenomen in het gemeentelijk monumentenregister Nijmegen.

1.19 beschermd stadsgezicht

stadgezicht dat ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet is aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant.

1.20 bestaand

  1. a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
  2. b. bestaand gebruik: het legale gebruik van gronden en bouwwerken dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebruikt kan worden krachtens een omgevingsvergunning.

1.21 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.22 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.23 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.24 bijgebouw

een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte.

1.25 bouwen

het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.26 bouwhistorisch onderzoek

in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”.

1.27 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.28 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.29 bouwmarkt

een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden.

1.30 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.31 bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

1.32 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.33 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.34 camperplaats

een speciaal voor campers ingerichte parkeerplaats. Hier mag men tegen geringe vergoeding de camper parkeren en overnachten.

1.35 casino

een speelcasino zoals bedoeld in artikel 27 lid g van de Wet op de kansspelen, te weten de voor het publiek opengestelde of bedrijfsmatig gedreven inrichting, waar door middel van gemeenschappelijk beoefende kansspelen aan de deelnemers de gelegenheid wordt gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.

1.36 cultuur en ontspanning

voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speelautomatenhal, theater en wellness. Prositutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een casino is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'.

1.37 cultuurhistorische waarden

waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed.

1.38 dakvorm

Voor het beschermd stadsgezicht Benedenstad is voor een groot aantal panden een aanduiding opgenomen voor de dakvorm. De aangeduide dakvorm dient behouden te blijven dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw waarbij een nieuw dak wordt gebouwd, gerealiseerd te worden. De volgende dakvormen zijn onderscheiden (zie ook bijbehorende schetsen):

  1. a. dakvorm afgeplat zadeldak (sba-d1): deze dakvorm betreft een zadeldak die aan de bovenzijde is afgeplat. De nok kan zowel evenwijdig aan als haaks op de voorgevel staan;
  2. b. dakvorm evenwijdig aan de voorgevellijn (sba-d2): deze dakvorm heeft de nok evenwijdig aan de voorgevellijn. Dit is de lijn van de belangrijkste gevel gezien vanaf de straat. Het dak kan een zadeldak met twee topgevels betreffen of een zadeldak met twee dakschilden of een zadeldak met aan één zijde een topgevel en aan één zijde een dakschild;
  3. c. dakvorm lessenaarsdak (sba-d3): betreft een lessenaarsdak;
  4. d. dakvorm lijstgevel (sba-d4): deze dakvorm heeft een dakschild of wolfseind boven de voorgevel. De nok staat haaks op de voorgevel. Aan de achterzijde kan het dak een dakschild of wolfseind hebben of beëindigd worden door een topgevel;
  5. e. dakvorm plat (sba-d5): betreft een plat dak;
  6. f. dakvorm plat dak met omlopende dakschilden (sba-d6): dit type dakvorm heeft een plat dak met omlopende dakschilden. De dakschilden bevinden zich tenminste aan drie zijden en in elk geval aan de voorzijde;
  7. g. dakvorm plat dak met voorschild (sba-d7): deze dakvorm heeft een plat dak met boven de voorgevel een dakschild. Op het dakschild kan een dakkapel met topgevel zijn geplaatst;
  8. h. dakvorm samengesteld (sba-d8): dit type dakvorm bestaat uit meerdere kapvormen;
  9. i. dakvorm tentdak (sba-d9): betreft een tentdak;
  10. j. dakvorm topgevel (sba-d10): deze dakvorm betreft een zadeldak met aan weerszijden een topgevel. De nok kan zowel evenwijdig aan de voorgevel of haaks op de voorgevel staan;
  11. k. dakvorm vrije nokrichting (sba-d11): verschillende typen dakvormen zijn mogelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP5000-VG01_0001.png"

1.39 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen.

1.40 detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair.

1.41 dienstverlenend bedrijf

een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke.

1.42 erf

de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak.

1.43 escortbedrijf

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige).

1.44 evenement

evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV).

1.45 garagebedrijf

een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd.

1.46 garagebox

overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen.

1.47 gastenschip

een schip waarop overnachtingsmogelijkheden voor gasten worden geboden.

1.48 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.49 gebouwd terras

aan- of uitbouw in de openbare ruimte ten behoeve van een aangrenzend horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.

1.50 gevelbreedte

de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd.

1.51 geluidsgevoelige functies

geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten:

geluidsgevoelige gebouwen

  1. a. woningen;
  2. b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
  1. 1. onderwijsgebouwen (alleen de leslokalen, theorielokalen en theorievaklokalen);
  2. 2. ziekenhuizen (alleen de onderzoeks- en behandelingsruimten, ruimten voor patiëntenhuisvesting, recreatie- en conservatieruimten);
  3. 3. verpleeghuizen (alleen de onderzoeks- en behandelingsruimten, ruimten voor patiëntenhuisvesting, recreatie- en conservatieruimten);
  4. 4. verzorgingstehuizen (alleen de onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conservatieruimten alsmede woon- en slaapruimten);
  5. 5. psychiatrische inrichtingen (alleen de onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conservatieruimten alsmede woon- en slaapruimten);
  6. 6. kinderdagverblijven (alleen de onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conservatieruimten alsmede woon- en slaapruimten).


geluidsgevoelige terreinen

  • I. een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Huisvestingswet (woonwagen);
  • II. ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.

1.52 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.53 historisch stedenbouwkundig erfgoed

fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving.

1.54 historisch landschappelijk erfgoed

fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie.

1.55 hoekovergang

een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw.

1.56 hoofdbebouwing

hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak.

1.57 hoofdgebouw(en)

gebouw of gebouwen, die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken.

1.58 hoogwaardig openbaar vervoer

een vorm van openbaar vervoer die gepositioneerd kan worden tussen de traditionele bus en trein, waarbij de nadruk ligt op het snel en betrouwbaar en comfortabel vervoeren van passagiers over vrijliggende HOV-infrastructuur.

1.59 horecabedrijf

een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast.

1.60 hotel/pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.

1.61 kantoor

een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie.

1.62 landschappelijke waarden

waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.

1.63 kiosk

een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d.

1.64 maatschappelijke voorzieningen

het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek.

1.65 modehuis

kledingbedrijf, dat zich kenmerkt doordat naast de verkoop van kleding ook andere aan de verkoop gerelateerde activiteiten plaatsvinden, zoals het (ver)maken van kleding (ambacht) en het geven van advies (dienstverlening) met bijbehorende kantoorfunctie.

1.66 natuurlijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied.

1.67 omgevingsvergunning

vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.68 ondergronds bouwwerk

  1. a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk.

1.69 ondergeschikte detailhandel

detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.

1.70 ondergeschikte kantoren

kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.

1.71 ondergrond

voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand BP5000_GBKN_20110414.dxf.

1.72 ondersteunende horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de ondersteunende horeca-activiteiten passen bij de hoofdfunctie qua uitstraling, dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie.

1.73 overkapping

een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw.

1.74 parkeerdak

plat dak dat als parkeerplaats gebruikt kan worden.

1.75 parkeergarage

onder- of bovengrondse voorziening waar automobilisten (meestal) overdekt hun auto's kunnen parkeren.

1.76 passantenhaven

haven bestemd voor het kortstondig afmeren van pleziervaartuigen.

1.77 perceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.78 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon.

1.79 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.80 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.

1.81 raamprostitutie/raamexploitatie

een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.

1.82 recreatieve voorzieningen

op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.

1.83 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.

1.84 speelautomatenhal

een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen.

1.85 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad.

1.86 straatmeubilair

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, abri's en dergelijke.

1.87 straatprostitutie

het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.

1.88 stacaravan

een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken.

1.89 standplaats

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.90 supermarkt

een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.

1.91 terras

een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een bedrijf of instelling waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.

1.92 terreinen met een archeologisch belang

terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.

1.93 terreinen van zeer hoge archeologische waarde

terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn.

1.94 uitbouw

een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte.

1.95 verblijfsgebied

binnen de bestemming Verkeer gelegen gronden vooral bedoeld voor voetgangers en niet voor doorgaand verkeer.

1.96 voorgevellijn

de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan.

1.97 wadi

voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren.

1.98 warenhuis

een grote winkel, vaak met meerdere verdiepingen, die een uitgebreid assortiment aan goederen verkoopt.

1.99 werk

een werk, geen bouwwerk zijnde.

1.100 winkelcentrum

een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden.

1.101 wonen

de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip.

1.102 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen.

1.103 woonschip

onder woonschip verstaan we een (voormalig) schip met een (metalen) scheepsromp, dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning waarbij de oorspronkelijke verschijningsvorm grotendeels behouden is gebleven. Met schip wordt in deze bedoeld: elk van oorsprong watergaand vaartuig, met eigen voortstuwing, dat gebruikt wordt (of werd) om goederen, passagiers of beide te vervoeren.

1.104 woonwagen

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.105 zaalverhuur

een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is.

1.106 zeer kwetsbaar object

een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens

de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens.

2.2 de afstanden tussen lijnen

afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.

2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte

de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie.

2.4 de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw

de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes.

2.6 de bouwhoogte van een dakopbouw

vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.

2.7 de bouwhoogte van een kap

vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap.

2.8 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.9 gevellijn

de plaats vanaf waar de bouw- en goothoogte van het aangrenzende maatvoeringsvlak wordt gemeten.

2.10 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes.

Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP5000-VG01_0002.jpg"

2.11 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.12 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.13 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.14 het bebouwde oppervlakte

de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons.

2.15 het bebouwingspercentage

het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel.

2.16 het peil

de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald:

indien de aanduiding 'gevellijn' is opgenomen ter plaatse van de aanduiding gevellijn; en overigens:

  1. a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
  3. c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw;
  4. d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn;
  5. e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

2.17 het (bruto) verkoopvloeroppervlak

de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken.

2.18 het vloeroppervlak

de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutsvoorzieningen;
  2. b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen;
  2. b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  3. c. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten met bijhorende terrassen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  5. e. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  6. f. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  7. g. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  8. h. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de in lid 4.1 genoemde functies gelden de volgende bepalingen:

  1. a. het aantal horecabedrijven in het winkelcentrum mag maximaal 4 bedragen;
  2. b. dienstverlening is toegestaan tot maximaal 20% van de oppervlakte van het winkelcentrum dat voor economische functies in gebruik is;
  3. c. wonen is uitsluitend toegestaan op de verdieping(en) langs de Molenstraat.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 4.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 4.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 5 Cultuur En Ontspanning

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor een horecabedrijf voor zover deze voorkomt in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 300 m2;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' is (ondersteunende) horeca uitgesloten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'museum' uitsluitend ten behoeve van een museum;
  5. e. ondergeschikte detailhandel;
  6. f. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  7. g. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  8. h. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  9. i. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5.1 onder b en f.

Artikel 6 Cultuur En Ontspanning - Kinderboerderij

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en ontspannning-Kinderboerderij aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kinderboerderij;
  2. b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  3. c. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  4. d. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 32.4.

Artikel 8 Gemengd - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2' tevens voor een hotel;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' tevens voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  5. e. ondergeschikte detailhandel;
  6. f. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  7. g. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  8. h. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  9. i. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de in lid 8.1 onder b genoemde functie 'horeca' geldt de volgende bepaling:

horeca, met uitzondering van logiesverstrekkende horeca, is uitsluitend toegestaan op de begane grond. Bestaand gebruik ten behoeve van horeca op verdiepingen is toegestaan. Bij (middel) zware horeca (categorie 2 of 3) mag de eerste verdieping gebruikt worden ten behoeve van toilet-, opslag- en/of kantoorruimte ten behoeve van het horecabedrijf. De kelderruimte mag, met uitzondering van bestaand gebruik, bij horecabedrijven alleen gebruikt worden ten behoeve van keuken, toilet-, opslag- en/of kantoorruimte ten behoeve van het horecabedrijf.

Artikel 9 Gemengd - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-mh' tevens voor een modehuis op de begane grond;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1' tevens voor horecabedrijven in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten met een gezamenlijk bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 260 m2 en voor horecabedrijven in categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten met een gezamenlijk bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 215 m2 met bijbehorende terrassen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2' tevens voor een hotel;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-5' tevens voor horecabedrijven in de kelder, begane grond en eerste verdieping van de hoofdbebouwing voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten, met dien verstande dat een hotel op alle verdiepingen is toegestaan;
  7. g. ondergeschikte detailhandel;
  8. h. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  9. i. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  10. j. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  11. k. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Gemengd - 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, detailhandel en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel op de verdiepingen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'discotheek' tevens voor een discotheek in de kelder van het hoofdgebouw;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'garage' tevens voor een garagebedrijf;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1b' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van horecacategorie 1a' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a van de Staat van horeca-activiteiten tot maximaal 20% van de totale oppervlakte dat binnen deze aanduiding op de begane grond voor economische functies mag worden gebruikt;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-20%' is tevens dienstverlening toegestaan tot maximaal 20% van de totale oppervlakte van de begane grond van de panden binnen deze aanduiding;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-30%' is tevens dienstverlening toegestaan tot maximaal 30% van de totale oppervlakte van de begane grond van de panden binnen deze aanduiding;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-50%' is tevens dienstverlening toegestaan tot maximaal 50% van de totale oppervlakte van de begane grond van de panden binnen deze aanduiding;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2' tevens voor een hotel;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-3' tevens voor horecabedrijven in de kelder voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
  14. n. ter plaatse van de middels de aanduiding 'relatie' verbonden aanduidingen 'specifieke vorm van horeca-3' voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten tot een maximum van 200 m2;
  15. o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-4' tevens voor horecabedrijven op de verdieping(en) voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
  16. p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' tevens voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  17. q. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  18. r. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  19. s. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  20. t. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 10.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 10.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 11 Gemengd - 4

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel op de verdiepingen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'garage' tevens voor een garagebedrijf;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel' tevens voor een groothandelsbedrijf in categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1b' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2' tevens voor een hotel;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-3' tevens voor horecabedrijven in de kelder voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
  10. j. ter plaatse van de middels de aanduiding 'relatie' verbonden aanduidingen 'specifieke vorm van horeca-3' voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten tot een maximum van 200 m2;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' tevens voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  12. l. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  13. m. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  14. n. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  15. o. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

11.2 Bouwregels

11.3 Specifieke gebruiksregels

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 11.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 11.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 12 Gemengd - 5

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, detailhandel, kantoren en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  3. c. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'casino' tevens voor een casino;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'discotheek' tevens voor een discotheek in de kelder van het hoofdgebouw;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-20%' is tevens dienstverlening toegestaan tot maximaal 20% van de totale oppervlakte van de begane grond van de panden binnen deze aanduiding;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-30%' is tevens dienstverlening toegestaan tot maximaal 30% van de totale oppervlakte van de begane grond van de panden binnen deze aanduiding;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-50%' is tevens dienstverlening toegestaan tot maximaal 50% van de totale oppervlakte van de begane grond van de panden binnen deze aanduiding;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-4' tevens voor horecabedrijven op de verdieping(en) voor zover deze voorkomen in categorie 1a of 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' tevens voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  11. k. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  12. l. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  13. m. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 12.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 12.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 13 Gemengd - 6

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  3. c. ondergrondse parkeervoorzieningen met bijbehorende voorzieningen;
  4. d. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  5. e. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  6. f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Gemengd - 7

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan op de eerste verdieping indien deze functie dient om een koppeling te maken naar de commerciële ruimte op de Scheidemakershof;
  3. c. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten zijn ondergronds in één bouwlaag toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  5. e. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  6. f. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  7. g. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  8. h. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 14.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 14.1 onder b teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 15 Groen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' voor een brug;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-kiosk' voor een kiosk;
  4. d. bijbehorende voorzieningen zoals: sport- en speelvoorzieningen, terrassen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  6. f. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen;
  7. g. ondergrondse parkeervoorzieningen met bijbehorende voorzieningen;
  8. h. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  9. i. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 31.2.

15.2 Bouwregels

15.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

lid 15.2.2 onder b voor de bouw van een kiosk met dien verstande dat:

  1. a. de bebouwde oppervlakte van een kiosk maximaal 25 m² mag bedragen;
  2. b. de maximale bouwhoogte 5 meter en de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen;
  3. c. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen.

Artikel 16 Horeca

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  2. b. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  3. c. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, terrassen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  4. d. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Kantoor

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  3. c. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  4. d. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

17.2 Bouwregels

Artikel 18 Maatschappelijk

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  3. c. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  4. d. bijbehorende voorzieningen zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

18.2 Bouwregels

Artikel 19 Tuin

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen en groenvoorzieningen;
  2. b. gebouwen en overkappingen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en);
  3. c. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  4. d. verhardingen en parkeervoorzieningen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en);
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Voorzover deze gronden zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen Waarde-Cultuurhistorie 1 of Waarde-Cultuurhistorie 2 is parkeren niet toegestaan, met dien verstande dat bestaand gebruik is toegestaan. Nieuwe parkeervoorzieningen zijn niet toegestaan tenzij bevoegd gezag hiervoor op grond van artikel 26.4 of artikel 27.4 een omgevingsvergunning heeft verleend.

Voorzover deze gronden zijn gelegen buiten de dubbelbestemmingen Waarde-Cultuurhistorie 1 en Waarde-Cultuurhistorie 2 geldt dat het totale oppervlak van ongebouwde parkeervoorzieningen mag:

  1. a. indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen, niet meer dan 50% van de tot “Tuin” bestemde gronden bedragen;
  2. b. in overige gevallen mag de tot "Tuin" bestemde gronden geheel gebruikt worden ten behoeve van parkeren.

Artikel 20 Verkeer

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden), openbaar vervoer (waaronder hoogwaardig openbaar vervoer), kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen (waaronder garageboxen en parkeergarages) en fietsenstallingen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens voor een brug;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor ondergrondse voorzieningen in één bouwlaag gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening en horeca voorzover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' tevens voor railverkeer;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-camperplaats' tevens voor een camperplaats voor maximaal 6 campers met bijbehorende voorzieningen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'terras' tevens voor een gebouwd terras;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' tevens voor verblijfsgebied;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-kiosk' tevens voor een kiosk;
  9. i. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  10. j. bijbehorende voorzieningen zoals: in- en uitritten, fly-overs, groen-, sport- en speelvoorzieningen en taluds;
  11. k. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  12. l. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen;
  13. m. voorzieningen ten behoeve van aangrenzende ligplaatsen voor schepen, zoals afmeermiddelen, loopbruggen en (nood)trappen;
  14. n. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 31.2.

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 20.2.2 onder b voor de bouw van een kiosk met dien verstande dat:
    1. 1. de bebouwde oppervlakte van een kiosk maximaal 25 m² mag bedragen;
    2. 2. de maximale bouwhoogte 5 meter en de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen;
    3. 3. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
  2. b. lid 20.2.2 onder c voor de bouw van een gebouwd terras met dien verstande dat:
    1. 1. het gebouwde terras aan een bestaand gebouwd gebouwd dient te zijn, dat ingevolge deze regels gebruikt mag worden voor een horecabedrijf;
    2. 2. de hoogte van het gebouwde terras niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het onder 1 genoemde bestaande gebouw;
    3. 3. het terras geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 21 Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en –berging, watergangen, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, aanlegsteigers, aanmeerpalen, loopbruggen, kunstwerken zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' tevens ten behoeve van het afmeren van schepen, niet zijnde woonschepen met bijbehorende voorzieningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'haven' tevens als passantenhaven en ligplaats voor maximaal 5 woonschepen, een gastenschip, een museumschip en 2 bedrijfsvaartuigen;
  4. d. bijbehorende overige voorzieningen zoals: groen, sport- en speelvoorzieningen.

21.2 Bouwregels

Artikel 22 Wonen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'raamprostitutie (raamexploitatie)' tevens voor raamprostitutie;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' tevens voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  4. d. aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 32.1;
  5. e. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

22.2 Bouwregels

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning, met dien verstande dat:

  1. a. het totaal bebouwd oppervlakte ten hoogste 60% van de oppervlakte van het erf mag bedragen, met een maximum van 75 m²;
  2. b. deze afwijkingsmogelijkheid alleen geldt ten aanzien van bouw en/of uitbreiding van aan- en uitbouwen.

22.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 23 Leiding - Riool

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een rioolwatertransportleiding.

23.2 Bouwregels

23.3 Afwijken van de bouwregels

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Waarde - Archeologie 2

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van archeologisch belang).

24.2 Bouwregels

24.3 Afwijken van de bouwregels

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. de bestemming Waarde - Archeologie 2 als bedoeld in lid 24.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
  2. b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 2 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 25 Waarde - Archeologie 3

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (zeer hoge archeologische waarde).

25.2 Bouwregels

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. de bestemming Waarde - Archeologie 3 als bedoeld in lid 25.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
  2. b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 3 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie 1

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Cultuurhistorie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de gronden, in het bijzonder het beschermd stadsgezicht Benedenstad.

26.2 Bouwregels

Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd.

26.3 Afwijken van de bouwregels

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie 2

27.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Cultuurhistorie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de gronden, in het bijzonder het beschermd stadsbeeld/stadsgezicht 19e-eeuwse Stadsuitleg.

27.2 bouwregels

Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd.

27.3 Afwijken van de bouwregels

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

27.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 28 Waterstaat - Waterkering

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 29 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor :

  1. a. de afvoer van hoog opperwater, sediment en ijs;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. verkeer te water;
  4. d. verbetering van de hoofdwaterkering alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit;
  5. e. het gebruik ten behoeve van de uitvoering van bouwwerken, werken en werkzaamheden, welke passen in het kader van het normale beheer en onderhoud van de rivier, zoals oever- en kribvakverdedigingen en strekdammen en het plaatsen van bakens en scheepvaarttekens.

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 30 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 31 Algemene Bouwregels

31.1 Beeldende kunst

Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.

31.2 (Bouw)werken ten algemenen nutte

Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten, haltes, openbare toiletvoorzieningen en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat:

  1. a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³;
  2. b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²;
  3. c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen;
  4. d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen;
  5. e. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 5 meter mag bedragen;
  6. f. de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.

31.3 Dakvormen

Voor vele panden in het beschermd stadsgezicht Benedenstad is een specifieke bouwaanduiding voor dakvorm opgenomen. De aangeduide dakvorm dient behouden te blijven dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw waarbij een nieuw dak wordt gebouwd, gerealiseerd te worden. Ten aanzien van de hoofdgebouwen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden, naast de bepalingen van de betreffende bestemming(en), de volgende bepalingen:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-dakvorm afgeplat zadeldak' dient de dakvorm afgeplat zadeldak behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm evenwijdig aan bebouwingsgrens' dient de dakvorm evenwijdig aan de bebouwingsgrens behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm lessenaarsdak' dient de dakvorm lessenaarsdak behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm lijstgevel' dient de dakvorm lijstgevel behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm plat' dient de dakvorm plat behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm plat dak met omlopende dakschilden' dient de dakvorm platdak met omlopende dakschilden behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm platdak met voorschild' dient de dakvorm platdak met voorschild behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm samengesteld' dient de dakvorm samengesteld behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm tentdak' dient de dakvorm tentdak behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm topgevel' dient de dakvorm topgevel behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- dakvorm vrije nokrichting' dient de dakvorm vrije nokrichting behouden te blijven dan wel bij uitbreiding of nieuwbouw gerealiseerd te worden.

31.4 Jongerenontmoetingsplaatsen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemmingen Groen, Verkeer of Maatschappelijk onder de voorwaarden dat:

  1. a. het gaat om een visueel goed zichtbare locatie;
  2. b. de locatie voldoende (verkeers)veilig is;
  3. c. de locatie bij voorkeur gelegen is nabij een speelvoorziening;
  4. d. de afstand tot omliggende woonbebouwing dusdanig is dat er geen hinder voor omwonenden is te verwachten;
  5. e. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats per locatie niet meer dan 20 m2 bedraagt. De goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 5 meter bedragen.

31.5 Ondergronds bouwen

Bouwen onder peil is toegestaan, met dien verstande dat:

  1. a. bouwen onder peil is toegestaan ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen met bijbehorende (bovengrondse) voorzieningen;
  2. b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van de op de begane grond toegestane functie(s);
  3. c. bouwen onder peil binnen de bestemming Wonen is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, voor zover bovengronds aan- en uitbouwen zijn toegestaan dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt;
  4. d. bouwen onder peil binnen de bestemming Tuin is toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximale diepte van 1,5 meter dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt;
  5. e. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemmingen Gemengd-2 t/m 7 is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximale diepte van 3 meter achter de achtergevellijn dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt;
  6. f. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemmingen Gemengd-2 t/m 7, is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximale diepte van 1,5 meter voor de voorgevellijn danwel tot zover als de bestaande aan- of uitbouw reikt;
  7. g. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 31.2 is toegestaan;
  8. h. de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.

Artikel 32 Algemene Gebruiksregels

32.1 Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten

32.2 Bed en breakfast

In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor de hoofdfuncties bedrijven, voorzover deze voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen is op de verdieping(en) een bed en breakfast toegestaan.

32.3 Evenementen

Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor een vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.

32.4 Ondersteunende horeca

In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is, voorzover geen aanduiding is opgenomen dat (ondersteunende) horeca is uitgesloten, ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  1. a. de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit;
  2. b. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  3. c. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang;
  4. d. er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte;
  5. e. voor de horeca-activiteit mag geen aparte reclame worden gemaakt;
  6. f. van het totale vloeroppervlak van een detailhandelsbedrijf, met uitzondering van warenhuizen, of dienstverlener mag maximaal 50 m2 en niet meer dan 25% van de verkoopvloeroppervlakte aan ondersteunende horeca worden besteed. Tevens is een binnenterras toegestaan, waarbij geldt dat de totale oppervlakte die voor ondersteunende horeca in gebruik is (zowel binnen als buiten) niet meer dan 50 m2 mag bedragen;
  7. g. van het totale vloeroppervlak van een warenhuis mag maximaal 15% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  8. h. van het totale vloeroppervlak van een een voorziening gericht op cultuur en ontspanning, kantoor, maatschappelijke voorziening of een recreatieve- en sportvoorziening (met uitzondering van een sporthal en sportveld) mag maximaal 10% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  9. i. van het totale vloeroppervlak van een sporthal mag maximaal 12% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  10. j. voor 1 sportveld mag maximaal 150 m2 aan ondersteunende horeca worden besteed en bij meerdere velden mag voor ieder extra sportveld maximaal 75 m2 worden opgeteld, met dien verstande dat de maximale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 375 m2.

De gehanteerde oppervlaktematen betreffen de totale oppervlakte ten dienste van de ondersteunende horecafunctie, niet inbegrepen de daarbij behorende ruimten, zoals opslag, keuken- en toiletruimten.

32.5 Seksinrichting of esortbedrijf

Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels

33.1 Archeologisch rijksmonument

Gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologisch rijksmonument' zijn op grond van de Monumentenwet 1988 beschermd. Voor ontwikkelingen op deze terreinen dient bij het bevoegd gezag een monumentenvergunning ex artikel 11 van de Monumentenwet te worden aangevraagd.

33.2 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied

33.3 Veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen

Binnen de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan.

Artikel 34 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.

Artikel 35 Overige Regels

35.1 Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  2. b. de ruimte tussen bouwwerken.

35.2 Voorrangsregeling bestemmingen

Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.

Indien twee of meer dubbelbestemmingen samenvallen, dient de volgende prioriteitenvolgorde te worden aangehouden:

  1. a. in de eerste plaats de planregels van artikel 28 Waterstaat - Waterkering;
  2. b. in de tweede plaats de planregels van artikel 29 Waterstaat - Waterstaatkundige functie;
  3. c. in de derde plaats de planregels van artikel 23 Leiding - Riool;
  4. d. in de vierde plaats de planregels van artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie 1 ;
  5. e. in de vijfde plaats de planregels van artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie 2;
  6. f. in de zesde plaats de planregels van artikel 24 Waarde - Archeologie 2;
  7. g. in de zevende plaats de planregels van artikel 25 Waarde - Archeologie 3.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 36 Overgangsrecht

36.1 Overgangsrecht bouwwerken

36.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 37 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad.

Bijlagen Bij De Regels

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten (Model Nijmegen)

Staat van bedrijfsactviteiten

05 Visserij, kweken van vis en schaaldieren
Cat Milieu-
aspect
0502 Kweken van vis en schaaldieren 3.1 G-GE30
15 Industrie
Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken
Cat Milieu-
aspect
1511 Slachterijen (geen pluimveeslachterijen) 3.2 G-GE100
1513.1 Vervaardiging van snacks en kant-en-klaar-maaltijden 3.1 G-GE50
1513.2 Vervaardiging van vleeswaren (geen snacks) en overige vleesverwerking 3.1 G-GE50
1551 Melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 3.2 G100
Melkproductenfabrieken v.c. > 55.000 t/j 4.2 G100
1552 Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m2 2 G30
Bereiding van consumptie-ijs p.o. > 200 m2 3.2 G100
1561 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)< 500 t/u 4.1 G200
Vervaardiging van meel (geen zetmeel)= 500 t/u 4.2 G300
1562 Vervaardiging van zetmeel < 10 t/u 4.1 G-GE200
Vervaardiging van zetmeel = 10 t/u 4.2 G-GE300
1571 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) < 100 t/u 4.1 G-GE200
Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) = 100 t/u 4.2 G-GE300
1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 4.1 G-GE200
1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg meel/week 2 G-GE30
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. = 2.500 kg meel/week 3.2 G-GE100
1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit 3.2 G-GE100
1584.2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m2 2 G-GE30
Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. < 2.000 m2 3.2 GE100
Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. > 2.000 m2 5.1 GE500
1585 Vervaardiging van deegwaren 3.1 GE50
1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. 4.1 GE200
1591 Distilleerderijen en likeurstokerijen 4.2 GE300
1596 Bierbrouwerijen 4.2 GE300
17 Vervaardiging van textiel en textielproducten
Cat Milieu-
aspect
1771 Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken 3.1 G50
1772 Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en pullovers 3.1 G50
18 Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
Cat Milieu-
aspect
1822 Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van leer) 2 G30
1823 Vervaardiging van onder- en nachtkleding 2 G30
1824 Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g. 2 G30
20 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet e.d. Cat Milieu-
aspect
2020 Vervaardiging van fineer en plaatmaterialen 3.2 G-GE100
2030.2 Vervaardiging van overig timmerwerk 3.2 G100
21 Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren; uitgeverijen en drukkerijen e.d. Cat Milieu-
aspect
2112.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton < 3 t/u 3.1 G-GE-S50
Vervaardiging van grafisch papier en karton 3 - 15 t/u 4.1 G200
Vervaardiging van grafisch papier en karton > 15 t/u 4.2 G300
2121.1 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton 3.2 G100
2123 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier 3.2 G100
2125 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren 3.2 G100
22 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Cat Milieu-
aspect
2222.1 Drukkerijen van boeken e.d. 3.2 G100
2222.2 Drukkerijen van tijdschriften 3.2 G100
2222.3 Drukkerijen van reclame 3.2 G100
2222.5 Drukkerijen van formulieren 3.2 G100
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2 G30
2223 Grafische afwerking en binderijen 1 G10
2224 Grafische reproductie en zetten 2 GE30
2225 Overige activiteiten verwant aan de drukkerij 2 G-GE30
2231 Reproductie van geluidsopnamen 1 G10
24 Vervaardiging van chemische producten
Cat Milieu-
aspect
2416 Vervaardiging van kunststof in primaire vorm 5.2 GE700
2430 Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek 4.2 GE300
2442 Formulering en afvullen geneesmiddelen 3.1 G-GE50
2466 Chemische kantoorbenodigdheden fabrieken 3.1 G-GE50
Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g. 4.1 G-GE200
25 Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
Cat Milieu-
aspect
2522 Productie van verpakkingsmateriaal en assemblage kunststofbouwmaterialen 3.1 G-GE50
Kunststofverwerkende bedrijven zonder fenolharsen 4.1 GE200
Kunststofverwerkende bedrijven met fenolharsen 4.2 GE300
2524 Vervaardiging van overige producten van kunststof 4.1 GE200
26 Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten Cat Milieu-
aspect
2612 Vormen en bewerken van vlakglas 3.1 G50
2613 Vervaardiging van holglas 3.2 G100
2621 Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens < 40 kW 2 G30
Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens = 40 kW 3.2 G100
2661.1 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw 5.2 G700
2663 Vervaardiging van stortklare beton p.c. < 100 t/d 3.2 G100
Vervaardiging van stortklare beton p.c. > 100 t/d 4.2 G300
2670 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 2.000 m2 3.1 G50
Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 2.000 m2 3.2 G100
27 Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten van metaal Cat Milieu-
aspect
2710 Vervaardiging van ijzer, staal en ferro-legeringen(EGKS) p.c. < 1.000t/j 5.2 G-GE700
2751 Gieten van ijzer p.c. < 4.000 t/j 4.2 G300
2754 Gieten van overige non-ferrometalen 4.2 G300
28 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) Cat Milieu-
aspect
2811 Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.= 200 m2 3.1 G50
Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.> 200 m2 3.2 G100
2812 Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 m2 3.1 G50
Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.> 200 m2 3.2 G100
2851 Oppervlaktebehandeling, Algemeen 3.2 G100
Oppervlaktebehandeling, Lakken, moffelen en emailleren 3.2 G-GE100
2852 Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m2 3.1 G50
Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m2 3.2 G100
2863 Vervaardiging van hang- en sluitwerk 3.2 G100
2875 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 m2 3.1 G50
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 m2 3.2 G100
29 Vervaardiging van machines en apparaten
Cat Milieu-
aspect
2911 Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (geen motoren voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) p.o. > 2.000 m2 4.1 G200
2921 Vervaardiging van industriële ovens en branders, p.o. > 2.000 m2 4.1 G200
2922 Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen,
p.o. > 2.000 m2
4.1 G200
2932 Vervaardiging van landbouwmachines en -werktuigen (geen tractoren),
p.o. > 2.000 m2
4.1 G200
2955 Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van papier, karton en papier- en kartonwaren, p.o. 2.000 m2 4.1 G200
2956 Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor specifieke industriële activiteiten, p.o. > 2.000 m2 4.1 G200
30 Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten Cat Milieu-
aspect
3002 Vervaardiging van computers 2 G-GE30
31 Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Cat Milieu-
aspect
3110 Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en transformatoren 4.1 G-GE200
3130 Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad 4.1 G200
3162 Vervaardiging van koolelektroden 6 GE1500
32 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparaten en benodigdheden Cat Milieu-
aspect
3210 Vervaardiging van elektronische componenten 3.1 G50
3220 Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie 3.1 G50
33 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken Cat Milieu-
aspect
3310.1 Tandtechnische bedrijven 2 G-GE30
3310.2 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en overige orthopedische en protheseartikelen 2 G-GE30
3320 Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de bewaking van industriële processen) 2 G30
3350 Vervaardiging van uurwerken 2 G30
34 Vervaardiging van transportmiddelen
Cat Milieu-
aspect
3420.1 Carrosseriebouw 4 G200
3420.2 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers 4 G200
35 Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en opleggers) Cat Milieu-
aspect
3511 Nieuwbouw en reparatie van metalen schepen > 25 m1, baggermaterieel, booreilanden e.d. 5.1 G500
3512 Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen, metaal < 25 m1 4.1 G200
3542 Vervaardiging van fietsen 3.2 G100
3543 Vervaardiging van invalidenwagens 3.2 G100
3550 Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. 3.2 G100
36 Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. Cat Milieu-
aspect
3611 Vervaardiging van zitmeubels 3.2 G100
3612.1 Interieurbouw 3.2 G100
3612.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 3.2 G100
3615 Vervaardiging van matrassen 3.2 G100
3622 Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) 2 GE30
3630 Vervaardiging van muziekinstrumenten 2 G-GE30
3663.1 Sociale werkvoorziening 2 G-GE30
3663.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1 G50
37 Voorbereiding tot recycling
Cat Milieu-
aspect
3720 Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval) 4.2 G300
40 Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water Cat Milieu-
aspect
4000.1 Centrale productie van elektriciteit (olie/gas) > 75 MW 5.1 G500
4000.2 Decentrale productie van elektriciteit, stoom en warm water 5.1 G500
4000.3 Distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water 4.2 G300
41 Winning en distributie van water
Cat Milieu-
aspect
4100 Winning en distributie van water 3.1 G50
45 Bouwnijverheid
Cat Milieu-
aspect
4511.1 Slopen van bouwwerken b.o. < 2000 m2 3.1 G50
Slopen van bouwwerken b.o. > 2000 m2 3.2 G100
4511.2 Grondverzet b.o. < 2000 m2 3.1 G50
Grondverzet b.o. > 2000 m2 3.2 G100
4521.1 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw < 2000 m2 3.1 G50
Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw > 2000 m2 3.2 G100
4521.3 Leggen van kabels en buizen < 2000 m2 3.1 G50
Leggen van kabels en buizen > 2000 m2 3.2 G100
4522 Dakdekken en bouwen van dakconstructies < 2000 m2 3.1 G50
Dakdekken en bouwen van dakconstructies > 2000 m2 3.2 G100
4523.1 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen < 2000 m2 3.1 G50
Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen > 2000 m2 3.1 G50
4523.2 Stratenmaken < 2000 m2 3.1 G50
Stratenmaken > 2000 m2 3.2 G100
4525.1 Heien en andere funderingswerkzaamheden < 2000 m2 3.1 G50
Heien en andere funderingswerkzaamheden > 2000 m2 3.2 G100
4525.2 Vlechten van betonstaal < 2000 m2 3.1 G50
Vlechten van betonstaal > 2000 m2 3.2 G100
4525.4 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. < 2000 m2 3.1 G50
Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. > 2000 m2 3.2 G100
4531 Elektrotechnische bouwinstallatie < 2000 m2 3.1 G50
Elektrotechnische bouwinstallatie > 2000 m2 3.2 G100
4532 Isolatiewerkzaamheden < 2000 m2 3.1 G50
Isolatiewerkzaamheden > 2000 m2 3.2 G100
4533.1 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair < 2000 m2 3.1 G50
Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair > 2000 m2 3.2 G100
4533.2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten < 2000 m2 3.1 G50
Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten > 2000 m2 3.2 G100
4534 Overige bouwinstallatie < 2000 m2 3.1 G50
Overige bouwinstallatie > 2000 m2 3.2 G100
4541 Stukadoren < 2000 m2 3.1 G50
Stukadoren > 2000 m2 3.2 G100
4542 Timmeren < 2000 m2 3.1 G50
Timmeren > 2000 m2 3.2 G100
4544 Schilderen en glaszetten < 2000 m2 3.1 G50
Schilderen en glaszetten > 2000 m2 3.2 G100
4545 Overige afwerking van gebouwen < 2000 m2 3.1 G50
Overige afwerking van gebouwen > 2000 m2 3.2 G100
50 Reparatie van consumentenartikelen en handel
Cat Milieu-
aspect
5020.1 Auto-onderdelenservicebedrijven 2 G30
5020.2 Bandenservicebedrijven 2 G30
5020.3 Reparatie van specifieke auto-onderdelen 2 G30
5020.4 Carrosserieherstel 3.2 G100
5020.5 Overig onderhoud en slepen van auto's 2 G30
5030.1 Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en -accessoires 2 G30
5030.2 Groothandel en handelsbemiddeling in banden 2 G30
5040.1 Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan 2 G30
51 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) Cat Milieu-aspect
5121.5 Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 500 t/u 3.1 G50
Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) > 500 t/u 4.2 G300
5121.8 Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u 3.1 G50
Groothandel in overige akkerbouwproducten > 500 t/u 4.2 G300
5122 Groothandel in bloemen en planten 2 G30
5123.1 Groothandel in levend vee 3.2 G100
5123.2 Groothandel in huisdieren, siervissen, siervogels en wilde dieren 3.2 G100
5124.1 Groothandel in huiden en vellen 3.1 GE50
5131.1 Groothandel in groenten en fruit 3.1 GV50
5132 Groothandel in vlees/vleeswaren, pluimvee, wild/gevogelte (niet levend) 3.1 GV50
5133.1 Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten 3.1 GV50
5134 Groothandel in dranken 2 G30
5136 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 2 G30
5137 Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische producten) 2 G30
5138.1 Groothandel in snacks 2 G30
5138.3 Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen n.e.g. 2 G30
5139 Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment 2 G30
5142.1 Groothandel in bovenkleding 2 G30
5142.3 Groothandel in onderkleding 2 G30
5142.6 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment 2 G30
5143.2 Groothandel in audio- en videoapparaten 2 G30
5143.3 Groothandel in beeld- en geluidsdragers 2 G30
5143.4 Groothandel in verlichtingsartikelen 2 G30
5143.5 Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten 2 G30
5146.2 Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden 2 G30
5147.1 Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen) 2 G30
5147.4 Groothandel in speelgoed 2 G30
5147.5 Groothandel in optische artikelen 2 G30
5147.8 Groothandel in muziekinstrumenten 2 G30
5147.9 Groothandel in huismeubilair 2 G30
5148.1 Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking 2 G30
5148.3 Groothandel in papier- en kartonwaren (geen verpakkingsmateriaal) 2 G30
5148.4 Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk 2 G30
5148.5 Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden (geen schoolboeken, kantoormeubels en -machines) 2 G30
5148.6 Groothandel in fietsen en bromfietsen 2 G30
5148.7 Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. 2 G30
5151.2 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. < 100.000 m3 4.1 GV200
Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. > 100.000 m3 5.1 GV500
5151.3 Groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen) 3.2 GE100
5152.2 Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 G100
5152.3 Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 G100
5153.1 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.3 Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.4 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 2 G30
Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 3.2 G100
5153.5 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.6 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.7 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.8 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5154.1 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 3.1 G50
5154.2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 3.1 G50
5155.1 Groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing 3.2 GV100
5155.2 Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen 2 GR-S-G-GV100
5156.2 Groothandel in papier en karton 2 G30
5157.1 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m2 3.1 G50
Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m2 3.2 G100
5157.2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. < 1000 m2 3.1 G50
Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. > 1000 m2 3.2 G100
5157.3 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 3.1 G50
Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 3.2 G100
5161 Groothandel in gereedschapswerktuigen 3 G50
5164.1 Groothandel in computers en -randapparaten e.d. 3.1 G50
5164.3 Groothandel in kantoormeubels 3.1 G50
5165.2 Groothandel in machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) 3.1 G50
5165.3 Groothandel in intern transportmaterieel 3.1 G50
5165.4 Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en vriestechniek 3.1 G50
5165.5 Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren 3.1 G50
5165.6 Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d. 3.1 G50
5165.7 Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal 3.1 G50
5165.8 Groothandel in meet- en regelapparaten 3.1 G50
5165.9 Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ handel 3.1 G50
5166 Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren 3.1 G50
5171.2 Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen 2 G30
5171.3 Groothandel in emballage 2 G30
5171.4 Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g. 2 G30
5171.5 Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g. 2 G30
5172.2 Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen 2 G30
52 Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Cat Milieu-aspect
5261 Postorderbedrijven 3.1 G50
5263.1 Colportage 3.1 G50
5263.2 Straathandel 3.1 G50
5271 Reparatie van schoeisel en lederwaren 1 G10
5272 Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten 1 G10
5273 Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen 1 G10
5274 Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. 1 G10
60 Vervoer, opslag en communicatie
Cat Milieu-
aspect
6010 Vervoer per spoor 4.2 G-GV300
6021.1 Openbaar personenvervoer over de weg 3.2 G100
6021.2 Geregeld besloten personenvervoer over de weg 3.2 G100
6022 Ongeregeld personenvervoer per taxi 2 G30
6023 Ongeregeld personenvervoer per autobus 3.2 G100
6024.1 Verhuisvervoer b.o, < 1000 m2 3.1 G50
Verhuisvervoer b.o, > 1000 m2 3.2 G100
6024.2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 m2 3.1 G50
Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, > 1000 m2 3.2 G100
63 Dienstverlening voor het vervoer
Cat Milieu-
aspect
6311.2 Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag < 2000 m2 4.2 G300
Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag > 2000 m2 5.2 G700
6312.1 Opslag in tanks 3.1 G50
6312.2 Opslag in koelhuizen e.d. 3.1 G50
6312.3 Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.) 3.1 G50
6321 Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 3.2 G100
64 Post en telecommunicatie
Cat Milieu-
aspect
6411 Nationale postdiensten 2 G30
6412.1 Lokale postdiensten 2 G30
6412.2 Koeriersdiensten 2 G30
71 Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening Cat Milieu-
aspect
7110.1 Verhuur van personenauto's (geen operational lease) 2 G30
7110.2 Operational lease van personenauto's 2 G30
7121 Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen personenauto's) 2 G30
7122 Verhuur van schepen 3.1 G50
7123 Verhuur van vliegtuigen 3.1 G50
7132 Verhuur van bouwmachines en -werktuigen 3.1 G50
7133 Verhuur van computers en kantoormachines 3.1 G50
7134.2 Verhuur van machines en werktuigen n.e.g. 3.1 G50
7140.3 Verhuur van leesportefeuilles 2 G30
7140.4 Verhuur van kleding, huisraad e.d. 2 G30
7140.5 Verhuur van overige roerende goederen n.e.g. 2 G30
72 Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat Milieu-
aspect
7250 Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines 1 G10
73 Speur- en ontwikkelingswerk
Cat Milieu-
aspect
7310.1 Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en visserij 2 G-GE30
7310.3 Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk 2 G-GE30
7310.4 Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2 G-GE30
74 Overige zakelijke dienstverlening
Cat Milieu-
aspect
7470.1 Reiniging van gebouwen 3.1 GE50
7470.2 Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging n.e.g. 3.1 GE50
7481.1 Fotografie 2 G30
7481.3 Ontwikkelcentrales 2 G30
90 Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening Cat Milieu-
aspect
9000.1 Afvalwaterinzameling en –behandeling <1000.000 i.e. 4.1 GE200
Afvalwaterinzameling en –behandeling 1000.000 – 3000.000 i.e. 4.2 GE300
Afvalwaterinzameling en –behandeling >3000.000 i.e. 5.1 GE500
9000.2 Afvalinzameling 3.1 G-GE50
9000.3 Afvalverwerking
- kabelbranderijen 3.2 GE100
- Vuilstorten 4.2 G-GE300
- Vuiloverslagstations 4.2 G-GE300
- Composteerbedrijven: - niet belucht v.c < 5.000 ton/jr. 4.2 GE300
v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr. 5.2 GE700
v.c. > 20.000 ton/jr. 4.1 GE-S200
92 Cultuur, sport en recreatie
Cat Milieu-
aspect
9211.1 Productie van (video)films (geen televisiefilms) 2 G30
9220.1 Omroeporganisaties 2 G30
93 Overige dienstverlening
Cat Milieu-
aspect
9301.1 Wasserijen en linnenverhuur 3.1 G50
9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 2 G-GE30
9301.3 Wasverzendinrichtingen 2 G30
9301.3 Wassalons, wasserettes 1 G10

Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten

Inleiding
In dit bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan een "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst waarin de binnen de gemeente Nijmegen voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:

  • geluid;
  • geur;
  • stof;
  • gevaar (vooral brand en explosiegevaar);
  • verkeer;
  • visuele aspecten.

Gebruikte bronnen
Als belangrijkste bron bij het opstellen van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is gebruik gemaakt van de lijst van bedrijfstypen uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten editie 2009 (het "Groene Boekje"). In deze uitgave worden voor een groot aantal bedrijfstypen en activiteiten richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk gegeven, uitgaande van functiescheiding. Uitgangspunt hierbij is de hoofdactiviteit van het desbetreffende bedrijf. Daarbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die tenminste thans als het meest gebruikelijk worden beschouwd. In de praktijk blijkt dat vaak de wat zwaardere bedrijfscategorieën al gebruik maken van de Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de meest milieubelastende activiteiten.


In de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is voor de indeling van de bedrijven naar activiteiten, evenals in de VNG-publicatie, uitgegaan van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit 1993, waarvan in de VNG-publicatie overigens op enkele punten is afgeweken.


Model Nijmegen
De lijst Model Nijmegen gaat net zoals voorgenoemde uitgave van de VNG uit van een rustige woonwijk. In de lijst Model Nijmegen is principieel niet afgeweken van de hindercirkels per bedrijfsactiviteit (gevaar, geur, geluid, stof, verkeer en visueel) zoals vermeld in de VNG-publicatie.

De lijst die hier is opgesteld als "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" deelt de bedrijven in een vijftal categorieën en een zevental subcategorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op bedrijven die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 4 en 5 op de potentieel milieuhinder veroorzakende zware bedrijven, meestal fabrieken. In het uitgangspunt voor deze lijst (zie bronnen) heeft men in de lijst van VNG ook nog categorie 6 bedrijven opgenomen. Deze komen echter binnen Nijmegen niet voor en zijn ook niet te verwachten. Deze zijn daarom in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" niet opgenomen.

Het verschil van deze lijst Model Nijmegen ten opzichte van de lijst van bedrijfsactiviteiten als in de VNG-publicatie zijn:

  • bedrijven die niet in Nijmegen voorkomen, zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen, indien deze zich in de toekomst wel binnen Nijmegen willen vestigen zal dit van geval tot geval worden afgewogen;
  • dienstverlenende bedrijven, begraafplaatsen, kantoren, detailhandel, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen, agrarische bedrijven en culturele functies zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen. Deze functies krijgen een eigen bestemming en vallen in het bestemmingsplan niet onder de bedrijven;
  • activiteiten die niet plaatsgebonden zijn, zijn wel vermeld in de lijst maar krijgen niet vanzelfsprekend een bedrijfsbestemming;
  • garagebedrijven en benzineservicestations (met en zonder lpg) zijn niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Alleen door een aanduiding of een specifieke bestemming op te nemen kunnen deze bedrijven alsnog worden toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben namelijk veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op specifieke locaties worden toegestaan.


Categorie-indeling en criteria voor de toelaatbaarheid van bedrijven
In de VNG-publicatie zijn de 10 richtafstanden van de lijst van bedrijfstypen teruggebracht tot zes hoofdcategorieën welke hieronder vermeld staan:

categorie 1 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken.
categorie 2 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies.
categorie 3 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen.
categorie 4 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn.
categorie 5 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald.
categorie 6 komen in Nijmegen niet voor.

In tegenstelling echter tot de eerdere VNG uitgave zijn thans deze hoofdcategorieën 3, 4 een 5 verdeeld in de subcategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2 en 5.3 ieder met hun eigen richtafstanden ten opzichte van gevoelige objecten in een rustige woonwijk en gemengd gebied als hieronder aangegeven:

milieucategorie richtafstanden
rustige wijk gemengd gebied
1 10 m 0 m
2 30 m 10 m
3.1 50 m 30 m
3.2 100 m 50 m
4.1 200 m 100 m
4.2 300 m 200 m
5.1 500 m 300 m
5.2 700 m 500 m
5.3 1000 m 700 m

De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk, kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is omgevingstype gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.

Opgemerkt over het bovenstaande dient wel te worden dat indien er sprake is van bedrijvigheid die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen, dan wel voor met name genoemde A-inrichtingen (gezoneerd) als opgenomen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van geval tot geval moet worden bepaald hoe groot de hinder-/gevarencontour is. Er kan dan niet alleen maar rekening worden gehouden met de in de voorgaande staten vermelde afstanden.

Opzet van de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen

In de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is de categorie-indeling weergegeven op grond van bedrijfsactiviteiten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de SBI codes 1999. Deze indeling wordt hier gebruikt om bedrijfsactiviteiten in te kunnen delen. Het kan dus voorkomen dat de activiteiten binnen een bedrijf in twee of meer verschillende groepen volgens de SBI-indeling vallen. In die gevallen geldt dan de hoogste categorie van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Indien de bedrijfsonderdelen duidelijk ruimtelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, kunnen de bedrijfsonderdelen echter ook apart worden ingedeeld.

In de staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is zoals eerder vermeld eveneens uitgegaan van zonering (afstandscriteria/hindercirkels) ten opzichte van een rustige woonwijk als vermeld in de VNG-publicatie.

Flexibiliteit

De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het is bovendien tijdgebonden. In de praktijk komt het dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. Tevens kunnen de richtafstanden wanneer sprake is van een gemengd gebied met één afstandsstap worden verlaagd. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijven in een naastgelegen hogere categorie dan wel een bedrijf wat niet voorkomt op de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen toe te staan. De voorwaarde(n) daarbij is dat de bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven als bedoeld in de betreffende categorie.

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten (Model Nijmegen)

Staat van horeca-activiteiten

Categorie 1: lichte horeca

Bedrijven die beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Onder lichte horeca wordt geen detailhandel en/of ondersteunende horeca verstaan. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Lichte horeca

  • automatiek;
  • broodjeszaak;
  • cafetaria;
  • croissanterie;
  • ijssalon;
  • koffiebar;
  • lunchroom;
  • snackbar;
  • tearoom.

1b. Overige lichte horeca

  • bistro;
  • grillroom;
  • hotel of pension;
  • restaurant.

Categorie 2: middelzware horeca

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Onder deze categorie vallen horecabedrijven zoals:

  • bar;
  • bierhuis;
  • biljartcentrum;
  • café;
  • proeflokaal;
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Categorie 3: zware horeca

Bedrijven die grote hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Onder deze categorie vallen de volgende horecabedrijven zoals:

  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (met regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Toelichting op Staat van horeca-activiteiten

Milieuzonering van horeca-activiteiten

De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" (niet agrarische) bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Het vestigen van horecabedrijven middels een bestemmingsplan is ruimtelijk relevant om vormen van hinder te voorkomen. Verdere regulering van individuele bedrijven vindt plaats middels de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) welke mogelijkheden biedt om vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten met name op de volgende vormen van hinder:

  • geluid;
  • geur;
  • verkeer.

Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden:

  1. a. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën;
  2. b. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid;
  3. c. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.

De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het bestemmingsplan vindt de ruimtelijke afweging per locatie plaats.

Gehanteerde criteria

Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie "bedrijven en milieuzonering" een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria:

  1. a. de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden. Het Besluit horecabedrijven en de circulaire industrielawaai hanteren voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen;
  2. b. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt.

Categorieën van horeca-activiteiten

Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (onderverdeeld in subcategorieën):

Categorie 1: lichte horeca

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden:

  1. a. horeca die qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel, zoals: cafetaria, ijssalon, lunchroom en dergelijke. Met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen;
  2. b. overige lichte horeca, zoals restaurants, hotels en pensions.

Categorie 2: middelzware horeca

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden door enerzijds de openingstijden (ook 's nachts) en/of de grote verkeersaantrekkende werking, zoals: cafés, bars, biljartcentra, zalenverhuur e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals centrumgebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen.

Categorie 3: zware horeca

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts zijn geopend en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en hetgeen grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen, zoals: dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar op/in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen locaties of gebieden.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Actualisatie

Vanaf 2002 wordt er gewerkt aan de actualisatie van de bestemmingsplannen. Voor de bestaande stad (ten zuiden van de Waal) worden ongeveer 20 grote bestemmingsplannen opgesteld. Vóór juli 2013 moet er voor de gehele stad een actuele planologische regeling zijn vastgesteld. Voor het Centrum wordt een tweetal bestemmingsplannen opgesteld: Nijmegen Centrum-Binnenstad en Nijmegen Centrum-Stationsomgeving. Deze twee bestemmingsplannen vervangen 67 bestemmingsplannen (11 moederplannen en 56 postzegelplannen) en voorzien het centrum van een actuele planologische regeling. Dit bestemmingsplan betreft het bestemmingsplan Nijmegen Centrum-Binnenstad.

1.2 Plangebied

Het plangebied Centrum-Binnenstad wordt begrensd door:


aan de noordzijde:

  • de Waal tussen de spoorbrug en de Waalbrug (een gedeelte van de Waal en de bruggen vallen binnen het plangebied);


aan de oostzijde:

  • de Generaal James Gavinweg en Keizer Traianusplein (wegen vallen binnen het plangebied);


aan de zuidzijde:

  • Meester Franckenstraat, Straalmanstraat, Berg en Dalseweg, Bijleveldsingel, Sloetstraat, Groesbeekseweg en St. Annastraat (wegen vallen buiten het plangebied);


aan de westzijde:

  • Keizer Karelplein, Nassausingel, Kronenburgersingel, Lange Hezelstraat en de spoordijk (alleen Keizer Karelplein en Lange Hezelstraat vallen binnen het plangebied).

1.3 Raamwerk

Voorafgaand aan het bestemmingsplan is het Raamwerk Nijmegen Centrum opgesteld. Het Raamwerk omvat een analyse van het plangebied, het relevante geldende beleid en een overzicht van de voorzienbare ruimtelijke ontwikkelingen. Het raamwerk Nijmegen Centrum omvat de wijken Stadscentrum en Benedenstad. Gezien de samenhang van dit gebied is het wenselijk om voor het centrum één raamwerk op te stellen. Daarentegen is de dynamiek van beide gebieden zeer verschillend, waardoor het wenselijk is om twee aparte bestemmingsplannen op te stellen. In de Stationsomgeving zijn zeer veel ontwikkelingen gaande met een hoge ruimtelijke impact. In de Binnenstad spelen naast ruimtelijke ontwikkelingen vooral ontwikkelingen op economisch en cultuurhistorisch gebied. Het Raamwerk maakt onderdeel uit van de plantoelichting van beide bestemmingsplannen en is opgenomen in Bijlage 1 Raamwerk Centrum.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 is ingegaan op de ontwikkelingen in het plangebied voor zover die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. In hoofdstuk 3 is ingegaan op de plansystematiek van dit bestemmingsplan. In hoofdstukken 4, 5 en 6 is ingegaan op de belangrijkste functies in het plangebied en wordt aangegeven op welke wijze deze functies in het bestemmingsplan zijn bestemd (juridische vertaling). In hoofdstuk 7 is ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Tot slot zijn de bijlagen bij de toelichting opgenomen.

Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen En Ruimtelijke Onderbouwing

In het "Raamwerk Nijmegen Centrum" is in hoofdstuk 6 ingegaan op de ontwikkelingen in het centrum. Daarbij is onderscheid gemaakt in de recent gerealiseerde projecten en nieuwe ontwikkelingen. De recent gerealiseerde projecten zijn in het bestemmingsplan Nijmegen Centrum-Binnenstad of Centrum-Stationsomgeving ingepast. Bij de nieuwe ontwikkelingen is aangegeven of voor de betreffende ontwikkeling al een ruimtelijk ordeningsprocedure is doorlopen of dat dit nog moet plaatsvinden. De ontwikkelingen waarvoor al een aparte (bestemmingsplan)procedure is doorlopen, zijn in het bestemmingsplan ingepast. Voor de ontwikkelingen waarvoor nog geen procedure is doorlopen, zijn alleen de ontwikkelingen die al voldoend uitgewerkt en onderbouwd zijn meegenomen in dit bestemmingsplan. Voor de overige ontwikkelingen zal te zijner tijd een aparte procedure moeten worden doorlopen. Voor de ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan zijn meegenomen, is in dit hoofdstuk een ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Dit betreffen de volgende ontwikkelingen:

  • Franse Plaats 1-3: uitbreiding Commanderie van Sint Jan ten behoeve van een mosterd- en azijnmuseum;
  • Lindenberghaven: mogelijk maken van 3 extra historische woonschepen en een museumschip.

De ontwikkelingslocatie Hoek Bloemerstraat-Eerste Walstraat is bij amendement komen te vervallen.

2.1 Franse Plaats 1-3 (Uitbreiding Commanderie Van Sint Jan)

2.1.1 Ruimtelijke opzet

2.1.2 Archeologie en cultuurhistorie

2.1.3 Economische zaken

Toerisme is een belangrijk onderdeel van de Nijmeegse economie. Zo is de toeristische sector een belangrijke banenmotor. Daarnaast zijn bestedingen van toeristen een belangrijke bron van inkomsten voor diverse sectoren (m.n. horeca en detailhandel). De Commanderie van Sint Jan kan gezien worden als een toeristisch gebouw, omdat er een koffiebranderij en proeverij, restaurant, brouwerij, chocolaterie- met workshopruimte en een theatergroep gevestigd zijn.

Uitbreiding van de Commanderie van Sint Jan met een mosterd- en azijnmuseum betekent verdere versterking van het toeristische product. Dit houdt in dat nog meer toeristen kunnen worden aangetrokken. Vanuit economisch oogpunt een gewenste ontwikkeling.

2.1.4 Groen

De locatie heeft een groene uitstraling en is een onderdeel van de groene oase rondom de Commanderie van Sint Jan. Vanuit de Nonnenstraat wordt dit groen ervaren als een verademing in de stenige woonomgeving. De beplanting die voor een deel spontaan ontwikkeld is, hangt weelderig over de aanwezige keermuur en zorgt voor een aangename aankleding van de woonstraat. Het groen speelt vooral een belangrijke rol in de belevingswaarde van dit deel van de Benedenstad. De groene plek kan aan kwaliteit winnen wanneer er een duidelijk groenplan door initiatiefnemer wordt gemaakt. Op dit moment wordt het groen onvoldoende onderhouden.

Het groene karakter in de omgeving van de Commanderie van Sint Jan moet behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden. Bij realisering van het plan in het talud van de Nonnenstraat dient nieuw groen gerealiseerd te worden in de vorm van groene daken met overhangend groen over de verticale gevels en op het niveau van het maaiveld rond de Commanderie van Sint Jan.

2.1.5 Water

2.1.6 Verkeer

2.1.7 Milieu

2.2 Lindenberghaven

2.2.1 Huidige situatie Lindenberghaven


De Lindenberghaven ligt aan het eind van de Waalkade ter hoogte van het Valkhof. Meest kenmerkend aan de Lindenberghaven is de ligging bij de monumentale Waalbrug. De haven zelf bestaat uit een L-vormige steiger waarlangs boten kunnen aanmeren. De Lindenberghaven is voornamelijk in gebruik als passantenhaven waar Nijmegen van het voorjaar tot en met het najaar plezier- en recreatievaart ontvangt. Aan de huidige passantensteiger kunnen tot vijftig plezierjachten liggen met een lengte tot 15 meter. Vooral 's zomers biedt de haven een levendige aanblik. In de overige seizoenen geeft de haven veelal een troosteloze aanblik en gevoelens van onveiligheid.


In de monding van de Lindenberghaven liggen twee drijvende restaurants (Quirins en de varende Pannenkoekenboot). In de haven liggen twee woonschepen haaks op de steiger waarvan één een historisch woonschip is. Aan de oostzijde ligt een bedrijfsschip dat dienst doet als (varend) gastenverblijf.


De inrichting van de Waalkade houdt op bij de Lindenberghaven. De kade is hier vooral ingericht als parkeerterrein. Het beeld van de kade is hier rommelig, stenig en er is weinig groen. Hierdoor heeft de Lindenberghaven maar weinig verblijfskwaliteit. Ondanks de bijzondere ligging aan de Waalkade, tegen de binnenstad en langs de route naar de natuur tegen de stad (Ooijpolder) heeft het gebied een weinig aantrekkelijk achteraf-karakter.

2.2.2 Streefbeeld Lindenberghaven

De Lindenberghaven blijft de passantenhaven van Nijmegen bedoeld voor bezoekers van de stad. In de directe omgeving van de Lindenberghaven is een aantal ontwikkelingen gaande die gezamenlijk het einde van de Waalkade kunnen omvormen tot een aantrekkelijk gebied met een goede verblijfskwaliteit.


Ter hoogte van 't Meertje wordt een verbinding naar Ooijpolder gerealiseerd. Door een verbinding te maken ontstaat er een doorgaande voetgangersroute richting de Ooij en Oortjeshekken. Hierdoor wordt de recreatieve infrastructuur versterkt en ontstaat er een kortere verbinding tussen de stad en de bij het centrum liggende natuur. Ook wordt er een studie verricht naar het onderbrengen van het Natuurcentrum Rivieren in de Stratemakerstoren (een samenwerking van Staatsbosbeheer, Milieu Educatie Centrum (MEC) Nijmegen, Natuurmuseum Nijmegen, IVN Rijk van Nijmegen en Stichting Stratemakerstoren). Het nabijgelegen hotel Courage heeft vergevorderde uitbreidingsplannen en er worden plannen ontwikkeld voor een herinrichting van het Valkhofpark met daarin de herbouw van de Donjon.


Aansluitend bij dit versterkte toeristische profiel is het streefbeeld voor de Lindenberghaven dat van een passantenhaven, met een aantal historische schepen en een nieuw ingerichte kade met meer verblijfskwaliteit. Het realiseren van ligplaatsen voor historische schepen kan bijdragen aan het versterken van het toeristisch profiel van dit deel van de Waalkade.


Op verzoek van de raad is onderzocht of er mogelijkheden zijn voor historische woonschepen in de Lindenberghaven. Het doel is de leefbaarheid en aantrekkelijkheid te verhogen van deze haven. Daarbij kan de huidige passantenhaven worden uitgebreid met maximaal 3 extra ligplaatsen voor historische woonschepen en een museumschip. In totaal kunnen maximaal 5 ligplaatsen worden gecreëerd voor authentieke woonschepen die vroeger op de Waal hebben gevaren. Historische schepen zijn binnenvaartschepen die minimaal 50 jaar oud zijn.

Er wordt een beleidskader voor beeldkwaliteit opgesteld voor woonschepen en woonarken waarbij tevens zal worden ingegaan op de Lindenberghaven.

2.2.3 Archeologie en Cultuurhistorie

Voor de Lindenberghaven is geen dubbelbestemming Waarde-Archeologie opgenomen. De Lindenberghaven valt wel binnen het Rijksbeschermd stadsgezicht Benedenstad. Hiervoor is de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie-1 opgenomen.

2.2.4 Verkeer

Bij de aanvraag omgevingsvergunning zal op grond van de bouwverordening toetsing aan de parkeernormen plaatsvinden. In het centrumgebied van de binnenstad wordt voor nieuwe functies alleen de vaste parkeerbehoefte (privé) berekend. De publieke parkeerbehoefte (aandeel bezoekers openbaar) wordt in dit deel van de stad opgelost in de openbaar toegankelijke parkeergarages. De vaste parkeerbehoefte kan in de openbare ruimte worden opgelost.

2.2.5 Milieu

Hoofdstuk 3 Plansystematiek

3.1 Algemeen

De planvorm moet er op gericht zijn alle aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een zodanige bestemmingsregeling dat enerzijds in zekere mate ontwikkelingen mogelijk zijn en anderzijds de ruimtelijke kwaliteit voldoende gewaarborgd blijft. Uitgangspunt is een flexibel en toekomstgericht bestemmingsplan. Dit betekent dat niet alleen het bestaande gebruik van een perceel of pand wordt vastgelegd, maar ook wordt bekeken of op voorhand een ander gebruik aanvaardbaar is. Ook betekent het dat niet alleen de bestaande bebouwing wordt vastgelegd, maar wordt tevens gekeken in hoeverre extra bebouwingsmogelijkheden geboden kunnen worden. Ook wordt rekening gehouden met bestaande planologische mogelijkheden.

Het plangebied Nijmegen Centrum-Binnenstad betreft bestaand stedelijk gebied. In het plangebied zijn veel economische functies gevestigd. Daarnaast wordt in het plangebied veel gewoond, al dan niet in combinatie met de economische functies. Voor alle voorkomende functies geldt dat, indien mogelijk, uitbreidingsmogelijkheden worden geboden, tenzij dit onaanvaardbare hinder voor omliggende functies oplevert.


Ondanks dat er sprake is van bestaand stedelijk gebied, worden voor diverse locaties in het plangebied ontwikkelingen voorzien. Nieuwe ontwikkelingen worden alleen meegenomen indien de ontwikkelingen voldoende concreet zijn en ruimtelijk kunnen worden onderbouwd. Veelal betreft het ontwikkelingen waarvoor al aparte procedures in gang zijn gezet, bijvoorbeeld een postzegelbestemmingsplan, die in dit bestemmingsplan worden ingepast. Voor ontwikkelingen die nog zijn voorzien of nog onvoldoende concreet zijn, zal te zijner tijd een postzegelbestemmingsplan moeten worden opgesteld .


Voor de actualisatie van bestemmingsplannen wordt gebruik gemaakt van het Standaard bestemmingsplan van de gemeente Nijmegen. Het Standaard bestemmingsplan is gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008) waarin landelijke standaarden voor planregels en verbeelding zijn geformuleerd. De standaardisatie maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op een vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Het bestemmingsplan wordt zowel in analoge als digitale vorm opgesteld. Bij interpretatieverschillen heeft het digitale bestemmingsplan voorrang.

3.2 Regels

De regels van het bestemmingsplan zijn opgebouwd uit inleidende regels (waar wordt ingegaan op de begrippen en wijze van meten), de bestemmingsregels (waar de bestemmingen en dubbelbestemmingen worden beschreven), de algemene regels (waar de algemeen geldende regels staan), de overgangs- en slotregels (met het overgangsrecht) en de bijlagen (met de Staat van bedrijfsactiviteiten en de Staat van horeca-activiteiten). In de SVBP 2008 is de indeling van de regels van het bestemmingsplan en de wijze waarop de planregels zijn opgebouwd aangegeven. In hoofdstukken 4 t/m 6 wordt verder ingegaan op de regeling in dit bestemmingsplan.

Inleidende regels

Bij de inleidende regels wordt ingegaan op de begrippen en de wijze van meten.

Bestemmingsregels

In de SVBP 2008 zijn de verschillende functies gegroepeerd binnen zogeheten hoofdgroepen van bestemmingen. De naam van een bestemming begint altijd met de naam van de hoofdgroep. De systematiek van hoofdgroepen laat het toe een bestemming te specificeren en slechts één of enkele functies van een hoofdgroep binnen een bestemming mogelijk te maken. Een bestemming hoeft dus niet alle bij een hoofdgroep aangegeven functies te bevatten. Binnen de bestemmingen Centrum en Gemengd kunnen functies uit de verschillende hoofdgroepen voorkomen.

In dit bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor: Bedrijf-Nutsvoorziening, Centrum, Cultuur en ontspanning, Cultuur en ontspanning-Kinderboerderij, Detailhandel, Gemengd 1 t/m 7, Groen, Horeca, Kantoor, Maatschappelijk, Tuin, Verkeer, Water en Wonen.

Er is sprake van een dubbelbestemming indien op een stuk grond twee of meer onafhankelijk van elkaar voorkomende bestemmingen voorkomen, waarbij er sprake is van een rangorde tussen de dubbelbestemming en de daarmee samenvallende bestemming. In de bij de dubbelbestemming behorende planregels wordt de verhouding tussen de doeleinden (functies) van de bestemmingen aangegeven. De functies/gebruiksdoelen zijn in de SVBP 2008 gegroepeerd binnen zogeheten hoofdgroepen van dubbelbestemmingen. Het is mogelijk een dubbelbestemming te specificeren en slechts een of enkele van de genoemde functies mogelijk te maken. Een dubbelbestemming hoeft dus niet alle aangegeven functies te bevatten. De hoofdgroepen van de dubbelbestemmingen zijn limitatief. De genoemde functies zijn echter niet limitatief.

In dit bestemmingsplan komen de volgende dubbelbestemmingen voor: Leiding-Riool, Waarde-Archeologie 2, Waarde-Archeologie 3, Waarde-Cultuurhistorie 1, Waarde-Cultuurhistorie 2, Waterstaat-Waterkering en Waterstaat-Waterstaatkundige functie.

Behalve bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn binnen het bestemmingsplan aanduidingen te onderscheiden. Deze aanduidingen bevatten specificaties van bestemmingen en dubbelbestemmingen met betrekking tot het gebruik of het bouwen. Aanduidingen komen zowel voor op de verbeelding als in de planregels. Er worden in de SVBP 2008 zes soorten aanduidingen onderscheiden: gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen, bouwvlakken, bouwaanduidingen, maatvoeringsaanduidingen en figuren.

In dit bestemmingsplan komen gebiedsaanduidingen (archeologisch rijksmonument, milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied, veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen), functie-aanduidingen (zoals casino, horeca), bouwvlakken, bouwaanduidingen (zoals onderdoorgang, kiosk), maatvoeringsaanduidingen (maximale goot- en bouwhoogte) en figuren (gevellijn) voor.

Algemene regels

De algemene regels in dit bestemmingsplan bestaan uit een anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels (beeldende kunst, (bouw)werken ten algemenen nutte, dakvormen, jongerenontmoetingsplaatsen, ondergronds bouwen), algemene gebruiksregels (aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, bed en breakfast, evenementen, ondersteunende horeca, seksinrichting of escortbedrijf), algemene aanduidingsregels (archeologisch rijksmonument, milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied, veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen), algemene afwijkingsregels en overige regels (uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening, voorrangsregeling bestemmingen).

Overgangs- en slotregels

Hierin wordt ingegaan op het overgangsrecht en de slotregel (naam bestemmingsplan).

3.3 Flexibiliteitsbepalingen

Naast de flexibiliteit, die de rechtstreekse bouwmogelijkheden reeds bieden, zijn er onder voorwaarden extra mogelijkheden. Deze extra mogelijkheden kunnen worden geboden via omgevingsvergunningen en wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden, de zogenaamde flexibiliteitsbepalingen. Met de gemeenteraad is echter afgesproken dat in nieuwe actualisatie bestemmingsplannen bij voorkeur geen gebruik meer wordt gemaakt van de mogelijkheid om wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden op te nemen. De raad wil namelijk zelf de plannen kunnen vaststellen waarin nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Dit houdt in dat voor ontwikkelingen die niet in dit bestemmingsplan zijn opgenomen een postzegelbestemmingsplan moet worden opgesteld. Er zijn nog wel wijzigingsbevoegdheden opgenomen bij de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie 2 en 3 en bij de aanduiding milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied.

Verder zijn in dit bestemmingsplan mogelijkheden opgenomen om een omgevingsvergunning te verlenen.

Wijzigingsbevoegdheden

Bij de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie 2 en 3 zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen om deze dubbelbestemming te kunnen laten vervallen of juist op te nemen wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden meer aanwezig zijn dan wel uit onderzoek juist blijkt dat er ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Bij de aanduiding milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding te kunnen laten vervallen wanneer door sluiting van de waterwinning grondwaterbescherming niet langer noodzakelijk is.

Omgevingsvergunning

Binnen de verschillende bestemmingen, dubbelbestemmingen, algemene regels en overgangs- en slotbepalingen is de mogelijkheid opgenomen om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken. Het kan hierbij gaan om afwijking van de bouwregels of afwijking van de gebruiksregels. Bij de dubbelbestemmingen geldt er veelal een bouwverbod voor de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. Van dit bouwverbod kan door middel van een omgevingsvergunning worden afgeweken. Daarbij wordt getoetst aan de belangen die met de dubbelbestemming worden beschermd. Hiervoor dient veelal vooraf advies ingewonnen te worden bij een deskundige of beheerder. Ook is bij de dubbelbestemmingen en de gebiedsaanduiding milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden (vml aanlegvergunning) en/of een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (vml sloopvergunning) alleen mogelijk na het verlenen van een omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 4 Woonfunctie

4.1 Algemeen

Het plangebied Nijmegen Centrum-Binnenstad bestaat naast de economische functies voor een groot deel ook uit de functie wonen. Wonen komt zowel als zelfstandige functie als in combinatie met andere (economische) functies voor. In combinatie met andere functies vindt wonen vooral op de verdieping(en) plaats.

4.2 Stedenbouwkundige Uitgangspunten

De stedenbouwkundige matrix bevat stedenbouwkundige uitgangspunten waarmee bij het opstellen van het bestemmingsplan rekening is gehouden. Aan de hand van de stedenbouwkundige matrix wordt bijvoorbeeld bepaald waar de grens tussen de bestemmingen Tuin en Wonen ligt, de grootte van het bouwvlak en mogelijkheden om aan- en uitbouwen te realiseren. De stedenbouwkundige matrix heeft alleen betrekking op grondgebonden woningen. Behalve bij de bestemmingen Wonen en Tuin, is ook bij de verschillende bestemmingen Gemengd, voor zover in deze bestemmingen ook grondgebonden woningen voorkomen, rekening gehouden. Het opstellen van een bestemmingsplan is echter maatwerk. Het kan zijn dat het gezien de feitelijke situatie of bestaande planologische mogelijkheden gewenst is om van de stedenbouwkundige matrix af te wijken (zie Bijlage 2Stedenbouwkundige matrix).

Er wordt een vijftal gebiedstypen onderscheiden waarvoor stedenbouwkundige uitgangspunten zijn geformuleerd. Een gebiedstype vertegenwoordigt een stadsdeel van Nijmegen met een eigen stedenbouwkundige- en architectonische uitstraling en met een eigen identiteit. Bij de stedenbouwkundige matrix is een kaart opgenomen van de stad, ingedeeld in gebiedstypen. In de stedenbouwkundige matrix zijn 5 gebiedstypen opgenomen:

  • historisch gesloten bebouwing;
  • historisch open bebouwing;
  • tuinstad;
  • jaren '70 en '80 wijken;
  • overig.

Het plangebied Nijmegen Centrum-Binnenstad valt in zijn geheel onder gebiedstype "Historisch gesloten bebouwing". Dit gebiedstype vormt een bonte verzameling van dicht opeengepakte en spontaan gevormd straten die reeds in de laat-middeleeuwen hun definitieve vorm gekregen hebben (historisch stadscentrum binnen de eerste en tweede omwalling). Na de ontmanteling in 1876 is in een ring rond het stadscentrum een samenhangend stedenbouwkundig plan gerealiseerd met gesloten stroken van statige herenhuizen en villa's, voortuinen met hekwerken, singels en parken (de 19e -eeuwse schil). Het wederopbouwplan in het stadscentrum van na de Tweede Wereldoorlog is ruimer van opzet en qua structuur meer rechttoe rechtaan. Kenmerkend voor het historisch stadscentrum, de 19e-eeuwse schil en het wederopbouwplan is dat het om gesloten of nagenoeg gesloten bouwblokken gaat waardoor een duidelijke scheiding van privé en openbaar aanwezig is. In het raamwerk Centrum is in hoofdstuk 3 verder ingegaan op het ruimtelijk kader.

4.3 Juridische Vormgeving

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de bestemmingen Wonen en Tuin. Het erf valt onder de bestemming Wonen.

Wonen en Tuin

De woongebieden hebben de bestemmingen Wonen en Tuin gekregen. Binnen de bestemming Wonen is een aanduiding ' bouwvlak' opgenomen waarbinnen het hoofdgebouw (woning) mag worden opgericht. Aan de hand van de diepte van het achtererf is de grootte van het bouwvlak bepaald. In ieder geval is de bestaande legale situatie bestemd. Waar mogelijk zijn uitbreidingsmogelijkheden geboden. Binnen de aanduiding 'bouwvlak' mogen ook aan- en uitbouwen worden gerealiseerd. Op het erf zijn bouwmogelijkheden voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen. De totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van het erf bedragen, met een maximum van 50 m2. Aan- en uitbouwen binnen de aanduiding 'bouwvlak' tellen daarbij niet mee. Ook de begrenzing tussen de bestemmingen Wonen en Tuin is aan de hand van de stedenbouwkundige matrix bepaald. De bestemming Tuin ligt veelal aan de voorzijde van de woning. Binnen de bestemming Tuin zijn slechts beperkte bebouwingsmogelijkheden opgenomen. Overigens kan de bestemming Tuin ook in combinatie met andere bestemmingen voorkomen, zoals de bestemming Gemengd.

Indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen, mag maximaal 50% van de tuin voor parkeren gebruikt worden. In overige gevallen mag de tuin geheel gebruikt worden ten behoeve van parkeren. Overigens is voor het beschermd stadsgezicht Benedenstad en de 19e-eeuwse Stadsuitleg een dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie opgenomen. Voor het aanleggen van parkeerplaatsen dient binnen deze dubbelbestemming een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Het parkeren in de voortuinen binnen de 19e-eeuwse Stadsuitleg kan daarmee worden tegengegaan.

Binnen de bestemming Wonen komen de aanduidingen raamprostitutie/raamexploitatie (Nieuwe Markt 24-40, even nummers) en parkeerdak (Gerard Noodtstraat) voor.

Algemene regels

Op grond van de algemene regel "Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten" zijn in woningen alsmede in aan- en uitbouwen onder voorwaarden andere functies toegestaan in de vorm van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan in (vrijstaande) bijgebouwen. Het uitoefenen van een beroeps- of bedrijfsactiviteit in een (vrijstaand) bijgebouw in de tuin gaat de reikwijdte van de woonfunctie te buiten. De beroeps- of bedrijfsactiviteit is dan immers niet meer direct gerelateerd aan de woning. Een dergelijke functieverandering kan ingevolge vaste jurisprudentie uitsluitend worden bewerkstelligd middels een wijziging of herziening van het bestemmingsplan (uitspraak ABR 06/04/2005, 200404674/1). In de regels is onder de begrippen gedefiniëerd wat onder aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten moet worden verstaan.

Hoofdstuk 5 Economische En Maatschappelijke Functies

5.1 Algemeen

De in het plangebied voorkomende economische en maatschappelijke functies zijn: bedrijven, voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoren en maatschappelijke voorzieningen. Deze functies komen zowel zelfstandig als in combinatie met andere functies voor. Ingegaan wordt op de uitgangspunten per functie en de juridische vormgeving (wijze van bestemmen).

5.2 Uitgangspunten Per Functie

Bedrijven

In het bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven gekoppeld aan de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst met bedrijven in Nijmegen, die al naar gelang van de te verwachten milieubelasting zijn ingedeeld in milieucategorieën. Het betreft een algemene lijst, gebaseerd op de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering". Bedrijven die in gebieden met gemengde functies goed samengaan met een woonfunctie (milieucategorie 1 en 2) zijn binnen de bestemmingen Centrum, Gemengd-3, Gemengd-4 en Gemengd-5 toegestaan. Tevens zijn bedrijven bij woningen toegestaan voorzover deze vallen onder de aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Bestaande bedrijven in zwaardere milieucategorieën worden apart bestemd of aangeduid. Dit houdt in dat deze zwaardere milieucategorie niet algemeen toelaatbaar is en alleen het bestaande bedrijf op die locatie is toegestaan. Ook voor garagebedrijven (milieucategorie 2) is een aanduiding opgenomen. Garagebedrijven zijn namelijk niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Dergelijke bedrijven hebben veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op de bestaande locaties zijn toegestaan.

Cultuur en ontspanning

De bestemming Cultuur en ontspanning is opgenomen voor de culturele voorzieningen van enige omvang, zoals een schouwburg, musea en bioscopen waarbij geen combinatie met andere functies voorkomt. De overige voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning vallen binnen de bestemmingen Centrum of Gemengd. Deze voorzieningen, zoals bijvoorbeeld ateliers, zijn binnen de bestemmingen Centrum of Gemengd overal toegestaan.

Detailhandel

In het stadscentrum wordt onderscheid gemaakt in de hoofdwinkelstraten, de omliggende centrumstraten en de overige straten (zie paragraaf 4.3 van het raamwerk). Detailhandel is toegestaan in de hoofdwinkelstraten en de aanliggende centrumstraten. Detailhandel is mogelijk binnen de bestemmingen Centrum, Detailhandel, Gemengd-3, Gemengd-4 en Gemengd-5, Gemengd-6 en Gemengd-7. Alleen grote panden, die in zijn geheel in gebruik zijn ten behoeve detailhandel, zijn bestemd als Detailhandel. Veelal betreft het grotere winkelketens, zoals de V&D, Hema en C&A. Wanneer er meerdere hoofdfuncties zijn toegestaan, is de bestemming Centrum of Gemengd opgenomen.

Dienstverlening

In de hoofdwinkelstraten wordt maximaal 20% dienstverlening toegestaan. In de omliggende centrumstraten geldt een maximum percentage van 30% en 50%. In de overige straten is overal dienstverlening toegestaan. In de bestemming Centrum (passage Molenpoort) is 20% dienstverlening toegestaan. Dienstverlening is toegestaan binnen de bestemmingen Gemengd-1, Gemengd-2, Gemengd-4, Gemengd-6 en Gemengd-7. In de bestemmingen Gemengd-3 en Gemengd-5 is met een specifieke aanduiding aangegeven welk percentage aan dienstverlening is toegestaan.

Horeca

Nieuwe horeca is toegestaan in de horeca-accentgebieden (Waalkade, Grote Markt, Kelfkensbos, Molenstraat, Koningsplein-Mariënburg en Plein 1944). Het horeca-accentgebied Koningsplein-Mariënburg is daarbij uitgebreid. Horeca is toegestaan in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, met uitzondering van een gedeelte van de Molenstraat (Molenstraat 45-53, 63) waar alleen horeca in categorie 1a en 1b is toegestaan. In de Van Welderenstraat en de Van Broeckhuysenstraat is 20% daghoreca (categorie 1a) toegestaan. Daarbuiten is horeca alleen op de bestaande locaties toegestaan. Hiervoor is de aanduiding 'horeca' opgenomen.

De bestemming Horeca is opgenomen voor horecavoorzieningen van enige omvang waarbij geen combinatie met andere functies voorkomt. Verder is horeca mogelijk in de bestemmingen Centrum, Gemengd-5, Gemengd-6 en Gemengd-7 en als aanduiding binnen de bestemmingen Gemengd-2, Gemengd-3 en Gemengd-4. Binnen de bestemming Gemengd-7 is zowel een algemene regeling voor horeca opgenomen als een aanduiding voor bestaande horecalocaties.

Kantoren

Voor de grote kantoorgebouwen is de bestemming Kantoor opgenomen. Deze panden zijn dermate omvangrijk en specifiek ingericht als kantoorgebouw, dat het niet wenselijk is om op voorhand andere functies toe te staan. Verder zijn kantoren toegestaan binnen de bestemmingen Centrum, Gemengd-1, Gemengd-2, Gemengd-4, Gemengd-5 en Gemengd-6.

Maatschappelijke voorzieningen

De bestemming Maatschappelijk is opgenomen voor maatschappelijke voorzieningen van enige omvang, zoals kerken, scholen, een sportzaal en een multifunctioneel centrum waarin geen combinatie met andere functies voorkomt. De overige maatschappelijke voorzieningen zijn opgenomen binnen de bestemmingen Centrum of Gemengd.

5.3 Juridische Vormgeving

Het merendeel van de economische functies is voorzien van de bestemmingen Centrum of Gemengd. Met deze bestemmingen worden meerdere functies per locatie mogelijk gemaakt. Op deze manier wordt leegstand voorkomen en kan eenvoudig worden ingespeeld op marktontwikkelingen. In het bestemmingsplan zijn de economische en maatschappelijke functies ondergebracht binnen één van de volgende bestemmingen:

  • I. Bedrijf-Nutsvoorziening;
  • II. Centrum;
  • III. Cultuur en Ontspanning;
  • IV. Cultuur en Ontspanning-Kinderboerderij;
  • V. Detailhandel;
  • VI. Gemengd-1, Gemengd-2, Gemengd-3, Gemengd-4, Gemengd-5, Gemengd-6 en Gemengd-7;
  • VII. Horeca;
  • VIII. Kantoor;
  • IX. Maatschappelijk.

Binnen de bestemmingen Gemengd en Maatschappelijk is aangegeven dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de Wet geluidhinder. Zonder deze bepaling zou het namelijk mogelijk zijn om een nieuwe geluidsgevoelige functie toe te voegen, bijvoorbeeld een woning of een school, zonder dat er akoestisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Voorzover een locatie in een geluidszone van een weg valt, dient, wanneer zich een nieuwe geluidsgevoelige functie wil vestigen, eerst akoestisch onderzoek plaats te vinden. Indien de voorkeurswaarde wordt overschreden, moet worden nagegaan of een hogere waarde kan worden verleend. De procedure hogere waarde moet gelijk oplopen met een herziening van het bestemmingsplan, zodat in een dergelijk geval een postzegelbestemmingsplan (dan wel een omgevingsvergunning in combinatie met een 'projectbesluit') moet worden opgesteld. Dit geldt ook indien er functieverandering plaatsvindt van de ene geluidsgevoelige functie in een andere geluidsgevoelige functie (bijvoorbeeld op een voormalige schoollocatie worden woningen gebouwd). Ook dan zal er vooraf akoestisch onderzoek dienen plaats te vinden.

Bedrijf-Nutsvoorziening

Deze bestemming is opgenomen voor grotere nutsvoorzieningen die niet onder de algemene regeling voor (bouw)werken ten algemenen nutte vallen. Binnen deze bestemming zijn alleen nutsvoorzieningen mogelijk.

Centrum

De bestemming Centrum is vergelijkbaar met de bestemming Gemengd in zoverre dat het gaat om locaties waar meerdere functies zijn toegestaan. Echter een belangrijk onderscheid is dat het bij Centrum gaat om een winkelcentrum en bij Gemengd om veelal verspreid voorkomende functies. Een voordeel van de bestemming Centrum is dat de toegestane economische functies niet locatie gebonden zijn. De bestemming Centrum is voor passage Molenpoort opgenomen.

Binnen de bestemming Centrum komen verschillende functies voor: bedrijven (categorie 1 en 2), cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, wonen en bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen. Boven het winkelcentrum is een parkeerdak aanwezig. Hiervoor is de aanduiding 'parkeerdak' opgenomen. Er is maximaal 20% dienstverlening toegestaan. Het aantal horecabedrijven is beperkt tot de 4 bestaande horecabedrijven. De locatie van deze horecabedrijven is niet vastgelegd. Wonen is uitsluitend in de appartementen op de verdieping(en) langs de Molenstraat toegestaan.

Cultuur en ontspanning

Deze bestemming is opgenomen voor het concertgebouw, een bioscoop en musea.

Binnen deze bestemmingen zijn de aanduidingen museum opgenomen voor de nieuwbouw bij de Commanderie van Sint Jan (Franseplaats 1-3) omdat hier uitsluitend een museum is toegestaan. Tevens zijn hier de aanduidingen horeca-uitgesloten en specifieke bouwaanduiding-dakvorm-groen opgenomen. Voor het museum Valkhof is de aanduiding horeca opgenomen.

Cultuur en ontspanning-Kinderboerderij

Deze bestemming is opgenomen voor de kinderboerderij in het Kronenburgerpark. Omdat op deze locatie geen andere functies die onder cultuur en ontspanning vallen wenselijk zijn, is hiervoor een specifieke bestemming opgenomen.

Detailhandel

De panden die in zijn geheel in gebruik zijn ten behoeve detailhandel, zijn bestemd als Detailhandel. Veelal betreft het grotere winkelketens, zoals de V&D, Hema en C&A. Er vindt geen menging plaats met andere hoofdfuncties.

Gemengd

De bestemming Gemengd is opgenomen voor al die locaties waar meerdere hoofdfuncties zijn toegestaan, met uitzondering van het winkelcentrum waarvoor de bestemming Centrum is opgenomen. Binnen de bestemming Gemengd komen combinaties van verschillende economische functies voor al dan niet in combinatie met wonen. Een uitwisseling tussen deze functies is mogelijk. Er zijn 7 bestemmingen Gemengd. De bestemmingen Gemengd-6 en Gemengd-7 zijn opgenomen voor de ontwikkelingen rondom Plein 1944.

Gemengd - 1: cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen

Deze bestemming is toegekend aan locaties met cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen. Het gehele pand mag worden gebruikt ten behoeve van deze functie(s). Het pand heeft geen woonfunctie.

Binnen deze bestemming is een aanduiding opgenomen voor de bestaande horecalocaties, bestaande of nieuw te vestigen hotels en ten behoeve van een parkeerdak.

Gemengd - 2: cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen

Deze bestemming is toegekend aan locaties met voorzieningen op gebied cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren en/of kleinschalige maatschappelijke voorzieningen, waarbij tevens een (boven)woning aanwezig is dan wel gerealiseerd zou kunnen worden. Het gehele pand mag worden gebruikt ten behoeve van deze functie(s) cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren en/of kleinschalige maatschappelijke voorzieningen. Wonen is uitsluitend toegestaan in hoofdbebouwing aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen.

Binnen deze bestemming is de aanduiding horeca opgenomen voor de bestaande horecalocaties, een specifieke aanduiding voor de bestaande horeca in Commanderie van Sint Jan (Franseplaats 1-3), een specifieke aanduiding ten behoeve van nieuwe horeca in het pand Parkweg 96-100 en een aanduiding voor hotels. Wanneer de aanduiding 'hotel' is opgenomen, zijn op die locatie geen andere horecabedrijven toegestaan. Ook is een specifieke aanduiding opgenomen voor de nieuwe vestiging van modehuis Tijssen aan de Oranjesingel 4-6.


Gemengd -3: bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel en wonen

Deze bestemming is toegekend aan locaties waar bedrijven, voorzieningen op gebied van cultuur en ontspanning, detailhandel en/of dienstverlening zijn gevestigd waarbij tevens een bovenwoning aanwezig is dan wel gerealiseerd zou kunnen worden. Deze bestemming is onder andere opgenomen voor de hoofdwinkelstraten en omliggende centrumstraten. De functies bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel en dienstverlening zijn alleen toegestaan op de begane grond en in de kelderruimte. Wonen is uitsluitend toegestaan in hoofdbebouwing aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen.

De aanduiding 'detailhandel' is opgenomen om uitbreiding van detailhandel op de verdieping(en) mogelijk te maken. Met de aanduiding 'discotheek' is een bestaande mogelijkheid voor een discotheek aangegeven (Doddendaal 1a). De aanduiding 'garage' is opgenomen voor bestaande garagebedrijven. Tevens zijn de bestaande horecalocaties aangegeven. Op deze locaties zijn horecabedrijven in categorie 1a, 1b en 2 toegestaan. Voor een gedeelte van de Molenstraat (Molenstraat 45-53, 57-63) is met een aanduiding aangegeven dat alleen lichte horeca (categorie 1a of 1b) is toegestaan. Deze aanduiding is ook opgenomen voor andere locaties waar alleen lichte horeca is toegestaan. In de Van Welderenstraat en de Van Broeckhuysenstraat is met een aanduiding aangegeven dat 20% daghoreca (categorie 1a) is toegestaan. Met een aanduiding is het percentage dienstverlening aangegeven dat is toegestaan. Hotels zijn mogelijk binnen de aanduiding 'horeca' (voorzover categorie 1b is toegestaan) of binnen de aanduiding 'hotel'. Er is een specifieke aanduiding opgenomen ten behoeve van restauratieve horeca in het keldercomplex Glashuis (bouwblok Lange Hezelstraat/Glashuis/Papengas) mogelijk te maken. Middels de aanduiding 'relatie' is de koppeling gelegd met de specifieke aanduiding binnen de bestemming Gemengd-4. Tezamen mag er niet meer dan 200 m2 restauratieve horeca (categorie 1a en 1b) in het keldercomplex gerealiseerd worden. Ook is een specifieke aanduiding opgenomen ten behoeve van een bestaand horecabedrijf op de eerste verdieping (Plein 1944 52)). Tevens is de aanduiding 'parkeerdak' opgenomen.

Gemengd-4: bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen

Deze bestemming is toegekend aan locaties waar bedrijven zijn gevestigd, voorzieningen op gebied van cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen waarbij tevens een (boven)woning aanwezig is dan wel gerealiseerd zou kunnen worden. Deze bestemming is onder andere opgenomen voor de overige straten. De functies bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen zijn alleen op de begane grond en in de kelderruimte toegestaan. Wonen is uitsluitend toegestaan in hoofdbebouwing aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen.

De aanduiding 'detailhandel' is opgenomen om detailhandel op de verdieping(en) mogelijk te maken. Voor de garagebedrijven is een aanduiding 'garagebedrijf' opgenomen omdat deze bedrijven niet zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten. Voor een groothandelsbedrijf (Gerard Noodtstraat 44) is de aanduiding 'groothandel' opgenomen omdat dit bedrijf onder milieucategorie 3.1 valt en daarmee niet valt onder de algemeen toegestane bedrijven (categorie 1 en 2). Met een aanduiding zijn de bestaande horecalocaties aangegeven. Op deze locaties zijn horecabedrijven in categorie 1a, 1b en 2 toegestaan. Wanneer alleen lichte horeca toegestaan is, is hiervoor de 'horeca tot en met categorie 1b' opgenomen. Hotels zijn mogelijk binnen de aanduiding 'horeca' (voorzover categorie 1b is toegestaan) of binnen de aanduiding 'hotel'. Er is een specifieke aanduiding opgenomen om enige restauratieve horeca in het keldercomplex Glashuis (bouwblok Lange Hezelstraat/Glashuis/Papengas) mogelijk te maken. Middels de aanduiding 'relatie' is de koppeling gelegd met de specifieke aanduiding binnen de bestemming Gemengd-4. Tezamen mag er niet meer dan 200 m2 restauratieve horeca (categorie 1a en 1b) in het keldercomplex gerealiseerd worden. Ook is de aanduiding 'parkeerdak' opgenomen.

Gemengd-5: bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel, horeca, kantoren en wonen

Deze bestemming is toegekend aan locaties waar bedrijven zijn gevestigd, voorzieningen op gebied van cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca en kantoren waarbij tevens een (boven)woning aanwezig is dan wel gerealiseerd zou kunnen worden. Deze bestemming is opgenomen voor de horeca-accentgebieden. De functies bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel en dienstverlening zijn alleen toegestaan op de begane grond en in de kelderruimte. Horeca, met uitzondering van logiesverstrekkende horeca, is uitsluitend toegestaan op de begane grond. Kantoren zijn in het gehele pand toegestaan. Wonen is uitsluitend toegestaan in hoofdbebouwing aan de straatzijde en in bestaande woningen op achterterreinen.

Er is een aanduiding opgenomen ten behoeve van een casino (Waalkade 68) en een tweetal discotheken (Molenstraat 79-81 en 99a). Tevens is met een aanduiding het percentage dienstverlening aangegeven dat is toegestaan. Ook is een specifieke aanduiding opgenomen ten behoeve van een horecabedrijf op de verdieping(en) (Waalkade 69). Ook is de aanduiding 'parkeerdak' opgenomen.

Gemengd-6: cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen

De bestemmingen Gemengd-6 en Gemengd-7 zijn opgenomen ten behoeve van de ontwikkelingen rondom Plein 1944. Binnen de bestemming Gemengd-6 zijn voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen toegestaan. Er is specifiek aangegeven waar deze functies zijn toegestaan.

Gemengd-7:cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca en wonen

Binnen de bestemming Gemengd-7 zijn voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, horeca en wonen toegestaan. Er is specifiek aangegeven waar deze functies zijn toegestaan.

Er is een aanduiding voor een bestaande horecalocatie opgenomen.

Horeca

De bestemming Horeca is opgenomen voor horecavoorzieningen van enige omvang waarbij geen combinatie met andere functies voorkomt. Het gehele pand mag ten behoeve van horeca worden gebruikt. Alleen lichte en middelzware horeca is algemeen toegestaan (categorie 1 en 2 van de Staat van horeca-activiteiten).


Kantoor

De bestemming Kantoor is opgenomen voor kantoren van enige omvang waarbij geen combinatie met andere functies voorkomt. Het gehele pand mag ten behoeve van kantoor worden gebruikt.

Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk is opgenomen voor maatschappelijke voorzieningen van enige omvang waarbij geen combinatie met andere functies voorkomt. Het gehele pand mag ten behoeve van de maatschappelijke voorziening worden gebruikt.

Algemene regels

Bed en breakfast

In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en/of wonen is een bed en breakfast toegestaan. Onder een bed- and breakfast wordt een overnachtingsmogelijkheid verstaan gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed- and breakfast heeft maximaal 4 kamers en maximaal 8 slaapplaatsen. Een bed- and breakfast is alleen toegestaan op de verdiepingen.

Ondersteunende horeca

Bij de algemene regels is een regeling opgenomen voor ondersteunende horeca. In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan. Bij warenhuizen zijn hiervoor ruimere mogelijkheden opgenomen.

Evenementen

Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor een vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.

Seksinrichting of escortbedrijf

Het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, escortbedrijf, raam- en straatprostitutie wordt gezien als strijdig gebruik. Alleen de bestaande raamprostitutiepanden zijn door middel van een aanduiding toegestaan (Nieuwe Markt 24-40, even nummers). Op grond van deze algemene regeling kunnen burgemeester en wethouders, indien aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan, door middel het verlenen van een omgevingsvergunning een seksinrichting of escortbedrijf toestaan.

Hoofdstuk 6 Openbare Ruimte

6.1 Algemeen

De openbare ruimte is in het bestemmingsplan onderverdeeld in de volgende bestemmingen:

  • I. Groen;
  • II. Verkeer;
  • III. Water.

Daarnaast zijn er de dubbelbestemmingen Leiding-Riool, Waarde-Archeologie 2, Waarde-Archeologie 3, Waarde-Cultuurhistorie 1, Waarde-Cultuurhistorie 2, Waterstaat-Waterkering en Waterstaat-Waterstaatkundige functie.

6.2 Externe Veiligheid

Deze paragraaf is een aanvulling op paragraaf 5.5 van het raamwerk Centrum.

6.2.1 Inleiding

De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming
over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te
beschouwen die, in dit geval, ontstaan door de combinatie van intensieve functies in de
spoorzone en het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. De kans dat er een
zwaar ongeval met gevaarlijke stoffen plaatsvindt, is zeer klein. De effecten van een
dergelijk ongeval zullen zeer groot zijn. In de ontwikkeling van de locatie moet van
deze kans op een zwaar ongeval rekenschap gegeven worden, dit heet de verantwoording
van de risico's. Deze verantwoording moet gelezen worden in combinatie met het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Nijmegen.

6.2.2 Verantwoording externe veiligheids risico's

Onderzocht is welke risicobronnen (mogelijk) invloed op het plangebied hebben. Het betreft hier:

  • hoge druk aardgastransportleiding;
  • bedrijven met gevaarlijke stoffen (Bevi-inrichtingen);
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over het water;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor.

Hoge druk aardgastransportleiding

De dichtstbijzijnde hoge druk aardgasleiding is op meer dan een kilometer afstand gelegen. Gelet op deze afstand ligt het plangebied ruim buiten het invloedsgebied. De leiding vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plangebied.


Bedrijven met gevaarlijke stoffen (Bevi-inrichtingen)

Er zijn geen Bevi-inrichtingen of inrichtingen met gevaarlijke stoffen die van invloed zijn op het plangebied. Het meest nabij, op circa 800 meter van het plangebied, ligt het Slachthuis Nijmegen aan de Havenweg 2. Vanwege deze afstand ligt het plangebied ruim buiten het invloedsgebied van de daar aanwezige ammoniakkoeling.

Vervoer over de weg

Er ligt een route gevaarlijke stoffen over de weg: Waalbrug - Nieuwe Ubbergseweg. Voor het plaatsgebonden risico wordt de norm nergens overschreden. De plaatsgebonden risicocontour ligt op de weg. Ook voor het groepsrisico wordt de oriënterende waarde nergens overschreden. Binnen de 30 meter contour bestaat een verhoogd risico in verband met plasbranden, maar gelet op de afwezigheid van bebouwing in deze zone is hier geen verdere verantwoording voor noodzakelijk. Wel moet rekening worden gehouden met een toxische scenario.

Vervoer over het water

De Waal wordt in het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen aangewezen als een belangrijke binnenvaartroute (zwarte route) voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Zowel voor het plaatsgebonden risico als het groepsrisico zijn geen overschrijdingen te verwachten, behalve als er op het water nieuwe bestemmingen worden gecreëerd of bij een bevolkingsdichtheid van meer dan 1500 personen/ ha.


Wel moet rekening gehouden worden met een plasbrand-aandachtsgebied van 25 meter uit de oeverlijn. Conform ons externe veiligheidsbeleid worden hier geen nieuwe zeer kwetsbare objecten gecreëerd. Verder moet een verantwoording plaatsvinden voor een BLEVE- en een toxische scenario.


Vervoer per spoor

Het plangebied bevindt zich in de risicocontour van het spoor Nijmegen-Den Bosch. Daarom hebben wij laten onderzoeken wat de effecten zijn van het vervoer van gevaarlijke stoffen ten opzichte van de geplande ontwikkeling. Uit de risicostudie blijkt dat, uitgaande van de huidige vervoersstromen en de vervoersprognose voor 2020, de normen voor het plaatsgebonden risico voldoen. Door het ontbreken van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico is zowel voor de huidige als voor de toekomstige situatie het plaatsgebonden risico voor het vervoer van gevaarlijke stoffen geen knelpunt voor de ontwikkeling van de locatie.

Uit de risicostudie blijkt dat het groepsrisico in de huidige stedenbouwkundige situatie, beschouwd bij de 'realisatiecijfers 2009', ruim de oriëntatiewaarde overschrijdt. In de toekomstige situatie neemt het groepsrisico toe ten opzichte van de autonome situatie gebaseerd op de prognosecijfers voor de situatie in 2020. Een uitgebreide uitwerking van de personendichtheden, functie-indeling, verblijfsduur zijn in deze rapportage opgenomen. Deze toename van het groepsrisico moet worden verantwoord.

6.2.3 Welk soort spoorvervoer geeft het grootste risico?

Het scala van gevaarlijke stoffen dat over het spoor wordt vervoerd is gevarieerd. Er is echter een drietal stofgroepen te onderscheiden:

  1. 1. vervoer van brandbare vloeistoffen (plasbrand);
  2. 2. vervoer van giftige stoffen (verspreiding toxische wolk);
  3. 3. vervoer van brandbare gassen (koude en warme BLEVE).

Het effectgebied bij een incident verschilt hierbij sterk per stofgroep. Globaal gesteld reiken de letale aspecten van een plasbrand tot 30 meter, een BLEVE tot 200 meter voor personen binnenshuis (meerderheid aanwezigen) en 300 meter buitenshuis en toxische wolk tot vele kilometers (letale effecten m.n. bij personen buitenshuis). Een BLEVE is hierin het maatgevende scenario en zal zwaar worden verantwoord, de overige scenario's worden lichter verantwoord e.e.a conform het gemeentelijk veiligheidsbeleid.

6.2.4 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat:

  1. 1. er is nu en in de toekomst sprake van een overschrijding van de groepsrisico;
  2. 2. ondanks de beoogde maatregelen blijft de kans op een ongeval aanwezig, dit wordt aangeduid met het restrisico;
  3. 3. het bevoegd gezag, de gemeente Nijmegen, neemt kennis van het restrisico en neemt de verantwoording voor eventuele gevolgen.

6.3 Juridische Vormgeving

Groen

De in het plangebied voorkomende grotere openbare groenvoorzieningen zijn voorzien van de bestemming Groen. Binnen de meeste overige bestemmingen zijn ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat niet al het groen ook als groen bestemd hoeft te worden. Zo zijn bijvoorbeeld binnen de bestemming Verkeer ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat bermen niet als groen bestemd hoeven te worden. Binnen de bestemming Groen zijn ook bijbehorende voorzieningen zoals sport- en speelvoorzieningen, terrassen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets en voetpaden mogelijk. Tevens zijn wadi's, water, overstortvijvers, rioolbuffers en geluidwerende voorzieningen mogelijk. In de bestemming Groen zijn parkeervoorzieningen niet toegestaan. Waardevolle bomen zijn niet apart aangeduid. Deze bomen worden via de kapverordening beschermd.

Binnen de bestemming Groen is een aanduiding 'brug' opgenomen voor de brug in het Hunnerpark. Ook is een aanduiding voor de kiosk in het Kronenburgerpark opgenomen.

Verkeer

De bestemming Verkeer is opgenomen voor de openbare weg in brede zin. Hieronder wordt verstaan wegen, pleinen, busbanen, fiets- en voetpaden, bruggen, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. Binnen de bestemming Verkeer zijn ook bijhorende voorzieningen zoals groen-, sport- en speelvoorzieningen, taluds en geluidwerende voorzieningen toegestaan. Tevens zijn wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen mogelijk. Ook zijn terrassen, markten en standplaatsen toegestaan.

Binnen de bestemming Verkeer zijn de aanduidingen 'brug' en 'railverkeer' opgenomen voor de (spoor)bruggen over de Waal omdat hier specifieke bouwregels op van toepassing zijn. De aanduiding 'brug' is ook opgenomen voor de bruggen in de Marikenstraat. Voor Plein 1944 is de aanduiding 'gemengd' opgenomen ten behoeve van ondergrondse voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening en horeca voorzover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten. De aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-camperplaats' is opgenomen om bij de Lindenberghaven maximaal 6 camperplaatsen mogelijk te maken. Binnen de aanduiding 'bouwvlak' mogen bovengrondse parkeergarages en garageboxen gerealiseerd worden. Ongebouwde parkeervoorzieningen en terrassen kunnen overal binnen de bestemming Verkeer gerealiseerd worden. Voor gebouwde terrassen en voor kiosken is een aanduiding opgenomen. Voor het realiseren van een terras dient wel eerst een terrasvergunning te worden aangevraagd. Door middel van de aanduiding 'verblijfsgebied' is aangegeven welke gronden vooral een functie voor het voetgangersverkeer hebben.

Water

Alleen wanneer water een belangrijk element vormt in zijn omgeving dan wel van groot belang is voor de waterhuishouding, is de bestemming Water toegekend. De bestemming Water is opgenomen voor de Waal en de vijver in Kronenburgerpark. In andere gevallen valt water veelal onder de bestemming Groen. Gronden met de bestemming Water zijn bestemd voor de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en -berging, watergangen, aanleg- en vissteigers, waterlopen en waterpartijen, alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, kunstwerken zoals bruggen, duikers en andere waterstaatkundige werken. Ook zijn bijbehorend voorzieningen zoals groen, sport- en speelvoorzieningen mogelijk.

Er zijn aanduidingen opgenomen ten behoeve van de ligplaatsen langs de Waalkade en de Lindenberghaven. In de Lindenberghaven mogen maximaal 5 woonschepen, een gastenschip, een museumschip en 2 bedrijfsvaartuigen liggen. Tevens is de Haven- en Kadeverordening van toepassing en zal een beeldkwaliteitplan voor woonschepen en woonarken worden opgesteld.

Leiding-Riool (dubbelbestemming)

Met deze dubbelbestemming zijn de hoofdriolen aangegeven. Rondom de riolen is een strook van 4 meter aangehouden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van het riool hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De gemeente is de beheerder van deze riolen.

Waarde-Archeologie 2 (dubbelbestemming)

In gebieden met een archeologisch belang (waarde 2) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht van meer dan 50 m2 en een diepte van meer dan 30 cm, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, omgevingsvergunning worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Deze dubbelbestemming is alleen opgenomen voor een gedeelte van de Waal nabij de spoorbrug.

Waarde-Archeologie 3 (dubbelbestemming)

In gebieden met waarde 3 (terreinen van zeer hoge archeologische waarde) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht waarvoor grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder het maaiveld, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, omgevingsvergunning worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Deze dubbelbestemming beslaat bijna het gehele plangebied.

Waarde-Cultuurhistorie 1 (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie 1 is opgenomen voor het van rijkswege beschermde stadsgezicht Benedenstad. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. Bevoegd gezag wint hiervoor schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.

Of de cultuurhistorische waarden op onaanvaardbare wijze worden aangetast zal worden beoordeeld aan de hand van de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde toelichting op de bescherming van de Benedenstad. Deze toelichting is opgenomen in de bijlage 3 van het raamwerk Nijmegen Centrum. Ter bescherming van het stadsgezicht is naast het bouwverbod, tevens een omgevingsvergunning voor slopen en het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen.

Ruimtelijk-structurele en ruimtelijk-visuele aspecten zorgen voor de bijzondere kwaliteiten van het beschermde stadsgezicht Benedenstad. Eén van de ruimtelijk-visuele aspecten is het karakter van de bebouwing, bepaald door het type bebouwing, de breedte, diepte, opbouw, bekapping, gevelindeling en het materiaalgebruik. Behoud van het karakter van de bebouwing is van essentieel belang voor behoud van de kwaliteiten van het beschermde stadsgezicht. Om deze reden zijn voor veel panden in de Benedenstad de dakvormen in dit bestemmingsplan vastgelegd. Het daklandschap maakt immers een waardevol onderdeel uit van het karakter van de bebouwing en daarmee van de Benedenstad. Bij de algemene regels zijn voor de verschillende dakvormen aanduidingen opgenomen. Deze dakvormen worden in artikel 1.38 verklaard. Uitgangspunt is dat het type dakvorm dat is aangeduid gehandhaafd blijft dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw worden gerealiseerd. Indien er op een perceel meerdere bouwdelen staan, is er per bouwdeel een dakvorm aangegeven.

Waarde-Cultuurhistorie 2 (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie 2 is opgenomen voor de 19e-eeuwse stadsuitleg. Voor dit gebied is een procedure als bedoeld in artikel 35 Monumentenwet 1988 in voorbereiding, namelijk de aanwijzing van het gebied als een (van rijkswege) beschermd stadsgezicht. Zodra dit besluit is genomen moet de gemeenteraad, ter bescherming van het stadsgezicht, een bestemmingsplan vaststellen waarin de cultuurhistorische waarden van het gebied geborgd zijn (artikel 36 Monumentenwet). Om tijdig aan deze verplichting te voldoen, is in dit bestemmingplan rekening gehouden met deze komende aanwijzing. Dit gebied is tevens aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld.

Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. Bevoegd gezag wint hiervoor schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.

Of de cultuurhistorische waarden op onaanvaardbare wijze worden aangetast zal worden beoordeeld aan de hand van de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde toelichting op de bescherming van de 19e-eeuwse stadsuitleg. Deze toelichting is opgenomen in bijlage 4 van het raamwerk Nijmegen Centrum. Ter bescherming van het stadsgezicht is naast het bouwverbod, tevens een omgevingsvergunning voor slopen en het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen. Voor het aanleggen van parkeerplaatsen dient bijvoorbeeld een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Het parkeren in de voortuinen binnen de 19e-eeuwse Stadsuitleg kan daarmee worden tegengegaan.

Omdat voor de bescherming van individuele monumenten en stadsbeeldobjecten al een regeling is opgenomen in de Monumentenwet en in de Monumentenverordening van de gemeente Nijmegen is hiervoor geen aparte (beschermende) regeling opgenomen in het bestemmingsplan.

Waterstaat-Waterkering (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering is opgenomen voor de kernzone en de beschermingszone van de waterkering langs de Waal. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend, zal advies worden ingewonnen bij de waterbeheerder (Waterschap Rivierenland). Daarbij zal getoetst worden aan de Keur van het Waterschap.

Waterstaat-Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waterstaat-Waterstaatkundige functie is opgenomen voor de Waal en het gedeelte van de Waalkade tot aan de hoogwaterkering. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterbergingscapaciteit hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend, zal advies worden ingewonnen bij de rivierbeheerder (Rijkswaterstaat). Daarbij zal getoetst worden aan de Beleidslijn grote rivieren.

Algemene regels

Beeldende kunst

Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van beeldende kunst. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.

(Bouw)werken ten algemenen nutte

Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten, haltes, openbare toiletvoorzieningen en schuilgelegenheden, is, binnen alle bestemmingen toegestaan. Er gelden wel bouwregels en de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels zijn onverkort van toepassing.

Dakvormen

Voor veel panden in het beschermd stadsgezicht Benedenstad is een aanduiding voor de dakvorm opgenomen. De aangeduide dakvorm dient behouden te blijven dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw waarbij een nieuw dak wordt gebouwd, gerealiseerd te worden. Deze dakvormen worden in artikel 1.38 verklaard.

Jongerenontmoetingsplaatsen

Er is regeling opgenomen dat Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn ontheffing te verlenen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemmingen Groen, Verkeer of Maatschappelijk. Er moet dan aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Jongerenontmoetingsplaatsen zijn dus niet meer direct mogelijk binnen deze bestemmingen.

Ondergronds bouwen

Bij deze algemene regel staan de regels voor ondergronds bouwen aangegeven. Bij alle bestemmingen is ondergronds bouwen toegestaan, met dien verstande dat de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassingen zijn. Ondergrondse parkeervoorzieningen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan.

Archeologisch-rijksmonument

Voor de gebieden met waarde 4 (Valkhof en Hunnerpark) is geen dubbelbestemming opgenomen omdat deze gebieden al als archeologisch rijksmonument zijn aangewezen en daarmee voldoende beschermd zijn. Omdat het wel gewenst is om bij het raadplegen van het bestemmingsplan deze gebieden inzichtelijk te hebben, is hiervoor een gebiedsaanduiding opgenomen. Voor ontwikkelingen op deze terreinen dient bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een omgevingsvergunning te worden aangevraagd.

Milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied

Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van het grondwaterwingebied en -beschermingszone Nieuwe Markt. De grondwaterwinning zal in 2015 worden beëindigd. De nu aanwezige 25-jaarszone zal worden ingekrompen tot een 10-jaarszone, die op termijn nog verder zal inkrimpen. In dit bestemmingsplan is voor de 10-jaarszone de aanduiding 'milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' opgenomen. Binnen deze aanduiding is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren (vml aanlegvergunning). Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen wanneer door beëindiging van de waterwinning de aanduiding "Milieuzone-Grondwaterbeschermingsgebied" geheel of gedeeltelijk kan komen te vervallen.

Veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen

Binnen de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan. Onder zeer kwetsbare objecten wordt een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen verstaan. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg. Deze gebiedsaanduiding is opgenomen voor een zone van 200 meter vanaf het spoor en 90 meter vanaf de oever van de Waal.

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

7.1 Economische Uitvoerbaarheid

Voor de beoordeling van de economische uitvoerbaarheid wordt onderscheid gemaakt in (zie ook hoofdstuk 6 van het raamwerk Centrum):

  • recent gerealiseerde projecten;
  • nieuwe ontwikkelingen;
  • overig plangebied.

Recent gerealiseerde projecten

Voor de recent gerealiseerde projecten zijn inmiddels aparte procedures doorlopen. Daarbij is de financiële haalbaarheid zeker gesteld door (anterieure) overeenkomsten en/of grondverkoop aan derden.


Nieuwe ontwikkelingen

In algemene zin kan gesteld worden dat wanneer het gaat om gemeentelijke terreinen of complexen (of delen daarvan) de financiële regie zal lopen via de gemeentelijke grondexploitaties. Daarbij dient sprake te zijn van een sluitende exploitatie. Gaat het daarentegen om ontwikkelingen op particulier terrein dan kan, wanneer de gemeente op een of andere wijze bij het geheel betrokken is, sprake zijn van een tussen gemeente en ontwikkelaar af te sluiten (anterieure) overeenkomst. Eventuele gemeentelijke kosten, bijvoorbeeld met betrekking tot aanpassingen in het openbaar gebied, worden in deze overeenkomst opgenomen.

Voor deze ontwikkelingen zijn/worden aparte procedures doorlopen. In de ruimtelijke onderbouwing van deze projecten wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid. In dit bestemmingsplan worden de volgende ontwikkelingen mogelijk gemaakt:

Franseplaats 1-3

De voorgestelde herziening maakt het mogelijk een mosterd- en azijnmuseum te realiseren. De kosten van de onderhavige procedure zijn verhaald op de initiatiefnemer conform de gemeentelijke legesverordening. Tevens is met de initiatiefnemer een verhaalsovereenkomst planschade aangegaan.

Lindenberghaven

Op verzoek van de raad is onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor het ligplaats nemen van historische woonschepen in de Lindenberghaven. De kosten voor de benodigde voorzieningen zijn in beeld gebracht. Bekeken wordt wat de opbrengsten zijn om deze kosten te kunnen dekken. Naar verwachting zullen deze inkomsten grotendeels door de eigenaren van de (nieuwe) woonschepen worden opgebracht. Zo niet, dan wordt om extra dekking van de raad gevraagd om het plan mogelijk te maken.

Overig plangebied

Het overige deel van het plangebied heeft een consoliderend karakter. Hier worden dus geen nieuwe ontwikkelingen mogelijke gemaakt. Voor dit deel is afgezien van een onderzoek naar de financieel-economische uitvoerbaarheid.

Conclusie

Gesteld kan worden dat de bestemmingsplanherziening financieel-economisch uitvoerbaar is. Er is geen noodzaak een exploitatieplan vast te stellen. Er is geen tijdvak of fasering vastgesteld conform artikel 6.12, lid 2 Wro. Tevens zijn er geen eisen, regels of uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13 Wro noodzakelijk.

7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

7.2.1 Inspraak

Tijdens een inspraakbijeenkomst op 18 mei 2011 is het voorontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum-Binnenstad aan de bewoners en ondernemers uit het plangebied gepresenteerd. Vervolgens heeft het voorontwerp bestemmingsplan in de periode van 19 mei tot en met 15 juni 2011 voor inspraak ter inzage gelegen. Op verzoek van bewoners van de Binnenstad is de inspraakperiode met 2 weken verlengd (t/m 29 juni 2011). Er zijn 26 inspraakreacties binnengekomen. De inspraakreacties zijn opgenomen in Bijlage 3Inspraaknota.

7.2.2 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Bijlagen Bij Toelichting

Bijlage 1 Raamwerk Centrum

Bijlage 2 Stedenbouwkundige Matrix

Bijlage 3 Inspraaknota

Bijlage 4 Advies Veiligheidsregio Gelderland-zuid