Beheersverordening Henslare 2 en stationscomplex 2013
Beheersverordening - Putten
Vastgesteld op 04-07-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1.1 verordening:
de Beheersverordening Henslare 2 en stationscomplex 2013 van de gemeente Putten;
1.2 beheersverordening:
de beheersverordening zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0273.BVHenslare2Station-VA01 met bijbehorende bestanden;
1.3 bestemmingsplan:
de aan de beheersverordening voorafgaand onherroepelijke bestemmingsplannen;
1.4 gemeentelijk bouwarchief:
het geheel van bij de gemeente in beheer zijnde documenten over de bouw- en gebruiksrechten van gronden en opstallen binnen het grondgebied van de gemeente;
1.5 plangebied:
het plangebied zoals aangegeven op de van de beheersverordening deel uitmakende illustratie.
Hoofdstuk 2 Beheerregels
Artikel 2 Plangebied
Op de gronden die zijn aangegeven als 'Plangebied', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:
- a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende
- b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende
- c. de na inwerkingtreding van de bestemmingsplannen onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Overgangsrecht
3.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
3.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 4 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van de Beheersverordening Henslare 2 en stationscomplex 2013.
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Voorschriften Husselerveld
Bijlage 2 Voorschriften Husselerveld, Partiële Herziening Stenenkamerseweg 16-18
Bijlage 3 Voorschriften Husselerveld, Partiële Herziening Stenenkamerseweg 22
Bijlage 4 Voorschriften Bestemmingsplan De Kom
Bijlage 5 Plankaart Husselerveld
Bijlage 6 Legenda Plankaart Husselerveld
Bijlage 7 Plankaart Husselerveld, Partiële Herziening Stenenkamerseweg 16-18
Bijlage 8 Plankaart Husselerveld, Partiële Herziening Stenenkamerseweg 22
Bijlage 9 Plankaart Bestemmingsplan De Kom
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Voor De Beheersverordening
In de Wet ruimtelijke ordening (verder Wro) is de plicht opgenomen om voor het gehele grondgebied van de gemeente over actuele ruimtelijke plannen te beschikken, dat wil zeggen plannen niet ouder dan 10 jaar. De gemeente spant zich ervoor in om de actualiseringsopgave tijdig voor alle afzonderlijke bestemmingsplannen af te ronden. Voor het gebied Henslare dat ligt tussen de in ontwikkeling zijnde woonwijk Bijsteren, de Stenenkamerseweg, de Stationsstraat en de spoorlijn Amersfoort - Zwolle, is dat niet haalbaar. Tijdens de voorbereidingen van het bestemmingsplan Henslare 2 is de gemeente tegen allerlei obstakels opgelopen, waardoor het proces keer op keer vertraagd werd, zoals:
- extra (aanvullende) onderzoeken (bodem, archeologie, ecologie en bodem);
- de mogelijke uitbreiding en de ontsluiting van een aantal bedrijfscomplexen op de Henslare;
- de inpassing van een agrarisch bedrijf;
- de situering en de vormgeving van de rotonde op de Stationsstraat;
- de gevolgen van het akoestisch onderzoek;
- de uitkomsten van de ecologische onderzoeken;
- de grondverwerving in zijn algemeenheid;
- de verplaatsing van een waterberging;
- de aansluiting van de fietsroutes vanuit Bijsteren naar het station;
- de status van de Rimpelerweg enz.
Kortom er waren allerlei extra werkzaamheden die noodzakelijk waren en zijn voor het bestemmingsplan, waardoor de hiervoor benodigde planologische procedures niet voor 1 juli 2013 kunnen worden afgerond.
Voor dat gebied kan de gemeenteraad een verordening vaststellen waarin het beheer van dat gebied, in overeenstemming met het bestaande feitelijke of planologisch toelaatbare gebruik, wordt geregeld. Een dergelijke beheersverordening is het juridisch bindende kader voor het toelaatbare ruimtelijke gebruik dat van de gronden binnen de daartoe behorende gebieden mag worden gemaakt. Met deze beheersverordening wordt voldaan aan de uit de Wro voortvloeiende actualiseringsplicht. Nu de Wro geen voorbereidingsprocedure kent voor de beheersverordening, is het mogelijk om alsnog tijdig een ruimtelijk juridisch-planologisch kader voor het gebied vast te stellen. De Wro stelt als voorwaarde voor het vaststellen van een beheersverordening dat voor het desbetreffende gebied in de toekomst geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Aan die voorwaarde wordt voldaan, aangezien de bestemmingen onveranderd bliven.
1.2 Doel Van De Beheersverordening
Het doel van deze beheersverordening is het vastleggen van de bestaande ruimtelijke structuur in een juridisch- planologisch kader. Het ruimtelijke beleid voor dit plangebied is nu nog neergelegd in:
- het bestemmingsplan "Husselerveld;
- het bestemmingsplan "Husselerveld, partiële herziening Stenenkamerseweg 16-18"
- het bestemmingsplan "Husselerveld, partiële herziening Stenenkamerseweg 22;
- het vrijstellingsbesluit ex artikel 19, lid 1 WRO d.d. 27 juni 2003 voor de herinrichting van het bedrijfsperceel Stenenkamerseweg 20;
- het bestemmingsplan "de Kom" (het stationscomplex).
Deze bestemmingsplannen en de verleende vrijstelling worden daarmee vervangen door deze beheersverordening.
Hoofdstuk 2 Juridische Aspecten
2.1 Geldende Planologische Regelingen
Het plangebied valt onder de werking van de vigerende bestemmingsplannen:
- "Husselerveld", zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 2 november 1989, gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 8 juni 1990 en goedgekeurd door de Kroon op 28 februari 1992;
- "Husselerveld, partiële herziening Stenenkamerseweg 16-18, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 4 juli 1996 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 30 januari 1997;
- "Husselerveld, partiële herziening Stenenkamerseweg 22, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 11 januari 2001 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 8 maart 2001;
- "de Kom", zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 2 maart 1978, gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 1 juni 1979 en goedgekeurd door de Kroon op 24 juni 1983.
Het bestemmingsplan "de Kom" is in 1989 ("de Kom, herziening 1988") ingrijpend herzien. Dit geldt echter niet voor de het plangedeelte van het stationscomplex.
2.2 Begrenzing Van Het Plangebied
De zuidzijde van het plangebied van de "Beheersverordening Henslare 2 en stationscomplex" wordt begrensd door de Stenenkamerseweg en de Kelderskamp. De oostzijde wordt begrensd door de in ontwikkeling zijnde woonwijk Bijsteren. Aan de noordzijde vormt de Stationsstraat en aan de westzijde vormt de spoorlijn Amersfoort - Zwolle de begrenzing.
2.3 Juridische Toelichting
De Wro schrijft in artikel 3.38 voor dat geen ruimtelijke ontwikkelingen mogen worden voorzien voor de gebieden die tot de beheersverordening behoren. Aan die voorwaarde wordt voldaan, aangezien de bestemmingen in dit gebied onveranderd blijven.
De beheersverordening bestaat uit een analoge en digitale verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en regels zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels. De regels zijn als volgt ingedeeld:
- Inleidende regels (Hoofdstuk 1). Dit hoofdstuk omvat artikel 1 Begrippen. In dit artikel worden de begrippen die in de regels zijn opgenomen nader gedefinieerd. Het definiëren van begrippen vergroot de duidelijkheid en de rechtszekerheid.
- Beheerregels (Hoofdstuk 2). De beheerregels bevat een regeling voor het beheer van het bestaande gebruik.
- Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 3). Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 3, de slotregel in artikel 4.
De onderhavige beheersverordening legt de bestaande situatie vast en stelt met het oog op het beheer van die bestaande situatie regels vast voor het gebruik en het bouwen. Onder de bestaande situatie verstaat deze verordening het gebruik en de bebouwing conform de geldende bestemmingsplannen, inclusief de na inwerkingtreding van het desbetreffende bestemmingsplan genomen besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de WRO, dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijke bouwarchief.
Deze beheersverordening wordt digitaal beschikbaar gesteld. De bij de beheersverordening behorende bestanden worden gekoppeld aan een contour (gecodeerd volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten). Daarmee voldoet de beheersverordening aan de digitale verplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.2.3 Bro.
Het overgangsrecht is vormgegeven op de wijze die is voorgeschreven in artikel 5.1.1 Bro.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
De beheersverordening is opgesteld op basis van de vigerende bestemmingsplannen. Het betreft uitsluitend het vastleggen van de bestaande juridische-planologische situatie. Hiervoor zijn dan ook geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk.
Daarnaast zijn er ontwikkelingen meegenomen waarvoor een vrijstellings- of ontheffings- procedure is doorlopen. In deze procedures zijn de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde gekomen en is geconcludeerd dat deze geen belemmeringen opleveren.
Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in deze verordening dan ook niet aan de orde.