Bestemmingsplan BPDieren, locatie witte vlekken
Bestemmingsplan - Gemeente Rheden
Vastgesteld op 19-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Dieren, witte vlekken met identificatienummer NL.IMRO.0275.BPDieren-VA01 van de gemeente Rheden;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van de aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aanduidingsvlak:
een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 Bed and Breakfast:
het bieden van kortstondig toerischtisch verblijf en ontbijt aan huis;
1.9 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw op een terrein kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.10 beroep aan huis:
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig beroep (of daarmee gelijk te stellen activiteiten) dat in een woning danwel (vrijstaande) bijgebouwen wordt uitgeoefend, inclusief ondergeschikte detailhandel;
1.11 beschermd dorpsgezicht:
een gebied aangewezen op grond van de Monumentenwet 1988;
1.12 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.16 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.17 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd;
1.18 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.19 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.20 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
1.21 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.22 bovenbouw:
een gedeelte van een hoofdgebouw dat moet passen binnen de contour die ontstaat door:
- a. een verticale verlenging van twee zijden van het op de plankaart aangegeven bouwvlak met 1,20 meter, gerekend vanaf de bovenkant van de onderliggende bouwlaag, gevolgd door een schuin vlak met een binnenhoek van 60 graden, en
- b. een verticale verlenging van de overige zijden;
en welke contour slechts mag worden doorbroken door dakkapellen.
(Binnen deze contour kunnen zich mogelijk één of meer bouwlagen bevinden die niet worden meegeteld bij het aantal bouwlagen bedoeld in de artikelen in hoofdstuk 2 van deze regels);
1.23 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.24 daghoreca
een type horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, niet-alcoholische dranken en zwak alcoholische dranken en ondersteunend is aan en wat openingstijden betreft in het algemeen vergelijkbaar is met winkels, zoals een ijssalon, koffiehuis of tearoom;
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of bewaren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf wordt hieronder niet begrepen;
1.26 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals bankfilialen, reisbureau's, stomerij; detailhandel wordt hieronder niet begrepen;
1.27 deskundig archeoloog
een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen archeoloog die voldoet aan de door en krachtens de Monumentenwet 1988 gestelde kwalificaties en eisen, dan wel een gecertificeerde instantie of gecertificeerd bedrijf;
1.28 evenement
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve, of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten en festivals.
1.29 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.30 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.31 hoofdgebouw:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.32 horecabedrijf:
een bedrijf gericht op het verstrekken van logies, maaltijden, spijzen of van dranken, met daaraan ondergeschikt het exploiteren van zaalruimten inclusief de daarbij behorende terrassen, zoals een hotel, restaurant, afhaalcentrum, cafetaria of café. Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende categorieen horeca:
Categorie I:
- a. Daghoreca, zoals omschreven in 1.24
Categorie II:
- b. restaurant, cafetaria, snackbar, pizzeria, shoarma-zaak, automatiek: een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daar)onder geschikt is;
- c. bar, café, pub, grand-café, eetcafé, taverne: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaakaccomodatie voorkomende bedrijvigheid die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
Categorie III:
- d. zaalaccommodatie: een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- e. bar-dancing of dancing (discotheek): een zelfstandige, al of niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende, bedrijvigheid die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en het gelegenheid vieden tot dansen, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en nacht, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de locatie volstrekt en waarbij de consumpties behalve zittend ook staand kunnen worden genuttigd.
1.33 incidenteel evenement
een eenmalig, niet periodiek terugkerend evenement voor de duur van maximaal 5 dagen, inclusief op- en afbouw;
1.34 jongerenontmoetingsplek:
een openbare voorziening voor jongeren met een zitgelegenheid en een beschutting tegen regen en wind;
1.35 kantoor:
een ruimte, of bij elkaar horende ruimten, die bestemd zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening zoals een accountantskantoor, adviesbureau of een ontwerpbureau;
1.36 kortstondig evenement
een evenement voor de duur van maximaal 1 dag, inclusief op- en afbouw;
1.37 maatschappelijke voorziening
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.38 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.39 onderbouw:
een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven maaiveld is gelegen (en waarbinnen zich één of meer bouwlagen kunnen bevinden die niet worden meegeteld bij het aantal bouwlagen zoals bedoeld in de artikelen in hoofdstuk 2 van deze regels);
1.40 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.41 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
1.42 peil:
de bovenkant van het aansluitende afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden;
1.43 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.44 seksinrichting
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar;
1.45 speelveld
een openbaar terrein zoals een trapveld, basketbalterrein of skatevoorziening dan wel een terrein van vergelijkbare omvang waarop diverse speelvoorzieningen aanwezig zijn;
1.46 straatmeubiliair
hieronder wordt voor de werking van dit bestemmingsplan mede verstaan: (ondergrondse) inzamelbakken voor huishoudafval, - papier, glas-, kleding en andere afvalbakken, toegangsconstructies voor ondergronde voorzieningen, werken van beeldende kunst, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen;
1.47 volumineuze goederen
goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen, boten, caravans, meubels, woninginrichting en aanverwante zaken, en diervoeders en aanverwante zaken;
1.48 voorste bouwgrens:
elke naar de weg gekeerde bouwgrens;
1.49 woning
een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.50 woonwagen:
een voor huisvesting van personen bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
1.51 zakelijke dienstverlening:
kantoor met baliefunctie ten behoeve van publieksgerichte commerciële en/of maatschappelijke dienstverlening.
1.52 zorgwoning
woning waarbij aan de bewoners professionele zorg wordt verleend. Het gaat om een concentratie van zorgcliënten in specifieke woonvormen waarin die cliënten zijn gehuisvest in verband met de professionele zorg die hen daar kan worden verleend. Hieronder wordt niet verstaan wonen met niet-professionele zorgverlening zoals mantelzorg.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 het bebouwingspercentage
De in procenten uitgedrukte verhouding van de oppervlakte van de bebouwing in een bouwvlak dan wel aanduidingsvlak tot de oppervlakte van dat bouwvlak dan wel aanduidingsvlak, per bouwperceel;
2.7 overschrijden bouwvlak
bij het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen een bouwvlak worden buiten beschouwing gelaten:
- ondergeschikte bouwdelen als funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, dakoverstekken, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en goten, mits het bouwvlak met niet meer dan 0,5 m wordt overschreden;
- erkers, luifels, balkons en brandtrappen voor zover zij ondergeschikt zijn aan de gevel van het hoofdgebouw, mits het bouwvlak met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden;
- entreepartijen op de begane grond, voor zover zij ondergeschikt zijn aan de gevel van het hoofdgebouw, mits het bouwvlak met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ´Bedrijf´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan van categorie 1 en 2 vanStaat vanBedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 30 m.
- b. In aanvulling op het bepaalde in lid a geldt dat:
- 1. detailhandel anders dan als ondergeschikte productiegebonden detailhandel niet is toegestaan;
- 2. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet zijn toegestaan;
- 3. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;
- 4. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- 5. inrichtingen die genoemd zijn in bijlage C en D van het Besluit m.e.r. niet zijn toegestaan;
- c. verkeers- en parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken, watergangen en waterpartijen, straatmeubiliair en andere bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de voor Bedrijf aangewezen gronden mogen gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a om de vestiging van bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn genoemd in de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens de Bijlage1 Staat van Bedrijfsactiviteitenvan een hogere categorie zijn, voor zover het betrokken bedrijf naar hun aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met bedrijfsactiviteiten die wel zijn toegestaan, met dien verstande dat:
- 1. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet zijn toegestaan;
- 2. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;
- 3. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- 4. inrichtingen die genoemd zijn in bijlage C en D van het Besluit m.e.r. niet zijn toegestaan.
3.4 Specifieke gebruiksregels
- a. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend een detailhandelsbedrijf met uitzondering van:
- 1. detailhandel zoals genoemd in lid 3.1;
- 2. niet voor particulieren toegankelijk detailhandelsbedrijf dat zich uitsluitend toelegt op postorderactiviteiten en/of verkoop via Internet.
- b. De niet bebouwde grond mag uitsluitend ten behoeve van het bedrijfsterrein, verkeers- en parkeervoorzieningen, hemelwaterinfiltratie en/of groenvoorzieningen worden gebruikt, met dien verstande dat het gebruik als opslagterrein voor de bebouwing aan de wegzijde niet is toegestaan.
Artikel 4 Detailhandel
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ´Detailhandel´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, waarbij geldt dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' is tevens dienstverlening toegestaan;
- b. op de verdiepingen:
- 1. woondoeleinden;
- c. verkeers- en parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken, watergangen en waterpartijen, straatmeubiliair en andere bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op de voor Detailhandel aangewezen gronden mogen gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd.
4.3 Specifieke gebruiksregels
- a. De niet bebouwde grond mag uitsluitend ten behoeve van de detailhandel en dienstverlening, verkeers- en parkeervoorzieningen en/of groenvoorzieningen worden gebruikt, met dien verstande dat het gebruik als opslagterrein voor de bebouwing aan de wegzijde niet is toegestaan.
Artikel 5 Gemengd - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. uitsluitend op de begane grond:
- 1. detailhandel en daghoreca;
- 2. dienstverlening;
- 3. bedrijven welke opgenomen zijn in categorie 1 en 2 van de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 30 m;
- b. op de begane grond en op de verdiepingen:
- 1. woondoeleinden;
- 2. verkeers- en parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken, watergangen en waterpartijen, straatmeubiliair en andere bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op de voor Gemengd - 1 aangewezen gronden mogen gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd.
5.3 Afwijken van de gebruiksregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 om een maatschappelijke voorziening toe te staan die niet is genoemd in de Lijst van maatschappelijke voorzieningen en die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met een maatschappelijke voorziening die wel in de lijst is opgenomen.
- b. Afwijkingen als bedoeld onder a kunnen alleen worden verleend voor zover geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken;
- b. fiets- en wandelpaden, kruisende wegen, speelvoorzieningen, hondenuitlaatplaatsen;
- c. watergangen en waterpartijen;
- d. bruggen, andere civieltechnische werken;
- e. straatmeubiliair en andere bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden zijn toegestaan bouwwerken geen gebouw zijnde tot een hoogte van maximaal 6 meter met dien verstande dat voor erf- en perceelsafscheidingen, niet gelegen bij een speelveld, de hoogte maximaal 1 meter bedraagt.
Artikel 7 Maatschappelijk
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ´Maatschappelijk´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen in de categorieën A en B die zijn genoemd in de als bijlage bij deze regels opgenomen Lijst van maatschappelijke voorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne' zijn tevens toegestaan maatschappelijke voorzieningen in de categorie D die zijn genoemd in de als bijlage bij deze regels opgenomen Lijst van maatschappelijke voorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein' is tevens een speelterrrein toegestaan met een openbaar karakter;
- d. verkeers- en parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken, watergangen en waterpartijen, straatmeubiliair en andere bijbehorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op de voor Maatschappelijk aangewezen gronden mogen gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd.
7.3 Afwijken van de gebruiksregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 om een maatschappelijke voorziening toe te staan die niet is genoemd in Bijlage 2 Lijst van maatschappelijke voorzieningen en die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met een maatschappelijke voorziening die wel in de lijst is opgenomen.
- b. Afwijkingen als bedoeld onder a kunnen alleen worden verleend voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan en geen aantasting plaatsvindt van:
- 1. de milieusituatie;
- 2. de verkeersveiligheid;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 4. de sociale veiligheid;
- 5. de externe veiligheid;
- 6. het straat- en bebouwingsbeeld.
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met de daarbij behorende technische voorzieningen, bouwwerken en gebouwen;
- b. (on)gelijkvloerse kruisingen;
- c. spoorwegen met de daarbij behorende technische voorzieningen, bouwwerken en gebouwen;
- d. geluidwerende voorzieningen;
- e. passages ten behoeve van faunaverkeer (ecoducten en dergelijke);
- f. groen- en parkeervoorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, en rioleringswerken;
- g. straatmeubiliair en andere bijbehorende voorzieningen.
8.2 Bouwregels
- a. Op de in lid 8.1 bedoelde gronden zijn overige bouwwerken toegestaan tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter met dien verstande dat:
- 1. voor vrijstaande reclame uitingen de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt;
- 2. voor erf- en perceelsafscheidingen de bouwhoogte maximaal 2,5 meter bedraagt.
Artikel 9 Wonen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het bestaande aantal woningen, of voor zover de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, voor het aantal woningen zoals aangegeven, in beide gevallen met de daarbij behorende langzaam verkeersvoorzieningen en parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en rioleringswerken, watergangen en waterpartijen, straatmeubiliair en andere binnen een woongebied bijbehorende voorzieningen;
- b. een beroep aan huis of een bedrijfsactiviteit genoemd in de als bijlage bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten aan huis.
9.2 Bouwregels
Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 9.2.2 ten behoeve van een bijgebouw tot een hoogte van maximaal 6 meter mits het straatbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
- b. lid 9.2.3 en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen op hoekpercelen en op percelen grenzend aan openbaar groen wordt verhoogd tot niet meer dan 2 m, mits deze zijn gesitueerd achter de achtergevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan;
- c. de omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
9.4 Specifieke gebruiksregels
- a. Gebruik van ruimten binnen de woning dan wel een (vrijstaand) bijgebouw ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis of een bedrijfsactiviteit als genoemd in Bijlage 3 Lijst van bedrijfsactiviteiten aan huis is toegestaan mits:
- 1. de activiteit wordt uitgeoefend door in ieder geval de bewoner van de woning;
- 2. de ruimte(n) waar de activiteiten plaatsvinden niet groter is dan 50 m²;
- 3. het gebruik geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu heeft;
- 4. het gebruik geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer heeft en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt, tenzij de initiatiefnemer voorziet in extra parkeerruimte op het eigen perceel;
- 5. geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
- b. Behoudens het gestelde onder a, is het verboden bijgebouwen, gelegen buiten het bouwvlak, anders te gebruiken dan ten dienste van het hoofdgebouw.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 onder b om:
- a. een beroep aan huis toe te staan dat naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met de beroepen die wel zijn opgenomen in artikel 1.10 beroepaan huis:
- b. bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van bedrijfsactiviteiten aan huis en die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met bedrijfsactiviteiten die wel in de lijst zijn opgenomen.
- c. de omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
Artikel 10 Leiding - Gas
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk gastransportleiding.
In geval strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeelteijk samenvallen, dat de dubbelbestemming Leiding - Gas voorrang krijgt.
10.2 Bouwregels
Op of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.van de noodzakelijke gebouwen ten behoeve van de bestemming.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding-Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het aanbrengen en rooien van hoogopgaand en/of diepwortelende beplantingen en bomen;
- 2. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- 3. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
- 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
- 5. het permanent opslaan van goederen;
- 6. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
- b. Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
- 1. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
- 2. die het normale onderhoud ten aan zien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
- 3. zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatieuitwisseling ondergrondse netten die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
- c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
- d. Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in lid c, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Bouwregels
12.1 Algemene regels
- a. Gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen bebouwingsvlakken, tenzij in deze regels anders is bepaald.
- b. Bij het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen een bouwvlak worden buiten beschouwing gelaten:
- 4. ondergeschikte bouwdelen als funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, dakoverstekken, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en goten mits het bouwvlak met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden;
- 5. erkers, luifels, balkons en brandtrappen voorzover zij ondergeschikt zijn aan de gevel van het hoofdgebouw, mits het bouwvlak met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden;
- 6. entreepartijen op de begane grond, voorzover zij ondergeschikt zijn aan de gevel van het hoofdgebouw mits het bouwvlak met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden;
- c. Een bouwvlak mag volledig worden bebouwd tenzij daaraan een maximum is gesteld in de vorm van een aantal vierkante meters aan gebouwen, danwel in de vorm van een maximum bebouwingspercentage;
- d. Bij het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte worden buiten beschouwing gelaten:liftschachten, trappenhuizen, balustrades, balkonhekken en opbouwen voor technische installaties.
12.2 Nutsvoorzieningen
- a. Binnen de bestemmingen als gegeven in Hoofdstuk 2 zijn toegestaan gebouwen ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een goothoogte van maximaal 3,5 meter en een bouwhoogte van maximaal 5 meter en maximale oppervlakte van 10 m².
12.3 Ondergronds bouwen
- a. Binnen de bestemmingen als gegeven in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels is het ondergronds bouwen toegestaan voor ruimten die een functionele eenheid vormen met en/of dienstbaar zijn aan de toegestane functies, met dien verstande dat het ondergronds bouwen uitsluitend is toegestaan voor zover ter plekke tevens bovengronds bouwen is toegestaan, alsmede voor voorzieningen voor het ter plaatse bergen of infiltreren van hemelwater en/of huishoudelijk afvalwater, voorzover geen negatieve gevolgen optreden voor het grondwatersysteem.
- b. Constructies ten behoeve van de ontsluiting van de ondergrondse ruimte zijn toegestaan binnen het betreffende bouwperceel.
- c. Ondergrondse bouwwerken als bedoeld onder a en onder b worden bij het toepassen van deze regels niet betrokken bij de in de regels aangegeven maten en afmetingen, voor zover het betreft de bouwgedeeltes welke zijn gelegen onder het peil, tenzij hierover in deze regels expliciet iets anders is bepaald.
- d. Binnen de bestemmingen als gegeven in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels mogen bouwwerken worden gebouwd met een diepte van maximaal 4 meter respectievelijk 6 meter voor rioleringswerken.
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
13.1 Strijdig en niet strijdig gebruik
- a. Als strijd met de bestemming of het bestemmingsplan wordt in elk geval aangemerkt het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
- b. Als strijd met de bestemming of het bestemmingsplan wordt niet aangemerkt:
- 1. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel een melding is gedaan;
- 2. het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:
- buisleidingen waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is, tenzij deze in het bestemmingsplan als zodanig zijn bestemd;
- hoogspanningsleidingen, tenzij deze in het bestemmingsplan als zodanig zijn bestemd.
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat een bouwvlak wordt verschoven indien dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, of in het belang is van een technisch of ruimtelijk dan wel cultuurhistorisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, met dien verstande dat de afwijking maximaal 3 meter mag bedragen;
- b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat geluidwerende voorzieningen worden gerealiseerd tot een hoogte van 3 meter;
- c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat schotelantennes worden geplaatst, waarbij aan de zijde van het openbare gebied de afwijking slechts gegeven kan worden voorzover de antenne wordt geplaatst binnen het horizontale en vertikale vlak van een balkon;
- d. de bestemmingen als gegeven in Hoofdstuk 2 en toestaan dat een jongerenontmoetingsplek wordt gerealiseerd met de daarbij behorende bouwwerken tot een hoogte van 3 meter en waarbij gebouwen een oppervlakte mogen hebben van maximaal 25 m².
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet worden vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 5%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Dieren, witte vlekken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van ……………
Bijlagen
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst Van Maatschappelijke Voorzieningen
Bijlage 3 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Aan Huis
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Een bestemmingsplan is een juridisch instrument en bestaat uit een verbeelding (de kaart) en regels. Het gaat vergezeld van een toelichting. De verbeelding en regels leggen de bouw- en gebruiksmogelijkheden vast van de grond en de opstallen. Uit het samenspel van verbeelding en regels blijkt wat is toegelaten. Zij zijn juridisch bindend voor de burger en de overheid. De toelichting is een beschrijving van de keuzes die in de regels en op de plankaart worden gemaakt. De toelichting heeft geen juridische status.
1.2 Aanleiding Bestemmingsplan
Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in 2008, worden gemeenten gedwongen strikter beleid te voeren voor het actueel houden van bestemmingsplannen. Volgens de wet mag een bestemmingsplan niet ouder zijn dan tien jaar. Gemeenten hebben tot 1 juli 2013 de tijd om aan deze voorwaarde te voldoen. In Rheden zijn inmiddels tien actuele grote bestemmingsplannen voor de bebouwde kom en een bestemmingsplan voor het landelijk gebied in werking. Er zijn echter nog twee grotere gebieden waarvoor nog geen actueel bestemmingsplan is opgesteld. Dat zijn de gebieden Kanaalzone te Dieren/Spankeren en Traverse te Dieren. Hiervoor worden separate bestemmingsplannen opgesteld en in procedure gebracht.
Daarnaast zijn er verschillende kleinere locaties waarvoor nog een verouderd bestemmingsplan geldt. Het gaat hierbij om locaties die geen onderdeel uit maken van het omringende actualisatie bestemmingsplan dat al in werking is. Dit zijn locaties waarvoor tijdens de actualisatie bewust voor is gekozen om deze geen onderdeel uit te laten maken van het nieuwe bestemmingsplan. Een zogenaamde 'witte vlek' werd bijvoorbeeld niet opgenomen in het bestemmingsplan omdat bij de opstelling van het bestemmingsplan bekend was dat op onderhavige locatie een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling was gepland. Deze nieuwbouwplannen waren echter nog onvoldoende uitgewerkt om ze op te nemen in het actualisatieplan. Voorts zijn er enkele locaties die uit het betreffende actualisatieplan moesten worden gehaald. Dit naar aanleiding van een besluit van de gemeenteraad, Gedeputeerde Staten of na een uitspraak van de Raad van State.
Op 20 sepember 2012 heeft de raad besloten om in te stemmen met de memo Actualiseren oude bestemmingsplannen in de gemeente Rheden en daarmee in te stemmen met de wijze van bestemmen die per locatie wordt aangegeven. De locaties zijn in een bijlage bij het raadsvoorstel beschreven. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de verschillende locaties.
1.3 Ligging Plangebied
In het kader van de actualisering van de bestemmingsplannen zijn er voor het overgrote deel van het grondgebied van de gemeente Rheden nieuwe bestemmingsplannen vastgesteld. De volgende actualisatieplannen zijn vastgesteld:
- Laag Soeren
- Dieren-Noord
- Dieren-Zuid
- Spankeren
- De Steeg-Ellecom
- Rheden-West
- Rheden-Oost
- Velp-Zuid
- Velp-Midden
- Velp-Noord
- Landelijk Gebied
Aangezien het overzicht van witte vlekken slechts enkele locaties per kern bevat, is er per kern (voor zover er locaties voorkomen) en voor het landelijk gebied één afzonderlijk witte vlekken plan opgesteld. Gekomen wordt tot de volgende bestemmingsplannen:
- bestemmingsplan Dieren, witte vlekken;
- bestemmingsplan De Steeg, witte vlekken;
- bestemmingsplan Landelijk Gebied, witte vlekken;
- bestemmingsplan Landelijk Gebied, locatie Beekhuizenseweg Velp,
- bestemmingsplan Rheden, witte vlekken;
- bestemmingsplan Velp, witte vlekken.
Het onderhavige bestemmingsplan, "bestemmingsplan Dieren, witte vlekken" bevat enkele locaties in de kern Dieren. De locaties worden nader beschreven in hoofdstuk 2 van deze toelichting.
1.4 Geldende Bestemmingsplan
Het bestemmingsplan bevat locaties in de kern Dieren, die niet gelegen zijn in de onlangs vastgestelde bestemmingsplannen Dieren-Noord en Dieren-Zuid. In het onderstaande overzicht zijn de plannen weergegeven die voor de betreffende locaties gelden. De nummering van de locaties komt overeen met het schema van witte vlekken, welke als bijlage is opgenomen bij het hiervoor beschreven raadsbesluit d.d. 20 september 2012.
locatie | vigerend bestemmingsplan | datum vaststelling | datum goedkeuring |
21 | Dorpsvernieuwingsplan Dieren-Zuid | 27-04-1993 | 06-12-1993 |
22 | Van Kinsbergen Instituut - Welkoop | 30-11-2004 | 26-04-2005 |
23 | De Veldkuilen 1983 | 27-09-1983 | 04-05-1984 |
24 | Calluna 1979 Calluna, herziening 8 | 25-03-1980 21-12-1993 | 19-05-1981 30-01-1997 |
26 | Uitbreidingsplan Dieren ten westen van de Harderwijkerweg Beverode herziening 2 Zorgcentrum Beverode | 27-08-1963 26-08-1986 26-01-1999 | 31-08-1964 05-11-1986 11-07-1999 |
27 | n.v.t. | ||
29 | n.v.t. | ||
30 | n.v.t. | ||
31 | n.v.t. | ||
32 | Gazelle 1983 Calluna 1979 | 28-02-1984 25-03-1980 | 21-08-1984 19-05-1981 |
33 | n.v.t. |
Hoofdstuk 2 Beschrijving Van Het Plan
2.1 De Locaties
Het onderhavige bestemmingsplan heeft betrekking op locaties in de kern Dieren. In de memo Actualiseren oude bestemmingsplannen in de gemeente Rheden en de daarbij behorende bijlagen zijn de volgende locaties voor de kern Dieren opgenomen.
21. | Spoorstraat 3,7,9, Dieren (voormalig garagebedrijf) | Locatie was in ontwikkeling. De geplande ontwikkeling is echter niet gerealiseerd. | Kaders van het huidige bestemmingsplan zijn uitgangspunt bij actualisatie. | Opnemen in een veegplan |
22. | Van Kinsbergen Instituut – Welkoop, Dieren (woningen) | Locatie was in ontwikkeling. De geplande ontwikkeling is gedeeltelijk gerealiseerd. | Gerealiseerd plan en vergunde situatie wordt als zodanig bestemd. | Opnemen in een veegplan |
23. | Hoek Harderwijkerweg/ Burgemeester Bloemersstraat Dieren (brandweerkazerne/school) | Locatie is inmiddels gedeeltelijk ontwikkeld. | Gerealiseerd plan wordt als zodanig bestemd. Ten aanzien van het nog niet gerealiseerde gedeelte van de locatie zal een plan van aanpak worden opgesteld. Wanneer de toekomstige bestemming duidelijk is, zal een bestemmingsplan worden opgesteld. | Opnemen in een veegplan Thans kan nog geen actueel bestemmingsplan in procedure worden gebracht. Omdat de gemeente eigenaar is van deze locatie is het niet ontvangen van leges niet aan de orde. Voordat een aanvraag voor een omgevingsvergunning zal worden ingediend, zal een actueel bestemmingsplan worden opgesteld. |
24. | Hoek Buitensingel, Wilhelminaweg, Dieren (detailhandel en woningen) | Beoogde planvorming was destijds onvoldoende duidelijk om op te nemen in het actualisatieplan. | Op dit moment wordt niet gekomen tot concretisering van toekomstige plannen. Derhalve zijn kaders van het huidige bestemmingsplan uitgangspunt bij actualisatie. | Opnemen in een veegplan |
26. | Beverode | Locatie is inmiddels gedeeltelijk ontwikkeld. | Gerealiseerd plan wordt als zodanig bestemd en overig gedeelte van het terrein gelden de kaders van het huidige bestemmingsplan als uitgangspunt bij actualisatie. Vivare heeft de wens uitgesproken de aanleunwoningen te vervangen door eengezinswoningen. Planvorming onvoldoende helder om nu reeds te vertalen in bestemmingsplan. | Opnemen in een veegplan |
27. | Imboslaan, Dieren (voormalig schoolgebouw) | Locatie was in ontwikkeling. De geplande ontwikkeling is echter niet gerealiseerd. | Ten aanzien van de locatie zal een plan van aanpak worden opgesteld. Wanneer de toekomstige bestemming duidelijk is, zal een bestemmingsplan worden opgesteld. | Afhankelijk van het plan van aanpak. Omdat de gemeente eigenaar is van deze locatie is het niet ontvangen van leges niet aan de orde. Voordat een aanvraag voor een omgevingsvergunning zal worden ingediend, zal een actueel bestemmingsplan worden opgesteld. |
29. | Kanaalzone Dieren/Spankeren | Beoogde planvorming was destijds onvoldoende duidelijk om op te nemen in het actualisatieplan. | Kaders van het huidige bestemmingsplan zijn uitgangspunt bij actualisatie (zie toelichting in de notitie). | Separaat bestemmingsplan |
30. | Plangebied Traverse | Beoogde planvorming was destijds onvoldoende duidelijk om op te nemen in het actualisatieplan. | Zie toelichting in de notitie. | Separate bestemmingsplannen |
31. | Spankerenseweg | Besluit Raad van State | Inmiddels is een nieuw bestemmingsplan opgesteld en vastgesteld. | Separaat bestemmingsplan |
32. | Buitensingel, Dieren (gedeelte van een woonhuis) | Besluit van Raad van State (bestaande gebruiksmogelijkheden onvoldoende vastgelegd). | Kaders van het huidige bestemmingsplan en standaardwijze van bestemmen zijn uitgangspunt bij actualisatie. | Opnemen in een veegplan |
33. | Harderwijkerweg, Dieren (geplande woningen, Hoeve Heidelust) | Besluit Raad van State (eigenaar wilde planontwikkeling voor meer woningen) | Nieuwe planontwikkeling heeft in nauw overleg met gemeente plaatsgevonden. Als haalbaarheid door eigenaar is aangetoond, zal een bestemmingsplan worden opgesteld. | Separaat bestemmingsplan |
2.2 Afweging Per Locatie
In deze paragraaf wordt elke locatie afzonderlijk beschreven.
21. Spoorstraat 1, 3, 7, 9 Dieren (voormalig garagebedrijf)
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Zuid bestond aanleiding om de locatie buiten het bestemmingsplan te houden. De locatie zou worden herontwikkeld. De geplande ontwikkeling is echter niet doorgegaan. De regeling uit het vigerende bestemmingsplan is daarom overgenomen.
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dieren-Zuid
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dorpsvernieuwingsplan Dieren-Zuid
22. Van Kinsbergen Instituut - Welkoop, Dieren (woningen)
Bij het vaststellen van bestemmingsplan Dieren-Zuid bestond onvoldoende duidelijkheid over deze locatie. Bij besluit van 30 november 2004 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Van Kinsbergen Instituut Welkoop' vastgesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij besluit van 15 februari 2006 het ingestelde beroep ongegrond verklaard. Op 23 september 2008 is bouwvergunning verleend voor het oprichten van 7 woningen en 27 appartementen op het perceel Zutphenseweg 40 en 42 te Dieren. Het plan is inmiddels gedeeltelijk gerealiseerd. Het gerealiseerd plan en de vergunde situatie worden als zodanig bestemd in het onderhavige bestemmingsplan.
uitsnede plangebied bestemmingsplan Dieren-Zuid
plankaart bestemmingsplan Ven Kinsbergen Instituut - Welkoop
23. Hoek Harderwijkerweg / Burgemeester Bloemersstraat Dieren (brandweerkazerne / school)
Ten tijden van de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond onvoldoende duidelijkheid over de onderhavige locatie. Op 6 maart 2009 is vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een praktijkschool, brandweerpost en gymzaal op het perceel Burg. Bloemersstraat 1 te Dieren. Deze ontwikkeling is vastgelegd in het onderhavige bestemmingsplan. Op termijn vindt een invulling plaats van het achtergelegen terrein. Vooralsnog is dit plan onvoldoende uitgewerkt en is de bestaande planologische regeling in het onderhavige bestemmingsplan vastgelegd.
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dieren-Noord
uitsnede plankaart bestemmingsplan De Veldkuilen 1983
24. Hoek Buitensingel, Wilhelminaweg, Dieren (detailhandel en woningen)
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond aanleiding om de locatie buiten het bestemmingsplan te houden. De locatie zou worden herontwikkeld. De geplande ontwikkeling is echter niet doorgegaan. De regeling uit de vigerende bestemmingsplannen is daarom overgenomen.
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dieren-Noord
uitsnede plankaart bestemmingsplan Calluna 1979
plankaart bestemmingsplan Calluna, herziening 8
26. Beverode, Dieren
Ten tijden van de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond onvoldoende duidelijkheid over de locatie. Op 29 juli 2008 is vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het bouwen van twee appartementengebouwen met 36 woningen op het perceel Adm. Helfrichlaan / Harderwijkerweg (Da Costaterrein) te Dieren. Verder is er op 29 juli 2008 vrijstelling verleend voor drie vrije bouwkavels op het da Costa terrein. Hiervoor is nog geen bouwvergunning verleend. Beide vrijstellingen worden in het onderhavige bestemmingsplan opgenomen. Voor de gronden gelegen ten westen van de Beverodelaan is aansluiting gezocht bij de vigerende bestemmingsplannen.
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dieren-Noord
plankaart bestemmingsplan Zorgcentrum Beverode
plankaart bestemmingsplan Beverode herziening 2
uitsnede uitbreidingsplan Dieren ten westen van de Harderwijkerweg Dieren
27. Imboslaan, Dieren (voormalig schoolgebouw)
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond aanleiding om de locatie buiten het bestemmingsplan te houden. De locatie zou worden herontwikkeld. De geplande ontwikkeling is echter niet doorgegaan. Voor de locatie wordt een plan van aanpak opgesteld. Wanneer de toekomstige bestemming duidelijk is, wordt voor deze locatie een apart bestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht.
29. Kanaalzone Dieren/Spankeren
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond aanleiding om de locatie buiten het bestemmingsplan te houden. De beoogde planvorming was destijds onvoldoende duidelijk om op te nemen in het actualisatieplan. Voor de locatie wordt een separaat bestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht.
30. Plangebied Traverse
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond aanleiding om de locatie buiten het bestemmingsplan te houden. De beoogde planvorming was destijds onvoldoende duidelijk om op te nemen in het actualisatieplan. Voor de locatie wordt een separaat bestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht.
31. Spankerenseweg
Voor deze locatie is een nieuw bestemmingsplan opgesteld en inmiddels vastgesteld.
32. Buitensingel, Dieren (gedeelte van een woonhuis)
De raad van de gemeente Rheden heeft op 18 december 2007 het bestemmingsplan Dieren-Noord vastgesteld. Bij besluit van 18 juli 2008 hebben Gedeputeerde Staten besloten over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Hiertegen zijn bedenkingen ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 2 juni 2010 uitspraak gedaan (nr. 200806780/1/R1).
De berging behorende bij Spankerenseweg 20 is bestemd als 'Werken'. Voor de berging is echter met vrijstelling bouwvergunning verleend en is legaal in gebruik als bijgebouw bij de woning. Verder is het perceel gelegen tussen huisnummers 20 en 24 bestemd als 'Werken'. De gronden zijn in gebruik als geitenwei behorende bij de woning met huisnummer 20. De grondeigenaar heeft het voornemen om op de gronden een woning te bouwen. De Afdeling bestuursrechtspraak achtte het niet aannemelijk dat de bestemming 'Werken' binnen de planperiode werd verwezenlijkt en heeft gezien het voorgaande de gronden behorende bij de woning Spankerenseweg 20 vernietigd.
Inmiddels is voor de locatie tussen huisnummers 20 en 24 op 24 april 2012 een apart bestemmingsplan vastgesteld, welke de bouw van één woning mogelijk maakt. De achtergelegen strook grond, waar onder andere de hierboven geschreven berging behorende bij Spankerenseweg 20 in is gelegen is echter niet in het op 24 april 2012 vastgestelde bestemmingsplan opgenomen. De strook grond maakt onderdeel uit van het onderhavige bestemmingsplan Dieren, witte vlekken.
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dieren-Noord
luchtfoto en plankaart bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Spankerenseweg 22
Op de percelen Buitensingel 45a en 45b is een deel van de woning buiten het bouwvlak gelegen. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Dieren-Noord had volgens de Afdeling bestuursrechtspraak de woning binnen het bouwvlak opgenomen dienen te worden. In het onderhavige bestemmingsplan is het bouwvlak aangepast, waardoor de woning binnen het bouwvlak is komen te liggen.
uitsnede plankaart bestemmingsplan Dieren-Noord
uitsnede plankaart bestemmingsplan Caluna 1979
33. Harderwijkerweg, Dieren (geplande woningen, Hoeve Heidelust)
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Dieren-Noord bestond aanleiding om de locatie buiten het bestemmingsplan te houden. De beoogde planvorming was destijds onvoldoende duidelijk om op te nemen in het actualisatieplan. Voor de locatie wordt een separaat bestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht.
Hoofdstuk 3 Beleid
Onderhavige herziening betreft het bestendigen van bestaande planologische regelgeving en heeft geen gevolgen voor het beleid zoals dat is vastgelegd door het rijk, de provincie of de stadsregio. Evenmin ontstaat er strijdigheid met gemeentelijk beleid.
In de waterparagraaf van de bestemmingsplannen Dieren-Noord en Dieren-Zuid zijn de waterhuishoudkundige aspecten uitgebreid beschreven. Hierover bestaat overeenstemming met het waterschap Rijn en IJssel.
Hoofdstuk 4 Haalbaarheid
Het bestemmingsplan dient binnen de planperiode uitvoerbaar te zijn. De uitvoerbaarheid wordt mede onderzocht door het plan te toetsen aan de regelgeving, het beleid van de gemeente en van andere overheden en de uitkomsten van onderzoeken.
Het onderhavige bestemmingsplan legt de regeling vast zoals deze nu van toepassing is volgens vigerende bestemmingsplannen en verleende vrijstellingen. Er vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats.
Gezien de aard van de herziening zijn er geen aspecten in het geding die nader onderzoek vereisen op het gebied van geluid, bodem, milieuzonering, luchtkwaliteit, externe veiligheid, verkeer, water, cultuurhistorie, archeologie, flora en fauna of privaatrechtelijke aspecten.
Hoofdstuk 5 Juridische Aspecten
5.1 Algemeen
Een bestemmingsplan is een juridisch instrument waarbij de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de grond en de opstallen zijn vastgelegd. Het plan is voor iedereen juridisch bindend: burger, bedrijf of overheid. In de digitale omgeving zijn de bestemming en de daarbij geldende regels reeds gekoppeld. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van een verbeelding op papier. Nadat op de verbeelding de locatie is opgezocht waarover informatie wordt gewenst, kan in de regels worden nagelezen welke mogelijkheden zijn vastgelegd. Uit het samenstel van de verbeelding en de regels blijkt wat wordt toegelaten. De digitale versie is bindend bij een verschil met de papieren versie.
Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor de toegestane bebouwing en voor het gebruik van gronden en gebouwen binnen het plangebied. In dit hoofdstuk wordt een toelichting op de systematiek en de inhoud van de verschillende toegekende bestemmingen van het bestemmingsplan gegeven. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Het plan voldoet aan de landelijke standaard voor bestemmingsplannen: de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2012).
5.2 Procedure
De tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan met de daarbij behorende stukken en het ontwerpbesluit, moet worden gepubliceerd waarbij de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. Nadat de gemeenteraad een besluit over de vaststelling van dit bestemmingsplan heeft genomen, ligt het plan wederom ter inzage. Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend, evenals belanghebbenden die niet kunnen worden verweten geen zienswijze te hebben ingediend, kunnen dan in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tegen de wijzigingen die bij de vaststelling in het bestemmingsplan zijn aangebracht, kan iedere belanghebbende beroep instellen. De herziening treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als geen beroep is ingesteld.
Is wel beroep ingesteld dan treedt de herziening ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak op het beroepschrift.
5.3 Dit Bestemmingsplan
De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridisch bindend deel van het bestemmingsplan. Ze moeten in samenhang worden bezien en toegepast.
5.3.1 Verbeelding
Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemmingen de gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak.
In onderhavig bestemmingsplan word(t)(en) de bestemmingen gelegd:
- Detailhandel
- Gemengd - 1
- Groen
- Maatschappelijk
- Wonen
- Leiding-gas
In diverse bestemmingen is per bouwvlak of deel van bouwvlak een maximale goot- en/of bouwhoogte en in een aantal gevallen een maximum aantal bouwlagen vastgelegd. Daarnaast is in bepaalde gevallen een maximaal bebouwingspercentage ten opzichte van het bouwvlak opgenomen.
5.3.2 Regels
De planregels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de planregels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de planregels te waarborgen. Ook is de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels bepaald (artikel 2);
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en, eventueel, ook een aanlegvergunningstelsel opgenomen.
Als er dubbelbestemmingen zijn worden die ook in dit hoofdstuk opgenomen. Die komen, ook in alfabetische volgorde, achter de bestemmingsregels. Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen de (mogelijke) afwijkingsmogelijkheden met betrekking tot de bouw en/of het gebruik.
Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsregels ook in andere regels relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moeten worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld van hetgeen is geregeld.
Toegespitst op onderhavig plan wordt hier het volgende opgemerkt:
- Detailhandel Op deze gronden is op de begane grond detailhandel toegestaan. Dienstverlening op de begane grond is toegestaan indien dit is aangeduid. Wonen is op de begane grond en op de verdieping mogelijk.
- Gemengd - 1 Op de gronden is detailhandel en daghoreca, dienstverlening en bedrijven in cat 1 en 2 op de begane grond toegestaan. Wonen is op de begane grond en op de verdiepingen toegestaan.
- Groen Grotere groengebieden zijn bestemd als Groen.
- Maatschappelijk Op deze gronden zijn maatschappelijke voorzieningen toegestaan die in de categorieën A en B die zijn genoemd in de als bijlage bij de regels opgenomen Lijst van maatschappelijke voorzieningen. De brandweerkazerne aan de Burgemeester Bloemersstraat is apart aangeduid, aangezien deze voorziening in categorie D valt welke genoemd is in de als bijlage bij de regels opgenomen Lijst van maatschappelijke voorzieningen.
- Verkeer Enkele wegen zijn bestemd als Verkeer conform de betreffende vigerende bestemmingsplannen.
- Wonen Zoals standaard wordt toegelaten mag de bewoner ook hier aan huis een bedrijf of beroep uitoefenen. Hiervoor gelden de gebruikelijke voorwaarden. In een Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis is na te lezen welke bedrijven dit zijn. Opgemerkt wordt het vereiste van voldoende parkeergelegeneheid op het bijbehorende terrein ook geldt bij de uitoefening van een bedrijf of beroep aan huis. In een bijlage bij de bouwverordening zijn onder andere bruikbaarheidsvereisten en de normen per functie vastgelegd. Wat voldoende is, wordt op basis van de bouwverordening bepaald bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning.
- Leiding-gas Deze gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk gastransportleiding.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Denk aan de anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels,de algemene gebruiksregels en de regels met betrekking tot mogelijke afwijkingen. De (bestemmings) regels moeten altijd in samenhang met de algemene regels worden gelezen vóórdat op basis van de bestemmingregels interpretaties worden verricht.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In het laatste hoofdstuk wordt het overgangsrecht geregeld en wordt bepaald hoe het bestemmingsplan heet (de slotregel).
5.4 Reikwijdte Bestemmingsplan
Om te beoordelen of een ontwikkeling kan worden gerealiseerd, is het soms niet voldoende om alleen af te gaan op de inhoud van het bestemmingsplan. Ook indien het bestemmingsplan een ontwikkeling toestaat, kan het voorkomen dat andere regelgeving of dat gesloten verdragen de daadwerkelijke uitvoering verhinderen of pas na bijvoorbeeld vergunningverlening of onderzoek mogelijk maken.
De kaders die het bestemmingsplan biedt ten aanzien van nieuwe bouwmogelijkheden/bouwplaninitiatieven, bieden geen garantie voor de te verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen. Bouwplannen zullen naast de toets aan onderhavig bestemmingsplan tevens worden getoetst aan, en dienen te voldoen aan, zowel het landelijke Bouwbesluit als de bouwverordening (vastgesteld door de gemeenteraad). Waarbij de (onafhankelijke) welstandscommissie adviseert of het bouwplan op basis van de Welstandsnota (vastgesteld door de gemeenteraad) voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting van een bestemmingsplan minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens bestaat de verplichting om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken (bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten), deze kosten moeten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. Een en ander dient te worden vastgelegd in privaatrechtelijke overeenkomsten met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke
tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld.
In het bestemmingsplan worden, in planologische zin, geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarvoor een kostenverhaalsverplichting geldt.
Het bestemmingsplan betreft een actualisering van een aantal verouderde
bestemmingsplannen, waarbij het juridisch en planologisch instrumentarium is geactualiseerd. Met betrekking tot de realisering van dit plan bestaan er voor de gemeente geen kosten in de exploitatiesfeer. Gezien het voorgaande wordt het plan financieel uitvoerbaar
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
7.1 Vooroverleg En Inspraak
Het provinciale beleid omtrent de toepassing van de instrumenten die de provincie heeft ingevolge de Wet ruimtelijke ordening geeft aan dat plannen van lokaal belang niet voor overleg behoeven te worden aangeboden. Ook gezien de aard van het bestemmingsplan bestaat hiertoe geen aanleiding.
De gemeentelijke inspraakverordening schrijft geen inspraak voor. Gezien het vorenstaande is geen aanleiding gevonden om onverplicht inspraak te geven.
7.2 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft met het ontwerpbesluit van 7 maart 2013 tot en met 17 april 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. De tervisielegging is bekendgemaakt op 6 maart 2013 in een huis-aan-huis blad, de Staatscourant en op de gemeentelijke website www.rheden.nl.
Via www.ruimtelijkeplannen.nl kon het ontwerp bestemmingsplan en bijbehorende stukken worden ingezien en worden gedownload. De verbeelding op papier lag tevens ter inzage in het gemeentehuis en in het servicecentrum te Dieren.
De beantwoording van de ingediende zienswijzen is opgenomen in een bijlage bij het raadsbesluit omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan.