KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bos - Houtwal
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Groen - Kasteelpark
Artikel 9 Horeca
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Natuur
Artikel 12 Sport
Artikel 13 Tuin
Artikel 14 Verkeer
Artikel 15 Water
Artikel 16 Waterwingebied
Artikel 17 Wonen
Artikel 18 Wonen - Buitengebied
Artikel 19 Wonen - De Del
Artikel 20 Leiding - Brandstof
Artikel 21 Leiding - Hoogspanning
Artikel 22 Waarde - Archeologie 1
Artikel 23 Waarde - Archeologie 2
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3
Artikel 25 Waarde - Archeologie 4
Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie - Beschermd Dorpsgezicht De Imbosch
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie - Beschermd Dorpsgezicht Kasteeldorp
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 28 Anti-dubbeltelregel
Artikel 29 Algemene Bouwregels
Artikel 30 Algemene Gebruiksregels
Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 33 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 34 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
Artikel 36 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Notitie Ecogroen Advies
Bijlage 3 Kaart Maatregelen
Bijlage 4 Peilhoogtes De Del
Bijlage 1 Monumenten Rozendaal
Bijlage 2 Nota Van Zienswijzen

Rozendaal 2019

Bestemmingsplan - Gemeente Rozendaal

Vastgesteld op 26-05-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Rozendaal 2019' met identificatienummer NL.IMRO.0277.BPROZEND2019001-0002 van de gemeente Rozendaal.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan- en uitbouw:

een gebouw dat aan het hoofdgebouw is aangebouwd, en daarmee in directe verbinding staat en welk gebouw door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aaneengebouwde woning:

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.

1.7 antennemast:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 bedrijf aan huis:

het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:

  1. a. die in de bij deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat vanbedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als categorie 1, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en
  2. b. die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit,

in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.

1.10 bedrijfswoning/dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.

1.11 beroep aan huis:

het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.

1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.15 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.16 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.18 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.20 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.21 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.22 brutovloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.

1.23 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.24 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.25 dove gevel:

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidwering - conform NEN5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder1.

  1. 1. zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.

1.26 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond c.q. de laag op de onderbouw.

1.27 escortbedrijf:

een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig, of in een omvang als ware zij bedrijfsmatig, prostitutie aanbiedt, die hoofdzakelijk op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.28 extensieve openluchtrecreatie:

vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied

door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen.

1.29 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.30 gestapelde woning:

een woning in een gebouw dat (ten minste) twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

1.31 half-vrijstaande woning:

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.

1.32 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht.

1.33 horecabedrijf:

restaurant, café, cafetaria, hotel, pension of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt of logies wordt verstrekt, een en ander met uitzondering van discotheek of soortgelijke inrichting en seksinrichtingen.

1.34 hoveniersbedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen en de verkoop van kweekmateriaal.

1.35 kantoor:

een gebouw, of deel van een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden.

1.36 kap:

constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend vlak.

1.37 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, recreatie, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen.

1.38 onderkomen:

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.

1.39 ondersteunende horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de ondergeschikte horeca-activiteiten dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend.

1.40 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een wand.

1.41 peil:

  1. a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein of maaiveld.

1.42 permanente bewoning:

bewoning van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.

1.43 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.44 recreatiewoning:

een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor het houden van recreatief (nacht)verblijf door één of meer personen, die elders hun hoofdverblijf hebben, en dat niet bestemd is voor permanente bewoning.

1.45 seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een bordeel, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.46 sekswinkel:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren worden verkocht en/of verhuurd.

1.47 standplaats (mobiele verkoop):

het vanaf een plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats verkopen van consumpties, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam of een wagen.

1.48 tweede bouwlaag:

de bouwlaag gelegen direct boven de eerste bouwlaag.

1.49 voorgevel:

de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

1.50 voorgevellijn:

denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een gebouw loopt tot aan de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.

1.51 vrijstaande woning:

een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.

1.52 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

1.53 wooneenheid:

eenheid in de vorm van een woning.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 de bouwdiepte:

vanaf het peil tot aan de onderkant van de laagst gelegen vloer, de fundering niet meegerekend.

2.3 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens (met inbegrip van gronden met de bestemming 'Tuin').

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. grondgebonden agrarische activiteiten;
  2. b. instandhouding en ontwikkeling van de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen landschapswaarden, bestaande uit: de openheid van het landschap en het reliëf van de bodem, en cultuurhistorische waarden bestaande uit: de Leermolensenk;
  3. c. extensieve openluchtrecreatie;
  4. d. water(gangen), waterhuishoudkundige voorzieningen, oevers en taluds;

alsmede voor:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen natuurwaarden, bestaande uit: natte landnatuur van het beekdal;
  2. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, perceelsontsluitingen, (onderhouds)paden en andere voorzieningen;
  3. g. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', een hoveniersbedrijf.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik dient in ieder geval te worden verstaan:

  1. a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het gebruik van gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
  3. c. het gebruik van gronden en opstallen voor doeleinden van handel en/of andere agrarische bedrijfsdoeleinden.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een bedrijf uit categorie 1 of 2 van de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten';
  2. b. wonen, uitsluitend op de verdieping;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals terreinen, erven, tuinen, (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:


De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:

  1. a. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel en handel in auto's;
  2. b. kantoor, met uitzondering van kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse aanwezige bedrijf tot een maximum van 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte;
  3. c. bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Bos - Houtwal

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos - Houtwal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden, waaronder in ieder geval ook houtwallen worden verstaan;
  2. b. de instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  3. c. extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden voor zover de onder a en b bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.

5.2 Bouwregels

Op de voor 'Bos - Houtwal' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1,5 meter.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Cultuur En Ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. openluchttheater;
  2. b. expositiecentrum;
  3. c. creativiteitscentrum;
  4. d. trouwlocatie;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals terreinen, erven, tuinen, (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

6.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen in combinatie met ondersteunende horeca worden gebruikt.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. plantsoenen;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. beplantingen;
  4. d. objecten van beeldende kunst;
  5. e. fiets- en voetpaden;
  6. f. toegangswegen en -paden naar percelen;
  7. g. water en waterberging;
  8. h. speelvoorzieningen.

alsmede voor:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', de instandhouding van de bestaande geluidwerende voorziening.

met dien verstande dat:

  1. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - uitgesloten - pad', fiets- en voetpaden niet zijn toegestaan.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruiken van gronden voor parkeren.

Artikel 8 Groen - Kasteelpark

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Kasteelpark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en de ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, bestaande uit: een kasteelpark met 18e eeuwse lanen en de 19e eeuwse parkaanleg in Engelse landschapsstijl, en van de in de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen levensgemeenschappen;
  2. b. extensieve openluchtrecreatie;
  3. c. extensief medegebruik voor een agrarisch bedrijf, voor zover de doeleinden als bedoeld onder a, zulks gedogen;

alsmede voor:

  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van Groen - Kasteel Rosendael' aan het kasteel gebonden maatschappelijke functies op het gebied van verenigingsleven, cultuur, educatie, recreatie en andere openbare voorzieningen, met de daarbij behorende ondersteunende horeca als bedoeld in lid 1.39;
  2. e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', een horecabedrijf als bedoeld in lid 1.33;
  3. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, perceelsontsluitingen, (onderhouds)paden en andere voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden voor die percelen.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een horecabedrijf, als bedoeld in lid 1.33;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals terreinen, erven, tuinen, (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen;

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden voor die percelen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruiken van gronden en opstallen voor wonen.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, als bedoeld in lid 1.37;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals terreinen, erven, tuinen, (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, sportvoorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
  2. d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', wonen;

met dien verstande dat:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', uitsluitend een begraafplaats is toegestaan.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden voor die percelen.

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.5 Specifieke gebruiksregels

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen behoudens ter plaatse van de aanduiding 'wonen', niet worden gebruikt voor wonen zonder enig daaraan verbonden zorgconcept.

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  2. b. de instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  3. c. extensief agrarische medegebruik, voor zover de onder a en b bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast,
  4. d. extensieve openluchtrecreatie voor zover de onder a en b bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  5. e. wegen;

alsmede voor:

  1. f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', een recreatiewoning;
  2. g. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast', een antennemast ten behoeve van telecommunicatie;
  3. h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter, met dien verstande dat:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', maximaal 1 recreatiewoning is toegestaan, waarbij geldt dat:
    1. 1. de inhoud niet meer dan 300 m³ mag bedragen;
    2. 2. de oppervlakte van een recreatiewoning niet meer dan 85 m² mag bedragen (inclusief berging, veranda of andere overkappingen);
    3. 3. de goothoogte niet meer dan 3,50 meter bedragen;
    4. 4. de bouwhoogte niet meer dan 7 meter mag bedragen;
    5. 5. indien de bestaande en vergunde recreatiewoning al groter is geldt de bestaande omvang als de maximale maatvoering en mag deze niet verder worden uitgebreid.
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitkijktoren' is een uitzichttoren toegestaan waarvan de bouwhoogte de bestaande bouwhoogte niet mag overschrijden;
  3. c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'schuur', een schuur is toegestaan waarvan de goot- en bouwhoogte de bestaande goot- en bouwhoogte niet mag overschrijden;
  4. d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' is een mast met antennes voor de telecommunicatie toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 40 meter.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruiken van gronden en opstallen voor:

  1. a. agrarisch grondgebruik anders dan extensief agrarische medegebruik als bedoeld in lid 11.1, onder c;
  2. b. permanente bewoning van recreatiewoningen;
  3. c. een standplaats ten behoeve van de verkoop vanuit een kraam of wagen op een voor publiek toegankelijke locatie.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportactiviteiten en sportvoorzieningen, al dan niet in combinatie met ondersteunende horeca;
  2. b. dagrecreatieve voorzieningen;

alsmede voor:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', een recreatiewoning;
  2. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals sportvelden, sportterreinen, erven, tuinen, (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

12.3 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruiken van gronden en opstallen voor een bedrijfswoning / dienstwoning.

Artikel 13 Tuin

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  2. b. perceelsontsluitingen en parkeervoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. c. indien de aanduiding 'parkeerterrein' is opgenomen, uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding een parkeerplaats met daarbij behorende voorzieningen is toegestaan.

13.2 Bouwregels

Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden gelden de volgende regels:

  1. a. bestaande aan- of uitbouwen en bestaande overkappingen mogen uitsluitend op dezelfde plaats en in ten hoogste dezelfde omvang worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet bedragen dan daarbij hieronder is aangegeven:
Bouwwerk geen gebouw zijnde Maximale bouwhoogte
vlaggenmasten 8 meter
pergola's 3 meter
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn 1 meter
erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn 2 meter
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 meter

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden voor die percelen.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 13.2, onder a, ten behoeve van het bouwen van een aan- of uitbouwen, zoals erkers, bergingen en ingangspartijen aan een hoofdgebouw, mits:
    1. 1. de diepte, gemeten uit de betreffende gevel(s) van het hoofdgebouw, niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    2. 2. de gezamenlijke oppervlakte bij elke woning niet meer dan 6 m² bedraagt;
    3. 3. de goothoogte niet meer dan 3 meter bedraagt en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter, met dien verstande dat:
      • een erker niet meer dan 1 bouwlaag heeft;
      • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan de erker wordt aangebouwd;
    4. 4. daardoor geen wezenlijk nadelige gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen;
  2. b. lid 13.2, onder b, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn tot een bouwhoogte van maximaal 2 meter, mits daardoor geen wezenlijk nadelige gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen;
  3. c. lid 13.2, onder b, ten behoeve van het bouwen van geluidwerende voorzieningen langs de Schelmseweg tot een hoogte van 3 meter.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

De voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen voor parkeren worden gebruikt, waarbij geldt dat indien op een perceel de aanduiding 'parkeerterrein' is opgenomen, uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding een parkeerplaats met daarbij behorende voorzieningen is toegestaan en op de overige gronden van dat perceel met de bestemming 'Tuin' niet geparkeerd mag worden.

Artikel 14 Verkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met in een verkeers- en verblijfsfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. bermen en beplanting, waaronder begrepen water en waterberging;
  6. f. straatmeubilair, speelvoorzieningen en objecten van beeldende kunst;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals geluidswerende voorzieningen, nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het openbaar vervoer.

alsmede voor:

  1. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - mobiele verkoop', een standplaats ten behoeve van de de verkoop vanuit een kraam of wagen op een voor publiek toegankelijke locatie.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2, voor speeltoestellen en objecten van beeldende kunst tot een bouwhoogte van maximaal 5 meter, mits:

  1. a. de verkeersveiligheid daardoor niet wordt belemmerd;
  2. b. het gebruik van de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. watergangen, waterpartijen, oevers en taluds;
  2. b. waterhuishouding en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. c. waterberging;
  4. d. het behoud, herstel en de ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen natuurlijke en landschappelijke waarden;
  5. e. extensieve openluchtrecreatie, voor zover de waterhuishouding en de onder d bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  6. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen en kunstwerken, zoals bruggen, duikers, kaden, oeververbindingen, stuwen, faunapassages en nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor 'Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

Artikel 16 Waterwingebied

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterwingebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een waterwingebied met daarbij behorende voorzieningen en werken, waaronder begrepen vijvers welke dienen als opvang- en infiltratievoorziening van restwater en als sier- en belevingselement;

alsmede voor:

  1. b. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met een beroep aan huis;
  2. b. erven en tuinen;

alsmede voor:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis', bedrijfsmatige activiteiten uit maximaal categorie 1 van de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten'.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden voor die percelen.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.5 Specifieke gebruiksregels

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 18 Wonen - Buitengebied

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met een beroep aan huis;
  2. b. erven en tuinen;

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

18.3 Nadere eisen

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.5 Specifieke gebruiksregels

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.5.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, mits:

  1. a. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van een beroep aan huis als bedoeld in 18.5.1, niet meer bedraagt dan 30% van de totale bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 75 m²;
  2. b. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt;
  3. c. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    1. 1. het parkeren ten behoeve van het bedrijf zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
    2. 2. behoudens in en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
  4. d. de bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de woning en de omgeving niet onevenredig aantasten en daardoor geen wezenlijk nadelige gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen;
  5. e. de overnachtingsmogelijkheden met ontbijt (bed and breakfast) uitsluitend in de woning, de aan- en uitbouwen of de aangebouwde bijgebouwen plaatsvindt.

Artikel 19 Wonen - De Del

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - De Del' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met een beroep aan huis;
  2. b. erven en tuinen.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

19.3 Afwijken van de bouwregels

19.4 Specifieke gebruiksregels

19.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 20 Leiding - Brandstof

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een brandstofleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Brandstof' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 20.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:

  1. a. de bouw verenigbaar is met de belangen van de brandstofleiding;
  2. b. de veiligheid met betrekking tot de brandstofleiding niet wordt geschaad;
  3. c. de leidingbeheerder omtrent het bepaalde onder a en b heeft geadviseerd;
  4. d. er geen kwetsbaar object wordt toegelaten.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 21 Leiding - Hoogspanning

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding -Hoogspanning' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 21.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de hoogspanningsverbinding en de leidingbeheerder daarover schriftelijk heeft geadviseerd.

21.4 Specifieke gebruiksregels

De gronden mogen niet worden gebruikt voor functies waarbij kinderen van 0 t/m 15 jaar langdurig verblijven onder de hoogspanningsverbinding.

21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 22 Waarde - Archeologie 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische monumenten. Bescherming vindt plaats in het kader van de Erfgoedwet.

Artikel 23 Waarde - Archeologie 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een archeologische waarde, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

23.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

23.3 Afwijken van de bouwregels

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

23.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.

Artikel 24 Waarde - Archeologie 3

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een hogere archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

24.3 Afwijken van de bouwregels

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.

Artikel 25 Waarde - Archeologie 4

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een lagere archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.

Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie - Beschermd Dorpsgezicht De Imbosch

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - beschermd dorpsgezicht DeImbosch' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd dorpsgezicht, bestaande uit de hierna genoemde waarden:

  1. a. de herkenbaarheid als enclave;
  2. b. de rationele opzet van de nederzetting met blokvormige percelen en min of meer haaks op elkaar staande structuurlijnen;
  3. c. de (restanten van de) vier rijen dikke singel van eiken en beuken langs de noordoost- en noordwest-rand van de nederzetting;
  4. d. het onverharde karakter van de wegen;
  5. e. de situering en de hoofdvormen van de bebouwing;
  6. f. ecologische waarden;

waarbij de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie - beschermddorpsgezicht De Imbosch' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

26.2 Bouwregels

op de voor Waarde - Cultuurhistorie - beschermd dorpsgezicht DeImbosch is het verboden om met de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid volgens de andere daar voorkomende bestemmingen, te bouwen of te laten bouwen.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 26.2 en op de voor Waarde - Cultuurhistorie - beschermd dorpsgezicht De Imbosch aangewezen gronden, bouwen met toepassing van een afwijking volgens de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:

  1. a. de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in 26.1 daardoor niet worden aangetast;
  2. b. en daaromtrent advies is ingewonnen bij de Commissie Cultuurhistorie.

26.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ter instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd dorpsgezicht, mits de nadere eisen aansluiten bij de in 26.1 genoemde waarden van het beschermd dorpsgezicht.

26.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie - Beschermd Dorpsgezicht Kasteeldorp

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - beschermd dorpsgezichtKasteeldorp' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd dorpsgezicht, die bestaat uit de volgende waarden:

Hoofdstructuur:

  1. a. De hoofdstructuur van Rosendael bevat:
    1. 1. het lanenstelsel van de Rosendaalselaan en Kerklaan, zich voortzettend tot en met de Kapellenberg;
    2. 2. het kasteelpark met de 18e eeuwse lanen en de 19e eeuwse parkaanleg in Engelse landschapsstijl;
    3. 3. het bosgebied ten oosten van het Kasteelpark, met de Smidsberg en de begraafplaats;
    4. 4. het open beekdal met het verloop van de Rozendaalse beek;
    5. 5. de Koningsberg met het lanenstelsel uit de 18e en 19e eeuw.

Lineaire structuren:

  1. b. De lineaire structuren van Rosendael bestaande uit:
    1. 1. het verloop, het profiel en de beplanting van de verschillende lanen;
    2. 2. het zicht vanaf de Rosendaelselaan tot op de Torckschool en op de voormalige schoolmeesterwoning tegen de bosrand;
    3. 3. het zicht naar en vanaf het logement op de Smidsberg.

Objecten en complexen:

  1. c. Van belang zijn de volgende objecten en complexen:
    1. 1. het bebouwingsbeeld: overwegend vrijstaande woningen op ruime kavels, waaronder een drietal grote villa's aan de Rosendaelselaan, de Torckschool en het huis Heuveloord, de historische dorpsbebouwing nabij de samenkomst van de Rosendaalselaan en Kerklaan en de verspreid gelegen bebouwing binnen het kasteelpark en direct ten oosten daarvan;
    2. 2. de historische panden in het beekdal, waaronder het complex van voormalige wasserijgebouwen, waaraan de industriële betekenis die de Rozendaalse beek heeft gehad, als aandrijver van papier- en watermolens, nog is af te lezen.

Overig:

  1. d. Daarnaast zijn voor het karakter van het beschermd dorpsgezicht de volgende punten nog van belang:
    1. 1. het groene karakter van de voortuinen, het zicht door de voortuinen op de bebouwing, de lage hagen als erfafscheiding;
    2. 2. de kunstmatig opgeworpen heuvels buiten het kasteelpark (Kapellenberg, Koningsberg), die uitkijkplaatsen vormden naar de kasteeltuin en naar de ruime omgeving en waarvandaan de hoogteverschillen sterk werden ervaren.

waarbij de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie - beschermddorpsgezicht Kasteeldorp' voorrang heeft op de andere daar voorkomende (enkel)bestemming(en).

27.2 Bouwregels

Op de voor Waarde - Cultuurhistorie - beschermd dorpsgezichtKasteeldorp is het verboden om met de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid volgens de andere daar voorkomende bestemmingen, te bouwen of te laten bouwen.

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 27.2 en op de voor Waarde - Cultuurhistorie - beschermd dorpsgezicht Kasteeldorp aangewezen gronden, bouwen met toepassing van een afwijking volgens de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:

  1. a. de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in 27.1 daardoor niet worden aangetast;
  2. b. en daaromtrent advies is ingewonnen bij de Commissie Cultuurhistorie.

27.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ter instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd dorpsgezicht, mits de nadere eisen aansluiten bij de in 27.1 genoemde waarden van het beschermd dorpsgezicht.

27.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 28 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 29 Algemene Bouwregels

29.1 Bestaande en afwijkende maatvoering

  1. a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
  2. b. Het bepaalde in lid 29.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
  3. c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.

29.2 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:

  1. a. de bouwdiepte mag maximaal 4 meter bedragen;
  2. b. de ondergrondse bebouwing of halfverdiepte bebouwing mag uitsluitend onder het gebouw worden gerealiseerd, met uitzondering van ingangspartijen en voorzieningen voor de toetreding van daglicht;
  3. c. de bouwhoogte van keermuren ten behoeve van ingangspartijen mag niet meer dan 1.20 meter bedraagt;
  4. d. de voorzieningen voor de toetreding van daglicht mogen maximaal 1 meter uit de gevel worden gebouwd.

29.3 Overschrijding ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, liftschachten, muurdammen, hemelwaterafvoeren, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, lichtkappen/-koepels, balkons, bordessen, (brand)trappen, balkonhekken en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt.

29.4 Nadere eisen bouwen bij monument

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, voor zover die worden gebouwd binnen een afstand van 30 meter tot bouwwerken die zijn aangemerkt als monument, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van het betreffende monument.

Artikel 30 Algemene Gebruiksregels

30.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting, een sekswinkel en/of een escortbedrijf;
  2. b. raamprostitutie;
  3. c. het gebruik van onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  4. d. het gebruik van onbebouwde gronden als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al- of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
  5. e. het (laten) gebruiken van een bijgebouw bij een woning als zelfstandige wooneenheid;
  6. f. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
  7. g. het (laten) plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
  8. h. het (laten) storten en/of (laten) lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.

Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels

31.1 Milieuzone - beschermingsgebied grondwater

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beschermingsgebied grondwater' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Hier gelden vanwege het ter plaatse aanwezige waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied, de boringsvrije zone en de koude-warmteops/agvrije zone, naast de regels van dit plan, de regels die zijn opgenomen in de Omgevingsverordening Gelderland.

31.2 Milieuzone - stiltegebied

Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels:

  1. a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers en transformatorhuisjes, waarvan de hoogte niet meer dan 3 meter en de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen;
  2. b. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen en paden en ligging van bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 5 meter bedragen;
  3. c. voor afwijkingen van regels, gesteld ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages;
  4. d. ten behoeve van het bouwen van antennemasten vanaf peil tot een bouwhoogte van 15 meter;
  5. e. de vestiging van een bedrijf dat niet is genoemd in de 'Staat vanbedrijfsactiviteiten' of daarin is genoemd in een naast hogere categorie, maar naar zijn aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met de rechtstreeks toegelaten bedrijven.
  6. f. voor een geringe overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen en/of aanduidingsgrenzen, indien een onnauwkeurigheid of de feitelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft, of indien een rationele verkaveling van de gronden een geringe overschrijding vergt, mits de grens of grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
  7. g. voor een geringe overschrijding van de voorgeschreven maten, afmetingen en percentages, mits deze voorgeschreven maten, afmetingen en percentages met niet meer dan 10% worden overschreden;
  8. h. voor een geringe afwijking van het voorgeschreven peil voor woningen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen, zoals opgenomen in lid 1.41 onder a, mits het peil niet hoger wordt gesitueerd dan 20 cm boven het peil zoals bepaald in lid 1.41 onder a van deze regels.

Artikel 33 Algemene Wijzigingsregels

33.1 Algemene wijzigingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen, mits:

  1. a. de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot;
  2. b. geen van de grenzen met meer dan 10 meter wordt verschoven;
  3. c. de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.

33.2 Wijziging bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' als volgt te wijzigen:

het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voorzover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.

Artikel 34 Overige Regels

34.1 Parkeren

  1. a. een nieuw bouwwerk, verandering van een bouwwerk, verandering van gebruik van een bouwwerk of van gronden - al dan niet gecombineerd - waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, is niet toegestaan wanneer op eigen terrein niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden;
  2. b. bij een omgevingsvergunning, dan wel bij de beoordeling of het gebruik in overeenstemming is met het bestemmingsplan wordt aan de hand van de normen zoals opgenomen in CROW-Publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren. Van parkeerkencijfers naar parkeernormen' (december 2018) bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. Indien de genoemde publicatie gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging;
  3. c. het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid a en b, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 35 Overgangsrecht

35.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

35.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 36 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Rozendaal 2019'.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Notitie Ecogroen Advies

Bijlage 2 Notitie Ecogroen advies

Bijlage 3 Kaart Maatregelen

Bijlage 3 Kaart maatregelen

Bijlage 4 Peilhoogtes De Del

Bijlage 4 Peilhoogtes de Del

Bijlage 1 Monumenten Rozendaal

Bijlage 1 Monumenten Rozendaal

Bijlage 2 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 2 Nota van zienswijzen