Nobelweg 52
Bestemmingsplan - Wageningen
Vastgesteld op 23-04-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Nobelweg 52' van de gemeente 'Wageningen'.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0289.Nobelweg52-VSG1 met de bijbehorende regels.
1.3 aanbouw
de toevoeging van afzonderlijke ruimten aan een woning.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aan huis gebonden beroep
het uitoefenen van een vrij beroep waaronder verstaan wordt: een aan de persoon gebonden medisch (arts, tandarts e.d.), paramedisch (fysiotherapie, pedicure e.d.) administratief (adviesbureau, accountant e.d.) en daarmee gelijk te stellen beroep, niet zijnde een bedrijfsmatige activiteit.
1.7 afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van een deel van een vlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.10 bestaand
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw of woning dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw of woning verbonden bijgebouw, daar al dan niet tegen aangebouwd, met een dak. Onder bijbehorende bouwwerken wordt verstaan: aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
1.14 bijgebouw
een gebouw, al dan niet vrijstaand, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en dat qua afmetingen en functie ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond c.q. de laag op de onderbouw.
1.22 erker
een uitbouw van de gevel van het hoofdgebouw.
1.23 escortbedrijf
de natuurlijke persoon of groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
1.24 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt. Tot het hoofdgebouw worden tevens aan-en uitbouwen gerekend.
1.26 kamerverhuur
het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning. Hieronder wordt niet verstaan de verhuur door particulieren van maximaal twee kamers in de door hen zelf bewoonde woning.
1.27 nutsvoorziening
een voorziening, uitsluitend of in hoofdzaak gericht op:
- 1. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;
- 2. de verzorging van telecommunicatie;
- 3. de afvoer en verwerking van afvalstoffen.
1.28 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.29 ondergeschikte dakkapel
een dakkapel waarvan:
- a. de hoogte, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, minder is dan 1,5 meter;
- b. de onderzijde meer dan 0,5 meter en minder dan 1 meter boven de dakvoet is gesitueerd;
- c. de bovenzijde meer dan 0,5 meter onder de daknok is gesitueerd;
- d. de breedte maximaal 50% van de breedte van het dakvlak van het gebouw is.
1.30 overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
1.31 peil
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein.
1.32 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.33 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.34 uitbouw
de vergroting van een bestaande ruimte van een woonhuis.
1.35 uitstalling
een verplaatsbare voorziening, zoals een (markt)kraam, een wagen of een tafel, voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten.
1.36 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.
1.37 woning/wooneenheid
een complex van fysiek aan elkaar verbonden ruimten in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bruto-vloeroppervlakte
het totaal aantal vierkante meters in gebruik voor een bepaald doel, al dan niet verspreid over meerdere vloeren.
2.2 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 bebouwd(e) oppervlak(te) van een bouwperceel
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
2.8 ondergeschikte dakkapel
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen wordt de goothoogte van een ondergeschikte dakkapel buiten beschouwing gelaten.
2.9 ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde (ten aanzien van de plaatsing van gebouwen) ten aanzien van het bouwen (binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken) worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. parkeren, uitsluitend ter plaatse van een oprit, met dien verstande dat er binnen het plangebied ruimte dient te worden gereserveerd voor minimaal 25 parkeerplaatsen;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met de daarbij behorende:
- d. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonstraten;
- b. voet- en (brom)fietspaden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat er binnen het plangebied ruimte dient te worden gereserveerd voor minimaal 25 parkeerplaatsen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. uitstallingen;
- h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met de daarbij behorende:
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Wonen - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen in de vorm van kamerverhuur ten behoeve van studenten, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep op maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken tot een maximum per woning van 45 m². Het maximum aantal wooneenheden ten behoeve van kamerverhuur bedraagt 150;
met daaraan ondergeschikt:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. parkeren, met dien verstande dat er binnen het plangebied ruimte dient te worden gereserveerd voor minimaal 25 parkeerplaatsen;
- d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met de daarbij behorende:
- e. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden, seksinrichtingen en escortbedrijven;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken als opslag-, stort- of bergplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voer- en vaartuigen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
- a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en uitsluitend ter plaatse van bovengrondse gebouwen, met dien verstande dat ondergrondse afvalcontainers wel zijn toegestaan;
- b. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de bij recht op de verbeelding middels een aanduiding of in de regels gegeven maten en afmetingen tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits de bestemmingsgrenzen niet worden overschreden;
- b. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft, mits de bestemmingsgrenzen niet worden overschreden;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 meter;
- d. de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, kunstobjecten, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje of kunstobject ten hoogste 50 m³ zal bedragen;
- e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 meter.
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Nobelweg 52'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||||||
……………………… | ||||||||
De voorzitter, | De griffier, | |||||||
………. | ……… | |||||||
Bijlage 1 Notitie Studentenhuisvesting Wageningen
Bijlage 1 Notitie studentenhuisvesting Wageningen
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Bodemonderzoek
Bijlage 4 Flora En Faunaonderzoek
Bijlage 4 Flora en faunaonderzoek
Bijlage 5 Onderzoek Vleermuizen
Bijlage 5 Onderzoek vleermuizen
Bijlage 6 Luchtonderzoek
Bijlage 7 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 7 Archeologisch onderzoek
Bijlage 8 Details Parkeeronderzoek
Bijlage 8 Details parkeeronderzoek