KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Cultuurlandschap
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Horeca
Artikel 7 Natuur
Artikel 8 Recreatie - Bospark Achterhoek
Artikel 9 Recreatie - Den Möllenhof
Artikel 10 Recreatie - De Voortwisch
Artikel 11 Recreatie - Harmienehoeve
Artikel 12 Recreatie - Het Wieskamp
Artikel 13 Recreatie - Hilgelomeer
Artikel 14 Recreatie - In Den Olden Bongerd
Artikel 15 Recreatie - Italiaanse Meren
Artikel 16 Recreatie - Nieuw Beusink
Artikel 17 Recreatie - Renskers
Artikel 18 Recreatie - Rommelgebergte
Artikel 19 Recreatie - Sevink Mölle
Artikel 20 Recreatie - Ten Hagen
Artikel 21 Recreatie - Twee Bruggen
Artikel 22 Recreatie - Vaags
Artikel 23 Recreatie - Vreehorst
Artikel 24 Recreatie - Wiltershaar
Artikel 25 Waarde - Archeologische Verwachting 1
Artikel 26 Waarde - Archeologische Verwachting 2
Artikel 27 Waarde - Archeologische Verwachting 3
Artikel 28 Waarde - Archeologische Verwachting 4
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 29 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 30 Algemene Bouwregels
Artikel 31 Algemene Gebruiksregels
Artikel 32 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 33 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 34 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
Artikel 36 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

VERBLIJFSRECREATIETERREINEN

Bestemmingsplan - Winterswijk

Vastgesteld op 28-03-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan

het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen van de gemeente Winterswijk;

bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VA01 met bijbehorende regels en bijlage;

verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

aanduiding

een op de verbeelding door middel van een aanduidingsvlak begrensd vlak of figuur, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of bebouwen van deze gronden;

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

aan huis verbonden beroep

een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen waaronder boomteelt en/of het houden van dieren;

archeologisch deskundige

de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;

archeologische verwachting

een toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;

archeologisch onderzoek

onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College van de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 Monumentenwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;

bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

bedrijfsmatige exploitatie

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;

bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond en/of het terrein, noodzakelijk is;

beheer- en dienstgebouwen

gebouwen ten dienste van verblijfsrecreatieve voorzieningen, waaronder een kampwinkel, toiletgebouw, dagverblijfgebouwen alsmede recreatieve voorzieningen, zoals een overdekt zwembad met bijbehorende gebouwen;

bestaand

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, niet zijnde een verblijfsruimte;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

chalet

een gebouw ten behoeve van recreatief verblijf bestaand uit een licht constructie en lichte materialen, niet zijnde een mobiel kampeermiddel of stacaravan, in deze regels gelijk gesteld aan een stacaravan;

EHS (Ecologische Hoofstructuur)

een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden, natuurrijke cultuurlandschappen en verbindingszones, met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

groepsaccommodatie

een gebouw bestemd voor het recreatief verblijf van groepen;

grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;

hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

horeca

een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, met uitzondering van een discotheek, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

houtwallen / houtsingels

houtopstanden die dienen ter afscherming van bebouwing dan wel ter versterking of bescherming van de landschappelijke waarden van het gebied. Hieronder worden niet begrepen houtopstanden die worden geteeld in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf;

intensieve veehouderij

een agrarisch bedrijf of een deel daarvan waar tenminste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer voor het houden van vee, pluimvee of nertsen, waarbij dit houden van vee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in bebouwing. Het biologisch houden van dieren en het houden van melkrundvee, schapen en paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;

kernkwaliteiten

de wezenlijke landschappelijke en ecologische kenmerken van een bepaald gebied, gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur;

lage beplanting

gras en lage bloemen en planten, niet zijnde struiken of bomen;

manege

een inrichting waar paarden worden gehouden en rijlessen worden gegeven;

mobiele kampeermiddel

tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een omgevingsvergunning voor het bouwen,vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

niet-grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering niet of nagenoeg niet is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;

omgevingscondities

de kwaliteiten van de omgeving voor zover deze van invloed zijn op kernkwaliteiten van een bepaald gebied, gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur;

omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

onderkomen

vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;

overkapping

een overkapt bouwwerk bestaande uit maximaal twee al dan niet tot de constructie behorende wanden;

peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

permanente bewoning

bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;

recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of een ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) eenzelfde persoon, (deel van) een gezin of samenwoning dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt voor recreatieve doeleinden;

sportveld

een terrein voor veldsport zonder enige verharding, werk of bouwwerk, hooguit mobiele toestellen (doelpalen e.d.);

Staat van Bedrijfsactiviteiten

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

stacaravan

een caravan of soortgelijk onderkomen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen en dat in het kader van deze regels als een gebouw wordt aangemerkt;

toeristische standplaatsen

een plaatsingsmogelijkheid voor een mobiel kampeermiddel, waarbij het kampeermiddel voor maximaal zes maanden op de standplaats is geplaatst;

trekkershut

een gebouw ten behoeve van recreatief verblijf bestaand uit een licht constructie en lichte materialen, niet zijnde een mobiel kampeermiddel of stacaravan;

uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

vaste kampeermiddel

een kampeermiddel die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats staat en die door zijn plaatsing direct of indirect steun vindt in of op de grond, zoals stacaravan of trekkershut;

verblijfsrecreatieterrein

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van mobiele en vaste kampeermiddelen ten behoeve van recreatief dag- en nachtverblijf;

waardevol landschap

een gebied met bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten;

wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

de oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.2

Voor het meten van de inhoud van woningen worden bijgebouwen niet meegerekend.

2.3

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Cultuurlandschap

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch - Cultuurlandschap aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat de uitoefening van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en intensieve veehouderij niet zijn toegestaan;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, ruiter-, fiets- en wandelpaden.

3.2 bouwregels

3.3 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming Recreatie - Verblijf en Groen, ten behoeve van de uitbreiding van de aangrenzende bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatieve voorziening, ter plaatse van de aanduiding Wro-zone-wijzigingsgebied, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. aangetoond dient te worden dat de bestaande capaciteit van het betreffende bedrijf volledig is benut;
  2. b. aangetoond dient te worden dat er markttechnisch gezien behoefte is aan uitbreiding, waarbij de regionale planologische restcapaciteit wordt betrokken;
  3. c. tussen de grens met de bestemming Recreatie - Verblijf en woningen dient een minimale afstand van 50 m in acht te worden genomen;
  4. d. indien sprake is van een nabijgelegen milieubelastende bedrijfsactiviteit mag niet eerder van de wijzigingsbevoegdheid gebruik worden gemaakt dan nadat die bedrijfsactiviteit is beëindigd c.q. aangepast dan wel anderszins een aanvaardbaar leefklimaat wordt gegarandeerd;
  5. e. de te realiseren recreatiewoningen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 6,5 m;
    3. 3. inhoud maximaal 300 m3, inclusief kelder, bijgebouwen en overkappingen;
    4. 4. oppervlakte maximaal 66 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw niet meer dan 75 m2 mag bedragen;
  6. f. de te realiseren bijgebouwen en overkappingen bij de recreatiewoningen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. maximaal één vrijstaand bijgebouw per recreatiewoning;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 3 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 15 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw en overkapping niet meer dan 75 m² mag bedragen;
    4. 4. overkappingen mogen niet worden gebouwd;
    5. 5. onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder bovengrondse gebouwen.
  7. g. de te realiseren stacaravans worden toegestaan dienen deze te voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 60 m2;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 3,5 m, gemeten vanaf de onderkant van de wielen.
  8. h. de te realiseren trekkershutten dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 30 m2;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 4 m.
  9. i. de te realiseren bijgebouwen, inclusief overkappingen, bij stacaravans en trekkershutten dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 9 m2;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 2,5 m.
  10. j. er dient rond het terrein een groenstrook te worden aangebracht ten behoeve van de landschappelijke inpassing;
  11. k. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  12. l. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  13. m. bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór de uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
  14. n. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
  15. o. met betrekking tot wegverkeersgeluid een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd;
  16. p. beschermde planten- en diersoorten niet onevenredig worden geschaad;
  17. q. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

Artikel 4 Bedrijf

4.1 bestemmingsomschrijving

4.2 bouwregels

4.3 afwijken van de gebruiksregels

4.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen:

  1. a. voor het toestaan van een grotere bebouwde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen dan op grond van artikel 4.2.1 onder b mogelijk is, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    1. 1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 26,5% van de bestaande oppervlakte bedrijfsgebouwen;
    2. 2. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    3. 3. de uitbreiding is noodzakelijk voor de agrarische bedrijfsvoering;
    4. 4. parkeren dient volledig op eigen terrein plaats te vinden;
    5. 5. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    6. 6. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  2. b. voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
    2. 2. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.

Artikel 5 Groen

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor groen in de vorm van:

  1. a. houtwallen en houtsingels;
  2. b. afschermende beplanting;
  3. c. voorziening voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 bouwregels

5.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Horeca

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een restaurant;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

6.2 bouwregels

6.3 afwijken van de bouwregels

6.4 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Natuur

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarde;
  2. b. waterlopen en waterpartijen, met een waterbergingscapaciteit van minimaal 150 m3 en maximaal 750 m3;
  3. c. recreatief en educatief medegebruik;
  4. d. ontsluitingsweg ten behoeve van de in artikel 12.1 onder b sub 1 bedoelde bedrijfswoning;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.

7.2 bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter.

7.3 specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  2. b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

7.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Recreatie - Bospark Achterhoek

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Bospark Achterhoek aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van 40 vaste kampeermiddelen, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. de bestaande horeca;
  4. d. dagrecreatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

8.2 bouwregels

8.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 9 Recreatie - Den Möllenhof

9.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Den Möllenhof aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 32 recreatiewoningen zijn toegestaan;
  2. b. maximaal één bedrijfswoning, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. een manege ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  5. e. horeca, ondergeschikt aan de recreatiefunctie als bedoeld onder a en manegefunctie als bedoeld onder d;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

9.2 bouwregels

9.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

9.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'manege' wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een volwaardige horecavoorziening (feesten en partijen) en een permanent multifunctioneel (commercieel) gebruik ten behoeve van sportwedstrijden, beurzen, markten, shows en evenementen.

9.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. het bouwen van maximaal 4 aaneengeschakelde recreatiewoningen onder de voorwaarde dat voor het overige aan de bouwregels voor recreatiewoningen wordt voldaan;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 10 Recreatie - De Voortwisch

10.1 bestemmingsomschrijving

10.2 bouwregels

10.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

10.4 specifieke gebruiksregels

10.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Recreatie - Harmienehoeve

11.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Harmienehoeve aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 570 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

11.2 bouwregels

11.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

11.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 12 Recreatie - Het Wieskamp

12.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Het Wieskamp aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 332 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitbreiding Wieskamp' maximaal 12 stacaravans en andere kampeermiddelen zijn toegestaan;
    2. 2. één vrijstaande recreatiewoning;
    3. 3. het bestaande aantal bedrijfswoningen met daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, waarvan één bedrijfswoning met een kantoorruimte ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is toegestaan, met dien verstande dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  2. b. dagrecreatie;
  3. c. een kegel- en partycentrum;
  4. d. een slechtweeraccommodatie met speelmogelijkheden en een recreatieruimte;
  5. e. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen, speel- en groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

12.2 bouwregels

12.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  1. a. van het bepaalde in artikel 12.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
    2. 2. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
    3. 3. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden;
  2. b. van het bepaalde in artikel 12.2.5 onder c teneinde een grotere oppervlakte van een stacaravan toe te staan tot maximaal 48 m2, mits tussen de bebouwde oppervlakte van de stacaravan en de oppervlakte van de standplaats de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden;
  3. c. van het bepaalde in artikel 12.1 onder a, onder 1 teneinde meer standplaatsen voor stacaravans toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitbreiding Wieskamp' met een maximum van 20 standplaatsen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. de verkeersveiligheid;
    3. 3. de sociale veiligheid;
    4. 4. de milieusituatie; en
    5. 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

12.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 13 Recreatie - Hilgelomeer

13.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Hilgelomeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 52 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie' zijn geen kampeermiddelen toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

13.2 bouwregels

13.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 14 Recreatie - In Den Olden Bongerd

14.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - In den Olden Bongerd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 86 recreatiewoningen zijn toegestaan;
  2. b. dagrecreatie;
  3. c. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

14.2 bouwregels

14.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.2 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

14.4 specifieke gebruiksregels

14.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1onder a ten behoeve van het toestaan van een extra recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de recreatiewoning vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijdraagt aan de kwaliteit van het recreatieterrein;
  2. b. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

Artikel 15 Recreatie - Italiaanse Meren

15.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Italiaanse Meren aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 430 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
    2. 2. maximaal 9 vrijstaande recreatiewoningen;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;
  5. e. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

15.2 bouwregels

15.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

15.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van maximaal 4 aaneengeschakelde recreatiewoningen onder de voorwaarde dat voor het overige aan de bouwregels voor recreatiewoningen wordt voldaan;
  3. c. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 16 Recreatie - Nieuw Beusink

16.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Nieuw Beusink aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 43 recreatiewoningen zijn toegestaan;
  2. b. dagrecreatie;
  3. c. bedrijfsmatige exploitatie van recreatieve nachtverblijven en horeca ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' met maximaal één bedrijfswoning;
  4. d. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

16.2 bouwregels

16.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

16.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1onder a ten behoeve van het toestaan van een extra recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de recreatiewoning vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijdraagt aan de kwaliteit van het recreatieterrein;
  2. b. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

Artikel 17 Recreatie - Renskers

17.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Renskers aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 225 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;
  5. e. een sportveld ter plaatse van de aanduiding 'sport';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde lichtmasten, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

17.2 bouwregels

17.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

17.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van beplanting anders dan lage beplanting.

17.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 18 Recreatie - Rommelgebergte

18.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Rommelgebergte aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat:
    1. 1. binnen de gehele bestemming maximaal 230 recreatiewoningen zijn toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' maximaal 5 geschakelde recreatiewoningen zijn toegestaan;
  2. b. dagrecreatie;
  3. c. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

18.2 bouwregels

18.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2.2 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

18.4 specifieke gebruiksregels

Artikel 19 Recreatie - Sevink Mölle

19.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Sevink Mölle aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 80 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
    2. 2. 18 vrijstaande recreatiewoningen;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. een groepsaccommodatie voor 14-20 personen en daarbij een appartement voor 2 personen;
  5. e. horeca;
  6. f. bedrijfsmatige exploitatie van een overdekte speelhal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - speelhal';
  7. g. de bestaande molen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

19.2 bouwregels

19.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.5 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

19.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van maximaal 4 aaneengeschakelde recreatiewoningen onder de voorwaarde dat voor het overige aan de bouwregels voor recreatiewoningen wordt voldaan.

Artikel 20 Recreatie - Ten Hagen

20.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Ten Hagen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 52 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie' zijn geen kampeermiddelen toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

20.2 bouwregels

20.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 21 Recreatie - Twee Bruggen

21.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Twee Bruggen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat:
      a. binnen de gehele bestemming maximaal 610 vaste kampeermiddelen en/of recreatiewoningen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
      ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' geschakelde appartementen zijn toegestaan;
      b. de bestaande groepsaccommodatie;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

21.2 bouwregels

21.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

21.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 onder a ten behoeve van het bouwen van maximaal 4 aaneengeschakelde recreatiewoningen onder de voorwaarde dat voor het overige aan de bouwregels voor recreatiewoningen wordt voldaan.

Artikel 22 Recreatie - Vaags

22.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Vaags aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. maximaal 11 vaste kampeermiddelen, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
    2. 2. maximaal 13 vrijstaande recreatiewoningen,
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mag 1 extra vrijstaande recreatiewoning worden gebouwd;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

22.2 bouwregels

22.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

22.4 specifieke gebruiksregels

22.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 23 Recreatie - Vreehorst

23.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Vreehorst aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 310 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

23.2 bouwregels

23.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 23.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 24 Recreatie - Wiltershaar

24.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Wiltershaar aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    1. 1. een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 200 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
    2. 2. 15 vrijstaande recreatiewoningen;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  3. c. dagrecreatie;
  4. d. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

24.2 bouwregels

24.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  2. b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  3. c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.

24.4 specifieke gebruiksregels

24.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.1 onder a ten behoeve van:

  1. a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. aantonen markttechnische behoefte;
    2. 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden;
  2. b. het bouwen van maximaal 4 aaneengeschakelde recreatiewoningen onder de voorwaarde dat voor het overige aan de bouwregels voor recreatiewoningen wordt voldaan;
  3. c. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    1. 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    2. 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    3. 3. oppervlakte maximaal 500 m2.

Artikel 25 Waarde - Archeologische Verwachting 1

25.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologische verwachting 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

25.2 bouwregels

25.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden in de grond (in situ) te behouden.

25.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Waarde - Archeologische Verwachting 2

26.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologische verwachting 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

26.2 bouwregels

26.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden in de grond (in situ) te behouden.

26.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Waarde - Archeologische Verwachting 3

27.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologische verwachting 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

27.2 bouwregels

27.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden in de grond (in situ) te behouden.

27.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

27.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Waarde - Archeologische Verwachting 4

28.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologische verwachting 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

28.2 bouwregels

28.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden in de grond (in situ) te behouden.

28.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.5 wijzigingsbevoegdheid

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 29 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 30 Algemene Bouwregels

30.1 bestaande maatvoering

30.2 ondergronds bouwen

Het bouwen van ondergrondse bouwwerken is uitsluitend toegestaan onder bedrijfsgebouwen.

30.3 afstand bijgebouwen tot openbare weg

Artikel 31 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie;
  4. d. een gebruik van gronden voor bar-dancings, nachtclubs en discotheken;
  5. e. een gebruik van recreatiewoningen en vaste en mobiele kampeermiddelen ten behoeve van permanente bewoning, dan wel anders dan voor recreatieve doeleinden.

Artikel 32 Algemene Aanduidingsregels

32.1 EHS

32.2 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

32.3 vrijwaringszone - molenbiotoop meenkmolen

32.4 vrijwaringszone - molenbiotoop sevink mölle

32.5 waardevol landschap

Artikel 33 Algemene Afwijkingsregels

33.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. de regels en worden toegestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  2. b. de regels en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  3. c. de regels en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.

33.2

Afwijking als bedoeld in artikel 32.5.1 is slechts toegestaan, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 34 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
  2. b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 35 Overgangsrecht

35.1 overgangsrecht bouwwerken

35.2 overgangsrecht gebruik

35.3 persoonsgebonden overgangsrecht

Artikel 36 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 maart 2013, nr. III-9

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten