Centrum Wijchen 2013
Beheersverordening - Gemeente Wijchen
Vastgesteld op 01-07-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 beheersverordening
de beheersverordening 'Centrum Wijchen 2013' met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0296.BVCentrumWijchen13-VSG1 en de bijbehorende regels en bijlagen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Wijchen;
1.2 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
Hoofdstuk 2 Gebiedsregels
Artikel 2 Bouw- En Gebruiksregels
2.1 Centrum Wijchen 1993
Ter plaatse van het besluitvlak 'Centrum Wijchen 1993' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 1 regels bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993', met de bijbehorende bijlagen, en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 2 verbeelding bestemmingsplan 'CentrumWijchen 1993' van toepassing.
2.2 Centrum Wijchen 1993, herziening 1
Ter plaatse van het besluitvlak 'Centrum Wijchen 1993, herziening 1' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 3 regels bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993, herziening 1' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 4 verbeelding bestemmingsplan 'CentrumWijchen 1993, herziening 1' van toepassing, met dien verstande dat:
- a. artikel 12B 'Archeologisch waardevol gebied' buiten toepassing wordt verklaard.
2.3 Rabobank
Ter plaatse van het besluitvlak 'Rabobank' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 5regels bestemmingsplan 'Rabobank' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 6verbeelding bestemmingsplan 'Rabobank' van toepassing.
2.4 Herziening hoek Kasteellaan / Mr. van Coothlaan
Ter plaatse van het besluitvlak 'Herziening hoek Kasteellaan / Mr. van Coothlaan' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 7 regels bestemmingsplan 'Herziening hoekKasteellaan / Mr. van Coothlaan' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 8verbeelding bestemmingsplan 'Herziening hoek Kasteellaan / Mr. van Coothlaan' van toepassing.
2.5 De Corderie
Ter plaatse van het besluitvlak 'De Corderie' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 9regels bestemmingsplan 'De Corderie' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 10verbeelding bestemmingsplan 'De Corderie' van toepassing.
2.6 Brandweerkazerne
Ter plaatse van het besluitvlak 'Brandweerkazerne' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 11 regels bestemmingsplan 'Brandweerkazerne' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 12 verbeelding bestemmingsplan 'Brandweerkazerne' van toepassing.
2.7 Tienakker
Ter plaatse van het besluitvlak 'Tienakker' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 13regels uitwerkingsplan 'Tienakker' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 14verbeelding uitwerkingsplan 'Tienakker' van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels En Slotregel
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Wabo - Wro Aanpassingen
- a. Indien in de regels, welke als bijlage bij deze beheersverordening zijn opgenomen, de onderstaande begrippen voorkomen geldt het volgende:
- 1. daar waar 'voorschriften' staat wordt gelezen: 'regels';
- 2. daar waar 'burgemeester en wethouders' staat wordt gelezen: 'bevoegd gezag';
- 3. daar waar 'aanlegvergunning' staat wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden';
- 4. daar waar 'vrijstelling' staat wordt gelezen: 'afwijking';
- b. Uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden, opgenomen in de als bijlage bij deze regels opgenomen regels, vervallen in deze beheersverordening.
Artikel 5 Afwijkingenregeling
5.1 Bestaande bouwwerken
In afwijking van het bepaalde in Artikel 2 van deze beheersverordening geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het volgende:
- a. indien de bestaande maatvoering, afstanden en/of oppervlaktes van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de voorgeschreven minima of maxima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering, afstand of oppervlakte als maximum respectievelijk minimum;
- b. indien de bestaande situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, afwijkt van de in de regels voorgeschreven situering, is ook de bestaande situering toegestaan.
5.2 Bestaand gebruik
In afwijking van het bepaalde in Artikel 2 van deze beheersverordening geldt voor bestaand legaal gebruik, dat afwijkt van hetgeen in artikel 2 is geregeld, het volgende:
- a. de in het plangebied gelegen gronden en bestaande legale bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande legale gebruik.
Artikel 6 Overgangsrecht
De onderstaande regels vervangen het overgangsrecht voorzover opgenomen in de bestemmingsplannen in Artikel 2:
6.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
6.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.1 met maximaal 10 %.
6.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 6.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat bestemmingsplan.
6.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
6.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met die beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
6.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
6.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 6.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordeningCentrum Wijchen 2013.
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Regels Bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993'
Bijlage 2 Verbeelding Bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993'
Bijlage 3 Regels Bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993, Herziening 1'
Bijlage 4 Verbeelding Bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993, Herziening 1'
Bijlage 5 Regels Bestemmingsplan 'Rabobank'
Bijlage 6 Verbeelding Bestemmingsplan 'Rabobank'
Bijlage 7 Regels Bestemmingsplan 'Herziening Hoek Kasteellaan / Mr. Van Coothlaan'
Bijlage 8 Verbeelding Bestemmingsplan 'Herziening Hoek Kasteellaan / Mr. Van Coothlaan'
Bijlage 9 Regels Bestemmingsplan 'De Corderie'
Bijlage 10 Verbeelding Bestemmingsplan 'De Corderie'
Bijlage 11 Regels Bestemmingsplan 'Brandweerkazerne'
Bijlage 12 Verbeelding Bestemmingsplan 'Brandweerkazerne'
Bijlage 13 Regels Uitwerkingsplan 'Tienakker'
Bijlage 14 Verbeelding Uitwerkingsplan 'Tienakker'
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de gemeente Wijchen bezig haar bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 te actualiseren. Deze actualisering houdt in dat de gemeente het hele grondgebied moet voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, deze plannen mogen niet langer dan 10 jaar geleden zijn vastgesteld.
De vigerende bestemmingsplannen voor het centrumgebied zijn bijna allemaal ouder dan 10 jaar, waardoor voor het plangebied geldt dat er voor 1 juli 2013 een nieuw bestemmingsplan of beheersverordening moet worden vastgesteld. Indien de gemeente dit nalaat, vervalt het recht om voor aanvragen om omgevingsvergunning leges te vragen.
Voor het centrumgebied is een nieuw bestemmingsplan in procedure, maar dit is nog niet vastgesteld. Om te voorkomen dat in de tussentijd geen leges kunnen worden geheven is ervoor gekozen om voor het centrumgebied een beheersverordening vast te stellen. In deze beheersverordening wordt de regeling uit de vigerende plannen overgenomen en van toepassing verklaard.
De beheersverordening zal op korte termijn worden overschreven door het in procedure zijnde bestemmingsplan 'Centrum Wijchen', waarin ook ontwikkellocaties planologisch en juridisch worden verwerkt.
Een verdere toelichting op de keuze voor en het instrument 'beheersverordening' is opgenomen in paragraaf 2.2. Hierin wordt tevens het type beheersverordening dat voor het plangebied is gekozen toegelicht.
1.2 Ligging Verordeningsgebied
Voorliggende beheersverordening heeft betrekking op het centrumgebied van Wijchen, op de onderstaande afbeelding is het plangebied weergegeven.
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
Voor dit gebied gelden de volgende bestemmingsplannen of (kleine) delen van deze bestemmingsplannen:
Centrum Wijchen 1993 | 30 juni 1994 | 18 januari 1995 |
Rabobank Wijchen/ Beuningen | 3 juli 1997 | 20 januari 1998 |
Tienakker | 9 februari 1999 | 5 mei 1999 |
Herziening hoek Kasteellaan/ Mr. van Coothlaan | 2 maart 2000 | 2 mei 2000 |
Centrum Wijchen 1993, herziening 1 | 2 maart 2000 | 26 september 2000 |
De Corderie | 25 april 2002 | 27 juni 2002 |
Brandweerkazerne | 29 januari 2004 | 15 juni 2004 |
De regels van deze vigerende bestemmingsplannen worden van toepassing verklaard in deze beheersverordening, zie ook Hoofdstuk 2.
Tevens is een aantal vrijstellingen verleend in afwijking van de bestemmingsplannen. Al deze vrijstellingen worden in deze beheersverordening positief bestemd.
1.4 Leeswijzer
De toelichting bij de verordening is als volgt opgebouwd:
- Hoofdstuk 2 bestaat uit de uitgangspunten van de beheersverordening en een uitleg van de regeling die bij de verordening hoort;
- Hoofdstuk 3 bevat een samenvatting van de relevante beleidsstukken en hierin is beoordeeld in hoeverre de uitgangspunten van deze verordening in dit beleid passen;
- Hoofdstuk 4 is gewijd aan de relevante milieuaspecten.
Hoofdstuk 2 Juridische Toelichting
2.1 Inleiding
Voorliggend hoofdstuk licht de keuze voor het instrument beheersverordening toe en bevat een toelichting bij de planologische regeling.
2.2 Beheersverordening
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Net als het bestemmingsplan vormt een beheersverordening het kader waaraan bouwaanvragen worden getoetst en de basis waarop de gemeente handhavend kan optreden. Dit indien er sprake is van handeling in strijd met bepalingen uit de verordening (bijvoorbeeld illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing).
Zoals aangegeven is de gemeente Wijchen gehouden aan de actualiseringsplicht van bestemmingsplannen op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro). Deze actualiseringsplicht zorgt ervoor dat de gemeente het hele grondgebied moet voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen. Dit betekent dat deze plannen niet langer dan 10 jaar geleden mogen zijn vastgesteld. Voor het plangebied geldt, op grond van het overgangsrecht Invoeringswet Wro, dat er voor 1 juli 2013 een nieuw bestemmingsplan of beheersverordening moet worden vastgesteld. Indien de gemeente dit nalaat, vervalt op grond van de Wro het recht om voor aanvragen om omgevingsvergunning leges te vragen.
De beheersverordening dient het beheer van het gebied 'overeenkomstig het bestaand gebruik' te regelen (artikel 3.38 Wro). In de vakliteratuur is men het er over eens dat het bestaand gebruik op tweeërlei wijzen mag worden geïnterpreteerd:
- het feitelijk bestaand gebruik, óf
- het gebruik conform de vigerende regeling.
In casu is het overnemen van de vigerende planregelingen het enige raadzame, daar het vastleggen van uitsluitend het feitelijk gebruik van een centrumgebied ertoe leidt dat de huidige en gewenste planologische en juridische flexibiliteit zou vervallen.
Gebleken is dat het huidige planologische kader nog voldoende actueel is. Daarom is ervoor gekozen om uit te gaan van de huidige planologische mogelijkheden. Binnen de vigerende regeling worden geen ongewenste ontwikkelingen mogelijk gemaakt, waardoor de huidige bestemmingsplannen als basis voor deze verordening kunnen dienen.
Deze beheersverordening zal op korte termijn worden overschreven door het in procedure zijnde bestemmingsplan 'Centrum Wijchen', en daarmee grotendeels komen te vervallen.
2.3 Toelichting Regeling
Het uitgangspunt voor de regeling in deze beheersverordening zijn de vigerende bestemmingsplannen binnen het plangebied. Voor deze bestemmingsplannen zijn op de verbeelding diverse besluitvlakken opgenomen. Met deze besluitvlakken wordt een koppeling gelegd tussen de beheersverordening en de onderliggende regels en verbeelding van het vigerende bestemmingsplan, welke als bijlage bij de regels zijn opgenomen.
Uitsnede verbeelding beheersverordening
Voor het overgrote deel van het plangebied is het bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993' vigerend. Dit bestemmingsplan is herzien in 2000 middels een algehele herziening. Voor de gronden binnen dit plan geldt net als voorheen dat deze plannen in combinatie met elkaar gelezen dienen te worden, voorzover de herziening wijzigingen heeft aangebracht in het onderliggende bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993'.
Bij het klikken op de verbeelding voor een perceel zal aangegeven worden welk besluitvlak hiervoor geldt, bijvoorbeeld besluitvlak 'Brandweerkazerne'.
Indien hierop wordt geklikt, wordt een link gelegd naar artikel 2, in dit geval specifiek artikel 2.6.
In dit artikel is opgenomen dat:
Ter plaatse van het besluitvlak 'Brandweerkazerne' zijn de regels zoals opgenomen in Bijlage 11 regels bestemmingsplan 'Brandweerkazerne' en de verbeelding zoals opgenomen in Bijlage 12 verbeelding bestemmingsplan 'Brandweerkazerne' van toepassing.
Deze verbeelding en regels zijn (digitaal) raadpleegbaar als bijlage bij de regels, en vormen het toetsingskader voor zowel bouwen als gebruik. Inhoudelijk blijft door de verwijzing naar het voorheen vigerende bestemmingsplan dezelfde regeling als voorheen in stand.
De regels uit de onderliggende bestemmingsplannen worden wel aangepast aan de nadien ingevoerde Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zo is bijvoorbeeld een vrijstelling onder de Wabo een binnenplanse afwijking geworden. (zie artikel 4)
Daarnaast zijn uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden geschrapt uit de plannen, aangezien deze niet in een beheersverordening kunnen worden opgenomen.
Voorzover op percelen (buitenplans) vrijstellingen zijn verleend geldt dat deze bestaande bouwwerken, of dit bestaande legale gebruik, positief worden bestemd in deze beheersverordening door middel van de regeling in artikel 5.
Hoofdstuk 3 Beleid
3.1 Inleiding
In het kader van voorliggende beheersverordening is getoetst welk rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid relevant is. Gelet op de uitgangspunten van de beheersverordening – de voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden – is enkel het beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben bekeken. Omdat de beheersverordening betrekking heeft op het beheer van de bestaande situaties, is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. Geconcludeerd kan worden dat hetgeen is vastgelegd in het beleid, geen belemmeringen oplevert voor voorliggende beheersverordening.
3.2 Rijksbeleid
Er is geen rijksbeleid van toepassing op deze beheersverordening.
3.3 Provinciaal Beleid
3.3.1 Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG)
Op basis van de Wro kunnen door middel van een provinciale verordening regels gesteld worden omtrent de inhoud en de toelichting van bestemmingsplannen en beheersverordeningen, voor zover provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Provinciale Staten van Gelderland hebben op 15 december 2010 de RVG vastgesteld. Op 19 december 2012 is de meest recente geconsolideerde versie beschikbaar gemaakt.
De volgende thema's zijn op het plangebied van toepassing:
- Verstedelijking;
- Molenbiotoop;
Verstedelijking
Op basis van de RVG mag verstelijking alleen plaatsvinden binnen bestaand bebouwd gebied, waarvan de contouren op kaart zijn vastgelegd. Buiten deze contouren is stedelijke ontwikkeling slechts onder strikte voorwaarden toegestaan.
Omdat de beheersverordening geen nieuwe planologische ruimte biedt in vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen is er geen sprake van strijdigheid met het onderdeel verstedelijking zoals opgenomen in de RVG.
Molenbiotoop
Binnen het plangebied is de 'De Oude Molen' gelegen, een ronde stenen beltmolen. De molen is gebouwd bovenop een natuurlijke heuvel 'De Molenberg' midden in het dorp.
In artikel 22 van de RVG is opgenomen dat in bestemmingsplannen die betrekking hebben op gronden gelegen binnen een molenbiotoop geen nieuwe bebouwing danwel beplanting is toegestaan, tenzij in de toelichting bij het bestemmingsplan wordt aangetoond dat het functioneren van de molen door middel van windvang niet wordt beperkt. Hierbij is het begrip 'molenbiotoop' gedefinieerd als 'de omgeving van een molen gelegen binnen een straal van 400 m, gerekend vanaf het middelpunt van de molen'.
In het bestemmingsplan 'Centrum Wijchen 1993, herziening 1' is in artikel 12A een beschermende regeling opgenomen voor de molenbiotoop, waarin aangesloten is bij de algemeen gangbare molenbiotoopformule (www.molenbiotoop.nl), die voorheen opgenomen was in de inmiddels ingetrokken Gelderse Molenverordening.
Omdat er op basis van dit bestemmingsplan geen uitbreiding plaatsvindt van de planologische mogelijkheden voor bouwen, heeft dit bestemmingsplan geen extra invloed op de molenbiotoop in vergelijking met de bestaande planologische situatie.
3.4 Gemeentelijk Beleid
Omdat de beheersverordening voorziet in het vastleggen van de bestaande planologische situatie middels het van toepassing verklaren van de vigerende bestemmingsplannen is er geen relevant gemeentelijk beleid van toepassing op deze beheersverordening.
Hoofdstuk 4 Milieu
Vergelijkbaar met hoofdstuk 3 (beleid) is in het kader van voorliggende beheersverordening getoetst welke milieuaspecten relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van de beheersverordening – de voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden – zijn enkel milieuaspecten welke consequenties voor de beheersverordening hebben bekeken. Geconcludeerd kan worden dat er vanuit milieukundig oogpunt geen belemmeringen bestaan tegen voorliggende beheersverordening.
4.1 Archeologie
In archeologisch opzicht is Wijchen een rijke gemeente. Met de vaststelling op 7 september 2000 van het Beleidskader Archeologie Wijchen heeft de gemeenteraad vastgelegd, dat met de archeologische waarden in de bodem op een weloverwogen manier zal worden omgegaan. Het gemeentelijk beleid is er op gericht de archeologische (en cultuurhistorische) waarden tijdig in te brengen in het ruimtelijk planproces. Er moet niet alleen rekening worden gehouden met vastgestelde archeologische waarden, maar ook met archeologische verwachtingswaarden.
Sinds 2002 heeft de gemeente Wijchen een eigen archeologische waarden- en verwachtingenkaart. In 2008 is deze kaart geactualiseerd. Deze kaart is de onderlegger voor het archeologiebeleid van de gemeente Wijchen en vormt het toetsingsinstrument voor archeologie bij ruimtelijke ontwikkelingen, bouwplannen en andere bodemverstoringen. Hieronder is een uitsnede van de Archeologische beleidskaart opgenomen ter hoogte van het plangebied:
Het hele plangebied is aangewezen als een gebied met een 'hoge archeologische verwachting' of als 'AMK-terrein, beschermd met aandachtszone van 50 m' (Kasteel Wijchen e.o. en Tienakker). Het deel van het plangebied ten zuiden van de lijn Oud-Ravensteinseweg – Touwslagersbaan – Markt – Oosterweg en rond de Molenberg en het Martensterrein is tevens aangeduid als 'gemeentelijke vindplaatsen en woongronden (waardegebied)'.
Bescherming van archeologische waarden is op dit moment juridisch geregeld via de Erfgoedverordening Wijchen, waarin regels zijn opgenomen gekoppeld aan de verwachtingswaarde van een gebied.
In deze beheersverordening worden geen regels m.b.t. het aspect archeologie opgenomen, zodat de Erfgoedverordening van toepassing blijft op het plangebied.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid En Procedure
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
In voorliggend bestemmingsplan wordt de bestaande, reeds vigerende, situatie vastgelegd. Voor de wettelijk verplichte actualisatie van de bestemmingsplannen zijn middelen in de gemeentelijke begroting opgenomen, hierdoor is de economische uitvoerbaarheid van het plan verzekerd.
5.2 Procedure
In tegenstelling tot een bestemmingsplan hoeft een beheersverordening geen zienswijzeprocedure te doorlopen op grond van het bepaalde in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, en is het niet noodzakelijk om de beheersverordening aan te bieden aan het waterschap of de provincie voor vooroverleg.
De beheersverordening wordt direct vastgesteld door de gemeenteraad.