Gameren, Schoolstraat-Oost
Bestemmingsplan - Gemeente Zaltbommel
Onherroepelijk op 11-01-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Gameren, Schoolstraat-Oost van de gemeente Zaltbommel;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0297.GMRBP20120001-OH01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
1.3 aangebouwde bijmassa
een gebouw, dat aan het hoofdgebouw is gebouwd en dat naar aard en indeling is bedoeld voor uitbreiding van en/of aanvulling op de woonfuncties van het hoofdgebouw tenzij in de regels anders is bepaald.
1.4 aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend.
1.5 aan huis verbonden beroep
het in een woning met bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie van de betreffende woning.
1.6 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels eisen worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 achtergevel
een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde gevel van een hoofdmassa.
1.9 achtergrens bouwvlak
een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde grens van het bouwvlak.
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.14 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.16 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.17 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.18 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.19 bouwwijze
de wijze van bouwen van een hoofdmassa, te weten vrijstaand, twee-aaneen of aaneengebouwd, waarbij:
- onder 'vrijstaand' wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdmassa's tenzij in de regels anders is bepaald;
- onder 'twee-aaneen' wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdmassa is begrensd;
- onder 'aaneengebouwd' wordt verstaan dat de hoofdmassa deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdmassa's die naar twee zijden door scheidsmuren van naastgelegen hoofdmassa's zijn begrensd, met uitzondering van de hoofdmassa's die de aldus gevormde rij beëindigen.
1.20 dak
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk.
1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.22 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.23 gevellijn
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde lijn waarin de gevel of gevels van de hoofdmassa dient te worden gebouw of waarachter de gevel of gevels van een hoofdmassa dient te worden gebouwd.
1.24 hobbymatig agrarisch gebruik
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren (niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij) op niet bedrijfsmatige wijze en waarbij geen bestrijdingsmiddelen worden toegepast.
1.25 hoofdmassa
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.26 infiltratie
een fijnmazige structuur voor waterinfiltratie.
1.27 kap
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een hellingshoek van tenminste 35° en ten hoogste 60°.
1.28 levensloopbestendige woning
woning die voorziet in de primaire voorzieningen op de begane grond.
1.29 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.30 open erf
het onbebouwde deel van een bouwperceel na realisering van de bestemming.
1.31 overkapping
een voor mensen toegankelijke, overdekte en met maximaal 2 wanden - die al dan niet deel uitmaken van de constructie - omsloten ruimte. De overkapping wordt aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.32 parkeervoorziening
stallinggelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer met uitzondering van garages.
1.33 perceelsgrens
de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
1.34 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.35 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.36 verdiepingen
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag.
1.37 voorgevel
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde gevel of gevels van een hoofdmassa.
1.38 voorzieningen van openbaar nut
voorziening ten behoeve van het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.39 vrijstaande bijmassa
een niet voor bewoning bestemd voor nachtverblijf bestemd gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarbij het bijgebouw vrijstaand wordt uitgevoerd.
1.40 vrij beroep
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, medisch, paramedisch, sociaal-wetenschappelijk, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied.
1.41 wettelijke regelingen
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.
1.42 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.2 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 het bebouwingspercentage
een in de regels aangegeven percentage van de gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
2.4 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde (van gevels, en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 lengte, breedte en diepte bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren).
2.9 peil
- a. voor gebouwen, waarvan de de hoofdtoegang aan een weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschappelijke Waarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - landschappelijke waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke waarde, conform het mitigatieplan (bijlage 1);
- b. hobbymatig agrarisch gebruik;
- c. extensieve dagrecreatie;
- d. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
- e. met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en andere werken.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- b. de landschappelijke waarden.
3.4 Omgevingsvergunning
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. beplantingen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. sport- en speelvoorzieningen;
- e. beeldende kunstwerken;
- f. water;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging', tevens voor infiltratie en waterberging, waaronder wadi's en infiltratiegebieden, met een minimale oppervlakte van 2.940 m²;
- h. nutsvoorzieningen;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 Doeleindenomschrijving
De als Maatschappelijk op de verbeelding aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen ten behoeve van religieuze, medische, sociale of culturele activiteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' voor een pastoriewoning;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging', tevens voor waterberging met een minimale oppervlakte van 820 m²;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, (fiets)paden e.d..
5.2 Bouwregels
5.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming maatschappelijk ter plaatse van de aanduiding 'wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming Woongebied - 1 met dien verstande dat de bepalingen van de bestemming Woongebied - 1 van overeenkomstige toepassing zijn na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid.
Artikel 6 Verkeer-verblijfsgebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, voet- en fietspaden, met bermen;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. afwateringsdoeleinden;
- e. buis- en kabelverbindingen voor de waterhuishouding, riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden;
- f. straatmeubilair, waaronder mede begrepen zijn voorzieningen ten behoeve van ondergrondse afvalcontainers;
- g. voorzieningen voor waterzuivering, infiltratie en waterberging, waaronder infiltratiegebieden en retentievoorzieningen;
- h. water en bijbehorende voorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. speelveldjes en speelvoorzieningen;
- k. voortuinen;
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
- b. een a-watergang, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - a-watergang';
- c. watergangen;
- d. taluds en natuurvriendelijke oevers;
- e. voorzieningen, zoals kunstwerken en andere waterstaatwerken, voor waterafvoer en waterberging;
met de bijbehorende voorzieningen zoals duikers, bermen, beschoeiingen en paden.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Woongebied - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Woongebied - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen met de bijbehorende voorzieningen;
- b. tuinen;
- c. erven,
- d. groenvoorziening;
- e. (gemeenschappelijke) parkeervoorzieningen;
- f. trottoirs;
- g. paden;
- h. ontsluitingswegen;
- i. water met bijbehorende voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep op de in lid 8.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 8.5, niet meer bedragen dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m².
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 8.1, ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de gebouwen op het betreffende bouwperceel, mits:
- a. het geen horeca of detailhandel betreft, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m²;
- c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- d. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
- 1. het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
- 2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten op het open erf en/of in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
- e. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.
Artikel 9 Woongebied - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Woongebied - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen met de bijbehorende voorzieningen;
- b. tuinen;
- c. erven;
- d. groenvoorziening;
- e. (gemeenschappelijke) parkeervoorzieningen;
- f. trottoirs;
- g. paden;
- h. ontsluitingswegen;
- i. water met bijbehorende voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Specifieke gebruiksregels
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep op de in lid 9.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 9.5, niet meer bedragen dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m².
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 9.1, ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de gebouwen op het betreffende bouwperceel, mits:
- a. het geen horeca of detailhandel betreft, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m²;
- c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- d. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
- 1. het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
- 2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten op het open erf en/of in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
- e. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.
Artikel 10 Woongebied - 3
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen met de bijbehorende voorzieningen;
- b. tuinen;
- c. erven;
- d. groenvoorziening;
- e. (gemeenschappelijke) parkeervoorzieningen;
- f. trottoirs;
- g. paden;
- h. ontsluitingswegen;
- i. water met bijbehorende voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.4 Specifieke gebruiksregels
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep op de in lid 10.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 10.5, niet meer bedragen dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m².
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 10.1, ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de gebouwen op het betreffende bouwperceel, mits:
- a. het geen horeca of detailhandel betreft, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m²;
- c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- d. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
- 1. het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
- 2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten op het open erf en/of in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
- e. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Bouwregels
12.1 Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan onder de bebouwing in het bouwvlak;
- b. de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil.
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken, voor zover niet reeds op grond van een andere regels van dit bestemmingsplan met een omgevingsvergunning is afgeweken, van de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits hierdoor geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
14.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 14.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 14.1 met maximaal 10%.
14.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
14.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 14.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
14.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 14.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
14.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 14.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanGameren, Schoolstraat-Oost.
Bijlage 1 Bodemonderzoek
Bijlage 2 Quickscan Natuur
Bijlage 3 Milieuhinderonderzoek
Bijlage 3 Milieuhinderonderzoek
Bijlage 4 Historisch Explosievenonderzoek
Bijlage 4 Historisch explosievenonderzoek
Bijlage 5 Archeologie
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek
Bijlage 7 Luchtkwaliteit
Bijlage 8 Waterhuishoudkundig Plan
Bijlage 8 Waterhuishoudkundig plan