Zuilichem, Dijkzicht-Zuid
Bestemmingsplan - Gemeente Zaltbommel
Vastgesteld op 08-12-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Zuilichem, Dijkzicht-Zuid van de gemeente Zaltbommel.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0297.ZLMBP20100008-VS01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
1.3 aangebouwde bijmassa:
een gebouw, dat aan het hoofdgebouw is gebouwd en dat naar aard en indeling is bedoeld voor uitbreiding van en/of aanvulling op de woonfuncties van het hoofdgebouw tenzij in de regels anders is bepaald.
1.4 aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend.
1.5 aan huis verbonden beroep:
het in een woning met bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie van de betreffende woning.
1.6 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels eisen worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 achtergevel
een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde gevel van een hoofdmassa.
1.9 achtergrens bouwvlak:
een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde grens van het bouwvlak.
1.10 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.14 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.16 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.17 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.18 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.19 bouwwijze:
de wijze van bouwen van een hoofdmassa, te weten vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd of gestapeld, waarbij:
- onder 'vrijstaand' wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdmassa's tenzij in de regels anders is bepaald;
- onder 'twee-aaneen' wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdmassa is begrensd;
- onder 'aaneengebouwd' wordt verstaan dat de hoofdmassa deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdmassa's die naar twee zijden door scheidsmuren van naastgelegen hoofdmassa's zijn begrensd, met uitzondering van de hoofdmassa's die de aldus gevormde rij beëindigen;
- onder 'gestapeld' wordt verstaan een hoofdmassa van een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een hoofdmassa van een andere woning is gelegen.
1.20 dak:
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk.
1.21 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.22 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.23 gevellijn
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde lijn waarin de gevel of gevels van de hoofdmassa dient te worden gebouw of waarachter de gevel of gevels van een hoofdmassa dient te worden gebouwd.
1.24 hoofdmassa:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.25 infiltratie:
een fijnmazige structuur voor waterinfiltratie met een zuiverende werking:
1.26 kap:
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een hellingshoek van tenminste 35° en ten hoogste 60°.
1.27 open erf:
het onbebouwde deel van een bouwperceel na realisering van de bestemming.
1.28 overkapping:
een voor mensen toegankelijke, overdekte en met maximaal 2 wanden - die al dan niet deel uitmaken van de constructie - omsloten ruimte. De overkapping wordt aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.29 parkeervoorziening:
stallinggelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer met uitzondering van garages.
1.30 perceelsgrens
de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
1.31 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.32 seksinrichting:
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.33 verdiepingen:
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag.
1.34 voorgevel:
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde gevel of gevels van een hoofdmassa.
1.35 voorzieningen van openbaar nut:
voorziening ten behoeve van het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.36 vrijstaande bijmassa:
een niet voor bewoning bestemd voor nachtverblijf bestemd gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarbij het bijgebouw vrijstaand wordt uitgevoerd.
1.37 vrij beroep:
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, medisch, paramedisch, sociaal-wetenschappelijk, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied.
1.38 wettelijke regelingen:
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.
1.39 woning:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.2 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 het bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage van de gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde (van gevels, en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 lengte, breedte en diepte bouwwerk:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren).
2.9 peil:
- a. voor gebouwen, waarvan de de hoofdtoegang aan een weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voetpaden;
- c. voorzieningen voor hemelwater;
- d. nutsvoorzieningen;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, voet- en fietspaden, met bermen;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. afwateringsdoeleinden;
- e. buis- en kabelverbindingen voor de waterhuishouding, riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden;
- f. straatmeubilair, waaronder mede begrepen zijn voorzieningen ten behoeve van ondergrondse afvalcontainers;
- g. voorzieningen voor waterzuivering, infiltratie en waterberging, waaronder infiltratiegebieden en retentievoorzieningen;
- h. water en bijbehorende voorzieningen;
- i. speelveldjes en speelvoorzieningen,
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een A-watergang, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - A-watergang';
- b. watergangen;
- c. en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
- d. voorzieningen voor waterberging;
- e. voorzieningen voor waterberging met een minimale inhoud van 380 m3,gelegen in het agrarisch gebied ten oosten van het woongebied;
met de bijbehorende voorzieningen zoals duikers, bermen, beschoeiingen en paden.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Woongebied - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen met de bijbehorende voorzieningen, tuinen, erven, groenvoorziening, (gemeenschappelijke) parkeervoorzieningen, paden e.d., water en bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Specifieke gebruiksregels
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep op de in lid 6.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 6.5, niet meer bedragen dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m2.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 6.4, ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de gebouwen op het betreffende bouwperceel, mits:
- a. het geen horeca of detailhandel betreft, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m2;
- c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- d. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
- 1. het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
- 2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten op het open erf en/of in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
- e. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.
Artikel 7 Woongebied - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen met de bijbehorende voorzieningen, tuinen, erven, groenvoorziening, (gemeenschappelijke) parkeervoorzieningen, paden, ontsluitingswegen e.d., water en bijbehorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Specifieke gebruiksregels
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep op de in lid 7.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 7.5, niet meer bedragen dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m2.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 7.4, ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de gebouwen op het betreffende bouwperceel, mits:
- a. het geen horeca of detailhandel betreft, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m2;
- c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- d. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
- 1. het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
- 2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten op het open erf en/of in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
- e. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.
Artikel 8 Waterstaat - Beheerszone
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beheerszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en het onderhoud van de watergang.
8.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming met een hoogte van maximaal 1 meter zijn toegestaan.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 8.2 om het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen toe te staan, mits hiertegen met het oog op de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat; Voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.
Artikel 9 Waterstaat - Waterbergingsgebied
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterberging waarbij geldt dat voor de gronden, gelegen in het agrarisch gebied ten oosten van het woongebied, retentievoorzieningen met een minimale inhoud van 380 m3 moeten worden aangelegd.
9.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming met een hoogte van maximaal 1 meter zijn toegestaan.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 9.2 om het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen toe te staan, mits hiertegen met het oog op de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat; Voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken, voor zover niet reeds op grond van een andere regels van dit bestemmingsplan met een omgevingsvergunning is afgeweken, van de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits hierdoor geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
12.2 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 12.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 12.1 met maximaal 10%.
12.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 12.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
12.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 12.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
12.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 12.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
12.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 12.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Zuilichem, Dijkzicht-Zuid.
Bijlage 1 Beeldkwaliteitseisen Openbare Ruimte
Bijlage 1 Beeldkwaliteitseisen openbare ruimte
Bijlage 2 Archeologisch Vooronderzoek Nov. '08
Bijlage 2 Archeologisch vooronderzoek nov. '08
Bijlage 3 Archeologie Programma Van Eisen Feb.'09
Bijlage 3 Archeologie Programma van Eisen feb.'09
Bijlage 4 Archeologisch Proefsleuvenonderzoek Juni '09
Bijlage 4 Archeologisch proefsleuvenonderzoek juni '09
Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek Maart '09
Bijlage 5 Verkennend bodemonderzoek maart '09
Bijlage 6 Nader Bodemonderzoek Juni '10
Bijlage 6 Nader bodemonderzoek juni '10
Bijlage 7 Bodemonderzoek Aug. '10 (Risicotoolbox)
Bijlage 7 Bodemonderzoek aug. '10 (risicotoolbox)
Bijlage 8 Verkennend Bodemonderzoek Bestrijdingsmiddelen Juli '11
Bijlage 8 Verkennend bodemonderzoek bestrijdingsmiddelen juli '11
Bijlage 9 Waterhuishoudkundig Plan Aug. '11
Bijlage 9 Waterhuishoudkundig plan aug. '11
Bijlage 10 Natuurtoets Feb. '09
Bijlage 10 Natuurtoets feb. '09
Bijlage 11 Onderzoek Rugstreeppad Mei '09
Bijlage 11 Onderzoek Rugstreeppad mei '09
Bijlage 12 Verkeerskundig Advies Jan. '11
Bijlage 12 Verkeerskundig advies jan. '11
Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek Okt. '10
Bijlage 13 Akoestisch onderzoek okt. '10
Bijlage 14 Akoestisch Onderzoek Bedrijven Juni '11
Bijlage 14 Akoestisch onderzoek bedrijven juni '11
Bijlage 15 Eindverslag Overleg Instanties
Bijlage 15 Eindverslag overleg instanties
Bijlage 16 Eindverslag Inspraak
Bijlage 16 Eindverslag inspraak
Bijlage 17 Overzichtstekening Retentie Buiten Het Plan
Bijlage 17 Overzichtstekening retentie buiten het plan
Bijlage 18 Raadsbesluit
Bijlage 19 Nader Bodemonderzoek Nieuwstraat 19, Dec. '07
Bijlage 19 Nader bodemonderzoek Nieuwstraat 19, dec. '07