KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Bedrijf - Afvalverwerking
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening 1
Artikel 8 Bedrijf - Nutsvoorziening 2
Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening 3
Artikel 10 Bedrijf - Nutsvoorziening 4
Artikel 11 Bos
Artikel 12 Cultuur En Ontspanning
Artikel 13 Detailhandel
Artikel 14 Detailhandel - Tuincentrum
Artikel 15 Groen
Artikel 16 Horeca
Artikel 17 Kantoor
Artikel 18 Maatschappelijk
Artikel 19 Natuur
Artikel 20 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 22 Sport - Manege
Artikel 23 Tuin
Artikel 24 Verkeer
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
Artikel 26 Water
Artikel 27 Wonen - 1
Artikel 28 Wonen - Landgoed 1
Artikel 29 Wonen - Landgoed 2
Artikel 30 Wonen - Woonwagenstandplaats
Artikel 31 Leiding - Gas
Artikel 32 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 33 Leiding - Riool
Artikel 34 Waarde - Archeologie Hoge Verwachting
Artikel 35 Waarde - Archeologie Middelmatige Verwachting
Artikel 36 Waarde - Archeologie Vastgesteld
Artikel 37 Waarde - Archeologie Oppervlaktewater
Artikel 38 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 39 Waarde - Natuur En Landschap
Artikel 40 Waarde - Waardevol Open Gebied
Artikel 41 Waterstaat - Waterkering
Artikel 42 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 43 Anti-dubbeltelregel
Artikel 44 Algemene Bouwregels
Artikel 45 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 46 Algemene Gebruiksregels
Artikel 47 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 48 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 49 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 50 Overgangsrecht
Artikel 51 Slotregel

buitengebied Zevenaar Noord 2018

Bestemmingsplan - Gemeente Zevenaar

Vastgesteld op 10-06-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Regels

Bijlage Bij Toelichting

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Zevenaar Noord 2018' met identificatienummer NL.IMRO.0299.BP00BUITENGNOORD-VA01 van de gemeente Zevenaar.

1.2 Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels van dit plan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 Agrarisch

Het (bedrijfsmatig) telen van gewassen en/of het houden van dieren.

1.5 Agrarisch bedrijf

een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.

1.6 Agrarisch hulpbedrijf

een niet-industrieel bedrijf gericht op levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven waaronder begrepen de stalling van agrarisch materieel en de opslag van agrarische producten, waaronder (zelfstandige) kantoren niet begrepen.

1.7 Agrarisch verwant

bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;

Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenasiels, groencomposteringsbedrijven, hoveniersbedrijven, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven.

1.8 Archeologische verwachtingswaarde

de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op de aanwezigheid van archeologische relicten

1.9 Archeologische waarde

De aan een gebied toegekende waarde in verband met het voorkomen van archeologische relicten.

1.10 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 Bebouwingspercentage

de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, het bestemmingsvlak of bouwperceel, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.

1.12 Bed & breakfast

een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte overnachtingsaccommodatie voor het tegen betaling bieden van kortstondig verblijf en ontbijt aan huis, zonder kookgelegenheid. Een bed en breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de bewoner van het betreffende huis en bevat geen openbare eetgelegenheid.

1.13 Bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.14 Bedrijfsgebouw

een gebouw, of gedeelte hiervan, en/of overkapping dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten, inclusief opslag en stallen van bedrijfswagens en goederen.

1.15 Bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is, tevens bedoeld voor diegene(n) die gedurende ten minste 20 jaar als agrarisch ondernemer op het bedrijf woonachtig en werkzaam is (zijn) geweest en die na beëindiging van zijn/haar/hun ondernemerschap op de bedrijfslocatie wil(len) blijven wonen.

1.16 Bedrijf aan huis

door de bewoner van de betreffende woning bedrijfsmatig verlenen van diensten, dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, die niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingsplichtig is en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten door de bewoner en maximaal één administratief ondersteunend personeelslid met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.17 Beroep aan huis

door de bewoner van de betreffende woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, cosmetisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang door de bewoner van de betreffende woning en daarbij behorende bijgebouwen en maximaal één administratief ondersteunend personeelslid met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.18 Bestaand

bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan rechtmatig aanwezig, in uitvoering of rechtens vergund;

bij gebruik: het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan rechtmatig aanwezig of rechtens vergund is;

afstand: de afstand zoals die is het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

1.19 Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.20 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.21 Bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een oorspronkelijk hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend oorspronkelijk hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak. Onder dit begrip vallen aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.

1.22 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een standplaats.

1.23 Bouwgrens

de grens van een bouwvlak

1.24 Bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen (hoogteverschil per vloer of balklaag maximaal 1,5 m) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag.

1.25 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.26 Bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.27 Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten.

1.28 Bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect duurzaam met de aarde is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.29 Brancheverwante artikelen

artikelen die op één of andere wijze gerelateerd zijn aan het basisassortiment.

1.30 Bruto vloeroppervlak

de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw, met uitzondering van een parkeergarage.

1.31 Dagrecreatie

verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.

1.32 Dagrecreatieve voorziening

voorziening ten behoeve van dagrecreatie, zoals picknickplaatsen, aanlegsteigers, observatiepunten, informatieborden, banken, paden ten behoeve van wandelen, fietsen, zwemmen, vissen, paardrijden, kanoën en natuurobservatie.

1.33 Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, leveren en/of verhuren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.34 Dienstverlening

een bedrijf of instelling, waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten op administratief, adviesgevend, educatief, financieel, informatietechnologisch, juridisch, (lichaams)verzorgend, ontwerptechnisch, (para)medisch, therapeutisch of daarmee gelijk te stellen terrein, waarbij publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan, niet zijnde een kantoor.

1.35 Dubbele bewoning

situatie waarbij twee zelfstandige huishoudens wonen in één woning.

1.36 Eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond.

1.37 Erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.

1.38 Evenement

kortdurende, maar wel tijdelijke activiteit in de openlucht dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve-, sportieve-, toeristisch-recreatieve, commerciële-, sociale-, culturele- en/of levensbeschouwelijke activiteiten, waar onder feesten, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking

1.39 Extensieve (dag)recreatie

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, natuurzwemmen en natuurobservatie van een beperkte omvang, waarbij overnachting niet is toegestaan.

1.40 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 Groepsaccommodatie

(een deel van) een gebouw met tenminste 6 overnachtingsplaatsen welke is bestemd voor het recreatief nachtverblijf, niet zijnde permanente bewoning, en gedurende het hele jaar wordt gebruikt door wisselende groepen, en worden gekenmerkt door de aanwezigheid van gemeenschappelijke voorzieningen en verblijfsruimtes..

1.42 Grondgebonden agrarisch bedrijf

Agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten waarbij de productie voor meer dan 50 procent afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond waarover het bedrijf in de omgeving van de bedrijfsgebouwen beschikt.

1.43 Hoofdgebouw

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van het perceel en, indien meer gebouwen op dat perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming, situering, afmetingen of functie het belangrijkst is.

1.44 Horeca(bedrijf) [categorie]

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren al dan niet voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalruimte wordt verhuurd en ter plaatse beschikbaar wordt gesteld, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een seksinrichting. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in de volgende categorieën:

Horecabedrijf categorie 1

een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans geen overlast voor het leefklimaat veroorzaakt en dat voornamelijk is gericht op het hoofdzakelijk overdag en 's avonds verstrekken van niet of licht alcoholhoudende dranken en/of eenvoudige maaltijden en/of etenswaren ter plaatse zoals een broodjeszaak/lunchroom, ijssalon, koffiehuis of een naar de aard, openingstijden en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf. Openingstijden tussen 7.00 en maximaal 19.00 uur.

Horecabedrijf categorie 2a

een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans minimale overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en dat voornamelijk is gericht op het hoofdzakelijk 's avonds verstrekken van maaltijden en/of dranken ter plaatse waar onder een restaurant, bistro of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, zoals een proeverij. Openingstijden tussen 7.00 en maximaal 22.00 uur.

Horecabedrijf categorie 2b

een horecabedrijf van de categorie 2a met een beperkt aantal overnachtingsplaatsen (maximaal 10 kamers), niet zijnde permanente bewoning, zoals een kleinschalig hotel-restaurant of pension en/of naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

Horecabedrijf categorie 2c

Horecabedrijf van de categorie 2a of 2b, met een relatief grote verkeersaantrekkendende werking zoals hotel-restaurant met meer dan 10 kamers en/of hotel-restaurant met vergadercentrum en/of zalenverhuur (niet voor feesten en partijen) en/of naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

Horecabedrijf categorie 3a

een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans een zekere overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en dat voornamelijk is gericht op het hoofdzakelijk verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van niet of licht alcoholische dranken. Het accent ligt op de verstrekking van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide, kleine etenswaren, zoals een cafetaria, snackbar, grill-room, fastfoodrestaurant, automatiek en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, een cateringbedrijf (niet voor consumptie ter plaatse) daar niet onder begrepen. Openingstijden tussen 7.00 en maximaal 24.00 uur.

Horecabedrijf categorie 3c

Horecabedrijf van de categorie 3a, met een relatief grote verkeersaantrekkendende werking zoals drive-throuhrestaurant, afhaalrestaurant of maaltijdenbezorgdienst (al dan niet met ondergeschikt verstrekken van maaltijden ter plaatse) en/of naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

Horecabedrijf categorie 4a

Een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans meer overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grotere druk op de openbare orde met zich meebrengt en dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken, zoals een café, of een horecabedrijf categorie 3a met openingstijden na 24.00 uur en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

Horecabedrijf categorie 4b

een horecabedrijf van de categorie 4a met een beperkt aantal overnachtingsplaatsen (maximaal 10 kamers), niet zijnde permanente bewoning, zoals een kleinschalig pension in combinatie met een café en/of naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

Horecabedrijf categorie 4c

Horecabedrijf van de categorie 4a of 4b, met een relatief grote verkeersaantrekkendende werking, of een horecabedrijf categorie 3c met openingstijden na 24.00 uur en/of naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

horecabedrijf categorie 5

een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans veel overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt en dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een discotheek, partycentrum en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

1.45 Huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; daaronder niet begrepen kamerverhuur.

1.46 Kamerverhuur

ruimte(n) in een (deel van een) gebouw die geschikt is (zijn) of geschikt te maken is (zijn) voor (nacht)verblijf, niet zijnde een logiefunctie als bedoeld in het Bouwbesluit of niet zijnde een (zelfstandige) woonruimte als bedoeld in de Huisvestingswet, ongeacht de duur van het verblijf en al dan niet tegen betaling.

1.47 Kampeermiddel

een tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander voertuig, niet zijnde een bouwwerk, zonder permanente aansluitingen en/of permanente verbinding met de grond welke tegen aanvaardbare kosten en inspanningen verplaatst kan worden, en bestemd of opgericht is, dan wel wordt of kan worden gebruikt, voor recreatief nachtverblijf niet zijnde permanente bewoning.

1.48 Kampeerterrein

terrein ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van recreatieve onderkomens (artikel 1.66), ten behoeve van recreatief nachtverblijf voor personen, die hun vaste verblijfplaats elders hebben, en voor de daarbij behorende voorzieningen.

1.49 Kampwinkel

een winkel op een kampeerterrein (artikel 1.48), waarin de bedrijfsuitoefening is gericht op detailhandel in hoofdzaak ten dienste van dat kampeerterrein, zoals de verkoop van levensmiddelen, speelgoed, kampeeraccesoires en souvenirs.

1.50 Kantoor

een gebouw, zonder of met ondergeschikte publieksgerichte functie, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar aard daarmee gelijk te stellen dienstverlenende bedrijven en instellingen.

1.51 Kleinschalig kamperen (mini-camping)

kampeerterrein met maximaal 20 plaatsen, uitsluitend voor kampeermiddelen (artikel 1.47), en dat functioneel verbonden is met de hoofdbestemming en wordt gerund door de bewoner van de betreffende woning. Permanente plaatsing van stacaravans, is niet toegestaan.

1.52 Lawaaisporten

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen, autosport, motorsport, (model)vliegsport, gildes en schietsport met behulp van vuurwapens. De jachtsport wordt hier niet onder begrepen.

1.53 Maatschappelijke voorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg en volksgezondheid, woonzorg, sociaal-cultureel en openbare en bijzondere dienstverlening.

1.54 Mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning van meer dan 8 uur per week en naar verwachting langer dan 3 maanden zal duren, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur moet worden aangetoond.

1.55 Manege

een bedrijf dat is gericht op het geven van instructies in paardrijden en gelegenheid biedt tot het beoefenen van paardensport, inclusief het organiseren van wedstrijden en/of evenementen, al dan niet in combinatie met het stallen en verzorgen van paarden, en al dan niet in combinatie met fokken, africhten en trainen van paarden. Ook wel gebruiksgerichte paardenhouderij genoemd.

1.56 Mantelzorgwoning

Een bijbehorend bouwwerk, of deel daarvan, ten behoeve van de huisvesting van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg (artikel 1.54) verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning. Een mantelzorgwoning functioneel verbonden met het hoofdgebouw en niet aan te merken als eigenstandig hoofdgebouw.

1.57 Natura 2000 gebied

in het kader van de Natuurbeschermingswet aangewezen gebieden ter bescherming van de biodiversiteit.

1.58 Nevenactiviteiten

één of meerderde activiteiten ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel (gezamenlijke) omvang (m2) als de effecten op het woon- en leefklimaat en uitsluitend toegestaan in samenhang met de hoofdactiviteit.

1.59 Niet-grondgebonden agrarisch bedrijf

Een veehouderijbedrijf waarvan de agrarische productie voor het grootste deel afkomstig is uit de niet-grondgebonden veehouderijtak(ken). Een niet- grondgebonden veehouderijtak is een onderdeel van een agrarisch bedrijf dat beschikt over onvoldoende cultuurgrond om de dieren op het eigen bedrijf in de omgeving van de bedrijfsgebouwen voor meer dan 50 procent van het benodigde voer te voorzien.

1.60 Ondergeschikte detailhandel

detailhandel binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan detailhandel is, maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie verkoop verricht, waarvan de omvang en uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit. De detailhandel is ondersteunend aan de hoofdfunctie en is hiermee onlosmakelijk verbonden.

1.61 Ondergeschikte horeca

horeca binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie verkoop verricht, waarvan de omvang en uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit. De horeca-activiteit is ondersteunend aan de hoofdfunctie en is hiermee onlosmakelijk verbonden. Verhuur aan derden, zowel tijdens als buiten openingstijden, voor, al dan niet besloten, feesten of partijen is niet toegestaan.

1.62 Overkapping

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt en geheel of gedeeltelijk door ten hoogste twee wanden is omsloten.

1.63 Paardenhouderij

een bedrijf gericht op het fokken, africhten, trainen, stallen en verhandelen van paarden, inclusief pensionstal. Ook wel productiegerichte paardenhouderij genoemd.

1.64 Plattelandswoning

een van oorsprong agrarische bedrijfswoning die is gelegen binnen een agrarisch bouwvlak en die gebruikt mag worden door derden die geen functionele relatie hebben met het agrarisch bedrijf dat ter plaatse nog wordt uitgeoefend.

1.65 Prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.66 Recreatief onderkomen

verblijf voor recreatieve doeleinden buiten het hoofdverblijf, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen. Hieronder worden verstaan kampeermiddelen (artikel1.47), dan wel de plekken voor (mobiele) kampeermiddelen, groepsaccommodaties (artikel 1.41) en recreatieverblijf (artikel1.67).

1.67 Recreatieverblijf

een gebouw, dat bestemd is voor recreatief verblijf, niet zijnde permanente bewoning, en dat gedurende het hele jaar wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen, zoals een trekkershut, zomerhuisje, recreatiewoning, chalet en stacaravan, niet zijnde een groepsaccommodatie.

1.68 Recreatiewoning

een gebouw, dat bestemd is voor recreatief verblijf, niet zijnde permanente bewoning en dat gedurende het hele jaar wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen.

1.69 Seksinrichting

één of meer voor publiek de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte(n) waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hier onder wordt in elk geval verstaan: een bordeel, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekswinkel, sekstheater, parenclub, erotische massagesalon of prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.70 Snelweggerelateerde voorzieningen

Bij de snelweg horende voorzieningen, gerelateerd aan het verplaatsen van goederen of personen, die gewoonlijk langs of in de nabijheid van een snelweg aanwezig zijn zoals een wegrestaurant, hotel, servicepunt niet zijnde bedrijven of voorzieningen die gewoonlijk op een bedrijventerrein gevestigd zijn, zoals transportbedrijven, distributie- en opslagbedrijven etc.

1.71 Teeltondersteunende voorzieningen

Voorzieningen in de vorm van palen en/of stellingen, al dan niet van tijdelijke aard, een boogconstructie zonder afdekmateriaal, afdekmateriaal met ondersteunende constructie (lage, niet menstoegankelijke tunnels en tijdelijke menstoegankelijke tunnels of bouwwerken) en/of uitgespreid afdekmateriaal ten behoeve van agrarischebedrijven in vollegrondsgroente-, fruit-, bloemen- en boomteelt en wijnbouw, met het oog op bescherming van deze gewassen.

1.72 Toename van stikstofdepositie

er is sprake van toename van stikstofdepositie als de stikstofdepostie (mol/ha/jaar) als gevolg van de stikstofemmissie van een agrarisch bedrijf op voor stikstof gevoelige habitat in een Natura 2000 gebied meer bedraagt dan:

  1. de stikstofdepositie (mol/ha/jaar) die in overeenstemming is met:

  1. een ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan verleende en onherroepelijke omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.7 tweede lid van de Wet natuurbescherming respectievelijk artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998, of

  2. een ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan verleende en onherroepelijke omgevingsvergunning die verleend is met toepassing van artikel 6.10a van het Besluit omgevingsrecht respectievelijk hoofdstuk IX, titel 2van de Natuurbeschermingswet 1998;

  1. indien geen sprake is van een vergunning als bedoeld onder a: de stikstofdepositie (mol/ha/jaar) ten gevolge van het ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan aanwezige planologisch legale gebruik van de gronden en bouwwerken die in gebruik zijn bij het agrarisch bedrijf.

1.73 Tuincentrum [assortiment]

Een bedrijf dat is gericht op de verkoop van tuingerelateerde artikelen voor aanleg, inrichting en onderhoud van de tuin, kamerplanten en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen

Basisassortiment voor een tuincentrum

De artikelen die van oudsher bij tuincentra, hoveniersbedrijven en kwekerijen verkrijgbaar zijn, bestaande uit:

  1. levend materiaal, waaronder in ieder geval begrepen bollen, zaden, bomen (waaronder kerstbomen), heesters, coniferen, vaste planten, seizoensgroen/perkgoed, kamerplanten en snijbloemen;

  2. dood materiaal, waaronder in ieder geval begrepen gewasbescherming, meststoffen en grondproducten, vijver- en fonteinmateriaal, bestratingsmateriaal, tuinhout, blokhutten en tuinhuisjes, kastjes, tuingereedschappen, video's en boeken over tuin en planten, kunstbloemen, potterij en vazen, barbecue-artikelen, tuinmeubelen (inclusief kussens), tuinverlichting, terrasaankleding, erfafscheidingen.

Aanvullend assortiment voor een tuincentrum

Artikelen die door een tuincentra worden gevoerd, niet behoren tot het basisassortiment van een tuincentrum, een relatie hebben met dat basisassortiment en in overeenstemming zijn met de doelstelling van een tuincentrum:

  • tuinkleding en -schoeisel;

  • tuinspeelgoed;

  • kleine huisdieren zoals vissen, vogels, konijnen, cavia's en vergelijkbare diersoorten;

  • buitenverblijven voor huisdieren.

1.74 Verkoopvloeroppervlak

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van detailhandel, al dan niet overdekt of besloten.

1.75 Voorgevel

de naar de openbare weg of een weg met een openbaar karakter gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel of een gebouw dat gevels heeft gekeerd naar meerdere wegen, de gevel die kennelijk vanuit stedenbouwkundig opzicht als zodanig moet worden aangemerkt, waarbij de toegangsdeur noch noodzakelijk noch bepalend is.

1.76 Voorgevelrooilijn

de lijn die, op peil, door het buitenwerkse vlak van de voorgevel loopt, welke lijn in geval van een bouwgrens waarnaar de voorgevel is gekeerd, wordt verondersteld te liggen ter plaatse van die bouwgrens.

1.77 Web- en internetwinkel

detailhandel zonder showroom, waarvan de handel via internet verloopt.

1.78 Weg

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet (alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten). Onder weg wordt niet verstaan achterpaden bij woningen, waaronder brandgangen en voetpaden.

1.79 Woning

een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de permanente huisvesting van één (1) afzonderlijk (gemeenschappelijk) huishouden (artikel 1.45).

1.80 Woningsplitsing

het splitsen van één (1) woning in, dan wel het gebruiken van één woning als, twee of meer zelfstandige woningen. Inpandig is onvoldoende samenhang tussen de verschillende ruimten en/of meerdere primaire ruimten aanwezig met het kennelijke doel afzonderlijke bewoning mogelijk te maken.

1.81 Wooneenheid

een zelfstandige woonruimte ondergebracht in een woongebouw met minimaal 2 wooneenheden (zelfstandige woningen), ontstaan als gevolg van woningsplitsing.

1.82 Woongebouw

een gebouw met meerdere zelfstandige woningen of wooneenheden.

1.83 Woonwagen

een voor bewoning bestemd hoofdgebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Afstand tot de bouwperceelsgrens

kortste afstand van een bepaald punt van het bouwwerk tot de grens van het bouwperceel.

2.2 Afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens

kortste afstand van een bepaald punt van het bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.

2.3 Bebouwingspercentage

het oppervlak dat met bouwwerken mag worden bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, dan wel bouwvlak, bestemmingsvlak of maatvoeringsvlak, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; dit percentage heeft geen betrekking op volledig ondergronds gelegen bebouwing.

2.4 Bouwhoogte

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 Dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.7 Goothoogte

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel.

2.8 Inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 Ondergeschikte bouwonderdelen

bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, droogstanden, ingangspartij, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.10 Oorspronkelijk hoofdgebouw

hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd.

2.11 Oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.12 Oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.13 Peil

  1. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

  2. indien in het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil;

  3. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, een tuinbouwbedrijf daar onder begrepen;

  2. de uitoefening van een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve veehouderij';

  3. een paardenhouderij, paardenstalling of paardenpension;

  4. een wormenkwekerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wormenkwekerij toegestaan';

  5. de uitoefening van een agrarische hulpbedrijf;

  6. agrarische bedrijfswoningen;

  7. plattelandswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning';

  8. kleinschalige nevenactiviteiten;

  9. de uitoefening van buitenactiviteiten voor small group trainingen ten behoeve van bedrijf aanhuis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - buitensport toegestaan';

  10. kleinschalig kamperen, uitsluitend binnen of direct aansluitend op het agrarisch bouwvlak;

  11. extensief recreatief medegebruik (dagrecreatie), zoals wandelen, fietsen, paardrijden, natuurobservatie of naar aard en omvang vergelijkbare activiteiten;

  12. bestaande nutsvoorzieningen;

  13. behoud en ontwikkeling van landschappelijke waarden;

  14. water en voorzieningen voor de waterhuishouding, zoals watergangen, wadi's, bergingsvijvers en andere naar aard en omvang vergelijkbare voorzieningen;

  15. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen waar onder afrasteringen, teeltondersteunende voorzieningen, ontsluitingswegen voor percelen, wandel-, fiets-, -ruiterpaden, straatmeubilair en watergangen;

  16. niet-agrarische activiteiten ten behoeve van een aanliggende bestemming, uitsluitend en voorzover deze op grond van de regels van dit plan zijn toegestaan;

  17. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenhouderij' uitsluitend een paardenhouderij;

  18. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - laad- en loskuil toegestaan', uitsluitend een laad en loskuil.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 3.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 3.3., een omgevingsvergunning verlenen voor:

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en gebouwen gelden de volgende voorwaarden:

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van artikel 3.1 of artikel 3.4.4, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 3.5 een omgevingsvergunning verlenen voor:

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, onder de voorwaarden genoemd in artikel 48.1 en 3.6 het plan te wijzigen ten behoeve van:

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden

Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van een glastuinbouwbedrijf;

  2. agrarische bedrijfswoningen;

  3. plattelandswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning';

  4. kleinschalige nevenactiviteiten;

  5. kleinschalig kamperen, uitsluitend binnen of direct aansluitend op het agrarisch bouwvlak;

  6. bestaande nutsvoorzieningen;

  7. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

  8. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder teeltondersteunende voorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 4.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 4.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en gebouwen gelden de volgende voorwaarden:

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1 of artikel 4.4.3, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 4.5 een omgevingsvergunning verlenen voor:

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, onder de voorwaarden genoemd in artikel 48.1, en 4.6 het plan te wijzigen ten behoeve van:

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van een bedrijf, waarbij uitsluitend een bedrijf is toegestaan zoals aangegeven in de tabel in artikel 5.4.1;

  2. bedrijfswoningen, maar niet ter plaatse zoals aangegeven in de tabel in artikel 5.2.3 onder b;

  3. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, water- en groenvoorzieningen, tuinen en erven.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 en artikel 5.2.4, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en artikel 5.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf - Afvalverwerking

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Afvalverwerking’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. afvalberging en de be- en verwerking van afvalstoffen in de vorm van:

  • droge reiniging, extractieve reiniging en stabilisatie van diverse afvalstromen;

  • het bewerken van bodemassen;

  • het immobiliseren en storten van diverse afvalstromen;

  • tijdelijke opslag (uitkeur) en biologische reiniging van diverse afvalstromen;

  • biologische reiniging van diverse afvalstromen;

  • calamiteitenopslag van diverse afvalstromen;

  • ontwatering van baggerspecie;

  • proefnemingen, zijnde het beproeven van machines, installaties, werkwijzen of afvalstoffen;

  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mobiele installatie' tevens:

  • de opslag van bouwstoffen;

  • de bewerking van herbruikbare afvalstoffen met behulp van mobiele installaties in de vorm van zeven, wassen en mengen, met dien verstande dat dit niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - installaties';

  1. landschapsbouw ten behoeve van de landschappelijke inpassing van het stortterrein

  2. bij bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningen, (andere) verhardingen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een gascompressiestation;

  2. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 7.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 7.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

7.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 8 Bedrijf - Nutsvoorziening 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een gastransport meet- en regelstation;

  2. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.2 of 8.2.3, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 8.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

8.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening 3

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een gastransport meet- en regelstation;

  2. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Bedrijf - Nutsvoorziening 4

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening 4’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. nutsvoorzieningen;

  2. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Bos

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. houtproductie;

  2. behoud van aanwezige natuur- en landschapswaarden;

  3. extensieve dagrecreatie;

  4. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder schuilhutten, observatiehutten, informatieborden, hekwerken, ontsluitingswegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder a, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 11.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

11.4 Specifieke gebruiksregels

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 12 Cultuur En Ontspanning

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een museum;

  2. een toeristisch informatiepunt;

  3. bijeenkomsten

  4. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningenen waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 13 Detailhandel

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van detailhandel, waarbij uitsluitend detailhandelsactiviteiten zijn toegestaan zoals aangegeven in de tabel in artikel 13.3.1;

  2. een bedrijfswoning;

  3. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van artikel 13.3.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 13.4, een omgevingsvergunning verlenen voor een andere dan de bestaande detailhandelactiviteit onder de volgende voorwaarden:

  1. dit niet leidt niet tot een structurele aantasting van de verzorgingsstructuur;

  2. dit niet leidt tot een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau;

  3. de in artikel 13.2.2 genoemde oppervlakte niet wordt vergroot.

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 14 Detailhandel - Tuincentrum

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Detailhandel - Tuincentrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een tuincentrum;

  2. ondergeschikte horeca;

  3. een bedrijfswoning;

  4. tentoonstellingsruimte;

  5. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.

14.2 Bouwregels

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 14.2.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 14.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

14.4 Specifieke gebruiksregels

14.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, onder de voorwaarden genoemd in artikel 48.1, en 14.5 het plan te wijzigen ten behoeve van:

Artikel 15 Groen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen, inclusief vijvers en watergangen;

  2. speelvoorzieningen;

  3. kunstobjecten;

  4. bestaande nutsvoorzieningen;

  5. behoud van aanwezige natuur- en landschapswaarden;

  6. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, water, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding zoals waterberging, infiltratievoorzieningen en waterafvoer.

15.2 Bouwregels

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

15.4 Strijdig gebruik

Tot strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden voor verblijfsrecreatie;

  2. het al dan niet tijdelijk plaatsen van caravans of andere kampeermiddelen;

  3. het beoefenen van lawaaisporten, individueel of in groeps- of verenigingsverband;

  4. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten of mest;

  5. het gebruik van gronden voor al dan niet kortstondig en/of incidentele evenementen, festiviteiten of manifestaties.

Artikel 16 Horeca

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van een horecabedrijf, waarbij uitsluitend een horecabedrijf is toegestaan zoals aangegeven in de tabel in artikel 16.4.1;

  2. een bedrijfswoning, maar niet ter plaatse zoals aangegeven in de tabel in artikel 16.2.3

  3. kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-3';

  4. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, water- en groenvoorzieningen, tuinen en erven.

16.2 Bouwregels

16.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 16.2.2 onder c, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 16.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

16.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 17 Kantoor

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. kantoor;

  2. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, water- en groenvoorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

17.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, onder de voorwaarden genoemd in artikel 48.1 en 17.4 het plan te wijzigen ten behoeve van:

Artikel 18 Maatschappelijk

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. maatschappelijke voorzieningen, waarbij uitsluitend voorzieningen zijn toegestaan zoals aangegeven in de tabel in artikel 18.4.1 ;

  2. ondergeschikte horeca, uitsluitend ter plaatse zoals aangegeven in de tabel in artikel 18.4.3;

  3. ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse zoals aangegeven in de tabel in artikel 18.4.2;

  4. een bedrijfswoning, maar niet ter plaatse zoals aangegeven in de tabel in artikel 18.2.3;

  5. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, water- en groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en erven.

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 18.2.2 onder c , onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 18.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

18.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 19 Natuur

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de bescherming, instandhouding en verbetering van de natuur- en landschapswaarden;

  2. het behoud van cultuurhistorische waarden;

  3. bij de bestemming horende bouwwerken en voorzieningen, waar onder observatiehutten, informatieborden, hekwerken, wildpassages en wandelpaden.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Recreatie - Dagrecreatie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie – Dagrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. extensieve dagrecreatie;

  2. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';

  3. paintballterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein';

  4. behoud van aanwezige natuur- en landschapswaarden;

  5. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, verhardingen, parkeergelegenheden.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen

20.4 Specifieke gebruiksregels

20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden

Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. kampeerterreinen;

  2. ondergeschikte horeca;

  3. ondergeschikte detailhandel in de vorm van een kampwinkel of kiosk;

  4. kleinschalige recreatieve voorzieningen;

  5. bedrijfswoningen;

  6. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, schuilgelegenheden, water- en groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, en verhardingen.

21.2 Bouwregels

21.2.4.1 Recreatieverblijven

Voor recreatieverblijven gelden de volgende regels:

  1. oppervlakte maximaal 70 m2;

  2. berging maximaal 6 m2;

  3. goothoogte maximaal 3 m;

  4. bouwhoogte maximaal 4 m;

  5. afstand tot andere bouwwerken minimaal 3 m;

waarbij voor maximaal 2 eenheden onderstaande, afwijkende, maatvoering is toegestaan:

  1. oppervlakte maximaal 90 m2;

  2. bouwhoogte maximaal 6 m.

21.2.4.2 Groepsaccommodaties

voor groepsaccommodaties gelden de volgende regels:

  1. maximaal 1 groepsaccommodatie per bestemmingsvlak;

  2. maximaal 25 overnachtingsplaatsen;

  3. totale oppervlakte maximaal 350 m2;

  4. goothoogte maximaal 3 m;

  5. bouwhoogte maximaal 5 m;

  6. afstand tot andere bouwwerken minimaal 5 m.

21.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 21.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 21.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

21.4 Specifieke gebruiksregels

21.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van artikel 21.4.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 21.5, een omgevingsvergunning verlenen voor een groter aantal recreatieve onderkomen of groepsaccommodaties, onder de volgende voorwaarden:

Artikel 22 Sport - Manege

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Sport - Manege’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een manege;

  2. ondergeschikte horeca;

  3. ondergeschikte detailhandel;

  4. een bedrijfswoning;

  5. een bestaande groepsaccommodatie, zoals aangegeven in de tabel in artikel 22.3.1;

  6. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder een stapmolens, een longeercirkels, buitenrijbanen, paardenbakken, parkeergelegenheden, verhardingen, ontsluitingswegen, en groenvoorzieningen.

22.2 Bouwregels

22.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 23 Tuin

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. tuin;

  2. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

23.2 Bouwregels

23.2.2.1 Algemeen

Op of in de in 23.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

23.2.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. totale oppervlakte maximaal 30 m2, waarbij de gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bebouwing bij de woning niet meer bedraagt dan 150 m2;

  2. bouwhoogte maximaal 3 m;

23.2.2.3 Bouwwerken geen gebouw zijnde

  1. grondgebonden zonnepanelen zijn niet toegestaan;

  2. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel maximaal 1 m;

  3. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel maximaal 2 m;

  4. bouwhoogte overige bouwwerken maximaal 3 m;

  5. voor hobbymatige paardenbakken gelden de in artikel 40.3 genoemde regels.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 23.2.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 23.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

23.4 Specifieke gebruiksregels

23.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 23.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 23.5, een omgevingsvergunning verlenen voor:

Artikel 24 Verkeer

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, pleinen en parkeervoorzieningen;

  2. fiets- en voetpaden;

  3. groen, watergangen en - partijen;

  4. geluidwerende voorzieningen;

  5. bruggen en viaducten uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug';

  6. verkoop van motorbrandstoffen en daaraan ondergeschikte detailhandel en horeca in de vorm van een serviceshop, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';

  7. wegensteunpunt met één (1) bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wegensteunpunt';

  8. snelweggerelateerde voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'snelweggerelateerde voorzieningen toegestaan';

  9. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

  10. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder viaducten, bruggen en bijbehorende taluds, duikers, bouwwerken voor geleiding, beveiliging en regeling van het wegverkeer, lichtmasten, informatieborden, verkeerstekens, kunstobjecten, nutsvoorzieningen en straatmeubilair.

24.2 Bouwregels

24.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde 24.2.4, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 24.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

24.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 25 Verkeer - Railverkeer

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. spoorwegen;

  2. groen, watergangen en -partijen;

  3. geluidwerende voorzieningen;

  4. onderdoorgang ter plaatse van aanduiding 'onderdoorgang';

  5. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

  6. bij de bestemming behorende bouwwerken en (technische) voorzieningen, waar onder spoorbanen, viaducten, bruggen en bijbehorende taluds, duikers, bouwwerken voor geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer, portalen, verhardingen en gebouwen voor elektronische systemen.

25.2 Bouwregels

Artikel 26 Water

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de waterhuishouding, waar onder waterlopen, waterberging, infiltratievoorzieningen en andere waterhuishoudkundige voorzieningen;

  2. watergangen en -partijen met daarbij behorende taluds, schouwpaden en oevers;

  3. extensief recreatief medegebruik;

  4. behoud en ontwikkeling van natuurwaarden;

  5. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen en kunstobjecten, uitgezonderd steigers en andere aanlegplaatsen.

26.2 Bouwregels

26.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 27 Wonen - 1

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. woning met massagesalon, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';

  3. woning met bedrijf aan huis, waar onder een sportschool met buitenactiviteiten voor small group trainingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'buitensport toegestaan';bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, zoals tuinen, erven en verhardingen.

27.2 Bouwregels

27.3 Specifieke gebruiksregels

27.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van artikel 27.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 27.4, een omgevingsvergunning verlenen voor:

Artikel 28 Wonen - Landgoed 1

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Landgoed 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. tentoonstellingsruimte;

  3. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder tuinen, erven en verhardingen.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 28.2.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 28.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

28.4 Specifieke gebruiksregels

28.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in 28.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 28.5, een omgevingsvergunning verlenen voor:

Artikel 29 Wonen - Landgoed 2

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Landgoed 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. tentoonstellingsruimte;

  1. bescherming en instandhouding van cultuurhistorische waarden, waar onder begrepen groen- en landschapsstructuren en bijzonder landschappelijke elementen;

  1. bij de bestemming horende bouwwerken, tuinen, erven en verhardingen.

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 29.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 29.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

29.4 Specifieke gebruiksregels

29.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 30 Wonen - Woonwagenstandplaats

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Woonwagenstandplaats’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. standplaatsen ten behoeve van woonwagens;

  2. bijbehorende groen- en speelvoorzieningen;

  3. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waar onder tuinen, erven en verhardingen.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 30.2.2 en 30.2.3, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1 en 30.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

30.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 31 Leiding - Gas

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. ondergrondse aardgastransportleiding

  2. veiligheidszone;

  3. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

31.2 Bouwregels

Op of in de in 31.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  1. binnen een zone van 5 m aan weerszijden van het hart van de aardgastransportleiding, mogen geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van een aardgastransportleiding;

  2. bouwhoogte maximaal 2,5 m.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 31.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 31.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Leiding - Hoogspanningsverbinding

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. transport van elektriciteit;

  2. bijbehorende veiligheidszone;

  3. bij de bestemming horende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en voorzieningen.

32.2 Bouwregels

Op of in de in 32.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  1. binnen een zone van 36 m aan weerszijden van het hart van de hoogspanningsmast mogen bouwwerken, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van een hoogspanningsleiding;

  2. bouwhoogte hoogspanningsmasten maximaal 35 m.

32.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 32.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 32.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Leiding - Riool

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. ondergrondse rioolpersleiding;

  2. veiligheidszone;

  3. bij de bestemming horende bouwwerken en voorzieningen.

33.2 Bouwregels

Op of in de in 33.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  1. binnen een zone van 5 m aan weerszijden van het hart van de rioolpersleiding, mogen geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de rioolpersleiding;

  2. bouwhoogte maximaal 2,5 m.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in 33.2, onder de voorwaarden genoemd in artikel 33.3, een omgevingsvergunning verlenen voor:

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Waarde - Archeologie Hoge Verwachting

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de verwachte archeologische waarden.

34.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden

Artikel 35 Waarde - Archeologie Middelmatige Verwachting

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie middelmatige verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de verwachte archeologische waarden.

35.2 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Waarde - Archeologie Vastgesteld

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie vastgesteld' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de verwachte archeologische waarden.

36.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden

Artikel 37 Waarde - Archeologie Oppervlaktewater

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie oppervlaktewater' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de verwachte archeologische waarden.

37.2 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 38 Waarde - Cultuurhistorie

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waarden, onder andere bestaande uit:

  • (historische) ensemble-waarde;

  • groen- en landschapsstructuren;

  • bodemgradienten;

  • bijzondere landschappelijke elementen;

  • historische gebouwen;

  • waterpartijen;

38.2 Bouwregels

Op de in artikel 38.1 bedoelde gronden gelden in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald de volgende regels:

38.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in 38.2.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 38.3, omgevingsvergunning verlenen voor:

38.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden

Artikel 39 Waarde - Natuur En Landschap

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, ontwikkeling en herstel van ter plaatse voorkomende of daaraan eigen natuur- en landschapswaarden.

39.2 Bouwregels

Op de in artikel 39.1 bedoelde gronden gelden in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald de volgende regels:

39.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 39.2.1, onder de voorwaarden genoemd in artikel 47.1, een omgevingsvergunning verlenen voor het oprichten of uitbreiden van bouwwerken onder de volgende voorwaarden:

  1. de natuur- en landschapswaarden worden niet onaanvaardbaar aangetast;

  2. aangetoond is dat er geen sprake is van aantasting van de kernkwaliteiten zoals beschreven in bijlage bij de regels, dan wel door compenserende of mitigerende maatregelen deze kwaliteiten voldoende worden geborgd;

  3. de bebouwingsoppervlakte bedraagt na uitbreiding bedraagt maximaal 120% van de oppervlakte zoals aanwezig op 15 februari 2015, met dien verstande dat de uitbreiding niet meer bedraagt dan 75 m2;

  4. andere regels uit het plan zich hier niet tegen verzetten;

39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 40 Waarde - Waardevol Open Gebied

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Waardevol open gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de landschappelijke waarde van het grootschalig open gebied.

40.2 Bouwregels

Op de in artikel 40.1 bedoelde gronden gelden in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald de volgende regels:

40.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 41 Waterstaat - Waterkering

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. waterkering;

  2. bescherming en instandhouding van ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waarden.

41.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 42 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waterstaat - Waterstaatkundige functie’ aangewezen gronden behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. waterberging en de afvoer van hoog oppervlakte water, sediment en ijs ten behoeve van de rivier;

  2. hoogwaterbescherming;

  3. behoud en ontwikkeling van landschappelijke waarden.

42.2 Bouwregels

Op de in artikel 42.1 bedoelde gronden gelden in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald de volgende regels:

42.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 43 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 44 Algemene Bouwregels

44.1 Bestaande bouw

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand tot op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken en/of aantallen, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

44.2 (bedrijfs)woning

44.3 Paardenbakken voor hobbymatig gebruik

Voor paardenbakken voor hobbymatig gebruik gelden de volgende regels:

  1. uitsluitend bij en ten behoeve van een (bedrijfs)woning;

  2. maximaal 1 paardenbak per woning, met dien verstande dat maximaal 1 paardenbak per agrarisch bouwblok is toegestaan;

  3. uitsluitend binnen of direct aansluitend aan het bouwvlak, met dien verstande dat het oprichten van een paardenbak buiten het bestemmingsvlak 'Wonen' of 'Tuin', dan wel het agrarisch bouwvlak, uitsluitend is toegestaan indien aangetoond is dat het ondoelmatig is een paardenbak binnen het bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak op te richten;

  4. niet toegestaan binnen de bestemmingen 'Bos', 'Groen' en 'Natuur';

  5. binnen de bestemming 'Waarde - waardevol open gebied' niet toegestaan buiten het bestaande bouwvlak;

  6. afstand tot de woning van derden bedraagt minimaal 25 m;

  7. oppervlakte maximaal 800 m2;

  8. bouwhoogte omheining maximaal 1,7 m;

  9. lichtmasten zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  1. afstand tot Natura 2000 gebieden minimaal 50 m;

  2. bouwhoogte maximaal 6 m;

  3. lichtbundels zijn middels afscherming zijn gericht op de rijbak.

44.4 Nadere eisen ten behoeve van de waterhuishouding

Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning ter waarborging van de (toekomstige) waterhuishouding nadere eisen stellen met betrekking tot waterhuishoudkundige voorzieningen, waterbergings- en/of infiltratievoorzieningen, oppervlakteverharding of andere maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing.

Artikel 45 Algemene Aanduidingsregels

45.1 Geluidzone - industrie

45.2 Overige zone - Het Broek

Voor de 'overige zone - Het Broek' gelden de volgende regels:

  1. ter plaatse van de aanduiding is het bepaalde in artikel 3.6.1 en artikel 3.6.3 van toepassing.

45.3 Veiligheidszone - lpg

45.3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Veiligheidszone - LPG' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten vanwege LPG-opslag.

45.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

45.3.3.1 Strijdig gebruik

Tot strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object;

  2. het gebruik activiteiten of bijeenkomsten met grote bezoekersaantallen.

45.4 vrijwaringszone - molenbiotoop

45.4.3.1 Bouwhoogte

Voor een afwijkende bouwhoogte gelden de volgende voorwaarden:

  1. maximale hoogte overeenkomstig de regels van dit plan;

  2. advies is ingewonnen bij de beheerder van de molen.

45.5 Wetgevingszone - wijzigingsgebied

45.5.2.1 Inrichtingsvoorschriften

Voor het inrichten van het gebied gelden de volgende bepalingen:

  1. het bouwen van gebouwen en overkappingen in deze zone is niet toegestaan;

  2. het terrein wordt ontsloten via de bestaande ontsluiting aan de Babberichseweg (geen nieuwe ontsluiting);

  3. landschappelijke inpassing van het terrein en de parkeervoorziening met toepassing van streekeigen beplanting en natuurlijke randen;

  4. Vanaf de Paddestoel blijft het zicht op de molen in stand.

Artikel 46 Algemene Gebruiksregels

46.1 Beroep en bedrijf aan huis

Het gebruik van de gronden, de (bedrijfs)woning en de bijbehorende bouwwerken voor beroep en bedrijf aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  1. bij een bestaande (bedrijfs)woning;

  2. de woonfunctie blijft in stand;

  3. het beroep of bedrijf aan huis is een activiteit in de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten aangeduid als categorie 1;

  4. geen horeca, casino, seksinrichting of detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit of webwinkelinternetverkoop (zonder afhaalpunt en/of showroom), of in de regels anders is bepaald;

  5. geen activiteit met grote bezoekersaantallen of verkeersaantrekkendende werking;

  6. een ruimtelijke uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;

  7. geen buitenopslag of stalling van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten;

  8. het bruto vloeroppervlak voor beroep en bedrijf (inclusief opslag e.a.) bedraagt niet meer dan 30% van de oppervlakte van de (bedrijfs)woning en de daarbij behorende gebouwen, met een maximum van 75 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van nevenactiviteiten, waar onder beroep en bedrijf aan huis, bed & breakfast en ondergeschikte horeca, niet meer dan 150 m2 bedraagt;

  9. in de omgeving treedt geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk op;

  10. de verkeersveiligheid worden niet onevenredig geschaad;

  11. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden worden niet onevenredig geschaad.

46.2 Bed & breakfast

Het gebruik van de gronden, de (bedrijfs)woning en de bijbehorende bouwwerken voor bed & breakfast is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  1. de woonfunctie blijft in stand;

  2. maximaal 10 overnachtingsplaatsen;

  3. in de omgeving treedt geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk op, waarbij tevens wordt voorzien in voldoende geschikte parkeerplaatsen op eigen terrein, met dien verstande dat is voorzien in minimaal 1 parkeerplaats per kamer, dan wel voor kamers groter dan 30 m2 minimaal 1 parkeerplaats per 15 m2;

  4. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning. Dit betekent ook dat een (aparte) kookgelegenheid niet is toegestaan;

  5. bij een woonbestemming bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van nevenactiviteiten, waar onder beroep en bedrijf aan huis, bed & breakfast en ondergeschikte horeca niet meer dan 150 m2;

  6. onverkort het gestelde onder e, bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van nevenactiviteiten, waaronder bed&breakfast, niet meer dan ter plaatse volgens deze regels is toegestaan.

46.3 Gebruiksverbod

Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven en/of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan deze gronden gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van deze gronden en bouwwerken bepaalde.

46.4 Vormen van verboden gebruik

Tot strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

  1. een seksinrichting;

  2. Bevi-inrichtingen;

  3. detailhandel;

  4. sporten die veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross;

  5. (permanente) opslag of stalling van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;

  6. een stand- of ligplaats van onderkomens;

  7. opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, dan wel onderdelen daarvan, en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;

  8. opslag van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop in verband met het onderhoud van de waterloop ingevolge een wettelijke onderhoudsplicht;

  9. opslag van verpakkingsmaterialen, al dan niet voor hun gebruik geschikte werktuigen en machines dan wel onderdelen daarvan, bouwmaterialen, producten, afval en brandstoffen;

  10. bijgebouwen, bedrijfsgebouwen en kassen voor bewoning of recreatief verblijf;

  11. beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport en de modelsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen, het racen of crossen met motorvoertuigen, bromfietsen en fietsen;

  12. het gebruik van een bedrijfswoning als burgerwoning, zijnde bewoning door een persoon die niet met het ter plaatse gevestigde bedrijf is verbonden en wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;

  13. het gebruik van een woning of wooneenheid voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

voor zover dit niet op grond van de regels in dit plan is toegestaan

46.5 Toegestaan gebruik

Het volgende gebruik is niet in strijd met het bestemmingsplan:

  1. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige evenementen, festiviteiten en manifestaties onder de volgende voorwaarden:

  1. niet in de bestemmingen 'Natuur' of 'Bos';

  2. niet meer dan 3 per jaar per locatie;

  3. per keer een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;

  4. de milieutechnische en verkeerstechnische uitvoerbaarheid is aangetoond;

  5. de waarden die het plan beoogd te beschermen niet blijvend onevenredig worden geschaad;

  1. het aanleggen van ondergrond kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:

  1. aardgastransportleidingen met een diameter van meer dan 4" en/of een druk van meer dan 40 bar;

  2. transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2 en K3-categorie met een diameter van meer dan 4";

  3. hoogspanningsleidingen;

  4. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 m of meer en een lengte van 10 km of meer.

Artikel 47 Algemene Afwijkingsregels

47.1 Algemene voorwaarden voor afwijkingen

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.6 onder c van de Wet ruimtelijke ordening kan slechts worden verleend indien tevens wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. aangetoond is dat de afwijking noodzakelijk is, dan wel dat het oprichten van een bouwwerk overeenkomstig de bouwregels van het betreffende artikel ondoelmatig is;

  2. de verkeersveiligheid, aanwezige natuur- en landschapswaarden en cultuur-historische waarden worden niet onevenredig geschaad;

  3. in de omgeving treedt geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk op, waarbij tevens wordt voorzien in voldoende geschikte parkeerplaatsen op eigen terrein, waarbij in ieder geval wordt voldaan aan de gemiddelde parkeernormen zoals opgenomen in de CROW-publicatie nummer 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';

  4. de bebouwing en/of gebruik is verkeerstechnisch toelaatbaar;

  5. er wordt voorzien in een passende landschappelijke inpassing, op basis van een door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurd landschapsplan;

  6. gronden en/of gebouwen mogen niet eerder overeenkomstig de afwijking worden gebruikt dan nadat landschappelijke inpassing is gerealiseerd, wordt beheerd en in stand gehouden conform het beplantingsplan;

  7. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden worden niet onevenredig geschaad;

  8. door initiatiefnemer is een zekerheidstelling afgegeven met betrekking tot de landschappelijke inpassing en de (planschade)kosten.

47.2 Bedrijfscategorie beroep en bedrijf aan huis

Voor het afwijken van de bedrijfscategorie, zoals aangeduid in Staat van bedrijfsactiviteiten, gelden de volgende voorwaarden:

  1. het beroep of bedrijf aan huis is naar aard en ruimtelijke effecten gelijk te stellen met een activiteit in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten aangeduid als categorie 1 of categorie 2;

  2. er wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 47.1;

  3. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 46.1.

47.3 Dubbele bewoning of woningsplitsing

Voor dubbele bewoning, dan wel woningsplitsing gelden de volgende voorwaarden:

  1. de (bedrijfs)woning is op grond van de erfgoedwet aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument;

  2. de inhoud van de bestaande (bedrijfs)woning bedraagt minimaal 900 m3;

  3. oppervlakte bijbehorende bebouwing bedraagt maximaal 75 m2 per wooneenheid;

  4. de bestaande bouwmassa wordt als gevolg van dubbele bewoning niet vergroot, met dien verstande dat de totale (gezamenlijke) oppervlakte bijbehorende bouwwerken uitgebreid mag worden tot maximaal 150 m2;

  5. er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;

  6. er wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 47.1.

47.4 Algemene afwijkingen

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in dit bestemmingsplan, een omgevingsvergunning verlenen voor:

  1. de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de energie- en communicatievoorziening, afvalverwerking, waterhuishouding of wachthuisjes voor vervoersdiensten onder de volgende voorwaarden;

  1. hoogte gebouwen maximaal 4 m;

  2. hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m;

  3. oppervlakte gebouwen maximaal 20 m2;

  1. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die om waterstaatkundige of verkeersredenen noodzakelijk zijn, zoals duikers, keermuren, bruggen, verkeersgeleiders en wegverlichtingsapparatuur;

  2. geringe veranderingen in de tracés van wegen en de aanpassing van de ligging en de vorm van bestemmingsgrenzen met die tracés - tot maximaal 3 m -, indien bij definitieve uitmeting blijkt, dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand van het terrein slechts kan worden aangelegd indien op ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken;

  3. afwijkingen van bestemmings- of bouwperceelsgrenzen tot maximaal 3 m, in andere gevallen dan bedoeld onder c, indien daardoor de uitvoering van een bouwplan in verband met de uitmeting in het terrein, de verkaveling of de situering ter plaatse, wordt mogelijk gemaakt, zonder de stedenbouwkundige opzet of vormgeving van het plan of de belangen van derden in onevenredige mate te schaden;

  4. overschrijding van de bestemmingsgrenzen, zoals aangegeven op de verbeelding, met maximaal 1,5 m, door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, pergola's, lifthuizen en dergelijke;

  5. het overschrijden van de in de regels genoemde maximum bouwhoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, trappen, schoorstenen, torens en dergelijke onderdelen van gebouwen, mits de genoemde bouwhoogte met niet meer dan 5 m wordt overschreden en sprake is van ondergeschikte bouwdelen;

  6. antennemasten hoogte tot maximaal 15 m.

mits,

  1. de waarden die het plan beoogt te beschermen niet in oneveredige mate worden geschaad;

  2. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden worden niet onevenredig geschaad.

Artikel 48 Algemene Wijzigingsregels

48.1 Algemene voorwaarden voor bestemmingswijziging

Een bestemmingswijziging als bedoeld in artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening kan slechts worden vastgesteld indien tevens wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, aanwezige natuur- en landschapswaarden en cultuur-historische waarden worden niet onevenredig geschaad;

  2. er blijft sprake van een logische en compacte opzet van bebouwing;

  3. in de omgeving treedt geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk op, waarbij tevens wordt voorzien in voldoende geschikte parkeerplaatsen op eigen terrein, waarbij in ieder geval wordt voldaan aan de gemiddelde parkeernormen zoals opgenomen in de CROW-publicatie nummer 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';

  4. de bebouwing en/of gebruik is verkeerstechnisch toelaatbaar;

  5. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing, op basis van een door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurd landschapsplan;

  6. gronden en/of gebouwen mogen niet eerder overeenkomstig de wijziging worden gebruikt dan nadat landschappelijke inpassing is gerealiseerd, wordt beheerd en in stand gehouden conform het beplantingsplan;

  7. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden worden niet onevenredig geschaad;

  8. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, waarbij tevens aangetoond moet worden dat:

  • het plan milieutechnisch aanvaardbaar is;

  • het plan stedenbouwkundig en landschappelijk inpasbaar is;

  • in het plan de belangen van het watersysteem voldoende zijn geborgd (het plan is voorzien is van een watertoets);

  • het plan past binnen de geldende beleidskaders;

  • het plan economisch uitvoerbaar is;

  1. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet gewaarborgd zijn, zowel planologisch als financieel;

  2. door initiatiefnemer is een zekerheidstelling afgegeven met betrekking tot de landschappelijke inpassing en de (planschade)kosten.

Artikel 49 Overige Regels

49.1 Parkeren

Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  1. In het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende geschikte parkeergelegenheid, waarbij in ieder geval dient te worden voldaan aan de gemiddelde parkeernormen zoals opgenomen in de CROW-publicatie nummer 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';

  2. In het geval van functiewijziging van (een deel van) een gebouw en/of van gronden dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij in ieder geval dient te worden voldaan aan de gemiddelde parkeernormen zoals opgenomen in de CROW-publicatie nummer 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';

  3. Indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen;

  4. De parkeervoorzieningen als bedoeld onder a en b en de ruimte voor laad- en losvoorzieningen als bedoeld onder c dienen in stand te worden gehouden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 50 Overgangsrecht

50.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;

  1. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;

  2. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

50.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

  3. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

  4. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 51 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Zevenaar Noord 2018'.