Warnsveld kom Zuid 2010
Bestemmingsplan - Gemeente Zutphen
Vastgesteld op 03-07-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Warnsveld Kom Zuid 2010 van de gemeente Zutphen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0301.52bp1300WKomZuid-vs01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
1.3 aanbouw:
een met het hoofdgebouw verbonden, en vanuit hethoofdgebouw te bereiken, afzonderlijk gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en dat door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan huis verbonden beroep:
een (para)medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig en daarmee gelijk te stellen beroep dat in of bij een woning wordt uitgeoefend (met uitzondering van vrijstaande bijgebouwen) door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.7 achtergevelrooilijn:
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de openbare weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd; indien er geen sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak op de plankaart/verbeelding is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan:
1.8 ander werk
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
1.9 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.10 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.11 bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, met uitzondering van de bedrijfswoning:
1.12 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor het huishouden van de persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.13 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.14 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.17 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.20 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.21 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.22 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.23 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.24 Brochure Bedrijven en Milieuzonering:
de publicatie “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, uitgave 2009;
1.25 consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten:
het als eenmanszaak beroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, dan wel ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat, wanneer deze in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van de woonfunctie. De volgende consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten zijn met in achtneming van de hier gestelde voorwaarden toelaatbaar: fotograaf, autorijschool, bloemschikker, decorateur, fietsenreparateur, goud- en zilversmid, hoedenmaker, hondentrimmer, pottenbakker, instrumentenmaker, kaarsenmaker, klompenmaker, lijstenmaker, loodgieter, meubelmaker, computerservice (o.a. systeembouw/-analyse), schoonheidsspecialiste, kapsalon, traiteur, muziekinstrumentenmaker, zadelmaker, nagelstudio, tv/radio reparateur, reisorganisatie (kleinschalig), koeriersdienst, prothesemaker, reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek/radio’s TV’s/horloges,etc) en glazenwasser;
1.26 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.27 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.28 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder begrepen zijn diensten op therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.29 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.30 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
1.31 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.32 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
1.33 horeca:
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.34 lichte horeca:
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en in de vroege avonduren dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrum-voorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, restaurants, snackbars en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;
1.35 zware horeca:
een bedrijf waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege nacht dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals een bar-dancing, discotheekof nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.36 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)- overheidsinstellingen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
1.37 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.38 mantelzorg:
het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.39 onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
1.40 ontspanning en vermaak
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.41 overkapping:
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.42 perceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.43 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. voor alle andere gevallen: het aansluitende terrein;
tenzij anders in de regels is aangegeven;
1.44 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.45 seksinrichting:
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.46 staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.47 standplaats:
een kavel, waarop nutsvoorzieningen aanwezig zijn, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen;
1.48 uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.49 volumineuze goederen:
goederen ten behoeve waarvan, voor de uitstalling of opslag, een groot vloeroppervlak nodig is, te weten auto's, caravans, boten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, bouwmarkten en grootschalige meubeldetailhandel en woninginrichting;
1.50 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijkals zodanig diende te worden aangemerkt;
1.51 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.52 woonwagen:
voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
1.53 zijdelingse perceelgrens:
een loodrecht of nagenoeg loodrecht op de weg waaraan wordt gebouwd gelegen bouwperceelgrens.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.5 de horizontale diepte van een gebouw:
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.7 de oppervlakte van een ander bouwwerk (geen gebouw zijnde):
de projectie van de grootste afmeting neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.9 ondergeschikte bouwdelen:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt;
2.10 nadere detaillering wijze van meten:
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld;
2.11 bestaande maten:
In die gevallen dat (goot)hoogten, bebouwingspercentages, oppervlakten en/of inhoud van bouwwerken ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan meer bedragen dan in hoofdstuk II is vorgeschreven, gelden deze bestaande (goot)hoogten, bebouwingspercentages, oppervlakten en/of inhoud als maximum.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van een bedrijf, dat niet vermeld is onder de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien dit bedrijf qua aard en omvang van de milieuhinder, die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. lichte horeca;
- c. kantoren;
- d. maatschappelijke voorzieningen;
- e. dienstverlenende bedrijven;
- f. de vermelde fucnties onder a tot en met e zijn uitsluitend toegelaten op de begane grond;
- g. woningen zijn uitsluitend toegelaten op de verdiepingen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden,
parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen, groenvoorzieningen, bomen, boomstructuren, bermen, parken, pleinen en dierenweiden;
- b. paden, speelvoorzieningen, watervoorzieningen voor de waterhuishouding;
- c. een dierenverblijf ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - dierenverblijf';
- d. geluidwerende voorzieningen in de vorm van geluidwallen ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' en geluidschermen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - geluidsscherm';
- e. nutsvoorzieningen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' het behoud en herstel van hoofd- en nevengroenstructuren,
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van de keur van het waterschap.
5.2 Bouwregels
Bij het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld lid 5.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding, waarbij tevens geldt dat er plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' niet gebouwd mag worden. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Horeca
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor lichte horeca met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven.
6.2 Bouwregels
6.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Maatschappelijk
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. fietsenstallingen;
- c. voorzieningen voor de waterhuishouding;
- d. een milieustraat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - milieustraat';
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, water, parkeer- en groenvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Bij het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld in lid 7.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
Artikel 8 Recreatie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor recreatieve activiteiten in de vorm van volkstuinen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
8.2 Bouwregels
Bij het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld in lid 8.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
Artikel 9 Sport
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportactiviteiten;
- b. ondergeschikte horeca, uitsluitend ten dienst van de sportactiviteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' het behoud en herstel van hoofd- en nevengroenstructuren,
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
9.2 Bouwregels
Bij het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld in lid 9.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding, waarbij tevens geldt dat er plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' niet gebouwd mag worden. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Tuin
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
Bij het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld in lid 10.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
10.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits de bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met minimaal 2 m bedraagt, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
- b. De omgevingsvergunning om af te wijken als bedoeld in lid 10.3, sub a, kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. in voldoende mate wordt voorzien in parkeergelegenheid;
- 3. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
- 4. en geen onevenredige hinder voor de omgeving ontstaat.
Artikel 11 Verkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. onderdoorgangen en bruggen;
- c. bermen, bomen, boomstructuren, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- e. nutsvoorzieningen en ondergrondse leidingen;
- f. een parkeerterrein ten behoeve van vrachtauto's ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' het behoud en herstel van hoofd- en nevengroenstructuren,
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 Bouwregels
Bij het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld lid 11.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding, waarbij tevens geldt dat er plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' niet gebouwd mag worden. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels . Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
11.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging en andere waterhuishoudkundige doeleinden waaronder het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water zoals in vijvers, waterlopen en andere watergangen met de daarbij behorende oeverstroken;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en visueel landschappelijke waarden;
- c. infrastructurele voorzieningen;
- d. nuts- en groenvoorzieningen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen, steigers en/of duikers.
12.2 Bouwregels
Bij het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld lid 12.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'vrijstaand' voor vrijstaande woningen;
- 2. 'twee-aaneen' voor twee-aaneen woningen;
- 3. 'aaneengebouwd' voor aaneengebouwde woningen;
- 4. 'gestapeld' voor gestapelde woningen;
- b. aan huis verbonden beroepen of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten met een
maximale vloeroppervlakte van 33,3% van de vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 50 m²; - c. woonwagens ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
- d. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
- e. geluidwerende voorzieningen in de vorm van geluidwallen en ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' en geluidschermen ter plaatse van de aanduiding 'geluidsscherm';
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 14 Waarde - Hoog Bekende Archeologische Waarde
14.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Hoog Bekende Archeologische Waarde' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van archeologische waarden.
- b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
14.2 Bouwregels
In de in lid 14.1 onder a. bedoelde bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 14.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan een deskundige in zake archeologie. Ten behoeve van deze secundaire bestemmingen mag gebouwd worden overeenkomstig het bepaalde bij de betreffende bestemmingsregels.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, waarbij de dubbelbestemming Waarde -Hoog Bekende Archeologische Waarde' op de verbeelding wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, hetzij handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk wordt geacht;
- b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde onder a. naschriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
Artikel 15 Waarde - Hoog Verwachte Archeologische Waarde
15.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Hoog Verwachte Archeologische Waarde' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van archeologische waarden.
- b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
15.2 Bouwregels
In de in lid 15.1 onder a. bedoelde bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan.
15.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 15.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan een deskundige in zake archeologie. Ten behoeve van deze secundaire bestemmingen mag gebouwd worden overeenkomstig het bepaalde bij de betreffende bestemmingsregels.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, waarbij de dubbelbestemming Waarde -Hoog Verwachte Archeologische Waarde' op de verbeelding wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, hetzij handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk wordt geacht;
- b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde onder a. naschriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
Artikel 16 Waarde - Middelhoog Verwachte Archeologische Waarde
16.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Middelhoog Verwachte Archeologische Waarde' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van archeologische waarden.
- b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
16.2 Bouwregels
In de in lid 16.2 onder a. bedoelde bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan.
16.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 16.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan een deskundige in zake archeologie. Ten behoeve van deze secundaire bestemmingen mag gebouwd worden overeenkomstig het bepaalde bij de betreffende bestemmingsregels.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, waarbij de dubbelbestemming Waarde -Middelhoog Verwachte Archeologische Waarde' op de verbeelding wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, hetzij handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk wordt geacht;
- b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde onder a. naschriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
Artikel 17 Waarde - Laag Verwachte Archeologische Waarde
17.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Laag Verwachte Archeologische Waarde' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van archeologische waarden.
- b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
17.2 Bouwregels
In de in lid 17.1 onder a. bedoelde bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 17.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan een deskundige in zake archeologie. Ten behoeve van deze secundaire bestemmingen mag gebouwd worden overeenkomstig het bepaalde bij de betreffende bestemmingsregels.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, waarbij de dubbelbestemming Waarde -Laag Verwachte Archeologische Waarde' op de verbeelding wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, hetzij handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk wordt geacht;
- b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde onder a. naschriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
Artikel 18 Waterstaat - Beheerszone Watergang
18.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Beheerszone Watergang' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de aanleg en het onderhoud van de watergang.
- b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is.
18.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming met een hoogte van maximaal 1 meter zijn toegestaan.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 18.2 om het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen toe te staan, mits hiertegen met het oog op de bescherming van de A-watergang geen bezwaar bestaat; Voorafgaande aan de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.
18.4 Specifieke gebruiksregels
- 1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met deze bestemming.
- 2. Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning om af te wijken van het in 18.4, lid 1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 19 Leiding - Hoogspanningsverbinding
19.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor:
- 1. een bovengrondse hoogspanningsverbinding;
- 2. het beheer en onderhoud van de verbinding;
- 3. (veiligheids)maatregelen ter bescherming van de woon- en leefomgeving in verband met de aanwezigheid van hoogspanningsverbinding; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
- b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is.
19.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 19.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 20 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 Algemene Bouwregels
21.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
21.2 Bestaande maten en percentages
- a. In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de plankaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk II van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
- b. In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk II van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
22.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Het is in ieder geval verboden bouwwerken en gronden te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken voor:
- a. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen;
- b. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- c. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer-en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
- d. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan;
- e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
22.2 Uitzonderingen
Het in lid 22.1 van dit artikel bepaalde is niet van toepassing op:
- a. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
- b. opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;
- c. het opslaan of storten van afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen.
22.3 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning om af te wijken van het bepaalde in lid 22.1, indien strikte toepassing van die regels zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door een dringende reden wordt gerechtvaardigd.
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
23.1 Afwijkingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken :
- a. van in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. van de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/ofde bebouwing;
- c. van de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- d. van de regels en toestaan dat de bouwhoogte vanbouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m;
- e. van de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 4 m ten dienste vanhet openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes, telefooncellen, alsmede andere bouwwerken, zoals muurtjes, standbeelden en lichtmasten.
23.2 Afwijkingscriteria
Deze afwijkingsbevoegdheid is niet van toepassing op gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen. Afwijken als bedoeld in lid 23.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredigworden geschaad.
Artikel 24 Algemene Wijzigingsbevoegdheden
24.1 Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van transformatorhuisjes en andere nutsgebouwtjes met een inhoud van ten hoogste 100 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 4 m, welke in het kader van de nutsvoorzieningen nodig zijn;
- b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, nodig zijn, mits de oppervlakte van een bestemmings- en/of bebouwingsvlak met niet meer dan 20% wordt gewijzigd.
24.2 Procedure
Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan het bepaalde in lid 24.1, dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 25.1.
Artikel 25 Algemene Procedureregels
25.1 Wijziging
Bij de voorbereiding van een besluit tot wijziging, opgenomen in de regels van dit bestemmingsplan is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
26.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
26.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 27 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Warnsveld Kom Zuid 2010.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten