Bestemmingsplan Swifterbant - Centrum (6070)
Bestemmingsplan - Gemeente Dronten
Vastgesteld op 21-10-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. het plan:
het Bestemmingsplan Swifterbant - Centrum (6070);
2. bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0303.6070-0ONH met bijbehorende regels;
3. aan- of uitbouw:
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
4. aan-huis-verbonden beroep:
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar de aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, dat wordt uitgeoefend in of bij een woning, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
5. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
6. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
7. archeologisch waardevol terrein:
een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;
8. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
9. bebouwingspercentage:
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
10. bedrijf:
onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en/of verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt;
11. bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
12. (beperkt) kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
13. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
14. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
15. bijgebouw:
een vrijstaand afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden, op hetzelfde bouwperceel gelegen, gebouw;
16. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
17. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
18. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten (met inbegrip van de gronden bestemd als 'Tuin');
19. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
20. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
21. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
22. dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
23. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
24. erf:
de oppervlakte van het bouwperceel uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw en van de gronden met de bestemming 'Tuin';
25. erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
26. garagebox:
een gebouw dat bedoeld is voor de stalling van motorvoertuigen, alsmede als opslagplaats c.q. berging ten behoeve van huishoudelijk gebruik;
27. gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
28. geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
29. hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een perceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
30. horecabedrijf:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
31. kap:
een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
32. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten waarvoor geen vergunningplicht op grond van milieuwetgeving geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning uitgeoefend kunnen worden;
33. kringloopwinkel:
een winkel, welke gericht is op de verkoop van gebruikte huishoudelijke goederen;
34. nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
35. overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
36. peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter bouwhoogte van de hoofdingang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein;
37. productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
38. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
39. risicogevoelig bouwwerk cq. object:
een bouwwerk c.q. object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, dat kan worden aangemerkt in de zin van dat besluit als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object;
40. risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
41. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
42. vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
43. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1. afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsgrens;
2. bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
3. dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
4. goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
5. inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
6. lengte, breedte en diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
7. oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het object.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Bedrijf
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede voor een mechanisatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf' met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven, met dien verstande dat indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG', een verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG is toegestaan;
en mede bestemd voor:
- b. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een risicovol object, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. verblijfsdoeleinden;
- e. verkeersdoeleinden;
- f. het wonen in de vorm van bedrijfswoningen.
3.2. Bouwregels
3.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat-en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, ontheffing verlenen van:
- a. het bepaalde in lid 3.2.2. sub a en toestaan dat buiten het bouwvlak overkappingen mogen worden gebouwd, mits:
- 1. uitsluitend wordt gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf';
- 2. de overkappingen aan de bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
- 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen ten hoogste 250 m² bedraagt.
3.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel in motorbrandstoffen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG';
- b. het gebruik van de gronden als opslagpunt voor LPG ten behoeve van een verkooppunt van motorbrandstoffen, indien ter plaatse niet is voorzien in de aanduiding 'opslag';
- c. het gebruik van de gronden als vulpunt voor LPG ten behoeve van en verkooppunt van motorbrandstoffen, indien ter plaatse niet is voorzien in de aanduiding 'vulpunt LPG'.
3.6. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van:
- a. het bepaalde in lid 3.1. sub a en toestaan dat bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. het bepaalde in lid 3.5. sub a en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor productiegebonden detailhandel.
Artikel 4 : Centrum
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. kantoren met een baliefunctie;
- d. horeca, niet zijnde zalencentra, discotheken en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- e. detailhandel;
voorzover het de eerste bouwlaag betreft
- f. het wonen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'wonen uitgesloten';
met daaraan ondergeschikt:
- g. verkeer- en verblijf;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen.
4.2. Bouwregels
4.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de eerste bouwlaag ten behoeve van het wonen;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'horeca', in welk geval horeca met uitzondering van zalencentra, discotheken en naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, is toegestaan;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten';
- d. het gebruik van de tweede en hogere bouwlagen voor de in lid 4.1. onder a tot en met e genoemde functies.
4.5. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van:
- a. het bepaalde in lid 4.4. sub b en toestaan dat horecabedrijven buiten het aanduidingsvlak 'horeca' worden gevestigd, mits:
- b. ten minste 50% van de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van de bestemming voor detailhandel wordt gebruikt;
- c. het geen zalencentra, discotheken en naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven betreft.
Artikel 5 : Gemengd
5.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven
- b. (openbare) dienstverlening;
- c. een kringloopwinkel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
met daaraan ondergeschikt:
- d. groenvoorzieningen;
- e. verblijfsdoeleinden;
- f. verkeersdoeleinden.
5.2. Bouwregels
5.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel', in welk geval detailhandel in de vorm van een kringloopwinkel is toegestaan;
- b. het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'garage', anders dan ten behoeve van stalling en opslag.
5.5. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 5.1. onder a en toestaan dat bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven.
Artikel 6 : Groen
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. paden;
en mede bestemd voor:
- e. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een risicovol object, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
met daaraan ondergeschikt:
- f. verblijfs- en parkeervoorzieningen.
6.2. Bouwregels
6.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 7 : Horeca
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca;
met daaraan ondergeschikt:
- b. verblijfs- en parkeervoorzieningen;
- c. het wonen in de vorm van een bedrijfswoning.
7.1. Bouwregels
7.2. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 8 : Maatschappelijk
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (overheids-)voorzieningen op het gebied van:
- 1. welzijn;
- 2. volksgezondheid;
- 3. cultuur;
- 4. religie;
- 5. sport;
- 6. onderwijs;
- 7. (dag)opvang;
en daarmee gelijk te stellen sectoren.
8.2. Bouwregels
8.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 9 : Tuin
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen.
9.2. Bouwregels
9.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 10 : Verkeer - Verblijf
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met een functie voor verkeer en verblijf;
- b. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- c. parkeervoorzieningen;
- d. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;
- e. groenvoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. kunstobjecten;
- h. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen';
en mede bestemd voor:
- i. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een risicovol object, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg'.
10.2. Bouwregels
10.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel', in welk een standplaats voor de uitoefening van detailhandel is toegestaan.
Artikel 11 : Wonen - 1
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen.
11.2. Bouwregels
11.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4. Ontheffing van de bouwregels
11.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep;
- b. het gebruik van gedeelten van de woning voor het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen, indien:
- 1. de hieruit voortvloeiende activiteiten vergunningplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving;
- 2. het beroep niet wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning;
- 3. de maximum vloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de woning;
- 4. de maximum bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 60 m² bedraagt;
- 5. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
- 6. horeca en detailhandel plaatsvinden.
11.6. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- a. het bepaalde in lid 11.5. sub a voor het uitoefenen van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten als genoemd in de bij de regels behorende en in bijlage 1 opgenomen bedrijvenlijst, of die naar aard en invloed op de omgeving hiermee vergelijkbaar zijn, mits:
- 1. de hieruit voortvloeiende activiteiten niet vergunningplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving;
- 2. de oppervlakte ten hoogste 40% bedraagt van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m²;
- 3. de activiteit uitgeoefend wordt door in ieder geval de bewoner van de woning;
- 4. parkeren op eigen erf plaatsvindt; indien dit niet mogelijk is mag de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van de voorgenomen activiteit niet onevenredig toenemen;
- 5. geen horeca en detailhandel plaatsvinden.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 : Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 : Algemene Gebruiksregels
13.1. Gebruik van onbebouwde gronden
13.2. Gebruik van bouwwerken
Het is in ieder geval verboden de gebouwen te gebruiken voor detailhandelsdoeleinden en als seksinrichting.
Artikel 14 : Algemene Aanduidingsregels
14.1. veiligheidszone - lpg
Artikel 15 : Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het plan voor:
- a. het overschrijden van de bouw- en bestemmingsgrenzen voor de bouw van erkers bij woningen, met ten hoogste 1,50 m en over maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, mits:
- 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. het overschrijden van de regels inzake goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen, met niet meer dan 10%;
- c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
- d. geringe afwijkingen van het beloop van een weg, groenstroken of begrenzing van bestemmingen, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt dat deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn, mits de afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 4,00 m bedragen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 : Overgangsrecht
16.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van sublid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid a met maximaal 10%.
- c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 : Slotregel
Dit plan kan worden aangehaald onder de titel:
Bestemmingsplan Swifterbant - Centrum (7050)
van de gemeente Dronten.
Behorend bij het besluit van 21 oktober 2010.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 1 Bedrijvenlijst kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Bijlage 1 Watertoetsformulier Kleine Plannen
Bijlage 1 Watertoetsformulier kleine plannen
Bijlage 2 Onderzoek Groepsrisico Lpg-station
Bijlage 2 Onderzoek groepsrisico LPG-station