Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek
Bestemmingsplan - gemeente Amersfoort
Vastgesteld op 04-09-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek met identificatienummer NL.IMRO.0307.BP00129-0301 van de gemeente Amersfoort;
1.2 achtererfgebied
het erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.3 afhankelijke woonruimte
een bijbehorend bouwwerk waarin mantelzorg wordt verleend;
1.4 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw en geen bijbehorende bouwwerk zijnde;
1.5 bebouwingsgebied:
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
1.6 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.7 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke in eigendom is van een (bijbehorend) bedrijf, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
1.8 bedrijfsvloeroppervlakte/brutovloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
1.9 belangrijke lijnbeplanting:
lijnvormig element, bestaande uit bomen en eventueel bijbehorende onderbeplanting, en is van belang als structuurbepalend element en/of ecologische verbinding;
1.10 bestaand bouwwerk:
een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, danwel omgevingsvergunning;
1.11 bestaand gebruik:
gebruik van grond en bouwwerken dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het plan;
1.12 boom
een houtig opstaand gewas, zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam;
1.13 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van kelder en ruimten in de kap;
1.14 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.15 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.16 coffeeshop:
een alcoholvrij horecabedrijf ten aanzien waarvan de burgemeester in beginsel de handel in hasjiesj en hennep (ook stekjes) zoals omschreven in lijst II behorend bij de Opiumwet, ook wel aangeduid als hasj, marihuana, weed, wiet of stuff, heeft toegestaan;
1.17 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen een afhaalservice van etenswaren, de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.18 detailhandel volumineus
vormen van detailhandel die een assortiment voeren van overwegend ruimte vergende goederen, waaronder bouwmarkten, tuincentra, woninginrichtingszaken, auto-, boten- en caravanbedrijven worden gerekend en die zich veelal in de periferie van de stad vestigen en waarbij de nadruk ligt op doelgericht, laagfrequent aankopen doen;
1.19 dienstverlening publieksgericht:
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus en dergelijke;
1.20 dunning
velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand in een bosplantsoen met een min of meer gesloten bladerdak of een houtopstand bestaande uit een boomgroep van meer dan 10 bomen;
1.21 erf:
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
1.22 erotisch getinte horeca:
een horecabedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal en tevens het bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
1.23 evenementen:
grootschalige, periodieke en/of meerdaagse manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, shows, tentoonstellingen en thematische markten;
1.24 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.25 gemeentelijk stadsgezicht:
groepen van onroerende zaken en terreinen, hieronder begrepen bomen, straten, pleinen, bruggen en water, die een samenhangend beeld vormen dat van belang is wegens de schoonheid, het karakter of de cultuurhistorische waarde van het geheel, die zijn vermeld op de gemeentelijke lijst van stadsgezichten;
1.26 halfverharding
een doorlatende verharding die bestaat uit een (weg)dek met een zeer hoge doorlatendheid. Bij halfverharding stroomt regenwater direct door naar de onderliggende laag waardoor het kan worden geïnfiltreerd in de bodem of vertraagd kan worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Voorbeelden van halfverharding zijn grind, gebroken puin, gebroken natuursteen, schelpen, houtsnippers;
1.27 hoofdgebouw:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.28 horeca van categorie 1
horecabedrijven waarbij de nadruk ligt op eten en minder op het serveren van alcoholische dranken ( zoals restaurant, eetcafé, lunchroom en dergelijke);
1.29 horeca van categorie 2
horecabedrijven waarbij de nadruk ligt op (alcoholisch) drinken (de avond-/nachthoreca zoals discotheken, cafés en dergelijke)
1.30 horeca van categorie 3
horeca als nevenfunctie in andere instellingen of hoofdfuncties (sportkantine, hotel, buurthuis, pension en dergelijke);
1.31 horeca van categorie 4
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of het verstrekken van alcoholische of niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse;
1.32 houtopstand
een of meer bomen, hakhout, een houtwal of houtig opstaande gewassen met een min of meer aaneengesloten bladerdak van minimaal 50 vierkante meter;
1.33 huishouden:
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
1.34 inrichting
inrichting als bedoeld in het Activiteitenbesluit;
1.35 internetwinkel:
een specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet tot stand komt, ter plaatse alleen de bijbehorende opslag en distributie plaatsvindt en afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt;
1.36 kap
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend of gebogen vlak;
1.37 kelder:
een gedeelte van een gebouw dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw, danwel van een bijbehorend bouwwerk of door het afgewerkte maaiveld, en dat geheel is gelegen onder het afgewerkte maaiveld.
1.38 koekoek
een met keerwanden uitgevoerd bouwwerk ter hoogte van het snijpunt van de gevel en het maaiveld dat voorziet in de licht- en luchttoetreding van de onderbouw en geen toegang tot het gebouw mag zijn;
1.39 kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van wegen en waterlopen, zoals een brug, duiker of viaduct, alsmede beeldende kunst;
1.40 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, medische, sociale, culturele, levensbeschouwelijke, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en opvangvoorzieningen;
1.41 mantelzorg:
het bieden van hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt in of bij een woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en met een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.42 ondergronds bouwwerk
een (gedeelte) van een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil;
1.43 onderkomen:
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
1.44 onzelfstandige woonruimte:
woonruimte waarin onzelfstandige woonruimte wordt geboden aan meer dan één persoon, of meer dan één huishouden, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, welke voorzieningen gedeeld worden met anderen, met uitzondering van een kamer in een verzorgings- of verpleeghuis;
1.45 opvangvoorzieningen:
opvang, vooral van kinderen, in speciaal daarvoor ingestelde verblijven;
1.46 overbouwing:
een deel van een gebouw, gelegen boven het peil, vrij van het aansluitende afgewerkte terrein, dat ter weerszijden wordt ondersteund door hetzelfde gebouw;
1.47 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.48 overkapping
een overdekte bebouwde voorziening, die maximaal 2 eigen wanden heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;
1.49 parkeereis:
het aantal parkeerplaatsen dat op basis van de in Amersfoort geldende parkeernormen nodig is voor een ruimtelijke ontwikkeling;
1.50 peil:
- a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. voor de overige gebouwen: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct aan de weg grenst: de kruin van de weg;
- d. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw;
- e. de (maaiveld)hoogte van een voor een erf of erven als zodanig aangegeven punt;
- f. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.51 prostitutie:
het aanbieden van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding;
1.52 prostitutiebedrijf:
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische massagesalon mede begrepen;
1.53 publieksgerichte beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis:
beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis bestaande uit hoofdzakelijk baliewerkzaamheden of andere diensten die publiek aantrekken, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus, kinderopvang, ateliers en dergelijke; in tegenstelling tot niet-publieksgerichte beroep- en bedrijfsactiviteit aan huis;
1.54 rijstrook
deel van een rijbaan dat de breedte heeft van een voertuig, plus enige speling aan beide zijden;
1.55 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht; onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een parenclub of prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.56 sociale huurwoning:
een huurwoning met een aanvangshuurprijs onder de grens als bedoeld in artikel 13 eerste lid onder a van de Wet op de huurtoeslag, op het moment van opstellen van voorliggend bestemmingsplan € 710,68 per maand. De hiervoor bedoelde grens wordt periodiek door de verantwoordelijke minister vastgesteld;
1.57 souterrain:
het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat maximaal 1,2 meter boven het (straat)peil is gelegen;
1.58 speeltoestel
ander bouwwerk ten behoeve van het spelen, zoals een wipkip of een schommel;
1.59 speelvoorziening:
een verzameling speeltoestellen danwel een voorziening in de vorm van bijvoorbeeld een voetbal- of basketbalveldje, een speeltuin of een jeu de boulesbaan, waar meerdere personen gelijktijdig kunnen spelen;
1.60 verbeelding:
de geometrisch bepaalde planobjecten (voorheen plankaart genoemd);
1.61 vellen
rooien, kappen, verplanten, snoeien van meer dan 20% van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen en achterstallige vormsnoei, of het verrichten van andere handelingen zowel boven- als ondergronds die de dood van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben;
1.62 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig aangemerkt diende te worden;
1.63 voorgevelrooilijn:
denkbeeldige dan wel op de plankaart aangegeven grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, die loopt tot aan de perceelsgrenzen;
1.64 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
1.65 woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de perceelgrens:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot een bepaalde grens van het erf;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 de lengte, breedte en de diepte van een bouwwerk:
tussen de lijnen, getrokken door de buitenzijde van de gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren;
2.7 oppervlakte van bijbehorende bouwwerken:
bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden niet meegerekend (gedeelten van) bijbehorende bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat erkers, etc. voor de voorgevel niet meetellen bij de berekening van de oppervlakte;
2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' (nv) een nutsvoorziening;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, watergangen en -partijen en voorzieningen voor de waterhuishouding, wegen en paden, parkeervoorzieningen en erven.
3.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.
Artikel 4 Bedrijf - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteit, die als bijlage 1 Staatvan bedrijfsactiviteiten Amersfoort Zuid en Kattenbroek bij deze regels zijn gevoegd;
- b. ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg” (vm), tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende detailhandel en een autowasstraat;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) een bedrijfswoning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' (dh), tevens voor detailhandel overeenkomstig de regels in artikel 9 Detailhandel;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, watergangen en -partijen en voorzieningen voor de waterhuishouding, nutsvoorzieningen, wegen en paden, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen en erven;
met dien verstande dat per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
4.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 4.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 4.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
4.4 Specifieke gebruiksregels
- a. opslag ten behoeve van bedrijvigheid die op grond van dit artikel is toegestaan, is uitsluitend toegestaan achter het verlengde van de voorgevel;
- b. met uitzondering van het bepaalde in lid 4.1 onder b, is detailhandel uitgesloten, behalve voor productiegebonden detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte producten.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Bedrijf - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteit, die als bijlage 1Staat van bedrijfsactiviteiten Amersfoort Zuid en Kattenbroek bij deze regels zijn gevoegd;
- b. ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg” (vm), tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende detailhandel en een autowasstraat;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) een bedrijfswoning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' (dh), tevens voor detailhandel overeenkomstig de regels in artikel 9 Detailhandel;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, watergangen en -partijen en voorzieningen voor de waterhuishouding, nutsvoorzieningen, wegen en paden, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen en erven;
met dien verstande dat per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
5.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 5.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 5.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
5.4 Specifieke gebruiksregels
- a. opslag ten behoeve van bedrijvigheid die op grond van dit artikel is toegestaan, is uitsluitend toegestaan achter het verlengde van de voorgevel;
- b. met uitzondering van het bepaalde in lid 5.1 onder b, is detailhandel uitgesloten, behalve voor productiegebonden detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte producten.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro een bedrijfsbestemming in het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
Artikel 6 Bedrijf - Gasdrukmeet- En Regelstation
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Gasdrukmeet- en regelstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een gasdrukmeet- en regelstation;
- b. ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
- c. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, lichtvoorzieningen, erf- en terreinafscheidingen en groen.
6.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming
Artikel 7 Bos
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. natuur en landschap in de vorm van bos en bijzondere parkelementen;
- b. de instandhouding, bescherming en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;
- c. speeltoestellen;
- d. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' (sv);
- e. op het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan bestaande in- en uitritten en ontsluitingswegen, uitsluitend voor zover deze noodzakelijk zijn voor het bereiken van de (aangrenzende) percelen;
- f. op het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan bestaande voetpaden en paden ten behoeve van voertuigen (niet zijnde motorvoertuigen);
- g. recreatief medegebruik in de vorm van bijvoorbeeld fietsen, wandelen, paardrijden;
- h. watergangen en -partijen.
7.2 Bouwregels
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Cultuur En Ontspanning
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een seksinrichting met horeca van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrchting' (si);
- b. een atelier ter plaatse van de aanduiding 'atelier' (atl);
- c. ter plaatse van de Arnhemseweg 69 een peuterspeelzaal met 'speeltuin' (spt);
- d. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer- en groenvoorzieningen, watergangen en -partijen;
met dien verstande dat per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
8.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 8.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 8.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 9 Detailhandel
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op de begane grondlaag:
- 1. detailhandelsdoeleinden;
- 2. aan detailhandel verwante bedrijfsactiviteiten en publieksgerichte dienstverlening;
- 3. uitsluitend binnen het winkelcentrum 'Emiclaer' horeca van categorie 1 en 2 als bedoeld in artikel 15 Horeca, met een totaal maximaal bruto vloeroppervlak van 270 m2;
- 4. in de wijken Randenbroek en Schuilenburg is horeca van categorie 1 toegestaan volgens artikel 15 Horeca met een totaal maximaal bruto vloeroppervlak van 652 m2;
- 5. geluidwerende voorzieningen;
- 6. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer-, nuts- en groenvoorzieningen, watergangen en -partijen;
- b. op de verdiepingen woningen overeenkomstig de regels in artikel 30 Wonen - 4 ;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
9.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 9.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 9.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 10 Gemengd - 1
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op de begane grond:
- 1. medische voorzieningen;
- 2. culturele voorzieningen;
- 3. kantoren;
- 4. bedrijven die in de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten Amersfoort Zuid en Kattenbroek' zijn aangeduid als categorie 1 (bijlage 1 bij deze regels);
- b. op de verdiepingen woningen;
- c. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer-, nuts- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van ontvangst van de aanvraag.
10.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 10.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 10.4 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 11 Gemengd - 2
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. Op de begane grond:
- 1. medische voorzieningen;
- 2. culturele voorzieningen;
- 3. kantoren;
- 4. bedrijven die in de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten Amersfoort Zuid en Kattenbroek' zijn aangeduid als categorie 1 (bijlage 1 bij deze regels);
- 5. horeca-1 ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1” (h=1 );
- 6. detailhandelsdoeleinden;
- 7. ter plaatse van het perceel Utrechtseweg 62 tevens wonen;
- 8. in het wijkwinkelcentrum Emiclaer is horeca van categorie 1 (h=1) volgens artikel 15 Horeca toegestaan met een maximum bruto vloeroppervlak van 800 m2;
- b. op de verdiepingen woningen, met uitzondering van de adressen Leusderweg 63A, 65, 68, 125, 222 en 262-264 tenzij bij een aanvraag omgevingsvergunning aangetoond wordt dat voldaan kan worden aan de geldende geluidsnorm;
- c. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer-, nuts- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van ontvangst van de aanvraag .
11.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
11.3 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in lid 11.1 onder b, geldt voor het perceel Utrechtseweg 62 dat ook op de begane grond gewoond mag worden.
11.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
11.5 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 11.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 11.5 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 12 Gemengd - 3
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op de begane grond administratieve, financiële en publieksgerichte dienstverlening;
- b. op de verdiepingen woningen;
- c. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer-, nuts- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van ontvangst van de aanvraag.
12.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 12.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 13 Groen - Buurtgroen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Buurtgroen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen met een functie voor de buurt;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen, watergangen en -partijen inclusief de daarbij behorende onderhoudspaden en/of -stroken, met inachtneming van de keur van het waterschap;
- c. recreatief medegebruik in de vorm van wandelen, fietsen, spelen, verblijven en beleven;
- d. voet- en fietspaden waarbij voldaan moet worden aan de regels uit lid 13.6.1;
- e. een tunnelbak ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' (tu);
- f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg), een gebouwde parkeervoorziening;
- g. behoud en ontwikkeling van het leefgebied voor de Hazelworm, ter plaatse van het aanduidingsvlak ‘specifieke vorm van groen - leefgebied Hazelworm (sg-lh)’;
- h. buurtinitiatieven, zoals het aanleggen van een moestuin, mits voldaan wordt aan de regels uit lid 13.5;
- i. op het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan bestaande in- en uitritten en ontsluitingswegen uitsluitend voor zover deze noodzakelijk zijn voor het bereiken van de (aangrenzende) percelen;
- j. speeltoestellen;
- k. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' (sv);
- l. geluidwerende voorzieningen;
- m. bij deze bestemming behorende voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 13.2.2 onder d ten behoeve van het bouwen van geluidwerende voorzieningen tot ten hoogste 5 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 13.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. tegen deze hoogte geen bezwaar bestaat vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid of in verband met de ontsluiting van percelen;
- 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- 3. er geen bezwaren bestaan vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting en vormgeving;
- 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden.
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
13.5 Melding gebruik groen
Het gebruik van gronden met de bestemming Groen - Buurtgroen ten behoeve van buurtinitiatieven, zoals het aanleggen van een gemeenschappelijke moestuin, is verboden tenzij een melding is gedaan bij burgemeester en wethouders waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
- a. er mag niet worden gebouwd;
- b. de gronden moeten een groene uitstraling houden en bomen moeten worden gerespecteerd;
- c. het gebruik moet een gezamenlijk initiatief zijn van een groep bewoners die rond de betreffende gronden woont;
- d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale en veilige afwikkeling van het verkeer en geen nadelige invloed hebben op de parkeer mogelijkheid rond de betreffende gronden;
- e. er mag geen opslag plaatsvinden.
13.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Groen - Stadsgroen
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Stadsgroen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen in de vorm van bos, park, plantsoen en belangrijke groenstructuren en gebieden, met een functie en/of belang voor de stad en/of wijk;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen, watergangen en -partijen inclusief de daarbij behorende onderhoudspaden en/of -stroken, met inachtneming van de keur van het waterschap;
- c. behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden van de groenvoorzieningen;
- d. recreatief medegebruik in de vorm van wandelen, fietsen, spelen, verblijven en beleven;
- e. speeltoestellen;
- f. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' (sv);
- g. een tunnelbak ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' (tu);
- h. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg), een gebouwde parkeervoorziening;
- i. behoud en ontwikkeling van het leefgebied voor de Hazelworm, ter plaatse van het aanduidingsvlak ‘specifieke vorm van groen - leefgebied Hazelworm (sg-lh)’;
- j. op het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan bestaande in- en uitritten en ontsluitingswegen, uitsluitend voor zover deze noodzakelijk zijn voor het bereiken van de (aangrenzende) percelen;
- k. op het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan bestaande voetpaden, paden ten behoeve van voertuigen (niet zijnde motorvoertuigen) en overige verharding;
- l. geluidswerende voorzieningen;
- m. bij deze bestemming behorende voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Horeca
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op de begane grondlaag: horeca van de op de verbeelding aangegeven categorie:
- 1. categorie 1 (h=1): horecabedrijven waarbij de nadruk ligt op eten en minder op het serveren van alcoholische dranken ( zoals restaurant, eetcafé, lunchroom en dergelijke);
- 2. categorie 2 (h=2): horecabedrijven waarbij de nadruk ligt op (alcoholisch) drinken (de avond-/nachthoreca zoals discotheken, cafés en dergelijke);
- 3. categorie 4 (h=4): horecabedrijven met als hoofddoel het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of het verstrekken van alcoholische of niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse;
- b. op de verdiepingen woningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, groen, watergangen en - partijen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, kleine infrastructurele voorzieningen en laad- en losvoorzieningen;
- d. terrassen zijn toegestaan mits:
- 1. deze grenzen aan en behoren bij een horecabedrijf waarvoor vergunning is verleend;
- 2. de terrassen voldoen aan de voorwaarden uit het terrassenbeleid zoals dit geldt op het moment van indienen van de aanvraag omgevingsvergunning;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
15.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming, waaronder het wonen mede wordt begrepen.
15.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 15.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 15.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 16 Kantoor
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' (w) zijn woningen op de verdiepingen toegestaan overeenkomstig de regels uit artikel 30 Wonen - 4;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' (zw), tevens voor zorgwoningen;
- d. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen, parkeer- en groenvoorzieningen, watergangen en -partijen evenals nutsvoorzieningen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
16.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
16.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 16.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 16.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 17 Maatschappelijk
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. onderwijs- en opvangvoorzieningen, medische, sociale, culturele, levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen en van de openbare dienstverlening;
- b. ter plaatse van de Heiligenbergerweg 84 voor voorzieningen ten behoeve van het verlenen van zorg;
- c. wanneer één van onderstaande aanduidingen is opgenomen dan zijn de gronden uitsluitend bestemd voor die betreffende maatschappelijke doeleinden:
aanduiding doeleinden gezondheidszorg (gz) medische voorzieningen onderwijs (on) onderwijsvoorzieningen religie (re) levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen speelvoorziening (sv) speelvoorzieningen uitvaartcentrum (uv) centrum tbv uitvaartverzorging kinderdagverblijf (kdv) opvangvoorziening voor kinderen van 0 tot ongeveer 12 jaar zorginstelling (zoi) instelling waar zorg wordt verleend specifieke vorm van maatschappelijk-wijkcentrum (sm-wc) wijkcentrum zend-ontvangstinstallatie (zo) een zend-ontvangstinstallatie - d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' (h=3) tevens horeca van categorie 3;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' (w), tevens wonen overeenkomstig de regels in artikel 28 Wonen - 2 dan wel artikel 30 Wonen - 4 wanneer het eengezinswoningen in gestapelde vorm betreft;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) een bedrijfswoning;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-gemengd 2' (sgd-gd2), op de begane grondlaag tevens voor Gemengde doeleinden 2 overeenkomstig de regels in artikel 11 Gemengd - 2, waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw;
- h. ter plaatse van de flat (de Schuilenburgt) aan het Schuilenburgerplein is ook wonen toegestaan overeenkomstig de regels in artikel 30 Wonen - 4 en op de begane grond gemengd 2 overeenkomstig artikel 11 Gemengd - 2, waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw;
- i. ter plaatse van de Julliettestraat 44 is tevens toegestaan horeca van categorie 3, ondergeschikte detailhandel, een internaat uitsluitend tijdens schoolvakanties, een dienstwoning, waarbij geen van genoemde functies de gehele oppervlakte van het gebouw mag beslaan;
- j. ter plaatse van de Galvanistraat 17, 19, 30 en 32 zijn geen onderwijs- en opvangvoorzieningen toegestaan;
- k. de schoolpleinen (pleinen binnen de bestemming 'Maatschappelijk' met de aanduiding 'onderwijs') mogen buiten schooltijden worden gebruikt door buurtbewoners;
- l. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer- en groenvoorzieningen, watergangen en -partijen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 18 Recreatie
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatieve voorzieningen in de vorm van volkstuinen;
- b. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer- en groenvoorzieningen, watergangen en -partijen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
18.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 18.2.4 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 18.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 19 Sport
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen en dagrecreatie;
- b. horeca van categorie 3 (h=3);
- c. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer-, en groenvoorzieningen, watergangen en -partijen;
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
19.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
19.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening ter voorkoming van hinder en/of ter voorkoming van negatieve beïnvloeding van de verkeersveiligheid en van mens en dier, nadere eisen stellen aan de situering, het aantal, de hoogte, de lichtsterkte, het type armatuur en het gebruik van paralumen van lichtmasten c.q. verlichtingselementen en andere lichtuitstralende elementen, tenzij het Activiteitenbesluit van toepassing is.
19.4 Specifieke bouwregels
Ter plaatse van de sportvelden aan de Galvanistraat 7A mogen geen lichtmasten worden geplaatst.
Artikel 20 Tuin
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
20.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend en onder voorwaarden erkers, ingangspartijen, bergingen en andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de aangrenzende bestemming:
20.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 20.2.3 :
- a. ten behoeve van het bouwen van hogere erfafscheidingen op het voorerf, met dien verstande dat:
- 1. de erfafscheiding uitsluitend op de erfgrens tussen twee aaneengebouwde woningen mag worden gebouwd;
- 2. de afstand tot de naar de weg gekeerde perceelgrens tenminste 2,5 m bedraagt;
- 3. de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedraagt.
- b. een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.3 kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
20.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden voor het parkeren van auto's.
Artikel 21 Tuin - 1
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen.
21.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend erfafscheidingen en andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de aangrenzende bestemming Wonen, waarbij geldt dat:
- a. de hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 m zijn;
- b. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 1 m zijn.
Artikel 22 Verkeer
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (hoofd)ontsluitingswegen bestaande uit maximaal 2 rijbanen en ten hoogste 4 rijstroken (waarbij in- en uitvoeg en opstelstroken niet meetellen bij het aantal rijstroken);
- b. een tunnelbak ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' (tu);
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. in- en uitritten;
- f. bermen en groenvoorzieningen;
- g. geluidwerende voorzieningen;
- h. watergangen en -partijen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg) is tevens een parkeergarage toegestaan;
- j. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - overkapping” [sba-o]: voor de doeleinden die in de aangrenzende bestemming zijn toegelaten ;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - belangrijke lijnbeplanting' (sg-blb) dient;
- 1. het behoud en de ontwikkeling van deze lijn uitgangspunt te zijn;
- 2. bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied dient rekening te worden gehouden met de benodigde groeiplaats voor de bestaande en/of nieuwe bomen en onderbeplanting;
- l. bij een en ander behorende andere voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 22.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. gebouwen ten dienste van de bestemming mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd en het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
- b. andere bouwwerken ten dienste van de bestemming waarvoor de volgende regels gelden:
- 1. vlaggenmasten mogen maximaal 10 m hoog zijn;
- 2. beeldende kunstwerken mogen maximaal 4 m hoog zijn met een maximale oppervlakte van 4 m2;
- 3. geluidwerende voorzieningen mogen maximaal 3,5 m hoog zijn;
- 4. muren en hekwerken mogen maximaal 1 m hoog zijn.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 22.2 onder b.3 ten behoeve van het bouwen van geluidwerende voorzieningen tot ten hoogste 5 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 22.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. tegen deze hoogte geen bezwaar bestaat vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid of in verband met de ontsluiting van percelen;
- 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- 3. er geen bezwaren bestaan vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting en vormgeving;
- 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden.
Artikel 23 Verkeer - Railverkeer
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. personen- en goederenvervoer per rail;
- b. overbouwingen en onderdoorgangen ten behoeve van het weg- en langzaamverkeer;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. in- en uitritten;
- f. bermen en groenvoorzieningen;
- g. watergangen en -partijen;
- h. geluidwerende voorzieningen;
- i. bij een en ander behorende andere voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 23.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals nutsgebouwtjes en fietsenstallingen, niet zijnde verkooppunten voor motorbrandstoffen met een maximale bruto-inhoud van ten hoogste 50 m3 en een maximale bouwhoogte van 3,5 m;
- b. andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven :
bouwwerken | max. bouwhoogte |
vlaggenmasten | 10 m |
reclame | 6 m |
luifels | 4 m |
beeldende kunstwerken | 4 m |
spoorwegmeubilair | 6 m |
geluidwerende voorzieningen | 3,5 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
23.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. sublid 23.2 onder b ten behoeve van het bouwen van geluidwerende voorzieningen tot ten hoogste 5 m;
- b. een omgegvingsvergunning als bedoeld in lid 23.3 onder a kan slechts worden verleend, mits:
- 1. tegen deze hoogte geen bezwaar bestaat vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid of in verband met de ontsluiting van percelen;
- 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- 3. er geen bezwaren bestaan vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting en vormgeving;
- 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden.
Artikel 24 Verkeer - Verblijfsgebied
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonerven, woonstraten, pleinen;
- b. ontsluitingswegen, bestaande uit ten hoogste 2 rijstroken (waarbij in- en uitvoegstroken niet meetellen bij het aantal rijstroken);
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. in- en uitritten;
- f. bermen en groenvoorzieningen;
- g. speeltoestellen;
- h. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' (sv);
- i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg), een gebouwde parkeervoorziening;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - markten en standplaatsen [sdh-ms] zijn markten en standplaatsen toegestaan, overeenkomstig de verleende vergunning op grond van de Marktverordening en beleidsregels Standplaatsvergunningen Amersfoort;
- k. watergangen en -partijen;
- l. geluidwerende voorzieningen;
- m. terrassen zijn toegestaan mits:
- 1. deze grenzen aan en behoren bij een bestemd horecabedrijf;
- 2. de terrassen voldoen aan de voorwaarden uit het terrassenbeleid zoals dit geldt op het moment van indienen van de aanvraag omgevingsvergunning;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - belangrijke lijnbeplanting' (sg-blb) dient;
- 1. het behoud en de ontwikkeling van deze lijn uitgangspunt te zijn;
- 2. bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied dient rekening te worden gehouden met de benodigde groeiplaats voor de bestaande en/of nieuwe bomen en onderbeplanting;
- o. bij een en ander behorende andere voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
24.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 24.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals nutsgebouwtjes en fietsenstallingen, niet zijnde verkooppunten voor motorbrandstoffen, met een maximale bruto-inhoud van ten hoogste 50 m3 en een maximale bouwhoogte van 3,5 m;
- b. andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven :
bouwwerken max. bouwhoogte vlaggenmasten 10 m reclame 6 m luifels 4 m beeldende kunstwerken 4 m overige andere bouwwerken 2 m - c. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overbouwing' [sba-ob] mag op de begane grond niet worden gebouwd.
24.3 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 25 Water
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de bescherming van het waterschapsbelang, waaronder de instandhouding van de waterkering en de waterhuishouding,
- b. watergangen en -partijen,
- c. overbouwingen en onderdoorgangen ten behoeve van het wegverkeer en langzaam verkeer.
25.2 Bouwregels
- a. Op en in de gronden als bedoeld in lid 25.1, mogen andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, zoals stuwen, gemalen, duikers en bruggen, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m, met dien verstande dat de beheerder bij het beoordelen van een aanvraag wordt geraadpleegd omtrent de voorwaarden die, gelet op het waterschapsbelang, aan de uitvoering van de bouwwerken moeten worden gesteld.
- b. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overbouwing' [sba-ob] mag niet hoger worden gebouwd dan het aangrenzende bouwblok.
25.3 Gebruiksregels
Het innemen van een ligplaats voor recreatievaartuigen is toegestaan overeenkomstig de Algemene Plaatselijke Verordening (op het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan staan deze regels in hoofdstuk 5, afdeling 6 APV).
25.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 26 Wonen
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garageboxen' (gab);
- b. woonwagens met de bijbehorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' (wp).
26.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.
26.3 Specifieke gebruiksregels
26.4 Afwijking
Artikel 27 Wonen - 1
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. eengezinswoningen, aaneengebouwd, met de bijbehorende bouwwerken;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-gemengd1' (sgd-gd1), tevens voor gemengde doeleinden overeenkomstig de regels in artikel 10 Gemengd- 1 waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' (m), tevens voor maatschappelijke voorzieningen overeenkomstig de regels in artikel 17 Maatschappelijk;
- d. geluidwerende voorzieningen;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen en erven, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en watergangen en -partijen;
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
27.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
27.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de plaats en afmetingen van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
- b. wijzigingen aan het voordakschild en aan de voorgevel van woningen in het gebied dat wordt begrensd door de Rameaustraat, de Weberstraat, de Haydnstraat en de Rossinistraat (zoals aangegeven op onderstaande afbeelding).
27.4 Specifieke gebruiksregels
27.5 Afwijken van de gebruiksregels
27.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Wonen - 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. twee-onder-één-kap woningen met bijbehorende bouwwerken;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' (k), tevens voor kantoren overeenkomstig de regels in artikel 16 Kantoor, waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw; ;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' (m), tevens voor maatschappelijke voorzieningen overeenkomstig de regels in artikel 17 Maatschappelijk;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-gemengd1' (sgd-gd1), tevens voor gemengde doeleinden overeenkomstig de regels in artikel 10 Gemengd- 1 waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw;
- e. geluidwerende voorzieningen;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen en erven, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en watergangen en -partijen;
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
28.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
28.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
28.4 Specifieke gebruiksregels
28.5 Afwijken van de gebruiksregels
28.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 29 Wonen - 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. vrijstaande eengezinswoningen met bijbehorende bouwwerken;
- b. geluidwerende voorzieningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen en erven, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en watergangen en -partijen;
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
29.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
29.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
29.4 Specifieke bouwregels
Voor het perceel gelegen aan de Woestijgerweg/Leusderweg 26, gelegen naast het voormalige spoorhuisje geldt dat het schetsontwerp dat is opgenomen in bijlage 14Behorende bij bijlage 13: Schetsontwerp spoorhuisje kaderstellend is voor de bouwkundige invulling van deze locatie.
29.5 Specifieke gebruiksregels
29.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 30 Wonen - 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. eengezinswoningen in gestapelde vorm en bijbehorende bouwwerken;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen en erven, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en watergangen en -partijen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-gemengd1' (sgd-gd1), op de begane grondlaag tevens voor gemengde doeleinden 1 overeenkomstig artikel 10 Gemengd - 1, waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-gemengd2' (sgd-gd2), op de begane grondlaag tevens voor gemengde doeleinden 2 overeenkomstig artikel 11 Gemengd - 2, waarbij het maximale bruto vloeroppervlak ten behoeve van kantoren niet meer mag bedragen dan 1500 m2 per gebouw;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' (b), op de begane grondlaag tevens voor bedrijven uit categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteit, die als bijlage 1 of 2 bij deze regels is gevoegd;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' (m), tevens voor maatschappelijke voorzieningen overeenkomstig de regels in artikel 17 Maatschappelijk;
- g. ter plaatse van de Reigerstraat 10 is de begane grond bestemd voor een kookstudio;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' (zw), tevens voor zorgwoningen, waarbij voor het gebouw aan de Diamantweg 22 met de aanduiding 'zorgwoning' (zw) geldt dat hier uitsluitend zorgwoningen zijn toegestaan;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg), een gebouwde parkeervoorziening;
- j. geluidwerende voorzieningen;
- k. ter plaatse van de Diamantweg 22 moet 84% van het aantal woningen bestaan uit sociale huurwoningen;
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
30.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming.
30.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de plaats en afmetingen van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
- b. wijzigingen aan het voordakschild en aan de voorgevel van woningen in het gebied dat wordt begrensd door de Rameaustraat, de Weberstraat, de Haydnstraat en de Rossinistraat (zoals aangegeven op onderstaande afbeelding).
30.4 Specifieke gebruiksregels
30.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 31 Woongebied
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. eengezinswoningen met de bijbehorende bouwwerken;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen en erven, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen;
- c. park en moestuinen;
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
31.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
31.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken, overkappingen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken en van stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten van het gebied.
31.4 Afwijken van de gebruiksregels
31.5 Specifieke gebruiksregels
31.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 31.5.1 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
- a. voldaan wordt aan de in Amersfoort geldende parkeernormen, waarbij de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost;
- b. wanneer de parkeereis niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost, de extra parkeerbehoefte wordt opgevangen op al aanwezige parkeerplaatsen in de openbare ruimte tot een maximum van 3 parkeerplaatsen, mits het betreffende gebied de extra parkeerdruk kan opvangen;
- c. voor het overige wordt voldaan aan de onder 31.5.1 genoemde voorwaarden.
31.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 32 Leiding - Gas
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk gastransportleiding met een belemmeringsstrook van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding.
32.2 Voorrangsbepaling
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
32.3 Bouwregels
Op of in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
32.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken overeenkomstig de regels van de daarvoor aangewezen andere bestemming, mits:
- a. hierdoor de veiligheid van de aardgastransportleiding niet wordt geschaad;
- b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leidingen omtrent het onder a gestelde.
- c. een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
32.5 Specifieke gebruiksregels
- a. Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding, is strijdig met de bestemming;
- b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten, is strijdig met de bestemming.
32.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Voor zover van toepassing is het ten aanzien van de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - gas' verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
- 1. gronden af te graven en/of op te hogen;
- 2. wegen, paden, banen of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
- 3. bomen of andere diepwortelende beplantingen aan te brengen en/of te rooien;
- 4. voorwerpen in de grond te drijven;
- 5. de ondergrondse leiding die bij het van kracht worden van het plan in de betrokken strook aanwezig is te verzwaren of te verleggen;
- 6. uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
- 7. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
- b. een omgevingsvergunning als bedoeld in dit lid onder a is slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden de leiding niet wordt of kan worden beschadigd;
- c. het in dit lid onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken en/of werkzaamheden, welke worden uitgevoerd binnen het kader van het normale onderhoud en/of beheer van de leiding;
- d. alvorens burgemeester en wethouders vergunning verlenen zal advies worden ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Artikel 33 Leiding - Riool
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van rioolwater door een rioolpersleiding.
33.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 33.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
33.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken overeenkomstig de regels van de daarvoor aangewezen andere bestemming, mits:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding en de veiligheid daarvan;
- b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leidingen omtrent het onder a gestelde.
Artikel 34 Waarde - Archeologie Categorie 1
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie categorie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
- a. deze bestemming primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen;
- b. wanneer in het geval van een ontwikkeling - in het gebied behorende bij deze ontwikkeling - twee of meer categorieën gelden, dan is de hoogste verwachtingswaarde van toepassing op het gehele bij de ontwikkeling behorende gebied;
- c. het bepaalde in 34.1 onder b is niet van toepassing, wanneer na vooroverleg met de gemeentelijk archeoloog blijkt dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
34.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie categorie 1' uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
34.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 35 Waarde - Archeologie Categorie 2
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - archeologie categorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
- a. deze bestemming primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen;
- b. wanneer in het geval van een ontwikkeling - in het gebied behorende bij deze ontwikkeling - twee of meer categorieën gelden, dan is de hoogste verwachtingswaarde van toepassing op het gehele bij de ontwikkeling behorende gebied;
- c. het bepaalde in 35.1 onder b is niet van toepassing, wanneer na vooroverleg met de gemeentelijk archeoloog blijkt dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
35.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie categorie 2' uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
35.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
35.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 36 Waarde - Archeologie Categorie 3
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - archeologie categorie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
- a. deze bestemming primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen;
- b. wanneer in het geval van een ontwikkeling - in het gebied behorende bij deze ontwikkeling - twee of meer categorieën gelden, dan is de hoogste verwachtingswaarde van toepassing op het gehele bij de ontwikkeling behorende gebied;
- c. het bepaalde in 36.1 onder b is niet van toepassing, wanneer na vooroverleg met de gemeentelijk archeoloog blijkt dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
36.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 36.1 mogen ten dienste van de bestemming Waarde - Archeologie categorie 3 uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
36.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 37 Waarde - Archeologie Categorie 4
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - archeologie categorie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
- a. deze bestemming primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen;
- b. wanneer in het geval van een ontwikkeling - in het gebied behorende bij deze ontwikkeling - twee of meer categorieën gelden, dan is de hoogste verwachtingswaarde van toepassing op het gehele bij de ontwikkeling behorende gebied;
- c. het bepaalde in 37.1 onder b is niet van toepassing, wanneer na vooroverleg met de gemeentelijk archeoloog blijkt dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
37.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 37.1 mogen ten dienste van de bestemming Waarde - Archeologie categorie 4 uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
37.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
37.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 38 Waarde - Gemeentelijk Stadsgezicht
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Gemeentelijk stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van bestaande gebouwen, het bestaand verkavelingspatroon en de inrichting van de openbare ruimte. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
38.2 Bouwregels
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen gelden op en in de gronden als bedoeld in lid 38.1 de volgende regels:
- a. het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemmingen mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen van de Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit / subcommissie erfgoed (voorheen de Monumentencommissie);
- b. de beoordeling van omgevingsvergunningen voor het (ver) bouwen gebeurt met inachtneming en behoud van de waarden van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht, waarbij het onderstaande uitgangspunt is bij de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning:
- 1. handhaven van de bestaande voorgevelrooilijnen;
- 2. handhaven van bestaande straatprofielen;
- 3. handhaven van bestaande dakvorm, dakhelling en nokrichting;
- 4. samenhang met overige bouwblokken in het stadsgezicht.
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 39 Waarde - Natuur
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Natuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ter plaatse voorkomende landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden zodanig dat voor flora en fauna verbindingen kunnen ontstaan tussen natuur- of natuurontwikkelingsgebieden.
39.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming, mag op de gronden zoals bedoeld in 39.1 niet worden gebouwd.
39.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken overeenkomstig de regels van de daarvoor aangewezen andere bestemming, wanneer:
- a. er sprake is van een groot openbaar belang en er geen reële andere mogelijkheden zijn, om de ruimtelijke ontwikkelingen/nieuwe bebouwing mogelijk te maken, en;
- b. negatieve effecten voor de natuur zoveel mogelijk worden beperkt door mitigerende maatregelen, en de overblijvende negatieve effecten worden gecompenseerd door inrichting van nieuwe natuur elders, met dien verstande dat:
- 1. de compensatie minimaal gelijkwaardig is aan het verlies aan waarden en kenmerken, en;
- 2. de compensatie plaatsvindt in aansluiting op het Natuur Netwerk Nederland (NNN), of binnen de groene contour, of binnen het NNN op een locatie waar nog nieuwe natuur moet worden ontwikkeld en dit leidt tot versnelling van realisatie van het NNN, en;
- 3. de realisatie van de compensatie, het beheer en de instandhouding daarvan zijn verzekerd op het moment van vaststelling van het ruimtelijk besluit, waarin de aantastende ruimtelijke ingreep mogelijk wordt gemaakt.
- c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen ter zake deskundige.
39.4 Specifieke gebruiksregel
Het gebruik van de gronden overeenkomstig de regels van de daarvoor aangewezen andere bestemming mag uitsluitend geschieden, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het Natuurnetwerk Nederland.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 40 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 41 Algemene Aanduidingsregels
41.1 milieuzone - ecologische verbindingszone
41.2 milieuzone - gemengd gebied
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - gemengd gebied' is sprake van een matige tot sterke functiemenging en/of van een ligging direct langs de hoofdontsluitingsstructuur. Bij de beoordeling van wijziging van functies in deze zone mogen de richtafstanden in de VNG-brochure 'Handreiking Bedrijven en milieuzonering' met één afstandsstap worden verlaagd. Hiermee zijn bedrijven toegestaan zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteitengemengd gebied, dan wel bedrijven die daarmee vergelijkbaar zijn voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder. Hierbij moeten de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
- a. er vindt geen onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat en de verkeersveiligheid plaats;
- b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en/of gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
41.3 milieuzone - 100jaarsaandachtsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - 100jaarsaandachtsgebied' zijn de gronden, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van de grondwaterwinning. Op deze zone is de zorgplicht uit artikel 4 van de Provinciale Milieu Verordening 2013 van de provincie Utrecht van toepassing.
41.4 overige zone - APV maken of veranderen van een in- en/of uitrit
41.5 overige zone - APV onversterkte muziek
- a. Het is verboden onversterkte muziek ten gehore te brengen, zoals bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder f, van het Besluit binnen inrichtingen, tenzij voldaan wordt aan de genoemde dB(A)'s in de volgende tabel
met dien verstande dat:
- 1. de in de tabel aangegeven waarden binnen in in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;
- 2. de in de tabel aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;
- 3. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten;
- 4. bij het bepalen van de geluidsniveaus zoals vermeld in de tabel geen bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast;
- 5. de controle op geluidvoorschriften plaatsvindt conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai;
- 6. voor de duur van 4 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid;
- b. indien sprake is van een combinatie van versterkte en onversterkte muziek wordt het geheel beschouwd als versterkte muziek en zijn de geluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit van toepassing.
41.6 overige zone - APV overige geluidhinder
- a. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Activiteitenbesluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt;
- b. het college kan met een omgevingsvergunning ontheffing verlenen van het verbod;
- c. het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening Utrecht 1995.
41.7 overige zone - APV omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen (de onderstaande regels zijn overeenkomstig hoofdstuk 5 afdeling 6 van de APV zoals deze geldt op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit Chw bestemmingsplan. Bij toetsing dient te allen tijde gebruik te worden gemaakt van de op het moment van indienen van de aanvraag geldende regels uit de APV).
41.8 overige zone - Geluidsnota
In aanvulling op het bepaalde in de overige bestemmingen wordt bij de beoordeling van omgevingsvergunningen voor bestemmings- en gebruikswijzigingen, ook getoetst aan de eisen uit de Geluidsnota zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag, met uitzondering van bestemde situaties.
41.9 overige zone - Welstand Bebouwing langs oude linten
41.10 overige zone - Welstand Stadsuitleg eind 19e en begin 20e eeuw
41.11 overige zone - Welstand Tuinstedelijke bebouwing
41.12 overige zone - Welstand Wederopbouw in Bloembladconcept
41.13 overige zone - Welstand Groeistad
41.14 overige zone - Welstand Van Groeistad naar Vinex
41.15 overige zone - Welstand Cityvorming
41.16 overige zone - Welstand Stedelijk groen
41.17 Veiligheidszone - bedrijven 1
41.18 Veiligheidszone - bedrijven 2
Artikel 42 Algemene Bouwregels
42.1 Welstand Criteria voor kleine bouwwerken
In verband met de kwaliteit van de architectonische en stedenbouwkundige structuur, worden omgevingsvergunningen voor het realiseren van kleine bouwwerken getoets aan:
- a. de daar voorkomende bestemmingen;
- b. de criteria die daarvoor zijn opgenomen in de Welstandsnota zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag (op het moment van opstellen van dit bestemmingsplan staan deze eisen in hoofdstuk 2 'Criteria voor kleine bouwwerken').
42.2 Maximale bouwhoogte
De hoogte van bouwwerken op het moment van de terinzagelegging van voorliggend ontwerpbestemmingsplan, is de maximale bouwhoogte.
42.3 Overschrijding bouwgrenzen
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) mag de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen worden overschreden, met dien verstande dat:
- a. plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen de bouwgrens met ten hoogste 0,3 meter mogen overschrijden;
- b. luifels en overstekende daken de bouwgrens met ten hoogste 1 meter mogen overschrijden, waarbij de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het gebouw, dan wel de bouwhoogte van het bestaande eenlaagse bouwwerk;
- c. bij bouwwerken die boven een openbaar voetpad worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 2,2 meter dient te worden aangehouden;
- d. bij bouwwerken die boven een rijbaan worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 4,2 meter dient te worden aangehouden.
42.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en van het straat- en bebouwingsbeeld, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bouwen van luifels, balkons, bordessen, trappen, galerijen, reclametoestellen en draagconstructies voor reclame, mits:
- a. de bouwgrens met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden;
- b. de bouwwerken niet lager worden aangebracht dan 4,20 meter boven een rijbaan en 2,20 meter boven een voetpad.
42.5 Laden en lossen
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Artikel 43 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
- a. van onbebouwde gronden:
- 1. als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaar¬tui¬gen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- 3. als plaats voor sloop-, reparatie- of andere werkzaamheden aan auto's, anders dan incidentele, reguliere onderhoudswerkzaamheden op beperkte schaal;
- 4. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen en LPG;
- b. van gebouwen en onbebouwde gronden als seksinrichting.
Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels
44.1 Afwijkingen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan:
- a. voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, abri's, telefooncellen, fietsenstallingen, weegbruggen en dienstgebouwtjes voor onderhoud of gebruik van openbaar groen, wegen of speelplaatsen, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, waarvan de goothoogte niet meer dan 3 m en de inhoud niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- b. voor het in geringe mate overschrijden van de bestemmings- of bouwgrenzen met ten hoogste 3 m, mits dit noodzakelijk is voor de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of bebouwing, mits daardoor de geldende oppervlakte van de bij de afwijking betrokken vlakken met niet meer dan 10 % wordt vergroot;
- c. voor afwijkingen van eisen, gesteld ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages.
44.2 Voorwaarden
De afwijkingen als bedoeld in lid 44.1 worden geweigerd indien door het verlenen daarvan:
- a. op enig aangrenzend terrein de realisering van de bestemming wordt belemmerd;
- b. daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende terreinen;
- c. daardoor de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels
45.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied (A)
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro, voor de op de verbeelding met 'Wijzigingsbevoegdheid A' aangewezen gronden en gebouwen aan de Kamerlingh Onnesstraat 1-3, de bestemming wijzigen ten behoeve van woningbouw, met dien verstande dat:
- a. het totaal aantal woningen niet meer mag bedragen dan 6 twee aaneen gebouwde woningen;
- b. de onderlinge afstand tussen de blokken aaneen gebouwde woningen minimaal 10 meter bedraagt;
- c. de bouwdiepte maximaal 10 meter bedraagt;
- d. de woningen mogen bestaan uit maximaal 2 bouwlagen met een kap;
- e. voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen artikel 28.2.2Bijbehorende bouwwerken en overkappingen overeenkomstig van toepassing is;
- f. de vormgeving, uitstraling en inrichting aansluit op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving en passend is bij de functie woningbouw;
- g. de wijziging niet mag leiden tot een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing;
- h. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
- i. voldaan wordt aan de eisen vanuit de Wet geluidhinder;
- j. voor het overige de regels uit artikel 28 Wonen - 2 van toepassing zijn.
45.2 Wetgevingszone - wijzigingsgebied (B)
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro, voor de op de verbeelding met 'Wijzigingsbevoegdheid B' aangewezen gronden en gebouwen aan de Robert Kochstraat 4-6, de bestemming wijzigen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden zoals bedoeld in artikel 17.1 onder a. in combinatie met woningen, met dien verstande dat:
- a. het totaal aantal woningen niet meer bedraagt dan 10;
- b. er in maximaal 3 bouwlagen gebouwd wordt ,waarbij de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 9 meter;
- c. de bijgebouwen binnen het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
- d. de bebouwing autonoom en alzijdig wordt gerealiseerd in een groene setting (met behoud van bomen), waarbij de nadruk blijft liggen op het markante naastgelegen kerkgebouw;
- e. de vormgeving, uitstraling en inrichting aansluit op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- f. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag, met dien verstande dat het parkeren voor de bewoners binnen het gebied van de wijzigingsbevoegdheid wordt opgelost en het overige parkeren op
het eigen terrein; - g. voldaan wordt aan de eisen vanuit de Wet geluidhinder;
- h. de wijziging niet lijdt tot een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing;
- i. voor het overige de regels uit artikel 30 Wonen - 4 van toepassing zijn.
Artikel 46 Gezondheid Bevorderen
Bij de inrichting van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met:
- a. het realiseren en instand houden van een goede fysieke leefomgeving;
- b. gezonde mobiliteit door voldoende mogelijkheden om te bewegen;
- c. klimaatadaptieve leefomgeving.
Artikel 47 Hemelwater
Ter behoud van schoon hemelwater en een goede afvoer van het hemelwater dient:
- a. hemelwater geïnfiltreerd te worden in de bodem of bovengronds te worden geborgd;
- b. voor zover infiltratie of bovengrondse berging niet mogelijk is, zoals bedoeld onder a, hemelwater te worden geloosd op het oppervlaktewater;
- c. voorzover niet voldaan kan worden aan het bepaalde onder a en b, lozing van het hemelwater op de riolering plaats te vinden.
Artikel 48 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
48.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden algemeen
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden algemeen is nodig voor:
- a. het aanleggen en verharden of wijzigen van het profiel van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen in openbaar gebied, wanneer het niet gaat om normaal beheer en onderhoud;
- b. het verharden van percelen die niet tot het openbaar gebied behoren, ten behoeve van paden, terrassen, parkeerplaatsen en inritten, wanneer:
- 1. de oppervlakte aan verharding meer bedraagt dan 50% van het perceel (na aftrek van de oppervlakte van de aanwezige bebouwing), en;
- 2. het materiaal van verharding bestaat uit volledige verharding (half-verharding waarbij regenwater direct naar de onderliggende laag kan stromen, waardoor het kan worden geïnfiltreerd in de bodem of vertraagd kan worden afgevoerd naar oppervlaktewater is toegestaan zonder omgevingsvergunning);
- 3. de onder 48.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet nodig voor verharding met een grotere oppervlakte dan de onder b1. genoemde 50%, die al aanwezig was op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van voorliggend chw bestemmingsplan.
48.2 Verlening vergunning
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning als bedoeld in lid 48.1 indien op andere wijze verstening wordt voorkomen (ter voorkoming van hittestress) dan wel waterdoorlatendheid is geregeld (ter voorkoming van overstroming door hevige regenval).
Artikel 49 Zorgplicht Voor De Fysieke Leefomgeving
- a. Een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving, is verplicht:
- 1. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
- 2. voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken;
- 3. als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden gevraagd.
- b. Aan de verplichtingen, bedoeld onder a, wordt in ieder geval voldaan, voor zover in dit plan specifieke regels zijn gesteld met het oog op de fysieke leefomgeving, en die regels worden nageleefd.
- c. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ter invulling van de verplichting, zoals bedoeld onder a.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 50 Overgangsrecht
50.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub a, voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
50.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
50.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht vrijstelling verlenen.
Artikel 51 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek”.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In 2021 treedt, volgens de huidige planning, de Omgevingswet in werking (zie 1.2Nieuwe wetgeving: De Omgevingswet). Op dit moment wordt al de mogelijkheid geboden om vooruit te lopen op de Omgevingswet door te experimenteren met de mogelijkheden van de nieuwe wet.
Van deze mogelijkheid maken we gebruik bij de actualisatie in één bestemmingsplan van de geldende bestemmingsplannen voor de wijken Kattenbroek, Leusderkwartier-Vermeerkwartier en Randenbroek-Schuilenburg. Met behulp van dit experiment (ook wel pilot genoemd) krijgt dit bestemmingsplan nu al het karakter van een omgevingsplan. Hierbij is het goed om te benadrukken dat dit Chw bestemmingsplan een beheersgericht karakter heeft. Dat wil zeggen dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
Het bestemmingsplan heet "Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek". Chw staat voor Crisis- en herstelwet en wordt gebruikt om duidelijk te maken dat het hier gaat om een bijzonder bestemmingsplan. Voor een nadere uitleg verwijzen we naar hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet.
In deze toelichting spreken we voor het gemak verder van het Chw bestemmingsplan.
1.2 Nieuwe Wetgeving: De Omgevingswet
In Nederland kennen we erg veel wetten, algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en ministeriële regelingen op het gebied van de leefomgeving. Voor ruimtelijke ordening en bodem- en waterbeheer. Voor milieu en monumentenzorg. Voor natuur, geluid, bouwen en infrastructuur. Elke wet richt zich op een deelbelang en kent haar eigen systematiek en terminologie, waardoor de ene wet de andere soms tegenspreekt. Hierdoor is de mogelijkheid aanwezig dat nieuwe ontwikkelingen vertraagd, gefrustreerd of soms zelfs onmogelijk worden gemaakt.
Daarnaast hebben we met complexe vraagstukken te maken: hoe gaan we om met klimaatverandering, biodiversiteit en het gebruik van duurzame energiebronnen? Doordat het huidige omgevingsrecht is opgebouwd uit deelbelangen, bevordert het nauwelijks een samenhangende benadering.
De rijksoverheid vindt dat dat eenvoudiger en beter kan en heeft de Omgevingswet gemaakt, die in 2021 in werking treedt. In deze wet is een groot aantal wetten en Amvb's en ministeriele regelingen samengevoegd tot een samenhangend geheel; De Omgevingswet. Deze wet wil nieuwe, duurzame ontwikkelingen in de samenleving mogelijk maken en wettelijk ondersteunen. Daartoe is een integrale benadering, waarin de diverse belangen in onderlinge samenhang worden beschouwd, essentieel. Deze integrale aanpak komt sterk naar voren in de Omgevingswet, bijvoorbeeld bij de omgevingsvisie en bij het gemeentelijke omgevingsplan. Een omgevingsplan omvat niet alleen het huidige bestemmingsplan, maar ook alle verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving, zoals bijvoorbeeld de terrassenverordening.
Dit is nader toegelicht in paragraaf 1.3.3.2. Straks komen alle relevante factoren in het omgevingsplan samen: ruimtelijke ordening, milieu, verkeer en vervoer, water, bouwen, natuur en cultureel erfgoed. Zo worden kansen en ontwikkelingen binnen de gemeente nog meer in onderlinge samenhang bekeken.
Digitalisering - Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
In de nieuwe Omgevingswet is digitalisering een belangrijke pijler. De digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven staat centraal en de mogelijkheden zullen nog verder worden benut. De belangrijke stappen die gezet zijn met de ontwikkeling van de RO-standaarden en de landelijke voorziening RO-online (www.ruimtelijkeplannen.nl) worden in de nieuwe wet gehandhaafd en verder doorontwikkeld. Ook voor het Omgevingsplan zal het verplicht zijn om alle locatiegebonden regels eenvoudig raadpleegbaar te maken op de landelijke voorziening.
Nog meer dan nu zal het koppelen van informatie aan de verbeelding (de kaart) het uitgangspunt worden. Via een klik op een perceel wordt duidelijk welke mogelijkheden of beperkingen ter plaatse gelden. Dit uitgangspunt is niet nieuw, omdat nu al zoveel mogelijk informatie aan de bestemmingsplankaart wordt gekoppeld. Straks zal op perceelsniveau nog veel meer duidelijk worden wat de mogelijkheden en beperkingen zijn, doordat niet alleen planologische bepalingen worden opgenomen, maar ook andere bepalingen die te maken hebben met de fysieke leefomgeving (welstand, reclame, milieu, etc.). In het digitale eindbeeld worden deze gegevens straks automatisch ingevuld door het leggen van intelligente koppelingen vanuit de beleving van de stad tussen kaart, informatie en regels. Dit komt de leesbaarheid van het plan en de snelheid om gegevens te interpreteren ten goede.
In paragraaf 1.3.3.5 Digitale raadpleging mogelijk staat hoe de digitalisering in het Chw bestemmingsplan is vorm gegeven.
1.3 Het Chw Bestemmingsplan
1.3.1 Ligging en begrenzing van het Chw bestemmingsplan
Het Chw bestemmingsplan bestaat uit 3 grote gebieden in Amersfoort. Het Leusderkwartier en Vermeerkwartier aan de zuidzijde van Amersfoort. Randenbroek en Schuilenburg aan de zuid-oostzijde. En Kattenbroek aan de noordzijde van de stad. De drie gebieden hebben ieder hun eigen karakteristiek die kenmerkend is voor de periode waarin het gebied is ontwikkeld. Dit is opgenomen in de Planbeschrijving die is te vinden in bijlage 7 Planbeschrijving.
1.3.2 Geldende plannen
Binnen het plangebied gelden op dit moment de volgende bestemmingsplannen voor de drie deelgebieden:
- Kattenbroek; vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2006 en onherroepelijk op 26 juli 2007
- Randenbroek-Schuilenburg; vastgesteld door de gemeenteraad op 19 juni 2007 en onherroepelijk op 12 november 2008
- Leusderkwartier (inclusief Vermeerkwartier); vastgesteld door de gemeenteraad op 9 december 2008 en onherroepelijk op 13 april 2010
Naast deze drie bestemmingsplannen zijn er de afgelopen jaren verschillende kleinere bestemmingsplannen, projectbesluiten, vrijstellingen en afwijkingsprocedures opgesteld. Deze worden allemaal meegenomen in het Chw bestemmingsplan.
1.3.3 Doelstellingen Chw bestemmingsplan
Amersfoort vindt het belangrijk om nu alvast te werken 'in de geest van de Omgevingswet'. Hierbij staan vijf doelstellingen centraal, die hieronder worden toegelicht.
1.4 Wat Kunt U Lezen In Deze Toelichting?
Hoofdstuk 1 - Inleiding, Omgevingswet, doelstellingen van het Chwbestemmingsplan
Hoofdstuk 2 - Uitleg Crisis en herstelwet
Hoofdstuk 3 - Juridische planbeschrijving
Hoofdstuk 4 - Relevante beleidskaders en planbeschrijving
Hoofdstuk 5 - Uitvoerbaarheid (economisch en maatschappelijk)
Hoofdstuk 2 Crisis- En Herstelwet
2.1 Algemeen
Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet (Chw) in werking getreden. Deze wet heeft tot doel procedures te vereenvoudigen en uitvoering van projecten te versnellen. De Crisis- en herstelwet biedt ook de mogelijkheid om een bestemmingsplan te maken dat sterk lijkt op het omgevingsplan, een van de nieuwe instrumenten uit de Omgevingswet. Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken heeft Amersfoort het gehele grondgebied aangemeld als experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Met het doel gefaseerd toe te werken naar één integraal Omgevingsplan voor het gehele grondgebied.
De Minister kan het experiment aanwijzen bij Algemene maatregel van Bestuur op grond van artikel 2.4 van de Crisis en herstelwet. De aanwijzingsprocedure vergt meer dan een half jaar. In de periode tussen de aanmelding en de inwerkingtreding is het al mogelijk om het plan voor te bereiden. Het experiment Omgevingsplan Amersfoort is aangemeld voor 1 oktober 2016 voor de vijftiende tranche van de Chw. Op 27 juni 2107 is de vijftiende tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet inwerking getreden. Het Besluit is via de volgende link te vinden: https://www.officielebekendmakingen.nl/stb-2017-275.html
Voor meer informatie wordt verwezen naar de Aanvraag omgevingsplan Crisis- en herstelwet in bijlage 3 Aanvraag 15e tranche Crisis en herstelwet.
2.2 Bestemmingsplan Met Bredere Reikwijdte
Een bestemmingsplan met bredere reikwijdte betekent dat het bestemmingsplan niet alleen over een ‘goede ruimtelijke ordening’ gaat maar dat net als onder de Omgevingswet, de fysieke leefomgeving centraal staat. In dit bestemmingsplan kunnen regels worden opgenomen voor de fysieke leefomgeving, zoals een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit. De manier waarop dit gebeurt in dit bestemmingsplan wordt in onderstaande paragrafen beschreven.
In de onderstaande tabel is aangegeven of en hoe in het Chw bestemmingsplan gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van artikel 7c Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet:
Typering | Omschrijving | Gebruikt | Waarvoor? | ||
Verbrede reikwijdte | Naast goede ruimtelijke ordening ook regels voor de fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit | Ja | Geluid; om flexibiliteit in gebruik te bevorderen worden op enkele locaties meer functies toegelaten waaronder geluidgevoelige bestemmingen zoals woningen. Gezondheid/klimaat; regels ten aanzien van het verharden van tuinen zijn opgenomen. En er is een differentiatie aangebracht in de regels voor het groen. | ||
Looptijd | 20 jaar in plaats van 10 jaar | Ja | |||
Verordeningen | Toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving | Ja | Delen van onder andere de Algemene Plaatselijke Verordening, Bouwverordening en Marktverordening zijn opgenomen. Een overzicht is te vinden in paragraaf 1.3.3.2Verordeningen enbeleidsregels integrerenin Chwbestemmingsplan | ||
Meldingsplicht | Verbod om zonder melding een activiteit te verrichten | Ja | Onder andere voor gebruik buurtgroen voor buurtinitiatieven. | ||
Beleidsregels | Open norm opnemen in het bestemmingsplan waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel. Beleidsregel kan door B&W worden vastgesteld | Ja | Bijvoorbeeld Parkeren en Welstand | ||
RO-standaarden | Afwijken van de verplichting een plan op te stellen conform de landelijke standaarden (svbp2012) en de verplichting het plan digitaal beschikbaar te stellen | Nee | Het plan wordt als plantype 'bestemmingsplan' gemaakt, en opgesteld conform de landelijke standaarden (svbp2012). Het plan wordt beschikbaar gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl | ||
Uitvoerbaarheid | De verplichting om inzicht te geven in de uitvoering van het plan | Ja | Inzicht in uitvoerbaarheid | ||
Milieukwaliteitseis | De verplichting om te beschrijven op welke wijze de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken (alleen indien er geen MER nodig is) | Ja | Milieukwaliteitseisen worden beschreven. Een MER is niet nodig. | ||
Akoestisch onderzoek | Een hogere waardenbesluit kan worden opgenomen in het bestemmingsplan Het akoestisch onderzoek kan minder gedetailleerd worden gedaan. | Nee | Niet van toepassing. | ||
Exploitatieplan | Mogelijkheid om een exploitatieplan vast te stellen bij een omgevingsvergunning (ipv bij het bestemmingsplan) | nee | Uitgangspunt is dat de kosten verhaald worden via gronduitgifte of anterieure overeenkomsten. Als de kosten niet zijn verzekerd dan wordt bij de omgevingsvergunning een exploitatieovereen- komst vastgesteld | ||
Maatwerkregels | Mogelijkheid tot opnemen van gebiedsgerichte milieuvoorschriften of hogere geluidwaarden | Nee | Niet toegepast | ||
Delegatie | Delegatie aan B&W van de bevoegdheid tot wijzigen van onderdelen van het plan | Nee | Niet toegepast |
Hoofdstuk 3 Juridische Planbeschrijving
3.1 Inleiding
De wettelijke procedure voor vaststelling van een Chw bestemmingsplan is hetzelfde als die van een 'gewoon' bestemmingsplan. De raad beslist over de vaststelling, nadat de zienswijzenprocedure is doorlopen.
Het Chw bestemmingsplan heeft een beheersgericht karakter. Dit houdt in dat de bestaande situatie, zoals die bij het opstellen van het bestemmingsplan bekend is, als uitgangspunt is genomen. Daarbij is het feitelijke gebruik, de bestaande bebouwing, de geldende rechten en het vastgestelde beleid van belang voor de op te nemen bestemmingen. Ook verleende vrijstellingen/ontheffingen/afwijkingen van het bestemmingsplan, waarvoor de gehele ruimtelijke-juridische procedure is afgerond, zijn overgenomen in het bestemmingsplan.
3.2 Uitleg Bestemmingen
Het Chw bestemmingsplan kent dezelfde onderdelen als een 'gewoon' bestemmingsplan. Daarom is de uitleg over deze onderdelen opgenomen in bijlage 4Wat is een bestemmingsplan.
In de volgende subparagraaf wordt een nadere uitleg gegeven over de bestemmingen die het Chw bestemmingsplan kent.
3.2.1 Uitleg van de bestemmingsregels
In hoofdstuk 2 van de regels, zijn de regels opgenomen voor de specifieke bestemmingen die aan percelen zijn gegeven. Hieronder wordt toegelicht waarom de verschillende bestemmingen aan bepaalde locaties zijn gegeven.
3.2.2 Uitleg van de algemene regels
In hoofdstuk 3 van de regels, zijn de algemene regels opgenomen. Deze regels gelden voor het hele plangebied van het Chw bestemmingsplan of voor delen van dit plangebied. Het gaat bijvoorbeeld om aanduidingsregels (artikel 41 Algemeneaanduidingsregels) waarmee een specifiek gebied wordt aangeduid waar regels voor gelden (bijvoorbeeld een ecologische verbindingszone maar ook gebieden uit de Welstandsnota waarvoor criteria gelden). Ook zijn er algemene bouwregels (artikel 42Algemene bouwregels), afwijkingsregels (artikel 44 Algemene afwijkingsregels) en wijzigingsregels (artikel 45 Algemene wijzigingsregels).
In het Chw bestemmingsplan is ook een aantal regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen. Deze zijn te vinden in de aanduidingsregels onder overig APV ( zie 41.4, 41.5, 41.6). Dit zelfde geldt voor het kappen van bomen (artikel 41.7 en de geluidsnota van Amersfoort (artikel 41.8)
3.3 Belangrijkste Wijzigingen
3.3.1 Gemengde bestemming op winkelgebied Leusderweg en noordelijk deel Utrechtseweg
In het winkelgebied aan de Leusderweg en het noordelijk deel van de Utrechtseweg komen verschillende functies voor. Om dit gebied aantrekkelijk te houden voor bezoekers en voor ondernemers hebben we er voor gekozen om de verschillende functies niet specifiek te bestemmen maar de bestemming 'Gemengd- 2' op te nemen. Hiermee wordt flexibiliteit aangebracht in de regels. In een pand waar op dit moment een bedrijf zit kan, wanneer dit bedrijf vertrekt, zonder planologische procedure een winkel of een maatschappelijke voorziening komen (met uitzondering van onderwijs- en opvangvoorzieningen).
3.3.2 Groen
We nemen 2 verschillende groenbestemmingen met verschillende gebruiksmogelijkheden op ( artikel 14 Groen - Stadsgroen en artikel 13 Groen -Buurtgroen). Hiermee sluiten we aan bij de onderverdeling van het groen in de Groenstructuurkaart waar op dit moment aan wordt gewerkt op basis van de Groen-Blauwe Structuur, groene bestemmingen en de STEK (stedelijke ecologiekaart). De Groenstructuurkaart is een uitwerking van één van de projecten uit de Toekomstagenda Milieu.
In voorliggend Chw bestemmingsplan sluiten we dus aan bij de indeling uit de Groenstructuurkaart met het verschil dat we naast Stadsgroen (de hoofdgroenstructuur), wijk- en buurtgroen samenvatten tot Buurtgroen.
In het Buurtgroen zijn onder voorwaarden buurtinitiatieven mogelijk. Hiermee wordt aangesloten bij 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' waarin staat dat zelfbeheer in vele vormen mogelijk is in de openbare ruimte, met name in het groen, en dat het belangrijk is om deze mogelijkheden te behouden. Groen heeft een relatie met gezondheid vanwege het feit dat groen aanzet tot bewegen en spelen en zo het ontstaan en de verergering van overgewicht en obesitas tegengaat, evenals de hiermee samenhangende ziekten als diabetes en hart- en vaatziekten. Bovendien draagt groen bij aan het herstel van stress en aandachtsmoeheid en gaat zo het ontstaan van chronische stress tegen. Daarnaast kan groen een bijdrage leveren aan waterberging en verkoeling in de stad.
Groen - Stadsgroen: Is van belang voor de stad. Moet groen blijven.
Groen - Buurtgroen: wijk en buurt groen. Is van belang voor de wijk en buurt. Hier zijn wat meer mogelijkheden voor gebruik, bijvoorbeeld voor buurtinitiatieven zoals moestuintjes voor de bewoners van de betreffende buurt. Dit laatste is mogelijk via een melding 13.5 Melding gebruik groen.
Ook wordt er in de verkeersbestemmingen (artikel 22 Verkeer en artikel 24 Verkeer -Verblijfsgebied) een aanduiding opgenomen 'belangrijke lijnbeplanting' (blb). Ongeveer ter plaatse van deze aanduiding is behoud en ontwikkeling van deze lijn uitgangspunt in verband met het belang voor de ecologie en als belangrijke structuurlijn. Bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied dient rekening te worden gehouden met de benodigde groeiplaats voor de bestaande en/of nieuwe bomen en onderbeplanting.
Reden wijziging:
De wijziging sluit aan bij het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030'. De wijziging draagt eveneens bij aan de aandacht voor gezondheid, bewegen, spelen, klimaat en de beleving van de woonomgeving.
En als laatste draagt de aanduiding 'Belangrijke lijnbeplanting' bij aan flexibilisering. Deze aanduiding geeft aan dat ongeveer ter plaatse van de aanduiding bomenrijen aanwezig moeten zijn langs wegen. Deze bomenrijen zijn van belang voor de ecologie en/of als beeldbepalende structuurlijn. Tot nu toe werden deze bomenrijen meestal vastgelegd met de bestemming 'Groen'. Daarmee was er geen flexibiliteit bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied omdat daarvoor een planologische procedure nodig was. Met de nu ingevoerde aanduiding ligt de exacte plek van de bomenrijen niet vast. Wel wordt specifiek aangegeven dat ter plaatse van de aanduiding belangrijke lijnbeplanting uitgangspunt is. En ook ter plaatse van deze aanduiding blijven de regels uit de APV ten aanzien van het kappen van bomen gelden.
3.3.3 Klimaat - ontstenen
In de regels (48.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden algemeen ) is opgenomen dat percelen niet onbeperkt mogen worden verhard met niet waterdoorlatende verharding. Dit draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast bij regenval en verminderen van hittestress.
Reden wijziging:
De wijziging is gebaseerd op Operatie Steenbreek waar de gemeente aan deel neemt. De regeling draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast en hittestress. De stortregens die steeds vaker voorkomen en het bestraten van de tuin is geen goede combinatie. Het water stroomt direct het riool in en draagt bij aan overstromingen, maar ook de planten komen vaker droog te staan. Operatie Steenbreek promoot de tegels uit de tuin en het groen er in waardoor je wateroverlast en hittestress voorkomt. Dit is nu ook opgenomen in de regels van het bestemmingsplan omdat het van belang is dat het water op een goede manier kan worden afgevoerd en om een bijdrage te leveren aan het voorkomen van hittestress.
3.3.4 Toevoegen horeca
Volgens het horecabeleid zijn nieuwe horecavestigingen toegestaan op plekken waar voldoende functiemenging is. Dit is het geval in de wijk- en buurtwinkelcentra. We willen de maximaal toegestane bruto vloeroppervlakte niet bij recht verhogen omdat er een afwegingskader wenselijk is voor het toevoegen van horeca. Zo mogen omliggende bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsvoering, er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen optreden voor woningen in de directe omgeving, er moet voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag, en er mag geen sprake zijn van enige milieutechnische belemmering. Het toevoegen van horeca is opgenomen in artikel 9.4.1 Horeca toevoegen.
3.3.5 Faseren onderzoeksplicht tot moment vergunningverlening
In het plan zijn 2 wijzigingsbevoegdheden opgenomen om de bestemming van deze locaties te kunnen wijzigen. Daarbij moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan moet worden bij wijziging. Eén van deze randvoorwaarden is dat voldaan wordt aan de eisen vanuit de Wet geluidhinder. Dit gebeurt bij de vergunningverlening en niet in het kader van voorliggend Chw bestemmingsplan. Op dat moment moet uit een akoestisch onderzoek blijken dat voldaan kan worden aan deze eisen.
3.3.6 Opnemen regels over welstand
Met gebiedsaanduidingen zijn de welstandsgebieden uit de welstandsnota aangegeven. Hiermee zijn deze regels makkelijker vindbaar. In de betreffende regels is opgenomen dat bij toetsing te allen tijde gebruik dient te worden gemaakt van de op het moment van indienen van de aanvraag geldende regels uit de betreffende verordening.
3.3.7 Opnemen regels uit verordeningen en APV
In het Chw bestemmingsplan is een aantal regels uit verordeningen opgenomen die gaan over de fysieke leefomgeving. Hiermee willen we bereiken dat gebruikers de regels kunnen vinden op één plek. In deze pilot is in de meeste gevallen gekozen voor het opnemen van een link naar de betreffende verordening. Meer informatie is te lezen in 1.3.3.2 Verordeningen en beleidsregels integreren in Chw bestemmingsplan.
In de betreffende regels is opgenomen dat bij toetsing te allen tijde gebruik dient te worden gemaakt van de op het moment van indienen van de aanvraag geldende regels uit de betreffende verordening. In paragraaf 3.3.16 zijn de regels opgesomd waarin verordeningen en beleidsregels zijn opgenomen.
3.3.8 Opschonen begripsbepalingen
Een groot aantal begrippen is verwijderd uit artikel 1 van de regels. De begrippen die zijn verwijderd waren niet (meer) nodig omdat het om algemeen bekende woorden ging. De begrippen die zijn behouden vragen meer uitleg.
3.3.9 Bestemming Water
In overleg met het waterschap heeft al het water in het plangebied de bestemming 'Water' gekregen. In de vorige bestemmingsplannen had alleen het primair water (water dat in beheer is bij het waterschap) de bestemming 'Water'. Al het overige water was met een aanduiding opgenomen in de bestemming 'Groen'. In het Chw bestemmingsplan heeft dus al het water de bestemming 'Water' waardoor een duidelijker kaartbeeld ontstaat.
3.3.10 Aanduidingen uit bestemming sport gehaald
In de vorige bestemmingsplannen had elke sportbestemming een specifieke aanduiding voor de soort sport, bijvoorbeeld voetbal, tennis etcetera. Deze specifieke aanduiding hebben we niet meer opgenomen. Elke sportvoorziening heeft nu de bestemming 'Sport' gekregen.
3.3.11 Spoorhuisje Woestijgerweg/Leusderweg 26
De gemeente Amersfoort heeft een perceel aan de Woestijgerweg in bezit dat zij graag aan de markt wil aanbieden als bouwgrond voor een bescheiden vrijstaande eengezinswoning. De huidige bestemming van de locatie is 'Gemengde doeleinden -2' en dateert nog uit de tijd, dat de locatie als wachtpost voor het spoor in gebruik was. In deze bestemming is een flinke bouwmogelijkheid voor de uitbreiding van het aanwezige spoorwachtershuis opgenomen. Het perceel maakt deel uit van een voormalige werklocatie van de Nederlandse Spoorwegen. De locatie is in onbruik geraakt. Aan de Leusderweg is de voormalige dienstwoning van de spoorwachter behouden gebleven.
De gemeente is voornemens het perceel voor zelfbouw aan te bieden, waarbij het schetsontwerp van OOKarchitecten van 3 februari 2017 als kader stellend wordt beschouwd. Dit schetsontwerp verbeeld tevens de beeldkwaliteitscriteria, die de gemeente aan de bouwkundige invulling van deze locatie stelt. Daarnaast wordt met de koper nadere eisen t.a.v. de terreininrichting vastgelegd, om de weelderig groene uitstraling van het ensemble te waarborgen.
De ruimtelijke onderbouwing - welke als bijlage 13 is opgenomen bij de toelichting - voldoet aan de vereisten van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en gaat vergezeld van 4 bijlagen bij de toelichting:
- 1. Schetsontwerp (bijlage 14)
- 2. Terreinindeling (bijlage 15)
- 3. Geluidsonderzoek (bijlage 16)
- 4. Bodemonderzoek (bijlage 17)
3.3.12 Juliettestraat 44
Om de parkeerplaatsen op het terrein van de Juliettestraat 44 beter bereikbaar te maken is door de eigenaar van het perceel aan de westzijde een strook grond gekocht van de gemeente. Hier kan een smalle weg worden aangelegd om auto's die op zoek zijn naar een parkeerplek op het perceel, de mogelijkheid te bieden rond het gebouw te rijden. In de huidige situatie moeten auto's wanneer er geen parkeerplek meer vrij is, achteruit het terrein weer verlaten. Dit weerhoudt bezoekers er van om een parkeerplek op het perceel te zoeken waardoor de parkeerdruk in de omgeving toe neemt.
Met de wijziging wordt de parkeersituatie op het perceel verbeterd en dit zal ook een verbetering van de parkeerdruk in de omgeving betekenen.
Ook is de bestemming van het perceel aangepast. In artikel 17 Maatschappelijk is in lid 1 onder g een specifieke omschrijving opgenomen van de gebruiksmogelijkheden van dit perceel.
3.3.13 Bachweg 12-40
Voor deze locatie loopt momenteel een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure. Om verwarring te voorkomen wordt deze locatie in dit Chw bestemmingsplan als 'witte vlek' opgenomen. Bij de vaststelling van dit Chw bestemmingsplan wordt dan het uiteindelijke plan voor deze locatie ook in dit bestemmingsplan opgenomen.
3.3.14 De Geer
Voor deze locatie loopt momenteel een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure. Om verwarring te voorkomen wordt deze locatie in dit Chw bestemmingsplan als 'witte vlek' opgenomen. Bij de vaststelling van dit Chw bestemmingsplan wordt dan het uiteindelijke plan voor deze locatie ook in dit bestemmingsplan opgenomen.
3.3.15 Everard Meysterweg 52-58
De bestemming voor deze locatie is gewijzigd van 'Detailhandel' naar 'Gemengd - 2' omdat hier niet alleen detailhandel is gevestigd maar ook een rijschool, een beautysalon en een makelaarskantoor. Op de verdiepingen wordt gewoond.
3.3.16 Regels waarin verordeningen en beleidsregels zijn verwerkt
In paragraaf 1.3.3.2 is beschreven welke verordeningen en beleidsregels in voorliggende Chw bestemmingsplan worden geintegreerd. In deze paragraaf worden de regels opgesomd waarin verordeningen en beleidsregels zijn verwerkt.
De manier van verwerken van een verordening- of beleidsregel is als volgt. Als een regel algemeen van aard is en veelvuldig wordt gebruikt en bovendien qua tekst niet te omvangrijk is dan is ervoor gekozen om de tekst integraal op te nemen in de regel. Als de regel echter minder algemeen toepasbaar is en een veelomvattende tekst bevat dan is ervoor gekozen om een link op te nemen in de regel.
A. Verordening en beleidsregels zijn verwerkt in de volgende bestemmingsregels:
In de bestemming Bedrijf zijn in artikel 3.2.3, 3.3.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Cultuur en ontspanning zijn in artikelen 6.2.2 en 6.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Detailhandel zijn in artikelen 7.2.2 en 7.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Gemengd- 1 zijn in artikelen 8.2.2 en 8.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Gemengd- 2 zijn in artikelen 9.2.2 en 9.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Gemengd- 3 zijn in artikelen 10.2.2 en 10.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Horeca zijn in artikelen 13.2.2 en 13.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Kantoor zijn in artikelen 14.2.2 en 14.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Maatschappelijk zijn in artikelen 15.2.2 en 15.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Recreatie zijn in artikelen 16.2.3 en 16.2.4 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Sport zijn in artikelen 17.2.2 en 17.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;
In de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied is in artikel 22.1 sub j een regel opgenomen waarin wordt bepaald dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - markten en standplaatsen [sdh-ms] markten en standplaatsen zijn toegestaan overeenkomstig de op het moment van indienen van de omgevingsvergunning geldende beleidsregels Standplaatsvergunningen Amersfoort;
in artikel 22 lid 1 sub m is voorts een regel opgenomen dat bepaald dat terrassen zijn toegestaan mits deze grenzen aan en behoren bij een horecabedrijf waarvoor vergunning is verleend en de terrassen voldoen aan de voorwaarden uit het terrassenbeleid zoals dit geldt op het moment van indienen van de aanvraag omgevingsvergunning;
In de bestemming Water is in artikel 23.3 een gebruiksregel opgenomen waarin wordt geregeld dat het innemen van een ligplaats voor recreatievaartuigen toegestaan is overeenkomstig de daartoe geregelde bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening;
In de bestemming Wonen- 1 is in artikelen 25.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 25.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
In de bestemming Wonen- 2 is in artikelen 26.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 26.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
In de bestemming Wonen- 3 is in artikelen 27.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 27.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
In de bestemming Wonen- 4 is in artikelen 28.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 28.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
In de bestemming Woongebied is in artikel 29.4.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 29.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
B. Welstandscriteria zijn verwerkt in de volgende algemene gebiedsaanduidingsregels:
In artikel 41.1 is een regel opgenomen over 'Welstand Criteria voor kleine bouwwerken';
In artikel 40.8 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Bebouwing langs oude linten';
In artikel 40.9 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Stadsuitleg eind 19e en begin 20e eeuw';
In artikel 40.10 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Tuinstedelijke bebouwing';
In artikel 40.11 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Wederopbouw in Bloembladconcept';
In artikel 40.12 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Groeistad';
In artikel 40.13 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand van Groeistad naar Vinex';
In artikel 40.14 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Cityvorming';
In artikel 40.15 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Stedelijk Groen';
C. In Overige regels zijn bepalingen uit de APV en de Geluidsnota (beleidsregel) geregeld:
In artikel 40.3 zijn de regels uit de APV rondom de melding voor het maken of veranderen van een in- en/of uitrit opgenomen;
In artikel 40.4 zijn de regels uit de APV rondom het ten gehore brengen van onversterkte muziek binnen inrichtingen opgenomen;
In artikel 40.5 zijn de regels uit de APV opgenomen voor overig geluidhinder buiten een inrichting waarbij B&W wel een ontheffing kunnen verlenen;
In artikel 40.6 zijn de regels uit de APV opgenomen dat voor het vellen van een houtopstand een omgevingsvergunning benodigd is;
In artikel 40.7 is tot slot geregeld bij de beoordeling van omgevingsvergunningen voor het (ver)bouwen en/of het wijzigen van functies, ook getoetst aan de eisen uit de Geluidsnota zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
3.3.17 Kruispunt Leusderweg Van Campenstraat
Ten behoeve van het verbeteren van de verkeersveiligheid en doorstroming op het kruispunt Leusderweg Van Campenstraat wordt het kruispunt opnieuw ingericht. Om meer opstelruimte voor fietsers te bieden moet het kruispunt worden vergroot wat ten koste gaat van andere ruimte. In dit specifieke geval komt er een klein gedeelte van de groenbestemming te vervallen en krijgt deze de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied (trottoir).
Hoofdstuk 4 Beleidskaders En Planbeschrijving
4.1 Inleiding
Gezondheid is een aspect dat onder de Omgevingswet en in het Chw bestemmingsplan extra aandacht krijgt, vandaar dat dit hieronder uitgebreid wordt beschreven. Het overige relevante beleid is opgenomen in bijlage 5 Beleid en bijlage 8Omgevingsaspecten.
Ook de beschrijving van het plangebied aan de hand van de historische elementen, de stedenbouwkundige structuur, de verkeersstructuur en de groenstructuur is te vinden in de bijlagen (bijlage 7 Planbeschrijving) bij deze toelichting.
4.2 Gezondheid
De leefomgeving waarin mensen wonen, werken en leven heeft invloed op hun gezondheid. In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 van het RIVM is berekend dat in Nederland gemiddeld bijna 6 procent van de ziektelast toe te schrijven is aan milieufactoren. Hiermee is milieu, na roken, een van de belangrijke determinanten die bijdragen aan de ziektelast (zie onderstaande figuur).
Fijn stof en geluidsbelasting leveren de grootste bijdrage aan de ziektelast door milieufactoren (zie onderstaande figuur). Vrijwel overal in Nederland wordt aan de normen voor fijn stof en stikstofdioxide voldaan, maar het grootste deel van de ziektelast door deze stoffen is toe te schrijven aan blootstelling aan concentraties die onder de huidige normen liggen.
Milieu gerelateerde ziektelast in Nederland, percentage van de ziektelast in DALY's (Disability-adjusted-life-years; generieke maat voor de totale last die ontstaat door ziektes). Bron Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2014,RIVM.
Naast het beperken van de druk op de gezondheid door diverse omgevingsfactoren, zoals luchtverontreiniging of geluid, is het tevens belangrijk om aandacht te hebben voor de positieve invloed die de omgeving kan hebben op de gezondheid. Dit kan door bij de leefomgeving rekening te houden met verschillende thema's en belangen, zoals gezonde mobiliteit, natuur, groen en water, sport en spelen, openbare ruimte, milieukwaliteit, en binnenmilieu. Kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen en mensen met een lage sociaal-economische status (SES) hebben daarbij vanwege hun kwetsbaarheid extra aandacht nodig.
Gezondheid en de Omgevingswet
De mogelijkheden om via de leefomgeving de gezondheid van mensen te verbeteren zijn groter dan men denkt. Het gaat daarbij over het nadrukkelijk en op een slimme manier rekening houden met gezondheid bij de inrichting van de leefomgeving, door gezondheid naar de voorkant van het proces te halen.
De Omgevingswet is erop gericht om een veilige en gezonde fysieke leefomgeving te bereiken en ondersteunt een gebiedsgerichte aanpak bij de inrichting van de leefomgeving. Daarbij wordt een innovatieve aanpak van de opgaven voor de leefomgeving nagestreefd. De toenemende integraliteit die bij de invoering van de Omgevingswet ook wettelijk wordt vastgelegd, biedt meer afwegingsruimte voor gemeenten om hun eigen ambities te bepalen voor een gezonde leefomgeving.
4.2.1 Ambitie
De Amersfoortse gezondheidsambitie met betrekking tot de leefomgeving, is er op gericht om de basis op orde te houden door het terugdringen van de milieulast (gezondheidsbescherming). Daarnaast investeren we in een integrale aanpak voor een inrichting van de fysieke leefomgeving, die mensen uitdaagt zelf te investeren in een betere gezondheid (gezondheidsbevordering). Dit draagt bij aan het terugdringen van gezondheidsverschillen en bevordert de sociale cohesie (gezondheidsbeleving).
Amersfoort wil een stad zijn waar gezondheid, duurzaamheid, een goed leefklimaat en gezond leven voor jong en oud nog meer centraal kunnen staan. Op 23 mei 2017 heeft de raad het Beleidskader lokaal Gezondheidsbeleid Amersfoort 2017-2022 vastgesteld. Dit sluit aan bij de omschrijving van (positieve) gezondheid: 'het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven' zoals deze sinds 2012 wordt gehanteerd.
Dit nieuwe gezondheidsconcept staat voor een brede kijk op gezondheid en welbevinden. Hierin wordt gezondheid niet meer als een statische conditie beschouwd, maar als het dynamische vermogen van mensen om zich met veerkracht aan te passen, en zelf regie te voeren over hun welbevinden. Zelfredzaamheid speelt hierin een grote rol. Ook de gemeente Amersfoort wil in haar nieuwe gezondheidsbeleid zoveel mogelijk aansluiten bij het concept van positieve gezondheid.
De ruimtelijke inrichting van de leefomgeving draagt in belangrijke mate bij aan positieve gezondheid. Daarom stelt de gemeente Amersfoort zichzelf de volgende gezondheidsambitie met betrekking tot de leefomgeving:
We realiseren 1) een gezonde leefomgeving voor alle burgers, zowel binnen- als buitenshuis, die 2) uitnodigt tot gezond gedrag, en die 3) positief beleefd wordt en bijdraagt aan een goede (ervaren) gezondheid.
Een dergelijke gezondheidsambitie wordt gerealiseerd door gezondheid vroegtijdig mee te nemen bij de inrichting van de leefomgeving. Hierdoor wordt de meeste gezondheidswinst behaald. Dit kan door in de (nog op te stellen) omgevingsvisie, het omgevingsplan en beleid de volgende drie aspecten op te nemen:
- 1. Gezondheidsbescherming
De druk op de gezondheid door omgevingsfactoren (geluid, lucht, geur, water, bodem, infectierisico en externe veiligheid) zo laag mogelijk proberen te houden, zowel binnen- als buitenshuis. Bij de inrichting van de leefomgeving moet blootstelling aan externe invloeden zo veel mogelijk worden vermeden. Ontwikkelingen moeten voldoen aan wettelijke normen. Maar deze wettelijke normen dragen niet in alle gevallen bij aan het terugdringen van de ziektelast en het beperken van gezondheidsrisico's. Zo treedt bijvoorbeeld voor fijnstof ook onder de wettelijke norm gezondheidsschade op. De ambitie van Amersfoort ten aanzien van luchtkwaliteit (zoals verwoord in de Integrale visie Fijnstof) is het handhaven van de huidige situatie en deze waar mogelijk proberen te verbeteren, in ieder geval verslechtering proberen te voorkomen. - 2. Gezondheidsbevordering
De omgeving moet uitnodigen tot bewegen, sporten, spelen en ontmoeten. Door bij de inrichting van de leefomgeving rekening te houden met mogelijkheden die tot een gezonde leefstijl (bewegen, spelen, sporten) verleiden en sociaal welbevinden (ontmoeten) bevorderen, wordt gezond gedrag, functioneren, veerkracht en eigen regie van bewoners gestimuleerd en de sociale samenhang en betrokkenheid bij de wijk bevorderd. - 3. Gezondheidsbeleving
Inwoners moeten de leefomgeving positief kunnen beleven. Belangrijk hierbij is dat bij de inrichting van de leefomgeving rekening wordt gehouden met voldoende en passend groen en 'blauw' (water) met een goede kwaliteit, gezonde, veilige en duurzame woningen en gebouwen, en voldoende en passende voorzieningen voor alle bewoners in de directe woonomgeving.
Relatie tussen positieve gezondheid, fysieke leefomgeving, gedrag en perceptie.
Het nastreven van deze ambitie vormt een stimulans om de leefomgeving zodanig in te richten dat gezond gedrag, functioneren, veerkracht en eigen regie worden bevorderd.
Voor bestuurders is het meenemen van gezondheidsaspecten aan de voorkant van beleids- en planontwikkeling belangrijk en waardevol omdat:
- Een gezonde omgeving de ziektelast vermindert. Hierdoor kan de gemeente ook op zorgkosten besparen;
- Een gezonde leefomgeving het gebied aantrekkelijk maakt voor bewoners en bedrijven om zich te vestigen;
- De gemeente op basis van de Wet Publieke Gezondheid verantwoordelijk is voor het uitvoeren van taken die de gezondheid van de bevolking beschermen en bevorderen. Daarnaast is de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning verantwoordelijk voor het faciliteren van een zelf- en samenredzame leefomgeving.
4.2.2 Beleid ten aanzien van gezondheid
Om op meerdere vlakken winst te behalen van de investeringen die deze ambities vragen, is het nuttig om aanknopingspunten voor gezondheid te zoeken in andere beleidsplannen. Hieronder volgt een opsomming van de beleidsstukken die betrekking hebben op gezondheid en de speerpunten die hierin worden gesteld.
4.2.3 Gezondheid in relatie tot het plangebied
Bij het Chw bestemmingsplan is de bestaande situatie, zoals die bij het opstellen van het bestemmingsplan bekend is, als uitgangspunt genomen. Daarbij is het feitelijke gebruik, de bestaande bebouwing, de geldende rechten en het vastgestelde beleid van belang voor de op te nemen bestemmingen.
Het realiseren van de in eerder beschreven ambities in wijken die 'af' zijn is een lastige opgave. Pas wanneer de inrichting van het openbare gebied verandert of wanneer er sprake is van sloop en vervangende nieuwbouw, komen de ambities in beeld en wordt gekeken waar deze kunnen leiden tot een uitwerking die bijdraagt aan een positief effect op het aspect gezondheid.
Samen met de GGD regio Utrecht (GGDrU) en de Regionale UitvoeringsDienst (RUD) Utrecht zijn we aan de slag gegaan om inzicht te krijgen in de lokale gezondheidssituatie. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van lokale monitors van de GGDrU, van gemeentelijke data en van overige bronnen (CBS, RIVM, etc.). Daarnaast is de Gelderse Gezondheidswijzer gebruikt en ingevuld met Amersfoortse gegevens van de 3 wijken in het plangebied van voorliggend plan
(zie bijlage 6 Analyse gezondheid).
Ook de bewoners van de wijken hebben tijdens inloopbijeenkomsten opmerkingen gemaakt ten aanzien van gezondheid in de wijk. Al deze informatie levert een beeld op van deze wijken in relatie tot gezondheid.
Gebleken is dat oplossingen en verbeteracties in de meeste gevallen niet opgenomen kunnen worden in de regels van het chw bestemmingsplan maar vaak wel in andere gemeentelijke processen zoals die van de Visie fijnstof. Verbeteracties die wel opgenomen zijn in het chw bestemmingsplan worden hieronder toegelicht.
- Het groen wordt anders bestemd dan tot nu toe gebruikelijk was in bestemmingsplannen. Er komen twee verschillende groenbestemmingen met verschillende gebruiksmogelijkheden (artikel 11 Groen-Buurtgroen en artikel 12 Groen-Stadsgroen). Hiermee wordt aangesloten bij de uitwerking van de Groenvisie waar momenteel aan wordt gewerkt in het strategisch groenoverleg. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 3.2.1.6 Groen. Groen heeft een relatie met gezondheid vanwege het feit dat groen aanzet tot bewegen en spelen en zo het ontstaan en de verergering van overgewicht en obesitas tegengaat, evenals de hiermee samenhangende ziekten als diabetes en hart- en vaatziekten. Bovendien draagt groen bij aan het herstel van stress en aandachtsmoeheid en gaat zo het ontstaan van chronische stress tegen. Daarnaast kan groen een bijdrage leveren aan waterberging en verkoeling in de stad.
- In de regels van het chw bestemmingsplan is genomen dat percelen niet onbeperkt mogen worden verhard met niet waterdoorlatende verharding. Dit draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast bij regenval en verminderen van hittestress (artikel 46).
Enkele verbeteracties waar aan gedacht kan worden in een ander kader zijn:
- Ten aanzien van lucht, roet en fijnstof zijn maatregelen mogelijk vanuit de gemeentelijke Visie fijnstof;
- Ten aanzien van geluidoverlast van de rijksweg A1 in Kattenbroek worden maatregelen getroffen bij nieuwe bouwplannen aan de overzijde van de rijksweg A1. Daar is als voorwaarde bij nieuwbouw opgenomen dat de gevels langs de snelweg voor minimaal 50% uitgevoerd moeten worden met geluidabsorberend materiaal.
- Ten aanzien van enkele locaties in het plangebied waar geluidoverlast optreedt door wegverkeer, wordt ten tijde van onderhoud/vervanging van het wegdek beoordeeld of het gebruik van een andere soort asfalt (bijvoorbeeld Gelders mengsel of SMA08) mogelijk is.
- Ook bodem heeft een relatie met gezondheid. Wanneer uit bodemonderzoek blijkt dat maatregelen nodig zijn, zal er actie ondernomen worden door de gemeente op basis van de Wet bodembescherming.
- Tijdens de inloopbijeenkomsten over het Chw bestemmingsplan zijn er veel opmerkingen gemaakt over (loslopende) honden en hondenpoep. In Amersfoort geldt, met uitzondering van enkele gebieden, een opruimplicht voor hondenpoep. Daarnaast moet een hond, ook weer met uitzondering van enkele gebieden, aangelijnd zijn. En in sommige gebieden geldt zelfs een verbod voor honden. Op de gemeentelijke website is hierover meer informatie te vinden. Ook is daar een kaart opgenomen waarop de gebieden zijn aangegeven waar een aanlijn- en opruimplicht geldt (informatie over honden uit laten).
- Bewegen is een aspect van gezondheid waar een bijdrage aan geleverd kan worden vanuit de Gezonde Wijkaanpak bijvoorbeeld door middel van het faciliteren van beweegrondjes. De gemeente Amersfoort en Stichting Marathon Amersfoort zetten zich actief in om veilige, afwisselende en gemarkeerde beweegroutes (zie hier onder een afbeelding van één van de borden die een route markeert) uit te zetten in Amersfoort. Op deze manier kunnen Amersfoorters dicht bij huis op een laagdrempelige manier buiten bewegen en trainen.
Overigens wil dit alles niet zeggen dat het plangebied op dit moment niet bijdraagt aan een positieve gezondheid. Hieronder volgt een aantal voorbeelden.
- In het plangebied komen verschillende sportvoorzieningen verspreid over de wijken voor.
- Daarnaast zijn er grote groengebieden die uitnodigen tot bewegen, spelen en ontmoeten. Nimmerdor in het Leusderkwartier, de zone langs het Valleikanaal in Randenbroek-Schuilenburg, park Schothorst dat grenst aan Kattenbroek, park Randenbroek dat tussen Randenbroek en het Leusderkwartier ligt en Klein Zwitserland ten westen van het Leusderkwartier.
- Tevens dragen deze groengebieden bij aan het verminderen van hittestress.
4.3 Conclusie
Het Chw bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan dat gebaseerd is op de bestaande regels en beleid. Er worden geen grote, nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Wel zijn er regels toegevoegd ten opzichte van de tot nu toe geldende bestemmingsplannen. Dit is mogelijk omdat het Chw bestemmingsplan een bestemmingsplan is met verbrede reikwijdte. Vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet kan er nu al geëxperimenteerd worden met regels die gaan over de fysieke leefomgeving. Dit is een ruimer begrip dan 'een goede ruimtelijke ordening' waar een bestemmingsplan tot nu toe aan moest voldoen.
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met zowel het gemeentelijk, provinciaal als rijksbeleid.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Inleiding
Bij de beschrijving van de uitvoerbaarheid van het Chw bestemmingsplan gaat het zowel over het overleg dat bij de voorbereiding van het plan gevoerd is, als om de economische uitvoerbaarheid. Bij de uitvoerbaarheid speelt ook de handhaving een belangrijke rol.
5.2 Economische Uitvoerbaarheid
Het Chw bestemmingsplan betreft een actualisatie van nu nog geldende bestemmingsplannen, waarbij de bestaande situatie opnieuw wordt vastgelegd. Omdat er geen ontwikkelingen worden meegenomen die niet ook al op basis van voorgaande plannen mogelijk waren, is het Chw bestemmingsplan vanuit gemeentelijk perspectief
financieel en economisch uitvoerbaar.
5.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
5.3.1 Inspraak
Een van de doelstellingen van het Chw bestemmingsplan is de doorontwikkeling van participatie (zie ook paragraaf 1.3.3.1 Doorontwikkelen participatie en gebiedsgerichtwerken). In dit kader is eerst gesproken met een aantal belanghebbenden (waaronder raadsleden en de SGLA) om de inventarisatie van belangen en belanghebbenden aan te vullen en te toetsen. Verder zijn er drie zogenaamde gebiedsgerichte inloopbijeenkomsten geweest.
Op woensdag 2 november 2016 in De Kandelaar, Heiligenbergerweg 64. Op donderdag 3 november 2016 in de Martuskerk, Copernicusstraat 18. En op maandag 7 november 2016 in Het Brandpunt, Laan naar Emiclaer 101. De opmerkingen die gemaakt zijn tijdens deze bijeenkomsten kunnen deels worden opgenomen in het Chw bestemmingsplan, de meeste echter niet.
Opmerkingen die we mee hebben genomen in het Chw bestemmingsplan zijn bijvoorbeeld aanpassingen van de verbeelding.
De opmerkingen die niet opgenomen kunnen worden in het Chw bestemmingsplan, zijn door de medewerkers van de verschillende gemeentelijke disciplines meegenomen om te beoordelen of er vanuit de vakdiscipline actie op ondernomen kan worden. Voorbeelden zijn hondenpoep, loslopende honden, parkeerdruk en parkeeroverlast, zwerfafval, gevaarlijke verkeerssituaties, geluidsoverlast, fijnstof, vieze ruiten en balcons, gezondheidsproblemen, weinig speelruimte voor kinderen, koesteren van bomen en groen en tot slot ook de vraag om snoei van bomen vanwege overlast.
Ook is een aantal opmerkingen meegenomen als input voor de gebiedsplannen die de gemeente opstelt. Voorbeelden hiervan zijn opvullen van braakliggend terrein en voorkomen van overlast door brommers en hangjongeren.
5.3.2 Wettelijk (voor)overleg
Het concept-ontwerp van het Chw bestemmingsplan is op 17 juli 2017 gestuurd naar de volgende vooroverleginstanties met het verzoek om in het kader van artikel 3.1.1 Wro te reageren op het plan:
- 1. Provincie Utrecht
- 2. Regionale Uitvoeringsdienst regio Utrecht
- 3. Waterschap Vallei en Veluwe
- 4. Veiligheidsregio Utrecht
- 5. Gasunie regio west
- 6. Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort
- 7. Natuur en Milieufederatie Utrecht
- 8. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
- 9. Utrechts Landschap
- 10. Stichting Het Beekdal
- 11. GGD regio Utrecht
5.3.3 Reacties uit het vooroverleg
De instanties die het concept-ontwerp Chw bestemmingsplan hebben ontvangen, hadden tot 8 september 2017 de tijd om een advies uit te brengen over dit plan. We hebben van de provincie Utrecht, de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort, de Veiligheidsregio Utrecht, en de GGD regio Utrecht. Onderstaand zijn deze reacties samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie.
5.3.4 Vaststelling bestemmingsplan
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van donderdag 22 maart tot en met woensdag 2 mei 2018 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 9 zienswijzen ingediend over het ontwerpbestemmingsplan.
Een aantal zienswijzen geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. Voor een uitgebreide samenvatting en de beoordeling van de zienswijzen, wordt verwezen naar de zienswijzennota die bij de besluitvormingsstukken over het plan is te vinden.
Onderstaand is een overzicht opgenomen van de wijzigingen bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Er zijn wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen. In de tekst over de wijziging is, waar relevant, een link opgenomen naar de betreffende tekst in de toelichting of regels.
Wijziging naar aanleiding van zienswijzen
1. Natuur Netwerk Nederland
De regels ten aanzien van het Natuur Netwerk Nederland (artikel 39 Waarde - Natuur) zijn overeenkomstig de zienswijze van de provincie aangepast.
2. Bescherming grondwaterwinning met een 100-jaarsaandachtsgebied
In de toelichting wordt de door Vitens voorgesteld tekst opgenomen over het 100-jaarsaandachtsgebied in verband met de bescherming van de grondwaterwinning. Dit staat in paragraaf 2.2 van bijlage 8 Omgevingsaspecten. Op de verbeelding wordt een aanduiding opgenomen 'milieuzone - 100jaarsaandachtsgebied' en in de bijbehorende regel in artikel 41.3 milieuzone - 100jaarsaandachtsgebied wordt een verwijzing opgenomen naar de zorgplicht uit artikel 4 van de Provinciale Milieu Verordening 2013.
3. Gastransportleiding en bijbehorend gasdrukmeet- en regel station
Rond het gasdrukmeet- en regel station bij de Hogeweg wordt de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 1' aangepast zodat deze aan alle zijden 25 meter bedraagt gemeten vanaf het bouwvlak. Er wordt een extra aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 2' toegevoegd om dit zelfde gebouw, aan alle zijden 4 meter gemeten vanaf het bouwvlak. En de zone rond de gastransportleiding wordt aangepast zodat deze overal 4 meter vanaf het hart van de leiding bedraagt. Daarnaast worden de door de Gasunie voorgestelde specifieke gebruiksregels toegevoegd aan de regels in 32.5 Specifiekegebruiksregels.
Ambtshalve wijzigingen
1. Aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' verwijderd
Bij de bestemming Maatschappelijk is in het ontwerpbestemmingsplan de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' (sm-1) opgenomen. Deze aanduiding geeft aan dat zowel opvang- als onderwijsvoorzieningen zijn toegestaan. Deze aanduiding wordt bij de vaststelling verwijderd omdat ook al de aanduidingen 'onderwijs' (onderwijsvoorzieningen) en 'kinderdagverblijf' (opvangvoorzieningen voor kinderen van 0 tot ongeveer 12 jaar) bestaan. De aanduiding 'sm-1' is overbodig. De verbeelding is overeenkomst aangepast.
2. Gebruik schoolpleinen door buurt
Veel schoolpleinen krijgen momenteel een meer groene inrichting en er worden extra speelmogelijkheden gecreëerd en/of speeltoestellen geplaatst. Ook buurtbewoners/kinderen kunnen na schooltijd van deze pleinen gebruik maken. Om dit planologisch ook goed te regelen is in de bestemming 'Maatschappelijk-onderwijs' een regel opgenomen waarmee schoolpleinen buiten schooltijden mogen worden gebruikt door buurtbewoners (artikel 17.1 Bestemmingsomschrijving).
3. Woningen op verdiepingen kantoren in Randenbroek en Schuilenburg
In 16 Kantoor wordt een regel opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' woningen op de verdiepingen zijn toegestaan overeenkomstig artikel 30 'Wonen-4'. Dit is overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan 'Randenbroek-Schuilenburg'. Op de verbeelding krijgen de panden met een kantoorbestemming in de wijken Randenbroek en Schuilenburg een aanduiding 'wonen'.
4. Aanpassen regel voor dakopbouwen
De mogelijkheid voor het realiseren van dakopbouwen is opgenomen om bij woningen met een flauwe kap, de ruimte onder de kap beter te kunnen benutten. Deze regel is niet voor alle woningen bedoeld. Daarom wordt in de bestemmingen 'Wonen-1', 'Wonen-2' en 'Wonen-3' een aanvullende voorwaarde aan de regels ten aanzien van Dakopbouwen toegevoegd waarmee dakopbouwen uitsluitend mogelijk zijn bij woningen met een flauwe kap.
5. Bestemming perceel naast Leusderweg 26 aangepast aan kadastrale begrenzing
Van het perceel naast de Leusderweg 26 wordt de bestemmingsgrens overeenkomstig de kadastrale grens aangepast. Hierdoor verschuift het bouwvlak enigszins in noordoostelijke richting.
6. Bestemming Jonkvrouw Foeytweg 2-4 aangepast aan bestaande situatie
Op de verbeelding wordt aan de bestemming van het perceel Jonkvrouw Foeytweg 2-4, 'Maatschappelijk-gezondheidszorg', de aanduiding 'wonen' (w) en de aanduiding 'kinderdagverblijf' (kdv) toegevoegd. Dit is overeenkomstig de bestaande situatie.
7. Bestemming hoek Vivaldistraat/Heiligenbergerweg aangepast aan voorgaand bestemmingsplan
Het bouwvlak op de zuidelijke hoek van de Vivaldistraat en de Heiligenbergerweg wordt aangepast overeenkomstig het op voorgaande bestemmingsplan Randenbroek Zuid. In de regels behorende bij dit bouwvlak (bestemming Wonen-3) wordt opgenomen dat de woning georiënteerd moet zijn op de Heiligenbergerweg en dat het bouwvlak mag schuiven mits de afstand tot de zijdelingse bestemmingsgrens minimaal 2,5 meter bedraagt. Ook dit is overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan Randenbroek Zuid.
8. Aanduiding 'kap' toegevoegd aan Utrechtseweg 40 t/m 78
Aan de percelen Utrechtseweg 40 t/m 78 is de aanduiding 'kap' toegevoegd. Deze aanduiding was per abuis niet opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.
9. Begripsomschrijving 'achtererfgebied' en 'bebouwingsgebied' toegevoegd
Ter verduidelijking van de bouwmogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken is aan de lijst met begrippen (artikel 1 van de regels van het bestemmingsplan) een omschrijving van het begrip 'achtererfgebied' en 'bebouwingsgebied:' opgenomen.
10. Hoogte Karrespoor 5 en 7 aangepast een voorgaand bestemmingsplan
De goothoogte en bouwhoogte van de percelen Karrespoor 5 en 7 is aangepast aan de geldende hoogte (goothoogte 3,5 meter en bouwhoogte 9 meter) zoals deze was opgenomen in het postzegelbestemmingsplan voor deze twee percelen.
11. Mozartweg 54 uit plangebied gehaald
Voor de Mozartweg 54 zijn in het ontwerpbestemmingsplan nog de uitwerkingsregels opgenomen zoals deze in het voorgaande bestemmingsplan Randenbroek-Schuilenburg stonden. Inmiddels is er een uitwerkingsplan voor deze locatie in procedure gebracht. Dit uitwerkingsplan wordt binnenkort vastgesteld. Omdat de vaststelling en de verdere procedure van voorliggend bestemmingsplan ongeveer gelijk met het uitwerkingsplan plaatsvindt wordt deze locatie uit het plangebied van voorliggend bestemmingsplan gehaald. Hiermee wordt onduidelijkheid voorkomen over de verschillende procedures.
12. Nadere eis Rameau-, Weber-, Haydn-, en Rossinistraat
Voor de woningen in het gebied omgeven door de Rameau-, Weber-, Haydn-, en Rossinistraat wordt een nadere eis opgenomen in de regels ten aanzien van de mogelijkheid van aanpassingen aan het voordakschild (bijvoorbeeld in de vorm van dakopbouwen, dakkapellen en zonnepanelen) en ten aanzien van aanpassingen van de voorgevel. Deze nadere eis wordt opgenomen omdat voor dit gebied een aanwijzing tot gemeentelijk stadsgezicht loopt. Omdat de procedure van deze aanwijzing nog niet is afgerond kan er nog geen dubbelbestemming 'Waarde-beschermd stadsgezicht' worden opgenomen met daarin beschermende regels. Vooruitlopend op de aanwijzing wordt nu wel een nadere eis in het Chw bestemmingsplan opgenomen waarmee eventuele aanvragen in dit gebied voor wijzigingen aan het voordakschild en aan de voorgevel met een nadere eis kunnen worden bijgestuurd.
13. Enkele tekstuele aanpassingen
Medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken hebben het ontwerp Chw bestemmingsplan doorgenomen in het kader van de in aantocht zijnde Omgevingswet. Zij hebben nog een aantal tekstuele aanpassingen voorgesteld om de regels van het Chw bestemmingsplan te verduidelijken. Deze tekstuele aanpassingen worden verwerkt in de regels.
14. Regels toegevoegd in het kader van gezondheid en klimaat
In het kader van gezondheid en klimaat worden nog enkele regels toegevoegd ten aanzien van de zorgplicht voor de fysieke leefomgeving, de afvoer van hemelwater, vervoer gevaarlijke stoffen, bevordering van gezondheid.
5.4 Handhaving
Met dit Chw bestemmingsplan proberen we een duidelijk en herkenbaar beleid voor de fysieke leefomgeving te formuleren. Activiteiten die niet passen binnen het Chw bestemmingsplan en ook niet op grond van de opgenomen afwijkingsbevoegdheden kunnen worden toegestaan, zullen in beginsel ongewenst zijn (vanuit het belang van 'een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit' en vanwege het gemeentelijke omgevingsbeleid). Het uitgangspunt is dat er handhavend wordt opgetreden wanneer de regels van het Chw bestemmingsplan niet worden nageleefd. Bij het opstarten van een handhavingstraject zal altijd nog een check plaatsvinden of in het concrete geval toch een legalisatie van de activiteit mogelijk is, maar de verwachting is dat dit in de meeste gevallen niet aan de orde zal zijn. Dit betekent dat in de meeste gevallen sprake is van de beginselplicht tot handhaving. De primaire verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke controle en handhaving ligt bij de gemeente. Ook belanghebbenden kunnen vorderen dat de bepalingen van het Chw bestemmingsplan worden nageleefd.
Naast handhaving 'achteraf' onderscheiden we ook preventieve handhaving. Deze komt voornamelijk tot uitdrukking in het toezicht op het gebruik van gronden en gebouwen.
Het Chw bestemmingsplan heeft betrekking op bestaande woonwijken en kent geen nieuwe ontwikkelingen. De mogelijkheden om meer flexibiliteit en ruimte te bieden dan het traditionele bestemmingsplan zijn hierdoor beperkt. De verwachting is dat er op het gebied van handhaving dan ook niet veel verandert ten opzichte van het traditionele bestemmingsplan.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Amersfoort Zuid En Kattenbroek
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten Amersfoort Zuid en Kattenbroek
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Gemengd Gebied
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten gemengd gebied
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Tbv Regeling Beroep En Bedrijf Aan Huis
Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten tbv Regeling beroep en bedrijf aan huis
Bijlage 1 Omgevingsanalyse
Bijlage 2 Inventarisatie Verordeningen En Beleidsregels
Bijlage 2 Inventarisatie verordeningen en beleidsregels
Bijlage 3 Aanvraag 15e Tranche Crisis En Herstelwet
Bijlage 3 Aanvraag 15e tranche Crisis en herstelwet
Bijlage 4 Wat Is Een Bestemmingsplan
Bijlage 4 Wat is een bestemmingsplan
Bijlage 5 Beleid
Bijlage 6 Analyse Gezondheid
Bijlage 7 Planbeschrijving
Bijlage 8 Omgevingsaspecten
Bijlage 9 Rapport Externe Veiligheid
Bijlage 9 Rapport externe veiligheid
Bijlage 10 = Bijlage 1 Bij Rapport Externe Veiligheid
Bijlage 10 = Bijlage 1 bij rapport externe veiligheid
Bijlage 11 = Bijlage 2 Bij Rapport Externe Veiligheid
Bijlage 11 = Bijlage 2 bij rapport externe veiligheid
Bijlage 12 = Bijlage 3 Bij Rapport Externe Veiligheid
Bijlage 12 = Bijlage 3 bij rapport externe veiligheid
Bijlage 13 Ruimtelijke Onderbouwing Spoorhuisje
Bijlage 13 Ruimtelijke onderbouwing spoorhuisje
Bijlage 14 Behorende Bij Bijlage 13: Schetsontwerp Spoorhuisje
Bijlage 14 Behorende bij bijlage 13: Schetsontwerp spoorhuisje
Bijlage 15 Behorende Bij Bijlage 13:terreinindeling Spoorhuisje
Bijlage 15 Behorende bij bijlage 13:Terreinindeling spoorhuisje
Bijlage 16 Behorende Bij Bijlage 13: Geluidonderzoek Sporrhuisje
Bijlage 16 Behorende bij bijlage 13: Geluidonderzoek sporrhuisje
Bijlage 17 Behorende Bij Bijlage 13: Verkennend Bodemonderzoek Spoorhuisje
Bijlage 17 Behorende bij bijlage 13: Verkennend bodemonderzoek spoorhuisje