Parapluplan Wonen en Parkeren
Bestemmingsplan - gemeente Baarn
Vastgesteld op 31-01-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Parapluplan Wonen en Parkeren met identificatienummer NL.IMRO.0308.PBP0098-VA01 van de gemeente Baarn;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 bestemmingsplan analoog
De papieren versie van een bestemmingsplan, behorend bij de bestemmingsplannen als opgenomen in Bijlage 2;
1.4 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein en daarmee functioneel verbonden, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.5 bestaand:
a. bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, en bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
b. bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en dat na de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet langer dan een jaar is onderbroken.
1.6 eigen terrein
gronden, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten, niet zijnde openbaar gebied
1.7 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
1.8 huishouden
een alleenstaande, of twee of meer personen die hun hoofdverblijf in dezelfde woonruimte hebben en een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;
1.9 inwoning
a. woonvorm, waarbij de volledig eigenaar/ volledig eigenaren van de woning, die gedurende de inwoning door hem/hen en eventueel zijn/hun gezin ten minste één jaar in ongewijzigde samenstelling (behoudens naar algemene maatstaven passende wijzigingen) wordt bewoond, in die woning één (of meerdere) kamer(s) in gebruik geeft/ geven aan maximaal twee volwassenen en hun nog niet zelfstandig wonende of op een ander adres als inwoner geregistreerde kinderen;
b. woonvorm, waarbij de hoofdhuurder van de woning van een woningcorporatie, die gedurende de inwoning door hem en eventueel zijn gezin ten minste één jaar in ongewijzigde samenstelling (behoudens naar algemene maatstaven passende wijzigingen) wordt bewoond, in die woning één (of meer) kamer(s) in gebruik geeft aan aan maximaal twee volwassenen en hun nog niet zelfstandig wonende of op een ander adres als inwoner geregistreerde kinderen;
1.10 kamerbewoning
woonvorm waarbij sprake is van woonruimte die bestaat uit één of meer verblijfsruimten, die geen eigen afzonderlijke toegang heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche/bad en/of toilet) buiten die onzelfstandige woonruimte, met dien verstande dat hieronder niet wordt verstaan maatschappelijke voorzieningen in de vorm van beschermd en/of verzorgd wonen. De huisvesting van maximaal twee personen die geen gezamenlijk huishouden voeren, wordt niet als kamerbewoning aangemerkt.
1.11 Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente baarn
Nota Parkeernormen 2014-2019 van de gemeente Baarn, vastgesteld op 17-12-2014.
1.12 onzelfstandige woonruimte
woonruimte (kamer) in een (deel van een) gebouw, die door de aard van de inrichting en het gebruik het privédomein van de bewoner is, die (mede) is aangewezen op het gebruik van gezamenlijke wezenlijke voorzieningen elders in dat (deel van het) gebouw.
1.13 woning
een complex van ruimten, bestemd en geschikt voor het huisvesten van niet meer dan één huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal twee personen die geen gezamenlijk huishouden voeren. ;
1.14 woongebouw
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.15 wijzigen van de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen
het feitelijk wijzigen van de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen, waarbij geen sprake is van omgevingsvergunningplichtige bouwactiviteiten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2 Reikwijdte Parapluplan
2.1 Herziening bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan herziet de bestemmingsplannen, inclusief de daaruit voortvloeiende wijzigings- en uitwerkingsplannen, zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels, op de wijze zoals aangegeven in de artikelen 2.2, 2.3 en 2.4.
2.2 Herziening begrippen
De begrippen zoals genoemd in artikel 1, met uitzondering van artikel 1.1 en 1.2, worden ook toegevoegd aan de bestemmingsplannen zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels. Als in de bestemmingsplannen genoemd in Bijlage 1 en Bijlage 2 een begrip al benoemd is, wordt dat begrip vervangen door het begrip zoals genoemd in artikel 1.
2.3 Herziening regels functie wonen
De regels inzake bestemmingen die betrekking hebben op de functie wonen en/of woondoeleinden en/of (bedrijfs)woningen, woongebouwen dan wel andere benamingen, die zien op de functie wonen in de betreffende bestemmingsomschrijving, die wonen mogelijk maken, worden aangepast, en, voor zover nog niet aanwezig, aangevuld, door de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan (artikel 3).
2.4 Herziening regels parkeernormen
De regels inzake parkeernormen van de bestemmingsplannen, inclusief de daaruit voortvloeiende wijzigings- en uitwerkingsplannen, zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels, worden verwijderd en vervangen, en, voor zover nog niet aanwezig, aangevuld, door de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan (artikel 4 en artikel 5).
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Partiële Herziening Inzake Bewoning En Woningsplitsing
Onderstaande regels hebben betrekking op bestemmingen die de functie wonen en/of woondoeleinden en/of (bedrijfs)woningen, woongebouwen dan wel andere benamingen, die zien op de functie wonen in de betreffende bestemmingsomschrijving, mogelijk maken.
3.1 Bestemmingsomschrijving
Binnen de betreffende bestemmingsomschrijving wordt onder de genoemde functies toegevoegd, voor zover nog niet aanwezig:
met dien verstande dat:
- a. een woning en/of kamersgewijs bewoonde woning niet mag worden gewijzigd naar twee of meer woningen;
- b. kamerbewoning van een woning niet is toegestaan, tenzij het een bestaande situatie betreft;
- c. een als woning, dan wel woongebouw bestemde woning, die legaal in gebruik is voor een andere functie dan wonen, niet mag worden gewijzigd naar twee of meer woningen;
- d. inwoning wel is toegestaan.
3.2 Afwijken
- a. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag bij omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 3.1 opgenomen wijzigingsverbod indien de aanvraag niet leidt tot een onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefklimaat ter plaatse en in de omgeving van het betreffende gebouw.
- b. Bij de beoordeling van een aanvraag als bedoeld onder sub a. betrekken burgemeester en wethouders de vraag of door het voorgestane gebruik, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, de gronden minder geschikt worden voor de verwezenlijking van de daaraan bij het plan te geven bestemming. Bij de beoordeling wordt onder andere bekeken of door gevraagde omgevingsvergunning het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
- c. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder sub a. voorschriften en beperkingen verbinden, waaronder het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bepaalde periode.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Onderstaande regels gelden aanvullend op de regels inzake bouwen en/of (wijziging) gebruik.
Artikel 4 Parkeernormen Bij Bouwen
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
4.1 Bouwregel parkeren
- a. bij de verlening van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, met die verstande dat het aantal te realiseren en in stand te houden parkeerplaatsen is bepaald conform de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn'.
- b. in afwijking van het bepaalde onder a, moet getoetst worden aan de opvolger van de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn', zodra deze opvolger is vastgesteld.
4.2 Afwijken van parkeereis
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gebieden of situaties bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 mits:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke situatie.
Artikel 5 Parkeernormen Bij Gebruikswijziging
5.1 Verbod
Het is verboden om in de bestaande situatie de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen te wijzigen in een andere gebruiksfunctie passend binnen de bestemming indien niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' of haar opvolger. De parkeergelegenheid dient na de wijziging van het gebruik in stand te worden gelaten.
5.2 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gebieden of situaties bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 mits
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke situatie.
Artikel 6 Procedure Participatie Bij Afwijken
Indien een aanvraag ingediend wordt om gebruik te maken van een van de omgevingsvergunningen, zoals opgenomen in artikel 4.1, 5.1 of van een afwijkingsbevoegdheden, zoals opgenomen in artikel 3.2, 4.2 en 5.2 dienen belanghebbenden in een vroegtijdig stadium betrokken te worden bij de besluitvorming, waarbij in ieder geval geldt dat:
- a. de eigenaren en gebruikers van de aanliggende percelen geconsulteerd dienen te worden over de wijzigingen;
- b. er een verslag overlegd dient te worden waaruit blijkt op welke wijze invulling is gegeven aan het bepaalde onder a en waaruit blijkt wat is gedaan om eventuele bezwaren weg te nemen; en
- c. het bevoegd gezag de uitkomsten van de participatie betrekt in haar besluitvorming;
- d. het eerste voorgaande is niet van toepassing indien er geen andere eigenaar of gebruiker is van de direct aangelegen percelen dan de gemeente
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.2 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Artikel 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.3 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
7.4 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
7.5 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
7.6 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Artikel 7.4, is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
7.7 Anti dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Parapluplan wonen en parkeren Baarn
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Overzicht Bestemmingsplannen Digitaal
Bijlage 2 Overzichtbestemmingsplannen Analoog
Bijlage 3 Nota Parkeernormen 2014-2019
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Wonen
De gemeente Baarn heeft zich bij de digitaliseringsslag van de bestemmingsplannen voor de functie 'Wonen' aangesloten bij de landelijke standaard. Daar waar mag worden gewoond, is in functieomschrijvingen de functie 'Wonen' opgenomen. 'Wonen' is in de begripsbepalingen van veel bestemmingsplannen niet omgeschreven. Daarnaast is bij de bouwbepalingen opgenomen welk type woning (aaneen gebouwd, vrijstaand etc.) is toegestaan. Tevens is aangegeven hoeveel woningen er per bouwvlak zijn toegestaan. Een woning is wel gedefinieerd in de begripsbepalingen: 'Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden'. Met deze koppeling tussen de functie 'Wonen' en de uitleg van het begrip 'woning' was naar de mening van de gemeente Baarn geborgd dat er in vrijstaande, aaneen gebouwde, gestapelde etc. woningen slechts één huishouden toegestaan is.
Inmiddels heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) zich uitgesproken dat dit principe alleen geldt bij de nieuwbouw van een woning, want dan moet er namelijk aan de bouwvoorschriften worden getoetst. Bij een wijziging van bestaande bouw mag echter alleen aan de functiebeschrijving worden getoetst. Bij inpandige wijzigingen zijn de bouwregels veelal niet beperkend om een woning op te delen in kamerverhuur. Gebruiksbepalingen zijn daarnaast onvoldoende om kamerverhuur tegen te gaan. In navolging van de eerste uitspraak van de Afdeling over dit onderwerp is dit standpunt in meerdere uitspraken bevestigd. Er blijkt dus concreet dat er geen koppeling meer bestaat tussen de functie 'Wonen' en het begrip 'woning'. De consequentie daarvan is, is dat allerlei woonvormen (waaronder kamerbewoning) dan zijn toegestaan. Dit is nooit de bedoeling geweest. Het huisvesten van meerdere huishoudens in één woning zonder nadere toetsing of plafond kan namelijk leiden tot onwenselijke situaties. Denk hierbij aan bijvoorbeeld overbewoning, geluidsoverlast en parkeerdruk. Dit geldt voor zowel de te huisvesten personen zelf als ook voor de omgeving.
Parapluplan wonen
Er is onderzocht welke instrumenten er bestaan om dit te herstellen. Voor de hand ligt het aanpassen van de bestemmingsplannen door middel van een parapluplan.
Met dit parapluplan wonen en parkeren Baarn wordt bewerkstelligd dat het begrip 'Wonen' wordt gekoppeld aan het begrip 'woning' en is bij recht slechts één huishouden toegestaan in een woning. Er ontstaat vervolgens een vergunningsplicht voor gevallen waarbij een eigenaar van dit uitgangspunt wil afwijken. Middels specifieke regels kan worden bepaald onder welke (ruimtelijke) voorwaarden de gemeente Baarn mee willen werken aan vergunningverlening.
Parkeren
Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. In deze wet is de grondslag voor stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke bouwverordening komen te vervallen. Één van die stedenbouwkundige bepalingen zijn de gemeentelijke parkeernormen. Voor het kunnen terugvallen op de bouwverordening geldt een wettelijke overgangstermijn tot 1 juli 2018. Dit houdt in dat vanaf deze datum de parkeernormen in een bestemmingsplan moet worden geregeld.
Daarnaast is het aspect parkeren in de nu geldende bestemmingsplannen binnen de gemeente Baarn verschillend geregeld en zijn soms enigszins verouderde parkeernomen van toepassing. De gemeente Baarn heeft om die reden dit paraplubestemmingsplan parkeren opgesteld, waarin de geldende en actuele parkeernormen juridisch planologisch verankerd worden.
Nota parkeernormen
De gemeente Baarn voert al jaren parkeerbeleid, mede met het oog op het goed functioneren van alle ruimtelijke functies van en binnen de gemeente. In nieuwe, in procedure zijnde bestemmingsplannen wordt verwezen naar de geldende parkeernormen (geldend ten tijde van de afgifte van een omgevingsvergunning) of diens wettelijke opvolger. Soms wordt ook verwezen naar de CROW-uitgave 2012 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' of een nieuwere uitgave daarvan. Voor bestemmingsplannen waar geen parkeernormen zijn opgenomen, was de bouwverordening tot 1 juli 2018 de basis om te voldoen in voldoende parkeergelegenheid.
In dit paraplubestemmingsplan wonen en parkeren Baarn is gekozen voor een eenduidige regeling, die strekt tot een grotere rechtsgelijkheid en rechtszekerheid met voldoende flexibiliteit. Het parkeerbeleid 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn ' is van toepassing verklaard. Indien de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' wordt geactualiseerd is in het onderhavig paraplubestemmingsplan geregeld dat de geactualiseerde versie of opvolger van de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' van toepassing is. Zo blijft de parkeerregeling 'dynamisch' zonder dat daarvoor een herziening van dit parapluplan plaats hoeft te vinden.
Parapluplan parkeren
In dit parapluplan wonen en parkeren Baarn wordt een uniforme, dynamische parkeerregeling juridisch planologisch verankerd. Het parapluplan heeft betrekking op een groot deel van het grondgebied van de gemeente Baarn. In de loop van de tijd worden de regelingen in het kader van de nieuwe Omgevingswet meegenomen waardoor de werking van dit parapluplan uiteindelijk vervalt. Dit parapluplan bestaat uit een verbeelding met bijbehorende planregels, vergezeld van een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen de juridisch bindende elementen van het parapluplan parkeren.
Participatie
In dit parapluplan is tot slot een regeling opgenomen over participatie bij afwijken van het bestemmingsplan. Het parapluplan sluit hiermee aan op het participatiebeleid van de gemeente, waarbij invulling wordt gegeven aan de regels over participatie in de Omgevingswet.
1.2 Plangebieden En Vigerende Bestemmingsplannen
Binnen het plangebied van het parapluplan wonen en parkeren Baarn gelden op dit moment verschillende bestemmingsplannen. Daarnaast zijn er op dit moment ook nieuwe bestemmingsplannen in procedure. In de tabel die als Bijlage 1 Overzicht bestemmingsplannen digitaal deel uitmaakt van de regels, zijn de geldende of nog in procedure zijnde bestemmingsplannen opgenomen, die (gaan) vallen onder het parapluplan wonen en parkeren Baarn.
Dit parapluplan geldt niet voor het gebied waarvoor de beheersverordening 'Prins Hendrikpark' van toepassing is en die is vastgesteld op 10 juli 2013. Op basis van de heersende lijn in de jurisprudentie is het namelijk niet mogelijk dat daar waar een beheersverordening geldt, tevens een parapluplan van toepassing is.
Dit parapluplan geldt ook niet voor het bestemmingsplan Landgoed Paleis Soestdijk, vastgesteld op 23 februari 2022. Dit bestemmingsplan voorziet al in een regeling voor het voorzien in voldoende parkeervoorzieningen. Hiervan is vast komen te staan dat het niet gewenst is om deze regeling te wijzigen door dit parapluplan.
Het overzicht van de bestemmingsplannen in Bijlage 1 geeft de situatie aan op de datum van de tervisielegging van het ontwerp parapluplan wonen en parkeren Baarn. Hierbij zijn ook bestemmingsplannen opgenomen, die al wel zijn vastgesteld, maar nog niet onherroepelijk zijn geworden. Voor bestemmingsplannen, die na de datum van de tervisielegging worden vastgesteld, geldt het parapluplan wonen en parkeren Baarn niet, omdat in deze bestemmingsplannen de nieuwe regels omtrent wonen en parkeren zijn of worden opgenomen.
Voor de bestemmingsplannen die niet digitaal beschikbaar zijn gesteld geldt de analoge variant van het parapluplan wonen en parkeren Baarn. In de tabel in Bijlage 2 Overzichtbestemmingsplannen analoog staat het overzicht van de geldende analoge bestemmingsplannen waarop dit parapluplan van toepassing is. Een nadere uitleg hierop wordt gegeven in paragraaf 3.1 van deze toelichting.
1.3 Leeswijzer
Deze toelichting bestaat uit vijf hoofdstukken. Na de inleiding volgt hoofdstuk 2 waarin een beschrijving van het beleid is opgenomen. Hoofdstuk 3 bevat de juridische vormgeving. Hoofdstuk 4 gaat in op de economische uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de gevolgde procedure, inclusief een paragraaf over de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Tot slot een benoeming van de drie bijlagen.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op het beleid dat relevant is voor dit parapluplan wonen en parkeren Baarn.
De gemeente Baarn beschikt over een Huisvestingsverordening, die wordt toegelicht in paragraaf 2.3.1. Het gemeentelijk parkeerbeleid wordt toegelicht in paragraaf 2.3.2.
2.1 Rijksbeleid
Dit paraplubestemmingsplan is getoetst aan het relevante rijksbeleid.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van het Rijk is vastgesteld op 13 maart 2012 en geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Het kabinet schetst hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid.
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) biedt een langetermijnperspectief op de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland tot 2050. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan de grote opgaven die het aanzien van Nederland de komende dertig jaar ingrijpend zullen veranderen. Denk aan het bouwen van nieuwe woningen, ruimte voor opwekking van duurzame energie, aanpassing aan een veranderend klimaat, ontwikkeling van een circulaire economie en omschakeling naar kringlooplandbouw. Alles met zorg voor een gezonde bodem, schoon water, behoud van biodiversiteit en een aantrekkelijke leefomgeving.
In de NOVI zijn deze maatschappelijke opgaven samengevat in vier prioriteiten:
- ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
- duurzaam economisch groeipotentieel;
- sterke en gezonde steden en regio's;
- toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.
Met de NOVI benoemt het Rijk nationale belangen, geeft het richting op de vier prioriteiten en helpt keuzes maken waar dat moet. Want niet alles kan overal.
De NOVI is op 9 september 2020 vastgesteld op grond van de geldende regelgeving omdat de Omgevingswet nog niet in werking is. De NOVI voldoet tevens aan de eisen die de Omgevingswet stelt aan een omgevingsvisie. Zodra de Omgevingswet in werking is getreden, zal deze omgevingsvisie dan ook gelden als de Nationale Omgevingsvisie in de zin van deze wet.
Tot slot is het plan getoetst aan het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) uit 2012 en aan de Ladder voor duurzame verstedelijking waarvan de criteria zijn terug te vinden in artikel 3.1.6, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
Het Rijksbeleid staat dit parapluplan niet in de weg.
2.2 Provinciaal Beleid
Op provinciaal niveau zijn de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie, de Omgevingsvisie en de Interim Omgevingsverordening relevant.
De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie is op door de Provinciale Staten op 10 december 2018 vastgesteld. Daarin wordt het ruimtelijk beleid voor de periode tot 2028 beschreven wat bestaat uit vier pijlers: duurzame leefomgeving, beschermen kwaliteiten; vitale dorpen en steden en dynamisch landelijk gebied. De provinciale doelstellingen worden benoemd, wat voor beleid bij deze doelstellingen hoort en hoe uitvoering wordt geven aan dit beleid.
De Utrechtse Omgevingsvisie bevat de belangrijkste ambities voor de fysieke leefomgeving voor de komende jaren. Op 10 maart 2021 is deze Omgevingsvisie vastgesteld. Daarna volgt een doorvertaling in programma's. Een aantal kaders en regels zijn beschreven in de Interim Omgevingsverordening die in samenhang met de Omgevingsvisie is ontwikkeld.
Provinciale Staten van Utrecht hebben op 10 maart 2021 ook de Interim Omgevingsverordening vastgesteld. De Interim omgevingsverordening is een eerste stap op weg naar de definitieve omgevingsverordening voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2023. Hierin worden de bestaande verordeningen over de fysieke leefomgeving samengevoegd tot één Interim Omgevingsverordening.
De Interim Omgevingsverordening is t.o.v. van de eerder bestaande regels beleidsneutraal van karakter. Bij het opstellen van de verordening zijn de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd:
- bestaande regels worden beleidsneutraal omgezet, tenzij uit de Omgevingsvisie of het afwegingskader (zie hieronder) een andere keuze voortvloeit. Beleidsneutraal betekent niet regelneutraal: de instrumentkeuze en de formulering kunnen veranderen;
- regels worden geformuleerd vanuit het principe 'Ja, mits' in plaats van 'Nee, tenzij';
- de verordening bevat zo min mogelijk regels. Daarvoor wordt het 90-10-principe gehanteerd: regels in de verordening zijn bedoeld om in 90% van de gevallen te voldoen. De overige 10% wordt opgelost met flexibiliteit in de toepassing van de regels (bijvoorbeeld maatwerkvoorschriften);
- regels zijn logisch, eenduidig en samenhangend. De verschillen in systematiek en formulering binnen de huidige regels worden zo veel mogelijk opgelost en de regels zijn op elkaar afgestemd.
Zo wordt onderscheid gemaakt tussen rechtstreeks werkende regels voor burgers en bedrijven en instructieregels voor gemeenten. De instructieregels voor gemeenten hebben tot doel dat de gemeenteraad de, in de Omgevingsverordening opgenomen, voorwaarden betrekt bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Vooruitlopend op de Omgevingswet richten de instructieregels zich op een evenwichtige toedeling van functies (in plaats van het bestemmen van ontwikkelingen). Dit betekent dat de regels ook vanuit functies (van gebieden) zijn opgebouwd.
Daarnaast richten de regels zich op een goede omgevingskwaliteit, inclusief een veilige en gezonde leefomgeving (in plaats van een goede ruimtelijke kwaliteit).Voor een goede omgevingskwaliteit en een veilige, gezonde leefomgeving wordt onder andere rekening gehouden met de basisprincipes zorgvuldig ruimtegebruik. Het doel van zorgvuldig ruimtegebruik is om bestaand bebouwd gebied zo goed mogelijk te benutten. Pas als dat niet kan, wordt gezocht naar de beste plek buiten het bestaand bebouwd gebied. Daarnaast wil de provincie nog steeds verouderde locaties in stedelijk gebied opnieuw invullen en ongewenste functies in het buitengebied saneren.
Dit paraplubestemmingsplan past binnen de provinciale kaders, en vormt een belangrijk toetsingskader bij zorgvuldig ruimtegebruik.
2.3 Gemeentelijk Beleid
2.3.1 Huisvestingsverordening Baarn
Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe Huisvestingswet 2014 van kracht. Deze wet biedt gemeenten de mogelijkheid om in te grijpen in de verdeling van woonruimte en in de wijzigingen van de woonruimtevoorraad. Dit kan door het vaststellen van een Huisvestingsverordening.
De huisvestingsverordening regelt de verdeling van woonruimte, de inschrijving en de procedure rondom een huisvestingsvergunning. Ook bevat de Huisvestingsverordening regels voor aanbieding en rangorde, urgentie en afwijkende bepalingen voor bijzonder woonvormen. De Huisvestingsverordening bevat geen regels voor het onttrekken of samenvoegen van woonruimte, het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte (kamerbewoning), het verbouwen van een woning naar meer woonruimten (woningvorming) en het splitsen in appartementsrechten.
Daarmee staat de Huisvestingsverordening Baarn dit parapluplan niet in de weg.
2.3.2 Parkeren
Het parkeerbeleid van de gemeente Baarn is opgenomen in de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn', en vastgesteld op 17-12-2014. Deze nota maakt als Bijlage 3 onderdeel uit van de regels. De doelstelling van de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' is als volgt samen te vatten.
De thans geldende Nota Parkeernormen geeft richting aan de wijze waarop de parkeerruimte in de gemeente Baarn is te verdelen en de wijze waarop in de parkeerbehoefte (auto en fiets) is te voorzien.
In de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' bestaat uit twee delen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: de kwantitatieve parkeernormen en het vaststellen van de parkeereis.
De kwantitatieve parkeernormen zijn de eenheden die worden gebruikt voor het rekenen aan de parkeereis. De kwantitatieve basis bestaat uit een tabel met 'parkeernormen'. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten voor het stellen van parkeereisen zijn aanleiding voor het vastleggen van geactualiseerde parkeernormen en de wijze waarop deze worden toegepast.
Naast het vaststellen van de parkeereis voor (solitaire) bouwplannen kunnen parkeernormen worden gebruikt voor het opstellen van gebiedsvisies voor het parkeren, parkeerbalansen en bestemmingsplannen voor zowel bestaande als nieuwe situaties.
Parkeernormen worden gebruikt om de parkeereis voor een bouwplan vast te stellen. De factoren die daarbij een rol spelen zijn: mogelijkheden tot dubbelgebruik, de maatgevende vraag (piek gedurende verschillende momenten van de week) en benutten van restcapaciteit en vrijstellingen.
Van belang is dat een (groot) overschot aan parkeerplaatsen wordt vermeden. Dat leidt immers tot een inefficiënt ruimtegebruik en doet afbreuk aan de haalbaarheid van bouwplannen doordat de kosten (onnodig) toenemen. Een tekort aan parkeerplaatsen is ook onwenselijk, omdat dit kan leiden tot parkeeroverlast. Optimale benutting van parkeerplaatsen door uitwisselbaarheid (gebruik door meerdere functies) en het gebruiken van eventuele aanwezige restcapaciteit heeft de voorkeur. Ook spelen financiële redelijkheid en uniformiteit een rol: het voorkomen van willekeur in de parkeereis en onredelijke niet-uitvoerbare parkeereisen. Afwijking kan bij uitzondering plaatsvinden op basis van een door het college van B en W gemotiveerd besluit. Daarbij kunnen diverse overwegingen een rol spelen zoals: de ruimtelijke en financiële haalbaarheid van een bouwplan of een andere (verkeer aantrekkende) ontwikkeling, de kwaliteit van de openbare ruimte, aantoonbaar afwijkende parkeerbehoefte
Er zijn verschillende zones gedefinieerd met elk aparte parkeernormen: centrum, rest b.b.k (bebouwde kom) en buitengebied. Met onderhavig parapluplan parkeren wordt geregeld dat de parkeervraag voor bewoners voor 100% op eigen erf mag worden gerealiseerd. Voor de overige functies mag maximaal 25% op eigen erf worden gerealiseerd en minimaal 75% openbaar toegankelijk. Parkeervoorzieningen, die zijn aangelegd op eigen erf of als openbaar toegankelijke parkeerplaats, op basis van een omgevingsvergunning, dienen in stand te worden gehouden als beschikbare parkeerplaats. Indien is voldaan aan de eis van openbare parkeerplaatsen, is het toegestaan om extra parkeerplaatsen boven de totale parkeereis te realiseren op eigen erf.
Hoofdstuk 3 Juridische Vormgeving
3.1 Digitaal En Analoog Bestemmingsplan
Bij het maken van een parapluplan wonen en parkeren is van belang of het parapluplan ook van toepassing is op geldende bestemmingsplannen die niet zijn gedigitaliseerd. Is het plan in ontwerp ter inzage gegaan vóór 1 januari 2010, en verandert er geen bestemming, dan is artikel 8.1.2, onder b van het Besluit ruimtelijke ordening (overgangsbepaling) van toepassing, en zijn o.a. de digitaliseringverplichtingen niet van toepassing. Deze plannen hebben namelijk geen identificatienummer. Om een digitale herziening te maken, moet er bovendien een verwijzing mogelijk zijn naar het identificatienummer van het geldende plan. De herziening mag dan analoog conform het moederplan worden voorbereid en vastgesteld. De digitale plannen, zijnde plannen die als ontwerp na 1 januari 2010 ter inzage hebben gelegen, moeten voldoen aan de digitaliseringsverplichtingen (SVBP2012).
Niet alle plannen binnen de gemeente Baarn zijn digitaal beschikbaar. Gelet daarop zijn er twee paraplubestemmingsplannen opgesteld en vastgesteld: een analoog parapluplan voor de 'analoge moederplannen' en een digitaal parapluplan voor de 'digitale moederplannen'. Deze plannen zijn inhoudelijk aan elkaar gelijk, maar verschillen in de wijze waarop zij (digitaal) zijn ingericht.
3.2 Verbeelding En Regels
Verbeelding
Op de verbeelding zijn alle gronden opgenomen waarop het parapluplan wonen en parkeren Baarn van toepassing is.
Regels
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel zijn de begrippen opgenomen die in de regels worden gebruikt.
Artikel 2 Reikwijdte
Artikel 2.1 regelt op welke bestemmingsplannen de regels van toepassing zijn. Er is een tabel met de van toepassing zijnde (digitale) bestemmingsplannen opgenomen. Hierbij wordt verwezen naar de Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels.
Artikel 2.2 geeft aan dat de begrippen zoals genoemd in artikel 1 van toepassing zijn op de bestemmingsplannen die onder dit parapluplan vallen.
Artikel 2.3 regelt het toepassingsbereik van de opgenomen regels in artikel 3.
Artikel 2.4 regelt het toepassingsbereik van de opgenomen regels in artikel 4 en 5.
Artikel 3 . Partiële herziening inzake bewoning en woningsplitsing
Artikel 3.1 omvat de aanvullende regels die voor de genoemde bestemmingen staan vermeld.
Artikel 3.2 benoemt de gevallen wanneer hiervan kan worden afgeweken.
Artikel 4 Parkeernormen bij bouwen
Ten aanzien van bouwen geldt dat voldoende moet worden voorzien in parkeergelegenheid. In artikel 4.1 wordt gerefereerd aan de geldende 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn', die als Bijlage 3 bij de regels is gevoegd. Indien op enig moment de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' wordt geactualiseerd, is het mogelijk om van de geactualiseerde parkeernormen uit te gaan. Hierdoor is de regeling met betrekking tot parkeernormen 'dynamisch', in die zin dat een bestemmingsplan niet herzien hoeft te worden als de parkeernormen wijzigen. Er is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen in artikel 4.2.
Artikel 5 Parkeernormen bij gebruikswijziging
Artikel 5.1 geldt als verbodsbepaling om in de bestaande situatie de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen te wijzigen in een andere gebruiksfunctie passend binnen de bestemming met een toename van de autoparkeerbehoefte. Ook is in artikel 5.2 een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen.
Artikel 6 Participatie
In artikel 6 is een procedurebepaling opgenomen met betrekking tot participatie als gebruik wordt gemaakt van de afwijkingen in de parapluplan.
Artikel 7 en 8 Overgangsregels en slotregel
In deze regels zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen.
Hoofdstuk 4 Financiele Aspecten
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, waarin ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, dient de gemeenteraad eveneens een exploitatieplan vast te stellen. Dit heeft te maken met de wettelijke verplichting om de kosten, die de gemeente moet maken om deze ontwikkeling mogelijk te maken, te verhalen op de eigenaar/ ontwikkelaar. In dit parapluplan wonen en parkeren Baarn wordt echter geen bouwplan mogelijk gemaakt als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening. Kostenverhaal is hier dan ook niet aan de orde.
Hoofdstuk 5 Procedure En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
5.1 Bekendmaking Ex Artikel 1.3..1 Bro
De gemeente heeft de voorbereiding van dit parapluplan wonen en parkeren Baarn conform artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bekend gemaakt.
5.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1
Op grond van artikel 3.1.1 van het Bro moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, een parapluplan is ook als zodanig te kwalificeren, overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten, die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De belangen van andere betrokken gemeenten, het waterschap, de provincie en het rijk zijn echter niet in het geding. Daarom heeft met deze instanties geen vooroverleg plaatsgevonden
5.3 Zienswijzen
Het ontwerp parapluplan wonen en parkeren Baarn heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode kon een ieder schriftelijke of mondelinge zienswijze naar voren brengen.
Er zijn wel zienswijzen ingediend tegen het ontwerp parapluplan parkeren. Deze zijn betrokken bij het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.