KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Beheerregels
Artikel 2 Deelgebied 1
Artikel 3 Deelgebied 2
Artikel 4 Deelgebied 3
Artikel 5 Deelgebied 4
Artikel 6 Deelgebied 5
Artikel 7 Parkeergelegenheid En Laad- En Losmogelijkheden Bij Of In Gebouwen
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Tot De Beheersverordening
1.2 Doel Van De Beheersverordening
Hoofdstuk 2 Juridische Aspecten
2.1 Geldende Planologische Regelingen
2.2 Begrenzing Van Het Plangebied
2.3 Juridische Aspecten
2.4 Parkeergelegenheid En Laad- En Losmogelijkheden Bij Of In Gebouwen
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 Planregels
Bijlage 2 Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 Verbeelding
Bijlage 3 Brandenburg 2004 Deelgebied 2 Planregels
Bijlage 4 Brandenburg 2004 Deelgebied 2 Verbeelding
Bijlage 5 Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 Planregels
Bijlage 6 Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 Verbeelding
Bijlage 7 Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 Planregels
Bijlage 8 Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 Verbeelding
Bijlage 9 Dorpsstraat E.o. 2005 Deelgebied 5 Planregels
Bijlage 10 Dorpsstraat E.o. 2005 Deelgebied 5 Verbeelding

Beheersverordening De Bilt 2

Beheersverordening - gemeente De Bilt

Vastgesteld op 08-01-2015 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.1 verordening:

de beheersverordening Beheersverordening De Bilt 2 van de gemeente De Bilt;

1.2 beheersverordening:

de beheersverordening zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0000BV15001-VG01 met bijbehorende bestanden;

1.3 bestemmingsplan:

het per deelgebied aan de beheersverordening voorafgaand onherroepelijk bestemmingsplan;

1.4 deelgebieden:

de deelgebieden genummerd 1 tot en met 5 die zijn aangegeven op de van de beheersverordening deel uitmakende illustratie;

1.5 gemeentelijk bouwarchief:

het geheel van bij de gemeente in beheer zijnde documenten over de bouw- en gebruiksrechten van gronden en opstallen binnen het grondgebied van de gemeente.

Hoofdstuk 2 Beheerregels

Artikel 2 Deelgebied 1

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 1', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  1. a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 PLANREGELS;
  2. b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 VERBEELDING;

danwel,

  1. c. de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Artikel 3 Deelgebied 2

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 2', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  1. a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Brandenburg 2004 Deelgebied 2 PLANREGELS, uitgezonderd de navolgende artikelen:
    1. 1. artikel 8 lid 4;
  2. b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Brandenburg 2004 Deelgebied 2 VERBEELDING;

danwel,

  1. c. de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Artikel 4 Deelgebied 3

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 3', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  1. a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 PLANREGELS, uitgezonderd de navolgende artikelen:
    1. 1. artikel 3, lid III onder 3.6;
  2. b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 VERBEELDING;

danwel,

  1. c. de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Artikel 5 Deelgebied 4

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 4', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  1. a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 PLANREGELS, uitgezonderd de navolgende artikelen:
    1. 1. artikel 9;
    2. 2. artikel 10 lid 1;
  2. b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 VERBEELDING;

danwel,

  1. c. de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Artikel 6 Deelgebied 5

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 5', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  1. a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2005 Deelgebied 5 PLANREGELS, uitgezonderd de navolgende artikelen:
    1. 1. artikel 4 lid II onder 1;
    2. 2. artikel 6 lid 5;
    3. 3. artikel 6 lid 7;
    4. 4. artikel 7 lid 4;
    5. 5. artikel 9 lid 4;
  2. b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2005 Deelgebied 5 VERBEELDING;

danwel,

  1. c. de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Artikel 7 Parkeergelegenheid En Laad- En Losmogelijkheden Bij Of In Gebouwen

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 1', 'Deelgebied 2', 'Deelgebied 3', 'Deelgebied 4' en 'Deelgebied 5', geldt ten aanzien van parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen het volgende:

  1. 1. Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer.
  2. 2. De in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s.

Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

  1. a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
  2. b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte – voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst – ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen.
  1. 3. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  2. 4. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
  1. a. indien het voldoen aan die bepalingen naar het oordeel van burgemeester en wethouders op overwegende bezwaren stuit; of
  2. b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van de Beheersverordening De Bilt 2

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Tot De Beheersverordening

In de Wet ruimtelijke ordening (verder Wro) is de plicht opgenomen om voor het gehele grondgebied van de gemeente over actuele ruimtelijke plannen te beschikken, dat wil zeggen plannen niet ouder dan 10 jaar. De gemeente spant zich ervoor in om de actualiseringsopgave tijdig voor alle afzonderlijke bestemmingsplannen af te ronden. Voor een deel van de plannen is dat om uiteenlopende redenen niet haalbaar. Voor die plangebieden kan de gemeenteraad een verordening vaststellen waarin het beheer van dat gebied, in overeenstemming met het bestaande feitelijke of planologisch toelaatbare gebruik, wordt geregeld. Een dergelijke beheersverordening is het juridisch bindende kader voor het toelaatbare ruimtelijke gebruik dat van de gronden binnen de daartoe behorende gebieden mag worden gemaakt. Met deze beheersverordening wordt voldaan aan de uit de Wro voortvloeiende actualiseringsplicht. Nu de Wro geen voorbereidingsprocedure kent voor de beheersverordening, is het mogelijk om alsnog tijdig een gemeentedekkend ruimtelijk juridisch-planologisch kader vast te stellen. De Wro stelt als voorwaarde voor het vaststellen van een beheersverordening dat voor het desbetreffende gebied in de toekomst geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Indien wel ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, dan dient er een apart (partieel) bestemmingplan opgesteld te worden. De in gang gezette procedures voor een aantal bestemmingsplannen en beheersverordeningen wordt wel gewoon afgemaakt.

1.2 Doel Van De Beheersverordening

Het doel van deze beheersverordening is het vastleggen van de bestaande ruimtelijke structuur in een juridisch-planologisch kader. Het ruimtelijke beleid voor dit plangebied, dat nu is neergelegd in verschillende bestemmingsplannen, wordt daarmee vervangen door deze beheersverordening. Het plangebied heeft betrekking op die delen van de gemeente waarvoor niet tijdig een actueel bestemmingsplan kan worden vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Juridische Aspecten

2.1 Geldende Planologische Regelingen

Binnen het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht:

Bestemmingsplan Vastgesteld Onherroepelijk Deelgebied
Hollandsche Rading 2004 27-01-2005 17-05-2006 1
Brandenburg 2004 27-01-2005 02-06-2005 2
Bilthoven Oost 2005 27-04-2006 30-11-2006 3
Bedrijvenpark Larenstein
Herziening
19-02-2004
07-09-2006

27-11-2007
4
Dorpsstraat e.o. 2005 28-04-2005 05-10-2005 5

Voorts is incidenteel met toepassing van de bevoegdheden van de artikelen 11, 15, 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo medewerking verleend aan afwijkende bouw- en gebruiksinitiatieven. Deze gelden als bestaande rechten.

Van de bovenstaande geldende planologische regelingen zijn alleen die geldende planologische regelingen van kracht, daar waar de deelgebieden zich overlappen met de verbeelding van de bovenstaande geldende regelingen. Voor de begrenzingen van de deelgebieden zie 2.2 Begrenzing vanhet plangebied.

2.2 Begrenzing Van Het Plangebied

De onderstaande afbeelding geeft de plangrens aan van de beheersverordening. Voor het bepalen van de plangrenzen is aansluiting gezocht bij de huidige plangrenzen van de geldende bestemmingsplannen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.0000BV15001-VG01_0001.jpg"

Begrenzing beheersverordening met ligging van de deelgebieden

2.3 Juridische Aspecten

De Wro schrijft in artikel 3.38 voor dat geen ruimtelijke ontwikkelingen mogen worden voorzien voor de gebieden die tot de beheersverordening behoren. Aan die voorwaarde wordt voldaan.

De beheersverordening bestaat uit een analoge en digitale verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en regels zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels. De regels zijn als volgt ingedeeld:

  • Inleidende regels (Hoofdstuk 1). Dit hoofstuk omvat artikel 1 Begrippen. In dit artikel worden de begrippen die in de regels zijn opgenomen nader gedefinieerd. Het definiëren van begrippen vergroot de duidelijkheid en de rechtszekerheid.
  • Beheerregels (Hoofdstuk 2). De beheerregels bevatten voor elk deelgebied een regeling voor het beheer van het bestaande gebruik.
  • Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 3). Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 8, de slotregel in artikel 9.

De onderhavige beheersverordening legt de bestaande situatie vast en stelt met het oog op het beheer van die bestaande situatie regels vast voor het gebruik en het bouwen. Onder de bestaande situatie verstaat deze verordening het gebruik en de bebouwing conform het geldende bestemmingsplan, waaronder tevens plannen ex artikel 11 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) zijn begrepen en voorts,

  • inclusief de na inwerkingtreding van het desbetreffende bestemmingsplan genomen besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de WRO, dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijke bouwarchief;
  • exclusief de daarvan deel uitmakende wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten.

Deze beheersverordening wordt digitaal beschikbaar gesteld. De bij de beheersverordening behorende bestanden worden gekoppeld aan een contour (gecodeerd volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten). Daarmee voldoet de beheersverordening aan de digitale verplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.2.3 Bro.

Het overgangsrecht is vormgegeven op de wijze die is voorgeschreven in artikel 5.1.1 Bro.

2.4 Parkeergelegenheid En Laad- En Losmogelijkheden Bij Of In Gebouwen

Op 1 november 2014 is de AMvB "Quick wins" (Stb. 2014, nummer 333) en op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 (Stb. 2014-458) van kracht geworden. De AMvB wijzigt artikel 3.1.2 (lid 2) van het Besluit ruimtelijke ordening terwijl de Reparatiewet enkele bepalingen in de Woningwet herziet. Het eerste artikel legt expliciet vast dat een bestemmingsplan regels mag bevatten die betrekking hebben op een bevoegdheid waarvan de uitoefening afhankelijk is gesteld van beleidsregels. De aanpassing van de Woningwet komt er op neer dat de stedenbouwkundige bepalingen uit de gemeentelijke bouwverordeningen niet meer van toepassing zijn op na 29 november 2014 nieuw vast te stellen bestemmingsplannen of beheersverordeningen en in ieder geval volledig vervallen op 1 juli 2018.


Gezien het nieuwe artikel 3.1.2 Bro bestaat de mogelijkheid om via algemene regels in het bestemmingsplan op de parkeerbehoefte te kunnen sturen. Daarom is Artikel 7 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen aan de regels van deze verordening toegevoegd.


Deze regels sluiten aan bij artikel 2.5.30 van de gemeentelijke Bouwverordening. In deze regels wordt uitdrukkelijk uitgegaan van regulering bij het aanvragen en verlenen van omgevingsvergunningen. Daarbij moet gedacht worden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen en alle gebruiksveranderingen die niet bij recht in de verordening zijn toegestaan. Zodra een gebruiksverandering past binnen de verordening en hiervoor geen omgevingsvergunning hoeft te worden aangevraagd hoeft in beginsel niet nader te worden gekeken naar het parkeerbeleid van de gemeente.


Hoe wordt bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid?


De vraag hoe wordt bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid wordt beantwoord in het Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan (GVVP). In het GVVP wordt aangegeven dat voor de berekening van het aantal parkeerplaatsen bij bepaalde functies moet worden uitgegaan van de parkeercijfers van de meest actuele CROW-publicatie (ten tijde van de opstelling van dit plan is dat publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'). Hetzelfde geldt ten aanzien van de afmetingen van de te realiseren parkeerplaatsen dan wel -ruimten. Ook hier verwijst het GVVP naar de relevante CROW-publicaties.


Op deze wijze wordt ten aanzien van de hiervoor genoemde punten een duidelijk houvast geboden voor het beoordelen van aanvragen van een omgevingsvergunning.


De regeling van Artikel 7 biedt overigens (net als de voorheen geldende Bouwverordening) de mogelijkheid om af te wijken van de beleidsregels uit het GVVP (lid 4). Afwijken kan bijvoorbeeld indien wordt bijgedragen aan het gemeentelijk parkeerfonds

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

De beheersverordening is opgesteld op basis van de vigerende bestemmingsplannen. Het betreft uitsluitend het vastleggen van de bestaande juridische-planologische situatie. Hiervoor zijn dan ook geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk.

Daarnaast zijn er ontwikkelingen meegenomen waarvoor een vrijstellings-, ontheffings- of projectprocedure is doorlopen. In deze procedures zijn de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde gekomen en is geconcludeerd dat deze geen belemmeringen opleveren.

Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in deze verordening dan ook niet aan de orde.

Bijlage 1 Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 Planregels

Bijlage 1 Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 PLANREGELS

Bijlage 2 Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 Verbeelding

Bijlage 2 Hollandsche Rading 2004 Deelgebied 1 VERBEELDING

Bijlage 3 Brandenburg 2004 Deelgebied 2 Planregels

Bijlage 3 Brandenburg 2004 Deelgebied 2 PLANREGELS

Bijlage 4 Brandenburg 2004 Deelgebied 2 Verbeelding

Bijlage 4 Brandenburg 2004 Deelgebied 2 VERBEELDING

Bijlage 5 Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 Planregels

Bijlage 5 Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 PLANREGELS

Bijlage 6 Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 Verbeelding

Bijlage 6 Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 VERBEELDING

Bijlage 7 Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 Planregels

Bijlage 7 Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 PLANREGELS

Bijlage 8 Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 Verbeelding

Bijlage 8 Bedrijvenpark Larenstein Deelgebied 4 VERBEELDING

Bijlage 9 Dorpsstraat E.o. 2005 Deelgebied 5 Planregels

Bijlage 9 Dorpsstraat e.o. 2005 Deelgebied 5 PLANREGELS

Bijlage 10 Dorpsstraat E.o. 2005 Deelgebied 5 Verbeelding

Bijlage 10 Dorpsstraat e.o. 2005 Deelgebied 5 VERBEELDING