Bestemmingsplan Parkeerplaatsen Biltstein
Bestemmingsplan - gemeente De Bilt
Vastgesteld op 24-11-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplanParkeerplaatsen Biltstein van de gemeente De Bilt;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0019BP00208-VG01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.6 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.7 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.8 bijgebouw:
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
1.9 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.10 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.11 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.12 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.13 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.14 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.15 erftoegangsweg:
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;
1.16 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.17 gemiddeld niveau:
de gemiddelde hoogte van het aansluitend niveau;
1.18 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.19 peil:
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de bouwperceelgrens:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. erftoegangswegen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. overig verblijfsgebied;
- e. groen- en speelvoorzieningen;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- a. 7 meter voor palen en masten;
- b. 5 meter voor speelvoorzieningen;
- c. 2 meter voor erfafscheidingen;
- d. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, indien het betreft:
- a. het oprichten van bouwwerken ten algemene nutte, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer bedraagt dan 50 m³ en de bouwhoogte ervan niet meer bedraagt dan 3,50 m;
- b. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%.
Artikel 6 Overige Regels
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 7.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Lid 7.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 7.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 7.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanParkeerplaatsen Biltstein.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
De riolering en de weginrichting van de Dorpsstraat en de Burgemeester de Withstraat in de Bilt wordt vernieuwd. Gezien het historische karakter en de functionele diversiteit van dit gebied is een inrichtingsplan voor de openbare ruimte opgesteld (BDP Khandekar, Inrichtingsplan Dorpsstraat en omgeving De Bilt, oktober 2009). Een onderdeel van het inrichtingsplan is het realiseren van een aantal parkeerplaatsen aan de Biltstein. Het gebruik van de gronden als parkeervoorziening is echter niet toegestaan op basis van het geldende bestemmingsplan. Om die reden is een herziening van het bestemmingsplan ter plaatse van het grasveld aan de Biltstein noodzakelijk. Het doel van het bestemmingsplan 'Parkeerplaatsen Biltstein' is dan ook de realisatie van de parkeervoorziening aan de Biltstein conform het door de gemeenteraad geaccordeerde inrichtingsplan voor de Dorpsstraat en omgeving.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Het plangebied bestaat uit de huidige groenvoorziening ten zuidwesten van de aansluiting van de Biltstein op de Dorpsstraat. Zie figuur 1 voor de ligging en begrenzing van het plangebied binnen de gemeente.
Figuur 1: Ligging Biltstein binnen de gemeente.
1.3 Vigerende Plannen
Tot het moment dat dit bestemmingsplan rechtskracht verkrijgt, is het bestemmingsplan 'Dorpsstraat e.o. 2005' van kracht. Dit plan is bij raadsbesluit van 28 april 2005 vastgesteld en goedgekeurd door Provinciale Staten op 10 augustus 2005. Het gebied is bestemd voor 'Groenvoorzieningen'. Dat betekent dat de gronden zijn aangewezen voor groenvoorzieningen. Tevens zijn op deze gronden speelvoorzieningen, voet- en fietspaden, waterlopen en bestaande ontsluitingswegen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen toegelaten. Verder zijn de gronden onderdeel van het beschermd dorpsgezicht. Uit de voorschriften van het bestemmingsplan blijkt dat parkeervoorzieningen niet zijn toegestaan. Zie figuur 2 voor een uitsnede van de plankaart van het bestemmingsplan Dorpsstraat 2005 e.o.
Figuur 2: Plankaart bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2005 ter plaatse van de beoogde parkeerplaatsen.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 van de toelichting wordt de huidige situatie in het plangebied beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het beleidskader behandeld. Gezien het lokale karakter van het voornemen is hier uitsluitend het gemeentelijk beleid opgenomen. Hoofdstuk 4 gaat in op het voornemen tot het realiseren van de parkeervoorziening aan de Biltstein. In hoofdstuk 5 wordt de situatie ten aanzien van de (milieutechnische) omgevingsaspecten toegelicht. Hoofdstuk 6 geeft een toelichting op de juridische planregeling van het bestemmingsplan. Tot slot volgt in de hoofdstuk 7 een beschrijving van de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
Hoofdstuk 2 Huidige Situatie
De Biltstein is gelegen in het oudste gedeelte van De Bilt. De kruising van de Dorpsstraat en De Burgemeester De Withstraat is de historische kern van De Bilt. De Biltstein kan gezien worden als tussenstraat, die de verbinding legt tussen de historische lijnen van Dorpsstraat en Kapelweg. Door het historische karakter is er sprake van een wisselend bebouwingsbeeld met open en gesloten groene ruimten. Het gebied tussen de Dorpsstraat, de Biltstein en de Utrechtseweg heeft een groene inrichting. Het bestaat uit een grasperk met bomen en struiken langs zowel de Dorpsstraat als de Utrechtseweg.
Op de rijbaan van de Biltstein is ruimte voor parkeren. Deze parkeergelegenheid heeft een 'park and ride'-functie (P&R). Reizigers kunnen de auto parkeren en verder reizen met de bus richting Utrecht via de nabijgelegen bushalte aan de Utrechtseweg. De gebouwen in de omgeving herbergen diverse functies zoals kantoren, een kerk, horeca, bedrijvigheid. Verderop aan de Biltstein is serviceflat Biltsteyn gelegen.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
Bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2005
In het bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. is een visie voor de toekomst van het oude dorp opgenomen, omdat het oude dorp een groot aantal kwaliteiten bezit die thans niet duidelijk tot hun recht komen. De visie functioneert als streefbeeld bij de toetsing van bouwaanvragen, maar ook van wijzigingen en vrijstellingen binnen het oude dorp. Om die reden zijn de ruimtelijk relevante onderdelen van deze visie opgenomen in de beschrijving op hoofdlijnen in de voorschriften van het bestemmingsplan Dorpsstraat e.o 2005. De toekomstvisie krijgt daarmee een juridische verankering.
De nieuwe identiteit voor het oude dorp wordt gezocht in de cultuurhistorie en het samenkomen van menselijk handelen. Dit uit zich in een drietal structurerende elementen:
- historische continuïteit (historische karakter moet worden voortgezet);
- ruimtelijke continuïteit (historische bebouwing en kleinschaligheid moet worden voortgezet);
- functionele diversiteit (samenkomen van menselijk handelen door een diversiteit aan functies).
Het gebied wordt in zijn geheel gekenmerkt als verblijfsgebied. Dit betekent dat bij de inrichting van 30 km/u-zones het ordenen van parkeren een vast onderdeel moet zijn. Het is bovendien voor de verkeersveiligheid nodig om het parkeren overzichtelijk en op gevaarlijke plekken onmogelijk te maken.
Welstandsnota gemeente De Bilt
De Welstandsnota beschrijft het welstandsbeleid van de gemeente De Bilt en dient als toetsingskader voor het verlenen van bouwvergunningen. De historische kern van De Bilt is aangewezen als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. De aanwijzing als beschermd dorpsgezicht houdt in dat de hoogste kwaliteitszorg met een intensieve welstandstoets wordt gehanteerd en is met name gericht op de bescherming van de aanwezige monumenten en van de ruimtelijke structuur van het betreffende gebied, zoals dat zich in de negentiende eeuw heeft ontwikkeld. Een en ander heeft een juridische vertaling gekregen in het bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. (2005).
Enkele relevante doelstellingen in de Welstandsnota zijn:
- de bestaande historische bebouwing is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk;
- er dient een heldere scheiding te zijn tussen privé- en publieke ruimten;
- panden moeten op de openbare ruimte zijn georiënteerd;
- het historische en afwisselende karakter van het centrum moet behouden blijven;
- bij verbouw of renovatie moet het oorspronkelijke materiaalgebruik tot uitgangspunten worden genomen.
Verkeerscirculatieplan
Hoofddoelstellingen van het Verkeerscirculatieplan (VCP) uit 2002 zijn het verbeteren van het verblijfsklimaat, handhaving van de bereikbaarheid en verbetering van de verkeersstructuur. Het VCP is gericht op de duurzaam veilige herinrichting van verblijfsgebieden. De Dorpsstraat, de Burgemeester De Withstraat en de Bilthovenseweg zijn aangewezen als verblijfsgebied en ingericht als 30 km/u-weg. De gemeente geeft prioriteit aan de kwaliteit van het verblijfsgebied en het historisch karakter van de wegen. Verder wordt gesteld dat in 30 km/u-zones een kruispuntplateau een geschikte maatregel is, aangezien er sprake is van gelijkwaardige kruisingen.
Inrichtingsplan Dorpsstraat en omgeving De Bilt
Op basis van de beleidsuitgangspunten uit het bestemmingsplan, de welstandsnota en het verkeerscirculatieplan is een inrichtingsplan voor de openbare ruimte opgesteld. De openbare ruimte wordt gezien als motor voor de doorontwikkeling van het gebied. Dit gebeurt door het creëren van meer verblijfsruimte en minder verkeersruimte. Er moet een duidelijke structuur zijn van hoofd- en zijwegen, waarbij de Dorpsstraat de historische hartlijn vormt. In de visie van het inrichtingsplan worden de stoepen weer tot leven gebracht door gebouwen zich te laten oriënteren op de openbare ruimte. Er wordt gebruik gemaakt van een historiserend materialenpakket.
Het parkeren wordt met de uitvoering van het inrichtingsplan eenduidiger. Zo veel mogelijk langsparkeren of haaksparkeren bij elkaar. Met de herinrichting van de openbare ruimte wordt de wens voor meer parkeerplaatsen vervuld. Belangrijk is dat fietsers de ruimte krijgen. Op de rijbaan komen daarom fietssuggestiestroken en op de stoep voldoende fietsenrekken.
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
Met de herinrichting van de openbare ruimte van de Dorpsstraat en omgeving worden de parkeerplaatsen opnieuw gerangschikt. Er is een duidelijkere verdeling van langsparkeren en haaksparkeren en smalle straten worden ontzien van parkeervoorzieningen. De blauwe parkeerzone komt te vervallen, zodat alleen binnen duidelijke gemarkeerde parkeervakken geparkeerd mag worden. Ook laden en lossen vindt plaats op aangegeven plekken.
De aantallen parkeerplaatsen nemen toe. Zie het schema hieronder voor een overzicht van de aantallen parkeerplaatsen in de huidige en toekomstige situatie. Binnen het gebied van Dorpsstraat en Burgemeester de Withstraat wordt de ligging van parkeerplaatsen gewijzigd. De smalle Burgemeester de Withstraat en Kapelweg krijgen minder parkeerplaatsen. Daar wordt slechts aan één zijde parkeren toegelaten. Bij de Biltstein wordt een ruime parkeervoorziening aangelegd. Deze parkeerplaats vervult niet alleen in de parkeerbehoefte van het oude dorpscentrum, maar is tevens een verbeterde 'park & ride'-voorziening. De auto kan op deze plaats geparkeerd worden, waarna men verder reist via de bushalte 'het tunneltje' aan de Utrechtsestraat.
Huidige parkeeraantallen | Toekomstige parkeeraantallen | ||
22 | Dorpsstraat plein | 27 | Dorpsstraat plein |
38 | Dorpsstraat west | 36 | Dorpsstraat west |
85 | Dorpsstraat laan | 66 | Dorpsstraat laan |
36 | Burg. de Withstraat (exclusief blauwe lijn, alleen vakken, inclusief Ds. Sanderuslaan) | 38 | Burgemeester de Withstraat (inclusief Ds. Sanderuslaan) |
6 | Kapelweg | 4 | Kapelweg |
8 | Biltstein (informeel parkeren) | 48 | Biltstein |
195 | Totaal | 219 | Totaal |
De parkeervoorziening aan de Biltstein wordt aangelegd aan de westzijde van de rijbaan. Er komt een parkeerplaats met een toegang nabij de aansluiting op de Dorpsstraat en er worden parkeerplaatsen aangelegd die oprijdbaar zijn vanaf de Biltstein. De parkeerplaats vormt een straat met aan twee zijden haaksparkeren. De parkeerplaats wordt aangelegd met de bochtige vorm van de Biltstein mee. De haaksparkeerplaatsen aan de kant van de rijbaan liggen in feite in het verlengde van de parkeerplaatsen die direct vanaf de Biltstein oprijdbaar zijn. Ze worden van elkaar gescheiden door een boom. Ook bij de toegang van de parkeerplaats wordt een boom geplaatst. Zie figuur 3 voor een indicatie van de nieuwe parkeerplaatsen aan de Biltstein.
Figuur 3: Indicatie nieuwe inrichting openbare ruimte met extra parkeerplaatsen.
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten
Verkeer, lucht en geluid
Door de aanleg van de parkeerplaatsen verbetert het verblijfsklimaat in het oude dorpscentrum van De Bilt. Het biedt immers een mogelijkheid om de smalle straten te ontzien van tweezijdig parkeren en vermindert de kans op zoekend verkeer en fout geparkeerde auto's. Een parkeerplaats is op zichzelf geen verkeersaantrekkende functie. De nieuwe parkeervoorziening aan de Biltstein voorziet in de parkeerbehoefte van omliggende functies (wonen, kantoren, horeca, bedrijf). De toename van het aantal parkeerplaatsen voorziet in de autonoom gegroeide parkeerbehoefte. Het plan staat dan ook geen nieuwe verkeersaantrekkende functies toe. Mede gezien de omvang van het project volgt hieruit dat met betrekking tot luchtkwaliteit en geluid nader onderzoek achterwege kan blijven.
De aanleg van de parkeerplaatsen aan de Biltstein betekent niet alleen dat de mogelijkheid tot parkeren van de auto in de Dorpsstraat en omgeving wordt vergroot, maar ook dat de situatie ten aanzien van het langzaam verkeer verbetert. Door de herinrichting van de straten in het oude dorpscentrum als 30 km/u-zone wordt het verblijfsklimaat aantrekkelijker en wordt de verkeersveiligheid vergroot. Tevens ontstaat er ruimte voor fietsenrekken. Ook wordt het gebruik van de busverbindingen over de Utrechtseweg aantrekkelijker, omdat de mogelijkheden voor parkeren nabij de bushalten worden verruimd.
Bodem
De gronden aan de Biltstein zijn in gebruik als groenvoorziening. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de bodemkwaliteit dusdanig is, dat een parkeervoorziening niet tot de mogelijkheden behoort.
Externe veiligheid
Het bestemmingsplan biedt geen mogelijkheid tot vestiging van risicovolle inrichtingen. In de omgeving bevinden zich geen risicovolle inrichtingen of transportroutes met structureel vervoer van gevaarlijke stoffen. Het aspect externe veiligheid behoeft daarom geen nadere afweging.
Water
De gemeente heeft samen met het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een beleidsstuk opgesteld over het waterbeheer in de gemeente. Het Lokaal Waterplan De Bilt is een breed gevormd en gedragen lokaal waterplan. Het waterplan geeft het toekomstig gemeentelijke beleid voor de inrichting en gebruik van water. Het plan kan in die zin worden gebruikt als toetsingskader voor en schakel tussen bestemmingsplannen, stedelijke uitbreidingen, Gemeentelijk Rioleringsplan, milieubeleidsplan, natuurontwikkeling en andere gebiedsgerichte projecten. Tevens vormt het plan een basis voor communicatie naar de burger. Het Lokaal Waterplan is een tactisch/operationeel plan dat beoogt het functioneren van het lokale watersysteem in beeld te brengen, kansen te benutten en bedreigingen te stoppen. Binnen de gemeentegrenzen wil de gemeente komen tot een duurzaam watersysteem. Hierbij is afstemming tussen verschillende partijen nodig met betrekking tot de onderwerpen oppervlaktewater, afvalwater en grondwater.
Het plangebied valt in het Lokaal Waterplan in het deelgebied “Verborgen Water”. In dit deelgebied is sprake van een hoge infiltratie-intensiteit. Dit betekent dat er zich weinig water aan de oppervlakte bevindt. Binnen het stedelijke gebied van dit deelgebied staat vooral de afkoppeling van verhard oppervlak centraal. Dit betekent dat al het “schone” regenwater nuttig wordt gebruikt en niet direct op het riool uitkomt. Voorgesteld wordt om het regenwater via wadi’s of andere infiltreersystemen te filtreren in de bodem. Dit zal plaatsvinden door aan te sluiten op het bestaande infiltratieriool. Bij hevige regenval vindt overstort in een nabijgelegen sloot plaats.
Ecologie
De aanleg van de parkeerplaats vindt plaats binnen de bebouwde kom van De Bilt en niet in een beschermd natuurgebied. Bij de werkzaamheden wordt de zorgplicht uit de Flora- en faunawet in acht genomen. De gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten komt niet in gevaar.
Archeologie
Er geldt een lage archeologische verwachtingswaarde voor dit gebied. Daarbij worden bij het aanleggen van de parkeerplaats geen diepe grondroerende werkzaamheden uitgevoerd. Er wordt daarom aangenomen dat geen archeologische resten worden verstoord.
Hoofdstuk 6 Juridische Planopzet
6.1 Algemeen
Het bestemmingsplan is een ruimtelijk besluit, waarin de regels voor het gebruik en het bebouwen van gronden worden vastgelegd. In een bestemmingsplan wordt door middel van bestemmingen en aanvullende aanduidingen aangegeven op welke gronden welke functies toegestaan zijn en hoe deze gronden bebouwd mogen worden. Het bestemmingsplan is opgebouwd uit drie onderdelen: plantoelichting, plankaart en planregels. De toelichting verwoordt welke beleidskeuzes hebben geleid tot het vastleggen van de bestemmingen met bijbehorende regels. In de regels staan per bestemming de specifieke regels met betrekking tot bouwen en gebruik van de gronden. De kaart geeft weer aan welke gronden welke bestemming is toegekend.
Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 heeft de standaardisering en digitalisering van bestemmingsplannen zijn intrede gedaan. Hiermee wordt beoogd de raadpleegbaarheid en uitwisselbaarheid van ruimtelijke plannen te vergroten. Met de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 zijn de bepalingen voor de standaardisering en digitalisering vastgelegd. Een bestemmingsplan opgesteld volgens deze bepalingen is een digitaal bestand in GML-formaat, waarin geometrisch bepaalde planobjecten zijn vastgelegd. Technisch gezien is een bestemmingsplan zodoende een verzameling objecten (zoals bestemmingsvlakken), waaraan informatie (zoals ligging en naam) is gekoppeld.
Het bestemmingsplan kan geraadpleegd worden door middel van computersoftware, bijvoorbeeld via de internetpagina www.ruimtelijkeplannen.nl. Met de software kunnen verschillende kaarten van het bestemmingsplan opgeroepen worden. Er zijn zodoende meerdere verbeeldingen van één plan mogelijk. Door interactie met het kaartbeeld worden de regels van de betreffende bestemmingen weergegeven. Ook kan de toelichting worden opgeroepen. De toelichting is juridisch gezien echter niet bindend.
Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de koppeling tussen de regels en de kaart. In de volgende paragraaf staat uitgelegd welke systematiek voor dit bestemmingsplan gehanteerd is en hoe de eigenschappen van het plangebied en de inhoud van de inrichtingsplannen zich hebben vertaald in de toegekende bestemmingen. De paragraaf daarna geeft een korte toelichting per artikel van de planregels.
6.2 Plansystematiek Gemeente De Bilt
De gemeente De Bilt werkt sinds 2000 actief aan het actualiseren van haar bestemmingsplannen. Bij de aanvang van dit proces is de voorkeur uitgesproken voor een meer globale en flexibele regeling. De planopzet maakt een duidelijk onderscheid in hoofd- en bijzaken. Hoofdzaken worden beschermd, details worden vrijgelaten. De beeldbepalende en structurerende elementen met een betekenis op gebiedsniveau, zoals wegen, bebouwde structuur en groenstructuren worden gewaarborgd. Ook de functies en het karakter van het gebied gelden als uitgangspunt. Het bestemmingsplan moet een zodanig flexibel en globaal karakter hebben dat veranderingen in de bestaande situatie mogelijk zijn zonder dat dit leidt tot extra en nieuwe procedures.
6.3 Planregeling Parkeerplaatsen Biltstein
Het bestemmingsplan 'Parkeerplaatsen Biltstein' biedt de juridisch-planologische basis om de parkeerplaatsen aan de Biltstein aan te leggen conform het inrichtingsplan Dorpsstraat en omgeving. Het inrichtingsplan geeft uitvoering aan de beleidsvisie uit het bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2005, maar het bestemmingsplan biedt ter plaatse van de beoogde locatie niet de mogelijkheid een parkeerterrein aan te leggen. Daarom is een tussentijdse herziening van het bestemmingsplan nodig. Voor dit projectbestemmingsplan wordt aangesloten bij de algemene bestemmingsplansystematiek van de gemeente.
Gezien het specifieke doel van dit bestemmingsplan kent het slechts één bestemming, te weten 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Ter verduidelijking wordt hieronder per artikel de bestemmingsregeling toegelicht.
Artikel 1: Begrippen
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Voor zover in de regels begrippen worden gebruikt die niet in het artikel staan vermeld, wordt aangesloten bij het normale spraakgebruik.
Artikel 2: Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de verschillende maten die bij het bouwen in acht moeten worden genomen, bepaald moeten worden.
Artikel 3: Verkeer - Verblijfsgebied
Het plangebied heeft de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ gekregen. De inhoud van de bestemmingsregels is afgestemd op de regels van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' van andere recente bestemmingsplannen van De Bilt. Dat betekent dat de gronden in hoofdzaak zijn bestemd voor erftoegangswegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen. Ook groenvoorzieningen zijn toegestaan, zoals de geplande bomen op het parkeerterrein.
Artikel 4: Anti-dubbeltelregel
Deze regel voorkomt dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, nogmaals in beschouwing wordt genomen bij het beoordelen van latere bouwplannen.
Artikel 5: Algemene afwijkingsregels
Dit artikel geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om voor bepaalde kleine afwijkingen af te wijken de regels van dit bestemmingsplan.
Artikel 7: Overige regels
Dit artikel legt vast dat wanneer verwezen wordt naar wettelijke regelingen, gedoeld wordt op de regeling, zoals deze geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Artikel 8: Overgangsrecht
Dit artikel bevat regels voor bouwwerken en gebruik die afwijken van de regels van dit bestemmingsplan, wanneer dit in werking treedt.
Artikel 9: Slotregel
De slotregel geeft aan hoe de regels worden aangehaald.
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid
7.1 Economische Uitvoerbaarheid
De aanleg van de parkeervoorziening aan de Biltstein maakt onderdeel uit van de vervanging van de riolering en de herinrichting van de openbare ruimte in de Dorpsstraat en Burgemeester de Withstraat. De totale kosten hiervan worden geraamd op € 1,9 miljoen. Een groot deel wordt gedekt uit de reguliere budgetten voor wegbeheer en vervanging van de riolering. Voor het behoud en de versterking van het historische karakter is een aanvullend bedrag van ruim € 400.000 benodigd. De gemeenteraad heeft eind december 2009 besloten dit bedrag beschikbaar te stellen voor de herinrichting van de openbare ruimte in het oude dorpscentrum.
7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het inrichtingsplan voor de openbare ruimte is tot stand gekomen in samenspraak met bewoners en belanghebbenden van de Dorpsstraat en omgeving. Er is een klankbordgroep samengesteld, die het college van burgemeester en wethouders heeft geadviseerd over de herinrichting. De klankbordgroep bestaat uit bewoners en ondernemers van de Dorpsstraat, Burgemeester de Withstraat en aanliggende straten, maar ook van de Looydijk en Bilthovenseweg.
Samen met de klankbordgroep zijn uitgangspunten geformuleerd, die in september 2009 zijn vastgesteld door de raad. Vervolgens is het plan voor herinrichting in diverse sessies met de klankbordgroep verder uitgewerkt. Op 26 oktober 2009 is een bewonersavond georganiseerd. Hier zijn de plannen toegelicht. De reacties uit het publiek zijn meegenomen naar het vervolgtraject.
De herinrichting van de Dorpsstraat en omgeving en de aanleg van een parkeervoorziening aan de Biltstein is bij uitstek een lokaal project. Daarom is afgezien van vooroverleg met het Rijk. Van vooroverleg met provincie Utrecht kan worden afgezien, omdat het plan valt in de 'Overleglijst ex art 3.1.1 en art 5.1.1 Bro' opgenomen categorieën, waarvoor overleg met de provincie niet noodzakelijk is. Het betreft geen bouwplan en doet geen afbreuk aan de ecologische of cultuurhistorische hoofdstructuur. Het waterschap De Stichtse Rijnlanden is betrokken bij de totstandkoming van de waterparagraaf en in die zin heeft vooroverleg met het waterschap plaatsgevonden.