KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Bedrijf - Nuts
Artikel 5 Centrum
Artikel 6 Dienstverlening
Artikel 7 Gemengd - 1
Artikel 8 Gemengd - 2
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Horeca - 1
Artikel 11 Kantoor
Artikel 12 Maatschappelijk
Artikel 13 Tuin - Voortuin
Artikel 14 Verkeer - Wegverkeer
Artikel 15 Wonen - Aaneengebouwd
Artikel 16 Wonen - Gestapeld
Artikel 17 Wonen - Twee-aaneen
Artikel 18 Wonen - Vrijstaand
Artikel 19 Wonen - Uit Te Werken
Artikel 20 Waarde - Archeologie 1
Artikel 21 Waarde - Archeologie 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 23 Algemene Bouwregels
Artikel 24 Algemene Gebruiksregels
Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
Artikel 27 Slotregel

Bestemmingsplan Oude dorp

Bestemmingsplan - Houten

Vastgesteld op 16-01-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. plan:
    het bestemmingsplan ‘Oude Dorp’ van de gemeente Houten.

  1. bestemmingsplan:
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0321.0080BPOUDEDORP-VAST met de bijbehorende regels en bijlagen.

  1. aanduiding:
    een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

  1. aanduidingsgrens:
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

  1. aaneengebouwd:
    bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden in de bouwperceelgrens zijn gebouwd, met dien verstande dat de eindwoning slechts aan één zijde in de zijdelingse bouwperceelgrens hoeft te worden gebouwd.

  1. agrarisch medegebruik:
    een gebruik voor kleinschalige niet-bedrijfsmatige agrarische activiteiten, al dan niet met een hobbymatig karakter.

  1. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

  1. bedrijfswoning:
    een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slecht bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

  1. beroepen en bedrijven aan huis:
    beroep of bedrijf, waarop de Wet milieubeheer niet van toepassing is, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is; hieronder wordt in ieder geval niet verstaan het voeren van detailhandel, horecabedrijf, escortbedrijf, seksinrichting of sekswinkel.

  1. bestaande situatie:

    1. ten aanzien van bebouwing:
      bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;

    2. ten aanzien van gebruik:
      het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.

  1. bijbehorend bouwwerk:
    uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

  1. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

  2. bouwgrens:
    de grens van een bouwvlak.

  1. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

  1. bouwperceelgrens:
    de grens van een bouwperceel.

  1. bouwvlak:
    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

  1. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

  1. buitenrijbaan:
    een niet-overdekte piste voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, waar naast training en africhting van het paard, eveneens toetsing van de combinatie paard en ruiter kan plaatsvinden in diverse disciplines.

  1. carport:
    een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw.

  1. detailhandel:
    het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps-of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse. Hieronder wordt tevens verstaan de verkoop van goederen via internet, waarbij de levering elders plaatsvindt.

  1. dienstverlening:
    het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronderzijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmeegelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van milieuvergunningplichtigebedrijven en instellingen en een seksinrichting.

  1. evenementen:

een verplaatsbare georganiseerde verrichting van vermaak, gebeurtenis, (openlucht)manifestatie of (thema)dag op het gebied van kunst, cultuur, muziek, sport, religie, wetenschap en/of huishouden.Evenementen zijn te onderscheiden in 3 categorieën:

- categorie A: evenementen met laag risico, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en een geringe capaciteit van hulpdiensten is vereist;

- categorie B: evenementen met een verhoogd risico, waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist;

- categorie C: risicovolle evenementen, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving en extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist.

Met evenement wordt een meerdaags evenement bedoeld, waarbij de tijd ten behoeve van de op- en afbouw wordt meegerekend.

  1. functie:
    doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

  1. gebouw:
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  1. halfvrijstaande bebouwing:
    bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens zijn gebouwd en aan de andere zijde niet, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in:

    1. geschakeld(e bebouwing):
      bebouwing van halfvrijstaande hoofdgebouwen die door middel van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk zijn geschakeld aan een ander halfvrijstaand hoofdgebouw, met dien verstande dat de eindwoning vrijstaand mag worden gebouwd.

    2. twee-aaneen:
      bebouwing van halfvrijstaande hoofdgebouwen, met dien verstande dat de eindwoning vrijstaand mag worden gebouwd.

  1. horeca:
    een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden bereid en verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.

  1. hoofdgebouw:
    een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.

  1. hoofdfunctie:
    functie waarvoor het hele bouwperceel als zodanig mag worden gebruikt.

  1. internetverkoop:
    de verkoop van artikelen via internet, waarbij op het perceel alleen opslag/magazijnruimte voor deze artikelen aanwezig is en waarbij de artikelen (evt. per post) bij de klant worden thuis bezorgd.

  1. kantoor:
    een ruimte/gebouw welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, ontwerptechnische, adviserende of daaraan gelijksoortige arbeid.

  1. onzelfstandige woonruimte:
    woonruimte met een eigen toegang die door een huishouden kan worden bewoond, waarbij het huishouden afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.

  1. overkapping:
    een bouwwerk, zonder wanden, waarmee een buitenruimte wordt afgedekt.

  1. peil:

    1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg (maaiveld) ter plaatse van die hoofdtoegang;

    2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein (maaiveld) ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.

  1. productiegebonden detailhandel:
    detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

  1. prostitutie:
    het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een andertegen vergoeding.

  1. prostitiebedrijf:

prostitutie in een daarvoor ingerichte ruimte en in dienstverband (seksclub, bordelen,privé-huizen), niet zijnde sekswinkels, seksbioscopen, sekstheaters en daarmee gelijkte stellen bedrijfstypen.

  1. seksinrichting:
    een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

  1. voorgevel:
    de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw.

  1. voorgevellijn:
    de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan.

  1. voorste bouwgrens:
    de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde bouwgrens, met dien verstande dat indien een bouwgrens gericht is op meerdere wegen of is gericht op meerdere openbare ruimtes, de bouwgrens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

  1. vrijstaand(e bebouwing):
    bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet zijn gebouwd in de bouwperceelgrens.

  1. wonen:
    het gehuisvest zijn in een (bedrijfs)woning.

  1. woning:
    een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

  1. zelfstandig wonen:
    het bewonen van een zelfstandige woonruimte.

  1. zelfstandige woonruimte:
    woonruimte met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

  1. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

  1. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
    de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.

  1. het bebouwingspercentage:
    het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat gelegen is binnen de bestemming of een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.

  1. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

  1. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

  1. de breedte en diepte van een gebouw:
    tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsactiviteiten welke zijn opgenomen in bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten';

  2. een aannemersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';

  3. een kunststofverwerkend bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkend bedrijf';

  4. een verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg',

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van:

  1. detailhandel;

  2. bedrijfsactiviteiten welke niet zijn opgenomen in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten'.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. lid 3.3 sub a ten behoeve van het toestaan van detailhandel, mits:

    1. de goederen ter plaatse zijn vervaardigd;

    2. de goederen in het kader van de uitoefening van het bedrijf worden verkocht, mits de detailhandel ter plaatse plaatsvindt en een niet-zelfstandig onderdeel uitmaakt van de bedrijfsactiviteit;

  2. lid 3.3 sub b ten behoeve van het toestaan van bedrijfsactiviteiten welke niet zijn opgenomen in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten', mits de bedrijfsactiviteiten voor wat betreft aard en omvang gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten welke zijn in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten'.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3' te wijzigen naar de bestemming 'Wonen - Vrijstaand', met dien verstande dat:

  1. het bestaande gebruik ten behoeve van het bedrijf definitief is beëindigd;

  2. het aantal woningen niet meer bedraagt dan 1;

  3. moet worden voldaan aan de parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning;

  4. dit niet ten koste gaat van de stedenbouwkundige samenhang van het perceel en de omgeving;

  5. dit niet leidt tot een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van andere percelen.

Artikel 4 Bedrijf - Nuts

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nuts' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bouwwerken voor nutsvoorzieningen;

  2. groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsactiviteiten behorend tot de categorie 1 van de in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten';

  2. detailhandel, met dien verstande dat een supermarkt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';

  3. dienstverlening;

  4. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', met dien verstande dat:

    1. uitsluitend horeca tot en met categorie 2 van de in bijlage 2 opgenomen 'Staat van horeca-activiteiten' is toegestaan;

    2. Bezorgdiensten zoals bedoeld in categorie 1d van de in bijlage 2 ogpenomen 'Staat van horeca-activiteiten' zijn niet toegestaan;

    3. het aantal horecavestingen niet meer mag bedragen dan 1 per aanduidingsvlak;

    4. bij de horeca-activiteit terrassen zijn toegestaan

  5. een aannemersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';

  6. kantooractiviteiten;

  7. maatschappelijke voorzieningen;

  8. ateliers en galerie;

  9. ondergeschikte horeca, met dien verstande dat uitsluitend horeca van categorie 4 van de in bijlage 2 opgenomen 'Staat van horeca-activiteiten' is toegestaan;

  10. zelfstandig wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis, met dien verstande dat uitsluitend woningen op de verdiepingen zijn toegestaan en bestaande woningen op de begane grond welke zijn opgenomen in bijlage 3 'Bestaande woningen';

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Centrum' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van het bouwvlak voor woningen op de begane grond en minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning voor woningen op de verdieping, met inbegrip van de maximaal te realiseren bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op één verdieping van een woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

5.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het toestaan van horeca, met dien verstande dat:

  1. het totaal aantal horecagelegenheden niet meer bedraagt dan 10;

  2. er geen bezorgdienst wordt gerealiseerd zoals bedoeld in categorie 1d van de in bijlage 2 opgenomen 'Staat van horeca-activiteiten':

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

  4. op basis van onderzoek kan worden aangetoond dat de wijziging vanuit oogpunt van parkeren en verkeer toelaatbaar is.

Artikel 6 Dienstverlening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlening;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Gemengd - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsactiviteiten behorend tot de categorie 1 van de in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten';

  2. dienstverlening;

  3. kantooractiviteiten;

  4. maatschappelijke voorzieningen;

  5. ateliers en galerie;

  6. zelfstandig wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis, uitsluitend op de verdiepingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

  1. Binnen de bestemming 'Gemengd - 1' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

    1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

    2. het gebruik mag uitsluitend op de verdiepingen van een woning plaatsvinden met een maximum van totaal 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

    3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

    4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

    5. detailhandel is niet toegestaan;

    6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

  1. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van detailhandel, uitgezonderd productiegerichte detailhandel.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.3 sub b ten behoeve van detailhandel, mits er voldoende parkeergelegenheid op eigen erf is, en er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 8 Gemengd - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. detailhandel uitsluitend op de begane grond en tot een maximaal oppervlak van 115 m²;

  2. uitsluitend zelfstandig wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis, uitsluitend op de verdiepingen.

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Gemengd - 2' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op de verdiepingen van een woning plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. agrarisch medegebruik, ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch';

  3. nutsvoorzieningen;

  4. sport- en speelvoorzieningen;

  5. beeldende kunst;

  6. voet- en fietspaden;

  7. kunstwerken en straatmeubilair;

  8. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Artikel 10 Horeca - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. horeca-activiteiten voor zover deze behoren tot categorie 1 van de in bijlage 2 opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten';

  2. zelfstandig wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';

met daaraan ondergeschikt:

  1. terrassen;

  2. groenvoorzieningen;

  3. nutsvoorzieningen;

  4. verkeer en verblijf;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Horeca - 1' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van het bouwvlak voor woningen op de begane grond en minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning voor woningen op de verdieping, met inbegrip van de maximaal te realiseren bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op één verdieping van een woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

Artikel 11 Kantoor

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. kantooractiviteiten;

met daaraan ondergeschikt:

  1. nutsvoorzieningen;

  2. verkeer en verblijf;

  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.

11.2 Bouwregels

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. educatieve voorzieningen;

  2. religieuze voorzieningen;

  3. begraafplaats;

  4. medische en sociaal - medische voorzieningen;

  5. sociaal cultureel centrum en wijkpost ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - sociaal cultureel centrum', met dien verstande dat:

    1. horeca-activiteiten voor zover deze behoren tot categorie 4 van de in bijlage 2 opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten' in het sociaal cultureel centrum zijn toegestaan, waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 80 m²;

    2. ondergeschikte kantooractiviteiten zijn toegestaan,

met daaraan ondergeschikt:

  1. groen- en speelvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.

12.2 Bouwregels

12.3 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Tuin - Voortuin

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Voortuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voortuinen, erven en verhardingen;

  2. erkers, balkons of luifels behorende bij het hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming;

  3. inritten ten behoeve van parkeren;

  4. nutsvoorzieningen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Artikel 14 Verkeer - Wegverkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. verkeer en verblijf;

  2. terrassen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras';

  3. garageboxen ten behoeve van het stallen van auto's, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';

  4. evenemententerrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', ten behoeve van maximaal 50 evenementen per jaar, waarvan maximaal 3 in de categorie C;

  5. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. geluidwerende voorzieningen;

  2. groenvoorzieningen;

  3. nutsvoorzieningen;

  4. speelvoorzieningen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 1' te wijzigen naar de bestemming 'Gemengd - 1' en wonen en detailhandel toe staan, met dien verstande dat:

  1. detailhandel op de begane grond wordt gerealiseerd en het wonen op de verdieping;

  2. realisatie van een supermarkt, perifere of grootschalige detailhandel is uitgesloten;

  3. het aantal woningen niet meer bedraagt dan 2;

  4. het huidige aantal parkeerplaatsen wordt gehandhaafd en uitgebreid met een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning;

  5. dit niet ten koste gaat van de stedenbouwkundige samenhang van het perceel en de omgeving;

  6. dit niet leidt tot een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van andere percelen.

Artikel 15 Wonen - Aaneengebouwd

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Aaneengebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend zelfstandig wonen;

  2. een kinderopvang ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kinderopvang';

  3. beroepen en bedrijven aan huis;

  4. tuinen, erven en verhardingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groen- en speelvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Wonen - Aaneen gebouwd' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van het bouwvlak, met inbegrip van de maximaal te realiseren bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op één verdieping van een woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² en ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

15.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:

  1. de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';

  2. de gemengde bestemming uitsluitend is toegestaan op de begane grond en in de bijbehorende bouwwerken;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 16 Wonen - Gestapeld

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend zelfstandig wonen;

  2. beroepen en bedrijven aan huis;

  3. tuinen, erven en verhardingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groen- en speelvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning, met inbegrip van de maximaal te realiseren bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op één verdieping van een woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² en ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

16.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:

  1. de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';

  2. de gemengde bestemming uitsluitend is toegestaan op de begane grond en in de bijbehorende bouwwerken;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 17 Wonen - Twee-aaneen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Twee-aaneen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend zelfstandig wonen;

  2. beroepen en bedrijven aan huis;

  3. tuinen, erven en verhardingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groen- en speelvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Wonen - Twee-aaneen' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van het bouwvlak, met inbegrip van de maximaal te realiseren bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op één verdieping van een woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² en ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

17.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:

  1. de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';

  2. de gemengde bestemming uitsluitend is toegestaan op de begane grond en in de bijbehorende bouwwerken;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 18 Wonen - Vrijstaand

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend zelfstandig wonen;

  2. een houtzagerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtzagerij';

  3. een kinderopvang ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kinderopvang';

  4. een internetwinkel, ter plaatse van de aanduiding 'internetwinkel';

  5. beroepen en bedrijven aan huis;

  6. tuinen, erven en verhardingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groen- en speelvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Wonen - Vrijstaand' is de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing:

  1. de woonfunctie in overwegende mate behouden moet blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van de vloeroppervlakte van het bouwvlak, met inbegrip van de maximaal te realiseren bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden voor beroepen en bedrijven aan huis;

  2. het gebruik mag uitsluitend op één verdieping van een woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken plaatsvinden met een maximum van 75 m². Bij woningen met een vloeroppervlak van meer dan 250 m² en ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mag het gebruik maximaal 100 m² bedragen;

  3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  4. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  5. detailhandel is niet toegestaan;

  6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;

18.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:

  1. de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';

  2. de gemengde bestemming uitsluitend is toegestaan op de begane grond en in de bijbehorende bouwwerken;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 19 Wonen - Uit Te Werken

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend zelfstandig wonen;

  2. beroepen en bedrijven aan huis;

  3. tuinen, erven en verhardingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groen- en speelvoorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. verkeer en verblijf;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 19.1. omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

  1. woningen worden aaneengebouwd, gestapeld, twee-aaneen en/of vrijstaand gebouwd;

  2. uitwerking niet ten koste gaat van de stedenbouwkundige samenhang van het perceel en de omgeving;

  3. uitwerking niet leidt tot een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van andere percelen;

  4. er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid.

19.3 Bouwregels

Artikel 20 Waarde - Archeologie 1

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.

20.2 Bouwregels

  1. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen op gronden die zijn aangewezen als ‘Waarde – Archeologie 1’ legt een rapport op basis van de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie over, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld;

  2. Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning indien deze past binnen de bouwregels van de onderliggende bestemming en naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in het eerste lid blijkt dat:

    1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad;

    2. schade door de bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften;

  3. In de situatie als bedoeld in sub b onder 2 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften aan een omgevingsvergunning verbinden:

    1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden (insitu-behoud), of;

    2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of

    3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

  4. Het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:

    1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;

    2. een bouwwerk met een oppervlakte kleiner dan 100 m2;

    3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,5 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

20.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de verbeelding van het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:

  1. naar ligging wordt verschoven, danwel

  2. naar omvang wordt vergroot of verkleind, danwel

  3. van de verbeelding wordt verwijderd,

voor zover de uit archeologisch onderzoek geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 21 Waarde - Archeologie 2

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.

21.2 Bouwregels

  1. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen op gronden die zijn aangewezen als ‘Waarde – Archeologie 1’ legt een rapport op basis van de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie over, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld;

  2. Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning indien deze past binnen de bouwregels van de onderliggende bestemming en naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in het eerste lid blijkt dat:

    1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad;

    2. schade door de bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften;

  3. In de situatie als bedoeld in sub b onder 2 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften aan een omgevingsvergunning verbinden:

    1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden (insitu-behoud), of;

    2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of

    3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

  4. Het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:

    1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;

    2. een bouwwerk met een oppervlakte kleiner dan 500 m2;

    3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,5 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

21.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de verbeelding van het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:

  1. naar ligging wordt verschoven, danwel

  2. naar omvang wordt vergroot of verkleind, danwel

  3. van de verbeelding wordt verwijderd,

voor zover de uit archeologisch onderzoek geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 22 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 23 Algemene Bouwregels

23.1 Bestaande afwijkende maatvoering

In die gevallen, dat de goot- en/of bouwhoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot enige bouwperceel-, bestemmings- of bouwgrens en andere maten, voor zover in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand gekomen, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

23.2 Ondergronds bouwen

  1. Op plaatsen waar gebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden, direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd.

  1. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder gebouwen mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 24 Algemene Gebruiksregels

Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken voor prostitutiebedrijven;

  2. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;

  3. buitenrijbanen voor paarden;

  4. de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis in vrijstaande bijbehorende bouwwerken.)

Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels

25.1 Verkamering

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte, mits:

  1. de omzetting geen onevenredige toename van de verkeersintensiteit tot gevolg heeft;

  2. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij de parkeernorm per woning 0,6 p.p. bedraagt;

  3. 5 m² berging aanwezig is per onzelfstandige woonruimte.

25.2 Afwijkingen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  1. de op de verbeelding of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;

  2. de plaats en richting van bouwgrenzen, voor het aanbrengen van geringe veranderingen tot niet meer dan 5 m;

  3. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;

  4. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil op de verbeelding of in het terrein daartoe aanleiding geeft;

  5. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat openbare nutsgebouwen, abri’s voor het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd, mits:

    1. de inhoud per gebouw ten hoogste 50 m³ zal bedragen;

    2. de bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste 3 m zal bedragen;

  6. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend- en/of ontvangstmasten wordt vergroot tot ten hoogste 40 m;

  7. het gebruik van een bestaand bijgebouw ten behoeve van wonen of het plaatsen van een tijdelijke woonunit bij een woning, mits:

    1. de medische/sociale urgentie wordt aangetoond;

    2. de tijdelijkheid wordt vastgelegd;

    3. geen extra bebouwingsmogelijkheden gerealiseerd worden;

    4. de nieuwe situatie geen belemmering vormt voor omwonenden en bedrijven;

    5. het bouwwerk ondergeschikt is aan de woning, met een maximale maat van 80 m2.

25.3 Voorwaarde afwijkingen

De in lid 25.2 bedoelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 26 Overgangsrecht

26.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.

  1. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

26.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  1. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  1. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  1. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 27 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Oude Dorp.

Bijlagen behorende bij de regels