Lopikerweg Oost 60/60a en 64
Bestemmingsplan - Gemeente Lopik
Ontwerp op 12-09-2023 - in voorbereiding
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
het bestemmingsplan Lopikerweg Oost 60/60a en 64 met identificatienummer NL.IMRO.0331.01Lpkrwg6064-OB01 van de gemeente Lopik;
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 Aan-huis-gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.4 Archeologisch deskundige
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties;
1.5 Archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit de oude tijden;
1.6 Bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.7 Bebouwingsgebied
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
1.8 Bed & breakfast
een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning. De kamers ten behoeve van een bed & breakfast functioneren niet als zelfstandige wooneenheid;
1.9 Bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.10 Bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming, wenselijk is;
1.11 Beperkt kwetsbare objecten
- woningen, kantoorgebouwen, hotels, restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover deze objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- sporthallen, zwembaden, speeltuinen;
- sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- andere objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.12 Bestaand
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal aanwezig is of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend;
bij gebruik: het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden;
1.13 Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktemat
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
1.14 Bestaande situatie stikstofdepositie
de activiteit die is toegestaan ten tijde van het vaststellen van dit bestemmingsplan op grond van:
- een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet Natuurbescherming (of als bedoeld in artikel 16 en 19d Natuurbeschermingswet 1998), of
- een omgevingsvergunning waarbij de toestemming op grond van artikel 2.2aa onderdeel a van het Besluit omgevingsrecht is aangehaakt;
- of indien een vergunning als bedoeld onder a en b ontbreekt: het feitelijke en planologisch legale gebruik.
1.15 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 Bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.18 Bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.19 Bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.20 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.21 Bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.22 Bouwwerk, geen gebouw zijnde
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
1.23 Buitenopslag
het in de open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, met uitzondering van opslag ten behoeve van de normale bedrijfsvoering. Het gebruik van containers voor permanente opslag valt niet onder buitenopslag;
1.24 Cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
1.25 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.26 Duurzame energie
energievorm waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken. Bij de productie van duurzame energie wordt geen gebruik gemaakt van fossiele brandstof;
1.27 Evenementen
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, zoals: een herdenkingsplechtigheid, braderie, optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Wet openbare manifestaties, feest, muziekvoorstelling, wedstrijd op of aan de weg, straatfeest, buurtbarbecue, concert of sportactiviteit op één dag (klein evenement).
Onder een evenement wordt in ieder geval niet verstaan:
bioscoopvoorstellingen, markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet, snuffelmarkten, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en speelgelegenheden;
1.28 Gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.29 Geluidszoneringplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.30 Hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwvlak door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.31 Houtopstand
zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend, die:
- een oppervlakte grond beslaat van tien are of meer, of
- bestaat uit een rijbeplanting die meer dan twintig bomen omvat, gerekend over het totaal aantal rijen;
1.32 Huishouden
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
1.33 Kamerverhuur
de verhuur van onzelfstandige woonruimte in een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde;
1.34 Kampeermiddel
- een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
- enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.35 Kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.36 Kwetsbare objecten
- woningen, met uitzondering van:
- verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare;
- bedrijfswoningen van derden;
- gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- scholen;
- gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- kantoorgebouwen en hotels met een b.v.o. van meer dan 1.500 m² per object;
- complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk b.v.o. meer dan 1.000 m² bedraagt en winkels met een totaal b.v.o. van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
1.37 Landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking;
1.38 Maatschappelijke voorzieningen
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
1.39 Mantelzorg
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt:
organisatorisch verband;
1.40 Natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
1.41 Nevenfuncties
zowel in aard als omvang ondergeschikt bestanddeel van de totale omvang van een bedrijf of woning;
1.42 Niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
1.43 Nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en gebouwen voor telecommunicatie;
1.44 Ondergeschikte horeca
horeca als niet zelfstandige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca activiteiten zijn van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
1.45 Ondergeschikte detailhandel
detailhandel als niet zelfstandige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
1.46 Opslag
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
1.47 Overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
1.48 Peil
- ten opzichte van gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
- indien in of op het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil ter plaatse;
1.49 Permanente bewoning
gebruik als hoofd(woon)verblijf;
1.50 Prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.51 Risicovolle inrichtingen
inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.52 Rooilijn
- de op een perceel aanwezige lijn, die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is gelegen: evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de dichtst bij de weg gelegen gevel van het hoofdgebouw;
- dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg): evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van het hoofdgebouw;
1.53 Sanering
amovering van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, inclusief de bestaande fundering;
1.54 Seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-porno-grafische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautoma-tenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie;
1.55 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlagen bij de regels bijlage 1 onderdeel van deze regels uitmaakt;
1.56 Voorgevel
de gevel van een woning die naar aard en oriëntatie als belangrijkste beeldbepalende gevel kan worden aangemerkt;
1.57 Wonen
het wonen in een woning;
1.58 Woning
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden of - ingeval van inwoning - van twee huishoudens, aanbouwen en uitbouwen daaronder begrepen, bijgebouwen en bedrijfsgebouwen daarvan uitgezonderd;
1.59 Zijerf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten.
2.1 Algemene regels
2.2 Aanvullende regels
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bedrijven behorend tot categorie 1 en 2, zoals opgenomen in bijlagen bij de regels bijlage 1;
- opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing, niet zijnde kassen;
- een kraanbedrijf, autosloperij en verhuurbedrijf voor roerende goederen van maximaal categorie 3.2, zoals opgenomen in bijlagen bij de regels bijlage 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kraanbedrijf en autosloperij van categorie 3.2', waaronder begrepen de voor een autosloperij gebruikelijke detailhandel in de vorm van inname van voertuigen en verkoop van bruikbare voertuigonderdelen;
- uitsluitend voor parkeren ten behoeve van belendende, voor bedrijvigheid bestemde, gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- één bedrijfswoning per bestemmingsvlak;
- nevenfuncties binnen het bouwvlak, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- kano-roeiboot- of fietsenverhuur;
- poldersport;
- boerengolf;
- bed & breakfast;
- aan-huis-gebonden beroep;
met de daarbij behorende:
- kantoren, sanitair, kleedruimten en kantines, met dien verstande dat tot 110 m2 b.v.o. van een bedrijfswoning hiervoor mag worden gebruikt;
- erven en terreinen;
- paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- beplantingen;
- speelvoorzieningen;
- voet- en fietspaden;
- bermen en bermsloten;
met de daarbij behorende:
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- natuur- en landschapselementen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- waterberging;
- bruggen en andere kunstwerken;
met de daarbij behorende:
- voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen en verkeers- en verkeersregulerende voorzieningen;
- bermen en wegbeplantingen;
- nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
- de bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
max. oppervlakte | max. bouwhoogte | |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 35 m2 | 2 m |
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen, met dien verstande dat:
- het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 1 per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
- indien het bestemmingsvlak is voorzien van een bouwvlak, woningen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, waarbij geldt dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 1 per bouwvlak, dan wel 2 ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen'
of het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal; - indien het bestemmingsvlak is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woning' woningen uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding zijn toegestaan;
- aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- hobbymatig agrarisch gebruik;
- nevenfuncties, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- kano- roeiboot of fietsenverhuur;
- boerengolf;
- poldersport;
- bed & breakfast;
- tentoonstellingsruimte/museum;
met de daarbij behorende:
- paardenbakken;
- tuinen, erven en terreinen;
- paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 7 Waarde - Archeologie 3
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
7.2 Bouwregels
- In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 200 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 50 cm ten opzichte van maaiveld.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op herbouw van bouwwerken op bestaande fundaties.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 8 Waarde - Archeologie 5
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
- In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op de in artikel 8 lid 1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvoor een rapportage noodzakelijk is zoals bedoeld in artikel 7.2 Wet milieubeheer.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op herbouw van bouwwerken op bestaande fundaties.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 9 Waterstaat - Waterkering
9.1 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 m, ten behoeve van de bestemming Waterstaat - Waterkering worden gebouwd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- primaire waterkeringen, zijnde dijken, kaden en andere voorzieningen met een primaire waterkerende functie.
9.2 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9 lid 1 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
11.2 Ondergronds bouwen
De bouwregels als bedoeld in regels hoofdstuk 2 zijn van overeenkomstige toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande, dat:
- uitsluitend ondergronds mag worden gebouwd tussen peil en 3,5 m onder peil;
- ondergrondse bouwwerken niet mogen worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel;
- ondergrondse bouwwerken uitsluitend toegankelijk mogen zijn vanuit bovengronds gelegen gebouwen;
- deze bepalingen geen beperkingen stellen aan het bouwen van fundaties voor bouwwerken.
11.3 Bestaande maatvoering bouwwerken
11.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte, de nokrichting en de dakvorm van gebouwen, teneinde aldus zeker te stellen dat gebouwen, groter dan 6 m², aansluiten op de in het gebied gebruikelijke bouwvormen en passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving. Daarbij wordt rekening gehouden met de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving en de oriëntatie van voorgevels.
11.5 Rooilijn
De rooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
- tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
- andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt;
- terreinafscheidingen.
11.6 Bruggen
Buiten bouwvlakken mogen bruggen worden gebouwd met een maximale breedte van 8 m en indien zulks plaatsvindt ter plaatse van:
- reeds aanwezige oeververbindingen ter vervanging, herstel of verbetering;
- gronden met de bestemming Agrarisch;
- ter plaatse van wandel- of fietspaden;
- Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van kano- en schaatsroutes bevoegd nadere eisen te stellen aan de hoogte en/of constructie van bruggen, voor zover nodig om te voorkomen dat recreatief medegebruik (varen, schaatsen) door de aanwezigheid van bruggen wordt verhinderd of belemmerd.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
- het gebruik van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken, als zelfstandige of afhankelijke woonruimte of voor permanente bewoning;
- buitenopslag, tenzij het buitenopslag ten dienste van de bestemming binnen het bouwperceel betreft;
- opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslag van vuurwerk en een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen;
- het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
- het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- (raam)prostitutie;
- gebruik van garageboxen voor andere doeleinden dan het stallen van voertuigen en de niet bedrijfsmatige opslag van goederen
- een wijziging van het gebruik van gebouwen en/of gronden waardoor niet langer kan worden voorzien in voldoende parkeerruimte buiten openbaar gebied.
12.2 Vellen van houtopstanden
- Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen.
- Voor het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld onder artikel 12 lid 2 sub a gelden de regels met betrekking tot het vellen van houtopstanden zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Lopik 2016 en de regels zoals opgenomen in de Bomenverordening Lopik 2010, zoals deze gelden op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, of diens rechtsopvolgers.
12.3 Gemeentelijke monumenten
12.4 Uitwegen
- Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg.
- Voor het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld onder a. gelden de regels met betrekking tot uitwegen zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lopik 2016.
12.5 Standplaatsen ten behoeve van verkoop
- Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een standplaats ten behoeve van verkoop in te nemen of te hebben.
- Voor het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12 lid 5 sub a gelden de regels met betrekking tot standplaatsen zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lopik 2016, zoals deze geldt op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, of diens rechtsopvolger.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 Milieuzone - boringsvrije zone
13.2 Milieuzone - beschermingszone drinkwaterwinning
13.3 Milieuzone - geurzone
Binnen de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mag geen toename plaatsvinden van geurgevoelige objecten of functies, tenzij ze behoren tot de geurveroorzakende inrichting zelf.
13.4 Overige zone - aardkundige waarden
13.5 Veiligheidszone - LPG
13.6 Vrijwaringszone- onderzoekstation
13.7 Vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1 Algemene maatvoering
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van:
- de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, en opervlakte maten tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen, voor zover hiervoor niet reeds op een andere wijze afwijking is verleend;
- de bouw van andere bouwwerken die ten behoeve van nutsvoorzieningen dan wel voor waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn, mits voorzieningen van geringe horizontale of verticale afmetingen zijn;
- ten behoeve van de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor openbare diensten met dien verstande dat:
- de inhoud niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- het straat-, bebouwings- en landschapsbeeld;
- de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing;
- de verkeersveiligheid.
14.2 Goothoogte (bedrijfs)woningen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goothoogte van (bedrijfs)woningen te verhogen tot maximaal 4,5 m, met dien verstande dat de verhoging van de goothoogte dient te passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
14.3 Goot- en bouwhoogte vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen te verhogen, mits de verhoging:
- noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering of zorgt voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
- past in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
14.4 Vergroten inpandige woning
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het toestaan van een grotere inhoudsmaat van inpandige woningen, mits:
- het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw;
- de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid.
14.5 Grotere inhoud woning
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het toestaan van een grotere inhoudsmaat van woningen, niet zijnde inpandige woningen, mits:
- de inhoud niet meer bedraagt dan 800 m³;
- de woning met een grotere inhoudsmaat past binnen de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
14.6 Woningsplitsing
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het onderbrengen van een extra woning in monumenten en karakteristieke panden zoals opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart gemeente Lopik, dan wel diens rechtsopvolger, of de daarbij behorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorische waarden', mits:
- het aantal woningen na splitsing niet meer bedraagt dan 2;
- de woningsplitsing bijdraagt aan het herstel of de verbetering van de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden;
- de splitsing niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks-en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing,
met dien verstande dat:
- monumentale boerderijen in gebruik als bedrijfswoning uitsluitend mogen worden gesplitst ten behoeve van een tweede bedrijfswoning indien de noodzaak hiertoe kan worden aangetoond.
14.7 Nieuwbouw bijhorende bouwwerken in geval van sanering
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6 lid 2.1 ten behoeve van nieuwbouw voor wat betreft het maximale oppervlak aan vrijstaande bijbehorende bouwwerken indien een deel van de aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen wordt afgebroken, met dien verstande dat:
- indien er sprake is van totale sloop van deze vrijstaande bijbehorende bouwwerken en deze een geringere oppervlakte hebben dan 200 m2, 100% van de gesaneerde oppervlakte aan vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag worden teruggebouwd;
- indien bij totale sanering meer dan 200m2 wordt gesloopt, naast de 200 m2 50% van het meerdere dat wordt gesloopt eveneens mag worden teruggebouwd, met een maximum van in totaal 500 m2;
- indien de bestaande vrijstaande bijbehorende bouwwerken slechts gedeeltelijk worden gesloopt, slechts 50% van het te slopen oppervlak mag worden teruggebouwd met een maximum van 500 m2, tenzij op het perceel minder dan 200 m2 aan vrijstaande bijbehorende bouwwerken aanwezig is; in dat geval mag 100% van de gesaneerde oppervlakte worden teruggebouwd;
de herbouw dient te passen in een (her)inrichtingsplan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- er dient zekerheid te bestaan dat de bestaande bebouwing wordt afgebroken;
- de herbouw dient landschappelijk te worden ingepast door middel van erfbeplanting van een gebiedseigen assortiment en behoud en zo mogelijk herstel van doorzichten naar het achterliggende gebied;
- er dient rekening te worden gehouden met de verkavelingsstructuur (nokrichting) van gebouwen evenwijdig aan de verkavelingsstructuur), bestaande doorzichten naar de achterliggende polder en de karakteristiek van de erfbebouwing;
- omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt in hun gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden.
14.8 Bouwwerken ten behoeve van duurzame energie opwekking
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in regels hoofdstuk 2 van deze regels ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van duurzame energie opwekking met een maximale bouwhoogte van 20 m, met dien verstande dat:
- de bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet voor de voorgevelrooilijn van (bedrijfs)woningen mogen worden gerealiseerd;
- de gebruikssituatie op de aangrenzende gronden niet onevenredig mag worden aangetast;
- de bouwwerken, geen gebouwen zijnde passen binnen de ontwerprichtlijnen uit het Landschapskwaliteitsplan.
- voor bio-energie en zonne-energie geldt in afwijking en aanvullend dat vestiging in aansluiting op bestaande bebouwde agrarische bouwpercelen, hoofdinfrastructuur of stedelijke functies plaatsvindt, in overeenstemming met de schaal van de bebouwde omgeving, tenzij op een andere locatie een betere landschappelijke inpassing kan worden bereikt;
- de ontwikkelingen niet leiden tot onevenredige aantasting van landschappelijke kernkwaliteiten, natuurwaarden en de cultuurhistorische waarden.
14.9 Evenementen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van de gronden voor het houden van meerdaagse evenementen, waaronder jaarmarkten, festivals, tentfeesten, kermissen en vergelijkbare evenementen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing;
- landschappelijke kernkwaliteiten, natuurwaarden en de cultuurhistorische waarden;
- de verkeersveiligheid.
Artikel 15 Omgevingsvergunning Voor Werken, Geen Bouwwerken Zijnde
15.1 Omgevingsvergunningplicht
- Het is verboden op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Bestemmingen en aanduidingen | A | B | C | D | E | F | G | H | I | |
'overige zone - agrarisch gebied met landschappelijke openheid', ter plaatse van: | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | + | - | - | + | + | - | X | + | |
'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig', ter plaatse van: | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | - | - | - | - | + | - | X | + | |
'overige zone -primair agrarisch gebied, kleinschalig', ter plaatse van: | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | - | - | - | - | + | + | X | + | |
'overige zone - uiterwaarden' | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | + | + | + | + | + | + | X | + |
+ omgevingsvergunningplichtig (activiteit onder voorwaarden mogelijk)
- niet omgevingsvergunningplichtig (activiteit bij recht toegestaan)
X omgevingsvergunning niet mogelijk (activiteit onder geen enkele voorwaarde toegestaan)
* Het vereiste van een omgevingsvergunning en de uitzonderingen daarop laten onverlet dat voor de betrokken ingreep wellicht (ook) vergunning, ontheffing, vrijstelling of toestemming uit andere hoofde is vereist (bijvoorbeeld ingevolge de keur van de waterbeheerder, de milieuwetgeving of andere provinciale landschapsverordeningen).
- In ieder geval is voor ingrepen, zoals in deze tabel onder a. bedoeld, altijd vergunning van het Waterschap vereist:
- dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;
- ophogen, afgraven;
- egaliseren van gronden;
- het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe ook gerekend wordt woelen;
- aanbrengen van opgaande beplantingen;
- aanleg van wandel-, fiets- en ruiterpaden en verhardingen > 50 m2;
- aanleg van kavelpaden;
- aanleg van paardenbakken;
- aanleg van paardenbakken aansluitend aan achterzijde bouwvlak of aansluitend aan de achterzijde van een bestemmingsvlak Wonen.
15.2 Beoordelingscriteria
- Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15 lid 1 alleen indien door de in artikel 15 lid 1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, gelet op:
- het belang dat met de ingreep gediend is;
- de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie, waarbij in het bijzonder gelet wordt op de belangen van de cultuurhistorisch waardevolle verkaveling;
- het waterhuishoudkundig belang (kwantitatief en kwalitatief), met het oog op de waterhuishoudkundige doelstelingen.
- Een omgevingsvergunning mag niet worden verleend voor bodembewerkingen in gronden voor agrarisch gebruik (onder meer scheuren en ploegen) in het gebied dat is aangewezen als 'beperken bodembewerking' zoals aangewezen in de Provinciale Interim Omgevingsverordening, indien deze tot gevolg hebben dat veen aan de oppervlakte wordt gebracht, tenzij de bodembewerkingen plaatsvinden ten behoeve van graslandverbetering of de aanleg van een andere blijvende teelt.
15.3 Uitzonderingen vergunningplicht
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15 lid 1 is vereist voor:
- werken of werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
- werken of werkzaamheden die op het moment van inwerkingtreding van het plan reeds aanwezig zijn of in uitvoering zijn of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning;
- werken of werkzaamheden die worden aangelegd of uitgevoerd binnen bouwvlakken;
- werken of werkzaamheden ten behoeve van de realisering van bestemmingen en bouwmogelijkheden op grond van planwijziging of afwijkingsbevoegdheid;
- onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen waarbij niet dieper gegraven wordt dan de reeds uitgegraven diepte.
Artikel 16 Parkeren
16.1 Bouwen, verbouwen, uitbreiden en/of wijzigen van de functie van een gebouw of perceel
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, verbouwen en/of uitbreiden van een gebouw wordt slechts verleend wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- voorzien moet worden in voldoende laad- en losmogelijkheden op eigen terrein, waarbij de laad- en losplaatsen zo dienen te worden gesitueerd dat het ladend en lossend verkeer kan manoeuvreren en zich kan opstellen op het bouwperceel zelf, zodat het openbaar gebied daarmee niet wordt belast;
- voorzien moet worden in voldoende parkeermogelijkheden op eigen terrein, waarbij ruimte dient te worden gereserveerd overeenkomstig de CROW-publicatie 381, dan wel diens rechtsopvolger, dan wel de parkeerbalans waarin is voorzien in de toelichting van dit plan.
16.2 Lagere parkeernormen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16 lid 1 en/of artikel 12 lid 1 sub i voor het hanteren van andere parkeernormen, mits:
- aantoonbaar is dat dit niet leidt tot parkeren op de openbare weg (bijvoorbeeld omdat geen hogere parkeerbehoefte bestaat of omdat op andere wijze duurzaam in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien);
- en de gemeentelijk verkeerskundige hierover advies uitgebracht heeft;
- en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woon- en leefsituatie.
Artikel 17 Regelingen
- Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wettelijke regeling, dan geldt deze regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
- Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een beleidsregeling of richtlijn, dan geldt deze regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van indienen van een aanvraag omgevingsvergunning.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde in artikel 18 lid 1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 18 lid 1 sub a met maximaal 10 %.
- Het bepaalde in artikel 18 lid 1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 18 lid 2 sub a , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in artikel 18 lid 2 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde in artikel 18 lid 2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Lopikerweg Oost 60/60a en 64' van de Gemeente Lopik
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlage 1 - Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlagen Bij Regels - 2
Bijlage 2 - Landschappelijke inpassing
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 - Ecologische Quickscan