Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied
Bestemmingsplan - gemeente Lopik
Vastgesteld op 24-09-2024 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Van Toepassingsverklaring
Dit plan is een aanvulling op het bestemmingsplan Landelijk gebied van de gemeente Lopik, vastgesteld door de gemeenteraad op 8 maart 2022 en het bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied van de gemeente Lopik, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 februari 2023, met dien verstande dat:
- a. de regels van de genoemde bestemmingsplannen zijn herzien voor zover is aangeven in vetgedrukt onderstreept (toevoegingen) en vetgedrukt doorgehaald (verwijderingen);
- b. de verbeelding van de genoemde bestemmingsplannen is herzien op de punten zoals in Hoofdstuk 4 van de toelichting is opgenomen.
Artikel 2 Begrippen
In dit plan wordt verstaan onder:
2.1 plan:
het bestemmingsplan Tweede herziening bestemmingsplan landelijk gebied met identificatienummer NL.IMRO.0331.Tweedeherzlandgeb-BP01 van de gemeente Lopik;
2.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
2.3 aan-huis-gebonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
2.4 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is ingericht voor zowel grondgebonden als niet-grondgebonden activiteiten: het telen van gewassen, boomteelt daaronder begrepen, of het houden van dieren, één en ander ten behoeve van het voortbrengen van producten, nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw:
de teelt van gewassen op open grond, met uitzondering van fruit-, sier- en bollenteelt en bosbouw; - b. grondgebonden veehouderij:
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, melkveehouderij (met bijbehorend jongvee) varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, onder grondgebonden veehouderij wordt mede verstaan paardenfokkerij; - c. glastuinbouw:
de teelt van tuinbouwgewassen geheel of nagenoeg geheel met behulp van kassen; - d. fruitteelt:
de teelt van fruit op open grond; - e. sierteelt:
de teelt van siergewassen zonder gebruikmaking van kassen; - f. bollenteelt:
de teelt van bollen; - g. boomkwekerij:
een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan; - h. bosbouw:
de teelt van bomen vanwege de houtproductie; - i. intensieve kwekerij:
de teelt van gewassen of vissen, zonder of nagenoeg zonder gebruik te maken van daglicht; - j. niet grondgebonden veehouderij (intensieve veehouderij):
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen; - k. productiegerichte paardenhouderij:
het houden van paarden ten behoeve van hengstenstations, paarden- en ponyfokkerijen, opfokbedrijven en africhtingsbedrijven; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardrijdactiviteiten, paardrijschool en manege.
2.5 archeologisch deskundige:
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties;
2.6 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit de oude tijden;
2.7 bebouwing:
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
2.8 bebouwingsgebied:
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
2.9 bed & breakfast:
een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning. De kamers ten behoeve van een bed & breakfast functioneren niet als zelfstandige wooneenheid;
2.10 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
2.11 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming, noodzakelijk is;
2.12 beperkt kwetsbare objecten:
- a. woningen, kantoorgebouwen, hotels, restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover deze objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- b. sporthallen, zwembaden, speeltuinen;
- c. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- d. andere objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- e. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
2.13 bestaand:
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal aanwezig is of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend;
bij gebruik: het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden;
2.14 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen:
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
2.15 bestaande situatie stikstofdepositie:
de activiteit die is toegestaan ten tijde van het vaststellen van dit bestemmingsplan op grond van:
- a. een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet Natuurbescherming (of als bedoeld in artikel 16 en 19d Natuurbeschermingswet 1998) , of
- b. een omgevingsvergunning waarbij de toestemming op grond van artikel 2.2aa onderdeel a van het Besluit omgevingsrecht is aangehaakt;
welke zijn opgenomen in Bijlage 12 Vergunningen Wet natuurbescherming, of
- c. indien een vergunning als bedoeld onder a en b ontbreekt: het feitelijke en planologisch legale gebruik.
2.16 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
2.17 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
2.18 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
2.19 boerengolf:
een variatie op het reguliere golfspel waarbij het weiland wordt gebruikt als golfbaan;
2.20 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
2.21 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
2.22 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
2.23 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
2.24 bouwwerk, geen gebouw zijnde:
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
2.25 buitenopslag:
het in de open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, met uitzondering van opslag ten behoeve van de normale bedrijfsvoering. Het gebruik van containers voor permanente opslag valt ook niet onder buitenopslag;
2.26 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
2.27 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
2.28 duurzame energie:
energievorm waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken. Bij de productie van duurzame energie wordt geen gebruik gemaakt van fossiele brandstof;
2.29 evenementen:
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, zoals: een herdenkingsplechtigheid, braderie, optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Wet openbare manifestaties, feest, muziekvoorstelling, wedstrijd op of aan de weg, straatfeest, buurtbarbecue, concert of sportactiviteit op één dag (klein evenement).
Onder een evenement wordt in ieder geval niet verstaan:
bioscoopvoorstellingen, markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet, snuffelmarkten, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en speelgelegenheden;
2.30 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
2.31 geluidszoneringplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
2.32 geurgevoelig object:
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
2.33 gezondheidszorg:
voorzieningen inzake welzijn en volksgezondheid, zoals een artenspraktijk, fysiotherapie of verslavingszorg, niet zijnde verslavingsopvang;
2.34 graslandverbetering:
bodembewerkingen zoals het scheuren van een perceel, frezen en of ploegen, opnieuw egaliseren, en inzaaien of bijzaaien ten behoeve van graslandverbetering;
2.35 grondgebonden landbouw:
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Het betreft akkerbouw, vollegrondstuinbouw, fruitteelt en boomteelt en rundvee-, paarden-, schapen- of geitenhouderij voor zover bij deze veebedrijven het benodigde ruwvoer (gras, snijmaïs) geheel of vrijwel geheel afkomstig is van de structureel bij het bedrijf behorende gronden;
2.36 hobbymatig agrarisch gebruik:
het houden van vee onder de grens van een inrichting zoals genoemd in de Wet milieubeheer en/of materieel stalling ten behoeve van het beheer van gronden in agrarisch gebruik;
2.37 hoge boog- en gaaskassen:
al dan niet verplaatsbare constructies hoger dan 1,5 m ten behoeve van vollegrondstuinbouw, fruitteelt overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas of met gaas, bestemd als trek- of kweekkas of bescherming van het gewas;
2.38 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwvlak door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
2.39 hooiberghut:
een gebouw met een eenvoudige constructie en beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten;
2.40 horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig logies verstrekken, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie. De volgende indeling in typen horeca wordt gehanteerd:
- a. lichte horeca:
- 1. aan de detailhandelsfunctie verwante horeca zoals: automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, snackbar, tearoom, traiteur, bezorg- en/of afhaalservice.
- 2. overige lichte horeca zoals hotel, restaurant al dan niet met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, fastfood restaurants);
- b. middelzware horeca:
bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken zoals: bar, bierhuis, biljartcentrum, café, coffeeshop, proeflokaal, shoarma/grillroom, zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen); - c. zware horeca:
bedrijven die voor een goed functioneren ook 's-nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen zoals: discotheek, nachtclub, partycentrum. Regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen;
2.41 houtopstand:
zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend, die:
- a. een oppervlakte grond beslaat van tien are of meer, of
- b. bestaat uit een rijbeplanting die meer dan twintig bomen omvat, gerekend over het totaal aantal rijen;
2.42 huishouden:
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
2.43 kamerverhuur:
de verhuur van onzelfstandige woonruimte in een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde;
2.44 kampeerboerderij:
voorzieningen binnen al dan niet voormalige agrarische bebouwing, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
2.45 kampeermiddel:
- a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
- b. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
2.46 kantoor:
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
2.47 kinderboerderij:
een kinderboerderij is een boerderij die openbaar toegankelijk is voor het publiek waarop verschillende boerderijdieren in doorgaans lage aantallen worden gehouden;
2.48 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van aanlegsteigers, picknickplaatsen, vissteigers, observatiepunten, informatieborden en banken;
2.49 kleinschalige horecagelegenheid:
horeca-activiteiten welke, als zelfstandige bedrijfsactiviteit, naar aard en omvang aansluiten bij de agrarische activiteiten en goed inpasbaar zijn in de directe omgeving. Daaronder worden niet begrepen een partycentrum, dancings, discotheken, nachtclubs en soortgelijke gelegenheden, en voorts geen hotels en soortgelijke overnachtingsmogelijkheden;
2.50 kleinschalig kamperen:
Een kampeerterrein ten behoeve van het plaatsen van maximaal 15 kampeermiddelen uitsluitend in de periode 1 maart tot 1 november, waarbij het plaatsen van stacaravans niet is toegestaan;
2.51 kleinschalige verblijfsrecreatieve voorzieningen:
- a. "kleinschalig kamperen";
- b. verblijfsrecreatie met gebruikmaking van voorzieningen in de vorm van kampeerboerderijen;
- c. recreatief nachtverblijf;
- d. bed & breakfast;
- e. camperplaatsen;
2.52 kwetsbare objecten:
- a. woningen, met uitzondering van:
- 1. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare;
- 2. bedrijfswoningen van derden;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen;
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een b.v.o. van meer dan 1500 m² per object;
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk b.v.o. meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal b.v.o. van meer dan 2000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- 3. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
2.53 lage boog- en gaaskassen:
al dan niet verplaatsbare constructies lager dan 1,5 m ten behoeve van vollegrondstuinbouw, of fruitteelt, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas of met gaas, bestemd als trek- of kweekkas of om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
2.54 landschapswaarde:
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking;
2.55 loonbedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van civieltechnische diensten en/of cultuurtechnische diensten of het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van werktuigen;
2.56 maatschappelijke voorzieningen:
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
2.57 manege:
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer en dergelijke), logies- en/of verenigingsaccommodatie, een verkooppunt voor paardrijartikelen en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
2.58 mantelzorg:
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt:
organisatorisch verband;
2.59 natuurwaarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
2.60 nevenfuncties:
zowel in aard als omvang ondergeschikt bestanddeel van de totale omvang van een bedrijf of woning;
2.61 niet-permanente standplaats:
een gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van kampeermiddelen gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
2.62 niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk:
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
2.63 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en gebouwen voor telecommunicatie;
2.64 onafhankelijk agrarisch deskundige:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen, op het gebied van landbouw en tuinbouw;
2.65 ondergeschikte horeca:
horeca als niet zelfstandige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca activiteiten zijn van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
2.66 ondergeschikte detailhandel:
detailhandel als niet zelfstandige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
2.67 ondersteunend glas:
kassen die uitsluitend bestemd zijn voor ondersteuning van vollegrondstuinbouw of teelt van zacht fruit;
2.68 opslag:
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
2.69 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
2.70 paardenbak:
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk grond kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen van paarden dan wel het uitoefenen van de paardensport;
2.71 paardenstalling:
het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder paardenstalling worden geen maneges verstaan;
2.72 peil:
- a. ten opzichte van gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil ter plaatse;
2.73 permanente bewoning:
gebruik als hoofd(woon)verblijf;
2.74 plattelandswoning:
een woning gelegen bij een agrarisch bedrijf zonder dat er sprake is van een functionele binding tussen woning en bedrijf;
2.75 poldersport:
sportieve groepsactiviteiten in de vorm van kanovaren, survival, zeskamp en vlotten bouwen en daarmee gelijk te stellen activiteiten in een polderlandschap;
2.76 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
2.77 recreatief nachtverblijf:
recreatieve verblijven binnen de bestaande bebouwing;
2.78 recreatiewoning:
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt ten behoeve van recreatieve doeleinden;
2.79 risicovolle inrichtingen:
inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
2.80 rooilijn:
- a. de op een perceel aanwezige lijn, die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is gelegen: evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de dichtst bij de weg gelegen gevel van het hoofdgebouw;
- b. dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg): evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van het hoofdgebouw;
2.81 sanering:
amovering van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, inclusief de bestaande fundering;
2.82 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-porno-grafische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautoma-tenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie;
2.83 snuffelmarkt:
een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden;
2.84 sport- en spelbaan:
de mogelijkheid voor een sport- en spelbaan (golfbaan) tot maximaal 150 m2 binnen de nu aanwezige agrarische bebouwing;
2.85 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 16 onderdeel van deze regels uitmaakt;
2.86 stacaravan:
een bouwwerk voor recreatief verblijf in de vorm van een caravan of een andersoortig onderkomen al dan niet op wielen dat, mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
2.87 standplaats kampeerterrein:
een gedeelte van een kampeerterrein dat is bestemd voor het plaatsen en geplaatst houden van kampeermiddelen;
2.88 standplaatsen ten behoeve van verkoop:
- Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
- Onder standplaats wordt niet verstaan:
- 1. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
- 2. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Lopik 2016.
2.89 theeschenkerij:
vorm van lichte horeca waar thee en koffie, frisdranken en andere niet alcoholhoudende dranken en bijbehorende kleine versnaperingen kunnen worden verkregen en genuttigd;
2.90 vellen:
rooien, kappen, verplanten, het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen, het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben;
2.91 voorgevel:
de gevel van een woning die naar aard en oriëntatie als belangrijkste beeldbepalende gevel kan worden aangemerkt;
2.92 wonen:
het wonen in een woning;
2.93 woning:
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden of - ingeval van inwoning - van twee huishoudens, aanbouwen en uitbouwen daaronder begrepen, bijgebouwen en bedrijfsgebouwen daarvan uitgezonderd;
2.94 zijerf:
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel;
2.95 zorgboerderij:
de opvang van volwassenen en/of gehandicapten, inclusief nachtverblijf voor maximaal 25 personen, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van de therapie en waarbij kleinschalige recreatieve voorziening en/of een theeschenkerij zijn toegestaan.
Artikel 3 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
3.1 Algemene regels
3.2 Aanvullende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Agrarisch
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor grondgebonden agrarische activiteiten en:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder a, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - agrarisch gebied met landschappelijke openheid' een akkerbouw-en vollegrondstuinbouw uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch -akker- en vollegrondstuinbouw';
- b. een boomkwekerij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder g, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt';
- c. een niet-grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder j, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
- d. een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij';
- e. een grondgebonden veehouderij met ruwvoederteelt, akker- en vollegrondstuinbouw, fruitteelt en / of sierteelt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en fruitteelt;
- f. een grondgebonden veehouderij in combinatie met intensieve
neventakveehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en intensieve veehouderij'; - g. fruitteelt, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder d, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt';
- h. een niet-grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder j, in combinatie met een aannemersbedrijf behorende tot categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve veehouderij en aannemersbedrijf';
- i. een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, in combinatie met een aannemersbedrijf behorende tot categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en aannemersbedrijf';
- j. een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, in combinatie met een aannemersbedrijf en een loonbedrijf behorende tot categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij, aannemersbedrijf en loonbedrijf';
- k. een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, en of de verkoop en reparatie van tuinmachines, handgereedschap, reinigingsmachines en toebehoren behorende tot categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en reparatie maaimachines';
- l. een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, in combinatie met een loonbedrijf behorende tot categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en loonbedrijf' en een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, in combinatie met een loonbedrijf behorende tot categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en loonbedrijf' tot categorie 2;
- m. een grondgebonden veehouderij, zoals is bedoeld in artikel 2.4 onder b, in combinatie met een metaalbewerkingsbedrijf behorende tot categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden veehouderij en metaalbewerkingsbedrijf';
- n. een kaasmakerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kaasmakerij';
- o. een paardenpension, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenpension';
- p. een veehandelbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – veehandelbedrijf';
- q. een zorgboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij' met daaraan ondergeschikt:
- 1. ondersteunende vorm van lichte horeca in de vorm van een theeschenkerij met een terras van maximaal 80 m2 (zelfstandige exploitatie is uitgesloten);
- 2. evenementen in de vorm van een open dag of ten behoeve van poldersporten , met dien verstande dat maximaal 1 keer per jaar een evenement van maximaal 2 dagen plaats mag vinden;
- r. hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hovenier
sbedrijf'; - s. een waterwinput, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - waterwinput';
- t. een windturbine, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
- u. een lpg-tank ten behoeve van een tankstation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - tank lpg';
- v. een moestuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - moestuin';
- w. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is uitsluitend opslag binnen gebouwen toegestaan;
- x. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
- y. een sport- en spelbaan met een oppervlakte van maximaal 150 m2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sport- en spelbaan';
- z. wonen in een plattelandswoning met bijbehorende tuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – plattelandswoning’;
- aa. bestaand recreatief gebruik bestaande uit een moestuin, hobbymatig agrarisch gebruik en het verblijven en verpozen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - dagrecreatie M.A. Reinaldaweg';
- ab. verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:
- 1. verblijfsrecreatie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie', ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stacaravans' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - camperplaatsen', waarbij geldt dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' uitsluitend maximaal 5 hooiberghutten en een camperplaats zijn toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stacaravans' uitsluitend het bestaande aantal stacaravans is toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - camperplaatsen' camperplaatsen zijn toegestaan en een sanitaire voorziening van maximaal 10 m2;
- 2. kleinschalig kamperen bij de boer is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', waarbij geldt dat:
- kampeermiddelen uitsluitend mogen worden geplaatst in de periode 1 maart tot 1 november;
- het plaatsen van stacaravans niet is toegestaan;
- het aantal kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 15, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal';
- een landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd met behoud en bescherming van de landschappelijke kwaliteiten overeenkomstig de gebiedsaanduidings zoals beschreven in lid aj, ak, al, am;
- 1. verblijfsrecreatie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie', ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stacaravans' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - camperplaatsen', waarbij geldt dat:
- ac. dagrecreatie en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen buiten bouwvlakken, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van het perceel Lopikerweg West 88 deze voorzieningen ook binnen het bouwvlak zijn toegestaan;
- ad. kleinschalige natuurontwikkeling;
- ae. hoge en lage boog- en gaaskassen ten behoeve van fruitteelt of vollegrondstuinbouw en uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig' en 'overige zone -primair agrarisch gebied, kleinschalig';
- af. ondersteunend glas ten behoeve van vollegrondstuinbouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig' en 'overige zone -primair agrarisch gebied, kleinschalig';
- ag. één bedrijfswoning per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' of tenzij anders is aangeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- ah. wonen in combinatie met kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', met dien verstande dat het aantal kamers ten behoeve van kamerverhuur niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal' is aangegeven;
- ai. nevenfuncties binnen het bouwvlak, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- 1. verkoop agrarische streekeigen producten, tot een oppervlakte van 100 m2;
- 2. africhtingsbedrijven voor paarden, tot een oppervlakte van 1.000 m2, waarbij een binnenrijbaan in geen geval is toegestaan;
- 1. mestvergisting/covergisting, met dien verstande dat uitsluitend afval- en resttromen waaronder mest van het eigen bedrijf mag worden vergist en de opgewekte energie uitsluitend mag worden gebruikt ten behoeve van het eigen bedrijf, tot een oppervlakte van 600 m2;
- 2. hoveniersbedrijf, tot een oppervlakte van 200 m2;
- 3. opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing, niet zijnde kassen, tot een oppervlakte van 500 m2;
- 4. kano- roeiboot- of fietsenverhuur tot een oppervlakte van 100 m2;
- 5. boerengolf, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 6. poldersport, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 7. deltavliegen/paragliden, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 8. kleinschalige horecagelegenheid, tot een oppervlakte van 100 m2;
- 9. aan-huis-gebonden beroep;
- 10. tentoonstellingsruimten/ museum, tot een oppervlakte van 500 m2;
- 11. kleinschalig kamperen, tot een oppervlakte van 100 m2 binnen het bouwvlak en 3.000 m2 buiten het bouwvlak;
- 12. sanitaire voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van het perceel Lopikerweg West 88;
- 13. stratenmakersbedrijf tot een oppervlakte van 100 m2 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stratenmakers bedrijf' met een oppervlak van 100 m2';
met dien verstande dat:
- de hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins;
- er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- er mag geen buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie plaatsvinden;
- de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
- ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals hierboven opgenomen, maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- op het perceel Tiendweg 12 uitsluitend de bestaande nevenfuncties zijn toegestaan;
- aj. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - agrarisch gebied met landschappelijke openheid', het behoud en de bescherming van:
- 1. het open weidelandschap,
- 2. overwegend grasland als grondgebruik ten behoeve van de grondgebonden veehouderij;
- 3. verkavelingspatroon bestaand uit de opstrekkende cope-verkaveling, vanaf de ontginningsassen reikend tot aan de kades en dwars-weteringen;
- 4. de aan weidebouw gebonden natuurwaarden (weidevogels en wintergasten).
- 5. landschappelijke openheid, bestaande uit:
- het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
- de open gaten tussen de bebouwing in de linten;
- de grootschalige openheid;
- ak. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig' het behoud en de bescherming van:
- 1. het grootschalig open landschap, plaatselijk verdicht met fruitboomgaarden, opgaande beplanting en kleinschalige landschapselementen;
- 2. landschappelijke openheid, bestaande uit:
- het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
- de open gaten tussen de bebouwing in de linten;
- de grootschalige openheid;
- al. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -primair agrarisch gebied, kleinschalig', het behoud en de bescherming van:
- 1. het kleinschalig agrarisch landschap, plaatselijk verdicht met fruitboomgaarden en opgaande beplanting;
- 2. overwegend fruitboomgaard en grasland als grondgebruik ten behoeve van de grondgebonden veehouderij;
- am. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - uiterwaarden' het behoud en de bescherming van:
- 1. het open en grootschalige uiterwaardenlandschap, waarbij in de westelijke uiterwaarden veelvuldig riet- en moerasvegeaties voorkomen langs de oude riviergeulen en rondom kleiputten. De oostelijke uiterwaarden zijn meer open en grootschaliger vanwege landbouwkundig gebruik en opgaande beplanting ontbreekt over het algemeen.
- 2. kenmerkende elementen als getijdenkreken, het rivierduintje en de kleiputten, kaden en het rabattencomplex evenals stroomdalvegetatie, moeras- en oevervegetatie;
- 3. overwegend grasland, ten behoeve van grondgebonden veehouderij;
- an. paardenbakken, mits voldaan wordt aan het bepaalde in artikel
34.2.3;
met de daarbij behorende:
- ao. gras- en weilanden;
- ap. percelen met boom-, heester- en fruitteelt, uitsluitend voor zover bestaand, ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig' en 'overige zone -primair agrarisch gebied, kleinschalig;
- aq. paden, wegen, ontsluitings-en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
- 1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting uitgesloten' niet mogen worden gebruikt voor de ontsluiting van het agrarisch bouwperceel en de ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan aldaar aanwezige uitrit dient permanent afgesloten te zijn en te blijven;
- 2. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' bestemd zijn voor de ontsluiting van een bouwperceel;
- ar. fiets- en recreatieve paden;
- as. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- at. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- au. tuinen, erven en terreinen;
- av. nutsvoorzieningen;
met dien verstande dat:
- aw. binnen het bouwvlak waarbinnen een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-vaste mestplaats' is opgenomen is mestopslag in de vorm van een vaste mestplaats uitsluitend toegestaan ter plaatste van die aanduiding, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
- 1. de vaste mestplaat wordt afgedekt met een dak met open nok voor voldoende ventilatie of een gelijkwaardige maatregel om geurhinder op geurgevoelige objecten te voorkomen;
- 2. de omvang van de vaste mestplaat niet groter is dan 6 x 10m;
- ax. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-dierverblijven uitgesloten' geen dierverblijven en opslag van vaste mest zijn toegestaan.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven behorend tot categorie 1 en 2, zoals opgenomen in Bijlage 16 Staat van bedrijfsactiviteiten;
- b. bedrijven behorend tot categorie 3.1, zoals opgenomen in Bijlage 16 Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1'
- c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met de verkoop van LPG met bijbehorende detailhandel met een verkoopvloeroppervlak van ten hoogste 125 m² en carwash, in combinatie met een autoherstelinrichting/garagebedrijf behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkoop motorbrandstoffen met LPG en garagebedrijf';
- d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG met bijbehorende detailhandel met een verkoopvloeroppervlak van ten hoogste 125 m² en carwash, in combinatie met een autoherstelinrichting/garagebedrijf behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkoop motorbrandstoffen zonder LPG en garagebedrijf';
- e. een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- f. een vulpunt LPG uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
- g. een afleverzuil lpg ten behoeve van een tankstation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil';
- h. opslag van brandstoffen behorende tot categorie 4+, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag brandstoffen van categorie 4+';
- i. een transportbedrijf van categorie 3.1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf van categorie 3.1';
- j. een transportbedrijf (w.o. opslag en stalling van vrachtwagens) behorende tot milieucategorie 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf van categorie 3.2';
- k. een transportbedrijf van categorie 4.1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf van categorie 4.1';
- l. een bedrijf ten behoeve van veevoederproductie en co-vergisting behorende tot categorie 4+, in combinatie met een grondgebonden veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veevoederproductie van categorie 4+';
- m. buitenopslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- n. opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing, niet zijnde kassen;
- o. ambachtelijke zuivelverwerking ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijke zuivelverwerking';
- p. een brandweerkazerne en gemeentewerf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - brandweerkazerne en gemeentewerf';
- q. een metaalbewerkingsbedrijf van categorie 3.2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf van categorie 3.2';
- r. horeca van categorie 1 en detailhandel ter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - horeca cat. 1 en detailhandel';
- s. een veehandelbedrijf van categorie 3.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – veehandelbedrijf van categorie 3.2';
- t. een dierenpension van categorie 3.2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension van categorie 3.2';
- u. een poelier en groothandel van categorie 3.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - poelier en groothandel van categorie 3.2';
- v. een zand- en grondhandel van categorie 3.2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zand- en grondhandel van categorie 3.2';
- w. een houtzagerij van categorie 3.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtzagerij van categorie 3.2';
- x. een kraanbedrijf en autosloperij van categorie 3.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kraanbedrijf en autosloperij van categorie 3.2';
- y. een bedrijf ten behoeve van de productie van zonwering van categorie 3.2 , uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - productie zonwering van categorie 3.2';
- z. een cultuur- en civieltechnisch bedrijf met maximale bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - cultuur- en civieltechnisch bedrijf', met dien verstande dat tevens bedrijfsgebonden kantoren ten behoeve van het bedrijf zijn toegestaan met een bebouwd oppervlak van ten hoogste 1.000 m2;
- aa. een stratenmakers- en hoveniersbedrijf van categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stratenmakers- en hoveniersbedrijf';
- ab. een houthandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in bouwmaterialen';
- ac. groothandel gericht op de agrarische sector, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - groothandel agrarisch aanverwant';
- ad. hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van
agrarischbedrijf - hoveniersbedrijf'; - ae. handel in en verkoop van hout en bouwmaterialen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in en verkoop van hout- en bouwmaterialen';
- af.
caravanstalling en opslag van units, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vormvan bedrijf - caravanstalling en opslag van units'; - ag. een loonbedrijf behorende tot categorie 3.1 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf van categorie 3.1';
- ah. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' of tenzij anders is aangeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- ai. nevenfuncties binnen het bouwvlak, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- 1. kano-roeiboot- of fietsenverhuur, tot een oppervlakte van 100 m2;
- 2. poldersport, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 3. boerengolf, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 4. aan-huis-gebonden beroep;
- 5. stratenmakersbedrijf tot een oppervlakte van 100 m² uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stratenmakers bedrijf' met een oppervlak van 100 m²';
met dien verstande dat:
De hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins;
- er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- er mag geen buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie plaatsvinden;
- de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
- aj. ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals hierboven opgenomen, maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
met de daarbij behorende:
- ak. kantoren;
- al. erven en terreinen;
- am. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- an. nutsvoorzieningen;
- ao. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- ap. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen:
- b. een waterpompstation, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterpomp';
- c. een rioolwaterzuiveringsinstallatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuiveringsinstallatie';
- d. een watertoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watertoren';
- e. een gemaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
- f. een recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
met de daarbij behorende:
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 7 Cultuur En Ontspanning - Molen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding van de ter plaatse aanwezige molen, alsmede voor een bezoekers- en educatief centrum;
- b. horeca in de categorie 'lichte horeca', ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- c. een gemaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
met de daarbij behorende:
- d. erven en terreinen;
- e. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 8 Detailhandel
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tuincentrum Intratuin', een tuincentrum, met de volgende functies:
- 1. detailhandel gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van tuinartikelen en -benodigdheden, zoals opgenomen in Bijlage 17 Assortimentenlijst Intratuin;
- 2. lichte horeca;
- 3. opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend voor opslag ten behoeve van het tuincentrum en voor opslag van maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk;
- 5. teelt in open grond;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tuincentrum' uitsluitend:
- 1. de teelt van siergewassen en de verkoop van siergewassen en tuinbenodigdheden;
- 2. verkoop van consumentenvuurwerk en de opslag daarvan tot 10.000 kg;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - groothandel agrarisch aanverwant', een groothandel gericht op de agrarische sector;
- e. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' of tenzij anders is aangeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- f. nevenfuncties, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- 1. opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing niet zijnde kassen;
- 2. kano-roeiboot- of fietsenverhuur, tot een oppervlakte van 100 m2;
- 3. boerengolf, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 4. poldersport, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 5. aan-huis-gebonden beroep;
met dien verstande dat:
- 1. de hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins;
- 2. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- 3. er mag geen buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie plaatsvinden;
- 4. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
- 5. ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals hierboven opgenomen, maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
met de daarbij behorende:
- g. kantoren;
- h. erven en terreinen;
- i. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- l. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 9 Gemengd
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een ontmoetingshuis, detailhandel en een kinderdagverblijf (inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang) op de begane grond;
- b. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
- c. erf, tuin en (openbare) speelvoorzieningen, voor zover niet gelegen in een bouwvlak;
met de daarbij behorende:
- d. erven en terreinen;
- e. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
9.3 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.1 en een groter aantal woningen worden toegelaten indien een of meer van de functies ter plaatse niet kan worden gerealiseerd of voortgezet, onder de volgende voorwaarden:
- a. in plaats van detailhandel mag 1 extra woning worden toegelaten;
- b. in plaats van het kinderdagverblijf mag 1 extra woning worden toegelaten;
- c. in plaats van het ontmoetingshuis mag 1 extra woning worden toegelaten;
- d. ook na afwijking dient te zijn voorzien in voldoende parkeerruimte zoals bedoeld in artikel 35.7;
- e. afwijking is uitsluitend toelaatbaar indien het merendeel van de maatschappelijke voorzieningen, zoals bedoeld in 9.1 in de kom van Polsbroek worden gerealiseerd. Onder het realiseren van het merendeel van de maatschappelijke voorzieningen wordt in ieder geval verstaan:
- 1. kinderdagverblijf en/of de winkel, of;
- 2. de gemeenschappelijke ruimte en ouderenhuisvesting.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Gemengd - Mob Jaarsveld
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - MOB Jaarsveld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grootschalige horeca zoals een discotheek;
- b. bedrijven behorend tot categorie 1 en 2, zoals opgenomen in Bijlage 16 Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat wanneer sprake is van een verplaatsing van activiteiten vanuit de linten ten einde de ruimtelijke situatie op de oude locatie te verbeteren, de bedrijfsactiviteiten en de daaraan ondergeschikte activiteiten (zoals dienstverlening en detailhandel) op de oude locatie definitief worden beëindigd;
- c. bedrijven behorend tot ten hoogste categorie 3.2, zoals opgenomen in Bijlage 16 Staat vanbedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat binnen een afstand van 30 meter van de burgerwoning op het perceel M.A. Reinaldaweg 17 uitsluitend bedrijven tot ten hoogste categorie 2 zijn toegestaan en dat binnen een afstand van 50 meter van de burgerwoning op het perceel M.A. Reinaldaweg 17 uitsluitend bedrijven tot ten hoogste categorie 3.1 zijn toegestaan;
- d. recreatieve voorzieningen zoals sportvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- e. erven en terreinen;
- f. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen
- j. laad- en losvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. er kan geen omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden verleend totdat voor deze gronden een stedenbouwkundige uitwerking is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders;
- b. de stedenbouwkundige uitwerking als bedoeld in onder a bevat, onder andere, een verkavelingsstructuur en een landschappelijke inrichting (groen en water);
- c. er dient te worden voorzien in een adequate ontsluiting van de gronden met een bestemming Gemengd - MOB Jaarsveld;
- d. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor de beoogde functies;
- e. voor de gronden met een bestemming Gemengd - MOB Jaarsveld geldt een bebouwingspercentage van maximaal 50%;
- f. voor gebouwen geldt een maximum goothoogte van 8 meter en een maximum bouwhoogte van 12 meter;
- g. het bebouwd oppervlak ten behoeve van de grootschalige horeca mag niet meer dan 3.000 m² bedragen;
- h. voor erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevellijn en de openbare weg geldt een maximum bouwhoogte van 2 meter;
- i. voor erf- en terreinafscheidingen elders geldt een maximum bouwhoogte van 2,5 meter.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2 onder a, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, evenals naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het gebied met de bestemming Gemengd - MOB Jaarsveld, in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in, een reeds vastgestelde stedenbouwkundige uitwerking of een daarvoor gemaakt ontwerp.
Artikel 11 Groen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. beplantingen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. bermen en bermsloten;
met de daarbij behorende:
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. natuur- en landschapselementen.
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.
Artikel 12 Horeca
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca in de categorie 'lichte horeca';
- b. ter plaatse van de aanduiding 'partyboerderij' voor restaurant, catering en partyservice;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt', voor fruitteelt;
- d. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- e. nevenfuncties, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- 1. opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing niet zijnde kassen, tot een oppervlakte van 500 m2;
- 2. kano- roeiboot- of fietsenverhuur, tot een oppervlakte van 100 m2;
- 3. aan-huis-gebonden beroep;
met dien verstande dat:
- 1. de hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins;
- 2. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- 3. er mag geen buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie plaatsvinden;
- 4. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
- 5. ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals hierboven opgenomen, maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd
met de daarbij behorende:
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
12.3 Specifieke gebruiksregels
12.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 13 Kantoor
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
met de daarbij behorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
13.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 14 Maatschappelijk
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. een buurthuis annex verenigingsgebouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buurthuis';
- c. een activiteitencentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - activiteitencentrum';
- d. een kerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie';
- e. een meteorologisch onderzoeksstation in combinatie met een grondgebonden veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - meteorologisch onderzoeksstation';
- f. een school, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs';
- g. kantoren, zendmasten, telecommunicatie-apparatuur en overige voorzieningen ten behoeve van een zendermaatschappij en telecommunicatiebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zendermaatschappij en telecommunicatie', met dien verstande dat het aantal zendmasten niet meer mag bedragen dan twee per bouwvlak;
- h. een zorgboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', met dien verstande dat het aantal appartementen niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal';
- i. gezondheidszorg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg';
- j. een jongeren ontmoetingsplek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek';
- k. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
- l. een museum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'museum';
- m. een (natuur)museum met tentoonstellingsruimten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - natuurmuseum';
- n. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- o. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan:
met de daarbij behorende:
- p. tuinen, erven en terreinen;
- q. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- r. nutsvoorzieningen;
- s. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- t. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels het volgende:
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Maatschappelijk - Defensie
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk - Defensie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoor-, opslag- en onderzoeksdoeleinden ten behoeve van defensie met bijbehorende voorzieningen;
- b. wegen;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. parkeerterrein;
- e. geluidswerende voorzieningen;
- f. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, dan wel het bestaande aantal, indien dit meer bedraagt;
met de daarbij behorende:
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
15.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Natuur
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. instandhouding, bescherming en het beheer van landschaps- en natuurwaarden;
- b. instandhouding, bescherming en het beheer van landschaps- en natuurelementen, die al dan niet cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen;
- c. delfstoffenwinning in de vorm van kleinschalige kleiwinning;
- d. in samenhang hiermee extensief recreatief medegebruik, waaronder fietsen, wandelen en watersport;
- e. een uitkijktoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - uitkijktoren';
- f. een bestaand natuurbeheergebouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - bestaand beheergebouw';
- g. parkeervoorzieningen en bruggen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - parkeren en bruggen';
- h. een laad- en losplaats ten behoeve van de overslag van producten en materialen ten behoeve van Rijkswaterstaat, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats';
met de daarbij behorende:
- i. paden
- j. nutsvoorzieningen;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. een uitkijktoren waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m;
- b. een laad-en losplaats waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
- c. een beheergebouw, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m en de oppervlakte niet meer mag bedragen dan bestaand;
- d. bestaande gebouw op het perceel Tiendweg 12c;
- e. terreinafscheidingen waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m indien gebouwd voor de voorgevel en 2 m indien gebouwd achter de voorgevel;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een manege, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- b. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
- c. paardenstalling/paardenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – paardenstalling/-houderij';
- d. een scoutingterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'scouting';
- e. een clubgebouw uitsluitend ten behoeve van de ijsvereniging, ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven';
- f. een bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
- g. een park, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'park';
- h. een speelveld, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - speelveld';
- i. dagbesteding met bewegings- en buitenactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagbesteding met bewegings- en buitenactiviteiten'
- j. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
met de daarbij behorende:
- k. tuinen, erven en terreinen;
- l. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- m. nutsvoorzieningen;
- n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- o. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
17.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor
- a. een kampeerterrein met bijbehorende centrale voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
- b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' zijn uitsluitend recreatiewoningen toegestaan;
- c. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
- d. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', waarvoor geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een kano- roeiboot- of fietsenverhuur bij wijze van nevenfunctie tot een oppervlakte van 100 m2;
met dien verstande dat:
- 1. de hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins;
- 2. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- 3. er mag geen buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie plaatsvinden;
- 4. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
- 5. ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals hierboven opgenomen, maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd
met de daarbij behorende:
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
18.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
18.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 19 Sport
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvelden;
met de daarbij behorende:
- b. kantine;
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 20 Tuin
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen met daarbijbehorende landschappelijke inrichting, perceelsontsluitingen, terrassen en paden;
- b. een theehuis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van tuin - theehuis';
- c. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' uitsluitend voor instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige landschappelijke waarden;
- d. paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - paardenbak'.
Het gronden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
20.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, zoals terreinafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheidingen uitgesloten' terreinafscheidingen niet zijn toegestaan en de oppervlakte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 15 m2 mag bedragen;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwwerken uitgesloten' geldt dat uitsluitend bouwwerken in de vorm van erfafscheidingen zijn toegestaan;
- 3. in afwijking van het bepaalde in de aanhef onder a de bouwwerken zoals bedoeld onder b zijn toegestaan;
- b. de bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. oppervlakte | max. bouwhoogte |
terreinafscheidingen - voor de voorgevel - achter de voorgevel | - | 1 m 2 m |
overige bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - voor bewoning bedoelde bouwwerken uitgesloten' | - | 2 m |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
theehuis ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van tuin - theehuis' | bestaand | bestaand |
bestaande gebouwen en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaand' | bestaand | bestaand |
bestaande tuinhuis 'specifieke bouwaanduiding - bestaand' | bestaand | bestaand |
20.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 21 Verkeer
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen;
- b. bruggen en andere kunstwerken;
- c. fiets- en voetpaden en andere verhardingen;
- d. bermen;
- e. picknickplaatsen;
- f. fietsenstallingen;
- g. bushokjes;
- h. parkeerplaatsen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. voorzieningen en verkeers- en verkeersregulerende voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- k. ter plaatse van de aanduiding 'erf' enkel voor wegen, paden en andere verharding waarbij de inrichting hoofdzakelijk gericht is op de afwikkeling van verkeersbewegingen en in beperkte mate voor kortstondig parkeren;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- n. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
21.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvoor geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
- b. Ter plaatse van de aanduiding 'erf' zijn de regels als bedoeld in sub a en in artikel 22.36 aanhef en onder a van het omgevingsplan niet van toepassing en mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
21.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 22 Verkeer- Verblijfsgebied
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer- Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeers- en verblijfsgebied voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer;
- b. voet- en fietspaden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. voorzieningen en verkeers- en verkeersregulerende voorzieningen;
- e. minimaal 42 parkeervoorzieningen;
- f. garagebox, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
- g. nutsvoorzieningen, kunstwerken, voorzieningen voor de inzameling van afval en straatmeubilair.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 23 Water
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. waterberging;
- c. natuurlijke afvoer van het water van de Lek;
- d. verkeer te water, recreatievaart en de watersport met bijbehorende voorzieningen;
- e. rivierbedding en de bijbehorende oevers;
- f. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- g. een aanlegsteiger voor de recreatievaart, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';
- h. bruggen en andere kunstwerken;
met de daarbij behorende:
- i. voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen en verkeers- en verkeersregulerende voorzieningen;
- j. bermen en wegbeplantingen;
- k. nutsvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
- b. de bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
max. oppervlakte | max. bouwhoogte | |
vis- en aanlegsteigers ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' | 12 m2 | 0,5 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
Artikel 24 Wonen
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, met dien verstande dat:
- 1. het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 1 per bestemmingsvlak, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zonder woning' waarvoor geldt dat woningen niet zijn toegestaan;
- 2. indien het bestemmingsvlak is voorzien van een bouwvlak, woningen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, waarbij geldt dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 1 per bouwvlak, dan wel 2 ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen'
of het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal; - 3. indien het bestemmingsvlak is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woning' woningen uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding zijn toegestaan;
- 4. indien het bestemmingsvlak is voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag de nieuw te bouwen woning uitsluitend ter plaatste van die aanduiding worden gebouwd;
- 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - geurgevoelig object uitgesloten' geen toename mag plaatsvinden van geurgevoelige objecten of functies;
- b. permanente en zelfstandige bewoning van een stacaravan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - stacaravan';
- c. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- d. hobbymatig agrarisch gebruik;
- e. wonen in combinatie met kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', met dien verstande dat het aantal kamers ten behoeve van kamerverhuur niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal' is aangegeven;
- f. wonen in combinatie met een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen en caravanstalling';
- g. een autohandel en werkplaats behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - autohandel en werkplaats';
- h. een kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- i. een loonbedrijf behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - loonbedrijf';
- j. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- k. een autobedrijf behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - autobedrijf;
- l. fruitteelt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt';
- m. een installatiebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - installatiebedrijf;
- n. een meubelmakersbedrijf behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - meubelmaker';
- o. een speeltuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin';
- p. een vergaderlocatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – vergaderlocatie';
- q. kabelmontage inclusief opslag en kantoor ten behoeve van kabelmontage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – kabelmontage';
- r. een werkplaats en atelier, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – werkplaats en atelier';
- s. hobbymatig agrarisch gebruik, daarbij behorende opslag en stalling alsook statische opslag en bedrijven behorend tot maximaal milieucategorie 2 zoals opgenomen in Bijlage 16 Staat vanbedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Cabauwsekade 85';
- t. recreatief nachtverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - recreatief nachtverblijf';
- u. educatief medegebruik, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - educatief medegebruik';
- v. een bedrijf in het ontwerpen van, de ontwikkeling, fabricage, verkoop, montage en plaatsen van elektraputten, beveiligingspalen, beveiligingsproducten en cameramasten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van Wonen - Metaalbewerkingsbedrijf';
- w. een aannemersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - aannemersbedrijf';
- x. ondergeschikte horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -
ondergeschiktehoreca'; - y. een wasserij-handel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wasserij handel';
- z. een webshop en de opslag van truck accessoires, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - webshop en opslag van truck accessoires';
- aa. logiesfunctie in maximaal 8 logieseenheden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - logies';
- ab. handel en reparatie van motorfietsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - handel en reparatie van motorfietsen';
- ac. opslag, stalling en bedrijfsactiviteiten behorend tot milieucategorie 1 en 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - opslag, stalling en bedrijfsactiviteiten';
- ad. educatieve- en recreatieve doeleinden op de bovenste verdieping en begane grondlaag, evenals één bed & breakfast op een gehele verdiepingsvloer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - appartementen;
- ae. een restaurant op de begane grond, evenals de bestaande terrassen aan de voorzijde en langs de oostzijde van het hoofdgebouw, met een daarbij behorende bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van wonen – restaurant';
- af. een bed and breakfast met een oppervlak van 100 m2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bed and breakfast';
- ag. nevenfuncties, waaronder uitsluitend wordt verstaan:
- 1. kano- roeiboot of fietsenverhuur, tot een oppervlak van 100 m2;
- 2. boerengolf, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 3. poldersport, tot een oppervlakte van 2 ha;
- 4. tentoonstellingsruimte/museum, tot een oppervlakte van 500 m2;
met dien verstande dat:
- 1. de hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins;
- 2. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- 3. er mag geen buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie plaatsvinden;
- 4. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
- 5. ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals hierboven opgenomen, maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouw;
met de daarbij behorende:
- ah. paardenbakken, mits voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 2
34.2.2; - ai. tuinen, erven en terreinen;
- aj. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- ak. nutsvoorzieningen;
- al. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- am. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
24.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.5 Afwijken van de gebruiksregels
24.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf te wijzigingen in de bestemming Agrarisch met de aanduiding 'grondgebonden veehouderij' en een bouwvlak ten behoeve van de verplaatsing van een melkveehouderijbedrijf binnen de gemeente, met dien verstande dat:
- a. aangetoond dient te worden dat de wijziging noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of ontwikkeling, dat er sprake is van een duurzaam volwaardig agrarisch bedrijf en dat de verplaatsing bijdraagt aan een verbetering van zowel de ruimtelijke als doe milieukundige situatie;
- b. de aanduiding 'grondgebonden veehouderij' en het bouwvlak op de oude locatie worden verwijderd en het bedrijf op die locatie is gestopt;
- c. de volgende geurnormen niet mogen worden overschreden:
- 1. de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het buitengebied bedraagt 8,0 odour units en op een geurgevoelig object in de bebouwde kom 2,0 odour units;
- 2. de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij met minder dan 200 stuks melkrundvee (en 140 stuks jongvee) en/of 50 overige dieren tot een geurgevoelig object in het buitengebied bedraagt 25 m en tot een geurgevoelig object in de bebouwde kom 50 m;
- d. er dient te worden voorzien in een landschappelijke inpassing waarbij geldt dat:
- 1. bestaande doorzichten naar de achterliggende polder dienen te worden behouden;
- 2. er wordt voorzien in opgaande randbeplanting van een gebiedseigen assortiment over een breedte van tenminste 5 m, tenzij de nieuwe bebouwing zodanig wordt gesitueerd dat deze vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken zal zijn;
- 3. een advies is verkregen van een door de gemeente aan te wijzen landschapsdeskundige;
- e. er geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan:
- 1. het straat-, bebouwings- en landschapsbeeld;
- 2. de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing;
- 3. de waterhuishoudkundige situatie;
- 4. de cultuurhistorische waarden zoals opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart gemeente Lopik, dan wel diens rechtsopvolger;
- f. geen aantasting van de aan weidebouw gebonden natuurwaarden (weidevogels en wintergasten) mag plaatsvinden.
Artikel 25 Leiding - Brandstof
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een olietransportleiding;
- b. het beheer en onderhoud van de leiding.
25.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:
- a. gebouwen met een inhoud van maximaal 50 m³;
- b. gebouwen met een maximale bouwhoogte van 4 m;
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale goot-en bouwhoogte van 2 m.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 25.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gebouwen ten dienste van de voor deze gronden geldende hoofd- en/of dubbelbestemming, met dien verstande dat:
- a. er geen aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen als bedoeld in 25.1;
- b. er vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Leiding - Gas
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een aardgastransportleiding;
- b. het beheer en onderhoud van de leiding.
26.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:
- a. gebouwen met een inhoud van maximaal 50 m³;
- b. gebouwen met een maximale bouwhoogte van 4 m:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 2 m.
26.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gerbuik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
- b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.
26.4 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
- a. de veiligheid van de gasleiding niet mag worden geschaad;
- b. er geen kwetsbare objecten worden toegestaan;
- c. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- d. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
26.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Leiding - Riool
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een rioolpersleiding;
- b. het beheer en onderhoud van de leiding.
27.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:
- a. gebouwen met een inhoud van maximaal 50 m³;
- b. gebouwen met een maximale bouwhoogte van 4 m:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 3 m.
27.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 27.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
28.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 100 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 30 cm ten opzichte van maaiveld, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
29.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 200 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 50 cm ten opzichte van maaiveld, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
29.3 Afwijken van de bouwregels
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 30 Waarde - Archeologie 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
30.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 2.500 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 100 cm ten opzichte van maaiveld, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
30.3 Afwijken van de bouwregels
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 31 Waarde - Archeologie 5
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
31.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op de in 31.1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvoor een rapportage noodzakelijk is zoals bedoeld in artikel 7.2 Wet milieubeheer, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
31.3 Afwijken van de bouwregels
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5 te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 32 Waterstaat - Waterkering
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. primaire waterkeringen, zijnde dijken, kaden en andere voorzieningen met een primaire waterkerende functie.
32.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 m, ten behoeve van de bestemming Waterstaat - Waterkering worden gebouwd.
32.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 32.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Artikel 33 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
- b. water en waterhuishouding;
- c. scheepvaartverkeer en de daarbij behorende voorzieningen
- d. aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering.
33.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, ten behoeve van de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
- a. de bebouwing mag niet strijdig zijn met waterstaatkundige belangen;
- b. de situering en uitvoering moeten zodanig plaatsvinden dat de waterstandverhoging en de belemmering voor toekomstige verlaging zo gering mogelijk zijn;
- c. er moet een beschermingsniveau van ten minste 1:30.000 jaar voor potentiële schadegevallen worden gewaarborgd;
- d. er moet sprake zijn van duurzame compensatie van resterende waterstandverhogende effecten.
- e. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
33.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
- a. dit niet strijdig is met de waterstaatkundige belangen;
- b. er is sprake van een zwaarwegend maatschappelijk belang;
- c. de bouwwerken redelijkerwijs niet buiten het winterbed kunnen worden gerealiseerd;
- d. de bebouwing vormt op de locatie geen feitelijke belemmering om in de toekomst de afvoercapaciteit te vergroten;
- e. de situering en uitvoering zijn zodanig, dat de waterstandverhoging en de belemmering voor de toekomstige verlaging, zo gering mogelijk zijn;
- f. er wordt een beschermingsniveau van ten minste 1:2.000 jaar voor potentiële schadegevallen gewaarborgd;
- g. er is sprake van duurzame compensatie van resterende waterstandverhogende effecten;
met dien verstande dat:
- h. voor de verlening van de omgevingsvergunning door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij Rijkswaterstaat;
- i. de regels van de betreffende andere bestemmingen van toepassing zijn.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 34 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 35 Algemene Bouwregels
35.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
35.2 Ondergronds bouwen
De bouwregels als bedoeld in regels hoofdstuk 2 zijn van overeenkomstige toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande, dat:
- a. uitsluitend ondergronds mag worden gebouwd tussen peil en 3,5 m onder peil;
- b. ondergrondse bouwwerken niet mogen worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel;
- c. ondergrondse bouwwerken uitsluitend toegankelijk mogen zijn vanuit bovengronds gelegen gebouwen;
- d. deze bepalingen geen beperkingen stellen aan het bouwen van fundaties voor bouwwerken.
35.3 Bestaande maatvoering bouwwerken
35.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte, de nokrichting en de dakvorm van gebouwen, teneinde aldus zeker te stellen dat gebouwen, groter dan 6 m², aansluiten op de in het gebied gebruikelijke bouwvormen en passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving. Daarbij wordt rekening gehouden met de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving en de oriëntatie van voorgevels.
35.5 Rooilijn
De rooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt;
- c. terreinafscheidingen.
35.6 Bruggen
Buiten bouwvlakken mogen bruggen worden gebouwd met een maximale breedte van 8 m en indien zulks plaatsvindt ter plaatse van:
- a. reeds aanwezige oeververbindingen ter vervanging, herstel of verbetering;
- b. gronden met de bestemming Agrarisch;
- c. ter plaatse van wandel- of fietspaden;
- d. Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van kano- en schaatsroutes bevoegd nadere eisen te stellen aan de hoogte en/of constructie van bruggen, voor zover nodig om te voorkomen dat recreatief medegebruik (varen, schaatsen) door de aanwezigheid van bruggen wordt verhinderd of belemmerd.
35.7 Parkeren
- a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel het terrein dat bij dat gebouw behoort;
- b. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.7 sub a:
- 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
- c. Afwijken van de regels, als bedoeld in 35.7 sub b is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
- 2. de woon- en leefsituatie.
- d. Burgemeester en wethouders passen deze bouwregels toe met inachtneming van gemeentelijke beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die zijn opgenomen in de CROW-publicatie 381, dan wel diens rechtsopvolger.
Artikel 36 Algemene Gebruiksregels
36.1 Strijdig gebruik
Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het gebruik van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken, als zelfstandige of afhankelijke woonruimte of voor permanente bewoning;
- b. buitenopslag, met uitzondering van bestaande buitenopslag en opslag op de percelen ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- c. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslag van vuurwerk en een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met dien verstande dat de opslag van vuurwerk zoals bedoeld in artikel
78.1 niet als strijdig gebruik wordt aangemerkt; - d. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
- e. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- f. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- g. (raam)prostitutie;
- h. gebruik van garageboxen voor andere doeleinden dan het stallen van voertuigen en de niet bedrijfsmatige opslag van goederen.
36.2 Vellen van houtopstanden
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen.
- b. Voor het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld onder 36.2 sub a gelden de regels met betrekking tot het vellen van houtopstanden zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lopik 2016 en de regels zoals opgenomen in Bomenverordening Lopik 2010, zoals deze gelden op het moment van inwerkingtreding van dit Chw bestemmingsplan, of diens rechtsopvolgers.
36.3 Gemeentelijke monumenten
36.4 Uitwegen
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg.
- b. Voor het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld onder a. gelden de regels met betrekking tot uitwegen zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lopik 2016, zoals deze geldt op het moment van inwerkingtreding van dit Chw bestemmingsplan, of diens rechtsopvolger.
36.5 Standplaatsen ten behoeve van verkoop
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een standplaats ten behoeve van verkoop in te nemen of te hebben.
- b. Voor het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in 36.5 sub a gelden de regels met betrekking tot standplaatsen zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lopik 2016, zoals deze geldt op het moment van inwerkingtreding van dit Chw bestemmingsplan, of diens rechtsopvolger.
36.6 Voorwaardelijke verplichting
Artikel 37 Algemene Aanduidingsregels
37.1 milieuzone - beschermingszone drinkwaterwinning
37.2 milieuzone - boringsvrije zone
37.3 milieuzone - geurzone
Binnen de aanduiding milieuzone - geurzone mag geen toename plaatsvinden van geurgevoelige objecten of functies, tenzij ze behoren tot de geurveroorzakende inrichting zelf.
37.4 overige zone - aardkundige waarden
37.5 veiligheidszone - LPG
37.6 Vrijwaringszone - dijk
37.7 vrijwaringszone- onderzoekstation
37.8 Vrijwaringszone - straalpad
37.9 vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 38 Algemene Afwijkingsregels
38.1 Algemene maatvoering
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, en opervlakte maten tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen, voor zover hiervoor niet reeds op een andere wijze afwijking is verleend;
- b. de bouw van andere bouwwerken die ten behoeve van nutsvoorzieningen dan wel voor waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn, mits voorzieningen van geringe horizontale of verticale afmetingen zijn;
- c. ten behoeve van de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor openbare diensten met dien verstande dat:
- 1. de inhoud niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- 1. het straat-, bebouwings- en landschapsbeeld;
- 2. de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing;
- 3. de verkeersveiligheid.
38.2 Goothoogte (bedrijfs)woningen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goothoogte van (bedrijfs)woningen te verhogen tot maximaal 4,5 m, met dien verstande dat de verhoging van de goothoogte dient te passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
38.3 Goot- en bouwhoogte vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen te verhogen, mits de verhoging:
- a. noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering of zorgt voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
- b. past in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
38.4 Vergroten inpandige woning
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het toestaan van een grotere inhoudsmaat van inpandige woningen, mits:
- a. het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw;
- b. de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid.
38.5 Grotere inhoud woning
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het toestaan van een grotere inhoudsmaat van woningen, niet zijnde inpandige woningen, mits:
- a. de inhoud niet meer bedraagt dan 800 m³;
- b. de woning met een grotere inhoudsmaat past binnen de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
38.6 Woningsplitsing
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het onderbrengen van een extra woning in monumenten en karakteristieke panden zoals opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart gemeente Lopik, dan wel diens rechtsopvolger, of de daarbij behorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorische waarden', mits:
- a. het aantal woningen na splitsing niet meer bedraagt dan 2;
- b. de woningsplitsing bijdraagt aan het herstel of de verbetering van de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden;
- c. de splitsing niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks-en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing,
met dien verstande dat:
- 1. monumentale boerderijen in gebruik als bedrijfswoning uitsluitend mogen worden gesplitst ten behoeve van een tweede bedrijfswoning indien de noodzaak hiertoe kan worden aangetoond.
38.7 Nieuwbouw bijhorende bouwwerken in geval van sanering
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 24.2.1 ten behoeve van nieuwbouw voor wat betreft het maximale oppervlak aan vrijstaande bijbehorende bouwwerken indien een deel van de aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen wordt afgebroken, met dien verstande dat:
- a. indien er sprake is van totale sloop van deze
vrijstaandebijbehorende bouwwerken en deze een geringere oppervlakte hebben dan 200 m2, 100% van de gesaneerde oppervlakte aanvrijstaandebijbehorende bouwwerken mag worden teruggebouwd; - b. indien bij totale sanering meer dan 200m2 wordt gesloopt, naast de 200 m2 50% van het meerdere dat wordt gesloopt eveneens mag worden teruggebouwd, met een maximum van in totaal 500 m2;
- c. indien de bestaande
vrijstaandebijbehorende bouwwerken slechts gedeeltelijk worden gesloopt, slechts 50% van het te slopen oppervlak mag worden teruggebouwd met een maximum van 500 m2, tenzij op het perceel minder dan 200 m2 aanvrijstaandebijbehorende bouwwerken aanwezig is; in dat geval mag 100% van de gesaneerde oppervlakte worden teruggebouwd; - d. de saneringsregeling wordt één keer toegepast op dezelfde bebouwing. Bij daaropvolgende vervanging en/of nieuwbouw van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag van het bestaande oppervlak worden uitgegaan;
de herbouw dient te passen in een (her)inrichtingsplan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- e. er dient zekerheid te bestaan dat de bestaande bebouwing wordt afgebroken;
- f. de herbouw dient landschappelijk te worden ingepast door middel van erfbeplanting van een gebiedseigen assortiment en behoud en zo mogelijk herstel van doorzichten naar het achterliggende gebied;
- g. er dient rekening te worden gehouden met de verkavelingsstructuur (nokrichting) van gebouwen evenwijdig aan de verkavelingsstructuur), bestaande doorzichten naar de achterliggende polder en de karakteristiek van de erfbebouwing;
- h. omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt in hun gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden.
38.8 Bouwwerken ten behoeve van duurzame energie opwekking
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Hoofdstuk 2 van deze regels ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van duurzame energie opwekking, met dien verstande dat er sprake dient te zijn van een goede omgevingskwaliteit, zoals beschreven in de Nota ruimtelijke beleidsregels kleinschalige duurzame energie, dan wel diens rechtsopvolger.
38.9 Evenementen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van de gronden voor het houden van meerdaagse evenementen, waaronder jaarmarkten, festivals, tentfeesten, kermissen en vergelijkbare evenementen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing;
- b. landschappelijke kernkwaliteiten, natuurwaarden en de cultuurhistorische waarden;
- c. de verkeersveiligheid.
38.10 Buitenopslag
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van buitenopslag, met dien verstande dat:
- a. buitenopslag niet plaats mag vinden voor de voorgevel van het hoofdgebouw of op het zijerf;
- b. de maximale hoogte van de opslag is 3 meter;
- c. de maximale omvang van de buitenopslag is 35% van het bestemmingsvlak of agrarisch bouwvlak;
- d. er is sprake van een landschappelijke inpassing afgestemd op het type gebied, waarbij in ieder geval geldt dat opgaande randbeplanting in agrarisch gebied met landschappelijke openheid niet als passend wordt gezien;
- e. opslag van gevaarlijke stoffen en niet bruikbare voertuigen en het gebruik van gronden als stortplaats is niet toegestaan.
38.11 Voorwaardelijke verplichtingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de inrichtingsschetsen en randvoorwaarden zoals bedoeld in de voorwaardelijke verplichtingen opgenomen in 36.6, mits hierover advies is ingewonnen bij de Ervenconsulent.
Artikel 39 Algemene Wijzigingsregels
39.1 Wijzigen agrarische functie naar Wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd en dat het bouwperceel niet optimaal is gesitueerd voor de grondgebonden landbouw, de bestemming binnen dat agrarisch bouwvlak te wijzigen in de bestemming Wonen, onder de volgende voorwaarden:
- a. het agrarisch bouwvlak wordt verwijderd;
- b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal;
- c. de bestaande cultuurhistorische en landschappelijke waarden worden behouden of versterkt;
- d. de omliggende agrarische bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd;
- e. een kantoor of bedrijf aan huis is mogelijk indien de omvang van die activiteiten ondergeschikt blijft aan de woonfunctie.
- f. in afwijking van het bepaalde in 39.1 sub b zijn op de gronden binnen een voormalig bouwvlak één of meerdere nieuwe woningen toegestaan, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- 1. alle bedrijfsbebouwing op de betrokken bouwpercelen wordt gesloopt, tenzij het gaat om historisch waardevolle of karakteristieke bebouwing of bedrijfswoning;
- 2. de historisch waardevolle of karakteristieke bebouwing krijgt een passende functie die bijdraagt aan dat behoud;
- 3. bij sloop van 750 m2 tot 2500 m2 aan bedrijfsbebouwing, is de bouw van één nieuwe woning toegestaan.
- 4. bij sloop van 2500 m2 tot 4000 m2 aan bedrijfsbebouwing, is de bouw van twee woningen toegestaan;
- 5. bij sloop van 4000 m2 of meer aan bedrijfsbebouwing, is de bouw van drie woningen toegestaan;
- 6. voor niet-grondgebonden veehouderijen geldt in afwijking van het bepaalde onder 3 t/m 5 dat:
- bij sloop van 500 m2 tot 2000 m2 aan bedrijfsbebouwing is de bouw van één nieuwe woning toegestaan;
- bij sloop van 2000 m2 tot 3500 m2 aan bedrijfsbebouwing is de bouw van twee woningen toegestaan;
- bij sloop van meer dan 3500 m2 aan bedrijfsbebouwing is de bouw van drie woningen toegestaan;
- 7. voor kassen geldt in afwijking van het bepaalde onder 3 t/m 5 bij sloop van 5000 m2 aan bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt voor één woning.
- 8. afwijking van het bepaalde onder 3 t/m 7 en van de verplichting om het totaal aan bedrijfsbebouwing te slopen is mogelijk mits dit leidt tot verhoging van de ruimtelijke kwaliteit, hierbij dient te worden voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de notitie LopikMEerwaard, dan wel haar rechtsopvolger;
- 9. de nieuwe woning of woningen worden gesitueerd binnen de voormalige bouwpercelen, in samenhang met de te handhaven boerderij of bedrijfswoning;
- 10. de betrokken bouwpercelen worden evenredig verkleind;
- 11. de woningen worden landschappelijk goed ingepast, tenzij situering van de nieuwe woning op een andere locatie in het landelijk gebied leidt tot verhoging van de ruimtelijke kwaliteit;
- 12. de omliggende agrarische bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd;
- 13. de wijziging mag geen belemmering vormen uit oogpunt van externe veiligheid;
- 14. daar waar de betreffende bestemming samenvalt met de dubbelbestemming Leiding - Gas dient voordat tot wijziging wordt overgegaan schriftelijk advies te zijn ingewonnen bij de leidingbeheerder.
39.2 Wijzigen agrarische functie naar andere functies, niet zijnde wonen
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd en dat het bouwperceel niet optimaal is gesitueerd voor de grondgebonden landbouw, de bestemming binnen dat agrarisch bouwvlak te wijzigen in een bestemming ten behoeve van:
- 1. bedrijfsactiviteiten tot maximaal milieucategorie 2;
- 2. verblijfsrecreatieve functies zijnde een kampeerterrein of kampeerboerderij;
- 3. dagrecreatieve functies, zijnde een paardenstalling of een kinderboerderij;
- 4. lichte horeca;
- 5. overige functies zijnde een dierenpension/hondenfokkerij, tentoonstellingsruimte/museum;
- b. Voor de wijzigingen als bedoeld in 39.2 sub a gelden de volgende voorwaarden:
- 1. door sloop wordt de oppervlakte van de fysiek aanwezige bebouwing met 50% gereduceerd, waarbij te behouden historisch waardevolle of karakteristieke bebouwing niet in de berekening wordt betrokken, tenzij:
- het de beeindiging van bedrijfsactiviteiten van een niet-grondgebonden veehouderij betreft:
- het gaat om een nieuwe functie die bijdraagt aan recreatieve belevingsmogelijkheden waaraan in het gebied nadrukkelijk behoefte bestaat,
- het gaat om de hervestiging van één of enkele bedrijven die op hun oorspronkelijke locatie een ruimtelijk obstakel vormden of de kwaliteit van de leefomgeving ernstig aantasten en die op de nieuwe locatie, nabij de kern, goed inpasbaar zijn;
- er is sprake van twee of meer bouwpercelen waar de agrarische functie is beëindigd en op de betrokken bouwpercelen gezamenlijk wordt het vereiste slooppercentage van 50% wel gehaald of;
- de ruimtelijke kwaliteit wordt op een andere wijze verhoogd dan alleen door sloop van bebouwing in een mate die een lager slooppercentage dan 50% rechtvaardigt, hierbij dient te worden voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de notitie LopikMEerwaard, dan wel haar rechtsopvolger;
- 2. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 800 m2 bedragen;
- 3. te handhaven en nieuw op te richten bedrijfsgebouwen worden zo compact mogelijk gesitueerd binnen het voormalige bouwperceel en het bouwperceel wordt evenredig met de oppervlakte gesloopte gebouwen verkleind;
- 4. achterwaartse uitbreiding van het bouwvlak is slechts mogelijk indien dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering;
- 5. buitenopslag is niet toegestaan;
- 6. de bestaande cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden worden behouden;
- 7. er sprake dient te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- 8. er sprake dient te zijn van een goede ontsluiting;
- 9. er dient een zorgvuldige dialoog te worden gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid;
- 10. in de benodigde parkeercapaciteit dient geheel op eigen terrein te worden voorzien;
- 11. indien bij de wijziging belangen van het waterschap zijn betrokken, dient er vooraf schriftelijk advies te worden ingewonnen bij het waterschap;
- 12. de wijziging mag niet leiden tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende gronden en bebouwing;
- 13. in aanvulling op sub 1 t/m 12 gelden ten aanzien van wijziging ten behoeve van een kampeerterrein de volgende voorwaarden:
- 14. wijziging ten behoeve van een kampeerterrein is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig';
- 15. wijziging mag uitsluitend strekken ten behoeve van een kampeerterrein met niet-permanente standplaatsen.
- 16. bij de wijziging kunnen ook gronden buiten het betreffende bouwvlak worden betrokken, deze gronden dienen in beginsel direct aansluitend aan het bestaande bouwvlak gesitueerd te worden;
- 17. de oppervlakte van een kampeerterrein mag niet meer dan 2 ha bedragen;
- 18. de wijziging mag geen belemmering vormen uit oogpunt van externe veiligheid;
- 19. daar waar de betreffende bestemming samenvalt met de dubbelbestemming Leiding - Gas dient voordat tot wijziging wordt overgegaan schriftelijk advies te zijn ingewonnen bij de leidingbeheerder.
- 1. door sloop wordt de oppervlakte van de fysiek aanwezige bebouwing met 50% gereduceerd, waarbij te behouden historisch waardevolle of karakteristieke bebouwing niet in de berekening wordt betrokken, tenzij:
39.3 Wijzigen van overige functies naar Wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de bedrijfsvoering, dan wel bij beëindiging van de maatschappelijke functie de bestemmingen 'Bedrijf', 'Horeca', 'Detailhandel', 'Gemengd', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:
- a. de functiewijziging mag naar aard en omvang, op basis van een integrale afweging, niet leiden tot een toename van de invloed op de omgeving;
- b. bestaande cultuurhistorische en landschappelijke waarden worden behouden;
- c. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- d. er dient sprake te zijn van een goede ontsluiting;
- e. de wijziging niet mag leiden tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende gronden en bebouwing.
39.4 Wijzigen Bedrijf naar Horeca
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de bedrijfsvoering de bestemming 'Bedrijf', te wijzigen in de bestemming 'Horeca', onder de volgende voorwaarden:
- a. de functiewijziging mag naar aard en omvang, op basis van een integrale afweging, niet leiden tot een toename van de invloed op de omgeving;
- b. bestaande cultuurhistorische en landschappelijke waarden worden behouden;
- c. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- d. er dient sprake te zijn van een goede ontsluiting;
- e. de wijziging niet mag leiden tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende gronden en bebouwing.
39.5 Wijzigen ten behoeve van een zorgboerderij
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Bedrijf', 'Wonen' en 'Agrarisch, indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd en dat het bouwperceel niet optimaal is gesitueerd voor de grondgebonden landbouw, te wijzigen voor het toestaan van een zorgboerderij met mogelijkheden voor zorg en dagactiviteiten, onder de volgende voorwaarden:
- a. te handhaven en nieuw op te richten gebouwen worden zo compact mogelijk gesitueerd binnen het voormalige bouwperceel;
- b. de bestaande cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden worden behouden;
- c. de wijziging mag niet leiden tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende gronden en bebouwing;
- d. er sprake dient te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- e. er sprake dient te zijn van een goede ontsluiting;
- f. de wijziging mag geen belemmering vormen uit oogpunt van externe veiligheid;
- g. daar waar de betreffende bestemming samenvalt met de dubbelbestemming Leiding - Gas dient voordat tot wijziging wordt overgegaan schriftelijk advies te zijn ingewonnen bij de leidingbeheerder. .
Artikel 40 Omgevingsvergunning Voor Werken, Geen Bouwwerken Zijnde, Of Van Werkzaamheden
40.1 Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Bestemmingen en aanduidingen | A | B | C | D | E | F | G | H | I | |
'overige zone - agrarisch gebied met landschappelijke openheid', ter plaatse van: | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | + | - | - | + | + | - | X | + | |
'overige zone - primair agrarisch gebied, grootschalig', ter plaatse van: | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | - | - | - | - | + | - | X | + | |
'overige zone -primair agrarisch gebied, kleinschalig', ter plaatse van: | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | - | - | - | - | + | + | X | + | |
'overige zone - uiterwaarden' | ||||||||||
aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' | X | X | + | + | + | + | + | X | X | |
bestemming Natuur | + | + | X | X | + | + | + | X | X | |
elders | + | + | + | + | + | + | + | X | + |
+ omgevingsvergunningplichtig (activiteit onder voorwaarden mogelijk)
- niet omgevingsvergunningplichtig (activiteit bij recht toegestaan)
X omgevingsvergunning niet mogelijk (activiteit onder geen enkele voorwaarde toegestaan)
* Het vereiste van een omgevingsvergunning en de uitzonderingen daarop laten onverlet dat voor de betrokken ingreep wellicht (ook) vergunning, ontheffing, vrijstelling of toestemming uit andere
hoofde is vereist (bijvoorbeeld ingevolge de keur van de waterbeheerder, de milieuwetgeving of andere provinciale landschapsverordeningen). In ieder geval is voor ingrepen, zoals in deze tabel onder A bedoeld, altijd vergunning van het Waterschap vereist.'
- A. dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;
- B. ophogen, afgraven;
- C. egaliseren van gronden;
- D. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe ook gerekend wordt woelen;
- E. aanbrengen van opgaande beplantingen;
- F. aanleg van wandel-, fiets- en ruiterpaden en verhardingen > 50 m2;
- G. aanleg van kavelpaden;
- H. aanleg van paardenbakken;
- I. aanleg van paardenbakken aansluitend aan achterzijde bouwvlak of aansluitend aan de achterzijde van een bestemmingsvlak Wonen.
40.2 Beoordelingscriteria
- a. Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning als bedoeld in 40.1 alleen indien door de in 40.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, gelet op:
- 1. het belang dat met de ingreep gediend is;
- 2. de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie, waarbij in het bijzonder gelet wordt op de belangen van de cultuurhistorisch waardevolle verkaveling;
- 3. het waterhuishoudkundig belang (kwantitatief en kwalitatief), met het oog op de waterhuishoudkundige doelstelingen.
- b. Een omgevingsvergunning mag niet worden verleend voor bodembewerkingen in gronden voor agrarisch gebruik (onder meer scheuren en ploegen) in het gebied dat is aangewezen als 'beperken bodembewerking' zoals aangewezen in de Provinciale Interim Omgevingsverordening, indien deze tot gevolg hebben dat veen aan de oppervlakte wordt gebracht, tenzij de bodembewerkingen plaatsvinden ten behoeve van graslandverbetering of de aanleg van een andere blijvende teelt.
40.3 Uitzonderingen vergunningplicht
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in 40.1 is vereist voor:
- a. werken of werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
- b. werken of werkzaamheden die op het moment van inwerkingtreding van het plan reeds aanwezig zijn of in uitvoering zijn of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning;
- c. werken of werkzaamheden die worden aangelegd of uitgevoerd binnen bouwvlakken;
- d. werken of werkzaamheden ten behoeve van de realisering van bestemmingen en bouwmogelijkheden op grond van planwijziging of afwijkingsbevoegdheid;
- e. onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen waarbij niet dieper gegraven wordt dan de reeds uitgegraven diepte.
Hoofdstuk 4 Overgangs-en Slotregels
Artikel 41 Overgangsrecht
41.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde in 41.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10 %.
- c. Het bepaalde in 41.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
41.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 41.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in 41.2 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde in 41.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
41.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - overgangsrecht' is permanente bewoning van een recreatiewoning toegestaan, met dien verstande dat de bevoegdheid daartoe is beperkt tot de persoon/personen die ten tijde van de vaststelling van dit plan in de Basisregistratie Personen op deze adressen staan ingeschreven, tot het moment dat de bewoning door hem/haar wordt beëindigd.
Op het adres Boveneind Zuidzijde 5a is bewoning van de voormalige bedrijfswoning die vergund is met een tijdelijke bouwvergunning toegestaan, met dien verstande dat de bevoegdheid daartoe is beperkt tot de persoon/personen die ten tijde van de vaststelling van dit plan in de Basisregistratie Personen op deze adressen staan ingeschreven, tot het moment dat de bewoning door hem/haar wordt beëindigd en/of het gebouw wordt verkocht.
Artikel 42 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan ´Tweede herziening bestemmingsplan landelijk gebied'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Deze tweede herziening leidt tot een aantal aanpassingen van de eerder vastgestelde plannen voor het landelijk gebied. Geconstateerd is namelijk dat het vastgestelde bestemmingsplan Landelijk gebied en de hierop volgende Eerste herziening enkele fouten bevatten die hersteld moeten worden. Daarnaast geven de ingediende beroepschriften aanleiding om het plan aan te passen, vooruitlopend op een zitting bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
In deze toelichting wordt eerst een overzicht gegeven van de procedure en de laatste stand van zaken van het bestemmingsplan Landelijk gebied. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de plandelen die verbeterd zijn in dit bestemmingsplan en wordt toegelicht op welke wijze die punten zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Daarna wordt ingegaan op enkele aanpassingen die voortkomen uit de ingediende beroepschriften. Door die aanpassingen wordt (deels) tegemoet gekomen aan de bezwaren van enkele appellanten in de beroepsprocedure.
Hoofdstuk 2 Stand Van Zaken En Procedure Bestemmingsplan Landelijk Gebied
Op 8 maart 2022 heeft de gemeenteraad van Lopik het bestemmingsplan "Landelijk gebied" vastgesteld. Het vastgestelde bestemmingsplan heeft van 9 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 voor beroep ter inzage gelegen. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan zijn in totaal 22 beroepschriften ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tevens is in die periode een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend. Na de uitspraak over de voorlopige voorziening op 31 augustus 2022 is het plan, op één perceel na, in werking getreden.
In de uitspraak over de voorlopige voorziening heeft de voorzieningenrechter, ter voorkoming van onduidelijkheden en gelet op de rechtszekerheid, de gemeenteraad voorgesteld een herstelbesluit te nemen. Op 7 februari 2023 heeft de gemeenteraad van Lopik hierin voorzien met de vaststelling van het bestemmingsplan "Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied". Tegen dat besluit is door vier partijen beroep ingesteld en is wederom een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend. In de uitspraak van 21 juni 2023 (202203711/3/R4) heeft de voorzieningenrechter dat verzoek afgewezen, waarna de eerste herziening in werking is getreden.
Het geldend planologisch juridisch kader voor het landelijk gebied van de gemeente Lopik wordt dus gevormd door het bestemmingsplan "Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied". Dat plan is per 21 juni 2023 in werking getreden, maar nog niet onherroepelijk. Een zitting bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zal waarschijnlijk na de zomerperiodeeind 2024 of begin 2025 worden ingepland. Vooruitlopend hierop wordt het wenselijk geacht opnieuw enkele wijzigingen door te voeren.
Hoofdstuk 3 Wijzigingen
3.1 Wijzigingen Die Voortkomen Uit De Praktijk Of Naar Aanleiding Van Meldingen
Na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" per 31 augustus 2022 zijn verschillende ervaringen opgedaan met het nieuwe plan en zijn enkele (kleine) fouten en onzorgvuldigheden geconstateerd. Die fouten zijn bijvoorbeeld opgemerkt bij de toetsing van aanvragen om omgevingsvergunning, maar ook hebben inwoners, bedrijven en (hun) adviseurs gewezen op een aantal punten.
In het raadsvoorstel van 17 januari 2023 waren reeds acht van zulke punten aangegeven, evenals de wijze waarop die herzien zouden kunnen worden. Echter, de gemeenteraad heeft slechts één van die acht voorstellen overgenomen en vastgesteld met de eerste herziening. De overige zeven punten die alsnog verwerkt dienen te worden in het bestemmingsplan "Landelijk gebied", door middel van een tweede herziening van dat plan, zijn de volgende:
- Voor de ontwikkeling van een woning op het perceel Lekdijk Oost 12a heeft de gemeenteraad op 13 juli 2021 het bestemmingsplan "Batuwe 52 / Lekdijk Oost 12a" vastgesteld. Dat plan bevatte een afwijkende regeling voor het aanleggen van een paardenbak in de bestemming Tuin. Het bestemmingsplan "Batuwe 52 / Lekdijk Oost 12a" is weliswaar verwerkt in het bestemmingsplan "Landelijk gebied", alleen is daarin geen afwijkende regeling voor de beoogde paardenbak opgenomen. Het is daardoor niet meer toegestaan om die paardenbak aan te leggen en te gebruiken.
Gelet hierop dient de planregeling voor het perceel Lekdijk Oost 12a te worden aangepast. In hetontwerpbestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied" is op de planverbeelding, in de bestemming Tuin, een aanduiding 'specifieke vorm van tuin - paardenbak' weergegeven. Daarnaast is hiervoor een bepaling opgenomen in artikel 19.1 van de planregels. - Voor het perceel Batuwseweg 46 is in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" op het bouwvlak direct achter de bestemming Wonen een 'specifieke bouwaanduiding - 1' opgenomen. Dat klopt echter niet, die aanduiding is namelijk enkel nodig voor het verderop (in het weiland) aanwezige hoveniersbedrijf dat richting de Batuwseweg verplaatst moet worden. De in artikel 35.6.7 (door hernummering 36.6.7 in deze herziening) van de planregels opgenomen regeling gaat hier ook van uit.
In hetontwerpbestemmingsplan is de genoemde aanduiding van het bouwvlak verwijderd. - Voor het perceel Lopikerweg West 30 is in 1992 een tuinhuis vergund. Het tuinhuis staat op gronden met de bestemming Tuin waar een aanduiding 'landschapswaarden' is weergegeven. Daarmee is het tuinhuis onder het overgangsrecht gebracht.
Omdat sprake is van een vergund bouwwerk, is voor het tuinhuis aan de westzijde van het perceel Lopikerweg West 30 alsnog een aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaand' opgenomen in de bestemming Tuin. - In de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5, die in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" is opgenomen voor gebieden met de minste archeologische verwachtingswaarde(n), zit een aanlegvergunningstelsel dat onbedoeld heel beperkend is. Gewezen wordt op de regeling in artikel 30.4.1 van de planregels, waarin alle werken en werkzaamheden vergunningsplichtig zijn gemaakt. In artikel 30.2 van de planregels is voor de activiteit bouwen wel een correcte regeling opgenomen. Die planregel bepaalt dat er, in principe, enkel niet gebouwd mag worden als een milieueffectrapportage nodig is, wat in het landelijk gebied weinig voorkomt. Door het ontbreken van zo'n uitzondering zijn voor alle andere activiteiten in gebieden met een dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5 een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige en archeologische onderzoeken nodig.
In hetontwerpbestemmingsplan is dit aangepast door aan de aanhef van artikel 30.4.1 9 (door hernummering artikel 31.4.1.9 in deze herziening) van de planregels de volgende zinsnede toe te voegen: "indien een rapportage zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet milieubeheer noodzakelijk is". Dat is naar analogie van de regeling in artikel 30.2 van de planregels. - In artikel 23.1 sub x van de planregels van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" is de bepaling "ondergeschikte horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ondergeschikte horeca" opgenomen, maar op de planverbeelding staat de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - horeca'. Deze bepaling heeft betrekking op het perceel Boveneind Noordzijde 42.
In hetontwerpbestemmingsplan is artikel 24.1 sub x van de planregels aangepast door te verwijzen naar de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - horeca'. - In artikel 23.2.1 sub m van de planregels van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" is een regeling voor het maximum oppervlak aan bijbehorende bouwwerken opgenomen. Het was de bedoeling om die planregeling één op één aan te laten sluiten op het bepaalde in artikel 2 lid 3 sub f van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Toepassing van die regeling heeft tot gevolg dat op grote woonpercelen een, naar verhouding, groter oppervlak aan bijbehorende bouwwerken kan worden gerealiseerd. Echter, de aanhef van artikel 23.2.1 sub m van de planregels gaat uit van "de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij de woning", waardoor in een aantal gevallen naast een bestaande aanbouw ook een grote, vrijstaande schuur kon worden aangevraagd en moest worden vergund. Door de toevoeging van "vrijstaande" maakt het plan aanzienlijk meer bebouwing mogelijk dan wat de bedoeling was. In het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007" was het oppervlak van bijgebouwen overigens beperkt tot 50 m² en die kon, met een binnenplanse vrijstelling, vergroot worden tot 100 m². Aanbouwen werden meegerekend bij de inhoud van de woning. Vanwege de verruiming van de inhoudsmaat van woningen, van 600 m³ naar 750 m³, in combinatie met de regeling van artikel 23.2.1 sub m van de planregels, zal het nieuwe plan op percelen met een groter bebouwingsgebied alsnog meer ruimte bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken.
In hetontwerpbestemmingsplan is "vrijstaande" in de aanhef van artikel 24.2.1 sub m (door hernummering is het artikelnummer opgeschoven) van de planregels verwijderd, zodat het oppervlak voor alle bijbehorende bouwwerken gezamenlijk geldt.
Volledigheidshalvemerken wij opwordt opgemerkt dat de onlangs vergunde vrijstaande bijbehorende bouwwerken onder de regeling van artikel 24.2.1 sub n zullen vallen (de bestaande oppervlakte mag blijven staan). Die bouwwerken worden dus niet onder het overgangsrecht gebracht. - In de bestemmingen Agrarisch en Wonen worden paardenbakken toegestaan en daarvoor zijn ook bouwregels opgenomen. Echter, als er geen bouwwerkzaamheden plaatsvinden en geen bouwwerken worden opgericht, dan hoeft er niet getoetst te worden aan die bouwregels. Dat is bijvoorbeeld het geval als er enkel zand wordt aangebracht op een perceel.
In hetontwerpbestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied" is hierin voorzien door tussen de bepalingen van artikel 4.1 sub an en artikel 4.2.3 een relatie te leggen, door de zinsnede "mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 4.2.3 van de regels". Hetzelfde geldt voor artikel 24.1 sub af in combinatie met artikel 24.2.2 van de regels.
Voor de volledigheid merken wij opwordt opgemerkt dat in het vastgestelde bestemmingsplan "Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied" enkele percelen / locaties niet meer zijn opgenomen. Na de vaststelling van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" op 8 maart 2022 zijn voor die percelen / locaties namelijk nieuwe ruimtelijke besluiten vastgesteld. Het gaat om de percelen Zuidzijdseweg 142a, Lopikerweg West 49, Vogelzangsekade 6 en het plan Uitbreiding De Copen. Daarnaast zijn vooruitlopend op de vaststelling van dit plan nog enkele andere plannen vastgesteld, zoals Zevenhoven Park. Lopikerweg West 60 en De Kapelse Gaard. De genoemde percelen zijn evenmin, om dezelfde reden, opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied".
Tegelijk met het bestemmingsplan "Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied" is het bestemmingsplan Facetherziening buisleiding Hoornaar-Reijerscop (Lopik) op 7 februari 2023 vastgesteld. Dit bestemmingsplan is één op één overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied".
Voor de gronden van het perceel Lopikerweg Oost 66/67 is van belang dat het bestemmingsplan "Landelijk gebied" is geschorst door de uitspraak van 31 augustus 2022. Het perceel was om die reden ook niet opgenomen in de eerste herziening. Gelet op het belang om in een actuele planregeling voor het perceel Lopikerweg Oost 66/67 te voorzien en de hierover lopende beroepsprocedure(s), is dit perceel nu opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Onder "Wijzigingen naar aanleiding van ingediende beroepschriften" wordt dat toegelicht.
Aanvullend op de genoemde zeven punten / wijzigingen, die al in januari 2023 bekend waren, hebben wijis in de afgelopen periode geconstateerd dat er nog meer planonderdelen zijn die aangepast moeten worden. Het gaat zowel om punten waar wij bij de toepassing van het bestemmingsplan achter zijn gekomen als om punten die door derden naar voren zijn gebracht. Hieronder worden de punten benoemd en geven wij aan op welke wijze die in het ontwerpbestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied" zijn verwerkt.
- Voor het perceel Noordzijdseweg 137 te Polsbroek is een bestemming Agrarisch en een functieaanduiding 'grondgebonden veehouderij' opgenomen. Ten aanzien van het aantal bedrijfswoningen is een maatvoering 'maximum aantal bedrijfswoningen: 2' weergegeven op de planverbeelding. Echter, in het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007" waren drie bedrijfswoningen toegestaan en die zijn ook aanwezig. Twee van die bedrijfswoningen zijn aaneengebouwd, de derde (nummer 137b) is een vrijstaande bedrijfswoning aan de oostzijde van het perceel.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor het perceel Noordzijdseweg 137 een maatvoering 'maximum aantal bedrijfswoningen: 3' weergegeven op de planverbeelding. - Voor het perceel Benedeneind Noordzijde 478, dat beter bekend staat als "Het Wapen van Benschop" is in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" een bestemming Wonen opgenomen. Tevens is op de planverbeelding een aanduiding weergegeven voor de functie ondergeschikte horeca en zijn twee maatvoeringen aangegeven, voor het aantal wooneenheden (negen stuks) en de maximum oppervlakte (665 m²). Dit wijkt echter af van de vergunning waarvoor in 2018 een procedure is doorlopen. Er is namelijk een zelfstandig restaurant met een daarbij behorende bedrijfswoning toegestaan, naast de negen wooneenheden.
In hetontwerpbestemmingsplan is de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - ondergeschikte horeca' vervangen door een functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - restaurant'. In artikel 24.1 van de planregels is, na sub ad, een nieuw sub ae ingevoegd, dat bepaalt: 'een restaurant op de begane grond, met een daarbij behorende bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van wonen - restaurant'. De hierop volgende regels zijn vernummerd.
Voor de oppervlakte van het restaurant is in artikel 24.2.1 van de planregels een nieuw sub x opgenomen dat bepaalt: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - restaurant' is een restaurant toegestaan, waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 298 m²'. Hierbij is uitgegaan van het vloeroppervlak van het restaurant, inclusief de entree, bergingen, toiletruimten en dergelijke. De regels vanaf artikel 24.2.1 sub x zijn vernummerd.
Tot slot is de maximum oppervlakte van 665 m² niet meer weergegeven op de planverbeelding, maar is een bouwvlak opgenomen voor de bestaande bebouwing. Door middel van de bepalingen van artikel 24.2.1 sub a en sub l van de planregels wordt zodoende de bestaande situatie vastgelegd. - Ten opzichte van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007" is de bestemming van het perceel Dorp 76 te Polsbroek gewijzigd door voor het perceel van de (voormalige) bedrijfswoning een bestemming Wonen op te nemen, terwijl de overige gronden nog zijn bestemd als Bedrijf. Weliswaar is met een maatvoering van 155 m² vastgelegd dat op de gronden met een bestemming Bedrijf niet veel gebouwd kan worden, conform het oude bestemmingsplan, maar er is niet geregeld dat er geen bedrijfswoning kan worden opgericht. Gelet op de eerdere splitsing van het perceel en de planwijziging, in combinatie met de beperkte omvang van het bedrijfskavel, achten wij het ongewenst dat hier nog een bedrijfswoning gerealiseerd zou kunnen worden.
Zodoende is in hetontwerpbestemmingsplan, voor de gronden van het perceel Dorp 76 te Polsbroek met een bestemming Bedrijf, een aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' op de verbeelding weergegeven. - Voor de percelen Boveneind Noordzijde 16a en 18 waren in het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007" twee aanduidingen 'fruitteelt' en twee bouwvlakken opgenomen. In het bestemmingsplan "Landelijk gebied" zijn beide percelen, ten onrechte, samengevoegd en is er één bouwvlak op de planverbeelding weergegeven. Er is sprake van twee aparte, naast elkaar gelegen fruitteeltbedrijven.
In hetontwerpbestemmingsplan is, conform het oude bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007", voor beide percelen weer een eigen bouwvlak opgenomen. Daarnaast is de functieaanduiding 'fruitteelt' doorgetrokken tot aan de voorzijde van het perceel. - De gronden van de percelen Zuidzijdseweg 144, 144a en 146 te Polsbroek zijn in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" voorzien van een bestemming Wonen. Hoewel uit de op de planverbeelding weergegeven bouwaanduidingen 'twee-aaneen' en 'vrijstaand' afgeleid kan worden dat sprake is van drie woningen, is dit aantal niet vastgelegd. Op grond van artikel 23.1 sub a onder 1 (nu 24.1 sub a onder 1 door hernummering) zou daardoor maar één woning zijn toegestaan. Dat klopt niet.
In hetontwerpbestemmingsplan is in de bestemming Wonen van de percelen Zuidzijdseweg 144, 144a en 146 een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 3' opgenomen. - Voor de uitbreiding van een fruitloods op het perceel Hendrik Stigtergaarde 1 te Jaarsveld is in juli 2022 een omgevingsvergunning verleend. Op basis van het destijds nog geldende bestemmingsplan "2e herziening Landelijk gebied" is daarbij een deel van de nieuwbouw buiten het op de planverbeelding weergegeven bouwvlak toegestaan. Aangezien in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" is uitgegaan van het oude bouwvlak van dit perceel, bestaat aanleiding om het bouwvlak aan te passen op de vergunde situatie.
In hetontwerpbestemmingsplan is het bouwvlak van het perceel Hendrik Stigtergaarde 1 te Jaarsveld aangepast conform de verleende omgevingsvergunning. - De percelen Dorp 45, 47, 49, 49a, 51 en 53 te Polsbroek zijn bestemd als Wonen. Conform het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007" zijn hier zes woningen toegestaan, maar op de planverbeelding is abusievelijk een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 4' weergegeven. Dit komt niet overeen met de feitelijke, toegestane situatie.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de percelen Dorp 45 t/m 53 te Polsbroek een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 6' opgenomen. - De percelen Lopikerweg Oost 9a, 10, 10a en 16 te Lopik zijn bestemd als Wonen. Daarnaast is op de planverbeelding een functieaanduiding 'kamerverhuur' weergegeven en is het aantal kamers vastgelegd op acht. Voor de woningen is evenwel geen maatvoering opgenomen, zodat op grond van artikel 23.1 sub a onder 1 van de planregels maar één woning is toegestaan.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de percelen Lopikerweg Oost 9a, 10, 10a en 16 te Lopik een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 4' weergegeven. Daarbij is het bestemmingsvlak Wonen gescheiden van Lopikerweg Oost 17, waar één woning is toegestaan. - De percelen Kortland 7a en 10 zijn bestemd als Wonen. Op de planverbeelding is evenwel geen maatvoering weergegeven, zodat op grond van artikel 24.1 sub a onder 1 van de planregels één woning is toegestaan in dit bestemmingsvlak.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de percelen Kortland 7a en 10 een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 2' opgenomen. - Voor de percelen Benedeneind Zuidzijde 417bis tot en met 421 zijn, conform het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007", acht wooneenheden aangeduid. Echter, de bestemming van het perceel Benedeneind Zuidzijde 417a is gewijzigd van Maatschappelijk naar Wonen en aan het bestemmingsvlak toegevoegd. Zodoende had het toegestane aantal woningen hierop aangepast moeten worden.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de percelen Benedeneind Zuidzijde 417a tot en met 421 een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 9' weergegeven op de planverbeelding. - Voor de percelen Zuidzijdseweg 160, 160a, 162 en 164 is een bestemming Wonen aangewezen. Tevens is sprake van twee bouwaanduidingen 'aaneengebouwd'. Voor het naastgelegen perceel Zuidzijdseweg 158 is in 2020 een bestemmingsplan vastgesteld dat, onder andere, op dat perceel een extra woning mogelijk maakt. Hoewel sprake is van twee gescheiden bestemmingsvlakken Wonen, is het aantal wooneenheden niet conform de feitelijke en toegestane situatie. Met de weergegeven maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 3' is één woning te weinig bestemd.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de percelen Zuidzijdseweg 160, 160a, 162 en 164 te Polsbroek een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 4' weergegeven. - De percelen Batuwseweg 58, 60 en 62 zijn bestemd als Wonen, waarbij voor de percelen Batuwseweg 60 en 62 een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 2' is weergegeven. Hoewel die maatvoering niet is opgenomen voor het perceel Batuwseweg 58, zit dat perceel wel in hetzelfde bestemmingsvlak Wonen.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de woonpercelen Batuwseweg 58, 60 en 62 een maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 3' opgenomen teneinde mogelijke discussies over het toegestane aantal woningen en de uitleg van het plan te voorkomen. - Op het perceel Benedeneind Zuidzijde 321 te Benschop is een transportbedrijf gevestigd. Aan de achterzijde van het perceel bevinden zich nog gronden die niet als Bedrijf, met een functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf van categorie 3.2' zijn bestemd. Voor de verharding van deze gronden, ten behoeve van het transportbedrijf, is echter een tijdelijke omgevingsvergunning verleend. Verder hebben wij na overleg met de eigenaar toegezegd dat met een tweede herziening van het plan in een duurzame regeling zal worden voorzien. Zodoende wordt de bestemming gewijzigd, met dien verstande dat enkel verharding en geen bebouwing is toegestaan.
In hetontwerpbestemmingsplan zijn de gronden aan de achterzijde van het perceel Benedeneind Zuidzijde 321, gelegen tussen de bestemming Bedrijf en de bestemming Water, bestemd als Bedrijf met een functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf van categorie 3.2' en een bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing'. - Ten aanzien van het perceel Kapelsepad 1 te Lopikerkapel is in de beantwoording van de zienswijze (reclamant 49) aangegeven dat achter de voorgevellijn een aanduiding 'opslag' wordt opgenomen. Gebleken is dat die aanduiding 'opslag' niet op de planverbeelding is weergegeven.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor het perceel Kapelsepad 1 te Lopikerkapel, achter de voorgevellijn, een aanduiding 'opslag' weergegeven.
3.2 Wijzigingen Naar Aanleiding Van Ingediende Beroepschriften
Zoals in de inleiding is aangegeven, geven de ingediende beroepschriften eveneens aanleiding om het bestemmingsplan "Landelijk gebied" op een aantal punten te herzien. Meerdere appellanten hebben na het indienen van hun beroepschrift bijvoorbeeld kenbaar gemaakt dat zij er de voorkeur aan geven om het geschil minnelijk op te lossen, terwijl wij in enkele beroepschriften ook een concrete reden zien om het plan al vooruitlopend op de zitting te wijzigen. Daarmee wordt (deels) tegemoet gekomen aan de bezwaren die in de beroepschriften naar voren zijn gebracht.
Hieronder worden de aanpassingen die voortkomen uit de beroepschriften toegelicht. Voor de goede orde merken wij op dat het kan zijn dat niet alle bezwaren worden weggenomen en dat appellanten er belang bij houden om hun beroepschrift niet in te trekken.
- Voor het perceel Graafdijk 2c te Lopik is in 2014 het bestemmingsplan "Autoservice Benschop" vastgesteld. De regeling van dat plan is, in meerdere fases, overgenomen in het bestemmingsplan "Landelijk gebied". Abusievelijk is daarbij het bepaalde in artikel 5.2.1 sub c van de regels van het postzegelplan niet verwerkt. Die planregel bepaalt het volgende: "in afwijking van het bepaalde onder a. en b. mogen autowasvoorzieningen worden opgericht buiten een bouwvlak tot een oppervlakte van 50 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter".
Om dit te corrigeren, is in artikel 5.2.1 sub j van de planregels van hetontwerpbestemmingsplan de volgende bepaling opgenomen: 'in afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub a, mogen ter plaatse van Graafdijk 2c autowasvoorzieningen worden opgericht buiten het bouwvlak tot een oppervlakte van 50 m² met een maximum bouwhoogte van 3 meter'. - Nadat een zienswijze was ingediend, is voor het perceel Lopikerweg Oost 198c op de planverbeelding een functieaanduiding 'caravanstalling en opslag van units' weergegeven. Daarmee is een deel van de huidige activiteiten positief bestemd, wat voor de eigenaar van het perceel niet aanvaardbaar was.
Naar aanleiding van het ingediende beroepschrift en de daarin naar voren gebrachte argumenten, komen wij tot de conclusie dat een algemene aanduiding 'opslag' beter recht doet aan de situatie. Gesteld is onder andere dat de ruimtelijke uitstraling thans beperkt is, dat de gemeente Lopik al jaren kennis heeft van de opslagactiviteiten en niet handhavend hoeft op te treden, dat de specifieke regeling moeilijk werkbaar is en dat andere, vergelijkbare percelen wel een aanduiding 'opslag' hebben gekregen. Met een algemene regeling voorkomen wij toekomstige discussies over de opslag van verschillende materialen op het terrein.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor het perceel Lopikerweg Oost 198c een aanduiding 'opslag' weergegeven op de planverbeelding. In artikel 4.1 sub m (nu 5.1 sub m door hernummering) van de planregels is reeds bepaald dat ter plaatse van zo'n aanduiding buitenopslag is toegestaan. Het bepaalde in artikel 4.1 sub af van de planregels is verwijderd en de overige artikelen zijn hierop vernummerd. - Voor de herontwikkeling van Dorp 87-89 te Polsbroek heeft Mooisticht een schets met randvoorwaarden opgesteld (p. 20 van Bijlage 4 bij de regels, Landschappelijke inpassing Mooisticht). In die schets is aangegeven dat het perceel ontsloten moet worden via het naastgelegen pad, langs de achterzijde van de kavel. Gebleken is echter dat er sprake is van een privaatrechtelijke belemmering voor die wijze van ontsluiten, aangezien er geen recht van overpad (een erfdienstbaarheid) voor geldt.
In artikel 36.6.9 van de planregels is verder opgenomen dat de bestaande recreatiewoning dient te worden gesloopt. Omdat de bestaande schuur vanwege de hoogte, de situering en het materiaalgebruik het meest bepalend is voor de ruimtelijke uitstraling van het perceel, passen wij dit aan, zodanig dat ook de bijgebouwtjes en andere bouwwerken aan de achterzijde verwijderd dienen te worden.
In hetontwerpbestemmingsplan is een aangepaste schets met randvoorwaarden opgenomen. In die schets is aangegeven dat de ontsluiting plaatsvindt via de oostzijde, langs de sloot. Tevens is verduidelijkt dat de oude bebouwing verwijderd dient te worden. Artikel 35.6.9 van de planregels bepaalt daarover het volgende: "Ten aanzien van het perceel Dorp 87/89 te Polsbroek geldt dat het gebruik van de nieuwe woning uitsluitend is toegestaan indien na oplevering van de nieuwe woning de bestaande schuur aan de voorzijde en de bijgebouwen aan de achterzijde worden gesloopt'. - Voor het perceel Lopikerweg Oost 34a te Lopik is in het plan Landelijk gebied een bestemming Bedrijf met een functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' opgenomen. Tevens is een maatvoering 'maximum oppervlakte 975 m²' weergegeven op de planverbeelding. Daarmee is de regeling van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" geconserveerd. Echter, gedurende de looptijd van dat plan zijn enkele gronden met opstallen van het naastgelegen transportbedrijf (gelegen achter nummer 36a en 36b) overgenomen en bij het bedrijf op Lopikerweg Oost 34a betrokken. In de zienswijze is dit helaas niet aan de orde gesteld. Om de feitelijke situatie goed vast te leggen in het bestemmingsplan, is zowel een aanpassing van de maatvoering (van 975 m² naar 1.375 m²) als een wijziging van het vlak met de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' nodig.
Ook de maatvoering voor hettransportbedrijf dient te worden aangepast (per saldo komt er geen extra bebouwing bij).
In hetontwerpbestemmingsplan is voor Lopikerweg Oost 34a een maatvoering 'maximum oppervlakte 1.375 m²' weergegeven op de planverbeelding en is het bestemmingsvlak aangepast.Voor hetnaastgelegen transportbedrijf is een maatvoering 'maximum oppervlakte 425 m²' opgenomen. - Achter het woonperceel Lopikerweg West 31 staat oude bebouwing die, in een periode dat het perceel een agrarische functie had (een agrarisch bouwvlak), is opgericht. Het agrarisch bedrijf is er niet meer en veel oude bebouwing is ook gesloopt, maar deze bebouwing is blijven staan en hoort nu bij de woning op het perceel Lopikerweg West 31. Aan de zienswijze om die bebouwing onder de bestemming Wonen te brengen, dus om de bestemming Wonen te vergroten, zijn wij niet tegemoet gekomen. Op verzoek van eigenaar hebben wij de situatie opnieuw bekeken en besproken. Aannemelijk is dat een deel van de bebouwing, exclusief beide zeecontainers met een overkapping, onder het overgangsrecht valt. De bebouwing wordt gebruikt voor stalling / opslag van machines en materiaal voor het onderhoud van het perceel en er wordt kachelhout opgeslagen. Ook staat er een kippenhok. Binnen de bestemming Wonen is eigenlijk geen andere plek beschikbaar voor zo'n berging. Verder hebben wij vastgesteld dat de bebouwing niet zichtbaar is vanaf de openbare weg. Tenslotte is geen sprake van samenhang tussen de bebouwing, bouwkundig gezien verkeert een deel in een mindere staat.
Al met al zijn wij van mening dat door sloop van de oude bebouwing, verwijdering van de zeecontainers met opslagmogelijkheden en de bouw van een nieuwe berging, de ruimtelijke situatie aanzienlijk verbetert. De eigenaar heeftonsde gemeente ook laten weten dat hij de situatie graag wil verbeteren, conform een opgestelde situatieschets, mits het bestemmingsplan hiervoor een planologische basis zal bieden. Voorgesteld wordt dan ook om de planregeling te wijzigen.
In hetontwerpbestemmingsplan is, ter plaatse van de voorgestelde nieuwbouw in de bestemming Agrarisch, een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - berging' weergegeven. In artikel 4.2.1 sub a onder 8 is het volgende bepaald: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - berging', mag een berging worden gebouwd waarvan de oppervlakte niet meer dan 50 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen. In het verlengde van de berging, aan de oostgevel, is tevens een overkapping / opslagruimte voor de opslag van kachelhout met een oppervlak van 20 m² en een bouwhoogte van 2 meter toegestaan. De berging en de opslagruimte voor kachelhout mogen enkel met een kap worden afgedekt'. - Voor de twee burgerwoningen op de percelen Lopikerweg Oost 66 en 67 was in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" een bestemming Wonen opgenomen. Met de uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 augustus 2022 is dat plan echter, voor het perceel aan de Lopikerweg Oost 66/66a, geschorst. Gelet op die uitspraak zijn de gronden niet opgenomen in de eerste herziening. Mede gelet op de ingediende beroepschriften en het conserverende karakter van het plan (behoud van rechten),
vinden wij hetis het wenselijk dat voor de toegestane woningen op de percelen Lopikerweg Oost 66 en 67 een actueel planologisch juridisch kader van toepassing is., terwijlBovendien had de hiervoor genoemde uitspraak geen betrekkinghadop de woonfunctie.
In hetontwerpbestemmingsplan zijn de percelen Lopikerweg Oost 66 en 67 bestemd als Wonen en is een maatvoering maximum aantal wooneenheden: 2' aangegeven. Voor de begrenzing van de bestemming Wonen is uitgegaan van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007". - Voor het tuincentrum op het perceel Lopikerweg Oost 66a
/67te Lopik is in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" een bestemming Detailhandel met een functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tuincentrum' opgenomen. Het was de bedoeling om de regeling van het oude bestemmingsplan één op één over te nemen en daarmee de bestaande rechten te respecteren. Hoewel de planregeling, op basis van de huidige standaarden (SVBP2012), van dezelfde bouw- en gebruiksmogelijkheden uitgaat als het oude plan, is niet onderkend dat ter plaatse ook opslag en verkoop van vuurwerk is toegestaan. Ten behoeve van die activiteit is namelijk een milieuvergunning verleend, alleen was dit niet verwerkt in het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2007". Zodoende is die activiteit ook niet bestemd in het nieuwe bestemmingsplan. Dit was voor de eigenaar van het tuincentrum een reden om een voorlopige voorziening aan te vragen. Met de uitspraak van 31 augustus 2022 is die voorziening, voor dit perceel, toegewezen. Omdat wij de bestaande rechten willen respecteren en wij begrijpen dat de eigenaar groot belang heeft bij een actuele planregeling voor de vergunde activiteiten, stellen wij voor om de bestemmingsregeling zo aan te passen dat de opslag en verkoop van vuurwerk wordt toegestaan.De eigenaar is hierover ook geïnformeerd.
In hetontwerpbestemmingsplan is in artikel 8.1 sub c het volgende bepaald:
'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tuincentrum' uitsluitend:
- de teelt van siergewassen en de verkoop van siergewassen en tuinbenodigdheden;
- verkoop van consumentenvuurwerk en de opslag daarvan tot 10.000 kg;'
Voor de volledigheid is aan artikel 35.1 sub c van de planregels toegevoegd: 'met dien verstande dat de opslag van vuurwerk zoals bedoeld in artikel 87.1 niet als strijdig gebruik wordt aangemerkt'.Voor debij de vaststelling van het plan doorgevoerde wijzigingen wordt verwezen naar de Nota vanzienswijzen en ambtshalve wijzigingen van de tweede herziening. - Voor de ontwikkeling van een woning tussen Dorp 95 en Noordzijdseweg 97 te Polsbroek heeft Mooisticht eind 2021 een schets met randvoorwaarden opgesteld, nadat de provincie Utrecht een zienswijze had ingediend over die ontwikkeling. Als gevolg hiervan is ook de locatie van de beoogde woning naar achteren verschoven. Tegen deze gewijzigde situering is beroep ingesteld. Met alle betrokken partijen, te weten de initiatiefnemer, appellant en Mooisticht,
hebben wijheeft de gemeente vanaf september 2022 overleg gevoerd over de voorgenomen ontwikkeling. Daaruit bleek dat het landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbaar is om de nieuwe woning toch direct naast Dorp 95 te realiseren, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zowel de initiatiefnemer als appellantkunnenkonden zich hierin vinden.Niettemin, in afwijking van de schets van Mooistichtwensen beide partijen dat de strook grond tussen het nieuwe erf en het bestaande erf (in-/uitriten parkeerplaatsen) geen 12 maar 6 meter breed wordt. Zodoende is de ontwikkeling minderingrijpend voor het bestaande erf van appellant en hoeft initiatiefnemer minder grond van hemover te nemen.Echter, om de ontwikkeling conform de inrichtingsschets uit te kunnen voeren is het nodig dat (over en weer) gronden worden overgedragen. De gemeente is geïnformeerd dat partijen het hieronder niet eens kunnen worden. Als gevolg hiervan is de schets wederom aangepast, zodat de voorgenomen ontwikkeling niet meer afhankelijk is van een grondruil.Gelet op het feit dat de betrokken partijen tot overeenstemming hebben kunnen komen, hetalgemene belang van woningbouw en het gegeven dat op één uitgangspunt na aan allerandvoorwaarden van Mooisticht kan worden voldaan, adviseren wij om de bestemmingzodanig aan te passen dat in een andere situering van de nieuw te bouwen woning wordtvoorzien.
In hetontwerpbestemmingsplan is voor de ontwikkeling van een woning tussen Dorp 95 en Noordzijdseweg 97 uitgegaan van de aangepaste schets met randvoorwaarden. Die schets is in Bijlage4 bij de regels, Landschappelijke inpassing Mooisticht, opgenomen.In een nieuw artikel 36.6.2 sub bvan de regels is het volgende bepaald: "in afwijking van het bepaalde in artikel 36.6.2 sub a, ishet voor de ontwikkeling van het perceel tussen Dorp 95 en Noordzijdseweg 97 te Polsbroektoegestaan om bij het landschappelijk in te passen perceel aan de Dorp met hoogstamfruitbomen, uit te gaan van een breedte van minimaal 6 meter in plaats van 12 meter'. - Op het ontwerpbestemmingsplan zijn 32 zienswijzen ingediend. In de Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen zijn die zienswijzen samengevat en van een beantwoording voorzien. In die nota is ook aangegeven of en op welke wijze het plan gewijzigd vastgesteld moet worden. Verwezen wordt naar de genoemde nota.
Hoofdstuk 4 Juridische Toelichting
Met voorliggend bestemmingsplan zijn enkele ondergeschikte wijzigingen doorgevoerd in de regels van het geldende vastgestelde bestemmingsplan Landelijk gebied (08-03-2023) en Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied' (07-02-2023). Zie voor een beschrijving van de aanpassingen Hoofdstuk3.
Verbeelding
De bestemmingen van het geldende bestemmingplan worden weergegeven op de verbeelding, om de leesbaarheid van deze partiële herziening te vergroten. Dit is in de van toepassingverklaring geregeld. Ten opzichte van het geldende bestemmingsplan is het volgende gewijzigd:
Lekdijk Oost 12a Jaarsveld
Voor
Na
Batuwseweg 46 Lopikerkapel
Voor
Na
Lopikerweg West 30 Lopik
Voor
Na
Lopikerweg Oost 66/67 Lopik
Voor
Na
Noordzijdseweg 137 te Polsbroek
Voor
Na
Benedeneind Noordzijde 478 Benschop
Voor
Na
Dorp 76 te Polsbroek
Voor
Na
Boveneind Noordzijde 16a en 18 Benschop
Voor
Na
Zuidzijdseweg 144, 144a en 146 te Polsbroek
Voor
Na
Hendrik Stigtergaarde 1 te Jaarsveld
Voor
Na
Dorp 45, 47, 49, 49a, 51 en 53 te Polsbroek
Voor
Na
Lopikerweg Oost 9a, 10, 10a en 16 te Lopik
Voor
Na
Kortland 7a en 10 Lopikerkapel
Voor
Na
Benedeneind Zuidzijde 417bis tot en met 421 Benschop
Voor
Na
Zuidzijdseweg 160, 160a, 162 en 164 Polsbroek
Voor
Na
Batuwseweg 58, 60 en 62 Lopikerkapel
Voor
Na
Benedeneind Zuidzijde 321 te Benschop
Voor
Na
Kapelsepad 1 te Lopikerkapel
Voor
Na
Lopikerweg Oost 198c Lopikerkapel
Voor
Na
Lopikerweg Oost 34a Lopik
Voor
Na
Lopikerweg west 31 Lopik
Voor
Na
Lopikerweg Oost 66 en 67 Lopik
Voor
Na
Regels
In de regels is een van toepassing verklaring opgenomen om het geldende bestemmingsplan 'bestemmingsplan Landelijk gebied' (08-03-2023) en 'Eerste herziening bestemmingsplan Landelijk gebied' (07-02-2023) van toepassing te verklaren. De nieuwe onderdelen in de regels zijn gemarkeerd (vetgedrukt en onderstreept voor zover iets is toegevoegd en vetgedrukt en doorgehaald voor zover iets is verwijderd) aangegeven, zodat helder is wat deze tweede herziening toevoegt en verwijderdt.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een afdeling omtrent grondexploitatie opgenomen. Het doel daarvan is om de mogelijkheden voor gemeentebesturen te verbeteren om kosten te verhalen en eisen te stellen aan de fasering en inrichting van bouwlocaties. Dit brengt met zich mee dat de gemeente bij de vaststelling van het bestemmingsplan een besluit over het kostenverhaal moet hemen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het bouwrijp maken, het realiseren van nutsvoorzieningen en de aanleg van wegen.
In artikel 6.12 Wro is bepaald dat de gemeenteraad in principe een exploitatieplan vast moet stellen indien het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om nieuwe hoofdgebouwen te realiseren. Er is geen exploitatieplan nodig indien de gemeente op een andere manier haar kosten op de initiatiefnemer kan verhalen. In de praktijk gebeurt dit door het sluiten van een exploitatieovereenkomst.
Voor dit bestemmingsplan Landelijk gebied tweede herziening is het niet nodig om een exploitatieplan op te stellen. De te verhalen kosten zijn anderszins verzekerd of de bouwmogelijkheden zijn niet aan te merken als een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro.
Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden zal worden bezien of er een overeenkomst kan worden gesloten. In het uiterste geval kan worden overwogen om bij het wijzigingsplan een exploitatieplan vast te stellen.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het betreft ondergeschikte wijzigingen. Het ontwerpbestemmingsplan zalheeft van 27 juli 2023 tot en met 6 september 2023 ter inzage worden gelegdgelegen. Op het ontwerpbestemmingsplan zijn 32 zienswijzen ingediend. In de Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen zijn die samengevat en van een reactie voorzien.
Bijlage 1 Nota Ruimtelijke Beleidsregels Kleinschalige Duurzame Energie
Bijlage 1 Nota ruimtelijke beleidsregels kleinschalige duurzame energie
Bijlage 2 Inrichtingsplan Dorp 144 Benschop
Bijlage 2 Inrichtingsplan Dorp 144 Benschop
Bijlage 3 Inrichtingstekening Benedeneind Zz 271
Bijlage 3 Inrichtingstekening Benedeneind ZZ 271
Bijlage 4 Landschappelijke Inpassing Mooisticht
Bijlage 4 Landschappelijke inpassing Mooisticht
Bijlage 5 Bestaande Bebouwing M.a. Reinaldaweg
Bijlage 5 bestaande bebouwing M.A. Reinaldaweg
Bijlage 6 Inrichtingsplan Lekdijk West 13
Bijlage 6 Inrichtingsplan Lekdijk West 13
Bijlage 7 Inrichtingsplan Graafdijk 2 C
Bijlage 7 Inrichtingsplan Graafdijk 2 c
Bijlage 8 Beplantingsplan Dorp 116 Benschop
Bijlage 8 Beplantingsplan Dorp 116 Benschop
Bijlage 9 Geluidschermen Boveneind Nz 84b En 84c Benschop
Bijlage 9 Geluidschermen Boveneind NZ 84b en 84c Benschop
Bijlage 10 Advies Ervenconsulent Boveneind Zuidzijde 57d En 59 Benschop
Bijlage 10 Advies ervenconsulent Boveneind Zuidzijde 57d en 59 Benschop
Bijlage 11 Beplantingsplan Boveneind Zuidzijde 57d En 59 Benschop
Bijlage 11 Beplantingsplan Boveneind Zuidzijde 57d en 59 Benschop
Bijlage 12 Vergunningen Wet Natuurbescherming
Bijlage 12 Vergunningen Wet natuurbescherming
Bijlage 13 Situatieoverzicht Cabauwsekade 85
Bijlage 13 Situatieoverzicht Cabauwsekade 85
Bijlage 14 Landschappelijk Inpassingsplan Cabauwsekade 85
Bijlage 14 Landschappelijk inpassingsplan Cabauwsekade 85
Bijlage 15 Landschappelijke Inpassing Lopikerweg Oost 98a
Bijlage 15 Landschappelijke inpassing Lopikerweg Oost 98a
Bijlage 16 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 16 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 17 Assortimentenlijst Intratuin
Bijlage 17 Assortimentenlijst Intratuin
Bijlage 18 Landschapsconvenant Vrije Landschapselementen
Bijlage 18 Landschapsconvenant Vrije Landschapselementen
Bijlage 19 Beplantingsplan Boveneind Zuidzijde 25 Te Benschop
Bijlage 19 Beplantingsplan Boveneind Zuidzijde 25 te Benschop
Bijlage 20 Beplantingsplan Lopikerweg Oost Naast 130 Te Lopikerkapel
Bijlage 20 Beplantingsplan Lopikerweg Oost naast 130 te Lopikerkapel
Bijlage 1 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 1 Nota van zienswijzen
Bijlage 2 Addendum Zienswijzennota Tweede Herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied
Bijlage 2 Addendum zienswijzennota tweede herziening bestemmingsplan landelijk gebied