Wijzigingsplan Kop IJsselveld
Wijzigingsplan - Gemeente Montfoort
Vastgesteld op 17-03-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Kop IJsselveld" met identificatienummer NL.IMRO.0335.WPKopIJsselveld-vg01 van de gemeente Montfoort;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.3 bestemmingsplan Kop IJsselveld
het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' met identificatienummer NL.IMRO.0335.BPKopIJsselveld-vg01 van de gemeente Montfoort , zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Montfoort bij besluit van 8 juli 2013 en onherroepelijk met ingang van 12 september 2013.
1.4 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.7 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 afstanden onderling
Afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erf scheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.6 oppervlakte van een overkapping
tussen de (neerwaarts geprojecteerde) buitenzijde van de afdekking van de overkapping.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': een bedrijf tot en met milieucategorie 3.2 bedrijven met bedrijfsactiviteiten genoemd onder de milieucategorieën 1 t/m 3.2 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat vanBedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': een bedrijf tot en met milieucategorie 4.1 bedrijven met bedrijfsactiviteiten genoemd onder de milieucategorieën 1 t/m 4.1 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat vanBedrijfsactiviteiten
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2': een bedrijf tot en met milieucategorie 4.2 bedrijven met bedrijfsactiviteiten genoemd onder de milieucategorieën 1 t/m 4.2 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat vanBedrijfsactiviteiten;
- d. ten behoeve van de bedrijven, tevens een facility-point;
- e. niet-zelfstandige kantoren;
- f. dienstverlening, waaronder opleidingsinstituten;
- g. grootschalige detailhandel;
- h. opslag ten behoeve van internetwinkels;
- i. ontsluitingen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen;
- l. windmolens;
- m. water en waterberging.
3.2 Bouwregels
Op de voor Bedrijventerrein bestemde gronden mogen ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak;
- b. een individueel bouwperceel dient voor ten minste 40% te worden bebouwd en tot ten hoogste 80%, mits er voldoende parkeerruimte op eigen terrein aanwezig is;
- c. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de hoogte die op de plankaart is aangegeven;
- d. de afstand van de bedrijfsgebouwen tot perceelsgrenzen moet ten minste bedragen 1 m;
- e. de afstand tussen de voorgevelrooilijn van gebouwen en de openbare weg mag niet minder dan 4 m bedragen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rooilijn 1 meter' waar de afstand niet minder dan 1 m mag bedragen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
- 1. maximaal 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 2. maximaal 7 m voor palen en masten;
- 3. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
- g. per bedrijfsperceel is ten hoogste 1 windmolen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 20 m;
- h. ondergronds bouwen is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan.
3.3 Nadere eisen
- a. het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering, de afmeting, dakbeëindiging, de detaillering, de kapvorm en de nokhoogte, van de in dit artikel genoemde bebouwing, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:
- 1. het realiseren van de met het plan beoogde stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit;
- 2. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
- 4. nadere eisen, als bedoeld onder a. kunnen tevens worden gesteld ten behoeve van het verkrijgen van een harmonieuze ruimtelijke opbouw van het plangebied.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van:
- a. het bepaalde in lid 3.2 onder b voor het toestaan van een hoger bebouwingspercentage tot maximaal 90% mits:
- 1. de verhoging noodzakelijk is uit oogpunt van een doelmatige bedrijfsvoering;
- 2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
- 4. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding is gewaarborgd;
- 5. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is, waarbij de parkeernormen gelden zoals in lid 3.5 onder e. weergegeven;
- b. lid 3.2, onder d. voor het dichter bouwen bij de perceelsgrens echter uitsluitend indien:
- 1. de ruimtelijke structuur, bebouwingskarakteristiek en/of gebruiksmogelijkheden niet onevenredig worden aangetast;
- 2. de brandveiligheid niet in het geding komt.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. opslag van goederen op de onbebouwde gronden is toegestaan achter de voorgevelrooilijn en met een totale stapelhoogte van ten hoogste 4 m;
- b. opslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, waarbij de afstand tot enige perceelsgrens tenminste 1 m bedraagt;
- c. inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder zijnde 'grote lawaaimakers', zoals genoemd in onderdeel D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht, zijn niet toegestaan;
- d. kantoren zijn toegestaan als niet-zelfstandig onderdeel van een bedrijf, waarbij per bedrijfskavel het kantoorgedeelte ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak bedraagt, tot een maximum van 1.000 m2;
- e. er dient voorzien te worden in voldoende parkeerplaatsen en voldoende laad- en losgelegenheid op eigen terrein. Hierbij gelden de volgende parkeernormen:
- 1. kantoren: ten minste 2,6 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak;
- 2. arbeidsintensieve bedrijven (industrie, garagebedrijf, laboratorium, werkplaats, etc.): ten minste 2,4 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak;
- 3. arbeidsextensieve bedrijven (loods, opslag, groothandel, transportbedrijf, etc.): ten minste 1,1 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak;
- 4. bedrijfsverzamelgebouw: ten minste 2,0 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak;
- 5. ten aanzien van overige bedrijfsruimte geldt een parkeernorm van 2,4 parkeerplaats per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak;
- 6. ten aanzien van dienstverlening geldt een parkeernorm van 3,6 parkeerplaats per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak.
- f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- g. bij opslag ten behoeve van internetwinkels, is het ophalen van goederen toegestaan.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van:
- a. het bepaalde in 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de van deze regels deel uitmakende Staat vanBedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de in lid 3.1 genoemde categorieën van de Staatvan Bedrijfsactiviteiten;
- b. lid 3.5, onder e. indien op een andere wijze verantwoorde wijze in het parkeren en laden en lossen kan worden voorzien en indien de brandveiligheid niet in het geding komt;
- c. lid 3.1 onder a. teneinde bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan aangeduid op de plankaart tot maximaal milieucategorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals aangeduid op de plankaart.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
- b. water en waterberging;
- c. paden en langzaamverkeersverbindingen;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals water, paden en nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op de voor Groen bestemde gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Artikel 5 Waterstaat - Waterkering
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van een waterkering, de waterbeheersing en waterlopen, alsmede secundair voor de andere op deze gronden liggende bestemmingen, voor zover zij met de bestemming waterstaatsdoeleinden secundaire waterkering (dubbelbestemming) samenvallen.
5.2 Bouwregels
Op de tot Waterstaat - Waterkering bestemde gronden mogen slechts worden gebouwd bouwwerken krachtens de in lid 5.1 genoemde bestemmingen, mits de belangen van de waterkering zich daartegen niet verzetten, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de waterkerende functie van deze gronden.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden binnen de bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning aanleg werken van het bevoegd gezag de navolgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
- a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan 10 m2;
- b. het meer dan 0,5 m ophogen of afgraven van gronden, het egaliseren van gronden, anders dan noodzakelijk is in verband met het normale gebruik van de gronden;
- c. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende installaties of apparatuur;
- d. het dempen of verleggen van waterlopen.
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien de waterkering wordt verplaatst, bescherming niet meer noodzakelijk is en zowel de beheerder van de waterkering als Gedeputeerde Staten met wijziging heeft ingestemd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Overige Regels
Op het plan zijn van toepassing de regels welke deel uitmaken van bestemmingsplan 'Kop IJsselveld'.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als Regels van het wijzigingsplan 'Wijzigingsplan Kop IJsselveld'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' van de gemeente Montfoort zijn 2 dubbelbestemmingen opgenomen:
'Waarde - Archeologie' en 'Waterstaat - Waterkering'.
Beide dubbelbestemmingen kunnen door gebruik te maken van in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden geheel of gedeeltelijk worden verwijderd. De gemeente wil deze bevoegdheden effectueren om zo de beperkingen, die voorkomen uit de dubbelbestemmingen, niet onnodig op te leggen bij het verlenen van een omgevingsvergunning.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied ligt in de gemeente Montfoort, provincie Utrecht, en maakt deel uit van het bestemmingsplangebied 'KopIJsselveld'. Kop IJsselveld ligt ingeklemd tussen het bedrijventerrein IJsselveld, de M.A. Reinaldaweg (zuidwest) en de Hollandse IJssel (zuidoost). Het gedeelte van het perceel, dat wordt gewijzigd, ligt evenwijdig aan de Hollandse IJssel (zuidoost). Het bedrijventerrein IJsselveld ligt ten westen van het woongebied van de kern Montfoort.
Figuur plangebied (bron Globespotter)
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
Het gedeelte van het perceel, dat wordt gewijzigd, maakt deel uit van het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld', vastgesteld door de gemeenteraad op 8 juli 2013. Het vigerende bestemmingsplan kent meerdere bestemmingen:
Bedrijventerrein, Groen en Water en de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie en Waterstaat - Waterkering.
Verder gelden er meerdere aanduidingen, waaronder de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'.
De dubbelbestemmingen worden, voor zover deze samenvallen met het wijzigingsgebied, geheel of gedeeltelijk verwijderd.
Figuur Plankaart bestemmingsplan Kop IJsselveld (bron www.ruimtelijkeplannen.nl)
1.4 Planvorm
Dit wijzigingsplan vormt het juridisch-planologisch kader waarbinnen de wijziging van het bestemmingsplan 'KopIJsselveld' wordt vastgelegd.
Naast deze toelichting bestaat het wijzigingsplan uit regels en een verbeelding. Het wijzigingsplan legt de wijzigingen vast, die voortkomen uit nader archeologisch onderzoek en voorgenomen wijzigingen met betrekking tot het regime van de waterkering.
1.5 Leeswijzer
Na de inleiding in dit hoofdstuk wordt in Hoofdstuk 2 een beschrijving van het project gegeven. Voor de meeste aspecten wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld. Hoofdstuk 3 betreft de juridische toelichting. Als laatste komt in Hoofdstuk 4 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het project aan de orde.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de toelichting met bijbehorende onderzoeken van het bestemmingsplan 'KopIJsselveld. De planbeschrijving en de conclusies blijven van toepassing. Voor zover hier van wordt afgeweken door de wijzigingen, wordt dit in onderstaande paragrafen toegelicht.
2.1 Omgevingsaspecten
Hieronder wordt beschreven wat de ruimtelijke gevolgen voor diverse deelaspecten kunnen zijn van het wijzigingsplan.
2.1.1 Archeologie
In het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' van de gemeente Montfoort is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die inhoudt dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk kan komen te vervallen als uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden, of het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.. In opdracht van de gemeente Montfoort is op 28 november 2013 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd. Dit archeologisch onderzoek is uitgevoerd door IDDS Archeologie en de resultaten zijn opgenomen in het IDDS Archeologie rapport 1610, welke als Bijlage 1 bij deze toelichting is gevoegd.
Vanwege het ontbreken van archeologisch relevante sporen adviseert IDDS Archeologie om het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling. Daar uit volgt, dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel kan worden verwijderd.
2.1.2 Waterparagraaf
In het plangebied van het vigerende bestemmingsplan ligt een beschermingszone van een primaire C-kering langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel . De beschermingszone is 42 meter ten noorden van de waterlijn. Echter zowel het waterschap als de provincie als de gemeente hebben de wens de status van de primaire C-kering te verlagen tot regionale kering. De wijziging van de status is onderdeel van het Deltaprogramma.
In het bestemmingsplan is de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ opgenomen over een zone van 42 meter.
Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze dubbelbestemming te kunnen verwijderen tot een zone van 16,20 meter vanaf de waterlijn. Dit betreft de breedte van een zone van een regionale waterkering. Als voorwaarde om gebruik te mogen maken van deze wijzigingsbevoegdheid is dat zowel het hoogheemraadschap als de provincie hiermee instemmen. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft besloten te anticiperen op de toekomstige wijziging van de status van de categorie C-waterkering, waaronder die van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel, zoals die in het plangebied aanwezig is.
Het college van Burgemeester en wethouders is hierover geïnformeerd per brief met kenmerk 848252_5, welke als Bijlage 2 bij deze toelichting is gevoegd.
Bij vergunningverlening zal niet worden uitgegaan van keurzones in de legger, maar van een aanzienlijk kleinere zone langs de waterkeringen waar beperkingen gelden op grond van de keur. Deze beperkingen voor de gronden die zijn gelegen in het wijzigingsplangebied worden door dit wijzigingsplan ter plaatse van de bestemming Bedrijventerrein opgeheven, omdat hier de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' wordt verwijderd. Een strook van ongeveer 16.20 m, gemeten uit de waterkant, blijft gehandhaafd. Voor het lozen van water op het oppervlaktewater blijft een WVO-vergunning (Wet Verontreiniging Oppervlaktewater) of een akkoordverklaring van het waterschap nodig.
Hoofdstuk 3 Juridische Planbeschrijving
Doordat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' vervalt, blijven alleen de overblijvende bestemmingen en de eventuele aanduidingen conform het bestemmingsplan 'KopIJsselveld intact. Het voorliggende wijzigingsplan voorziet alléén in het vervallen van de genoemde dubbelbestemming en het verwijderen van een deel van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering en maakt geen nieuwe onderliggende bestemmingen mogelijk.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Op grond van het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' dient voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden (zoals deze zijn benoemd in artikel 6.3 van de regels van het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld') op of in de gronden die zijn aangewezen met de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ een omgevingsvergunning te worden aangevraagd.
Het effect van het wijzigingsplan is dat met het verdwijnen van de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ op deze locatie, het vergunningvereiste komt te vervallen. Het wijzigingsplan zal vanwege het vervallen van het vergunningvereiste een vermindering van onnodige procedures betekenen.
Op grond van het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' dient voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden (zoals deze zijn benoemd in artikel 7.3 van de regels van het bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' ) op of in de gronden die zijn aangewezen met de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ een omgevingsvergunning te worden aangevraagd.
Het effect van het wijzigingsplan is dat met het verwijderen van de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering' voor een deel van deze locatie, het vergunningvereiste komt te vervallen. Het wijzigingsplan zal vanwege het vervallen van het vergunningvereiste voor een deel van de locatie een vermindering van onnodige procedures betekenen.
De kosten voor het plan zullen door de initiatiefnemer van het plan, de gemeente Montfoort, worden gedragen. Op basis van deze afweging is het wijzigingsplan economisch uitvoerbaar.
Een exploitatieplan is op grond van de Grondexploitatiewet niet noodzakelijk.
De kans dat (succesvol) planschadeclaims worden ingediend tegen het voorliggende plan is nihil.
Een en ander betekent dat de uitvoerbaarheid van het voorliggende wijzigingsplan niet wordt belemmerd.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
4.2.1 Vooroverleg
Het wijzigingsplan maakt deel uit van het vigerende bestemmingsplan 'Kop IJsselveld' dat in het kader van de
vaststellingsprocedure onderworpen is geweest aan het wettelijk vooroverleg. Het voorontwerpwijzigingsplan wordt voorgelegd aan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en provincie Utrecht. De volledige vooroverlegreacties zijn opgenomen in bijlage 3 en 4 van de toelichting.
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden kan instemmen met het wijzigingsplan omdat de bredere beschermingszone van de C-waterkering niet langer noodzakelijk is.
- In het plan is rekening gehouden met de waterstaatswerkzone van 16,2 m.
- Vanuit de keur blijven de oude grenzen van de beschermingszone gelden. Er moet dus nog steeds een watervergunning worden aangevraagd bij het waterschap.
- Op het uitvoeringsniveau in de vergunningverlening zal het waterschap vooruitlopen op de wijziging van de status in 2017. Dus bij het beoordelen van watervergunningsaanvragen in de beschermingszone zal de waterstaatswerkzone van de regionale waterkering worden gehanteerd.
- In de waterparagraaf in het bestemmingsplan op biz. 7 wordt gesproken over de "Hollandse IJssel"; dit dient te worden gewijzigd in "Gekanaliseerde Hollandsche IJssel". Deze aanpassing is verwerkt in de toelichting.
De Provincie Utrecht heeft op het voorliggende bestemmingsplan geen opmerkingen in het kader van het provinciaal belang zoals dat is opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening, Provincie Utrecht 2013.
4.2.2 Inspraak
Ingevolge de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure dienen alle ruimtelijke plannen te worden voorbereid met
toepassing van het in afdeling 3.4 Awb geregelde voorbereidingsprocedure. Dit betekent dat het college het wijzigingsplan zes weken ter inzage zal leggen. In deze periode kunnen belanghebbenden hun zienswijzen naar voren brengen. Hierna nemen burgemeester en wethouders een besluit over vaststelling van het wijzigingsplan en nemen daarbij ook een standpunt in met betrekking tot eventueel ingediende zienswijzen. Vervolgens wordt het vaststellingsbesluit ter inzage gelegd. Tegen het vaststellingsbesluit van burgemeester en wethouders kan door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het wijzigingsplan heeft ter inzage gelegen van 14 januari tot en met 25 februari 2015. Op het plan zijn geen zienswijzen ingebracht.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Archeologie Rapport
Bijlage 2 Brief Hoogheemraadschap
Bijlage 2 Brief Hoogheemraadschap
Bijlage 3 Vooroverlegreactie Hdsr
Bijlage 3 Vooroverlegreactie HDSR