het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Landelijk gebied, Pijnenburgerlaan 3' van de gemeente Soest.

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0342.BPLG0020-0301 met de bijbehorende regels en bijlagen.

Aan artikel 4.4 van het bestemmingsplan Landelijk gebied - met in acht name van de correctieveherziening bestemmingsplan Landelijk gebied - wordt een nieuw sub h toegevoegd, dat luidt als volgt:

'h. de gronden met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2 uitgesloten' mogen, in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1 onder a, slechts worden gebruikt ten behoeve van een gebruiksgerichte paardenhouderij.'

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
   1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van de Partiële herziening bestemmingsplan Landelijk gebied, Pijnenburgerlaan 3'.

Ter plaatse van het perceel Pijnenburgerlaan 3 in Soest is een paardenhouderij gevestigd. De huidige, vigerende bestemming Bedrijf (bestemmingsplan Landelijk gebied, vastgesteld 19 december 2013, correctieve herziening vastgesteld 18 september 2014) maakt, naast de paardenhouderij, nog andere vormen van bedrijvigheid mogelijk, namelijk bedrijven uit de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

In het verleden is een wijzigingsprocedure gevoerd voor de realisering van een binnen-rijbak ten behoeve van de gevestigde paardenhouderij. Het bouwvoornemen gaf aanleiding voor intensief overleg tussen alle betrokken partijen (gemeente, initiatiefnemer, omwonenden en belanghebbenden). Uiteindelijk heeft dit overleg er toe geleid dat er overeenstemming is bereikt over de ontwikkelingsmogelijkheden op het perceel Pijnenburgerlaan 3. De binnen-rijbak en het gebruik ten behoeve van een gebruiksgerichte paardenhouderij werd aanvaardbaar geacht; de mogelijkheid om ook bedrijven uit de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toe te staan is bij nader inzien niet gewenst.

Het wijzigingsplan is inmiddels vastgesteld (17 februari 2015) en onherroepelijk. Met deze partiële herziening worden de gemaakte afspraken met betrekking tot de overige bedrijfsactiviteiten vertaald in een juridisch bindende regeling.

De partiële herziening heeft tot gevolg dat de mogelijkheden om de paardenhouderij te wijzigen in een bedrijf met een milieucategorie 1 of 2 komen te vervallen. Dit betekent in zijn algemeenheid dat hierdoor geen negatieve ruimtelijke consequenties zijn te verwachten. De paardenhouderij kan immers als een bestaande activiteit worden aangemerkt en omschakeling naar een andersoortig bedrijf is niet langer mogelijk.

Ter plaatse van het perceel Pijnenburgerlaan 3 vigeert de bestemming Bedrijf, zoals opgenomen in artikel 4 van het bestemmingsplan Landelijk gebied. De bestemmingsomschrijving in artikel 4.1 en de nadere regels omtrent het gebruik zoals opgenomen in artikel 4.4 vormen tezamen de regels met betrekking tot het toelaatbare gebruik. In artikel 4.1 is opgenomen, voor zover voor Pijnenburgerlaan 3 relevant, dat het gebruik ten behoeve van gebruiksgerichte paardenhouderij en bedrijven uit de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, is toegestaan. Door een aanvulling van de specifieke gebruiksregels kan worden bepaald dat voor het perceel Pijnenburgerlaan 3 het gebruik ten behoeve van categorie 1 en 2 bedrijven niet wordt toegestaan. Voor het overige blijft het moederplan en de daarop volgende correctieve herziening, onverkort van toepassing.

Om verwarring omtrent adressering te voorkomen wordt voor het perceel Pijnenburgerlaan 3 een aanduiding opgenomen waaraan de gebruiksregel wordt gekoppeld. Op de verbeelding is het perceel met de aanduiding binnen de plangrens opgenomen. De bestemmingen en aanduiding uit het moederplan blijven daarmee in stand; de aanduiding wordt toegevoegd.

Tot slot wordt aan de regels een overgangsbepaling toegevoegd. Op basis van jurisprudentie moet ook een herziening als bestemmingsplan worden aangemerkt en dus geldt hiervoor ook de verplichting van het opnemen van overgangsrecht op basis van Bro.

De herziening heeft ter inzage gelegen in de periode van donderdag 16 februari 2017 tot 29 maart 2017. Er zijn geen zienswijzen ingediend. De provincie heeft aangegeven geen opmerkingen op het plan te hebben.

De herziening is op 29 juni 2017 vastgesteld met een correctie van de opgenomen verwijzing in artikel 2 naar de correctieve herziening van het plan Landeljk gebied.