Soesterberg Noord, kamer 2 - voormalig Elma-terrein
Bestemmingsplan - Gemeente Soest
Vastgesteld op 21-09-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Soesterberg Noord, kamer 2 - voormalig Elma-terrein van de gemeente Soest.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0342.BPSTB0033-0301 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aaneengebouwd:
bebouwing waarbij het hoofdgebouw onderdeel uitmaakt van (een rij van) minimaal drie hoofdgebouwen, die minimaal aan één zijde met het naastgelegen hoofdgebouw zijn verbonden.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar -ingevolge de regels- regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 achtergevel:
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.7 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.8 archeologisch deskundige:
de gemeentelijke archeoloog of een andere door Burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie.
1.9 archeologisch onderzoek:
onderzoek verricht door de gemeente Soest of namens de gemeente Soest door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 van de Monumentenwet 1988 en werkend volgens de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
1.10 archeologisch verwachtingsgebied:
terrein dat op basis van de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart van de gemeente Soest op de verbeelding is aangeduid als gebied met lage, dan wel middelmatige of onbekende, dan wel hoge archeologische verwachting.
1.11 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.12 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
1.13 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende activiteiten.
1.14 bedrijf-aan-huis:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door de hoofdbewoner, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, alsmede handelsactiviteiten via internetwinkels, waarvan de omvang zodanig is dat de activiteit in een woning en/of de daarbij behorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
1.15 begane grondbouwlaag:
de eerste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
1.16 beroep-aan-huis:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of de daarbij behorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend of beroepsmatig verleend door de hoofdbewoner.
1.17 bestaand:
bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het Chw ontwerpbestemmingsplan-plus met verbrede reikwijdte.
1.18 bestemmingsgrens:
de grens van het bestemmingsvlak.
1.19 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming.
1.20 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.21 bouwgrens:
een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak.
1.22 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
1.23 bouwperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.26 buitenruimte:
ruimte behorende bij een woning, zoals een tuin of een balkon.
1.27 bijbehorende bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.28 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen.
1.29 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.30 geluidsluwe gevel:
een gevel waarvan de geluidsbelasting ten gevolge van elk van de afzonderlijk te onderscheiden bronnen op grond van de Wet geluidhinder niet hoger is dan de voorkeurgrenswaarde die voor elk van de te onderscheiden geluidsbronnen geldt, en waarvan tevens de geluidsbelasting vanwege 30 km-wegen niet hoger is dan 48 dB(A) (inclusief 5 dB aftrek naar analogie met artikel 110 Wet geluidhinder), alsmede de geluidsbelasting vanwege inrichtingen als bedoeld in artikel 1.1 lid 3 van de Wet milieubeheer niet hoger is dan 50 dB(A).
1.31 geluidsgevoelig object:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
1.32 gemeentelijke parkeernorm:
de parkeernormen, zoals vastgelegd in de ‘Nota parkeernormen auto en fiets’ (3e herziening) vastgesteld door de Gemeenteraad d.d. 14 oktober 2021. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
1.33 gestapelde woning:
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat.
1.34 halfvrijstaande woning:
een woning van het type twee-aaneen gebouwd.
1.35 hoofdbewoner:
degene die in de gemeentelijke basisadministratie als zodanig voor het betreffende adres vermeld staat, alsmede de personen die deel uitmaken van zijn/haar huishouden.
1.36 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.37 horeca:
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- 1. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- 2. het verstrekken van nachtverblijf;
- 3. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
tot horeca worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
1.38 huishouden:
de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:
- a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
- b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen: 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning.
1.39 kelder:
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen.
1.40 peil:
- a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, vermeerderd met 5 centimeter;
- b. in andere gevallen: de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan aanwezige hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein, vermeerderd met 5 centimeter, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.
1.41 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.42 straatmeubilair:
meubilair dat langs de openbare weg staat zoals lantaarnpalen, banken en afvalbakken.
1.43 verbeelding:
de kaart met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen alsmede de aanduidingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
1.44 vlak:
een geografisch bepaald gebied.
1.45 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.46 waardevolle archeologische laag:
de grondlaag in de bodem waarin de archeologische waarden zijn te verwachten.
1.47 wonen:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.48 woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor niet meer dan één huishouden.
1.49 woonhuis:
een gebouw dat één grondgebonden woning omvat.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Meetregels
- a. afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens: de kortste afstand van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsgrens;
- b. afstand tussen gebouwen: de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
- c. de bruto vloeroppervlakte van een gebouw: gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;
- d. de netto vloeroppervlakte van een gebouw: binnen de afgewerkte omtrekwanden, onder aftrek van de in de ruimte uitspringende onderdelen van het gebouw, zoals schoorsteenstoelen, kanalen en kasten, doch zonder aftrek van plinten en vast meubilair, zoals aanrechten en verwarmingslichamen; de vloeroppervlakte van een verdieping, waarboven minder dan 1,5 meter hoogte aanwezig is, wordt buiten beschouwing gelaten;
- e. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- f. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Indien het terrein voor en achter het bouwwerk niet even hoog ligt, wordt de goothoogte gemeten aan de voorgevel; voor de achtergevel liggen in dat geval de goothoogten op dezelfde werkelijke hoogte als bij de voorgevel. Indien de voorgevel wordt uitgevoerd als opgaande topgevel, gelden de goothoogten voor de zijgevels. Zij worden gemeten uit het terrein, aanliggende aan de voorgevel;
- g. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- h. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- i. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- j. de verticale bouwdiepte van een bouwwerk: vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
- k. de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.2 Aanvullende meetregels
Bij het meten gelden de volgende aanvullende regels:
- a. ondergeschikte bouwonderdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt;
- b. relatie: indien op de verbeelding twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, dan worden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels aangemerkt als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
Artikel 3 Geluidbelasting Vanwege Een Bedrijf
De geluidbelasting vanwege een bedrijf wordt bepaald in overeenstemming met de 'Handleiding meten- en rekenen industrielawaai 1999'.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Woongebied
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, met daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- b. al dan niet met een beroep of bedrijf aan huis;
- c. tuinen en erven;
- d. groen en groenvoorzieningen;
- e. wegen, paden en (ondergrondse) parkeervoorzieningen met bijbehorende ontsluitingsverhardingen;
- f. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder opslagbuffers voor hergebruik van regenwater, huishoudelijk afvalwater en infiltratievoorzieningen;
- g. bij de bestemming behorende overige voorzieningen, zoals, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, geluidsvoorzieningen, verblijfsgebieden en straatmeubilair, waaronder wordt mede begrepen (ondergrondse) containers voor vuil- en/of glasinzameling en daarmee vergelijkbare afvalstoffen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximale goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken zoals bedoeld in 4.2.2 onder c, op voorwaarde dat het bijbehorend bouwwerk passend is in het stedenbouwkundig bebouwingsbeeld, waarbij in het bijzonder rekening gehouden wordt met:
- a. de aansluiting op de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
- b. de mate waarin de kapvorm en dakhellingen van het bijbehorend bouwwerk en het hoofdgebouw overeenkomen;
- c. de verhouding met de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw.
4.4 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders van Soest zijn, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, bestaande waardevolle bomen, openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.
4.5 Voorwaardelijke verplichting woningdifferentiatie
Ten minste 20% van het totaal aantal wooneenheden binnen de bestemming 'Woongebied' dient te bestaan uit sociale huur, middenhuur en/of sociale koop conform het bepaalde in de 'Doelgroepenverordening gemeente Soest 2021' zoals vastgesteld op 14 oktober 2021 of diens rechtsopvolger.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.7 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. Voor het parkeren dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen conform de ‘Nota parkeernormen auto en fiets' (4e herziening) d.d. 14 oktober 2021. Indien deze beleidsregel gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
- b. Het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken dient functioneel ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw, dus te gebruiken voor functies zoals garage, stalling, hobbyruimte, bergruimte, kas, huisdierenverblijf, en voor een aan huis gebonden bedrijf of beroep;
- c. Hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, met dien verstande dat:
- 1. de woonfunctie daardoor niet mag worden verdrongen en maximaal 50 m2 van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken voor de bedoelde activiteiten mag worden gebruikt;
- 2. het beroep- of bedrijf aan huis door de hoofdbewoner wordt uitgeoefend;
- 3. in het kader van een beroep of bedrijf aan huis mogen maximaal 2 personen in de woning werkzaam zijn;
- 4. uitsluitend bedrijfs- of beroepsactiviteiten zijn toegestaan die worden aangeduid met 'A' in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis' in bijlage 2, dan wel bedrijfs- of beroepsactiviteiten die niet als inrichting zijn aangewezen als bedoeld in artikel 1.1 derde lid Wet milieubeheer;
- 5. er geen horeca of detailhandel wordt uitgeoefend, met uitzondering van beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
- 6. voor het parkeren moet er voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen worden gerealiseerd conform de 'Nota parkeernormen auto en fiets' (4e herziening) d.d. 14 oktober 2021' van de gemeente Soest of diens rechtsopvolger;
- 7. door de bedrijvigheid geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat, behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in het openbaar gebied rond de betreffende kleinschalige bedrijvigheid mogen plaatsvinden;
- 8. er geen reclame wordt gemaakt aan of bij het pand, met uitzondering van een klein bord, met een maximale oppervlakte van 0,5 m2, voor de mededeling van het beroep, de openingstijden etc.;
- 9. er geen buitenopslag mag plaatsvinden.
Artikel 5 Waarde - Archeologie Lage Verwachting
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie Lage verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een gebied met middelhoge archeologische verwachtingswaarde, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - Lage verwachting' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - archeologie lage verwachting' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering
- a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels in artikel 8 zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
- b. Het bepaalde in lid 7.1 onder a. geldt niet voor bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
8.1 Gebruik van gronden en bouwwerken
Onverminderd het bepaalde in artikel 12 (Overgangsrecht) is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemmingen.
8.2 Verboden gebruik
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, tenzij dit gebruik als zodanig uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens het plan;
- b. het gebruik van onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, en als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met de verwerkelijking of het beheer van de bestemming.
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
9.1 Milieuzone
9.2 Geluidzone - weg cumulatie
- a. De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – weg cumulatie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbelasting van de weg;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg cumulatie' mogen, in afwijking van het hoofdstuk 'Bestemmingsregels', voor zover de voorkeursgrenswaarde van 48 dB Lden (inclusief 5 dB aftrek) wordt overschreden, geen nieuwe woningen of andere geluidgevoelige objecten worden gebouwd of in gebruik worden genomen, tenzij de nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige objecten worden voorzien van minimaal één geluidsluwe gevel;
- c. gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten gelegen ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone – weg cumulatie, dienen, voor zover de voorkeursgrenswaarde van 48 dB Lden (inclusief 5 dB aftrek) wordt overschreden, te worden gebouwd met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die gevel (bepaald zónder de toepassing van de 5 dB aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder) en 33 dB;
- d. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder b ten behoeve van de verplichting woningen te voorzien van tenminste één geluidluwe gevel, mits:
- 1. de realisatie van één geluidsluwe gevel aantoonbaar – mede vanwege stedenbouwkundige uitgangspunten – niet mogelijk is;
- 2. het ontbreken van een geluidsluwe gevel wordt gecompenseerd door bijvoorbeeld een afsluitbaar balkon (koude serre), een gezamenlijke (niet openbare) geluidsluwe buitenruimte (binnentuin).
9.3 Luchtvaartverkeerzone
- a. ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone' gelden, in aanvulling op de regels in de andere daar voorkomende bestemming(en), beperkingen van de bouwhoogte.
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Afwijken
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan mits dit stedenbouwkundig acceptabel wordt geacht:
- a. voor het overschrijden van bouwgrenzen, mits de overschrijding niet meer dan 2,00 meter bedraagt;
- b. voor het overschrijden van voorgeschreven maten en percentages tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages;
- c. voor het toestaan van bijzondere dakvormen;
- d. voor het bouwen van portieken, liftschachten en stedenbouwkundige accenten;
- e. voor de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken bij een woning voor de stalling van scootmobielen of daaraan gelijk te stellen vervoersmiddelen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3,00 m en de oppervlakte niet meer dan 10 m2 mag bedragen;
- f. voor het plaatsen van beeldende kunstwerken met een maximale bouwhoogte van 5,00 m.
10.2 Criteria
Er wordt niet afgeweken als bedoeld in lid 10.1, indien daardoor afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
11.1 Overschrijding van bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de begrenzing van bestemmings- en bouwvlakken wijzigen, zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij de wijziging betrokken vlakken en zones niet meer dan 20% wordt verkleind of vergroot.
11.2 Wijzigingen van Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uit makende Staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 1 alsmede de Staat van bedrijfsactiviteiten – aan huis als opgenomen in bijlage 2 wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven.
11.3 Wijzigen van beleidsnota 'Parkeernormen auto en fiets'
Burgemeester en wethouders kunnen voor het toepassen van de gemeentelijke parkeernorm het bestemmingsplan wijzigen voor zover dit nodig is in verband met een nieuwe door de gemeenteraad vastgestelde 'Nota parkeernormen auto en fiets'.
11.4 Wijzigen van de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart
Burgemeester en wethouders kunnen voor het toepassen van de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart het bestemmingsplan wijzigen voor zover dit nodig is in verband met:
- a. een nieuwe door de gemeenteraad vastgestelde Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart, dan wel;
- b. een door Burgemeester en wethouders vastgestelde wijziging van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie Lage verwachting, zodanig, dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgraving, daartoe aanleiding geeft.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 12.1.a met maximaal 10%;
- c. Het bepaalde in lid 12.1.a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
12.2 overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 12.2.a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 12.2.a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. Het bepaalde in lid 12.2.a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan;
- e. Het bepaalde onder 12.2.a t/m d is niet van toepassing voorzover uit de Richtlijnen 97/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van het ten tijde van de inwerkingtreding van een bestemmingsplan bestaande gebruik.
12.3 hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen Burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Chw bestemmingsplan 'Soesterberg Noord, kamer 2 - voormalig Elma-terrein'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Aan Huis
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai, Kuipercompagnons, D.d. 4 September 2021
Bijlage 1 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai, KuiperCompagnons, d.d. 4 september 2021
Bijlage 2 Aerius Berekening, Uitgevoerd Door Kuipercompanons, D.d. 15 November 2022
Bijlage 2 Aerius berekening, uitgevoerd door KuiperCompanons, d.d. 15 november 2022
Bijlage 3 Flora- En Faunaonderzoek Batenburgweg Soesterberg, Abo-milieuconsult, D.d. 18 Maart 2020
Bijlage 3 Flora- en faunaonderzoek Batenburgweg Soesterberg, ABO-milieuconsult, d.d. 18 maart 2020
Bijlage 4 Digitale Watertoets, D.d. 28 April 2020
Bijlage 4 Digitale watertoets, d.d. 28 april 2020
Bijlage 5 Onderzoek Conventionele Explosieven, Beobom, D.d. 10 April 2020
Bijlage 5 Onderzoek conventionele explosieven, BeoBom, d.d. 10 april 2020
Bijlage 6 Nader Onderzoek Vleermuizen, Abo-milieuconsult Bv, D.d. 6 Oktober 2020
Bijlage 6 Nader onderzoek vleermuizen, ABO-Milieuconsult BV, d.d. 6 oktober 2020
Bijlage 7 Aanmeldnotitie Mer-beoordeling, Kuipercompagnons, D.d. 8 Januari 2021
Bijlage 7 Aanmeldnotitie MER-beoordeling, KuiperCompagnons, d.d. 8 januari 2021
Bijlage 8 Actualiserend Bodemonderzoek, Hopman En Peters, D.d. 19 Maart 2021
Bijlage 8 Actualiserend bodemonderzoek, Hopman en Peters, d.d. 19 maart 2021
Bijlage 9 Eindsituatie Bodemonderzoek, Hopman En Peters, D.d. 19 Mei 2021
Bijlage 9 Eindsituatie bodemonderzoek, Hopman en Peters, d.d. 19 mei 2021
Bijlage 10 Beoordeling Briefrapport Conv. Explosieven, Expload, D.d. 12 April 2021
Bijlage 10 Beoordeling briefrapport conv. explosieven, Expload, d.d. 12 april 2021
Bijlage 11 Risicoanalyse Ontplofbare Oorlogsresten, Beobom, D.d. 13 Oktober 2021
Bijlage 11 Risicoanalyse ontplofbare oorlogsresten, BeoBom, d.d. 13 oktober 2021
Bijlage 12 Bomeneffectanalyse, Id Verde, D.d. 2 Augustus 2021
Bijlage 12 Bomeneffectanalyse, ID Verde, d.d. 2 augustus 2021
Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek Batenburgweg 7, Lbp Sight, 8 Februari 2021
Bijlage 13 Akoestisch onderzoek Batenburgweg 7, LBP Sight, 8 februari 2021