Tweede Partiële Herziening Balkon-Zuid
Bestemmingsplan - gemeente Veenendaal
Vastgesteld op 26-11-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan 2e Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid met identificatienummer NL.IMRO.0345.2PHBalkonZuid-vg01 van de gemeente Veenendaal
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 verbeelding:
de verbeelding van het bestemmingsplan 2e Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0345.2PHBalkonZuid-vg01, waarbij gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan GBKN-2014;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken;
1.7 bestaande oppervlakte:
oppervlakte die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan is, zal of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens een vergunning;
1.8 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.9 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.10 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.11 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.12 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.13 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.14 bouwperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.15 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten;
1.16 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.17 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.18 hoofdgebouw:
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.19 hoofdontsluitingsweg
een weg die in hoofdzaak is gericht op enerzijds het verzamelen van verkeer van en anderzijds het verdelen van het verkeer over een aantal interne ontsluitingswegen in een bepaald gebied;
1.20 overig bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.21 pand:
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.22 vlonder
een langs een oever gelegen bouwwerk dat bestaat uit een vloerconstructie.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
de kortste afstand tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op het bouwperceel voorkomende of nog te bouwen gebouw, met dien verstande dat ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm niet worden meegerekend;
2.2 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.6 de hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2a Van toepassing zijnde regels
2a.1 regels bestemmingsplan Balkon Zuid
De regels van het bestemmingsplan Balkon Zuid met identificatienummer NL.IMRO.0345.BPBalkonZuid zijn onverminderd van toepassing op dit plan.
2a.2 herzieningsregels
In afwijking van het bepaalde onder a wordt het bestemmingsplan Balkon Zuid met identificatiecode NL.IMRO.0345.BPBalkonZuid als volgt herzien:
2a.2.1 herziening artikel 4 Groen - 2 bestemmingsplan Balkon Zuid
a. In artikel 4 Groen 2 wordt aan lid 4.1 de volgende subleden toegevoegd:
d. terrassen van maximaal 100 m2 uitsluitend ten dienste van woningen met de bestemming Wonen - A, Wonen - B, Wonen - C en Wonen - D;
e. vlonders uitsluitend ten dienste van woningen met de bestemming Wonen - A, Wonen - B, Wonen - C en Wonen - D.
b. lid 4.2 wordt vervangen door:
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen met uitzondering van vlonders, geen gebouwen, en geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de vlonders gelden de volgende regels:
- a. de vlonder is uitsluitend toegestaan op eigen terrein;
- b. per woning maximaal één vlonder;
- c. de vlonder maximaal 0,5 m boven de bestemming Water mag uitsteken;
- d. de vlonder maximaal 2,5 m diep is;
- e. de vlonder maximaal 5 m lang is;
- f. de vlonder mag, inclusief de oppervlakte binnen de bestemming Water, maximaal 15 m2 zijn;
- g. minimaal 50 cm hoogteverschil zit tussen onderkant vlonder en waterpeil (zomerpeil is maatgevend);
2a.2.1 herziening artikel 6 Water bestemmingsplan Balkon Zuid
- a. In artikel 6 Water wordt aan lid 6.1 het volgende sublid toegevoegd: h. vlonders uitsluitend ten dienste van woningen met de bestemming Wonen - A , Wonen - B, Wonen - C en Wonen - D.
- b. In artikel 6 Water wordt aan sublid 6.2.2 de volgende subleden toegevoegd:
b. vlonders zijn uitsluitend toegestaan ter plaatste van de bestemmingsgrens van de bestemming Wonen - A, Wonen - B, Wonen - C en Wonen -D.
c. Voor het bouwen van de vlonders gelden de volgende regels:
- a. de vlonder is uitsluitend toegestaan op eigen terrein;
- b. per woning maximaal één vlonder;
- c. de vlonder maximaal 0,5 m boven de bestemming Water mag uitsteken;
- d. de vlonder maximaal 2,5 m diep is;
- e. de vlonder maximaal 5 m lang is;
- f. de oppervlakte per vlonder mag, inclusief de oppervlakte binnen de bestemming Wonen - A, Wonen - B, Wonen - C en Wonen - D, maximaal 15 m2 zijn;
- g. minimaal 50 cm hoogteverschil zit tussen onderkant vlonder en waterpeil (zomerpeil is maatgevend);
c. Lid 6.2.2 sub b wordt sub d.
2a.2.2 herziening artikel 7 Wonen - A bestemmingsplan Balkon Zuid
- a. Aan artikel 7 Wonen - A , lid 7.1, sub a wordt voor "aangegeven" toegevoegd: "op de verbeelding" en "bouwvlak" wordt vervangen door "bestemmingsvlak".
- b. Aan sublid 7.2.1 wordt het volgende sub toegevoegd: "erfafscheidingen zijn niet toegestaan".
- c. Sublid 7.2.1 sub 2 en 3 vervallen.
- d. Sublid 7.2.1 sub 4 wordt vervangen door:"Ondergrondse en halfverdiepte ruimtes, zoals een kelder, zijn toegestaan onder de woning mits niet van buitenaf bereikbaar."
- e. Sublid 7.2.1 sub 5 wordt sublid 7.2.1 sub 3.
- f. Aan sublid 7.2.2 onder a "Woningen" wordt aan sub a het volgende toegevoegd: met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm.
- g. Aan sublid 7.2.2 onder a "Woningen" wordt na sub a het volgende sublid toegevoegd: "binnen het bouwvlak mag maximaal het op de verbeelding met een maatvoeringsaanduiding aangegeven aantal woningen worden gebouwd".
- h. In sublid 7.2.2 onder a "Woningen", sub c wordt "bebouwing" vervangen door "woningen".
- i. Aan sublid 7.2.2 onder a "Woningen", sub c wordt toegevoegd: "Woningen gelegen aan de hoofdontsluitingsweg moeten georiënteerd zijn op de hoofdontsluitingsweg. En woningen gelegen aan de Dragonderweg moeten georiënteerd zijn op de Dragonderweg."
- j. In sublid 7.2.2 onder a "Woningen", wordt sub d geschrapt.
- k. In sublid 7.2.2 onder a "woningen", wordt sub b, sub c en sub c wordt sub d.
- l. In de tabel van sublid 7.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt de eis van een minimale goothoogte van 3 m geschrapt.
- m. In de tabel van sublid 7.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt toegevoegd: de dakhelling, minimaal 15 o en maximaal 52o;
- n. In de tabel van sublid 7.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt "afstand tot de weg" vervangen door: "afstand tot de hoofdontsluitingsweg voor woningen gelegen aan de hoofdontsluitingsweg". De minimale afstand van 10 m wordt geschrapt.
- o. Aan de tabel van sublid 7.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt toegevoegd: "afstand tot de Dragonderweg voor woningen gelegen aan de Dragonderweg" en "maximaal 20 m".
- p. Sublid 7.2.2 onder b "Aan- en uitbouwen en bijgebouwen" sub a wordt vervangen door: met uitzondering van het bepaalde in sub b ten aanzien van 'aan- en uitbouwen aan de voorzijde' en ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm, mogen aan - en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
- q. Aan sublid 7.2.2 onder b "Aan - en uitbouwen en bijgebouwen" sub c wordt toegevoegd: "tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan 50 m2, dan geldt de bestaande oppervlakte."
- r. In de tabel van sublid 7.2.3 sub a wordt de bouwhoogte van de pergola's vervangen door: "maximaal tot de eerste verdiepingsvloer".
- s. In de tabel van sublid 7.2.3 sub a wordt de maatvoering van de vlonders vervangen door:
- maximaal 2,5 m diep
- maximaal 5 m lang
- maximaal een oppervlakte van 15 m2 (inclusief de oppervlakte vlonder binnen de bestemming Water)
- minimaal 50 cm hoogteverschil zit tussen onderkant vlonder en waterpeil (zomerpeil is maatgevend)
- t. Aan sublid 7.2.3 wordt na sub b het volgende sub c toegevoegd: "Per woning mag één vlonder worden gerealiseerd."
- u. Aan lid 7.3 wordt het volgende sublid toegevoegd:
Voorwaardelijke verplichting parkeerplaatsen
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 1. er dient bij de aanvraag te worden aangetoond dat, indien de omvang en het beoogde gebruik van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte word aangebracht op het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
- 2. aan de in lid 1 bedoelde voorwaarde wordt voldaan indien de bedoelde aanvraag voor omgevingsvergunning voldoet aan het parkeernormenbeleid zoals geldend ten tijde van de indiening van de aanvraag.
- 3. de in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
- a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m bedragen bij haaksparkeren;
- b. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,0 m bij 6,00 m bedragen bij langsparkeren;
- c. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m¹ bedragen.
- 4. Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
- a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
2a.2.3 herziening artikel 8 Wonen - B bestemmingsplan Balkon Zuid
- a. Aan artikel 8 Wonen - B, lid 8.1, sub a wordt voor "aangegeven" toegevoegd: "op de verbeelding" en "bouwvlak" wordt vervangen door "bestemmingsvlak".
- b. Aan sublid 8.2.1 wordt het volgende sub toegevoegd: "erfafscheidingen zijn niet toegestaan".
- c. Sublid 8.2.1 sub 2 en 3 vervallen.
- d. Sublid 8.2.1 sub 4 wordt vervangen door:"Ondergrondse en halfverdiepte ruimtes, zoals een kelder, zijn toegestaan onder de woning mits niet van buitenaf bereikbaar."
- e. Sublid 8.2.1 sub 5 wordt sublid 8.2.1 sub 3.
- f. Aan sublid 8.2.2 onder a "Woningen" wordt aan sub a het volgende toegevoegd: ,met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm.
- g. Aan sublid 8.2.2 onder a "Woningen" wordt na sub a het volgende sub toegevoegd: "binnen het bouwvlak mag maximaal het op de verbeelding met een maatvoeringsaanduiding aangegeven aantal woningen worden gebouwd".
- h. In sublid 8.2.2 onder a "Woningen", sub c wordt "bebouwing" vervangen door "woningen".
- i. Aan sublid 8.2.2 onder a "Woningen", sub c wordt toegevoegd: "woningen gelegen aan de hoofdontsluitingsweg moeten georienteerd zijn op de hoofdontsluitingsweg."
- j. In sublid 8.2.2 onder a "Woningen", wordt sub d geschrapt.
- k. In sublid 8.2.2 onder a "woningen", wordt sub b, sub c en sub c wordt sub d.
- l. In de tabel van sublid 8.2.2. onder a "Woningen", sub f wordt toegevoegd: de dakhelling, minimaal 15 o en maximaal 52o;
- m. In de tabel van sublid 8.2.2. onder a "Woningen", sub f wordt "afstand tot de weg" vervangen door: afstand tot de hoofdontsluitingsweg voor woningen gelegen aan de hoofdontsluitingsweg". De minimale afstand van 5 m wordt geschrapt.
- n. Sublid 8.2.2 onder b "Aan- en uitbouwen en bijgebouwen" sub a wordt vervangen door: met uitzondering van het bepaalde in sub b ten aanzien van 'aan- en uitbouwen aan de voorzijde' en ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm, mogen aan - en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
- o. Aan sublid 8.2.2. onder b "Aan - en uitbouwen en bijgebouwen" sub c wordt toegevoegd: "tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan 50 m2, dan geldt de bestaande oppervlakte."
- p. In de tabel van sublid 8.2.3 sub a wordt de bouwhoogte van de pergola's vervangen door: "maximaal tot de eerste verdiepingsvloer".
- q. In de tabel van sublid 8.2.3 sub a wordt de maatvoering van de vlonders vervangen door:
- maximaal 2,5 diep
- maximaal 5 m lang
- maximaal een oppervlakte van 15 m2 (inclusief de oppervlakte vlonder binnen de bestemming Water)
- minimaal 50 cm hoogteverschil zit tussen onderkant vlonder en waterpeil (zomerpeil is maatgevend)
- r. Aan sublid 8.2.3 wordt na sub b het volgende sub c toegevoegd: "Per woning mag één vlonder worden gerealiseerd."
- s. Aan lid 8.3 wordt het volgende sublid toegevoegd:
Voorwaardelijke verplichting parkeerplaatsen
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 1. er dient bij de aanvraag te worden aangetoond dat, indien de omvang en het beoogde gebruik van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte word aangebracht op het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
- 2. aan de in lid 1 bedoelde voorwaarde wordt voldaan indien de bedoelde aanvraag voor omgevingsvergunning voldoet aan het parkeernormenbeleid zoals geldend ten tijde van de indiening van de aanvraag.
- 3. de in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
- a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m bedragen bij haaksparkeren;
- b. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,0 m bij 6,00 m bedragen bij langsparkeren;
- c. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m¹ bedragen.
- 4. Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
- a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
2a.2.4 herziening artikel 9 Wonen - C
- a. Aan artikel 9 Wonen - C, lid 9.1, sub a wordt voor "aangegeven" toegevoegd: "op de verbeelding" en "bouwvlak" wordt vervangen door "bestemmingsvlak".
- b. Aan sublid 9.2.1 wordt het volgende sub toegevoegd: "erfafscheiding zijn niet toegestaan".
- c. Sublid 9.2.1 sub 2 en 3 vervallen.
- d. Sublid 9.2.1 sub 4 wordt vervangen door:"Ondergrondse en halfverdiepte ruimtes, zoals een kelder, zijn toegestaan onder de woning mits niet van buitenaf bereikbaar."
- e. Sublid 9.2.1 sub 5 wordt sublid 9.2.1 sub 3.
- f. Aan sublid 9.2.2 onder a "Woningen" wordt aan sub a het volgende toegevoegd: met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm.
- g. Aan sublid 9.2.2 onder a "Woningen" wordt na sub a het volgende sub toegevoegd: "binnen het bouwvlak mag maximaal het op de verbeelding met een maatvoeringsaanduiding aangegeven aantal woningen worden gebouwd".
- h. In sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub c wordt "bebouwing" vervangen door "woningen".
- i. Aan sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub c wordt toegevoegd: "woningen gelegen aan de hoofdontsluitingsweg moeten georienteerd zijn op de hoofdontsluitingsweg".
- j. In sublid 9.2.2 onder a "Woningen", wordt sub d geschrapt.
- k. In de tabel van sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt "minimaal 1/4 van de oppervlakte van de begane grond" vervangen door "minimaal 1/3 van de oppervlakte van de begane grond" en "maximaal 1/2 van de oppervlakte van de begane grond" wordt vervangen door "maximaal 2/3 van de oppervlakte van de begane grond".
- l. In de tabel van sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt toegevoegd: de dakhelling van de tweede bouwlaag, minimaal 15 o en maximaal 52o;
- m. In de tabel van sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt "afstand tot de weg (voor woningen die zijn gelegen aan de hoofdontsluitingsweg)" vervangen door: "afstand tot de hoofdontsluitingsweg voor woningen gelegen aan de hoofdontsluitingsweg". De minimale afstand van 5 m wordt geschrapt.
- n. In de tabel van sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt de "afstand tot de achterste perceelsgrens of tot De Groene Grens" vervangen door "afstand tot De Groene Grens".
- o. Aan de tabel van sublid 9.2.2 onder a "Woningen", sub f wordt toegevoegd: afstand tot de achterste perceelsgrens tenzij op de verbeelding ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding "minimale afstand tot de achterste perceelsgrens" anders aangegeven, minimaal 5 m".
- p. Sublid 9.2.2 onder b "Aan- en uitbouwen en bijgebouwen" sub a wordt vervangen door: met uitzondering van het bepaalde in sub b ten aanzien van 'aan- en uitbouwen aan de voorzijde' en ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken en dakgoten van maximaal 30 cm, mogen aan - en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
- q. In de tabel van sublid 9.2.2 onder b "Aan- en uitbouwen en bijgebouwen", sub b wordt de "afstand tot de achterste perceelsgrens of tot De Groene Grens" vervangen door "afstand tot De Groene Grens".
- r. Aan de tabel van sublid 9.2.2 onder b "Aan- en uitbouwen en bijgebouwen", sub b wordt toegevoegd: afstand tot de achterste perceelsgrens tenzij op de verbeelding ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding "minimale afstand tot de achterste perceelsgrens" anders aangegeven, minimaal 5 m".
- s. Aan sublid 9.2.2. onder b "Aan - en uitbouwen en bijgebouwen" sub c wordt toegevoegd: "tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan 50 m2, dan geldt de bestaande oppervlakte."
- t. In de tabel van sublid 9.2.3 sub 1. wordt de bouwhoogte van de pergola's vervangen door: "maximaal tot de eerste verdiepingsvloer".
- u. In de tabel van sublid 9.2.3 sub 1 worden de volgende maatvoeringseisen voor vlonders toegevoegd: - de vlonder is uitsluitend toegestaan op eigen terrein;
- per woning maximaal één vlonder;
- maximaal 2,5 m diep;
- maximaal 5 m lang;
- oppervlakte van maximaal 15 m2 (inclusief de oppervlakte vlonder binnen de bestemming Water);
- minimaal 50 cm hoogteverschil zit tussen onderkant vlonder en waterpeil (zomerpeil is maatgevend);
- v. Aan sublid 9.2.3 worden de volgende subleden toegvoegd:
- De vlonder, als bedoeld onder a, mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gesitueerd.
- Per woning mag maximaal één vlonder worden gerealiseerd.
- w. Aan lid 9.3 wordt het volgende sublid toegevoegd:
Voorwaardelijke verplichting parkeerplaatsen
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 1. er dient bij de aanvraag te worden aangetoond dat, indien de omvang en het beoogde gebruik van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte word aangebracht op het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
- 2. aan de in lid 1 bedoelde voorwaarde wordt voldaan indien de bedoelde aanvraag voor omgevingsvergunning voldoet aan het parkeernormenbeleid zoals geldend ten tijde van de indiening van de aanvraag.
- 3. de in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
- a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m bedragen bij haaksparkeren;
- b. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,0 m bij 6,00 m bedragen bij langsparkeren;
- c. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m¹ bedragen.
- 4. Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
- a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
4.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 2e Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Veenendaal
d.d. 26 november 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan 2e Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid
Mij bekend,
de griffier.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
1.1.1 Aanleiding
In de nota 'Interprovinciale Structuurvisie Ede-Veenendaal' (ISEV, augustus 1994) is de realisatie van woningbouw in Veenendaal-oost gekoppeld aan de inrichting van een natuurontwikkelingszone direct ten oosten van deze woningbouwlocatie. Het ISEV is vastgesteld door provinciale staten van Gelderland en Utrecht en de gemeenteraden van Ede en Veenendaal.
De woningbouwlocatie Balkon Zuid, waarvoor het bestemmingsplan Balkon Zuid 2012 is ontwikkeld, is bedoeld als intermediair tussen wonen en landschap. Van het wonen in Veenendaal-oost, via het woongebied Balkon Zuid met een lage woningdichtheid, naar de natuurontwikkelingszone De Groene Grens.
De kaders, die de gemeenteraad dan ook heeft gesteld, zijn dat er lucht en ruimte tussen de woningen moet zijn, en dat er een goede overgang van het natuurgebied naar het woongebied (Veenendaal-oost) wordt gerealiseerd.
In totaal worden in het gebied 57 woningen gerealiseerd. Er zijn zeven bestaande woningen in het plangebied. Inmiddels zijn al een aantal kavels verkocht. Om echter mee te ontwikkelen met de gewijzigde marktomstandigheden is het noodzakelijk het bestemmingsplan Balkon Zuid op een aantal punten, binnen de vastgestelde kaders, te verruimen. Hiertoe dienen de eerste en deze tweede Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid.
In de eerste partiële herziening is de verbeelding op onderdelen gewijzigd en in deze tweede partiële herziening worden de regels op onderdelen herzien. Het was vanwege het digitaal ontsluiten van de herziening op www.ruimtelijkeplannen.nl niet mogelijk de aanpassingen van de verbeelding en van de regels in één partiële herziening op te nemen. De herzieningen doorlopen wel tegelijkertijd de benodigde bestemmingsplanprocedure.
1.1.2 Doel
Het doel van de eerste Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid en ook van de tweede partiële herziening is, binnen de vastgestelde kaders, flexibiliteit bieden ten behoeve van gewenste veranderingen. Zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan duidelijkheid en rechtszekerheid voor (toekomstige) bewoners van het gebied.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 10,5 ha en is gelegen ten oosten van de Dragonderweg in Veenendaal en is aan drie zijden ingebed in het natuurontwikkelingsgebied De Groene Grens, dat is gelegen op het grondgebied van de gemeente Ede.
Op bovenstaande kaartuitsnede ligt het plangebied binnen de rode cirkel. Ten westen van het plangebied wordt de Veenderij (een van de gebieden van de woonwijk Veenendaal-oost) ontwikkeld.
De tweede partiële herziening heeft betrekking op het hele plangebied van het bestemmingsplan Balkon Zuid. De eerste partiële herziening heeft alleen betrekking op een paar deelgebieden van Balkon Zuid.
1.3 Vigerend(e) Plan(nen)
Het vigerend bestemmingsplan Balkon Zuid is op 25 oktober 2012 vastgesteld door de gemeenteraad.
Tweede partiële herziening
Deze herziening wijzigt slechts een aantal regels van het bestemmingsplan Balkon Zuid 2012. De overige regels van dat bestemmingsplan blijven onverkort van toepassing.
De eerste partiële herziening bestemmingsplan Balkon herziet de verbeelding op enkele deelgebieden.
In de bijlagen van de toelichting is een werkverbeelding en een werkexemplaar van de regels opgenomen. Hierin zijn de wijzigingen en aanvulling op bestemmingsplan Balkon Zuid verwerkt.Deze documenten hebben geen juridische status maar bieden een goed overzicht van de wijzigingen.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 Doel van de herziening komen de huidige en de beoogde situatie, waaronder een toelichting op de bestemmingen, aan bod. Het beleidskader, waaronder de ladder van duurzame verstedelijking, komt aan bod in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 Gevolgen van de herziening worden de gevolgen van de partiële herziening weergegeven. De economische uitvoerbaarheid en inspraak en overleg worden achtereenvolgens weergegeven in de hoofdstukken 5 en 6.
Hoofdstuk 2 Doel Van De Herziening
2.1 Huidige Situatie
2.1.1 Oorspronkelijke situatie
Het gebied is sinds de vervening agrarisch gebruikt. Langs de Dragonderweg zijn enkele agrarische bedrijven ontstaan. In het bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied 1994 is aan het plangebied de bestemming 'Agrarisch ontginningslandschap het Binnenveld' toegekend. De agrarische bedrijven in het plangebied zijn inmiddels beëindigd en hebben een woonfunctie gekregen, waarbij schuren zijn gesloopt. In de omgeving van het plangebied, langs de Dragonderweg en de Meentdijk liggen nog enkele agrarische en niet-agrarische bedrijven.
2.1.2 Stedenbouwkundige opzet bestemmingsplan Balkon Zuid
De woonwijk Veenendaal-oost is opgezet in drie delen. Groenpoort in het noorden, Buurtstede als centraal deel en De Veenderij in het zuiden. Het plangebied van Balkon Zuid is aan de 'overkant' van De Veenderij gelegen.
2.2 Beoogde Situatie
2.2.1 Ruimere woningen
Inhoud woningen: vrijgeven, geen maximale inhoud.
In het bestemmingsplan was een maximaal gesteld aan het te bouwen volume. Tijdens de verkoop van de kavels en bouwplanontwikkeling bleek dat deze volumes te beperkend waren voor een woning die past bij de grootte van de kaveloppervlakte. Om die reden, en vanwege de ligging binnen de bebouwde kom van Veenendaal is deze bepaling niet meer opgenomen. De maatvoering van de woningen is reeds voldoende vastgelegd in goot- en nokhoogte en de bouwgrenzen.
Verruimen tweede bouwlaag woningen met bestemming Wonen C en woningen met "specifieke bouwaanduiding - C".
Met de partiële herziening wordt de tweede bouwlaag bij bestemming Wonen C verruimd tot twee derde van het oppervlakte van de eerste bouwlaag. (Het minimum voor de verdieping wordt van 1/4 opgetrokken naar 1/3 van de oppervlakte van de begane grond.) In het huidige bestemmingsplan mag bij deze woningen namelijk de tweede bouwlaag niet meer bedragen dan maximaal de helft van de oppervlakte van de eerste bouwlaag. Hierdoor kan geen volwaardige verdieping worden gerealiseerd.
2.2.2 Verkleinen afstanden tussen woningen
Met de partiële herziening wordt bij woningen met de bestemming Wonen - C de afstand tot de achterste perceelgrens, dus tussen de woningen, verkleind naar 5 meter. Gelet op de grootte en vormgeving van de deelgebieden is gebleken dat het aanhouden van een afstand van 10 meter tussen een woning en de zijdelingse en achterste perceelgrenzen te beperkend werkt voor een goede situering van de woningen en bijgebouwen. Uitgezonderd is het deelgebied met de bestemming Wonen C tussen de twee groene inprikkers (de Scheg), hier blijft de afstand tot de achterste perceelgrens 10 meter. Ook de afstand tot de (achterste) perceelgrens langs de Groene Grens blijft 10 meter.
Voor de overige deelgebieden is met een afstand van 5 meter voldoende lucht en ruimte gewaarborgd.
2.2.3 Terug bouwen bestaande grotere bijgebouwen bij bestaande woningen aan de Dragonderweg
Mogelijk maken dat bijgebouwen bij bestaande woningen (gezamenlijk) groter dan 50 m2, mogen worden teruggebouwd om de bestaande bewoners aan de Dragonderweg wat meer ruimte te geven. Dit conform de regels van het bestemmingsplan voor de woningen in het buitengebied.
2.2.4 Overige aanpassingen
- Er is een regeling opgenomen dat kelders mogen worden gebouwd. Uitsluitend onder de woning en slechts van binnenuit bereikbaar. Dus geen betonnen hellingbanen om bij een ondergrondse parkeergarage te kunnen komen, dit om te voorkomen dat grote delen van de tuin verhard moeten worden.
- Voor een duidelijke regeling en uniformiteit is de regeling voor vlonders bij de woningen aangepast.
- Vlonders zijn mogelijk gemaakt binnen de bestemming Wonen -C.
- Onnodige regels of dubbelop bepalingen die beperkend en/of verwarrend werken zijn geschrapt of aangepast.
- Een aantal termen zijn alsnog gedefiniëerd of ter verduidelijking anders benoemd.
- Pergola's zijn toegestaan tot maximaal de hoogte van de 1e verdiepingsvloer.
- Er is geen minimale goothoogte voor woningen met de bestemming Wonen A meer opgenomen.
- Voor woningen met de bestemmingen Wonen A en B is een kap verplicht. Voor woningen met de bestemming Wonen C is een kap verplicht voor de opbouw c.q. de tweede bouwlaag. Het begane grond deel mag met een kap en/of plat uitgevoerd worden.
- Regeling opgenomen dat ondergeschikte bouwdelen zoals overstekken en dakgoten van maximaal 30 cm buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd.
- Parkeernorm opgenomen in verband met wetswijziging.
Aanpassingen in eerste Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid
- 7 extra woningen waarvan 3 twee-onder-een kapwoningen.
- Toevoegen bestemming Wonen - D ten behoeve van vergroten of verkleinen kavels.
- Vlonders zijn mogelijk gemaakt.
- Door middel van een maatvoeringsaanduiding wordt de minimale afstand van 10 meter tussen een woning en de zijdelingse en achterse perceelsgrenzen, in het deelgebied met de bestemming Wonen C tussen de twee groene inprikkers ( De Scheg), gehandhaafd.
- Op de plankaart zijn in het zuidelijk deel de bestemmingsgrenzen gecorrigeerd onder andere in verband met een ruimere ontsluiting.
- Het voetpad in het zuidelijk deel dat is komen te vervallen, is niet meer opgenomen op de verbeelding.
Tevens wordt het Beeldkwaliteitsplan aangepast aan de nieuwe regels en verbeelding.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Rijks, Provinciaal, Regionaal En Gemeentelijk Beleid
In bestemmingsplan Balkon Zuid is de ontwikkeling van Balkon Zuid (bouw van de 57 woningen) getoetst aan het rijks-, provinciaal-, regionaal en gemeentelijk beleid en zonodig hieraan aangepast. De wijzigingen in de 1e en 2e partiële herzieningen zijn ten opzichte van het bestemmingsplan Balkon Zuid zodanig beperkt dat nog steeds voldaan wordt aan het relevante beleid.
De Ladder voor duurzame verstedelijking
De Ladder voor duurzame verstedelijking die als motiveringseis is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is niet van toepassing op deze tweede Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid. Deze partiële herziening maakt namelijk geen extra woningen mogelijk, maar is slechts een herziening van de regels van het bestemmingsplan Balkon Zuid.
Hoofdstuk 4 Gevolgen Van De Herziening
4.1 Gevolgen Omgeving En Milieu
Als gevolg van de eerste Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid kunnen er 7 woningen meer worden gebouwd in de woonwijk Balkon Zuid. Deze tweede partiële herziening herziet slechts de regels op onderdelen.
Na gegaan is of de onderzoeken die verricht zijn voor het bestemmingsplan Balkon Zuid ook als basis kunnen dienen voor de herzieningen.
4.1.1 Luchtkwaliteit
Inleiding
Luchtkwaliteit heeft betrekking op de concentraties luchtvervuiling in de lucht en dan vooral de concentraties stikstofdioxide en fijn stof.
Regelgeving
In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Er is vastgelegd dat ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan de in de wet opgenomen grenswaarden en richtwaarden. De grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit staan in onderstaande tabel.
Tabel 1: Grenswaarden Wet luchtkwaliteit
De belangrijkste grenswaarden zijn de jaargemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide, fijn stof en zeer fijn stof. De overige grenswaarden worden in Nederland nauwelijks overschreden.
Niet in betekenende mate (hierna: NIBM)
Alleen projecten die 'in betekenende mate' bijdragen aan de concentraties luchtvervuiling worden getoetst aan de grenswaarden. Er dient te worden onderzocht of een project 'in betekenende mate' van invloed is op de luchtkwaliteit. Als een bouwproject voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (minder dan 1.500 woningen of 100.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.
Cumulatiebepaling
Om te voorkomen dat deze methodiek wordt toegepast op een wijze die de wetgever niet beoogt, is in het Besluit NIBM een cumulatiebepaling opgenomen. Deze bepaling voorkomt dat grote ontwikkelingen worden opgeknipt in kleinere delen, zodat toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege kan blijven. Concreet stelt deze cumulatiebepaling dat ontwikkelingen die gelijktijdig worden gerealiseerd, gecumuleerd aan de luchtkwaliteitseisen moeten worden getoetst. De voorwaarden zijn dat de ontwikkelingen gebruik maken van dezelfde infrastructuur en aan elkaar grenzen of in elkaars directe nabijheid zijn gelegen en de bijdrage van de afzonderlijke plannen minimaal 0,1 microgram per m3 bedraagt.
Besluit gevoelige bestemmingen
Kinderen, ouderen en zieken zijn gevoeliger voor luchtvervuiling en worden daarom extra beschermd. Op basis van het Besluit gevoelige bestemmingen gelden voor gevoelige bestemmingen nabij wegen zwaardere beperkingen. Zo mogen op basis van het Besluit binnen 300 meter van rijkswegen en 50 meter vanaf provinciale wegen geen bestemmingen voor langdurig verblijf als kinderdagverblijven, scholen of verzorgingstehuizen worden gebouwd. Woningen zijn in dit besluit dus niet aangemerkt als gevoelige bestemming. Het besluit verplicht overheden om onderzoek uit te voeren naar de concentraties stikstofdioxide en fijn stof. Indien de grenswaarden worden overschreden binnen deze afstanden, kunnen deze bestemmingen niet worden gerealiseerd. Voor gemeentelijke wegen geldt in die gevallen een zwaardere motiveringsplicht.
Vanuit het beginsel van een goede ruimtelijke ordening moet het gebied geschikt zijn voor de beoogde functie. Een goede luchtkwaliteit is een van de randvoorwaarden voor een goede leefomgeving. Daarom is het wenselijk om inzicht te hebben in de luchtkwaliteitssituatie in het gebied.
Plangebied
De Omgevingsdienst heeft de concentraties stikstofdioxide, fijn stof en zeer fijn stof berekenend met het rekenmodel GeoMilieu, versie 2.30. In dit rekenmodel is het rekenhart STACKS geïntegreerd, welke voldoet aan de Regeling beoordeling. De hieruit voortgekomen concentraties zijn grafisch weergegeven in de figuren 1, 2 en 3:
Figuur 1: Concentraties stikstofdioxide in 2015 in en nabij het plangebied
Figuur 2: Concentraties fijn stof in 2015 in en nabij het plangebied
Figuur 3: Concentraties zeer fijn stof in 2015 in en nabij het plangebied
Uit de figuren is af te leiden dat de concentratie stikstofdioxide en fijn stof zich beneden de wettelijk toegestane jaargemiddelde grenswaarde van 40 microgram per m3 bevinden.
De uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide van 200 microgram per m3 wordt overschreden wanneer de concentraties gemiddeld op jaarbasis boven de 60 microgram per m3 uitkomen. De concentraties in het plangebied overschrijden nergens de grens van 60 microgram per m3, wat betekent dat voor het hele plangebied aan de uurgemiddelde grenswaarde wordt voldaan.
Naast een jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof is er ook een daggemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m3 van kracht, die per jaar 35 keer mag worden overschreden. Uit statistische vergelijkingen van TNO en het RIVM blijkt dat deze grenswaarde bij een concentratie van 31,3 microgram per m3 vaker dan 35 keer wordt overschreden. Aangezien de concentratie fijn stof in het plangebied niet boven de 31,3 microgram per m3 uitkomt, wordt aan deze daggemiddelde grenswaarde voldaan.
Voor zeer fijn stof wordt voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarde van 25 microgram per m3.
De effecten als gevolg van de realisatie van Veenendaal-oost zijn reeds in het Bestemmingsplan Veenendaal-oost (december 2006) opgenomen. Het plangebied Balkon Zuid gaat niet van dezelfde ontsluitingsweg gebruik maken.
Conclusie
Binnen het plangebied wordt de realisatie van 64 woningen mogelijk gemaakt. Conform de Regeling NIBM is het niet vereist om de planbijdrage te toetsen aan de wettelijke grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit.
Vanwege het beginsel van een goede ruimtelijke ordening zijn de concentraties stikstofdioxide en fijn stof in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat de wettelijke grenswaarden niet worden overschreden. Daarmee wordt voldaan aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening.
4.1.2 Bodem
Er zijn sinds het bestemmingsplan van 2012 geen wijzigingen of aanvullende onderzoeken uitgevoerd. De bodem paragraaf is nog actueel.
De gemeente Veenendaal is op dit moment bezig met het bepalen van interferentiegebieden voor bodemenergiesystemen (WKO) in Veenendaal Oost en Balkon Zuid. Deze moeten nog worden vastgesteld door de gemeente. Dit heeft echter geen invloed op de haalbaarheid van het plan. Mocht hier meer informatie over beschikbaar zijn dan kan de paragraaf hierop aangevuld worden. Dit is echter niet noodzakelijk.
Conclusie
De paragraaf inzake bodem is nog actueel en voldoet. Mocht er meer informatie beschikbaar zijn over de interferentiegebieden voor bodemenergiesystemen dan kan de paragraaf hierop aangevuld worden.
4.1.3 Ecologie
Er zijn geen ecologische gevolgen te verwachten door de uitvoer van de herzieningen op het bestemmingsplan.
Zowel gebieds- als soortbescherming is niet specifiek besproken in de toelichting. Aangezien het hier om een kleine wijziging gaat ten opzichte van het oorspronkelijke plan kan wel worden gesteld dat er door de herzieningen geen extra verstoring op zal treden met betrekking tot gebieds- en/of soortbescherming. De wijzigingen zijn in ecologisch opzicht niet relevant. Er behoeven geen extra onderzoeken uitgevoerd te worden.
Conclusie
De wijziging/herziening heeft geen significante invloed op het oorspronkelijk plan. Er behoeven naar aanleiding van de wijziging geen extra maatregelen worden genomen of extra onderzoek uitgevoerd te worden.
4.1.4 Vormvrije m.e.r.-beoordeling
Het vigerend bestemmingsplan Balkon Zuid is op 25 oktober 2012 vastgesteld waarmee de realisatie van 57 woningen mogelijk is gemaakt. In vervolg hierop wil de gemeente de uitvoering van dit bestemmingsplan flexibeler insteken. Hiertoe zijn twee partiële herzieningen opgesteld waarmee 7 woningen meer mogelijk worden gemaakt en er geschoven kan worden met de typering van de woningen.
De (partiële) herziening van het bestemmingsplan maakt een activiteit mogelijk als bedoeld in categorie D 11.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). Deze activiteit betreft de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen. Een stedelijk project valt onder een m.e.r-beoordelingsplicht in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op:
•een oppervlakte van 100 hectare of meer,
•een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of
•een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer.
Het aantal te realiseren woningen ligt ver onder de drempelwaarde van 2000 woningen. In dit geval wordt ingevolge het Besluit m.e.r. een vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd. De vormvrije m.e.r.-beoordeling geeft antwoord op de vraag of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Daarbij kunnen de volgende twee situaties optreden:
1. Belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen m.e.r.(-beoordeling) nodig.
2. Belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen niet worden uitgesloten: er moet een m.e.r.-beoordelingsprocedure worden doorlopen of er kan direct worden gekozen voor m.e.r.-procedure.
Op grond van artikel 2 lid 5 van het Besluit m.e.r. dient het voornemen te worden getoetst aan de criteria van bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn. Deze beoordelingscriteria hebben betrekking op de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de gevolgen van de activiteit.
Volgens de partiële herziening wijzigt het aantal woningen met 7 woningen. De verbeelding wordt aangepast op het toestaan van twee-onder-een-kap-woningen en er ontstaat ruimte voor woningen zonder hierbij de stedenbouwkundige uitgangspunten uit het oog te verliezen en af te wijken van de door de gemeenteraad gestelde kaders. Het aantal totaal te realiseren woningen blijft ver onder de hierboven genoemde drempelwaarde. Hierbij kan er van worden uitgegaan dat de aanpassing niet gepaard gaat met een grote toename aan verkeersintensiteiten en daarmee gepaard gaande milieubelasting (geluid, luchtkwaliteit). De grenzen van het plangebied van het bestemmingsplan Balkon Zuid en de verkeersstructuur wijzigen niet. Met het oog op de uitgevoerde onderzoeken in het kader van het bestemmingsplan Balkon Zuid – welke onderzoeken als basis dienen voor de onderhavige herziening – kan geconcludeerd worden dat (de toename van) het aantal woningen geen effect heeft op het milieu en de omgeving.
Conclusie
Geen belangrijke nadelige milieugevolgen.
Op basis van de vormvrije m.e.r.-beoordeling kan geconcludeerd worden dat belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uit te sluiten. Hierbij is rekening gehouden met de in bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn aangegeven omstandigheden.
4.2 Verkeer En Parkeren
In het bestemmingsplan Balkon Zuid wordt een parkeernorm gehanteerd van 1,8 parkeerplaats per woning, dit conform het geldende parkeernormenbeleid. Ook voor de zeven woningen die mogelijk gemaakt worden in de eerste Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid wordt een parkeernorm gehanteerd van 1,8 parkeerplaats.
Het gebied wordt intern ontsloten door een slingerweg, een rijbaan met aan weerszijden bomen.
De toename van zeven woningen heeft geen gevolgen voor de verkeersstructuur.
Hoofdstuk 5 Financieel-economische Uitvoerbaarheid
De gemeente is eigendom van alle gronden die in het plangebied worden ontwikkeld. De kosten voor het realiseren van het bestemmingsplan Balkon Zuid en de partiële herzieningen worden gedekt door de uitgifte van bouwrijpe grond. Hiermee wordt het bestemmingsplan en de partiële herzieningen economisch uitvoerbaar geacht.
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het ontwerp 2e Partiële herziening bestemmingsplan Balkon Zuid heeft van 18 juni 2015 tot en met 29 juli 2015 voor een ieder ter inzage gelegen. Tegelijkertijd hebben de vormvrije m.e.r.beoordeling en het aangepaste beeldkwaliteitsplan ter inzage gelegen.
Hiervan heeft een publicatie in de Veenendaalse krant, in de Staatscourant en op de website www.officielebekendmakingen.nl gestaan. Bewoners, toekomstige bewoners en degene die tegen het bestemmingsplan Balkon Zuid beroep heeft ingesteld zijn tevens per brief geïnformeerd. Het ontwerp is voorts gepresenteerd op een informatieavond op 28 april 2015.
Op het ontwerp is één reactie binnengekomen. Een pro forma zienswijze van de heer G.J. Nap van Van Westrenen BV namens V.O.F. Stempvoort. Bij brief van 12 augustus, verzonden op 13 augustus, is de gelegenheid geboden om, binnen twee weken na verzenddatum van de brief, de gronden van de zienswijzen alsnog in te dienen.
Op 25 augustus 2015 zijn de gronden ingediend. De zienswijze is ontvankelijk. De pro forma zienswijze is binnen de termijn dat het ontwerp ter inzage heeft gelegen binnen gekomen bij de gemeente. De gronden zijn binnen de termijn van twee weken ingediend. De zienswijze is samengevat en van een reactie voorzien. De zienswijze is ongegrond en heeft geen aanleiding gegeven het ontwerp aan te passen. Zie voor de overwegingen de in bijlage 3 opgenomen commentaarnota.
Het ontwerp is tevens toegezonden aan de gebruikelijke overlegpartners van de gemeente. De Provincie heeft hierop gereageerd en aangegeven dat de Provincie geen aanleiding ziet in het plaatsen van opmerkingen in het kader van het provinciaal belang zoals dat is opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening, Provincie Utrecht 2013.