KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
Artikel 4 Detailhandel
Artikel 5 Maatschappelijk
Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Wonen
Artikel 8 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 9 Waarde - Archeologie - 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Antidubbeltelregel
Artikel 11 Algemene Bouwregels
Artikel 12 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 15 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
Artikel 17 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
Hoofdstuk 2 Aanpassingen
2.1 Parkeerplaatsen Groene Woud
2.2 Parklaan 6
2.3 Voorstraat 28-34
2.4 Parklaan 10/10a
2.5 Prinses Margrietstraat 2-6
2.6 Voorstraat 51
2.7 Parkeren Jacobshoeve-erf
2.8 Fietsparkeren
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Beleid, Milieu, Water En Ecologie
3.2 Archeologie
3.3 Economische Uitvoerbaarheid
3.4 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving
4.1 Inleiding
4.2 Juridische Planbeschrijving
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Woudenberg Dorp 2011

Bestemmingsplan - Gemeente Woudenberg

Vastgesteld op 16-04-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Woudenberg Dorp 2011 van de gemeente Woudenberg.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0351.BP2011dorp-vg01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en in bouwkundig opzicht te onderscheiden is en ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.6 aan-huis-gebonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 aangebouwd bijgebouw

een aangebouwd gebouw dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.8 achtererf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan.

1.9 afhaalzaak

een detailhandelsbedrijf waar in hoofdzaak kant-en-klare maaltijden, kleine etenswaren, alcoholvrije dranken en/of consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie elders.

1.10 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.11 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.12 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.14 bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.15 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.16 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.17 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 Bevi-inrichting

bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.19 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.20 bouwen

plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.23 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.24 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.25 congrescentrum

een gebouwencomplex, bestemd en ingericht voor het houden van congressen, conferenties, symposia en andere grote bijeenkomsten.

1.26 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.27 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.28 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.29 discotheek of dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.

1.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.31 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.32 horecabedrijf

een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.33 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.34 huishouden

een samenwoning van een groep mensen in gezinsverband of daarmee vergelijkbare samenstelling, waarbij geen sprake is van een van tevoren vaststaande tijdelijkheid van de samenwoning.

1.35 kantoor

voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.36 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), waarbij het vloeroppervlak voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten maximaal 50 m² mag bedragen; tot kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt tevens het bieden van bed & breakfast gerekend tot een maximum van 3 kamers.

1.37 mantelzorg

langdurende zorg die wordt geboden aan ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, door personen uit diens sociale omgeving, waarbij de zorgverlening de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt, op vrijwillige, niet afdwingbare basis en buiten organisatorisch verband.

1.38 mantelzorgwoning

een tijdelijke extra woonruimte in (een aan- of uitbouw van) een woning of bijgebouw, die qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, bestemd voor bewoning door een mantelzorgvrager of een mantelzorgverlener en waarin zich zelfstandige voorzieningen bevinden.

1.39 mantelzorgwoning, tijdelijke unit

een tijdelijke mantelzorgwoning is een mantelzorgwoning in de vorm van een tijdelijk op een perceel aanwezige unit die hetzij geheel hetzij in delen over de weg verplaatsbaar is.

1.40 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.41 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.

1.42 peil

  1. a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

1.43 praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.44 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.45 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.46 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.47 stallingsruimte voor fietsen

een bergruimte om fietsen beschermd tegen weer en wind te kunnen opbergen, welke vanaf de openbare weg rechtstreeks bereikbaar is via het aansluitende terrein.

1.48 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.49 vrijstaand bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en bouwkundig niet aansluit aan het hoofdgebouw.

1.50 woning

een complex van ruimten geschikt voor de huisvesting van één huishouden.

1.51 zijerf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen van het verlengde van de voor- en achtergevel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.4 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen, met dien verstande dat het wonen uitsluitend op de verdieping is toegestaan met uitzondering van de locaties ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  2. b. detailhandel en dienstverlening, met dien verstande dat:
    1. 1. deze uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan;
    2. 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk niet is teogestaan;
  3. c. ambachtelijke bedrijven voor zover voorkomend in ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. d. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten, met dien verstande dat:
    1. 1. horecabedrijven uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  2. b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  3. c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  4. d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;
  5. e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  6. f. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 10 m;
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 teneinde horecabedrijven uit categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten toe te staan, met dien verstande dat:

  1. a. afwijking niet mag leiden tot onevenredige hinder voor de directe omgeving;
  2. b. het parkeren ten behoeve van het horecabedrijf op de bij het horecabedrijf behorende gronden dient plaats te vinden;
  3. c. er geen onevenredige vergroting van de verkeersdruk in de omgeving mag ontstaan.

Artikel 4 Detailhandel

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. het wonen, met dien verstande dat het wonen uitsluitend op de verdieping is toegestaan;
  3. c. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, groen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  2. b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  3. c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  4. d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;
  5. e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  6. f. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 10 m;
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1': tevens voor wonen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  2. b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  3. c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' bedraagt het aantal woningen ten hoogste 2.

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, reclame-uitingen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, nutsvoorzieningen en fietsenstallingen worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen en fietsenstallingen bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  3. c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  4. d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2,5 m.

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens een tandartspraktijk, uitsluitend op de begane grond;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 sub e teneinde hekwerken op hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen, garages en bergplaatsen toe te staan, met dien verstande dat:

  1. a. de hoogte van een hekwerk niet meer bedraagt dan 1,5 m, waarbij de hoogte (in afwijking van het bepaalde in lid 2.2) wordt gemeten vanaf de voet van het hekwerk;
  2. b. dit niet mag leiden tot onevenredige hinder voor omliggende percelen.

7.4 Specifieke gebruiksregels

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Waarde - Archeologie - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  2. b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 8.2 onder b, met dien verstande dat:

  1. a. de voor de betrokken bestemming geldende regels in acht worden genomen;
  2. b. aan de hand van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  3. c. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  4. d. de betrokken archeologische waarden, gelet op het rapport zoals onder c bedoeld, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan het afwijkingsbesluit regels te verbinden, gericht op:
    1. 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. het doen van opgravingen;
    3. 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemming Waarde - Arcehologie - 1 geheel of gedeeltelijk van de plankaart te verwijderen, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

Artikel 9 Waarde - Archeologie - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  2. b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 10.000 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder b, met dien verstande dat:

  1. a. de voor de betrokken bestemming geldende regels in acht worden genomen;
  2. b. aan de hand van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  3. c. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  4. d. de betrokken archeologische waarden, gelet op het rapport zoals onder c bedoeld, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan het afwijkingsbesluit regels te verbinden, gericht op:
    1. 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. het doen van opgravingen;
    3. 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemming Waarde - Arcehologie - 2 geheel of gedeeltelijk van de plankaart te verwijderen, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 10 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene Bouwregels

11.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  3. c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

11.2 Bestaande maten

  1. a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    1. 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    2. 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
  3. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

Artikel 12 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening

De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:

  1. a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
  2. b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. de ruimte tussen bouwwerken;
  4. d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.

Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels

13.1 Maten en bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  2. b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels

14.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Artikel 15 Overige Regels

15.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

15.2 Fietsparkeren

  1. a. onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 7 dient bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering in functie zoals genoemd in onderstaand overzicht op het bijbehorende bouwperceel, te worden voorzien in fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen volgens de volgende regeling:
functie oprichting/vergroting/verandering
1. gezondheidszorg 0,3 fietsparkeerplaats per 100 m² bvo
2. kantoren 0,7 fietsparkeerplaats per 100 m² bvo
3. onderwijs 0,6 fietsparkeerplaats per 100 m² bvo
4. sport 1,4 fietsparkeerplaats per 100 m² bvo
  1. b. bij de berekening van het aantal fietsparkeerplaatsen volgens lid 15.2 onder a, worden de ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit plan voor fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen in gebruik zijnde, of voor fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen geplande gronden, buiten beschouwing gelaten;
  2. c. voor zover er door het oprichten van nieuwe bouwwerken of het vergroten van bestaande bouwwerken, fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen verloren gaan, dienen deze in gelijke omvang te worden gecompenseerd;
  3. d. indien bij de eindberekening het aantal fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen uitkomt op een halve of meer, dan vindt de afronding naar boven plaats. Minder dan een halve wordt naar beneden afgerond;
  4. e. voor niet onder lid 15.2 onder a genoemde functies gelden geen normen voor fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen;
  5. f. het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 onder a indien:
    1. 1. het gebruik niet wijzigt en
    2. 2. is aangetoond dat als gevolg van de uitbreiding de parkeerbehoefte niet toeneemt;
  6. g. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 onder a indien op het bouwperceel redelijkerwijs geen gronden (meer) beschikbaar kunnen worden gehouden ten behoeve van een fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen en in voldoende mate binnen redelijke afstand van het bouwperceel in fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen is of kan worden voorzien;
  7. h. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 onder a, indien op het bouwperceel in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal fietsparkeerplaatsen in stallingsruimte voor fietsen aanwezig is, dan ingevolge lid 15.2 onder a voor de in zijn geheel gerealiseerde bebouwing en/of wijziging van het gebruik is vereist;
  8. i. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.2 onder a, indien uitbreiding van de bebouwing niet leidt tot een grotere behoefte aan fietsparkeerplaatsen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

16.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Woudenberg Dorp 2011'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

In 2008 heeft de gemeente Woudenberg het bestemmingsplan Woudenberg Dorp opgesteld voor nagenoeg het hele bebouwde dorpsgebied van de kern Woudenberg. Nadat enige jaren met het bestemmingsplan is gewerkt, is gebleken dat er een aantal punten is dat aanpassing van het bestemmingsplan vraagt. Het betreft hier diverse aanpassingen in de regeling en een aantal aanpassingen op de plankaart.

Nieuwe Wro en standaarden

Het bestemmingsplan Woudenberg Dorp is vastgesteld ten tijde van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Na de vaststelling van dit bestemmingsplan is de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht geworden. Een bestemmingsplan dat nu wordt opgesteld dient te voldoen aan de meest actuele vereisten. Dit houdt onder meer in dat nieuwe bestemmingsplannen moeten voldoen aan verplichte landelijke standaarden en digitaal raadpleegbaar moeten worden gemaakt. Na een recente aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een herziening van het bestemmingsplan waarbij de systematiek van het oorspronkelijke bestemmingsplan intact blijft, mogelijk gemaakt mits de bestemming van de gronden niet wijzigt.

Twee bestemmingsplannen

Het voorgaande betekent dat voor de aanpassingen van de voorschriften een herziening van het bestemmingsplan kan worden opgesteld waarbij het bestemmingsplan voor het overige intact blijft. Dit geldt ook voor aanpassingen op de plankaart waarbij de bestemming niet wordt gewijzigd. Voor de aanpassingen van de plankaart waarbij de bestemming wijzigt, is een afzonderlijk bestemmingsplan noodzakelijk.

Dit betekent dat er twee bestemmingsplannen worden opgesteld om de aanpassingen van Woudenberg Dorp te regelen: één herziening (Woudenberg Dorp – 1e herziening) en één bestemmingsplan (Woudenberg Dorp 2011). Woudenberg Dorp – 1e herziening bestaat uit de reparatie van de plankaart en de regels voor zover de bestemming (en daarmee de functie) niet wijzigt. Woudenberg Dorp 2011 bestaat uit een aantal bestemmingswijzigingen. Dit is in feite een aantal losse postzegelbestemmingsplannen die samen zijn gevoegd in één nieuw bestemmingsplan. Voor dit laatste plan worden ook afzonderlijke regels opgesteld die los functioneren van het 'oude' bestemmingsplan Dorp, maar daar wel volledig op zijn afgestemd.

Beide bestemmingsplannen worden afzonderlijk behandeld. Ze hebben beide wel hetzelfde doel: aanpassingen verwerken op het bestemmingsplan Woudenberg Dorp. Aangezien het om beperkte aanpassingen gaat die met name te maken hebben met aanpassingen om de gebruikswaarde van het bestemmingsplan te verbeteren of met het herstellen van omissies uit het bestemmingsplan, worden beide plannen zo veel mogelijk gezamenlijk behandeld.

Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk komen de verschillende aanpassingen aan bod, met een motivering waarom de aanpassingen worden opgenomen. In hoofdstuk 3 komt de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 bevat de juridische planbeschrijving.

Hoofdstuk 2 Aanpassingen

In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke aanpassingen worden doorgevoerd.

2.1 Parkeerplaatsen Groene Woud

Inhoud aanpassing

Aan de noordoostzijde van het plangebied wordt een nieuwe woonwijk gecreëerd (Het Groene Woud). Hier worden circa 400 woningen gerealiseerd. Deze nieuwe woonwijk is mogelijk gemaakt met het bestemmingsplan Het Groene Woud. Om te voorzien in de parkeerbehoefte, is het noodzakelijk gebleken om ook een strook parkeerplaatsen te realiseren direct naast het woon- en zorgcentrum Groenewoude. De gronden waar deze parkeerplaatsen zijn voorzien, hebben binnen het bestemmingsplan Woudenberg Dorp de bestemming Maatschappelijk. Dit wordt aangepast met deze herziening.

Juridische vertaling

In het bestemmingsplan Woudenberg Dorp 2011 wordt een strook ten oosten van het woon- en zorgcentrum Groenewoude gewijzigd van Maatschappelijk in Verkeer.

2.2 Parklaan 6

Inhoud aanpassing

Gebleken is dat de woning Parklaan 6 is opgenomen binnen de bestemming Tuin. Dit wordt hersteld.

Juridische vertaling

Voor Parklaan 6 wordt de bestemming Wonen opgenomen, waarbij de woning binnen een bouwvlak wordt opgenomen.

2.3 Voorstraat 28-34

Inhoud aanpassing

Tussen de Voorstraat 28-34 en de achtergelegen Middenstraat is een bestemmingsvlak Centrum opgenomen. In het bestemmingsplan dat vigeerde voor Woudenberg Dorp, was voor een gedeelte aan de noordwestzijde van het perceel ter plaatse een woning toegestaan. Binnen de bestemming Centrum is uitsluitend een woning op de verdieping toegestaan, tenzij de aanduiding (w) op de plankaart is opgenomen. Deze aanduiding is niet opgenomen voor dit gedeelte van het bestemmingsvlak, waarmee de mogelijkheid voor het realiseren van een woning is weggenomen. De gemeente wil deze mogelijkheid echter wel terugbrengen. Daarom wordt voor dit perceel deze mogelijkheid alsnog opgenomen.

Juridische vertaling

Voor het gedeelte van het bestemmingsvlak tussen de Voorstraat 28-34 en de achtergelegen Middenstraat wordt de bestemming Centrum vastgesteld met de aanduiding 'wonen'.

2.4 Parklaan 10/10a

Inhoud aanpassing

Het is gebleken dat aan de Parklaan 10/10a een tandartsenpraktijk is gevestigd en twee woningen. De tandartsenpraktijk wenst met één behandelkamer uit te breiden. Er is geen sprake meer van een beroep aan huis. Daarom wordt een tandartsenpraktijk op de begane grond mogelijk gemaakt. In de rest van het pand wordt, in overleg met de eigenaar, één woning toegestaan.

Juridische vertaling

Voor het bouwvlak wordt een aanduiding 'maatschappelijk' opgenomen. Met deze aanduiding wordt op de begane grond een tandartsenpraktijk mogelijk gemaakt.

2.5 Prinses Margrietstraat 2-6

Inhoud aanpassing

Aan de Prinses Margrietstraat 2-6 is een maatschappelijke bestemming opgenomen (ten behoeve van gezondheidszorg). Het is echter gebleken dat ter plaatse ook twee woningen (legaal) aanwezig zijn. Deze woningen worden daarom met dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt.

Juridische vertaling

Binnen de bestemming Maatschappelijk worden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' de 2 woningen positief bestemd.

2.6 Voorstraat 51

Inhoud aanpassing

Een gedeelte van het perceel van de winkel aan de Voorstraat 51 heeft per abuis een woonbestemming in plaats van de detailhandelsbestemming gekregen in het bestemmingsplan Dorp 2008. Dit wordt hersteld. Aangezien voor Voorstraat 51 en 53 één bouwvlak is opgenomen, worden beide percelen opgenomen in deze herziening. Inhoudelijk wijzigt echter niets aan de regeling.

Juridische vertaling

Voorstraat 51 en 53 worden voorzien van de bestemming Detailhandel, conform het bestemmingsplan Dorp 2008, waarbij een klein gedeelte van het perceel Voorstraat 51 wordt gewijzigd van de bestemmingen Tuin en Wonen in de bestemming Detailhandel.

2.7 Parkeren Jacobshoeve-erf

Inhoud aanpassing

Vanwege de hoge parkeerdruk op Jabobshoeve-erf is er toegezegd dat er vier extra parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De locatie van de beoogde parkeerplaatsen heeft echter de bestemming Groen waarbinnen parkeren niet is toegestaan. In de praktijk wordt de locatie echter al jaren gebruikt voor het parkeren van auto's (omdat er elders geen plek is).

Juridische vertaling

De bestemming Groen is gewijzigd in Verkeer ten behoeve van de aanleg van de vier parkeerplaatsen.

2.8 Fietsparkeren

Inhoud aanpassing

Het bouwbesluit wordt naar verwachting begin 2012 aangepast. De voorwaarden die hierin zijn opgenomen ten aanzien van stallingsruimten voor fietsen komt te vervallen. De gemeente acht het noodzakelijk dat bij een aantal functies wel gebouwde voorzieningen voor fietsen worden gerealiseerd. Op basis van kengetallen van het CROW (Leidraad fietsparkeren, CROW december 2010) is voor een aantal functies opgenomen dat daar stallingsruimten voor fietsen moeten worden gerealiseerd. Afhankelijk van de omvang van de functie, moet in een dergelijke stallingsruimte een bepaald aantal fietsparkeerplaatsen gerealiseerd kunnen worden.

Juridische vertaling

In de overige regels (artikel 15) zijn bepalingen ten aanzien van het fietsparkeren opgenomen. Het is mogelijk om onder voorwaarden hiervan af te wijken.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Beleid, Milieu, Water En Ecologie

Dit bestemmingsplan bestaat uit enkele aanpassingen van het bestemmingsplan Woudenberg Dorp die een zeer beperkte ruimtelijke impact hebben. Het merendeel gaat om correcties van de plankaart of de voorschriften, waarbij de feitelijke situatie op de plankaart wordt opgenomen. In het kader van deze onderdelen is dan ook geen toetsing aan het vigerende beleid opgenomen en is onderzoek naar de gevolgen voor milieu, water en ecologie achterwege gelaten.

3.2 Archeologie

Wet archeologische monumentenzorg

Op 1 september 2007 is de wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.

Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Archeologiebeleid Woudenberg

De gemeente Woudenberg heeft inmiddels een archeologische beleidskaart vastgesteld. Uit het archeologisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan de archeologische beleidskaart, is gebleken dat de dubbelbestemming die is opgenomen in het bestemmingsplan Woudenberg Dorp te streng is. Voor de locaties die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt gelden twee verschillende archeologische regimes.

De locaties aan de Parklaan en de Voorstraat/Middenstraat zijn gelegen in een gebied dat is aangeduid als 'overig AMK-terrein met attentiezone'. Voor dit gebied dient bij ingrepen dieper dan 30 cm beneden maaiveld en groter dan 100 m2 verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

De nieuwe parkeerplaats ten behoeve van het Groene Woud en de woningen aan de Prinses Margrietstraat zijn gelegen in een gebied dat is aangemerkt als een 'zone met lage archeologische verwachting'. Voor dit gebied dient bij ingrepen dieper dan 30 cm beneden maaiveld en groter dan 10.000 m2 verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

3.3 Economische Uitvoerbaarheid

De bestaande situatie heeft voor het overgrote deel als uitgangspunt voor dit bestemmingsplan gediend. Gelet op het voorgaande is onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid achterwege gelaten en is besloten geen exploitatieplan zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening op te stellen.

3.4 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Inspraak en overleg

Aangezien het gaat om slechts zeer beperkte aanpassingen van het bestemmingsplan Woudenberg Dorp behelst, is voor dit plan geen inspraakmogelijkheid geboden. Wel is er contact gezocht met de overlegpartners het Waterschap, de provincie en de Vrom-Inspectie, ten behoeve van het overleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1 van het Bro. Op basis hiervan zijn er geen reacties binnengekomen.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan 'Woudenberg Dorp 2011' heeft zes weken tervisie gelegen, van 7 december 2011 tot en met 17 januari 2012. Gedurende deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend op dit bestemmingsplan.

Ambtshalve wijzigingen

Bij vaststelling zijn twee ambtshalve wijzigingen doorgevoerd.

  1. 1. Het perceel van de winkel aan de Voorstraat 51 heeft per abuis gedeelte een woonbestemming in plaats van de detailhandelsbestemming gekregen in het bestemmingsplan Dorp 2008. Dit is gewijzigd.
  2. 2. Vanwege de hoge parkeerdruk op Jabobshoeve-erf is er toegezegd dat er vier extra parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De locatie van de beoogde parkeerplaatsen heeft echter de bestemming Groen waarbinnen parkeren niet is toegestaan. In de praktijk wordt de locatie echter al jaren gebruikt voor het parkeren van auto's (omdat er elders geen plek is). De bestemming Groen is gewijzigd in Verkeer ten behoeve van de aanleg van de vier parkeerplaatsen.

Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving

4.1 Inleiding

De nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan de digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008) bindende afspraken waarmee, bij het maken van bestemmingsplannen, rekening gehouden moet worden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

Het bestemmingsplan Woudenberg Dorp is opgesteld conform de eisen van SVBP2006. Deze wijken op verschillende onderdelen af van SVBP2008. Daarnaast is met de inwerkingtreding van de nieuwe Wro en de Wabo het gebruik van een aantal termen veranderd. Redactioneel wijkt de opzet en de inhoud van de regels en de plankaart van onderhavig bestemmingsplan op onderdelen af van het bestemmingsplan Woudenberg Dorp. De afwijkingen hebben inhoudelijk echter geen gevolgen, behalve op die onderdelen waarvoor dit bestemmingsplan is opgesteld.

4.2 Juridische Planbeschrijving

De regels zijn gestructureerd in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels waarin de begrippen en de wijze van meten worden uitgelegd. In hoofdstuk 2 wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan. De algemene regels zijn opgenomen in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevat ten slotte de overgangs- en slotregel. In deze paragraaf worden de bestemmingsregels nader omschreven.

4.2.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

4.2.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum

Binnen dit artikel wordt de mogelijkheid uit het vorige bestemmingsplan mogelijk gemaakt voor de realisatie van een woning op de begane grond. Zie hiervoor paragraaf 2.3 van deze toelichting.

Artikel 4 Maatschappelijk

Aan de Prinses Margrietstraat is een maatschappelijke bestemming aanwezig in bestemmingsplan Woudenberg Dorp. Gebleken is dat ter plaatse twee woningen legaal aanwezig zijn. Deze zijn binnen de bestemmings mogelijk gemaakt, zoals beschreven in paragraaf 2.5.

Artikel 5 Verkeer

Met deze bestemming wordt de parkeerplaats mogelijk gemaakt zoals is beschreven in paragraaf 2.1.

Artikel 6 Wonen

Met deze bestemming wordt de woning mogelijk gemaakt die in de huidige situatie aanwezig is aan de Parklaan 6 (zie paragraaf 2.2).

Daarnaast wordt de tandartspraktijk die aan de Parklaan 10 op de begane grond aanwezig is mogelijk gemaakt (zie paragraaf 2.4).

Artikel 7 en 8 Waarde – Archeologie - 1 en - 2

Bij ruimtelijke inrichting en ontwikkelingen in een gedeelte van het plangebied moet worden gezocht naar beschermings- en inpassingmogelijkheden van eventuele archeologische waarden.

De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' is gehanteerd conform de archeologische beleidskaart van de gemeente Woudenberg. Bouwen is op deze gronden in beginsel uitsluitend toegestaan na afwijking.

4.2.3 Algemene regels

Artikel 9 Antidubbeltelregel

Het doel van de antidubbeltelbepaling is te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 10 Algemene bouwregels

Overschrijding bouwgrenzen

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.

Bestaande maten

In de planregels zijn diverse regelingen opgenomen die aangeven wat maximaal of minimaal toelaatbaar is. Deze regelingen kunnen betrekking hebben op hoogten, breedten, diepten, oppervlakten, afstanden of aantallen. Ruimtelijke overwegingen hebben bepaald welke maat als maximum of minimum is aangegeven. Met de regeling 'bestaande maten' kan in de toekomstige situatie dezelfde afstand tot de perceelsgrens worden aangehouden als in de huidige situatie.

Artikel 11 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Bij toetsing van bouwaanvragen aan bestemmingsplannen bestaat de kans sprake is van aanvullende werking van de bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening (zoals rooilijnen) niets regelt. Deze aanvullende werking kan ongewenst zijn. Artikel 8 voorkomt dat bepalingen uit de bouwverordening alsnog van toepassing kunnen zijn.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregel

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene bevoegdheid tot afwijken opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

Artikel 13 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

Artikel 13 Werking wettelijke regelingen

In de regels bij bestemmingsplannen wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. Zo ook in dit bestemmingsplan.

Sinds jaar en dag mag van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) een bestemmingsplan slechts volgens de vereiste procedure van de Wro worden gewijzigd en heeft de Afdeling er bezwaren tegen dat een plan impliciet kan worden gewijzigd, zoals het geval kan zijn als zonder verdere aanduiding een van-toepassing-verklaring van een wettelijke regeling in de planregels is opgenomen.

Het is dan ook nodig dat verwijzingen naar toepasbare wettelijke regelingen worden gefixeerd, namelijk naar de tekst ervan zoals die op het moment van vaststelling van het plan gold. Wordt dit nagelaten dan bestaat het risico dat de ABRS een vastgesteld bestemmingsplan alsnog vernietigt.

Artikel 14 Overige regels

In dit artikel is bepaald dat de wettelijke regelingen van kracht zijn, zoals zij gelden ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan. Daarnaast zijn regels opgenomen voor het fietsparkeren in stallingsruimten voor fietsen, voor een aantal functies (zie ook paragraaf 2.8).

Artikel 15 Overgangsrecht

In artikel 3.2.1 van het Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

Artikel 16 Slotregel

Het laatste artikel van de regels betreft de citeertitel van het onderhavige bestemmingsplan.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Categorie I "lichte horeca"

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca

  • automatiek;
  • broodjeszaak;
  • cafetaria;
  • croissanterie;
  • koffiebar;
  • lunchroom;
  • ijssalon;
  • snackbar;
  • tearoom;
  • traiteur.

1b. Overige lichte horeca

  • bistro;
  • restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
  • hotel.

1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking

  • bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 250 m²;
  • restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).

Categorie 2 "middelzware horeca"

Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:

  • bar;
  • bierhuis;
  • biljartcentrum;
  • café;
  • proeflokaal;
  • shoarma/grillroom;
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Categorie 3 "zware horeca"

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:

  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.