Buitengebied 2013 (herziening)
Bestemmingsplan - Gemeente Woudenberg
Vastgesteld op 11-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013 herziening' heeft uitsluitend betrekking op de met een doorhaling in groen en aanvulling in geel gemarkeerde onderdelen van de regels en onderdelen van de verbeelding. Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van onderhavig bestemmingsplan, blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan:
het bestemmingsplan 'Buitengebied Woudenberg20102013 (herziening)' van de gemeente Woudenberg.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-vg01NL.IMRO.0351.HZ2012bgbdivers-vg01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 de verbeelding:
de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013 (herziening)' bestaande uit het GML-bestand NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-vg01NL.IMRO.0351.HZ2012bgbdivers-vg01 .
1.4 aanduiding:
1.5 aanduidingsgrens:
1.6 aan- en uitbouw:
1.7 aan-huis-gebonden beroep:
1.8 aardkundige waarde:
1.9 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- a. grondgebonden agrarisch bedrijf:
- 1. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;
- 2. bollenteelt: de teelt van bloembollen al dan niet in samenhang met de teelt van bolbloemen;
- 3. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- 4. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond en waarbij de productie (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
- 5. paardenhouderij en paardenfokkerij;
- 6. sierteelt: de teelt van siergewassen
, met uitzondering vanboomkwekerijgewassen,op open grondal dan niet gecombineerd met de handelin boomkwekerijgewassen en vaste planten;
- b. niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:
- 1. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen, permanente tunnels en plastic kassen daaronder begrepen;
- 2. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen, paddenstoelen daaronder begrepen, in gebouwen;
- 3. intensieve veehouderij: een bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het houden van dieren, zoals rundveemesterij (exclusief vetweiderij), varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
- c. overige teelten van gewassen of dieren, al dan niet in gebouwen.
1.10 agrarisch bedrijfsgebouw:
1.11 agrarische bedrijfswoning:
1.12 agrarisch deskundige:
1.13 agrarisch hobbybedrijf:
agrarische activiteiten waarvan de ondernemer geen of slechts ondergeschikte inkomsten heeft, dat uitgevoerd wordt in combinatie met de woonfunctie en minder dan 20 nge bedraagtagrarische bedrijvigheid waarvan op basis van het aantal Nge en de bedrijfsvoering ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan, geen vergroting van de bebouwingsoppervlakte wordt voorzien.
1.14 antenne-installatie:
1.15 archeologisch deskundige:
1.16 archeologisch onderzoek:
1.17 archeologische waarde:
1.18 bebouwing:
1.19 bedrijf:
1.20 bedrijfsgebouw:
1.21 bedrijfshoofd:
1.22 bedrijfs- of dienstwoning:
1.23 bedrijfsvloeroppervlakte:
1.24 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen:
1.25 bestaand gebruik:
1.26 bestemmingsgrens:
1.27 bestemmingsvlak:
1.28 bouwen:
1.29 bouwgrens:
1.30 bouwperceel:
1.31 bouwperceelgrens:
1.32 bouwvlak:
1.33 bouwwerk:
1.34 bijgebouw:
1.35 containerveld:
1.36 cultuurhistorische waarde:
1.37 cultuurhistorisch waardevolle bebouwing:
1.38 dagrecreatie:
1.39 detailhandel:
1.40 detailhandel in volumineuze goederen:
1.41 dienstverlening:
1.42 extensieve dagrecreatie:
1.43 gebouw:
1.44 gebruiksgerichte paardenhouderij:
1.45 geluidgevoelige objecten:
1.46 geomorfologische waarde:
1.47 groepsaccommodatie:
1.48 hoofdgebouw:
1.49 horecabedrijf:
1.50 hoveniersbedrijf:
1.51 kampeerhuisje:
1.52 kampeermiddelen:
1.53 kampeerseizoen:
1.54 kantoor:
1.55 kas:
1.56 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
1.57 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:
1.58 kwel:
1.59 landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige:
1.60 landschapswaarde:
1.61 landschapselement:
1.62 maatschappelijke voorzieningen:
1.63 manege:
1.64 mantelzorg:
1.65 mantelzorgwoning:
1.66 mantelzorgwoning, tijdelijke unit:
1.67 mestbassin:
1.68 mestopslagruimte:
1.69 natuurwaarde:
1.70 Nederlandse grootte-eenheden (nge):
1.71 nevenactiviteit:
1.72 neventak:
1.73 nutsvoorzieningen:
1.74 opslag:
opslag van goederen die naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze een bewerking ondergaan enen/of zonder dat deze verhandeld worden.
1.75 overkapping:
1.76 paardenfokkerij:
1.77 paardenhouderij:
1.78 paardenpension:
1.79 peil:
1.80 perceelgrens:
1.81 plaatsgebonden risico:
1.82 plattelandswoning:
een bedrijfs- of dienstwoning op een bouwvlak met de bestemming Agrarisch, Agrarischmet waarden - Landschaps- en natuurwaarden, Agrarisch met waarden -Landschapswaarden - Beekdal of Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - Reliëfdat, in afwijking van lid 1.22, door anderen wordt bewoond en waarbij daadwerkelijk spake is van de aanwezigheid van een functionerend agrarisch bedrijf op het bouwvlak.
1.83 praktijkruimte:
1.84 prostitutie:
1.85 recreatiewoning:
1.86 ruimtelijke kwaliteitswinst:
1.87 seksinrichting:
1.88 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
1.89 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69:
1.90 Staat van Horeca-activiteiten:
1.91 standplaats:
1.92 sterlocatie:
1.93 streekeigen producten:
1.94 teeltondersteunende voorzieningen:
1.95 verblijfsrecreatie:
1.96 volwaardig agrarisch bedrijf:
1.97 voorgevellijn:
1.98 voorzieningen voor opslag op agrarisch bedrijf:
1.99 waterbassins
1.100 Wgh-inrichtingen:
1.101 zorgboerderij:
een locatie waar zorg wordt geboden aan ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak – waaronder begrepen reïntegratie – en waarbij de situering in het buitengebied en de relatie met de natuur, landbouw, grond en dieren een onderdeel uitmaakt van het zorgconcept.
1.102 normaal agrarisch gebruik
onder normaal agrarisch gebruik wordt onder andere verstaan:
- ploegen (niet diepploegen);
- woelen (verwijderen van verstoorde lagen);
- zaaiklaar maken;
- oogsten en rooien;
- stoppelbewerkingen;
- grasland woelen;
- planten en poten van gewassen (niet van bomen en struiken).
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand:
2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie:
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk:
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk:
2.5 goothoogte van een bouwwerk:
2.6 inhoud van een gebouw of bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloerhet peil, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 inhoud van een bouwwerk voor mestopslag, mest(na)vergisting of kadaveropslag:
tussen de bovenkant van de onderste vloer en de binnenzijde van de gevels en de onderkant van de bovenste vloer/het dak.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk:
2.9 ondergeschikte bouwonderdelen:
2.10 vloeroppervlakte:
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013 herziening' heeft uitsluitend betrekking op de met een doorhaling in groen en aanvulling in geel gemarkeerde onderdelen van de regels en onderdelen van de verbeelding. Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van onderhavig bestemmingsplan, blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarische bedrijven met uitzondering van fruitteelt, sierteelt, bollenteelt en paardenhouderijen;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
- c. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschapsstructuur;
en tevens voor:
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast': de uitoefening van een bed & breakfast in een woning;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;
- g.
ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan': een modelvliegtuigbaan voorgebruik met elektromotoren; - h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een terrein en/of gebouw voor opslag;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': een paardenhouderij;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'tuinbouw': een
tuinbouwbedrijfbollenteeltbedrijf; - k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf' en in afwijking van de aanhef: uitsluitend een agrarisch hobbybedrijf, daaronder begrepen de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenrenbaan': een paardenrenbaan;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': een veldschuur;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonwerkersbedrijf': een loonwerkersbedrijf;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - bed & breakfast, liniehutten en theehuis': een bed & breakfast, liniehutten en een theehuis;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping': een minicamping;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': een zend- en ontvangstinstallatie;
alsmede voor:
- r. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- s. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals, wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
- t. beweiding door paarden waaronder recreatie- en hobbypaarden.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.4 Gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. detailhandel, anders dan het verkopen van streekeigen producten of ter plaatse geproduceerde producten met een oppervlakte van ten hoogste 150 m², is niet toegestaan;
- b. niet-agrarische bedrijfsmatige nevenactiviteiten zijn niet toegestaan;
- c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' zijn ten hoogste 25 niet-permanente standplaatsen op of aansluitend aan het bouwvlak toegestaan;
- d. fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht alsmede pelsdierhouderijen, vis-, wormen- en madenkwekerijen zijn niet toegestaan;
- e. de opslag van goederen en materialen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van het eigen bedrijf binnen het bouwvlak en achter de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen;
- f. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend gedurende de periode van maart tot en met september toegestaan;
- g. het gebruik van afdekfolie buiten een bouwvlak is niet toegestaan;
- h. containervelden zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
- i. waterbassins zijn niet toegestaan;
- j. mestbassins, niet zijnde bouwwerken, zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
- k. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed & breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan, met dien verstande dat een grotere omvang is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
- l. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
- m. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
- n. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
- o. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
- p. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
- q. het gebruik door derden van een indoor rijbaan bij een paardenhouderij of agrarisch bedrijf is niet toegestaan;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - geen vee' is het houden van dieren ten behoeve van de agrarische productie niet toegestaan;
- s. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- t. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- u. uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf', waarbij de oppervlakte maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de betrokken bedrijfswoning bedraagt inclusief de bijgebouwen;
- v. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan indien deze activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner;
- w. uitsluitend ten behoeve van de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is beperkte verkoop van artikelen toegestaan;
- x. niet-agrarisch gebruik en/ of gebruik anders dan ten behoeve van het bijbehorende bouwvlak van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' is niet toegestaan.
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.6 Aanlegvergunning
3.7 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschaps- En Natuurwaarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarische bedrijven met uitzondering van fruitteelt, sierteelt, bollenteelt en paardenhouderijen;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
- c. het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapsstructuur;
- d. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de voorkomende natuurwaarden;
en tevens voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een terrein en/of gebouw voor opslag;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf' en in afwijking van de aanhef: uitsluitend : een agrarisch hobbybedrijf, daaronder begrepen de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - buitenopslag fouragehandel': tevens buitenopslag ten behoeve van een fouragehandel;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtopslag': een houtopslagloods;
alsmede voor:
- j. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- k. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals, wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
- l. beweiding door paarden waaronder recreatie- en hobbypaarden.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
4.3 Ontheffing van de bouwregels
4.4 Gebruiksregels
4.5 Ontheffing van de gebruiksregels
4.6 Aanlegvergunning
4.7 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden - Beekdal
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - Beekdal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarische bedrijven met uitzondering van fruitteelt, sierteelt, bollenteelt en paardenhouderijen;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
- c. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschapsstructuur;
- d. behoud en herstel van het aanwezige reliëf;
en tevens voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf' en in afwijking van de aanhef: uitsluitend een agrarisch hobbybedrijf, daaronder begrepen de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': een veldschuur;
alsmede voor:
- h. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- i. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals, wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
- j. beweiding door paarden waaronder recreatie- en hobbypaarden.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.4 Gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. detailhandel, anders dan het verkopen van streekeigen producten of ter plaatse geproduceerde producten met een oppervlakte van ten hoogste 150 m², is niet toegestaan;
- b. niet-agrarische bedrijfsmatige nevenactiviteiten zijn niet toegestaan;
- c. fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht alsmede pelsdierhouderijen, vis-, wormen- en madenkwekerijen zijn niet toegestaan;
- d. de opslag van goederen en materialen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van het eigen bedrijf binnen het bouwvlak en achter de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen;
- e. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend gedurende de periode van maart tot en met september toegestaan;
- f. het gebruik van afdekfolie buiten een bouwvlak is niet toegestaan;
- g. containervelden zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
- h. waterbassins zijn niet toegestaan;
- i. mestbassins, niet zijnde bouwwerken, zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
- j. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed & breakfast per agrarische bedrijfswoning is niet toegestaan;
- k. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
- l. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
- m. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
- n. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
- o. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
- p. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- q. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- r. uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf', waarbij de oppervlakte maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de betrokken bedrijfswoning bedraagt inclusief de bijgebouwen;
- s. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan indien deze activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner;
- t. uitsluitend ten behoeve van de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is beperkte verkoop van artikelen toegestaan;
- u. niet-agrarisch gebruik en/ of gebruik anders dan ten behoeve van het bijbehorende bouwvlak van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' is niet toegestaan.
5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
5.6 Aanlegvergunning
5.7 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden - Reliëf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - Reliëf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarische bedrijven met uitzondering van fruitteelt, sierteelt, bollenteelt en paardenhouderijen;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
- c. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschapsstructuur;
- d. het behoud, herstel, en ontwikkeling van groot- en kleinschalig reliëf;
en tevens voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': tevens een nutsvoorziening;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf' en in afwijking van de aanhef: uitsluitend een agrarisch hobbybedrijf, daaronder begrepen de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': een paardenhouderij;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': een veldschuur;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mestvergistingsinstallatie': een mestvergistingsinstallatie;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': een zorgboerderij;
alsmede voor:
- l. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- m. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals, wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
- n. beweiding door paarden waaronder recreatie- en hobbypaarden.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
6.3 Ontheffing van de bouwregels
6.4 Gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. detailhandel, anders dan het verkopen van streekeigen producten of ter plaatse geproduceerde producten met een oppervlakte van ten hoogste 150 m², is niet toegestaan;
- b. niet-agrarische bedrijfsmatige nevenactiviteiten zijn niet toegestaan;
- c. fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht alsmede pelsdierhouderijen, vis-, wormen- en madenkwekerijen zijn niet toegestaan;
- d. de opslag van goederen en materialen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van het eigen bedrijf binnen het bouwvlak en achter de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen;
- e. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend gedurende de periode van maart tot en met september toegestaan;
- f. het gebruik van afdekfolie buiten een bouwvlak is niet toegestaan;
- g. containervelden zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
- h. waterbassins zijn niet toegestaan:
- i. mestbassins, niet zijnde bouwwerken, zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
- j. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed en breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan;
- k. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
- l. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
- m. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
- n. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
- o. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
- p. het gebruik door derden van een indoor rijbaan bij een paardenhouderij of agrarisch bedrijf is niet toegestaan;
- q. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- r. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- s. uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf', waarbij de oppervlakte maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de betrokken bedrijfswoning bedraagt inclusief de bijgebouwen;
- t. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan indien deze activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner;
- u. uitsluitend ten behoeve van de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is beperkte verkoop van artikelen toegestaan;
- v. niet-agrarisch gebruik en/ of gebruik anders dan ten behoeve van het bijbehorende bouwvlak van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' is niet toegestaan.
6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
6.6 Aanlegvergunning
6.7 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 7 Bedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': een hoveniersbedrijf;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een opslagbedrijf behorende tot maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw': een bedrijfsverzamelgebouw ten behoeve van bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69, atelierruimte, gezondheidscentrum en/of oefenruimte voor muziekbands;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf': een bouwbedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - elektrotechnisch- en schildersbedrijf': een elektrotechnisch- en schildersbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - een houtbewerkingsbedrijf': een houtbewerkingsbedrijf;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – groothandel in hout- en bouwmaterialen': een groothandel in hout- en bouwmaterialen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – houthandel': een houthandel;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – interieurbouwbedrijf': een interieurbouwbedrijf;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – landbouwmechanisatiebedrijf': een landbouwmechanisatiebedrijf;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – loonwerkersbedrijf': een loonwerkersbedrijf;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – loonwerkers- en sloopbedrijf': een loonwerkers- en sloopbedrijf;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf': een metaalbewerkingsbedrijf;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - showmodellen': detailhandel in kampeerhuisjes, carports, pergola's, veranda's, speeltoestellen, erfafscheidingen en daarmee vergelijkbare producten;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – service- en installatiebedrijf': een service- en installatiebedrijf;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf': een transportbedrijf;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vogelasiel': een vogelasiel;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 1': een vrachtwagenstalling;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 2': een vrachtwagenstalling;
alsmede voor:
- u. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
7.3 Ontheffing van de bouwregels
7.4 Gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. bedrijfsmatige activiteiten, anders dan aangegeven met de functieaanduidingen, zijn niet toegestaan;
- b. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed & breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan;
- c. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
- d. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied';
- e. de opslag van goederen en materialen is ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw', 'opslag' en 'caravanstalling' buiten de bedrijfsbebouwing niet toegestaan;
- f. het stallen van meer dan 5 vrachtwagens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 1' is niet toegestaan;
- g. het stallen van meer dan 12 vrachtwagens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 2' is niet toegestaan;
- h. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
- i. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
- j. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of een bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
- k. het gebruik van meer dan 25 m2 bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een gezondheidscentrum op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw' is niet toegestaan;
- l. het gebruik van de gronden voor zelfstandige kantoren is - in tegenstelling tot het gebruik als ondergeschikt kantoor bij de toelaatbare bedrijfsvoering - niet toegestaan;
- m. het gebruik van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw' aan de Zeisterweg 57 B voor de vestiging van meer dan 5 bedrijven is niet toegestaan.
7.5 Ontheffing van de gebruiksregels
7.6 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 8 Bos
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Ontheffing van de bouwregels
8.4 Gebruiksregels
8.5 Aanlegvergunning
Artikel 9 Cultuur En Ontspanning
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
9.3 Ontheffing van de bouwregels
9.4 Gebruiksregels
9.5 Ontheffing van de gebruiksregels
9.6 Aanlegvergunning
Artikel 10 Detailhandel
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
10.3 Ontheffing van de bouwregels
10.4 Gebruiksregels
10.5 Ontheffing van de gebruiksregels
10.6 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 11 Horeca
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
11.3 Ontheffing van de bouwregels
11.4 Gebruiksregels
11.5 Ontheffing van de gebruiksregels
11.6 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 12 Kantoor
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
12.3 Ontheffing van de bouwregels
12.4 Gebruiksregels
12.5 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 13 Maatschappelijk
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
13.3 Ontheffing van de bouwregels
13.4 Gebruiksregels
13.5 Ontheffing van de gebruiksregels
13.6 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 14 Natuur
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
14.3 Ontheffing van de bouwregels
14.4 Gebruiksregels
14.5 Aanlegvergunning
Artikel 15 Recreatie
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
15.3 Ontheffing van de bouwregels
15.4 Gebruiksregels
15.5 Ontheffing van de gebruiksregels
15.6 Aanlegvergunning
Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
16.3 Ontheffing van de bouwregels
16.4 Gebruiksregels
16.5 Ontheffing van de gebruiksregels
16.6 Aanlegvergunning
16.7 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 17 Verkeer
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
17.3 Gebruiksregels
Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
18.3 Gebruiksregels
Artikel 19 Water
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
19.3 Gebruiksregels
Artikel 20 Wonen
20.1 Bestemmingsomschrijving
20.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
20.3 Ontheffing van de bouwregels
20.4 Gebruiksregels
20.5 Ontheffing van de gebruiksregels
20.6 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 21 Leiding - Brandstof
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
21.3 Ontheffing van de bouwregels
21.4 Aanlegvergunning
Artikel 22 Leiding - Gas
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
22.3 Ontheffing van de bouwregels
22.4 Aanlegvergunning
Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding
23.1 Bestemmingsomschrijving
23.2 Bouwregels
23.3 Ontheffing van de bouwregels
23.4 Aanlegvergunning
Artikel 24 Leiding - Riool
24.1 Bestemmingsomschrijving
24.2 Bouwregels
24.3 Ontheffing van de bouwregels
24.4 Aanlegvergunning
Artikel 25 Waarde - Archeologie - 1
25.1 Bestemmingsomschrijving
25.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 25.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag
- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende(bouw)regels - uitsluitendniet worden gebouwd;indien- 1.
burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van dearcheologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport metdaarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatieniet nodig is; - 2.
niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de bouwvergunningeen rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokkenlocatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate isvastgesteld; - 3.
de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport,door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan wordenvoorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op hetbehoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingendan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologischedeskundige;
- 1.
- c. het bepaalde in dit lid onder b
.2 en b.3is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm kan worden geplaatst;
- 3. een bouwwerk dat zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
25.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 25.2onder b ten behoeve van het bouwen voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- b. niet is voldaan aan het bepaalde onder a: de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- c. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder b genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.
25.4 Aanlegvergunning
Artikel 26 Waarde - Archeologie - 2
26.1 Bestemmingsomschrijving
26.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag
- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende(bouw)regels - uitsluitendniet worden gebouwd;indien:- 1.
burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van dearcheologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport metdaarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatieniet nodig is; - 2.
niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de bouwvergunningeen rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokkenlocatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate isvastgesteld; - 3.
de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport,door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan wordenvoorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op hetbehoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingendan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologischedeskundige;
- 1.
- c. het bepaalde in dit lid onder b
.2 en b.3is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm kan worden geplaatst;
- 4. een bouwwerk dat zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
26.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 26.2onder b ten behoeve van het bouwen voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- b. niet is voldaan aan het bepaalde onder a: de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- c. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder b genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.
26.4 Aanlegvergunning
Artikel 27 Waarde - Archeologie - 3
27.1 Bestemmingsomschrijving
27.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 27.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag
- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende(bouw)regels - uitsluitendniet worden gebouwd;indien:- 1.
burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van dearcheologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport metdaarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatieniet nodig is; - 2.
niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de bouwvergunningeen rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokkenlocatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate isvastgesteld; - 3.
de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport,door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan wordenvoorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op hetbehoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingendan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologischedeskundige;
- 1.
- c. het bepaalde in dit lid onder b
.2 en b.3is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 1.000 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm kan worden geplaatst;
- 4. een bouwwerk dat zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
27.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 27.2onder b ten behoeve van het bouwen voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- b. niet is voldaan aan het bepaalde onder a: de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- c. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder b genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.
27.4 Aanlegvergunning
Artikel 28 Waarde - Archeologie - 4
28.1 Bestemmingsomschrijving
28.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 28.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag
- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende(bouw)regels - uitsluitendniet worden gebouwd;indien:- 1.
burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van dearcheologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport metdaarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatieniet nodig is; - 2.
niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de bouwvergunningeen rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokkenlocatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate isvastgesteld; - 3.
de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport,door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan wordenvoorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op hetbehoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingendan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologischedeskundige;
- 1.
- c. het bepaalde in dit lid onder b
.2 en b.3is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm kan worden geplaatst;
- 4. een bouwwerk dat zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
28.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 28.2onder b ten behoeve van het bouwen voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- b. niet is voldaan aan het bepaalde onder a: de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- c. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder b genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.
28.4 Aanlegvergunning
Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie - Grebbelinie
29.1 Bestemmingsomschrijving
29.2 Bouwregels
29.3 Aanlegvergunning
Artikel 30 Waterstaat - Waterbergingsgebied
30.1 Bestemmingsomschrijving
30.2 Bouwregels
30.3 Ontheffing bouwregels
30.4 Aanlegvergunning
Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013 herziening' heeft uitsluitend betrekking op de met een doorhaling in groen en aanvulling in geel gemarkeerde onderdelen van de regels en onderdelen van de verbeelding. Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van onderhavig bestemmingsplan, blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 31 Antidubbeltelbepaling
Artikel 32 Algemene Bouwregels
32.1 Ondergronds bouwen
32.2 Bestaande afstanden en andere maten
32.3 Overschrijding bouwgrenzen
32.4 Afstanden van woningen tot wegen en spoorwegen
32.5 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels
33.1 Landbouwontwikkelingsgebied
33.2 Landbouwontwikkelings- en verwevingsgebied
33.3 Verwevings- en extensiveringsgebied
33.4 Milieuzone - geurzone
33.5 Milieuzone - Waterwingebied
33.6 Veiligheidszone - leiding
33.7 Veiligheidszone - lpg
Artikel 34 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 35 Algemene Wijzigingsregels
35.1 Algemene wijziging
35.2 Waarde archeologie
35.3 Wijziging milieuzone-geurzone
35.4 Wro-zone wijzigingsgebied 1
35.5 Wro-zone wijzigingsgebied 2
35.6 Wro-zone wijzigingsgebied 3
35.7 Wro-zone wijzigingsgebied 4
35.8 Wro-zone wijzigingsgebied 5
35.9 Wro-zone wijzigingsgebied 6
35.10 Wro-zone wijzigingsgebied 7
35.11 Wro-zone wijzigingsgebied 8
35.12 Wro-zone wijzigingsgebied 9
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 9' de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - manege met minicamping en atelierruimte (sr-mma)' wijzigen in de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - manege met minicamping' en de aanduiding 'bouwvlak' met inachtneming van het volgende:
- a.
wijziging is uitsluitend toegestaan indien met een ondernemingsplan is onderbouwddat een reële groei van het manegebedrijf op deze locatie te verwachten is; - b.
de toegang tot de Zeisterweg is afgesloten; - c.
er blijft voldoende ruimte beschikbaar voor weidegang voor de aanwezige paardenen pony's; - d.
de bebouwingoppervlakte wordt tot maximaal 4.750 m² vergroot; - e.
de goothoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 4 m en de bouwhoogtemaximaal 8 meter; - f.
wijziging leidt niet tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- enontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; - g.
wijziging wordt slechts toegepast indien:- 1.
voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing, afgestemd op dekenmerken van de omgeving; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeesteren wethouders hierover advies van de landschaps- ennatuurbeschermingsdeskundige; - 2.
zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst; - 3.
een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer enhet onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijkekwaliteitswinst.
- 1.
Artikel 36 Algemene Procedureregels
36.1 Toepassen ontheffingsbevoegdheid en aanlegvergunningregeling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013 herziening' heeft uitsluitend betrekking op de met een doorhaling in groen en aanvulling in geel gemarkeerde onderdelen van de regels en onderdelen van de verbeelding. Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van onderhavig bestemmingsplan, blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 37 Overgangsrecht
37.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
37.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
37.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Artikel 38 Slotbepaling
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Woudenberg 20103(herziening)'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De voorzitter, | De griffier, |
Hoofdstuk 1 Inleiding
Het bestemmingsplan Buitengebied Woudenberg 2010 is door de gemeenteraad op 23 september 2010 vastgesteld. De provincie Utrecht heeft een reactieve aanwijzing gegeven op het bestemmingplan en door een aantal belanghebbenden is beroep aangetekend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De gemeente heeft ondertussen ook ervaring met de toepassing van de in werking getreden onderdelen van het bestemmingsplan.
Op 26 september 2012 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan (nr. 201012079/1/R2).
De volgende onderdelen van het plan zijn vernietigd:
- artikel 15 lid 4 onder f: de Raad van State heeft in deze zelf een voorziening getroffen en een nieuwe tekst voor dit lid bepaald;
- artikel 35 lid 12: ook hier heeft de Raad van State een voorziening getroffen en een nieuwe aanhef voor dit artikel bepaalt;
- de bestemming Recreatie voor een gedeelte van het perceel de Meent 9;
- de bestemming AW-LW-R voor een perceel ten noorden van de Meent 9;
- de bestemming WR-C-GL voor een perceel dat behoort bij Stationsweg Oost 287;
- de bestemming Wonen voor de percelen Haarweg 11 en 13;
- de bestemming AW-LW-BD voor gronden ten zuiden van de Brinkkanterweg.
Naar aanleiding van de huidige ervaringen met het plan, de reactieve aanwijzing en de uitspraak in het beroep alsmede geconstateerde verbeterpunten, wordt een herziening van het bestemmingsplan op onderdelen wenselijk en noodzakelijk geacht.
Deze herziening is op 27 juni 2013 vastgesteld en op 11 juni 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) inzake de beroepen uitspraak gedaan (nr. 201308084/1/R2). De uitspraak van de ABRvS heeft tot gevolg dat: - voor het perceel Zeisterweg 57B een aantal vormen van bedrijvigheid uit de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69' niet zijn toegestaan; - voor de percelen Haarweg 11 en 13 de bestemming 'Wonen' is vernietigd. In deze versie van het bestemmingsplan is de uitspraak verwerkt. |
Hoofdstuk 2 Inhoud Van De Herziening
In het onderstaande overzicht is - zowel voor de aanpassingen in de regels als voor de aanpassingen op de verbeelding - per onderdeel een motivering en een nadere uitwerking opgenomen van de voorgestelde aanpassing. Daarbij zijn de aanpassingen die verband houden met de uitspraak van de Raad van State apart vermeld.
Uitspraak Raad van State | Voorgestelde aanpassing | |
artikel 15 lid 4 onder f | Raad van State heeft een nieuwe regel vastgesteld. | Behoeft geen aanpassing. |
artikel 35 lid 12 | Raad van State heeft een nieuwe regel vastgesteld. | Behoeft geen aanpassing. |
bestemming Recreatie de Meent 9 | Raad van State was van mening dat het wijzigingsgebied - 9 ten onrechte te eng was begrensd en heeft de recreatieve bestemming, waar de wijzigingsbevoegdheid ten onrechte niet was opgenomen, vernietigd. | Inmiddels is er ter plaatse ,met een onherroepelijke omgevingsvergunning voor bouwen, een rijhal gebouwd. De wijzigingsbevoegdheid vervalt en wordt vervangen door een (vergroot) bouwvlak. Zie ook bijlage 2. |
bestemming AW-LW-R voor een perceel ten noorden van de Meent 9 | Het perceel wordt benut voor de beweiding door paarden: de bestemmingsomschrijving voorziet hier niet in waardoor de bestemming is vernietigd. | Het gebruik van de gronden door de aangrenzende manege wordt acceptabel geacht. Aan de bestemmingsomschrijving van alle agrarische bestemmingen is toegevoegd dat beweiding door recreatie en hobbypaarden is toegestaan. Aan het perceel is de bestemming AW-LW-R toegekend. Zie ook bijlage 2. |
bestemming WR-C-GL Stationsweg Oost 287 | De bestemming Waarde - Cultuurhistorie - Grebbelinie is beperkt tot de liniedijk en de bijbehorende gronden. Het hooggelegen perceel valt hier niet onder en is ten onrechte bestemd tot WR-C-GL. | Behoeft geen aanpassing. |
Wonen Haarweg 11 en 13 | Panden zijn in gebruik als woning; volgens Raad van State geen mogelijkheid voor legalisering. | In artikel 4.2 van de provinciale verordening (vastgesteld 4 februari 2013) is opgenomen dat gevallen waarbij sprake is van een sinds jaar en dag aanwezig, maar nog niet positief bestemd gebouw, waar redelijkerwijs niet meer tegen kan worden opgetreden, positief bestemd mag worden. De woningen aan de Haarweg kunnen hiertoe worden gerekend: de bestemming Wonen wordt opgenomen. |
AW-LW-BD Brinkkanterweg | Bij de besluitvorming over het bestemmingsplan Buitengebied 2010 is verzuimd te bezien wat de bestemming van de naastgelegen gronden in het bestemmingsplan is. | Zowel ten westen, ten noorden alsook ten oosten van dit perceel is sprake van de bestemming Agrarisch gebied met waarden, reliëf of beekdal. Het aanlegvergunningstelsel van beiden artikelen (5 en 6) is gelijkluidend met uitzondering van één extra bepaling. Deze regelt dat voor de aanleg van kades, oeverbeschoeiingen en aanlegsteigers eveneens een vergunning benodigd is. Bij gronden, zoals deze van de heer De Kruif, die niet direct aan een watergang grenzen, zijn de gevolgen dan ook gelijk aan de regels van Agrarisch gebied met landschapswaarde reliëf. Uitgaande van de hoogte van het perceel en de waarde van het gebied, had hier dus in ieder geval dezelfde regeling opgenomen moeten worden als bij Agrarisch gebied met waarden reliëf. Gezien de historie van het perceel en de hoogteligging is gekozen voor de aanduiding beekdal. De bestemming AW-LW-BD wordt opgenomen. |
Betreft de navolgende regels | Motivering herziening | Voorgestelde aanpassing |
1.1,1.2, 1.3 en 38 | De herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 krijgt een NL.IMRO nummer | Aanpassing van de leden 1.1,1.2 en 1.3 en artikel 38 met een verwijzing naar het nieuwe NL.IMRO-nummer. |
1.101 | In het bestemmingsplan komen zorgboerderijen voor onder de bestemming Agrarisch met waarden en bij de bestemming Maatschappelijk; voorts is een neventak of omschakeling mogelijk. Een definitie voor zorgboerderij ontbreekt en wordt gemist voor een goede interpretatie van de regels. | Er wordt een nieuw lid 1.101 toegevoegd dat luidt: 'zorgboerderij: een locatie waar zorg wordt geboden aan ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak – waaronder begrepen re-integratie – en waarbij de situering in het buitengebied en de relatie met de natuur, landbouw, grond en dieren een onderdeel uitmaakt van het zorgconcept'. |
1.9.a onder 6 | De begripsbepaling voor sierteelt is verwarrend nu boomkwekerijgewassen zijn uitgezonderd, maar de handel in boomkwekerijgewassen is toegestaan. Het is bovendien verwarrend dat alleen bij sierteelt gesproken wordt over handel: ook bij alle andere vormen van agrarische bedrijfsactiviteiten worden de geproduceerde goederen op enig moment verhandeld. Voor zover het daarbij gaat om detailhandel, is in de gebruiksregels al een toelaatbare oppervlakte opgenomen. Met het uitsluiten van boomteelt in de definitie voor agrarische bedrijven werd beoogd een regeling te scheppen voor de toelaatbaarheid van boomteeltgewassen; deze regeling wordt alsnog in de bestemmingsomschrijvingen van de verschillende agrarische artikelen opgenomen (zie hetgeen hieronder is vermeld met betrekking tot 3.1, 4.1, 5.1 en 6.1). | In artikel 1.9.a onder 6 vervalt de zinsnede 'met uitzondering van boomkwekerijgewassen'. Het begrip wordt ook aangepast met betrekking tot handel in producten. |
1.74 | Volgens de begripsbepaling voor opslag is er slechts sprake van opslag indien er geen bewerking plaatsvindt én geen handel. Deze bepaling wordt als te beperkend ervaren. Opslag van goederen is toegestaan indien de goederen naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze een bewerking ondergaan en/of zonder dat deze verhandeld worden. | In de definitie van opslag wordt de 'en' gewijzigd in 'en/of'. |
2.6, 2.7 (nieuw) | De wijze van meten van de inhoud van een bouwwerk is onvoldoende duidelijk. De inhoud van een gebouw wordt gemeten vanaf de begane grondvloer terwijl de hoogte gemeten wordt vanaf peil. Bij sommige gebouwen (bijvoorbeeld met een souterrain) is het ook onduidelijk welke vloer aangemerkt moet worden als begane grondvloer. De inhoud van een gebouw of bouwwerk dient daarom in principe gemeten te worden vanaf peil. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor mestopslagen, bouwwerken voor mest(na)vergisting en kadaveropslagen. Bij deze bouwwerken wordt ook de inhoud onder peil meegenomen in de totale inhoudsberekening. | Artikel 2.6 wordt als volgt: 'inhoud van een gebouw of bouwwerk: tussen het peil, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.' Aan artikel 2 wordt een nieuw lid 2.7 toegevoegd dat luidt: 'inhoud van een bouwwerk voor mestopslag, mest(na)vergisting of kadaveropslag: tussen de bovenkant van de onderste vloer en de binnenzijde van de gevels en de onderkant van de bovenste vloer /het dak'. De daaropvolgende leden worden vernummerd. |
3.1, 4.1, 5.1 en 6.1 3.1.j | Het gemeentelijke beleiduitgangspunt dat in verband met de openheid en het huidige agrarisch karakter niet alle vormen van grondgebonden agrarische bedrijvigheid zijn toegestaan is niet overeenkomstig in de regels verwoord. Grondgebonden agrarische bedrijven zijn toegestaan, met uitzondering van fruitteelt-, sierteelt- en bollenteeltbedrijven en paardenhouderijen. Bestaande, niet algemeen toelaatbare grondgebonden agrarische bedrijven hebben al een aanduiding op de verbeelding en een passende regeling in de regels. Het betreft bestaande paardenhouderijen en een bollenteeltbedrijf. Dit bollenteeltbedrijf heeft de aanduiding 'tuinbouw': in de regels is verduidelijkt dat het hier een bollenteeltbedrijf betreft. | In de bestemmingsomschrijving van de agrarische artikelen wordt bepaald dat grondgebonden bedrijven zijn toegestaan met uitzondering van fruitteelt, sierteelt, bollenteelt en paardenhouderijen. Van artikel 3.1 onder j wordt de zinsnede 'een tuinbouwbedrijf' gewijzigd in 'een bollenteeltbedrijf'. |
3.1.k, 4.1.g, 5.1.f en 6.1.g | In het buitengebied zijn agrarische hobbybedrijven met een functieaanduiding aangegeven. Deze hobbybedrijven kunnen met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid benut worden voor volwaardige agrarische bedrijven. Door de redactie van de bestemmingsomschrijvingen bij de agrarische artikelen, kunnen deze hobbybedrijven ook rechtstreeks voor volwaardige bedrijven worden benut en mogelijk vergroot. Dit is niet in overeenstemming met het gemeentelijke beleid; bij een eventueel gebruik door volwaardige bedrijven wil de gemeente alle in het geding zijnde belangen meewegen. | De bestemmingsomschrijving bij de agrarisch artikelen wordt gewijzigd. Bouwvlakken zijn niet langer 'tevens' voor een agrarisch hobbybedrijf bestemd maar 'uitsluitend' voor een agrarisch hobbybedrijf bestemd. |
3.2.2.c, 4.2.2.c en 20.2.1. onder d | In tegenstelling tot andere leden van de betreffende artikelen ontbreekt de bepaling dat de genoemde inhoudsmaat betrekking heeft op de woning inclusief aan- en uitbouwen. | In de betreffende artikel leden wordt de zinsnede 'woning' of 'bedrijfswoning' gewijzigd in 'woning inclusief aan- en uitbouwen' of 'bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen'. |
3.3.2, 4.3.2, 5.3.2, 6.3.2, 7.3.2, 9.3.2, 10.3.2, 11.3.2, 13.3.2 en 20.3.1 15.3.1, 15.3.2 (nieuw),16.3.2 en 16.3.4 (nieuw) | De ontheffing van de bouwregels om de inhoud van (bedrijfs)woningen te vergroten is te zeer verruimd ten opzichte van de regeling die van toepassing was in het hiervoor geldende bestemmingsplan Buitengebied uit 1995. Het zonder meer vergroten tot 25% van de maximale omvang of tot een inhoud van 800 m³ is niet gewenst; vergroting is mogelijk in relatie tot de omvang van de oorspronkelijke woning. Bij de bestemmingen Recreatie en Recreatie - Verblijfsrecreatie ontbreekt de mogelijkheid om een bedrijfswoning te vergroten; deze mogelijkheid wordt toegevoegd. | Bij de diverse ontheffingsmogelijkheden van de bouwregels wordt bepaald dat de maximale inhoudsmaat van 600 m³ van de (bedrijfs)woning (inclusief aan- en uitbouwen) mag worden vergroot met maximaal 25% van de inhoud van de (bedrijfs)woning op het moment van in werking treding van de herziening tot een maximum van 800 m³. Deze aanpassing wordt doorgevoerd bij alle bestemmingen waar sprake is van een (bedrijfs)woning. Bij de artikelen Recreatie en Recreatie - Verblijfsrecreatie wordt de vergroting van bedrijfswoningen uitgesloten bij de algemene ontheffing voor vergroting van bedrijfsvloeroppervlakte en worden nieuwe leden toegevoegd om de uitbreiding van bedrijfswoningen mogelijk te maken. |
3.4, 5.4 en 6.4 3.7.6 onder a | In het bestemmingsplan zou duidelijker moeten worden aangegeven dat veldschuren uitsluitend gebruikt mogen worden voor agrarische doeleinden ten behoeve van het bijbehorende agrarische bouwvlak en dus niet voor, bijvoorbeeld, recreatieve doeleinden. De wijzigingsbevoegdheid voor nieuwe veldschuren is beperkt tot 2 veldschuren per bedrijf. Indien meerdere bedrijven op een bouwvlak zijn gevestigd kan dit leiden tot een ongewenste toename van het aantal veldschuren. De wijzigingsbevoegdheid voor nieuwe veldschuren dient zodanig aangepast te worden dat er maximaal 2 veldschuren per bouwvlak gerealiseerd mogen worden. | In de gebruiksregels van de genoemde agrarische artikelen wordt de volgende zinsnede opgenomen: 'niet-agrarisch gebruik en/of gebruik anders dan ten behoeve van het bijbehorende bouwvlak van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' is niet toegestaan'. In artikel 3.7.6 onder a wordt de zinsnede 'per bedrijf' gewijzigd in 'per bouwvlak'. |
3.5.2, 4.5.2, 5.5.2 en 6.5.2 20.6.4 | Het bestemmingsplan bevat bij de agrarische artikelen een ontheffingsbevoegdheid om een inwoningssituatie toe te staan ten behoeve van een tweede bedrijfshoofd. Bij de bestemming Wonen is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de realisering van een tweede woning bij voormalige agrarisch bebouwing. Bij realiseren van twee woningen in een bouwmassa (bijvoorbeeld een langgevelboerderij) stuit de gemeente op de bepaling 'bestaande woning' of 'bestaande bedrijfswoning' waardoor het voorheen bedrijfsmatig gebruikte deel van de bouwmassa niet als woning kan worden ingericht. Deze bepaling wordt aangepast. | Bij de genoemde agrarische artikelen wordt de zinsnede 'de bestaande bedrijfswoning' gewijzigd in 'de bedrijfswoning'. Bij het artikel Wonen wordt de zinsnede 'de bestaande woning' gewijzigd in 'de woning'. |
3.7.8, 4.7.6, 5.7.6 en 6.7.8 7.6.1, 10.6.1, 11.6.1, 12.5.1 en 13.6.2 | In de wijzigingsbevoegdheid van agrarisch bedrijf naar Wonen, is de sloop eis van 1.000 m² alleen gekoppeld aan gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', terwijl in alle gevallen waarbij de bestemming wordt gewijzigd ruimtelijke kwaliteitsverbetering wordt nagestreefd en er sprake zou moeten zijn van sloop. In navolging van het tot nu toe geldende bestemmingsplan Buitengebied 1995 is de volgende regeling uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening gewenst: - indien een agrarisch bedrijf wordt beëindigd op een bouwvlak waar geen bedrijfswoning aanwezig is, mag er 1 woning worden gebouwd mits er 1.000 m² wordt gesloopt (deze regeling is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2010, behoeft geen aanpassing); - indien een agrarisch bedrijf wordt beëindigd op een bouwvlak waar wel een bedrijfswoning aanwezig is, mag er 1 woning worden gebouwd/gehandhaafd mits een evenredig deel van de bedrijfsbebouwing wordt gesloopt (deze bepaling wordt toegevoegd); - een extra woning is toegestaan indien er ten minste 1.000 m²wordt gesloopt (ook deze regeling is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2010 en behoeft geen aanpassing). De verwijzing naar het artikel 'bestaande maten' bij de genoemde wijzigingsbevoegdheden kan vervallen; de bestaande matenregeling is immers niet van toepassing omdat op het moment van inwerkingtreding van het plan de gebouwen niet afwijken van het plan. Vergelijkbare wijzigingsbevoegdheden bij andere bestemmingen worden overeenkomstig aangepast. | In de artikelen waar een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen naar Wonen wordt de aanhef gewijzigd (geen verwijzing naar artikel 32.2 onder a), wordt een bepaling toegevoegd dat - indien er al een woning aanwezig is - ten hoogste 200 m² aan bijgebouwen is toegestaan (en de overige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt) en wordt het onderdeel dat betrekking heeft op artikel 32.2 ingetrokken. |
6.2.1. d en e | Door een schrijffout wijken de hoogtematen in artikel 6.2.1. onder d en e af van het gestelde in artikel 3.2.1. f en g, 4.2.1. b en c, en 5.2.1. d en f. | De toelaatbare bouwhoogte in artikel 6.2.1 onder d wordt gewijzigd in 11 m. De toelaatbare bouwhoogte in artikel 6.2.1. onder e wordt gewijzigd in 10 m. |
7.1.d, 7.4.1.k (nieuw) en 7.4.1.l (nieuw) | De gemeente heeft met partijen betrokken bij de exploitatie van het bedrijfsverzamelgebouw aan de Maarsbergseweg 69 een overeenkomst gesloten over het toelaatbare gebruik. Deze overeenkomst is met betrekking tot de toelaatbaarheid van een gezondheidscentrum niet correct vertaald in het bestemmingsplan Buitengebied 2010. Het artikel Bedrijf moet worden aangepast in overeenstemming met de afgesloten overeenkomst tussen partijen. Naar aanleiding hiervan wil het gemeentebestuur verduidelijken dat zelfstandige kantoren binnen de bestemming Bedrijf niet zijn toegestaan. Ondergeschikte kantoren ten behoeve van de gevestigde bedrijven zijn uiteraard wel toegestaan. | De bestemmingsomschrijving en gebruiksregels van het artikel Bedrijf worden aangevuld met de bepaling dat tot 25 m² gebruikt mag worden voor een gezondheidscentrum. In de gebruiksregels van de bestemming Bedrijf wordt tevens opgenomen dat zelfstandige kantoren - in tegenstelling tot ondergeschikte kantoren - niet zijn toegestaan. |
20.2.1 | Bij het artikel Wonen is ten onrechte de locatie van bijgebouwen in relatie tot het hoofdgebouw niet nader bepaald. Hierdoor wordt het mogelijk bijgebouwen voor de voorgevelrooilijn te plaatsen. Dit is ruimtelijk ongewenst. | Artikel 20.2.1 wordt aangevuld met een nieuwe bepaling die luidt: 'bijgebouwen zijn uitsluitend achter de voorgevellijn van de woning toegestaan;'. De overige leden van het artikel worden vernummerd. |
20.3.2.b | De bepaling in artikel 20.3.2 onder b leidt tot verwarring. Doel is 50% van de bestaande bebouwing toe te staan tot een maximum van 200 m². Door de zinsnede 'het meerdere van 80 m²', ontstaat een ongewenste interpretatieruimte bij percelen waar nu minder dan 400 m² aan voormalige agrarisch bedrijfsbebouwing aanwezig is. | Artikel 20.3.2 onder b wordt als volgt gewijzigd: 'ontheffing wordt verleend tot een gezamenlijk oppervlakte van 50% van de voormalige bedrijfsbebouwing met een maximum van 200 m² indien vaststaat dat die bedrijfsbebouwing wordt gesloopt'. |
25.2, 26.2, 27.2 en 28.2 25.3 (nieuw), 26.3 (nieuw), 27.3 (nieuw) en 28.3 (nieuw) | De gemeente ervaart dat het de bouwregels bij de verschillende dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie tot vragen en onduidelijkheden leiden bij initiatiefnemers. De indruk wordt gewekt dat sprake is van een rechtstreeks bouwrecht, maar initiatiefnemers worden alsnog geconfronteerd met verplicht archeologisch onderzoek. In de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie - 1, - 2, - 3 en - 4 wordt het bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemmingen gebonden aan een ontheffing van de bouwregels. | Bij de artikelen Waarde - Archeologie - 1, - 2, - 3 en - 4 worden de bouwregels aangepast en een ontheffingsbevoegdheid toegevoegd. De overige leden van de artikelen worden vernummerd. |
32.1.1. 33.3.2.i, 33.3.3.i, 33.3.4.i, 33.3.5.i, 33.3.6.f, 33.3.7.f, 33.3.8.f, 33.3.9.g, 33.3.10.g, 33.3.11.g en 33.3.12.g | De regeling in het bestemmingsplan Buitengebied 2010 beoogt dat de bouw van ondergrondse gebouwen in principe onder gebouwen plaats moet vinden met uitzondering van mestkelders en dergelijke bij agrarische bedrijven. Het huidige artikel 32.1 onder a is onvoldoende duidelijk en wordt aangepast. In het bestemmingsplan zijn in artikel 33 wijzigingsbevoegdheden opgenomen waarbij de maximaal toelaatbare oppervlakte is vastgelegd. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om deze oppervlakte te vergroten door ondergronds te bouwen. Dat is niet wenselijk. In de wijzigingsbevoegdheden wordt de maximale bedrijfsvloeroppervlakte vastgelegd zodat ook ondergrondse ruimten meetellen bij de bepaling van de maximale omvang. | In de aanhef van artikel 32.1.1 en in het bepaalde onder a komt de zinsnede 'geheel of gedeeltelijk' te vervallen. Het artikel geldt voor bouwwerken maar niet voor mestkelders, silo's en vergelijkbare bouwwerken op agrarische bestemmingen (het is niet nodig deze regeling te koppelen aan het agrarische bouwvlak; de agrarische artikelen bevatten de nodige regels over de locaties van de bouwwerken). In de wijzigingsbevoegdheden zoals genoemd van artikel 33 wordt de zinsnede 'waarbij ten hoogste de volgende oppervlakte gehandhaafd mag worden' gewijzigd in 'waarbij ten hoogste de volgende bedrijfsvloeroppervlakte gehandhaafd mag worden'. |
33.1.2.h en 33.3.1.o 33.3.2.b, 33.3.3.b, 33.3.4.b en 33.3.5.b | De gemeente is geconfronteerd met nevenactiviteiten op agrarische bouwvlakken waar meerdere agrarische bedrijven waren of werden gevestigd. Met het argument dat er feitelijk sprake is van een ander bedrijf, zijn nevenactiviteiten vervolgens afgescheiden van het agrarisch bedrijf/bouwvlak en werd een zelfstandige bestemming gevraagd. Dergelijke afsplitsingen wil de gemeente in de toekomst voorkomen door de bouwmogelijkheden voor nevenactiviteiten niet aan een bedrijf maar aan het bouwvlak te koppelen. Ingeval de bestemmingen van agrarische bouwvlakken gewijzigd worden, is dit alleen nog toegestaan indien alle agrarische activiteiten op het totale bouwvlak zijn beëindigd. | Bij de artikelen 33.1.2.h en 33.3.1.o komt de zinsnede 'van het betreffende agrarische bedrijf ' te vervallen. Artikel 33.3.2.b, 33.3.3.b, 33.3.4.b en 35.3.5.b wordt gewijzigd in 'aangetoond moet zijn dat alle agrarisch activiteiten op het totale bouwvlak zijn beëindigd en voortzetting van het agrarisch gebruik niet reëel is'. |
37 | Op grond van jurisprudentie (ABRvS 11 jan.2011, no 201004758/1/R3) en de dwingende redactie van artikel 3.2 Bro is het noodzakelijk bij een partiële herziening het voorgeschreven overgangsrecht op te nemen. | In artikel 37 zijn de overgangsbepalingen opgenomen. Voor gronden en bestemmingen die met de partiële herziening worden gewijzigd, geldt als peildatum voor het overgangsrecht het moment van inwerking van de herziening. |
Bijlage bij de regels | De gemeente heeft met partijen, betrokken bij de exploitatie van het bedrijfsverzamelgebouw aan de Maarsbergseweg 69, een overeenkomst gesloten over het toelaatbare gebruik. Deze overeenkomst is met betrekking tot de toelaatbaarheid van 'handel in auto's en motorfietsen, reparatie en servicebedrijven', 'handel in auto- en motorfietsonderdelen en accessoires' en de 'vervaardiging van wijn, cider e.d.' niet correct vertaald in het bestemmingsplan Buitengebied 2010. De Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69 wordt aangepast in overeenstemming met de afgesloten overeenkomst tussen partijen. | De Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69 wordt gewijzigd naar 'handel in auto's en motorfietsen, reparatie en servicebedrijven' en 'handel in auto- en motorfietsonderdelen en accessoires'. Bedrijfsactiviteiten met SBI-code 1592 - 1593 (vervaardiging van wijn, cider e.d.) worden toegevoegd. |
Betreft het volgende onderdeel van de verbeelding | Motivering herziening | Voorgestelde aanpassing |
Ekris 38 | De toelaatbare goothoogten van 3 m bij Manege Groenewoude, Ekris 38 is onvoldoende. Uitgegaan dient te worden van de hoogte van een paard met ruiter. Een aantal gebouwen is buiten het bouwvlak gelegen. | Voor het perceel Ekris 38 wordt de toelaatbare goothoogte verhoogd naar 4 m door een aanpassing van de maatvoeringaanduiding en wordt het bouwvlak aangepast. |
Omgeving Voskuilerdijk | Ter plaatse is de dubbelbestemming Waterstaat - Waterbergingsgebied van kracht. Op verzoek van het waterschap wordt het gebied met deze bestemming verkleind. ![]() | De begrenzing van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterbergingsgebied wordt aangepast. |
Brinkkanterweg 23 | De functieaanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - recreatiehoeve' die voor Hoeve de Beek was bedoeld is abusievelijk niet opgenomen in de verbeelding. | De aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - recreatiehoeve' is in de verbeelding toegevoegd. |
Zeisterweg 44 | Op het perceel Zeisterweg 44 is geen bouwvlak aanwezig; de opgenomen hoogte aanduiding en aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' komen te vervallen. | De aanduidingen 'maximum bouwhoogte' en 'bedrijfswoning uitgesloten' van het betreffende perceel komen te vervallen. |
Zeisterweg bij 98 | De regels in combinatie met de verbeelding maken onbedoeld een bedrijfswoning mogelijk op het perceel van de Pyramide van Austerlitz. | Aan het bouwvlak met bestemming Cultuur en Ontspanning van het perceel aan de Zeisterweg wordt de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' toegevoegd. |
Het betreft een herziening op onderdelen van het bestemmingsplan Buitengebied 2010. Voor de leesbaarheid zijn de aanpassingen in de regels als volgt aangegeven: bepalingen die met de herziening worden verwijderd zijn doorgehaald en groen gemarkeerd (verwijderen van een bepalingen), een nieuw toegevoegde bepaling is geel gemarkeerd (nieuwe bepalingen). Door de provincie is een reactieve aanwijzing gegeven voor de modelvliegclub aan de Steeg. Deze aanwijzing is niet bestreden door de gemeente, is niet in werking en kan dus formeel ook niet herzien worden. Artikel 3.1.g is om die reden doorgehaald. In de bijlage bij de toelichting is aangegeven hoe het geheel van regels uit het moederplan aangepast worden met deze herziening. Daarin is ook het besluit van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ten aanzien van de artikelen 15 en 35 verwerkt.
Hoofdstuk 3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
In het kader van het wettelijke vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn er tot medio juli 2012 vijf reacties op het voorontwerpplan ingediend. In augustus 2012 is nog een zesde reactie ingediend. Voor een overzicht van de ingediende reacties en de beantwoording daarvan wordt verwezen naar bijlage 3.
Naar aanleiding van de ingediende inspraak- en overlegreacties zijn de volgende aanpassingen in het plan opgenomen:
- Brinkkanterweg: betreft een perceel dat ook onderwerp is geweest van het besluit van de Raad van State: uit nader onderzoek is gebleken dat een bestemming AW-LW-BD gerechtvaardigd is;
- in de tabel bij artikel 37.3.1 wordt de regel Voskuilerdijk 19 geschrapt;
- Zeisterweg 72: dit betreft een nieuw te bouwen woning die niet voldoet aan de maximale inhoudsmaat van 600 m³ en die evenmin aangemerkt kan worden als een bestaande situatie (bestaande maat); op de verbeelding wordt een maatvoeringaanduiding toegevoegd (maximale inhoud 700 m³); tevens wordt in artikel 20.2.1 een bepaling toegevoegd met betrekking tot deze maatvoeringaanduiding;
- paardenstal Lambalgseweg en opslag gebouw Oudenhorsterweide: op de verbeelding voorzien van de aanduiding (sa-vs) (veldschuur);
- Dashorst: dit betreft nieuw te bouwen woningen die niet voldoen aan de maximale inhoudsmaat van 600 m³ en die evenmin aangemerkt kunnen worden als een bestaande situatie (bestaande maat); op de verbeelding worden een maatvoeringaanduiding toegevoegd (een woning van maximaal 750 m³en een twee-onder-een-kap van elk 725 m³met een inpandige garage).
Naar aanleiding van de overleg- en inspraakprocedure zijn aanvullend de volgende ambtelijke aanpassingen doorgevoerd:
- in de tabel van artikel 37.3.1. wordt de locatie De Groep 13 en 15 geschrapt: op deze locatie is inmiddels een wijzigingsplan vastgesteld en van kracht;
- aan de begripsbepalingen wordt het begrip 'normaal agrarisch gebruik' toegevoegd;
- met de inwerkingtreding van de Wet op de plattelandswoning is het mogelijk om de locaties Ekris 83 en Voskuilerweg 10 niet langer onder het persoonsgebonden overgangsrecht te brengen, maar aan te merken als plattelandswoning; in de afwijkingsbevoegdheden van de specifieke gebruiksregels bij agrarische bestemmingen wordt opgenomen dat een dienstwoning, in afwijking van de regels, bewoond mag worden door derden, indien er nog sprake is van een agrarisch bedrijf ter plaatse; in de tabel van artikel 37.3.1 worden tevens de locaties Ekris 83 en Voskuilerweg 10 geschrapt; voor deze woningen wordt de afwijking van het gebruik geacht te zijn verleend;
- aanpassing bouwvlak Laagerfseweg 77; de gewenste aanpassing van het bouwvlak voldoet aan de voorwaarden die in het moederplan gesteld zijn aan een wijziging; nadere afspraken worden middels een anterieure overeenkomst vastgelegd;
- wijziging bestemming Zeisterweg 57B; de bestemming Bedrijf met de nadere aanduiding 'installatiebedrijf en opslag' wordt gewijzigd in Bedrijf met de nadere aanduiding 'bedrijfsverzamelgebouw' (overeenkomstig het bedrijfsverzamelgebouw aan de Maarsbergseweg 69); dit is een passende aanduiding die verhuur eenvoudiger maakt, zonder dat sprake is van wezenlijke ruimtelijke gevolgen;
- opnemen relatieteken tussen een veldschuur en de zorgboerderij Breehoef, Voskuilerweg 20;
- aanpassen bestemming R-VR aan de Zeisterweg overeenkomstig het feitelijk gebruik en de ligging van de vergunde gebouwen;
- aanpassen bouwvlak Voskuilerweg 47; bij de vaststelling van het moederplan is deze aanpassing abusievelijk niet meegenomen;
- in artikel 16.2.2 onder d wordt het foutieve 'recreatie - 8' gewijzigd in 'recreatie - 7'.
Tot slot wordt nog gewezen op het volgende. Tot het erf of, in voorkomende gevallen, het achtererf zoals bedoeld in het Besluit Omgevingsrecht (Bor) bij agrarische bedrijven wordt begrepen de gronden die zijn gelegen binnen het agrarische bouwvlak zoals aangegeven in de verbeelding.
Hoofdstuk 4 Vaststelling
De herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 is vastgesteld op 27 juni 2013. De gemeenteraad heeft de Nota van beantwoording zienswijzen vastgesteld en ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Daarnaast is tijdens de raadsvergadering een amendement aangenomen. Gegronde zienswijzen, ambtshalve aanpassingen en het amendement zijn in de toelichting, regels en verbeelding van dit bestemmingsplan verwerkt (zie ook bijlage 4).
Het betreft de volgende wijzigingen in regels en verbeelding:
- het opnemen in de herziening van Haarweg 11 en 13 in plaats van Zeisterweg 42;
- het opnemen van één bouwvlak voor Vlieterweg 17 waarbinnen 5 woningen zijn toegestaan; de kapschuur wordt aangemerkt als bijgebouw, overige bijgebouwen zijn niet toegestaan (artikel 20.2.1.g); het perceel is tevens aangemerkt als 'wro-zone wijzigingsgebied-10 om de bouw van minder, maar grotere woningen toe te staan (artikel 20.6.6);
- aanpassing bouwvlakken en enkele maatvoeringaanduidingen Dashorst; op een gedeelte van het perceel wordt de bouw van bijgebouwen uitgesloten (artikel 20.2.1.g);
- aanpassing van de maatvoering Slappedel 26;
- wijziging van de bestemming AW-LW-BD van gronden aan de Brinkanterweg in de bestemming AW-LW-R;
- geringe uitbreiding plangebied ter plaatse van Slappedel 46;
- aanpassing begripsbepalingen (agrarisch hobbybedrijf en plattelandswoning);
- aanpassing artikel 33.3.1 en 33.1.2;
- beperking aantal bedrijven Zeisterweg 57B (artikel 7.4);
- aanpassen verwijzing in artikel 37.3.4;
- aanpassing bouwvlak en regeling Laagerfseweg 81 (artikel 3.2.1.i);
- aanpassing artikel 16.2.2 onder d.
Bijlage 1 Cultuurhistorisch Waardevolle Panden
Zie moederplan
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Zie moederplan
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69
Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69
Bijlage 4 Bijlage 4 Staat Van Horeca-activiteiten
Zie moederplan
Bijlage 5 Afstanden Geluidsgevoelige Objecten Tot Wegen
Zie moederplan
Bijlage 1 Regels Na Herziening
Bijlage 1 Regels na herziening
Bijlage 2 Onderbouwing Bestemmingen De Meent 9
Bijlage 2 Onderbouwing bestemmingen de Meent 9
Bijlage 3 Nota Overleg- En Inspraakreacties
Bijlage 3 Nota overleg- en inspraakreacties