KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Maatschappelijk
Artikel 6 Tuin
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Wonen
Artikel 9 Leiding - Riool
Artikel 10 Waarde - Archeologie - 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Artikel 12 Algemene Bouwregels
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 16 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
Artikel 18 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Uitbreidingsopties Elix
Bijlage 4 Uitbreidingsopties Fier Op De Hei (Kwadrantwoningen)
Bijlage 5 Uitbreidingsopties Life In The Woods
Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch
Bijlage 1 Nota Van Zienswijzen En Ambtshalve Aanpassingen

Kerckebosch beheerplan

Bestemmingsplan - Gemeente Zeist

Vastgesteld op 11-02-2025 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kerckebosch beheerplan' met identificatienummer NL.IMRO.0355.BPKerckebosBeheer-VS01 van de gemeente Zeist.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aaneengebouwde woning:

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.

1.6 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijf aan huis:

het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:

  1. a. die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat vanbedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als categorie 1 of 2, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en
  2. b. die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit,

in de woning en bijbehorende bouwwerken.

1.9 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein.

1.10 beroep aan huis:

het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie.

1.11 bestaand gebouw:

gebouw, zoals bestaand of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.12 bestaand boskarakter:

het boskarakter zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.13 bestaande uitbreiding:

de uitbreiding van een gebouw zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.14 bestaande aantal woningen:

woningen die met een vergunning aanwezig zijn op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.15 bestaande veranda:

veranda met het aantal wanden aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.16 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.17 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 bijgebouw:

een bij een woning behorend ondergeschikt gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat al dan niet in directe verbinding staat met de woning en dat indien het vrijstaat van de woning, niet voor bewoning is bestemd.

1.19 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.20 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.21 bouwlaag:

een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat aan de onder- en bovenzijde door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren wordt begrensd, met uitzondering van een onderbouw, kelders en (half)verdiepte parkeervoorzieningen.

1.22 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Bij een woning zijn dit de gronden binnen de bestemming "Wonen", inclusief de gronden die als "Tuin" zijn aangewezen.

1.23 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.24 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.25 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.26 brutovloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.

1.27 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.28 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.

1.29 extensieve openluchtrecreatie:

vormen van recreatief medegebruik van bos en natuur door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen.

1.30 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.31 geliberaliseerde woningen voor middenhuur:

huurwoningen met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag van de huurtoeslaggrens, en ten hoogste een in een gemeentelijke verordening bepaalde, jaarlijks te indexeren aanvangshuurprijs, waarbij de instandhouding in die verordening voor ten minste tien jaar na ingebruikname is verzekerd.

1.32 gestapelde woning:

een woning in een gebouw dat (ten minste) twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

1.33 hemelwater:

verzamelnaam voor water dat uit de hemel valt. Zoals regen, sneeuw, hagel en dauw. Ook het regensmeltwater dat van sneeuw en hagel afkomstig is valt onder hemelwater.

1.34 hoofdgebouw:

een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als hét of één van de belangrijkste valt aan te merken.

1.35 kantoor:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden.

1.36 kleinschalige detailhandel:

detailhandel met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 360 m2 per vestiging.

1.37 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen ter zake van religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg (waaronder zorgwoningen), en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen.

1.38 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen.

1.39 onderkomen:

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.

1.40 openbare en bijzondere dienstverlening:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met een openbaar en maatschappelijk karakter, en met rechtstreeks contact met het publiek.

1.41 openbare ruimte:

de openbare weg, een ontsluitingsweg ten behoeve van meer dan één woonperceel, het openbaar groen of andere openbare verblijfsruimte.

1.42 overkapping:

voor mensen toegankelijk bouwwerk ter overkapping van een buitenruimte met ten hoogste 1 wand.

1.43 peil:

  1. a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst:
    de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen:
    de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen.

1.44 publiekgerichte dienstverlening:

aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureau's, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio' s, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen.

1.45 seksinrichting:

een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.

1.46 twee-aaneen gebouwde woning:

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.

1.47 veranda:

overkapte buitenruimte aan de gevel van de woning op de begane grond met ten hoogste 3 wanden.

1.48 verkoopvloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen opslag-, personeels-, sanitaire en andere dienstruimten, garderobes en keukens.

1.49 voorgevel:

de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels.

1.50 voorgevelrooilijn:

de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.

1.51 vrijstaande woning:

een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.

1.52 wonen:

het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning of wooneenheid'.

1.53 woning of wooneenheid:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

1.54 zorgwoning:

een woning die niet via de reguliere woningdistributie beschikbaar komt, maar waarvan de bewoner(s) vanwege hun beperkte zelfredzaamheid bij aanvang van de bewoning zijn geïndiceerd voor zorg die beschikbaar is in de directe nabijheid van die woning.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 het bebouwingspercentage:

de gezamenlijke oppervlakte van alle aanwezige bouwwerken, met uitzondering van de uitstekende delen van halfverdiepte parkeervoorzieningen en balkons, uitgedrukt in een percentage van het bestemmingsvlak;

2.7 de bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de onderkant van de diepst gelegen vloer, de fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden, waaronder begrepen bos (met bestaande wegen en paden) en open plekken met heide en schraalland;
  2. b. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  3. c. extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden voor zover de onder a en b bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;


alsmede voor:

  1. d. de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch, die bestaat uit:
    1. 1. het toepassen van gebiedseigen beplanting;
    2. 2. het toepassen van verlichting die rekening houdt met het voorkomen van de verstoring van natuur;
    3. 3. het toepassen van speelvoorzieningen die passen in een natuurlijke omgeving;
    4. 4. behoud van hemelwater voor natuur in de wijk.
  2. e. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' de instandhouding van de beeldbepalende laanstructuur;
  3. f. ter plaatse van de aanduiding 'sport', een sportveld;
  4. g. ter plaatse van de aanduiding 'weg', een keerlus voor de hulpdiensten en het gebruik van een gebouw voor onderhoud en beheer van het bos;


met dien verstande dat:

  1. h. Artikel 9 van deze regels met voorrang van toepassing is, voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Riool';
  2. i. Artikel 10 van deze regels met voorrang van toepassing is, voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2'.

3.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. a. andere bouwwerken worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,5 m mag bedragen, met in achtneming van het bepaalde hierna onder b en c;
  2. b. in aanvulling op het bepaalde hiervoor onder a, is ter plaatse van de aanduiding 'weg', 1 gebouw toegestaan voor onderhoud en beheer van het bos, met een bebouwde oppervlakte van maximaal 25 m² en een bouwhoogte van maximaal 3,10 meter;
  3. c. in aanvulling op het bepaalde hiervoor onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'sport', sportvoorzieningen zoals baskets en ballenvangers toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 5 meter en straatverlichting met een bouwhoogte van 3,5 meter.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering en omvang van bouwwerken;
  2. b. de afvoer van hemelwater;

met het oog op:

  1. c. de instandhouding van het bestaande boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit zoals genoemd in 3.1;
  2. d. de bescherming van de beeldbepalende laanstructuur ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in Artikel 13 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt:

  1. a. het gebruik van de voor 'Bos' aangewezen gronden voor parkeren;
  2. b. gebruik dat leidt tot een onevenredige aantasting van het bestaande boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit zoals genoemd in 3.1.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16.1 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. watergangen en waterpartijen;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen, niet zijnde parkeerplaatsen;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. overige bij de bestemming behorende voorzieningen;


alsmede voor:

  1. g. de instandhouding en ontwikkeling van het boskarakter van deze gronden met de daarbij behorende natuurwaarden, landschappelijke-, stedenbouwkundige- en cultuurhistorische waarden;
  2. h. de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch, die bestaat uit:
    1. 1. het toepassen van gebiedseigen beplanting;
    2. 2. het toepassen van verlichting die rekening houdt met het voorkomen van de verstoring van natuur;
    3. 3. het toepassen van speelvoorzieningen die passen in een natuurlijke omgeving;
    4. 4. de inrichting van parkeervakken met halfverharding;
    5. 5. behoud van hemelwater voor natuur in de wijk;


met dien verstande dat:

  1. i. in afwijking van het bepaalde in 4.1, onder d, parkeren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - parkeren' is toegestaan;
  2. j. Artikel 10 met voorrang van toepassing is, voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2'.

4.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken max. bouwhoogte
licht- en andere masten 7,5 m
beeldende kunst 8 m
speelvoorzieningen 5 m
overige andere bouwwerken 3 m

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering en omvang van bouwwerken;
  2. b. de afvoer van hemelwater;

met het oog op de instandhouding van het bestaande boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in 4.1.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in Artikel 13 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt;

  1. a. het gebruik van de voor 'Groen' aangewezen gronden voor parkeren, met uitzondering van parkeren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - parkeren';
  2. b. gebruik dat leidt tot een onevenredige aantasting van het bestaande boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit zoals genoemd in 4.1.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16.1 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg (waaronder begrepen zorgwoningen), en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen, en,
  2. b. groen-, parkeer-, kiss & ride- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;
  3. c. wandelpaden;
  4. d. watergangen en waterpartijen met bijbehorende oevers en taluds;
    alsmede voor:
  5. e. de instandhouding van het boskarakter van het schoolplein zoals beschreven in Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch, die bestaat uit:
    1. 1. het gebruik en de uitvoering van erfafscheidingen;
    2. 2. het toepassen van gebiedseigen beplanting;
    3. 3. het toepassen van verlichting die rekening houdt met het voorkomen van de verstoring van natuur;
    4. 4. het toepassen van speelvoorzieningen die passen in een natuurlijke omgeving;
    5. 5. behoud van hemelwater voor natuur in de wijk.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering, uitvoering en omvang van erfafscheidingen en andere bouwwerken;
  2. b. de afvoer van hemelwater;

met het oog op de instandhouding van het bestaande boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in 5.1.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in Artikel 13 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt:

  1. a. gebruik dat leidt tot een onevenredige aantasting van het boskarakter van de woonwijk en de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals genoemd in 5.1;
  2. b. het gebruik als schoolplein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk uitgesloten - schoolplein'.

Artikel 6 Tuin

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen;

alsmede voor;

  1. b. parkeren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeren';
  2. c. de instandhouding van het boskarakter van deze gronden met de daarbij behorende natuurwaarden, stedenbouwkundige-, landschappelijke- en cultuurhistorische waarden;
  3. d. de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch, die bestaat uit:
    1. 1. de inrichting van voortuinen;
    2. 2. de inrichting van parkeervakken met halfverharding;
    3. 3. het gebruik en de uitvoering van erfafscheidingen;
    4. 4. behoud van hemelwater voor natuur in de wijk;
    5. 5. collectieve tuinen met openbare voet- en fietspaden;

met dien verstande dat:

  1. e. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - geen erf' niet worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan, dan wel niet worden beschouwd als gebouwerf in de zin van Bijlage I bij artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zodra de Omgevingswet in werking getreden is;
  2. f. Artikel 10 met voorrang van toepassing is, voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2'.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering, uitvoering en omvang van:
    1. 1. erkers en ingangspartijen;
    2. 2. erfafscheidingen en andere bouwwerken;
  2. b. de afvoer van hemelwater;

met het oog op de instandhouding van het bestaande boskarakter en de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals genoemd in 6.1.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in Artikel 13 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt; gebruik dat leidt tot een onevenredige aantasting van het boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals genoemd in 6.1, waaronder is begrepen het opheffen van openbare voet- en fietspaden in collectieve tuinen.

6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16.1 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste twee rijstroken,
  2. b. verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen,
  3. c. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen,
  4. d. parkeerstroken en -voorzieningen,
  5. e. kiss&ride-voorzieningen;
  6. f. fiets- en voetpaden,
  7. g. bermen, groen- en speelvoorzieningen, en
  8. h. watergangen,
  9. i. bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, beeldende kunst;

alsmede voor:

  1. j. de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch, die bestaat uit:
    1. 1. de inrichting van parkeervakken met halfverharding;
    2. 2. het toepassen van verlichting die rekening houdt met het voorkomen van de verstoring van natuur;
    3. 3. behoud van hemelwater voor natuur in de wijk;


met dien verstande dat:

  1. k. Artikel 10 met voorrang van toepassing is, voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2'.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering en omvang van andere bouwwerken;
  2. b. de afvoer van hemelwater;

met het oog op de instandhouding van het bestaande boskarakter en de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals genoemd in 6.1.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in Artikel 13 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt; gebruik dat leidt tot een onevenredige aantasting van het boskarakter en de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals genoemd in 6.1.

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen,
  2. b. beroep of bedrijf aan huis, en
  3. c. tuinen en erven;
  4. d. voorzieningen voor waterberging;


alsmede voor:

  1. e. de instandhouding van het boskarakter van deze gronden met de daarbij behorende natuurwaarden, landschappelijke- en stedenbouwkundige- en cultuurhistorische waarden;
  2. f. de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals beschreven in Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch, die bestaat uit:
    1. 1. de inrichting van voortuinen;
    2. 2. het gebruik en de uitvoering van erfafscheidingen;
    3. 3. behoud van hemelwater voor natuur in de wijk;
    4. 4. het toepassen van kappen, kapvormen, daken en dakbeëindigingen en
    5. 5. hellingshoeken van dakvlakken;
  3. g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', dienstverlening zoals bedoeld in 1.28 van deze regels, in en onder de begane grondlaag van de gebouwen;
  4. h. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke voorzieningen zoals bedoeld in 1.37 van deze regels;
  5. i. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' tevens een zorgwoning is toegestaan zoals bedoeld in 1.54 van deze regels, met dien verstande dat in totaal niet meer dan 65 zorgwoningen zijn toegestaan binnen de bestemming;


met dien verstande dat:

  1. j. Artikel 10 met voorrang van toepassing is, voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2'.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering en omvang van erfafscheidingen en andere bouwwerken;
  2. b. de afvoer van hemelwater;
  3. c. het toepassen van kappen, kapvormen, daken en dakbeëindigingen en hellingshoeken van dakvlakken;

met het oog op de instandhouding van het bestaande boskarakter van deze gronden en de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Kerckebosch zoals in 8.1.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 8.2.3, onder f, 8.2.4, onder f, 8.2.5 onder e, en ter plaatse van de aanduidingen 'specifiek bouwaanduiding - elix', 'specifieke bouwaanduiding - life in the woods' en 'specifieke bouwaanduiding - fier op de hei', een andere uitbreiding te realiseren dan de opties van de architect, en verranda's en terrassen anders te situeren, onder de voorwaarden dat:

  1. a. met het bouwplan naar het oordeel van burgemeester en wethouders een vergelijkbare kwaliteit wordt bereikt als met de opties van de architect en de daarbij behorende verjonging van bouwlagen en vloeiende overgangen van binnen naar buiten met verranda's en terrassen;
  2. b. het college zich daarover laat adviseren door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit;
  3. c. de maximale uitbreiding die met de opties van de architect kunnen worden bereikt, niet worden overschreden.

8.5 Specifieke gebruiksregels

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 8.5.2, onder b, ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  3. c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16.1 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 9 Leiding - Riool

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolpersleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Riool' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het verbod in lid 9.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de rioolpersleiding en de leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16.1 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 10 Waarde - Archeologie - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

In afwijking van het elders in het plan ten aanzien van deze gronden bepaalde, zijn op en in deze gronden toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van instandhouding en bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

10.2 Nadere eisen

In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor een bouwwerk op mede als 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden, met een oppervlakte groter dan 1.000 m² en waarvoor grondbewerkingen nodig zijn dieper dan 30 centimeter:

  1. a. dient in het belang van de archeologische monumentenzorg door aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en
  2. b. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16.1 is toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2', de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 12 Algemene Bouwregels

12.1 Bestaande afwijkende maatvoering en situering

  1. a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en in dit artikel zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  2. b. Het bepaalde in artikel 12.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
  3. c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.

Artikel 13 Algemene Gebruiksregels

13.1 Strijdig gebruik

Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:

  1. a. gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
  2. b. onbebouwde gronden:
    1. 1. als stand- of ligplaats van onderkomens;
    2. 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;

een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.

Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels

14.1 Afwijkingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning van het plan af te wijken:

  1. a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  2. b. ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen 1 meter uit de grens van de bestemming 'Verkeer', voor het weren van voorwerpen die de verkeersveiligheid in gevaar kunnen brengen, verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding of verlichting, mits de landschappelijke en/of natuurwaarden daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  3. c. ten behoeve van het bouwen van ondergeschikte bouwdelen zoals dakoverstekken, balkons en ingangsportalen, mits de bouw- en bestemmingsgrenzen daardoor niet meer dan 1,25 meter worden overschreden;
  4. d. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bouwgrenzen en van aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedragen;
  5. e. voor het afwijken van de in de regels voorgeschreven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  6. f. ten behoeve van het bouwen van masten en bijbehorende installaties voor telecommunicatie, al of niet op of aan gebouwen of andere bouwwerken, tot vanaf peil een bouwhoogte van 40 m, waarbij als voorwaarde kan worden gesteld dat gebruik dient te worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of andere bestaande hoge objecten, zoals hoge gebouwen, lichtmasten of hoogspanningsmasten, indien deze aanwezig zijn binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie.

Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels

15.1 Wijziging bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' als volgt te wijzigen:

het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.

Artikel 16 Overige Regels

16.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

16.2 Parkeergelegenheid

  1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, mag niet worden gebouwd wanneer voor dit bouwwerk op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien.
  2. b. De omgevingsvergunning voor het bouwen kan alleen worden verleend als wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, zoals opgenomen in de 'Parkeerbeleidsnota deel A en B, gemeente Zeist 2024-2028' (maart 2024). Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging;
  3. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien:
    1. 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    2. 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.

Met dien verstande dat de omgevingsvergunning voor het afwijken uitsluitend wordt verleend indien de verwachte effecten inzichtelijk zijn gemaakt en is aangetoond op welke wijze de hinder voor de directe omgeving geminimaliseerd wordt.

  1. d. Gerealiseerde parkeervoorzieningen mogen niet zodanig worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer voldoende parkeergelegenheid aanwezig is, zoals opgenomen in de 'Parkeerbeleidsnota deel A en B, gemeente Zeist 2024-2028' (maart 2024). Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.

16.3 Laad- en losruimte

  1. a. Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die behoefte. Deze bepaling geldt niet:
    1. 1. voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
    2. 2. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
  2. b. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien:
    1. 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    2. 2. voor zover op andere wijze in de nodige laad- en losruimte wordt voorzien.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

17.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan

'Kerckebosch beheerplan'.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)

AFSTANDEN IN METERS INDICES
SBI-CODE OMSCHRIJVING GEUR STOF GELUID GEVAAR CATEGORIE VERKEER BODEM LUCHT
Tabel 1: Bedrijven
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
014 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
014 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 3.1 2
014 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² 30 10 30 10 2 1
014 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 3.1 2
014 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 2 1
0142 KI-stations 30 10 30 0 2 1
05 VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0501.2 Binnenvisserijbedrijven 50 0 50 10 3.1 1
0502 Vis- en schaaldierkwekerijen
0502 - visteeltbedrijven 50 0 50 0 3.1 1
14 WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.
1421 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):
1421 - algemeen 10 100 200 10 4.1 2
15 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151 Slachterijen en overige vleesverwerking:
151 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 50 R 3.2 2
151 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 50 R 4.2 2
151 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 50 R 3.2 2
151 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 50 0 50 30 3.1 1
151 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² 30 0 50 10 3.1 1
151 - loonslachterijen 50 0 50 10 3.1 1
151 - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² 50 0 50 10 3.1 2
152 Visverwerkingsbedrijven:
152 - conserveren 200 0 100 30 4.1 2
152 - roken 300 0 50 0 4.2 1
152 - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² 300 10 50 30 4.2 2
152 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 100 10 50 30 3.2 1
152 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² 50 10 30 10 3.1 1
1531 Aardappelprodukten fabrieken:
1531 - vervaardiging van aardappelproducten 300 30 200 50 R 4.2 2
1531 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 10 50 50 R 3.1 1
1532, 1533 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533 - jam 50 10 100 10 3.2 1
1532, 1533 - groente algemeen 50 10 100 10 3.2 2
1532, 1533 - met koolsoorten 100 10 100 10 3.2 2
1532, 1533 - met drogerijen 300 10 200 30 4.2 2
1532, 1533 - met uienconservering (zoutinleggerij) 300 10 100 10 4.2 2
1541 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1541 - p.c. < 250.000 t/j 200 30 100 30 R 4.1 3 B
1541 - p.c. >= 250.000 t/j 300 50 300 50 R 4.2 3 B
1542 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542 - p.c. < 250.000 t/j 200 10 100 100 R 4.1 3 B
1542 - p.c. >= 250.000 t/j 300 10 300 200 R 4.2 3 B
1543 Margarinefabrieken:
1543 - p.c. < 250.000 t/j 100 10 200 30 R 4.1 3
1543 - p.c. >= 250.000 t/j 200 10 300 50 R 4.2 3 B
1551 Zuivelprodukten fabrieken:
1551 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 50 R 3.2 2
1551 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 50 R 4.2 3
1551 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 50 R 4.2 3
1552 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 50 R 3.2 2
1552 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 10 0 30 0 2 1
1561 Meelfabrieken:
1561 - p.c. >= 500 t/u 200 100 300 100 R 4.2 2
1561 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 50 R 4.1 2
1561 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 50 4.1 2
1562 Zetmeelfabrieken:
1562 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 30 R 4.1 1
1562 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 50 R 4.2 2
1571 Veevoerfabrieken:
1571 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 100 200 30 4.2 2
1571 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 30 4.1 3
1571 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 50 R 4.2 3
1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 30 4.1 2
1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581 - v.c. < 2500 kg meel/week 30 10 30 10 2 1
1581 - v.c. >= 2500 kg meel/week 100 30 100 30 3.2 2
1582 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 30 3.2 2
1584 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 3.2 2
1584 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 2 1
1584 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 300 30 50 30 R 4.2 2
1584 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 3.2 2
1584 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 2 1
1585 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 3.1 2
1586 Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586 - theepakkerijen 100 10 30 10 3.2 2
1587 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 4.1 2
1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 4.1 2
1589.1 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 4.1 2
1589.2 Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 3.2 2
1589.2 - met poederdrogen 300 50 50 50 R 4.2 2
1589.2 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 4.1 2
1591 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 30 4.2 2
1592 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
1592 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 30 R 4.1 1
1592 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 50 R 4.2 2 B
1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 0 2 1
1596 Bierbrouwerijen 300 30 100 50 R 4.2 2
1597 Mouterijen 300 50 100 30 4.2 2
1598 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 3.2 3
16 VERWERKING VAN TABAK
160 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 30 4.1 2
17 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
171 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 3.2 2
172 Weven van textiel:
172 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 3.2 2
172 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 50 4.2 3
173 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 3.1 2 B
174, 175 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 3.1 1
1751 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 4.1 2 B L
176, 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 3.1 1
18 VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 3.1 1
182 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 2 2
183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 3.1 1 B L
19 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
191 Lederfabrieken 300 30 100 10 4.2 2 B L
192 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 3.1 2
193 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 3.1 2
20 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.1 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 3.2 2
2010.2 Houtconserveringsbedrijven:
2010.2 - met creosootolie 200 30 50 10 4.1 2 B L
2010.2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 3.1 2 B
202 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 3.2 3 B
203, 204, 205 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 3.2 2
203, 204, 205 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 3.1 1
205 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 2 1
21 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2111 Vervaardiging van pulp 200 100 200 50 R 4.1 3
2112 Papier- en kartonfabrieken:
2112 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 30 R 3.1 1
2112 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 50 R 4.1 2
2112 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 100 R 4.2 3
212 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 30 R 3.2 2
2121.2 Golfkartonfabrieken:
2121.2 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 30 R 3.2 2
2121.2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 30 R 4.1 2
22 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2221 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 10 3.2 3 B L
2222 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 3.2 3 B
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 2 1 B
2223 Grafische afwerking 0 0 10 0 1 1
2223 Binderijen 30 0 30 0 2 2
2224 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 2 2 B
2225 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 2 2 B
223 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 1 1
23 AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
2320.2 Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 3.2 2 B L
2320.2 Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 4.2 2 B L
2320.2 Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 4.2 2 B L
24 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2411 Vervaardiging van industriële gassen:
2412 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 200 R 4.1 3 B L
2413 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:
2413 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 300 R 4.2 2 B L
2414.1 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:
2414.1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 300 R 4.2 2 B L
2414.1 Methanolfabrieken:
2414.1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 100 R 4.1 2 B
2414.1 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 200 R 4.2 3 B
2414.2 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):
2414.2 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 100 R 4.2 2 B L
242 Landbouwchemicaliënfabrieken:
243 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 300 R 4.2 3 B L
2441 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 300 R 4.2 1 B L
2442 Farmaceutische produktenfabrieken:
2442 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 3.1 2 B L
2442 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 2 2
2451 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 100 R 4.2 3 B
2452 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 50 R 4.2 2
2462 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 3.2 3 B L
2464 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 3.2 3 B L
2466 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 3.1 3 B
2466 Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 200 R 4.1 2 B L
247 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 200 R 4.2 3 B L
25 VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2511 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 100 R 4.2 2 B
2512 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 3.1 1
2512 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 4.1 2 B
2513 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 3.2 1
252 Kunststofverwerkende bedrijven:
252 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 4.1 2
252 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 4.2 2 B L
252 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 3.1 2
26 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261 Glasfabrieken:
261 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 3.2 1 L
261 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 50 R 4.2 2 L
261 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 4.2 1 L
2615 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 3.1 1
262, 263 Aardewerkfabrieken:
262, 263 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 2 1 L
262, 263 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 3.2 2 L
264 Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 4.1 2 L
264 Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 4.1 2
2652 Kalkfabrieken:
2652 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 4.1 2
2653 Gipsfabrieken:
2653 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 4.1 2
2661.1 Betonwarenfabrieken:
2661.1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 4.1 2 B
2661.1 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 4.2 2 B
2661.2 Kalkzandsteenfabrieken:
2661.2 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 3.2 2
2661.2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 30 4.2 3
2662 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 3.2 2
2663, 2664 Betonmortelcentrales:
2663, 2664 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 100 R 3.2 3
2663, 2664 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 50 R 4.2 3
2665, 2666 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
2665, 2666 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 3.2 2
2665, 2666 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 200 R 4.2 3 B
267 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 3.2 1
267 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 10 30 50 0 3.1 1
267 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 10 100 300 10 4.2 1
2681 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 3.1 1
2682 Bitumineuze materialenfabrieken:
2682 - p.c. < 100 t/u 300 100 100 30 4.2 3 B L
2682 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
2682 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 100 200 300 30 4.2 2
2682 - overige isolatiematerialen 200 100 100 50 4.1 2
2682 Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 3.2 2
2682 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 4.1 3 B L
2682 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 50 4.2 3 B L
27 VERVAARDIGING VAN METALEN
273 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
273 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 4.2 2
274 Non-ferro-metaalfabrieken:
274 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 4.2 1 B
2751, 2752 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
2751, 2752 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 30 R 4.2 1 B
2753, 2754 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
2753, 2754 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 30 R 4.2 1 B
28 VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281 Constructiewerkplaatsen:
281 - gesloten gebouw 30 30 100 30 3.2 2 B
281 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 3.1 1
281 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 4.1 2 B
281 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 30 4.2 3 B
2821 Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2821 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 4.2 2 B
2822, 2830 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 4.1 2 B
284 Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 4.1 1 B
284 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 3.2 2 B
284 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 3.1 1 B
2851 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2851 - algemeen 50 50 100 50 3.2 2 B L
2851 - stralen 30 200 200 30 4.1 2 B L
2851 - metaalharden 30 50 100 50 3.2 1 B
2851 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 3.2 2 B L
2851 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 3.2 2 B L
2851 - thermisch verzinken 100 50 100 50 3.2 2 B L
2851 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 3.2 2 B L
2851 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 3.2 2 B
2851 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 3.2 2 B
2851 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 3.2 2 B
2851 - emailleren 100 50 100 50 R 3.2 1 B L
2851 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 3.2 2 B
2852 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 3.2 1 B
2852 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 10 30 50 10 3.1 1 B
287 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287 - p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 4.1 2 B
287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 3.2 2 B
287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 30 30 50 10 3.1 1 B
29 VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29 Machine- en apparatenfabrieken:
29 - p.o. < 2.000 m2 30 30 100 30 3.2 2 B
29 - p.o. >= 2.000 m2 50 30 200 30 4.1 3 B
29 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 30 4.2 3 B
30 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30 Kantoormachines- en computerfabrieken 30 10 30 10 2 1
31 VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
311 Elektromotoren- en generatorenfabrieken 200 30 30 50 4.1 1 B L
312 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 4.1 1 B L
313 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 4.1 2 L
314 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 3.2 2 B L
315 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 4.2 2 B L
316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 2 1
32 VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 3.1 2 B
3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 3.1 1 B
33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. 30 0 30 0 2 1
34 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341 Autofabrieken en assemblagebedrijven
341 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 30 R 4.1 3 B
341 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 50 R 4.2 3 B L
3420.1 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 4.1 2 B
3420.2 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 4.1 2 B
343 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 3.2 2
35 VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351 - houten schepen 30 30 50 10 3.1 2 B
351 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 3.2 2 B
351 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 4.1 2 B
352 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
352 - algemeen 50 30 100 30 3.2 2 B
352 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 30 R 4.2 2 B
353 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
353 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 4.1 2 B
354 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 3.2 2 B
355 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 3.2 2 B
36 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361 Meubelfabrieken 50 50 100 30 3.2 2 B
361 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 1 1
362 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 2 1 B
363 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 2 2
364 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 3.1 2
365 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 3.1 2
3661.1 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 2 1
3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 3.1 2
37 VOORBEREIDING TOT RECYCLING
372 Puinbrekerijen en -malerijen:
372 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 4.2 2
372 Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 4.2 2
372 Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 50 4.2 3 B
40 PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
40 - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 100 50 100 30 R 3.2 2 L
40 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 3.2 2 L
40 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40 - < 10 MVA 0 0 30 10 2 1 B
40 - 10 - 100 MVA 0 0 50 30 3.1 1 B
40 - 100 - 200 MVA 0 0 100 50 3.2 1 B
40 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 50 4.2 1 B
40 Gasdistributiebedrijven:
40 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 100 4.2 1
40 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 0 0 10 10 1 1
40 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 0 0 30 10 2 1
40 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 50 R 3.1 1
40 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40 - stadsverwarming 30 10 100 50 3.2 1
40 - blokverwarming 10 0 30 10 2 1
40 windmolens:
40 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 30 3.2 1
40 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 50 4.1 1
40 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 50 4.2 1
41 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
41 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 30 3.1 1
41 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41 - < 1 MW 0 0 30 10 2 1
41 - 1 - 15 MW 0 0 100 10 3.2 1
41 - >= 15 MW 0 0 300 10 4.2 1
45 BOUWNIJVERHEID
45 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 3.2 2 B
45 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 10 30 50 10 3.1 2 B
45 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 10 30 50 10 3.1 2 B
45 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 2 1 B
50 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 0 30 10 2 2 B
502 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 3.2 2
5020.4 Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 3.2 1
5020.4 Autobeklederijen 0 0 10 10 1 1
5020.4 Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 3.1 1 B L
5020.5 Autowasserijen 10 0 30 0 2 3
503, 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 30 10 2 1
51 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 1 1
5121 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 3.1 2
5121 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer 100 100 300 50 R 4.2 2
5122 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 2 2
5123 Grth in levende dieren 50 10 100 0 3.2 2
5124 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 3.1 2
5125, 5131 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 3.1 2
5132, 5133 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 3.1 2
5134 Grth in dranken 0 0 30 0 2 2
5135 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 2 2
5136 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 2 2
5137 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 2 2
5138, 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 2 2
514 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 2 2
5151.1 Grth in vaste brandstoffen:
5151.1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 3.1 2
5151.2 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5151.2 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 4.1 2 B L
5151.2 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 4.2 2
5151.3 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 3.2 2 B
5152.1 Grth in metaalertsen:
5152.1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 4.2 3 B
5152.2 /.3 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 3.2 2
5153 Grth in hout en bouwmaterialen:
5153 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 3.1 2
5153 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 0 10 30 10 2 1
5153.4 zand en grind:
5153.4 - algemeen: b.o. > 200 m² 0 30 100 0 3.2 2
5153.4 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 10 30 0 2 1
5154 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 0 50 10 3.1 2
5154 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 2 1
5155.1 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 3.2 2 B
5155.2 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 2 1
5156 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 2 2
5157 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 3.2 2 B
5157 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 3.1 2 B
5157.2/3 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 10 30 100 10 3.2 2 B
5157.2/3 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 3.1 2 B
5162 Grth in machines en apparaten:
5162 - machines voor de bouwnijverheid 0 10 100 10 3.2 2
5162 - overige 0 10 50 0 3.1 2
517 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 0 0 30 0 2 2
5261 Postorderbedrijven 0 0 50 0 3.1 2
527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 10 10 1 1
55 LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
5552 Cateringbedrijven 10 0 30 10 2 1
60 VERVOER OVER LAND
6022 Taxibedrijven 0 0 30 0 2 2
6023 Touringcarbedrijven 10 0 100 0 3.2 2
6024 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 0 0 100 30 3.2 3
6024 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 0 0 50 30 3.1 2
603 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 0 0 30 10 2 1 B
63 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6311.2 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
6311.2 - containers 0 10 300 50 R 4.2 2
6311.2 - tankercleaning 300 10 100 200 R 4.2 1 B
6311.2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 3.2 2 B
6311.2 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 4.2 2 B
6311.2 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 4.2 2
6311.2 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 4.2 2 B
6312 Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen 30 10 50 50 R 3.1 2
6321 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 10 0 30 0 2 3 L
6321 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 30 3.2 2
64 POST EN TELECOMMUNICATIE
641 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 0 2 2
642 Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 0 1 1
642 zendinstallaties:
642 - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) 0 0 0 100 3.2 1
642 - FM en TV 0 0 0 10 1 1
642 - GSM en UMTS-steunzenders 0 0 0 10 1 1
71 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 Personenautoverhuurbedrijven 10 0 30 10 2 2
712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 3.1 2
713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 3.1 2 B
714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 2 2
72 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 1 1
72 Switchhouses 0 0 30 0 2 1
73 SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 2 1
732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 10 0 1 1
74 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 3.1 1 B
7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 10 2 2 B
7484.3 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 50 R 4.1 3
7484.4 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 0 0 10 0 1 2
85 GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
853 Kinderopvang 0 0 30 0 2 2
90 MILIEUDIENSTVERLENING
9001 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
9001 - < 100.000 i.e. 200 10 100 10 4.1 2
9001 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 10 200 10 4.2 2
9001 rioolgemalen 30 0 10 0 2 1
9002.1 Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 3.1 2
9002.1 Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 3.1 2 B
9002.1 Vuiloverslagstations 200 200 300 30 4.2 3 B
9002.2 Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 3.2 1 B L
9002.2 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 3.1 1 L
9002.2 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 3.2 1 B L
9002.2 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 200 300 50 4.2 3 B L
9002.2 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 2 1 B L
9002.2 Composteerbedrijven:
9002.2 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr 300 100 50 10 4.2 2 B
9002.2 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 3.2 2 B
9002.2 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 4.1 3 B
9002.2 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 4.1 3 B L
92 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) 0 0 30 10 2 2
9262 Sportscholen, gymnastiekzalen 0 0 30 0 2 2
93 OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1 Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 30 3.1 2
9301.1 Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 3.1 2 L
9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 2 2 B L
9301.3 Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 2 1
9301.3 Wasserettes, wassalons 0 0 10 0 1 1
9302 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 1 1
9304 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 10 0 30 0 2 1
9305 Dierenasiels en -pensions 30 0 100 0 3.2 1
9305 Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10 0 1 1
Tabel 2: Opslagen en installaties
0 OPSLAGEN
1 butaan, propaan, LPG (in tanks):
1 - bovengronds, < 2 m3 - - - 30 2 -
1 - bovengronds, 2 - 8 m3 - - - 50 R 3.1 -
1 - bovengronds, 8 - 80 m3 - - - 100 R 3.2 -
1 - bovengr., 80 - 250 m3 - - - 300 R 4.2 -
1 - ondergronds, < 80 m3 - - - 50 R 3.1 -
1 - ondergr., 80 - 250 m3 - - - 200 R 4.1 -
2 niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld - - - 50 3.1 -
3 brandbare vloeistoffen (in tanks): -
3 - ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 - - 10 1 - B
3 - bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3 10 - - 50 R 3.1 - B
3 - bovengronds, K1/K2-kl.: 10 - 1000 m3 30 - - 100 R 3.2 - B
3 - bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 10 - - 10 2 - B
3 - bovengronds, K3-klasse: 10 - 1000 m3 30 - - 50 3.1 - B
4 Overige gevaarlijke stoffen in tanks:
4 - bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO 10 - - 10 1 -
4 - overige opslagen onder drempelwaarde BRZO 30 - - 50 3.1 -
5 Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen:
5 - kleine hoeveelheden < 10 ton - - - 10 1 -
5 - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - - - 30 R 2 -
6 ontplofbare stoffen en munitie:
6 - < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - - - 10 1 -
6 - >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - - - 30 2 -
8 kunstmest, niet explosief - 50 - 30 3.1 -
11 INSTALLATIES
12 gasflessenvulinstallaties (butaan, propaan) 10 0 30 100 R 3.2 2
13 laadschoppen, shovels, bulldozers 30 30 50 10 3.1 1
14 laboratoria:
14 - chemisch / biochemisch 30 0 30 10 2 1
14 - medisch en hoger onderwijs 10 0 30 10 2 1
15 luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel 10 0 10 0 1 1
16 keukeninrichtingen 30 0 10 0 2 1
17 koelinstallaties freon ca. 300 kW 0 0 50 0 3.1 1
18 koelinstallaties ammoniak < 400 kg 0 0 30 10 2 1
19 koelinstallaties ammoniak > 400 kg 0 0 50 50 R 3.1 1
20 total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW 10 0 50 10 3.1 1
21 afvalverbrandingsinstallatie, kleinschalig 100 50 50 30 3.2 1 L
22 noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking 10 0 30 10 2 1
23 verfspuitinstallaties en moffel- en emailleerovens 50 30 50 30 3.1 1 L
24 vorkheftrucks met verbrandingsmotor 10 10 50 0 3.1 1
25 vorkheftrucks, elektrisch 0 10 30 0 2 1
26 transformatoren < 1 MVA 0 0 10 10 1 1
28 vatenspoelinstallaties 50 10 50 30 3.1 1 B
29 hydrofoorinstallaties 0 0 30 0 2 1
30 windmolens:
31 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 30 3.2 1
31 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 50 4.1 1
31 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 50 4.2 1
31 stookinstallaties>900kW thermisch vermogen:
32 - gas, < 2,5 MW 10 0 30 10 2 1
32 - gas, 2,5 - 75 MW 30 0 50 30 3.1 1
32 - gas, >= 75 MW 30 0 200 50 4.1 1
32 - olie, < 2,5 MW 30 0 30 10 2 1
32 - olie, 2,5 - 75 MW 30 10 50 30 3.1 1
32 - olie, >= 75 MW 50 30 200 50 4.1 1 B L
32 - kolen, 2,5 - 75 MW 30 100 100 30 3.2 1 L
32 - kolen, >= 75 MW 50 300 300 50 4.2 2 L
32 stoomwerktuigen 0 0 50 30 3.1 1
33 luchtcompressoren 10 10 30 10 2 1
34 liftinstallaties 0 0 10 10 1 1
35 motorbrandstofpompen zonder LPG 30 0 30 10 2 2 B
36 afvalwaterbehandelingsinstallaties < 100.000 i.e. 200 10 100 10 4.1 1

Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Hoofdindeling

Tabel 1 omvat de bedrijfstypen met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993. Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties.

Tabel 2 omvat algemene opslagen en installaties voor situaties dat:

  1. 1. bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of
  2. 2. het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan.


2. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Bij deze invulling zijn de volgende afstandscategorieën gehanteerd voor omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied:

10 m
30 m
50 m
100 m
200 m
300 m
500 m
700 m
1.000 m
1.500 m


Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties.

Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- /activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.


3. Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V)

Voor bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor gevaar de letter R van "risico" aangegeven. Dat houdt in dat voor deze bedrijfsactiviteiten moet worden nagegaan of het Bevi van toepassing is.

Daarnaast is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor gevaar de letter V van "vuurwerk" opgenomen. Voor deze bedrijfsactiviteiten dient getoetst te worden aan het Vuurwerkbesluit.


4. Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld. De milieucategorie is vermeld in kolom 'categorie'.


Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën:

milieucategorie grootste afstand
1 10 m
2 30 m
3.1 50 m
3.2 100 m
4.1 200 m
4.2 300 m
5.1 500 m
5.2 700 m
5.3 1.000 m
6 1.500 m

5. Indices voor verkeersaantrekkende werking, bodem (B) en lucht (L)

Het aspect verkeer(saantrekkende werking) is kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte:

1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking;

2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking;

3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking.


Het aspect bodem (bodemverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft.

Het aspect lucht (luchtverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht heeft die mogelijk in planologisch opzicht relevant is.


6. Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant

< : kleiner dan

> : groter dan

= : gelijk aan

cat. : categorie

e.d. : en dergelijke

i.e. : inwonereenheden

kl. : klasse

n.e.g. : niet elders genoemd

o.c. : opslagcapaciteit

p.c. : productiecapaciteit

p.o. : productieoppervlak

b.o. : bedrijfsoppervlak

v.c. : verwerkingscapaciteit

u : uur

d : dag

w : week

j : jaar

B : bodemverontreiniging

L : luchtverontreiniging

R : risico (Besluit externe veiligheid inrichting mogelijk van toepassing)

V : vuurwerkbesluit van toepassing

Bijlage 3 Uitbreidingsopties Elix

Bijlage 3 Uitbreidingsopties Elix

Bijlage 4 Uitbreidingsopties Fier Op De Hei (Kwadrantwoningen)

Bijlage 4 Uitbreidingsopties Fier op de hei (kwadrantwoningen)

Bijlage 5 Uitbreidingsopties Life In The Woods

Bijlage 5 Uitbreidingsopties Life in the woods

Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch

Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Kerckebosch

Bijlage 1 Nota Van Zienswijzen En Ambtshalve Aanpassingen

Bijlage 1 Nota van zienswijzen en ambtshalve aanpassingen