KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
Artikel 4 Gemengd
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Maatschappelijk
Artikel 7 Recreatie
Artikel 8 Tuin
Artikel 9 Verkeer
Artikel 10 Wonen
Artikel 11 Woongebied
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 13 Algemene Bouwregels
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 16 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Werken, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
Artikel 18 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Ontheffing Flora En Faunawet, 11 April 2006
Bijlage 2 Onderbouwing Wijzigingsverzoek Ontheffing
Bijlage 3 Ontheffing Flora- En Faunawet, 25 Mei 2009
Bijlage 4 Akoestisch En Luchtonderzoek

Sterrenberg

Bestemmingsplan - Gemeente Zeist

Vastgesteld op 26-04-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Sterrenberg van de gemeente Zeist.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.BPSterrenberg-VS01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aaneen-gebouwde woning:

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.

1.6 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage:

de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, het woningvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.

1.9 bedrijf aan huis:

het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:

  1. a. die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 of 2, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en
  2. b. die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit,

in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen.

1.10 beroep aan huis:

het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.

1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bijgebouw:

een bij een woning behorend ondergeschikt gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat al dan niet in directe verbinding staat met de woning en dat, indien het vrijstaat van de woning, niet voor bewoning is bestemd.

1.14 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.15 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwlaag :

een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat aan de onder- en bovenzijde door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren wordt begrensd.

1.17 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.19 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.22 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.23 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.

1.24 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.25 gestapelde woning:

een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning, winkel of andere functie is gelegen.

1.26 gevellijn:

de in de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden.

1.27 hoofdgebouw:

een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als hét of één van de belangrijkste valt aan te merken.

1.28 horeca A:

winkelondersteunende horeca, te weten horeca, die deel uitmaakt van winkels of inpandig is gesitueerd in besloten winkels, waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden, en die gericht is op het winkelend publiek.

1.29 horeca B:

(eet)cafés, restaurants, koffieshops, lunchrooms, brasseriën, cafetaria's, snackbars en soortgelijke gelegenheden waaronder hotels en al of niet in combinatie met elkaar, waaronder in ieder geval niet begrepen: nachtclubs, bardancings en discotheken;

1.30 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen.

1.31 ondergeschikte horeca:

een horecavoorziening die wat betreft de omvang ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

1.32 openbare weg:

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

1.33 peil:

  1. a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen:de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein voorafgaand aan het verlenen van bouwvergunning.

1.34 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.35 publiekgerichte dienstverlening:

aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureau's, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio' s, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen.

1.36 raamprostitutie:

een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.37 seksinrichting:

een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.

1.38 twee-aaneen-gebouwde woning:

een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.

1.39 vrijstaande woning:

een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.

1.40 voorgevel:

de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;

1.41 voortuin:

gronden met de bestemming tuin die zijn gesitueerd aan de voorzijde van de woning.

1.42 voorgevel:

de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;

1.43 voorgevelrooilijn:

de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.

1.44 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

1.45 wooneenheid:

eenheid in de vorm van een woning of een zorgwoning;

1.46 zorggebouw:

een gebouw met gezondheidszorg-, zorg- en/of welzijnsvoorzieningen en/of met zorgwoningen;

1.47 zorgwonen:

wonen in een zorgwoning.

1.48 zorgwoning:

een woning waarvan de situering in de nabijheid van de op het terrein aanwezige gezondheidszorgvoorzieningen, zorg- en welzijnsvoorzieningen wenselijk of noodzakelijk is, omdat de bewoners voor hun functioneren zijn aangewezen op deze voorzieningen.

1.49 zijdelingse perceelsgrenzen:

de grenzen van een bouwperceel aan de zijkanten van het bijbehorende hoofdgebouw.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals liftschachten, trappenhuizen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 het bebouwingspercentage:

de som van de oppervlakten van alle bouwwerken binnen een bouwvlak, uitgedrukt in een percentage van dat vlak.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos en/of bebossing;
  2. b. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden,
  3. c. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen,
  4. d. extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden voor zover de onder b en c bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;

alsmede voor:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', de instandhouding van natuurwaarden die bestaan uit rust- en/of leefgebied voor insecten en kleine zoogdieren en jachtgebied voor roofvogels en vleermuizen;

3.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van deze regels voor de bouw van andere bouwwerken ten behoeve van extensieve recreatieve medegebruik, bijenteelt en infrastructurele voorzieningen, mits:

  1. a. de hoogte niet meer dan 2,5 meter bedraagt;
  2. b. de in lid 1 genoemde waarden daardoor niet onevenredig worden aangetast.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de hierna aangegeven doeleinden, op de daarbij aangegeven plaatsen:
doeleinden in en onder de eerste bouwlaag
(optie ja/nee)
boven de eerste bouwlaag
(optie ja/nee)
detailhandel, in het kader van de dagbehandeling aan zorgbehoevenden ja nee
publiekgerichte dienstverlening ja nee
horeca B ja nee
maatschappelijke voorzieningen ja ja
bij ter plaatse toegestane functies behorende werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten ja nee
wonen en zorgwonen ja ja
bij wonen behorende toegangen en bergingen ja ja

en bovendien voor:

  1. b. bij een en ander behorende erven, binnenplaatsen, tuinen en groenvoorzieningen;
  2. c. bij een en ander behorende in- en uitritten, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en andere voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. watergangen en waterpartijen;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen;
  5. e. beeldende kunst en monumenten;
  6. f. overige bij de bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, erfafscheidingen e.d.;

alsmede voor:

  1. g. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone.
  2. h. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', een recreatieve voorziening;
  3. i. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug;
  4. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-historische roedenverkaveling', de instandhouding en ontwikkeling van de historische roedenverkaveling langs de Amersfoortseweg;
  5. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van grond-talud' voor de bescherming van het talud en de aanwezige laanbeplantingen;
  6. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen-zoekgebied ecoduct', een ecoduct met een maaiveldpassage;
  7. m. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een geluidscherm tegen wegverkeerslawaai.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke inpassing en ligging van bouwwerken ter bescherming van de in 5.1 genoemde waarden.

5.4 Specifieke gebruiksregels

De voor "Groen" aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt.

5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, recreatie, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen;
  2. b. bijbehorende speel- en sportvoorzieningen, kantinevoorzieningen;
  3. c. een ondergeschikte detailhandelvoorziening met een brutovloeroppervlakte van maximaal 250 m2;
  4. d. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;
  5. e. fiets- en voetpaden;
  6. f. horeca B en detailhandel in het kader van de dagbehandeling aan zorgbehoevenden.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Recreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatie;
  2. b. speel- en sportvoorzieningen;
  3. c. ondergeschikte horeca;
  4. d. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen;

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Tuin

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en nutsvoorzieningen

8.2 Bouwregels

Artikel 9 Verkeer

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste twee rijstroken,
  2. b. verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen,
  3. c. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen,
  4. d. parkeerstroken en -voorzieningen,
  5. e. fiets- en voetpaden,
  6. f. bermen, groen- en speelvoorzieningen, en
  7. g. watergangen,
  8. h. bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, beeldende kunst,

alsmede voor:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-historische roedenverkaveling', de instandhouding en ontwikkeling van de historische roedenverkaveling langs de Amersfoortseweg.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke inpassing en ligging van bouwwerken ter bescherming van de in 9.1 genoemde waarden.

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen en gezondheidszorg-, zorg- en/of welzijnsdoeleinden,
  2. b. beroep of bedrijf aan huis, en
  3. c. tuinen en erven.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven maximale goothoogte ten behoeve van de realisering van een derde bouwlaag met plat dak, mits de voorgeschreven maximale bouwhoogte niet wordt overschreden.

10.4 Specifieke gebruiksregels

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van deze regels voor het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  3. c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

Artikel 11 Woongebied

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen en gezondheidszorg, zorg- en/of welzijnsdoeleinden;
  2. b. beroep of bedrijf aan huis;
  3. c. ondergeschikte sport- en recreatievoorzieningen in het kader van zorg- en/of welzijnsdoeleinden;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. groen- en speelvoorzieningen;
  6. f. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen;
  7. g. watergangen en waterpartijen met daarbij behorende oevers en taluds;
  8. h. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-historische roedenverkaveling', de instandhouding en ontwikkeling van de historische roedenverkaveling langs de Amersfoortseweg;

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van deze regels voor het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  3. c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bouwregels

13.1 Bestaande en afwijkende maatvoering

  1. a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
  2. b. Het bepaalde in artikel 13.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
  3. c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.

13.2 Dakopbouw in plaats van kap

In plaats van een dak met een kap (goot 7 nok 11) is ook een plat dak met een dakopbouw toegestaan, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de dakopbouw moet (inclusief dakoverstekken) ten minste 2 meter terug liggen achter de voorgevel;
  2. b. de voorgevel mag de voorgeschreven maximale goothoogte niet overschrijden;
  3. c. de dakopbouw mag de voorgeschreven maximale bouwhoogte van 11 meter niet overschrijden;
  4. d. in de dakopbouw is maximaal 1 bouwlaag toegestaan.

13.3 Parkeernormen

  1. a. Bij de bouw van nieuwe hoofdgebouwen dient ruimte te worden gerealiseerd voor parkeren volgens de volgende normen:
Type woning Aantal p.p. per woning
woningen dure segment 2,1
woningen midden segment 1,9
woningen goedkope segment 1,7
Zorggebouwen Aantal p.p. per 100 m² bvo
zorg zonder baliefunctie 1,2
zorg met baliefunctie 2,0
Aantal p.p. per wooneenheid
zorg met wooneenheden 0,6
  1. b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, indien is aangetoond dat elders voldoende parkeervoorzieningen zijn of worden gerealiseerd, in verband met de beoogde ontwikkelingen.

Artikel 14 Algemene Gebruiksregels

Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt:

  1. a. het gebruik van gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
  2. b. het gebruik van onbebouwde gronden:
    1. 1. als stand- of ligplaats van onderkomens;
    2. 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;

een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.

Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het plan:

  1. a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  2. b. indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bouwgrenzen en van aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedragen;
  3. c. ten behoeve van het bouwen van masten en bijbehorende installaties voor telecommunicatie, al of niet op of aan gebouwen of andere bouwwerken, tot vanaf peil een bouwhoogte van 40 m, waarbij als voorwaarde kan worden gesteld dat gebruik dient te worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of andere bestaande hoge objecten, zoals hoge gebouwen, lichtmasten of hoogspanningsmasten, indien deze aanwezig zijn binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie.

Artikel 16 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Werken, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden

16.1 Verbod:

Behoudens het bepaalde in lid 16.2 is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden, op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:

werken en werkzaamheden*
Gronden als bedoeld in artikel: a b c d e f g h i j
3 Bos + + + + + + +
5 Groenvoor gronden ter plaatse van de aanduidingen hierna:
- natuurwaarden + + + + + + +
- specifieke vorm van waarde - historische roedenverkaveling + + + + + + +
- specifieke vorm van groen - talud + + + +
de onderstaande letters worden hierna verklaard: in de tabel is +: omgevingsvergunning vereist.
a aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m²;
b verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
c het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;
d aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
e het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap.
f aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
g vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;

16.2 Uitzonderingen:

Het in lid 16.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  1. a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  2. b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  3. c. als bedoeld in lid 16.1, bij d, voorzover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
  4. d. als bedoeld in lid 16.1, bij g, voorzover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de gemeentelijke bomenverordening;
  5. e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen;
  6. f. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.

16.3 Toetsingscriteria:

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 16.2 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  1. a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  2. b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

17.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 18 Slotregel

Het plan kan worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Sterrenberg.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)

AFSTANDEN IN METERS INDICES
SBI-CODE OMSCHRIJVING GEUR STOF GELUID GEVAAR CATEGORIE VERKEER BODEM LUCHT
Tabel 1: Bedrijven
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
014 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
014 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 3.1 2
014 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² 30 10 30 10 2 1
014 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 3.1 2
014 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 2 1
0142 KI-stations 30 10 30 0 2 1
15 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
1532, 1533 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533 - jam 50 10 100 10 3.2 1
1551 Zuivelprodukten fabrieken:
1552 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 10 0 30 0 2 1
1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581 - v.c. < 2500 kg meel/week 30 10 30 10 2 1
1584 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 2 1
1584 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 2 1
1585 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 3.1 2
1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 0 2 1
18 VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 3.1 1
182 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 2 2
183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 3.1 1 B L
19 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
192 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 3.1 2
193 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 3.1 2
20 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.2 Houtconserveringsbedrijven:
2010.2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 3.1 2 B
203, 204, 205 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 3.1 1
205 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 2 1
21 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2112 Papier- en kartonfabrieken:
2112 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 30 R 3.1 1
22 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 2 1 B
2223 Grafische afwerking 0 0 10 0 1 1
2223 Binderijen 30 0 30 0 2 2
2224 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 2 2 B
2225 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 2 2 B
223 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 1 1
24 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2442 Farmaceutische produktenfabrieken:
2442 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 3.1 2 B L
2442 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 2 2
2466 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 3.1 3 B
25 VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 3.1 1
252 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 3.1 2
26 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261 Glasfabrieken:
2615 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 3.1 1
262, 263 Aardewerkfabrieken:
262, 263 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 2 1 L
267 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 10 30 50 0 3.1 1
2681 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 3.1 1
2682 Bitumineuze materialenfabrieken:
28 VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281 Constructiewerkplaatsen:
281 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 3.1 1
284 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 3.1 1 B
2851 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2852 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 10 30 50 10 3.1 1 B
287 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 30 30 50 10 3.1 1 B
29 VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29 Machine- en apparatenfabrieken:
29 - p.o. < 2.000 m2 30 30 100 30 3.2 2 B
30 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30 Kantoormachines- en computerfabrieken 30 10 30 10 2 1
31 VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 2 1
32 VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 3.1 2 B
3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 3.1 1 B
33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. 30 0 30 0 2 1
35 VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351 - houten schepen 30 30 50 10 3.1 2 B
36 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 1 1
362 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 2 1 B
363 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 2 2
364 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 3.1 2
365 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 3.1 2
3661.1 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 2 1
3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 3.1 2
40 PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
40 - < 10 MVA 0 0 30 10 2 1 B
40 - 10 - 100 MVA 0 0 50 30 3.1 1 B
40 Gasdistributiebedrijven:
40 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 0 0 10 10 1 1
40 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 0 0 30 10 2 1
40 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 50 R 3.1 1
40 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40 - blokverwarming 10 0 30 10 2 1
41 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
41 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 30 3.1 1
41 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41 - < 1 MW 0 0 30 10 2 1
45 BOUWNIJVERHEID
45 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 10 30 50 10 3.1 2 B
45 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 10 30 50 10 3.1 2 B
45 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 2 1 B
50 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 0 30 10 2 2 B
5020.4 Autobeklederijen 0 0 10 10 1 1
5020.4 Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 3.1 1 B L
5020.5 Autowasserijen 10 0 30 0 2 3
503, 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 30 10 2 1
51 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 1 1
5121 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 3.1 2
5122 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 2 2
5124 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 3.1 2
5125, 5131 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 3.1 2
5132, 5133 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 3.1 2
5134 Grth in dranken 0 0 30 0 2 2
5135 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 2 2
5136 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 2 2
5137 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 2 2
5138, 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 2 2
514 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 2 2
5151.1 Grth in vaste brandstoffen:
5151.1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 3.1 2
5151.2 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5153 Grth in hout en bouwmaterialen:
5153 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 3.1 2
5153 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 0 10 30 10 2 1
5153.4 zand en grind:
5153.4 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 10 30 0 2 1
5154 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 0 50 10 3.1 2
5154 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 2 1
5155.2 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 2 1
5156 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 2 2
5157 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 3.1 2 B
5157.2/3 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 3.1 2 B
5162 Grth in machines en apparaten:
5162 - overige 0 10 50 0 3.1 2
517 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 0 0 30 0 2 2
5261 Postorderbedrijven 0 0 50 0 3.1 2
527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 10 10 1 1
55 LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
5552 Cateringbedrijven 10 0 30 10 2 1
60 VERVOER OVER LAND
6022 Taxibedrijven 0 0 30 0 2 2
6024 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 0 0 50 30 3.1 2
603 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 0 0 30 10 2 1 B
63 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6312 Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen 30 10 50 50 R 3.1 2
6321 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 10 0 30 0 2 3 L
64 POST EN TELECOMMUNICATIE
641 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 0 2 2
642 Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 0 1 1
642 zendinstallaties:
642 - FM en TV 0 0 0 10 1 1
642 - GSM en UMTS-steunzenders 0 0 0 10 1 1
71 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 Personenautoverhuurbedrijven 10 0 30 10 2 2
712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 3.1 2
713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 3.1 2 B
714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 2 2
72 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 1 1
72 Switchhouses 0 0 30 0 2 1
73 SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 2 1
732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 10 0 1 1
74 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 3.1 1 B
7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 10 2 2 B
7484.4 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 0 0 10 0 1 2
90 MILIEUDIENSTVERLENING
9001 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
9001 rioolgemalen 30 0 10 0 2 1
92 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) 0 0 30 10 2 2
93 OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1 Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 30 3.1 2
9301.1 Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 3.1 2 L
9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 2 2 B L
9301.3 Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 2 1
9301.3 Wasserettes, wassalons 0 0 10 0 1 1
9302 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 1 1
9304 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 10 0 30 0 2 1
9305 Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10 0 1 1
OPSLAGEN
butaan, propaan, LPG (in tanks):
- bovengronds, < 2 m3 - - - 2
- bovengronds, 2 - 8 m3 - - - R 3.1
- ondergronds, < 80 m3 - - - R 3.1
niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld - - - 3.1
brandbare vloeistoffen (in tanks):
- ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 - - 1
- bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3 10 - - R 3.1
- bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 10 - - 2
- bovengronds, K3-klasse: 10 - 1000 m3 30 - - 3.1
Overige gevaarlijke stoffen in tanks:
- bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO 10 - - 1
- overige opslagen onder drempelwaarde BRZO 30 - - 3.1
Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen:
- kleine hoeveelheden < 10 ton - - - 1
- beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - - - R 2
ontplofbare stoffen en munitie:
- < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - - - 1
- >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - - - 2
kunstmest, niet explosief - 50 - 3.1
INSTALLATIES
laadschoppen, shovels, bulldozers 30 30 50 3.1
laboratoria:
- chemisch / biochemisch 30 0 30 2
- medisch en hoger onderwijs 10 0 30 2
luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel 10 0 10 1
keukeninrichtingen 30 0 10 2
koelinstallaties freon ca. 300 kW 0 0 50 3.1
koelinstallaties ammoniak < 400 kg 0 0 30 2
koelinstallaties ammoniak > 400 kg 0 0 50 R 3.1
total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW 10 0 50 3.1
noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking 10 0 30 2
verfspuitinstallaties en moffel- en emailleerovens 50 30 50 3.1
vorkheftrucks met verbrandingsmotor 10 10 50 3.1
vorkheftrucks, elektrisch 0 10 30 2
transformatoren < 1 MVA 0 0 10 1
vatenspoelinstallaties 50 10 50 3.1
hydrofoorinstallaties 0 0 30 2
windmolens:
stookinstallaties>900kW thermisch vermogen:
- gas, < 2,5 MW 10 0 30 2
- gas, 2,5 - 75 MW 30 0 50 3.1
- olie, < 2,5 MW 30 0 30 2
- olie, 2,5 - 75 MW 30 10 50 3.1
stoomwerktuigen 0 0 50 3.1
luchtcompressoren 10 10 30 2
liftinstallaties 0 0 10 1
motorbrandstofpompen zonder LPG 30 0 30 2

Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten

1. Hoofdindeling

Tabel 1 omvat de bedrijfstypen met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993. Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties.

Tabel 2 omvat algemene opslagen en installaties voor situaties dat:

  1. 1. bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of
  2. 2. het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan.


2. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Bij deze invulling zijn de volgende afstandscategorieën gehanteerd voor omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied:

10 m
30 m
50 m
100 m
200 m
300 m
500 m
700 m
1.000 m
1.500 m


Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties.

Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- /activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.


3. Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V)

Voor bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor gevaar de letter R van "risico" aangegeven. Dat houdt in dat voor deze bedrijfsactiviteiten moet worden nagegaan of het Bevi van toepassing is.

Daarnaast is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor gevaar de letter V van "vuurwerk" opgenomen. Voor deze bedrijfsactiviteiten dient getoetst te worden aan het Vuurwerkbesluit.


4. Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld. De milieucategorie is vermeld in kolom 'categorie'.


Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën:

milieucategorie grootste afstand
1 10 m
2 30 m
3.1 50 m
3.2 100 m
4.1 200 m
4.2 300 m
5.1 500 m
5.2 700 m
5.3 1.000 m
6 1.500 m

5. Indices voor verkeersaantrekkende werking, bodem (B) en lucht (L)

Het aspect verkeer(saantrekkende werking) is kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte:

1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking;

2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking;

3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking.


Het aspect bodem (bodemverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft.

Het aspect lucht (luchtverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht heeft die mogelijk in planologisch opzicht relevant is.


6. Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant

< : kleiner dan

> : groter dan

= : gelijk aan

cat. : categorie

e.d. : en dergelijke

i.e. : inwonereenheden

kl. : klasse

n.e.g. : niet elders genoemd

o.c. : opslagcapaciteit

p.c. : productiecapaciteit

p.o. : productieoppervlak

b.o. : bedrijfsoppervlak

v.c. : verwerkingscapaciteit

u : uur

d : dag

w : week

j : jaar

B : bodemverontreiniging

L : luchtverontreiniging

R : risico (Besluit externe veiligheid inrichting mogelijk van toepassing)

V : vuurwerkbesluit van toepassing

Bijlage 1 Ontheffing Flora En Faunawet, 11 April 2006

Bijlage 1 Ontheffing Flora en faunawet, 11 april 2006

Bijlage 2 Onderbouwing Wijzigingsverzoek Ontheffing

Bijlage 2 Onderbouwing wijzigingsverzoek ontheffing

Bijlage 3 Ontheffing Flora- En Faunawet, 25 Mei 2009

Bijlage 3 Ontheffing Flora- en Faunawet, 25 mei 2009

Bijlage 4 Akoestisch En Luchtonderzoek

Bijlage 4 Akoestisch en luchtonderzoek