Sterrenberg
Bestemmingsplan - Gemeente Zeist
Vastgesteld op 26-04-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Sterrenberg van de gemeente Zeist.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.BPSterrenberg-VS01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aaneen-gebouwde woning:
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
1.6 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8 bebouwingspercentage:
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, het woningvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
1.9 bedrijf aan huis:
het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:
- a. die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 of 2, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en
- b. die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit,
in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen.
1.10 beroep aan huis:
het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.
1.11 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bijgebouw:
een bij een woning behorend ondergeschikt gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat al dan niet in directe verbinding staat met de woning en dat, indien het vrijstaat van de woning, niet voor bewoning is bestemd.
1.14 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.16 bouwlaag :
een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat aan de onder- en bovenzijde door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren wordt begrensd.
1.17 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.22 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.23 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.
1.24 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 gestapelde woning:
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning, winkel of andere functie is gelegen.
1.26 gevellijn:
de in de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden.
1.27 hoofdgebouw:
een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als hét of één van de belangrijkste valt aan te merken.
1.28 horeca A:
winkelondersteunende horeca, te weten horeca, die deel uitmaakt van winkels of inpandig is gesitueerd in besloten winkels, waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden, en die gericht is op het winkelend publiek.
1.29 horeca B:
(eet)cafés, restaurants, koffieshops, lunchrooms, brasseriën, cafetaria's, snackbars en soortgelijke gelegenheden waaronder hotels en al of niet in combinatie met elkaar, waaronder in ieder geval niet begrepen: nachtclubs, bardancings en discotheken;
1.30 maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen.
1.31 ondergeschikte horeca:
een horecavoorziening die wat betreft de omvang ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
1.32 openbare weg:
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
1.33 peil:
- a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen:de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein voorafgaand aan het verlenen van bouwvergunning.
1.34 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.35 publiekgerichte dienstverlening:
aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureau's, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio' s, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen.
1.36 raamprostitutie:
een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.37 seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.
1.38 twee-aaneen-gebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.
1.39 vrijstaande woning:
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.
1.40 voorgevel:
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
1.41 voortuin:
gronden met de bestemming tuin die zijn gesitueerd aan de voorzijde van de woning.
1.42 voorgevel:
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
1.43 voorgevelrooilijn:
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.
1.44 woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
1.45 wooneenheid:
eenheid in de vorm van een woning of een zorgwoning;
1.46 zorggebouw:
een gebouw met gezondheidszorg-, zorg- en/of welzijnsvoorzieningen en/of met zorgwoningen;
1.47 zorgwonen:
wonen in een zorgwoning.
1.48 zorgwoning:
een woning waarvan de situering in de nabijheid van de op het terrein aanwezige gezondheidszorgvoorzieningen, zorg- en welzijnsvoorzieningen wenselijk of noodzakelijk is, omdat de bewoners voor hun functioneren zijn aangewezen op deze voorzieningen.
1.49 zijdelingse perceelsgrenzen:
de grenzen van een bouwperceel aan de zijkanten van het bijbehorende hoofdgebouw.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals liftschachten, trappenhuizen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 het bebouwingspercentage:
de som van de oppervlakten van alle bouwwerken binnen een bouwvlak, uitgedrukt in een percentage van dat vlak.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos en/of bebossing;
- b. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden,
- c. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen,
- d. extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden voor zover de onder b en c bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
alsmede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', de instandhouding van natuurwaarden die bestaan uit rust- en/of leefgebied voor insecten en kleine zoogdieren en jachtgebied voor roofvogels en vleermuizen;
3.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van deze regels voor de bouw van andere bouwwerken ten behoeve van extensieve recreatieve medegebruik, bijenteelt en infrastructurele voorzieningen, mits:
- a. de hoogte niet meer dan 2,5 meter bedraagt;
- b. de in lid 1 genoemde waarden daardoor niet onevenredig worden aangetast.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Artikel 4 Gemengd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de hierna aangegeven doeleinden, op de daarbij aangegeven plaatsen:
doeleinden | in en onder de eerste bouwlaag (optie ja/nee) | boven de eerste bouwlaag (optie ja/nee) | |
detailhandel, in het kader van de dagbehandeling aan zorgbehoevenden | ja | nee | |
publiekgerichte dienstverlening | ja | nee | |
horeca B | ja | nee | |
maatschappelijke voorzieningen | ja | ja | |
bij ter plaatse toegestane functies behorende werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten | ja | nee | |
wonen en zorgwonen | ja | ja | |
bij wonen behorende toegangen en bergingen | ja | ja |
en bovendien voor:
- b. bij een en ander behorende erven, binnenplaatsen, tuinen en groenvoorzieningen;
- c. bij een en ander behorende in- en uitritten, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en andere voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. watergangen en waterpartijen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen;
- e. beeldende kunst en monumenten;
- f. overige bij de bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, erfafscheidingen e.d.;
alsmede voor:
- g. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone.
- h. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', een recreatieve voorziening;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-historische roedenverkaveling', de instandhouding en ontwikkeling van de historische roedenverkaveling langs de Amersfoortseweg;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van grond-talud' voor de bescherming van het talud en de aanwezige laanbeplantingen;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen-zoekgebied ecoduct', een ecoduct met een maaiveldpassage;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een geluidscherm tegen wegverkeerslawaai.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke inpassing en ligging van bouwwerken ter bescherming van de in 5.1 genoemde waarden.
5.4 Specifieke gebruiksregels
De voor "Groen" aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt.
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Artikel 6 Maatschappelijk
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, recreatie, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen;
- b. bijbehorende speel- en sportvoorzieningen, kantinevoorzieningen;
- c. een ondergeschikte detailhandelvoorziening met een brutovloeroppervlakte van maximaal 250 m2;
- d. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;
- e. fiets- en voetpaden;
- f. horeca B en detailhandel in het kader van de dagbehandeling aan zorgbehoevenden.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Recreatie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. speel- en sportvoorzieningen;
- c. ondergeschikte horeca;
- d. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen;
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Tuin
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en nutsvoorzieningen
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Verkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste twee rijstroken,
- b. verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen,
- c. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen,
- d. parkeerstroken en -voorzieningen,
- e. fiets- en voetpaden,
- f. bermen, groen- en speelvoorzieningen, en
- g. watergangen,
- h. bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, beeldende kunst,
alsmede voor:
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-historische roedenverkaveling', de instandhouding en ontwikkeling van de historische roedenverkaveling langs de Amersfoortseweg.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke inpassing en ligging van bouwwerken ter bescherming van de in 9.1 genoemde waarden.
Artikel 10 Wonen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen en gezondheidszorg-, zorg- en/of welzijnsdoeleinden,
- b. beroep of bedrijf aan huis, en
- c. tuinen en erven.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven maximale goothoogte ten behoeve van de realisering van een derde bouwlaag met plat dak, mits de voorgeschreven maximale bouwhoogte niet wordt overschreden.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van deze regels voor het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:
- a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
- b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
- c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.
Artikel 11 Woongebied
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Woongebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen en gezondheidszorg, zorg- en/of welzijnsdoeleinden;
- b. beroep of bedrijf aan huis;
- c. ondergeschikte sport- en recreatievoorzieningen in het kader van zorg- en/of welzijnsdoeleinden;
- d. tuinen en erven;
- e. groen- en speelvoorzieningen;
- f. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen;
- g. watergangen en waterpartijen met daarbij behorende oevers en taluds;
- h. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde-historische roedenverkaveling', de instandhouding en ontwikkeling van de historische roedenverkaveling langs de Amersfoortseweg;
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van deze regels voor het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:
- a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
- b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
- c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 Algemene Bouwregels
13.1 Bestaande en afwijkende maatvoering
- a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- b. Het bepaalde in artikel 13.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
- c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
13.2 Dakopbouw in plaats van kap
In plaats van een dak met een kap (goot 7 nok 11) is ook een plat dak met een dakopbouw toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
- a. de dakopbouw moet (inclusief dakoverstekken) ten minste 2 meter terug liggen achter de voorgevel;
- b. de voorgevel mag de voorgeschreven maximale goothoogte niet overschrijden;
- c. de dakopbouw mag de voorgeschreven maximale bouwhoogte van 11 meter niet overschrijden;
- d. in de dakopbouw is maximaal 1 bouwlaag toegestaan.
13.3 Parkeernormen
- a. Bij de bouw van nieuwe hoofdgebouwen dient ruimte te worden gerealiseerd voor parkeren volgens de volgende normen:
Type woning | Aantal p.p. per woning |
woningen dure segment | 2,1 |
woningen midden segment | 1,9 |
woningen goedkope segment | 1,7 |
Zorggebouwen | Aantal p.p. per 100 m² bvo |
zorg zonder baliefunctie | 1,2 |
zorg met baliefunctie | 2,0 |
Aantal p.p. per wooneenheid | |
zorg met wooneenheden | 0,6 |
- b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, indien is aangetoond dat elders voldoende parkeervoorzieningen zijn of worden gerealiseerd, in verband met de beoogde ontwikkelingen.
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
- b. het gebruik van onbebouwde gronden:
- 1. als stand- of ligplaats van onderkomens;
- 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het plan:
- a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
- b. indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bouwgrenzen en van aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedragen;
- c. ten behoeve van het bouwen van masten en bijbehorende installaties voor telecommunicatie, al of niet op of aan gebouwen of andere bouwwerken, tot vanaf peil een bouwhoogte van 40 m, waarbij als voorwaarde kan worden gesteld dat gebruik dient te worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of andere bestaande hoge objecten, zoals hoge gebouwen, lichtmasten of hoogspanningsmasten, indien deze aanwezig zijn binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie.
Artikel 16 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Werken, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
16.1 Verbod:
Behoudens het bepaalde in lid 16.2 is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden, op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:
werken en werkzaamheden* | ||||||||||||
Gronden als bedoeld in artikel: | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | ||
3 Bos | + | + | + | + | + | + | + | |||||
5 Groenvoor gronden ter plaatse van de aanduidingen hierna: | ||||||||||||
- natuurwaarden | + | + | + | + | + | + | + | |||||
- specifieke vorm van waarde - historische roedenverkaveling | + | + | + | + | + | + | + | |||||
- specifieke vorm van groen - talud | + | + | + | + | ||||||||
de onderstaande letters worden hierna verklaard: in de tabel is +: omgevingsvergunning vereist. |
a | aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m²; | |||||||||||||||
b | verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet; | |||||||||||||||
c | het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen; | |||||||||||||||
d | aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; | |||||||||||||||
e | het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap. | |||||||||||||||
f | aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; | |||||||||||||||
g | vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben; |
16.2 Uitzonderingen:
Het in lid 16.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
- a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
- b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
- c. als bedoeld in lid 16.1, bij d, voorzover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
- d. als bedoeld in lid 16.1, bij g, voorzover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de gemeentelijke bomenverordening;
- e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen;
- f. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.
16.3 Toetsingscriteria:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 16.2 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
- a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
- b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
17.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
17.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 18 Slotregel
Het plan kan worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Sterrenberg.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)
AFSTANDEN IN METERS | INDICES | |||||||||
SBI-CODE | OMSCHRIJVING | GEUR | STOF | GELUID | GEVAAR | CATEGORIE | VERKEER | BODEM | LUCHT | |
Tabel 1: Bedrijven | ||||||||||
01 | LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW | |||||||||
014 | Dienstverlening t.b.v. de landbouw: | |||||||||
014 | - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² | 30 | 10 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | |||
014 | - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
014 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² | 30 | 10 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | |||
014 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
0142 | KI-stations | 30 | 10 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
15 | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN | |||||||||
1532, 1533 | Groente- en fruitconservenfabrieken: | |||||||||
1532, 1533 | - jam | 50 | 10 | 100 | 10 | 3.2 | 1 | |||
1551 | Zuivelprodukten fabrieken: | |||||||||
1552 | - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
1581 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | |||||||||
1581 | - v.c. < 2500 kg meel/week | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
1584 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
1584 | - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
1585 | Deegwarenfabrieken | 50 | 30 | 10 | 10 | 3.1 | 2 | |||
1593 t/m 1595 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
18 | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | |||||||||
181 | Vervaardiging kleding van leer | 30 | 0 | 50 | 0 | 3.1 | 1 | |||
182 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
183 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 50 | 10 | 10 | 10 | 3.1 | 1 | B | L | |
19 | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) | |||||||||
192 | Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) | 50 | 10 | 30 | 10 | 3.1 | 2 | |||
193 | Schoenenfabrieken | 50 | 10 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | |||
20 | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | |||||||||
2010.2 | Houtconserveringsbedrijven: | |||||||||
2010.2 | - met zoutoplossingen | 10 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
203, 204, 205 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 | 0 | 30 | 50 | 0 | 3.1 | 1 | |||
205 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | 10 | 10 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
21 | VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN | |||||||||
2112 | Papier- en kartonfabrieken: | |||||||||
2112 | - p.c. < 3 t/u | 50 | 30 | 50 | 30 | R | 3.1 | 1 | ||
22 | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | |||||||||
2222.6 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | B | ||
2223 | Grafische afwerking | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
2223 | Binderijen | 30 | 0 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
2224 | Grafische reproduktie en zetten | 30 | 0 | 10 | 10 | 2 | 2 | B | ||
2225 | Overige grafische aktiviteiten | 30 | 0 | 30 | 10 | 2 | 2 | B | ||
223 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
24 | VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN | |||||||||
2442 | Farmaceutische produktenfabrieken: | |||||||||
2442 | - formulering en afvullen geneesmiddelen | 50 | 10 | 50 | 50 | R | 3.1 | 2 | B | L |
2442 | - verbandmiddelenfabrieken | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
2466 | Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken | 50 | 10 | 50 | 50 | R | 3.1 | 3 | B | |
25 | VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF | |||||||||
2512 | Loopvlakvernieuwingsbedrijven: | |||||||||
2512 | - vloeropp. < 100 m2 | 50 | 10 | 30 | 30 | 3.1 | 1 | |||
252 | - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen | 50 | 30 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
26 | VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN | |||||||||
261 | Glasfabrieken: | |||||||||
2615 | Glasbewerkingsbedrijven | 10 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 1 | |||
262, 263 | Aardewerkfabrieken: | |||||||||
262, 263 | - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | L | ||
267 | Natuursteenbewerkingsbedrijven: | |||||||||
267 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² | 10 | 30 | 50 | 0 | 3.1 | 1 | |||
2681 | Slijp- en polijstmiddelen fabrieken | 10 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 1 | |||
2682 | Bitumineuze materialenfabrieken: | |||||||||
28 | VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) | |||||||||
281 | Constructiewerkplaatsen: | |||||||||
281 | - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 | 30 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 1 | |||
284 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 | 30 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 1 | B | ||
2851 | Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: | |||||||||
2852 | Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 | 10 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 1 | B | ||
287 | Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: | |||||||||
287 | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 | 30 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 1 | B | ||
29 | VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN | |||||||||
29 | Machine- en apparatenfabrieken: | |||||||||
29 | - p.o. < 2.000 m2 | 30 | 30 | 100 | 30 | 3.2 | 2 | B | ||
30 | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | |||||||||
30 | Kantoormachines- en computerfabrieken | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
31 | VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. | |||||||||
316 | Elektrotechnische industrie n.e.g. | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
32 | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. | |||||||||
321 t/m 323 | Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. | 30 | 0 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | B | ||
3210 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 50 | 10 | 50 | 30 | 3.1 | 1 | B | ||
33 | VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN | |||||||||
33 | Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. | 30 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
35 | VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) | |||||||||
351 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: | |||||||||
351 | - houten schepen | 30 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
36 | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | |||||||||
361 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 | 0 | 10 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
362 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | 30 | 10 | 10 | 10 | 2 | 1 | B | ||
363 | Muziekinstrumentenfabrieken | 30 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
364 | Sportartikelenfabrieken | 30 | 10 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
365 | Speelgoedartikelenfabrieken | 30 | 10 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
3661.1 | Sociale werkvoorziening | 0 | 30 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
3661.2 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 30 | 10 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
40 | PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER | |||||||||
40 | bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: | |||||||||
40 | - < 10 MVA | 0 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | B | ||
40 | - 10 - 100 MVA | 0 | 0 | 50 | 30 | 3.1 | 1 | B | ||
40 | Gasdistributiebedrijven: | |||||||||
40 | - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A | 0 | 0 | 10 | 10 | 1 | 1 | |||
40 | - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C | 0 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
40 | - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D | 0 | 0 | 50 | 50 | R | 3.1 | 1 | ||
40 | Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: | |||||||||
40 | - blokverwarming | 10 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
41 | WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER | |||||||||
41 | Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: | |||||||||
41 | - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling | 10 | 0 | 50 | 30 | 3.1 | 1 | |||
41 | Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: | |||||||||
41 | - < 1 MW | 0 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
45 | BOUWNIJVERHEID | |||||||||
45 | - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 10 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
45 | Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² | 10 | 30 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
45 | - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² | 0 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | B | ||
50 | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | |||||||||
501, 502, 504 | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | 10 | 0 | 30 | 10 | 2 | 2 | B | ||
5020.4 | Autobeklederijen | 0 | 0 | 10 | 10 | 1 | 1 | |||
5020.4 | Autospuitinrichtingen | 50 | 30 | 30 | 30 | R | 3.1 | 1 | B | L |
5020.5 | Autowasserijen | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 3 | |||
503, 504 | Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | 0 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
51 | GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING | |||||||||
511 | Handelsbemiddeling (kantoren) | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
5121 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders | 30 | 30 | 50 | 30 | R | 3.1 | 2 | ||
5122 | Grth in bloemen en planten | 10 | 10 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
5124 | Grth in huiden, vellen en leder | 50 | 0 | 30 | 0 | 3.1 | 2 | |||
5125, 5131 | Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen | 30 | 10 | 30 | 50 | R | 3.1 | 2 | ||
5132, 5133 | Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën | 10 | 0 | 30 | 50 | R | 3.1 | 2 | ||
5134 | Grth in dranken | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
5135 | Grth in tabaksprodukten | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
5136 | Grth in suiker, chocolade en suikerwerk | 10 | 10 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
5137 | Grth in koffie, thee, cacao en specerijen | 30 | 10 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
5138, 5139 | Grth in overige voedings- en genotmiddelen | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
514 | Grth in overige consumentenartikelen | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
5151.1 | Grth in vaste brandstoffen: | |||||||||
5151.1 | - klein, lokaal verzorgingsgebied | 10 | 50 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
5151.2 | Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: | |||||||||
5153 | Grth in hout en bouwmaterialen: | |||||||||
5153 | - algemeen: b.o. > 2000 m² | 0 | 10 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | |||
5153 | - algemeen: b.o. <= 2000 m² | 0 | 10 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
5153.4 | zand en grind: | |||||||||
5153.4 | - algemeen: b.o. <= 200 m² | 0 | 10 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
5154 | Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: | |||||||||
5154 | - algemeen: b.o. > 2.000 m² | 0 | 0 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | |||
5154 | - algemeen: b.o. < = 2.000 m² | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
5155.2 | Grth in kunstmeststoffen | 30 | 30 | 30 | 30 | R | 2 | 1 | ||
5156 | Grth in overige intermediaire goederen | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
5157 | - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² | 10 | 10 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
5157.2/3 | - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² | 10 | 10 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
5162 | Grth in machines en apparaten: | |||||||||
5162 | - overige | 0 | 10 | 50 | 0 | 3.1 | 2 | |||
517 | Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
5261 | Postorderbedrijven | 0 | 0 | 50 | 0 | 3.1 | 2 | |||
527 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 0 | 0 | 10 | 10 | 1 | 1 | |||
55 | LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING | |||||||||
5552 | Cateringbedrijven | 10 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | |||
60 | VERVOER OVER LAND | |||||||||
6022 | Taxibedrijven | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
6024 | - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² | 0 | 0 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
603 | Pomp- en compressorstations van pijpleidingen | 0 | 0 | 30 | 10 | 2 | 1 | B | ||
63 | DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER | |||||||||
6312 | Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen | 30 | 10 | 50 | 50 | R | 3.1 | 2 | ||
6321 | Autoparkeerterreinen, parkeergarages | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 3 | L | ||
64 | POST EN TELECOMMUNICATIE | |||||||||
641 | Post- en koeriersdiensten | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 2 | |||
642 | Telecommunicatiebedrijven | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
642 | zendinstallaties: | |||||||||
642 | - FM en TV | 0 | 0 | 0 | 10 | 1 | 1 | |||
642 | - GSM en UMTS-steunzenders | 0 | 0 | 0 | 10 | 1 | 1 | |||
71 | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | |||||||||
711 | Personenautoverhuurbedrijven | 10 | 0 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
712 | Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) | 10 | 0 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | |||
713 | Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen | 10 | 0 | 50 | 10 | 3.1 | 2 | B | ||
714 | Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. | 10 | 10 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
72 | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | |||||||||
72 | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
72 | Switchhouses | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
73 | SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK | |||||||||
731 | Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk | 30 | 10 | 30 | 30 | R | 2 | 1 | ||
732 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
74 | OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING | |||||||||
747 | Reinigingsbedrijven voor gebouwen | 50 | 10 | 30 | 30 | 3.1 | 1 | B | ||
7481.3 | Foto- en filmontwikkelcentrales | 10 | 0 | 30 | 10 | 2 | 2 | B | ||
7484.4 | Veilingen voor huisraad, kunst e.d. | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 2 | |||
90 | MILIEUDIENSTVERLENING | |||||||||
9001 | RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: | |||||||||
9001 | rioolgemalen | 30 | 0 | 10 | 0 | 2 | 1 | |||
92 | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | |||||||||
921, 922 | Studio's (film, TV, radio, geluid) | 0 | 0 | 30 | 10 | 2 | 2 | |||
93 | OVERIGE DIENSTVERLENING | |||||||||
9301.1 | Wasserijen en strijkinrichtingen | 30 | 0 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | |||
9301.1 | Tapijtreinigingsbedrijven | 30 | 0 | 50 | 30 | 3.1 | 2 | L | ||
9301.2 | Chemische wasserijen en ververijen | 30 | 0 | 30 | 30 | R | 2 | 2 | B | L |
9301.3 | Wasverzendinrichtingen | 0 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
9301.3 | Wasserettes, wassalons | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
9302 | Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
9304 | Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden | 10 | 0 | 30 | 0 | 2 | 1 | |||
9305 | Persoonlijke dienstverlening n.e.g. | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 1 | |||
OPSLAGEN | ||||||||||
butaan, propaan, LPG (in tanks): | ||||||||||
- bovengronds, < 2 m3 | - | - | - | 2 | ||||||
- bovengronds, 2 - 8 m3 | - | - | - | R | 3.1 | |||||
- ondergronds, < 80 m3 | - | - | - | R | 3.1 | |||||
niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld | - | - | - | 3.1 | ||||||
brandbare vloeistoffen (in tanks): | ||||||||||
- ondergronds, K1/K2/K3-klasse | 10 | - | - | 1 | ||||||
- bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3 | 10 | - | - | R | 3.1 | |||||
- bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 | 10 | - | - | 2 | ||||||
- bovengronds, K3-klasse: 10 - 1000 m3 | 30 | - | - | 3.1 | ||||||
Overige gevaarlijke stoffen in tanks: | ||||||||||
- bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO | 10 | - | - | 1 | ||||||
- overige opslagen onder drempelwaarde BRZO | 30 | - | - | 3.1 | ||||||
Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen: | ||||||||||
- kleine hoeveelheden < 10 ton | - | - | - | 1 | ||||||
- beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau | - | - | - | R | 2 | |||||
ontplofbare stoffen en munitie: | ||||||||||
- < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 | - | - | - | 1 | ||||||
- >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 | - | - | - | 2 | ||||||
kunstmest, niet explosief | - | 50 | - | 3.1 | ||||||
INSTALLATIES | ||||||||||
laadschoppen, shovels, bulldozers | 30 | 30 | 50 | 3.1 | ||||||
laboratoria: | ||||||||||
- chemisch / biochemisch | 30 | 0 | 30 | 2 | ||||||
- medisch en hoger onderwijs | 10 | 0 | 30 | 2 | ||||||
luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel | 10 | 0 | 10 | 1 | ||||||
keukeninrichtingen | 30 | 0 | 10 | 2 | ||||||
koelinstallaties freon ca. 300 kW | 0 | 0 | 50 | 3.1 | ||||||
koelinstallaties ammoniak < 400 kg | 0 | 0 | 30 | 2 | ||||||
koelinstallaties ammoniak > 400 kg | 0 | 0 | 50 | R | 3.1 | |||||
total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW | 10 | 0 | 50 | 3.1 | ||||||
noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking | 10 | 0 | 30 | 2 | ||||||
verfspuitinstallaties en moffel- en emailleerovens | 50 | 30 | 50 | 3.1 | ||||||
vorkheftrucks met verbrandingsmotor | 10 | 10 | 50 | 3.1 | ||||||
vorkheftrucks, elektrisch | 0 | 10 | 30 | 2 | ||||||
transformatoren < 1 MVA | 0 | 0 | 10 | 1 | ||||||
vatenspoelinstallaties | 50 | 10 | 50 | 3.1 | ||||||
hydrofoorinstallaties | 0 | 0 | 30 | 2 | ||||||
windmolens: | ||||||||||
stookinstallaties>900kW thermisch vermogen: | ||||||||||
- gas, < 2,5 MW | 10 | 0 | 30 | 2 | ||||||
- gas, 2,5 - 75 MW | 30 | 0 | 50 | 3.1 | ||||||
- olie, < 2,5 MW | 30 | 0 | 30 | 2 | ||||||
- olie, 2,5 - 75 MW | 30 | 10 | 50 | 3.1 | ||||||
stoomwerktuigen | 0 | 0 | 50 | 3.1 | ||||||
luchtcompressoren | 10 | 10 | 30 | 2 | ||||||
liftinstallaties | 0 | 0 | 10 | 1 | ||||||
motorbrandstofpompen zonder LPG | 30 | 0 | 30 | 2 |
Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten
1. Hoofdindeling
Tabel 1 omvat de bedrijfstypen met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993. Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties.
Tabel 2 omvat algemene opslagen en installaties voor situaties dat:
- 1. bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of
- 2. het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan.
2. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Bij deze invulling zijn de volgende afstandscategorieën gehanteerd voor omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied:
10 m |
30 m |
50 m |
100 m |
200 m |
300 m |
500 m |
700 m |
1.000 m |
1.500 m |
Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen.
Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties.
Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- /activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie.
Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.
3. Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V)
Voor bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor gevaar de letter R van "risico" aangegeven. Dat houdt in dat voor deze bedrijfsactiviteiten moet worden nagegaan of het Bevi van toepassing is.
Daarnaast is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor gevaar de letter V van "vuurwerk" opgenomen. Voor deze bedrijfsactiviteiten dient getoetst te worden aan het Vuurwerkbesluit.
4. Categorie
De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld. De milieucategorie is vermeld in kolom 'categorie'.
Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën:
milieucategorie | grootste afstand |
1 | 10 m |
2 | 30 m |
3.1 | 50 m |
3.2 | 100 m |
4.1 | 200 m |
4.2 | 300 m |
5.1 | 500 m |
5.2 | 700 m |
5.3 | 1.000 m |
6 | 1.500 m |
5. Indices voor verkeersaantrekkende werking, bodem (B) en lucht (L)
Het aspect verkeer(saantrekkende werking) is kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte:
1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking;
2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking;
3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking.
Het aspect bodem (bodemverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft.
Het aspect lucht (luchtverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht heeft die mogelijk in planologisch opzicht relevant is.
6. Verklaring gebruikte afkortingen
- : niet van toepassing / niet relevant
< : kleiner dan
> : groter dan
= : gelijk aan
cat. : categorie
e.d. : en dergelijke
i.e. : inwonereenheden
kl. : klasse
n.e.g. : niet elders genoemd
o.c. : opslagcapaciteit
p.c. : productiecapaciteit
p.o. : productieoppervlak
b.o. : bedrijfsoppervlak
v.c. : verwerkingscapaciteit
u : uur
d : dag
w : week
j : jaar
B : bodemverontreiniging
L : luchtverontreiniging
R : risico (Besluit externe veiligheid inrichting mogelijk van toepassing)
V : vuurwerkbesluit van toepassing
Bijlage 1 Ontheffing Flora En Faunawet, 11 April 2006
Bijlage 1 Ontheffing Flora en faunawet, 11 april 2006
Bijlage 2 Onderbouwing Wijzigingsverzoek Ontheffing
Bijlage 2 Onderbouwing wijzigingsverzoek ontheffing
Bijlage 3 Ontheffing Flora- En Faunawet, 25 Mei 2009
Bijlage 3 Ontheffing Flora- en Faunawet, 25 mei 2009