KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Gemengd
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Groen - Landschapswaarden
Artikel 9 Horeca
Artikel 10 Kantoor
Artikel 11 Maatschappelijk
Artikel 12 Sport
Artikel 13 Tuin
Artikel 14 Verkeer
Artikel 15 Water
Artikel 16 Wonen
Artikel 17 Wonen - Garageboxen
Artikel 18 Woongebied - 1
Artikel 19 Woongebied - 2
Artikel 20 Leiding - Gas
Artikel 21 Leiding - Riool
Artikel 22 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 23 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 24 Waarde - Cultuurhistorie - 1
Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie - 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
Artikel 27 Algemene Bouwregels
Artikel 28 Algemene Gebruiksregels
Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 32 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 Overgangsrecht
Artikel 34 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Milieutoets
Bijlage 2 Verzamelnota
Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen

Zeist-West en Utrechtseweg-Noord

Bestemmingsplan - Gemeente Zeist

Vastgesteld op 06-12-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Zeist-West en Utrechtseweg-Noord van de gemeente Zeist.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van boomkwekerijen (inclusief sierteelt), glastuinbouw, paardenhouderijen en hoveniersbedrijven.

1.6 ambachtelijke bedrijven:

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen die verband houden met het ambacht.

1.7 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 bebouwingspercentage:

de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, het woningvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.

1.10 bedrijf aan huis:

het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:

  1. a. die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 of 2, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en
  2. b. die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit,

in de woning en bijbehorende bouwwerken.

1.11 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.12 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;

1.13 beroep aan huis:

het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie.

1.14 bestaande gebouw, inhoud, omvang:

gebouw, inhoud, omvang, zoals die of dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan.

1.15 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.16 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.17 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.19 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.20 bouwlaag:

een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat aan de onder- en bovenzijde door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren wordt begrensd.

1.21 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.22 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.23 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.24 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.25 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.26 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.

1.27 extensieve openluchtrecreatie:

vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen.

1.28 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf dat voor de bedrijfsvoering afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond welke tot dat bedrijf behoort, zoals een akkerbouwbedrijf, een grondgebonden veehouderij en een weidebouwbedrijf.

1.30 hoofdgebouw:

een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als hét of één van de belangrijkste valt aan te merken.

1.31 horeca A:

winkelondersteunende horeca, te weten horeca, die deel uitmaakt van winkels of inpandig is gesitueerd in besloten winkels, waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden, en die gericht is op het winkelend publiek.

1.32 horeca B:

(eet)cafés, restaurants, koffieshops, lunchrooms, brasseriën, cafetaria's, snackbars en soortgelijke gelegenheden waaronder hotels en al of niet in combinatie met elkaar, waaronder in ieder geval niet begrepen: nachtclubs, bardancings en discotheken;

1.33 horeca C:

nachtclubs, bardancings en discotheken, al of niet in combinatie met elkaar.

1.34 kantoor:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden.

1.35 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, recreatie, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen.

1.36 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen.

1.37 onderkomen:

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.

1.38 openbare dienstverlening:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met rechtstreeks contact met het publiek ten behoeve van een openbare forumfunctie zoals het raadhuis, het postkantoor, de VVV of een museum.

1.39 peil:

  1. a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst:
    de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen:
    de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen.

1.40 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.41 publiekgerichte dienstverlening:

aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureau's, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio's, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen.

1.42 seksinrichting:

een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.

1.43 twee-aaneen-gebouwde woning:

een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.

1.44 verwante functies:

aan openbare dienstverlening of andere maatschappelijke voorzieningen verwante detailhandels-, kantine- en serviceverleningsfuncties, en sportvoorzieningen, die in omvang ondergeschikt zijn aan deze openbare dienstverlening of andere maatschappelijke voorziening en geen zelfstandige functie vormen;

1.45 vrijstaande woning:

een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.

1.46 volumineuze detailhandel:

detailhandel in goederen die wegens aard en omvang niet of moeilijk in de traditionele winkelcentra zijn te verkopen, te weten detailhandel in auto's, boten en caravans, in grove bouwmaterialen, in keukens en sanitair, in tuininrichtingsartikelen, in meubelen en woninginrichting en in de vorm van bouwmarkten.

1.47 voorgevel:

de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels.

1.48 voorgevelrooilijn:

de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.

1.49 voortuin:

gronden met de bestemming tuin die zijn gesitueerd aan de voorzijde van de woning.

1.50 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

1.51 wooneenheid:

eenheid in de vorm van een woning of een zorgwoning.

1.52 zijdelingse perceelsgrenzen:

de grenzen van een bouwperceel aan de zijkanten van het bijbehorende hoofdgebouw.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.7 de tophoogte

de tophoogte wordt gemeten op de wijze zoals aangegeven in de figuur hierna":

afbeelding "i_NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01_0001.jpg"

2.8 de nokhoogte

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.9 de verticale bouwdiepte

vanaf het peil tot de bovenkant van de onderste vloer van het gebouw.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor een grondgebonden agrarisch bedrijf.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staatvan bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2;
  2. b. bedrijven, die hierna zijn aangegeven:
bedrijven: ter plaatse van de aanduiding:
alsmede voor een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'
alsmede voor een zelfstandig kantoor 'kantoor'
alsmede voor een nutsbedrijf 'nutsbedrijf'
uitsluitend een nutsvoorziening 'nutsvoorziening'
alsmede voor een gemeentewerf 'specifieke vorm van maatschappelijk-overheidsdiensten'
uitsluitend voor een rioolwaterzuivering 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuivering'
uitsluitend voor een hoveniersbedrijf 'hovenier'
alsmede voor een laboratorium 'specifieke vorm van bedrijf - laboratorium'
  1. c. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen,
  2. d. parkeervoorzieningen,
  3. e. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen, groenvoorzieningen en overige voorzieningen, zoals watergangen en waterpartijen.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder b van deze regels, en de realisering van bedrijfsgebouwen op een geringere afstand dan 3,5 m van de zijdelingse perceelsgrens toestaan.

4.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van de bebouwing, vanwege een harmonieuze ruimtelijke opbouw van het plangebied, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  1. a. de ruimtelijke structuur;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de parkeercapaciteit in het gebied'
  4. d. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving en/of;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1, onder b, van deze regels, en volumineuze detailhandel toestaan, met dien verstande dat ten aanzien van bouwmarkten en detailhandel in meubelen en woninginrichting uit een distributieplanologisch onderzoek blijkt dat geen onevenredige aantasting optreedt van de bestaande detailhandelstructuur.

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staatvan bedrijfsactiviteiten zijn aangemerkt als categorie 1 en 2, dan wel indien bedrijven niet genoemd staan in deze Staat vanbedrijfsactiviteiten, doch naar het oordeel van burgemeester en wethouders naar hun aard gelijk te stellen zijn met de in de Staatvan bedrijfsactiviteiten genoemde categorieën 1 en 2;
  2. b. bedrijven, die hierna zijn aangegeven:
bedrijven: ter plaatse van de aanduiding:
die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 t/m 3.1 'bedrijf tot en met categorie 3.1'
die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 t/m 3.2 'bedrijf tot en met categorie 3.2'
alsmede voor een autoreparatiebedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - autoreparatie'
alsmede voor volumineuze detailhandel 'detailhandel volumineus'
alsmede voor een verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'
uitsluitend voor een rioolwaterzuivering 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuivering'
uitsluitend een nutsvoorziening 'nutsvoorziening'
  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
  2. d. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen,
  3. e. parkeervoorzieningen,
  4. f. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen, groenvoorzieningen en overige voorzieningen, zoals watergangen en waterpartijen.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder b van deze regels, en de realisering van bedrijfsgebouwen op een geringere afstand dan 3,5 m van de zijdelingse perceelsgrens toestaan.

5.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van de bebouwing, vanwege een harmonieuze ruimtelijke opbouw van het plangebied, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  1. a. de ruimtelijke structuur;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de parkeercapaciteit in het gebied'
  4. d. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving en/of;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 5.5.1, onder b, van deze regels, en ook elders volumineuze detailhandel toestaan, met dien verstande dat ten aanzien van bouwmarkten en detailhandel in meubelen en woninginrichting uit een distributieplanologisch onderzoek blijkt dat geen onevenredige aantasting optreedt van de bestaande detailhandelstructuur.

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de hierna aangegeven doeleinden, op de daarbij aangegeven plaatsen:
doeleinden in en onder de eerste bouwlaag boven de eerste bouwlaag
maatschappelijke voorzieningen ja nee2)
kantoren ja nee2)
bedrijven, die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als milieucategorie 1 en 2 danwel, per geval en plaats bezien, naar hun gevolgen voor de omgeving redelijkerwijs als zodanig kunnen worden aangemerkt, een en ander uitgezonderd detailhandel en horeca ja nee2)
bij ter plaatse toegestane functies behorende werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten ja nee2)
wonen ja ja
bij wonen behorende toegangen en bergingen ja ja
2) behoudens bestaande, op de bestaande plaats en in de bestaande omvang.

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', detailhandel;
  3. d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', volumineuze detailhandel;
  4. e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie B', horeca van categorie B;
  5. f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', recreatie;
  6. g. bij een en ander behorende binnenplaatsen, tuinen en groenvoorzieningen,
  7. h. bij een en ander behorende in- en uitritten, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en andere voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten', geen bedrijven zijn toegestaan;
  2. j. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk uitgesloten', geen maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan;
  3. k. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', geen woningen zijn toegestaan.

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 onder a van deze regels, voor de bouw van een open fietsenstalling buiten het bouwvlak, mits:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte van de bij eenzelfde bedrijf behorende fietsenstallingen niet meer dan 60 m² bedraagt;
  2. b. de omvang van de fietsenstalling in verhouding staat tot de omvang van het bedrijf.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. watergangen en waterpartijen;
  3. c. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen, en;
  4. d. overige bij de bestemming behorende voorzieningen;


alsmede voor:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', een ontsluitingsweg;
  2. f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', recreatie;
  3. g. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', een sportveld;

met dien verstande dat:

  1. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - langzaamverkeer uitgesloten', geen fiets en voetpaden zijn toegestaan.

7.2 Bouwregels

  1. a. Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw', een bijbehorend bouwwerk is toegestaan;
  2. b. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' is een bijbehorend bouwwerk toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 m, waarbij tenminste 10 afstand moet worden gehouden tot het monument aan de Noordweg;
  3. c. De bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken max. bouwhoogte
licht- en andere masten 10 m
speelvoorzieningen 5 m
beeldende kunst 4 m
overige andere bouwwerken 3 m

Artikel 8 Groen - Landschapswaarden

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen - Landschapswaarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen met behoud en herstel van landschappelijke- en ecologische waarden;
  2. b. watergangen en waterpartijen;
  3. c. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen;
  4. d. sculpturen en andere kunstzinnige werken;

alsmede voor:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  2. f. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', een ontsluitingsweg;
  3. g. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', recreatie;
  4. h. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', een sportveld;
  5. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin', een bergbezinkbassin;
  6. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - langzaamverkeer', een doorgaande verbinding voor het langzame verkeer.

8.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken max. bouwhoogte
vlaggenmasten
verlichting
recreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatie'
10 m
3 m
6 m
overige andere bouwwerken, waaronder steigers 3 m

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca tot en met categorie B,

met de daarbij behorende:

  1. b. voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen.

9.2 Bouwregels

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Kantoor" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren, en;
  2. b. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen;

alsmede voor:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een ondergrondse parkeergarage;
  2. d. ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang', een kinderdagverblijf tot een maximale oppervlakte van 850 m².

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.2, onder a, van de regels voor:

  1. a. de bouw van een bijbehorend bouwwerk buiten het bouwvlak tot maximaal 50 m en een bouwhoogte van maximaal 3 meter;
  2. b. een open fietsenstalling buiten het bouwvlak, mits:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte van de bij eenzelfde bedrijf behorende fietsenstallingen niet meer dan 60 m² bedraagt;
    2. 2. de omvang van de fietsenstalling in verhouding staat tot de omvang van het bedrijf.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor detailhandel en showrooms.

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen, en;
  2. b. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
  2. d. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', een sportveld,;
  3. e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', wonen;

met dien verstande dat:

  1. f. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', uitsluitend een begraafplaats is toegestaan.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:

  1. a. ruimtelijke structuur;
  2. b. een architectonische en/of ecologische ontwikkeling;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. het behoud van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  5. e. de aansluiting op structurele groenelementen;
  6. f. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  7. g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

11.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 onder a van deze regels, voor de bouw van een open fietsenstalling buiten het bouwvlak, mits:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte van de bij eenzelfde bedrijf behorende fietsenstallingen niet meer dan 60 m² bedraagt;
  2. b. de omvang van de fietsenstalling in verhouding staat tot de omvang van het bedrijf.

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sport- en speelvelden, en;
  2. b. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen.

12.2 Bouwregels

Artikel 13 Tuin

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.

13.2 Bouwregels

Artikel 14 Verkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste twee rijstroken,
  2. b. ongelijkvloerse verbindingen;
  3. c. verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen,
  4. d. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen,
  5. e. parkeerstroken en -voorzieningen,
  6. f. fiets- en voetpaden,
  7. g. bermen, groen- en speelvoorzieningen, en
  8. h. watergangen,
  9. i. bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, afvalverzamelvoorzieningen, beeldende kunst;

alsmede voor:

  1. j. ter plaatse van de aanduiding 'brug', een brug;
  2. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel' een luifel.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke inpassing en ligging van bouwwerken.

14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.2, onder a, van deze regels voor een open fietsenstalling met een maximale oppervlakte van 60 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. watergangen, waterpartijen en oeverstroken, en
  2. b. waterhuishouding, en
  3. c. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 15.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, zoals bruggen, steigers, duikers en beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen,
  2. b. beroep of bedrijf aan huis, en
  3. c. tuinen en erven;

alsmede voor:

  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', het gebruik van de woning voor een ambachtelijk bedrijf;
  2. e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', het gebruik van de woning voor detailhandel;
  3. f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', het gebruik van de woning voor een kantoor;
  4. g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een ondergrondse parkeervoorziening;
  5. h. ter plaatse van de aanduiding 'brug', een brug;

met dien verstande dat:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', uitsluitend een ontsluiting voor het bestemmingsverkeer is toegestaan;
  2. j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', uitsluitend een parkeerterrein is toegestaan.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:

  1. a. ruimtelijke structuur;
  2. b. een architectonische en/of ecologische ontwikkeling;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. het behoud van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  5. e. de aansluiting op structurele groenelementen;
  6. f. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  7. g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

16.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels in 16.2 voor:

  1. a. meer vierkante meters bijbehorende bouwwerken ten behoeve van lichamelijk gehandicapten, met dien verstande dat:
    1. 1. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van de woning worden gesitueerd;
    2. 2. het totale oppervlak aan bijbehorende bouwwerken per woning, buiten het bebouwingsvlak, ten hoogste 100 m² mag bedragen;
    3. 3. een bouwperceel, voor zover gelegen naast en achter het op de plankaart aangeduide bebouwingsvlak voor ten hoogste 50 % bebouwd wordt;
  2. b. de verhoging van de goothoogte van de woning tot maximaal 9 m, met dien verstande dat:
    1. 1. deze vrijstelling zich beperkt tot de woningen met de huisnummers Brugakker: 5702 t/m 5708 ,6102 t/m 6112, 6302 t/m 6312, 6321 t/m 6331, 6504 t/m 6516, 6518 t/m 6528, 6525 t/m 6533, 6601 t/m 6607 en 6618 t/m 6628;
    2. 2. de woonomgeving en de karakteristiek daarvan niet onevenredig wordt aangetast;
  3. c. de realisering van balustrades, balkonhekken en balkonmuurtjes, met dien verstande dat de totale hoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.

16.5 Specifieke gebruiksregels

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 1.17 ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  3. c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

Artikel 17 Wonen - Garageboxen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Garageboxen" aangewezen gronden zijn bestemd voor stalling van motorvoertuigen, fietsen en opslag van goederen ten dienste van de woonfunctie als bedoeld in Artikel 16.

17.2 Bouwregels

Artikel 18 Woongebied - 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen,
  2. b. beroep of bedrijf aan huis,
  3. c. tuinen en groen- en speelvoorzieningen,
  4. d. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder voorzieningen voor openbaar vervoer, zoals vrije busbanen,
  5. e. watergangen en waterpartijen met daarbij behorende oevers en taluds, en
  6. f. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 1.17 ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  3. c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

Artikel 19 Woongebied - 2

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen,
  2. b. tuinen en erven;
  3. c. groen- en speelvoorzieningen,
  4. d. verkeersdoeleinden in de vorm van verblijfsgebieden, fiets- en voetpaden;
  5. e. parkeervoorzieningen, al dan niet bovengronds, ondergronds of half-ondergronds.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van lid 19.2.4, onder c. en erkers, serres, entrees vóór de voorgevelrooilijn toestaan, met dien verstande dat:

  1. a. de diepte van de erker/serre/entree ten hoogste 1,5 mag bedragen;
  2. b. de goothoogte van de erker/serre/entree niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m bedragen;
  3. c. de erker/serre/entree maximaal 2/5 gedeelte van de voorgevelbreedte mag beslaan.

19.4 Specifieke gebruiksregels

19.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 1.17 ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  3. c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met de daarbij behorende voorzieningen en een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding, waarbij de bestemming Leiding - Gas voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.

20.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 20.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leidng worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit een oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels in 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:

  1. a. de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder;
  2. b. de omgevingsvergunning slechts wordt verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 21 Leiding - Riool

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de rioolperstransportleiding en daarbij behorende voorzieningen, waarbij de bestemming Leiding - Riool voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.

21.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 21.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels in 21.2 voor het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:

  1. a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
  2. b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 22 Waarde - Archeologie - 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie - 1" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

In afwijking van het elders in het plan ten aanzien van deze gronden bepaalde, zijn op en in deze gronden toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van instandhouding en bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

22.2 Nadere eisen

In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor een bouwwerk op mede als "Waarde -Archeologie - 1" aangewezen gronden, met een oppervlakte groter dan 100 m² en waarvoor grondbewerkingen nodig zijn dieper dan 30 centimeter:

  1. a. dient in het belang van de archeologische monumentenzorg door aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en
  2. b. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

22.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie - 1", de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 23 Waarde - Archeologie - 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie - 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

In afwijking van het elders in het plan ten aanzien van deze gronden bepaalde, zijn op en in deze gronden toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van instandhouding en bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

23.2 Nadere eisen

In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor een bouwwerk op mede als "Waarde -Archeologie - 2" aangewezen gronden, met een oppervlakte groter dan 1.000 m² en waarvoor grondbewerkingen nodig zijn dieper dan 30 centimeter:

  1. a. dient in het belang van de archeologische monumentenzorg door aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en
  2. b. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

23.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie - 2", de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 24 Waarde - Cultuurhistorie - 1

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van rijksmonumenten (structuren),

waarbij de bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 1 voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.

24.2 Bouwregels

24.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische inpassing en ligging van bouwwerken.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is als voor de beoogde werken en werkzaamheden al een monumentenvergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed nodig is.

Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie - 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Cultuurhistorie - 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding van de cultuurhistorische waarden van:

  1. a. het Griffensteinseplein als rechthoekig plantsoen met omringende blokbebouwing, alsmede voor de stedenbouwkundige structuur bij het monumentale woningbouwcomplex Jacoba van Beijerenlaan 2-36 en de laanstructuur van de Cornelis Schellingerlaan;
  2. b. het Kersbergenplein met vijver, plantsoen en omringende bebouwing naar ontwerp Villapark Kersbergen uit 1927, met karakteristieke rechthoekige aanleg en ruime verkaveling;
  3. c. de buitenplaatsen langs de Utrechtseweg, of restanten daarvan, al dan niet met landhuis en bijbehorende bouwwerken en tuin met parkbos;
  4. d. de Kouwenhovenselaan als een typisch voorbeeld van rechte met bomen beplante laan bij de buitenplaatsen en landgoederen in het Kromme Rijngebied, die allen loodrecht op de Utrechtse Heuvelrug staan;
  5. e. de tuin bij het landhuis 'Nijenheim' aan de Kroostweg 33;

waarbij de bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 2 voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.

25.2 Bouwregels

25.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische inpassing en ligging van bouwwerken.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 26 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 27 Algemene Bouwregels

27.1 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering

  1. a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van bouwwerken gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels in artikel 27.2 zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  2. b. Het bepaalde onder a geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

27.2 Onderkeldering van gebouwen

Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:

  1. a. de bouwdiepte mag maximaal 4 meter bedragen;
  2. b. de ondergrondse bebouwing of halfverdiepte bebouwing mag uitsluitend onder het gebouw worden gerealiseerd, met uitzondering van ingangspartijen en voorzieningen voor de toetreding van daglicht;
  3. c. de bouwhoogte van keermuren ten behoeve van ingangspartijen mag niet meer dan 1.20 meter bedraagt;
  4. d. de voorzieningen voor de toetreding van daglicht mogen maximaal 1 meter uit de gevel worden gebouwd.

Artikel 28 Algemene Gebruiksregels

Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:

  1. a. gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
  2. b. onbebouwde gronden:
    1. 1. als stand- of ligplaats van onderkomens;
    2. 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;

een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.

Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels

29.1 Veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het oprichten van nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan, tenzij uit onderzoek naar de externe veiligheid is gebleken dat het plaatsgebonden en/of groepsrisico hierdoor niet wordt overschreden.

29.2 Veiligheidszone

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan;
  2. b. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' zijn beperkt kwetsbare objecten niet binnen 4 meter van het gasontvangsstation toegestaan.

Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het plan voor:

  1. a. het afwijken van het tracé van wegen tot ten hoogste 3 m;
  2. b. geringe afwijkingen die in het belang zijn voor een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  3. c. het overschrijden van de voorgeschreven bouwhoogtes ten behoeve van lichtkappen, technische installaties en andere ondergeschikte bouwdelen;
  4. d. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  5. e. afwijkingen ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bouwgrenzen en van aanduidingsgrenzen voor zover die noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedragen;
  6. f. het overschrijden van bouwgrenzen, indien dit noodzakelijk is voor de bouw van galerijen, ingangsportalen, trappenhuizen, balkons, en erkers tot ten hoogste 1.25 m;
  7. g. het bouwen van masten en bijbehorende installaties voor telecommunicatie, al of niet op of aan gebouwen of andere bouwwerken, tot vanaf peil een bouwhoogte van 40 m, waarbij als voorwaarde kan worden gesteld dat gebruik dient te worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of andere bestaande hoge objecten, zoals hoge gebouwen, lichtmasten of hoogspanningsmasten, indien deze aanwezig zijn binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie;
  8. h. een overschrijding van de in de regels voorgeschreven maten, afmetingen en percentages, tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  9. i. voor het vergroten van een woning zo nodig met overschrijding van de eventueel gestelde eisen ten aanzien van de vloeroppervlakte van de betreffende woning, zulks ten behoeve van het treffen van voorzieningen voor gehandicapten, mits die bebouwing wordt uitgevoerd in één bouwlaag en de oppervlakte daarvan maximaal 24 m² bedraagt;
  10. j. de vestiging van een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat vanbedrijfsactiviteiten of daarin is genoemd in een naast hogere categorie, maar naar zijn aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met de rechtstreeks toegelaten bedrijven.

Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels

31.1 Wijziging bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.

31.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' (Laan van Cattenbroeck) te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in Artikel 16 en de bestemming Tuin, als bedoeld in Artikel 13, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  1. a. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid plaatsvindt in geval van bedrijfsbeëindiging van de ter plaatse gevestigde bedrijfs- en detailhandelsactiviteiten;
  2. b. de goothoogte van woningen ten hoogste 6 meter bedraagt;
  3. c. voor het overige het bepaalde in Artikel 16 en Artikel 13 van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 32 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden

32.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 32.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

werken en werkzaamheden*
Gronden als bedoeld in artikel: a b c d e f g h i j k l m
Artikel 8 Groen - Landschapswaarden + + + + + + + +
Artikel 20 Leiding - Gas + + + + + +
Artikel 21 Leiding - Riool + + +
Artikel 22 Waarde - Archeologie - 1 + + + + + +
Artikel 23 Waarde - Archeologie - 2 + + + + + +
Artikel 24 Waarde - Cultuurhistorie - 1 + + + + + + + + +
Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie - 2 + + + + + + + + +
* de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = vergunning vereist
a aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 10 m² in de bestemmingen Waarde - Cultuurhistorie - 1 en Waarde - Cultuurhistorie - 2, en 60 m² in de overige bestemmingen;
b verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
c het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;
d aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
e het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap.
f aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
g vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
h het uitvoeren van graafwerkzaamheden, grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden (incl. diepploegen, ontginnen en het aanleggen van drainage) dieper dan 0,3 meter onder maaiveld;
- en vanaf een oppervlakte van meer dan 100 m² binnen de bestemming Waarde -Archeologie - 1;
- en vanaf een oppervlakte van meer dan 1.000 m² binnen de bestemming Waarde -Archeologie - 2.
i het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
j bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.
k het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage
l het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
m het permanent opslaan van goederen

32.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 32.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken of werkzaamheden:

  1. a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  2. b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.
  3. c. als bedoeld in lid 32.1, bij f, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  4. d. als bedoeld in lid 32.1, bij g, voor zover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de gemeentelijke bomenverordening;
  5. e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen;
  6. f. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan;
  7. g. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

32.3 Toetsingscriteria

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 32.1, zijn slechts toelaatbaar:

  1. a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    1. 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    2. 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  2. b. voor gronden zoals bedoeld in Waarde - Archeologie - 1 (Waarde -Archeologie - 1) en Waarde - Archeologie - 2 (Waarde -Archeologie - 2), indien door aanvrager van de vergunning een rapport is overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  3. c. voor gronden zoals bedoeld in Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie -2 indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
    1. 1. daardoor cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast, en
    2. 2. ter zake advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 33 Overgangsrecht

33.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

33.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 34 Slotregel

Het plan kan worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Zeist-West en Utrechtseweg-Noord.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)

AFSTANDEN IN METERS INDICES
SBI-CODE OMSCHRIJVING GEUR STOF GELUID GEVAAR CATEGORIE VERKEER BODEM LUCHT
Tabel 1: Bedrijven
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
014 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
014 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 3.1 2
014 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² 30 10 30 10 2 1
014 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 3.1 2
014 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 2 1
0142 KI-stations 30 10 30 0 2 1
05 VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0501.2 Binnenvisserijbedrijven 50 0 50 10 3.1 1
0502 Vis- en schaaldierkwekerijen
0502 - visteeltbedrijven 50 0 50 0 3.1 1
14 WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.
1421 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):
1421 - algemeen 10 100 200 10 4.1 2
15 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151 Slachterijen en overige vleesverwerking:
151 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 50 R 3.2 2
151 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 50 R 4.2 2
151 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 50 R 3.2 2
151 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 50 0 50 30 3.1 1
151 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² 30 0 50 10 3.1 1
151 - loonslachterijen 50 0 50 10 3.1 1
151 - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² 50 0 50 10 3.1 2
152 Visverwerkingsbedrijven:
152 - conserveren 200 0 100 30 4.1 2
152 - roken 300 0 50 0 4.2 1
152 - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² 300 10 50 30 4.2 2
152 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 100 10 50 30 3.2 1
152 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² 50 10 30 10 3.1 1
1531 Aardappelprodukten fabrieken:
1531 - vervaardiging van aardappelproducten 300 30 200 50 R 4.2 2
1531 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 10 50 50 R 3.1 1
1532, 1533 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533 - jam 50 10 100 10 3.2 1
1532, 1533 - groente algemeen 50 10 100 10 3.2 2
1532, 1533 - met koolsoorten 100 10 100 10 3.2 2
1532, 1533 - met drogerijen 300 10 200 30 4.2 2
1532, 1533 - met uienconservering (zoutinleggerij) 300 10 100 10 4.2 2
1541 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1541 - p.c. < 250.000 t/j 200 30 100 30 R 4.1 3 B
1541 - p.c. >= 250.000 t/j 300 50 300 50 R 4.2 3 B
1542 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542 - p.c. < 250.000 t/j 200 10 100 100 R 4.1 3 B
1542 - p.c. >= 250.000 t/j 300 10 300 200 R 4.2 3 B
1543 Margarinefabrieken:
1543 - p.c. < 250.000 t/j 100 10 200 30 R 4.1 3
1543 - p.c. >= 250.000 t/j 200 10 300 50 R 4.2 3 B
1551 Zuivelprodukten fabrieken:
1551 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 50 R 3.2 2
1551 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 50 R 4.2 3
1551 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 50 R 4.2 3
1552 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 50 R 3.2 2
1552 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 10 0 30 0 2 1
1561 Meelfabrieken:
1561 - p.c. >= 500 t/u 200 100 300 100 R 4.2 2
1561 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 50 R 4.1 2
1561 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 50 4.1 2
1562 Zetmeelfabrieken:
1562 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 30 R 4.1 1
1562 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 50 R 4.2 2
1571 Veevoerfabrieken:
1571 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 100 200 30 4.2 2
1571 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 30 4.1 3
1571 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 50 R 4.2 3
1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 30 4.1 2
1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581 - v.c. < 2500 kg meel/week 30 10 30 10 2 1
1581 - v.c. >= 2500 kg meel/week 100 30 100 30 3.2 2
1582 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 30 3.2 2
1584 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 3.2 2
1584 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 2 1
1584 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 300 30 50 30 R 4.2 2
1584 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 3.2 2
1584 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 2 1
1585 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 3.1 2
1586 Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586 - theepakkerijen 100 10 30 10 3.2 2
1587 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 4.1 2
1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 4.1 2
1589.1 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 4.1 2
1589.2 Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 3.2 2
1589.2 - met poederdrogen 300 50 50 50 R 4.2 2
1589.2 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 4.1 2
1591 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 30 4.2 2
1592 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
1592 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 30 R 4.1 1
1592 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 50 R 4.2 2 B
1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 0 2 1
1596 Bierbrouwerijen 300 30 100 50 R 4.2 2
1597 Mouterijen 300 50 100 30 4.2 2
1598 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 3.2 3
16 VERWERKING VAN TABAK
160 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 30 4.1 2
17 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
171 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 3.2 2
172 Weven van textiel:
172 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 3.2 2
172 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 50 4.2 3
173 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 3.1 2 B
174, 175 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 3.1 1
1751 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 4.1 2 B L
176, 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 3.1 1
18 VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 3.1 1
182 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 2 2
183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 3.1 1 B L
19 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
191 Lederfabrieken 300 30 100 10 4.2 2 B L
192 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 3.1 2
193 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 3.1 2
20 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.1 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 3.2 2
2010.2 Houtconserveringsbedrijven:
2010.2 - met creosootolie 200 30 50 10 4.1 2 B L
2010.2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 3.1 2 B
202 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 3.2 3 B
203, 204, 205 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 3.2 2
203, 204, 205 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 3.1 1
205 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 2 1
21 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2111 Vervaardiging van pulp 200 100 200 50 R 4.1 3
2112 Papier- en kartonfabrieken:
2112 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 30 R 3.1 1
2112 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 50 R 4.1 2
2112 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 100 R 4.2 3
212 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 30 R 3.2 2
2121.2 Golfkartonfabrieken:
2121.2 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 30 R 3.2 2
2121.2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 30 R 4.1 2
22 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2221 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 10 3.2 3 B L
2222 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 3.2 3 B
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 2 1 B
2223 Grafische afwerking 0 0 10 0 1 1
2223 Binderijen 30 0 30 0 2 2
2224 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 2 2 B
2225 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 2 2 B
223 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 1 1
23 AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
2320.2 Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 3.2 2 B L
2320.2 Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 4.2 2 B L
2320.2 Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 4.2 2 B L
24 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2411 Vervaardiging van industriële gassen:
2412 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 200 R 4.1 3 B L
2413 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:
2413 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 300 R 4.2 2 B L
2414.1 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:
2414.1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 300 R 4.2 2 B L
2414.1 Methanolfabrieken:
2414.1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 100 R 4.1 2 B
2414.1 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 200 R 4.2 3 B
2414.2 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):
2414.2 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 100 R 4.2 2 B L
242 Landbouwchemicaliënfabrieken:
243 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 300 R 4.2 3 B L
2441 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 300 R 4.2 1 B L
2442 Farmaceutische produktenfabrieken:
2442 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 3.1 2 B L
2442 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 2 2
2451 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 100 R 4.2 3 B
2452 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 50 R 4.2 2
2462 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 3.2 3 B L
2464 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 3.2 3 B L
2466 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 3.1 3 B
2466 Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 200 R 4.1 2 B L
247 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 200 R 4.2 3 B L
25 VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2511 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 100 R 4.2 2 B
2512 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 3.1 1
2512 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 4.1 2 B
2513 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 3.2 1
252 Kunststofverwerkende bedrijven:
252 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 4.1 2
252 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 4.2 2 B L
252 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 3.1 2
26 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261 Glasfabrieken:
261 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 3.2 1 L
261 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 50 R 4.2 2 L
261 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 4.2 1 L
2615 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 3.1 1
262, 263 Aardewerkfabrieken:
262, 263 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 2 1 L
262, 263 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 3.2 2 L
264 Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 4.1 2 L
264 Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 4.1 2
2652 Kalkfabrieken:
2652 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 4.1 2
2653 Gipsfabrieken:
2653 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 4.1 2
2661.1 Betonwarenfabrieken:
2661.1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 4.1 2 B
2661.1 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 4.2 2 B
2661.2 Kalkzandsteenfabrieken:
2661.2 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 3.2 2
2661.2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 30 4.2 3
2662 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 3.2 2
2663, 2664 Betonmortelcentrales:
2663, 2664 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 100 R 3.2 3
2663, 2664 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 50 R 4.2 3
2665, 2666 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
2665, 2666 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 3.2 2
2665, 2666 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 200 R 4.2 3 B
267 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 3.2 1
267 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 10 30 50 0 3.1 1
267 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 10 100 300 10 4.2 1
2681 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 3.1 1
2682 Bitumineuze materialenfabrieken:
2682 - p.c. < 100 t/u 300 100 100 30 4.2 3 B L
2682 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
2682 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 100 200 300 30 4.2 2
2682 - overige isolatiematerialen 200 100 100 50 4.1 2
2682 Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 3.2 2
2682 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 4.1 3 B L
2682 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 50 4.2 3 B L
27 VERVAARDIGING VAN METALEN
273 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
273 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 4.2 2
274 Non-ferro-metaalfabrieken:
274 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 4.2 1 B
2751, 2752 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
2751, 2752 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 30 R 4.2 1 B
2753, 2754 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
2753, 2754 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 30 R 4.2 1 B
28 VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281 Constructiewerkplaatsen:
281 - gesloten gebouw 30 30 100 30 3.2 2 B
281 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 3.1 1
281 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 4.1 2 B
281 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 30 4.2 3 B
2821 Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2821 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 4.2 2 B
2822, 2830 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 4.1 2 B
284 Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 4.1 1 B
284 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 3.2 2 B
284 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 3.1 1 B
2851 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2851 - algemeen 50 50 100 50 3.2 2 B L
2851 - stralen 30 200 200 30 4.1 2 B L
2851 - metaalharden 30 50 100 50 3.2 1 B
2851 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 3.2 2 B L
2851 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 3.2 2 B L
2851 - thermisch verzinken 100 50 100 50 3.2 2 B L
2851 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 3.2 2 B L
2851 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 3.2 2 B
2851 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 3.2 2 B
2851 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 3.2 2 B
2851 - emailleren 100 50 100 50 R 3.2 1 B L
2851 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 3.2 2 B
2852 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 3.2 1 B
2852 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 10 30 50 10 3.1 1 B
287 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287 - p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 4.1 2 B
287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 3.2 2 B
287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 30 30 50 10 3.1 1 B
29 VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29 Machine- en apparatenfabrieken:
29 - p.o. < 2.000 m2 30 30 100 30 3.2 2 B
29 - p.o. >= 2.000 m2 50 30 200 30 4.1 3 B
29 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 30 4.2 3 B
30 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30 Kantoormachines- en computerfabrieken 30 10 30 10 2 1
31 VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
311 Elektromotoren- en generatorenfabrieken 200 30 30 50 4.1 1 B L
312 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 4.1 1 B L
313 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 4.1 2 L
314 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 3.2 2 B L
315 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 4.2 2 B L
316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 2 1
32 VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 3.1 2 B
3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 3.1 1 B
33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. 30 0 30 0 2 1
34 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341 Autofabrieken en assemblagebedrijven
341 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 30 R 4.1 3 B
341 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 50 R 4.2 3 B L
3420.1 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 4.1 2 B
3420.2 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 4.1 2 B
343 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 3.2 2
35 VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351 - houten schepen 30 30 50 10 3.1 2 B
351 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 3.2 2 B
351 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 4.1 2 B
352 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
352 - algemeen 50 30 100 30 3.2 2 B
352 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 30 R 4.2 2 B
353 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
353 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 4.1 2 B
354 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 3.2 2 B
355 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 3.2 2 B
36 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361 Meubelfabrieken 50 50 100 30 3.2 2 B
361 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 1 1
362 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 2 1 B
363 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 2 2
364 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 3.1 2
365 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 3.1 2
3661.1 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 2 1
3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 3.1 2
37 VOORBEREIDING TOT RECYCLING
372 Puinbrekerijen en -malerijen:
372 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 4.2 2
372 Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 4.2 2
372 Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 50 4.2 3 B
40 PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
40 - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 100 50 100 30 R 3.2 2 L
40 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 3.2 2 L
40 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40 - < 10 MVA 0 0 30 10 2 1 B
40 - 10 - 100 MVA 0 0 50 30 3.1 1 B
40 - 100 - 200 MVA 0 0 100 50 3.2 1 B
40 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 50 4.2 1 B
40 Gasdistributiebedrijven:
40 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 100 4.2 1
40 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 0 0 10 10 1 1
40 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 0 0 30 10 2 1
40 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 50 R 3.1 1
40 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40 - stadsverwarming 30 10 100 50 3.2 1
40 - blokverwarming 10 0 30 10 2 1
40 windmolens:
40 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 30 3.2 1
40 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 50 4.1 1
40 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 50 4.2 1
41 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
41 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 30 3.1 1
41 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41 - < 1 MW 0 0 30 10 2 1
41 - 1 - 15 MW 0 0 100 10 3.2 1
41 - >= 15 MW 0 0 300 10 4.2 1
45 BOUWNIJVERHEID
45 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 3.2 2 B
45 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 10 30 50 10 3.1 2 B
45 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 10 30 50 10 3.1 2 B
45 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 2 1 B
50 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 0 30 10 2 2 B
502 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 3.2 2
5020.4 Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 3.2 1
5020.4 Autobeklederijen 0 0 10 10 1 1
5020.4 Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 3.1 1 B L
5020.5 Autowasserijen 10 0 30 0 2 3
503, 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 30 10 2 1
51 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 1 1
5121 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 3.1 2
5121 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer 100 100 300 50 R 4.2 2
5122 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 2 2
5123 Grth in levende dieren 50 10 100 0 3.2 2
5124 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 3.1 2
5125, 5131 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 3.1 2
5132, 5133 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 3.1 2
5134 Grth in dranken 0 0 30 0 2 2
5135 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 2 2
5136 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 2 2
5137 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 2 2
5138, 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 2 2
514 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 2 2
5151.1 Grth in vaste brandstoffen:
5151.1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 3.1 2
5151.2 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5151.2 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 4.1 2 B L
5151.2 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 4.2 2
5151.3 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 3.2 2 B
5152.1 Grth in metaalertsen:
5152.1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 4.2 3 B
5152.2 /.3 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 3.2 2
5153 Grth in hout en bouwmaterialen:
5153 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 3.1 2
5153 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 0 10 30 10 2 1
5153.4 zand en grind:
5153.4 - algemeen: b.o. > 200 m² 0 30 100 0 3.2 2
5153.4 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 10 30 0 2 1
5154 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 0 50 10 3.1 2
5154 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 2 1
5155.1 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 3.2 2 B
5155.2 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 2 1
5156 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 2 2
5157 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 3.2 2 B
5157 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 3.1 2 B
5157.2/3 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 10 30 100 10 3.2 2 B
5157.2/3 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 3.1 2 B
5162 Grth in machines en apparaten:
5162 - machines voor de bouwnijverheid 0 10 100 10 3.2 2
5162 - overige 0 10 50 0 3.1 2
517 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 0 0 30 0 2 2
5261 Postorderbedrijven 0 0 50 0 3.1 2
527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 10 10 1 1
55 LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
5552 Cateringbedrijven 10 0 30 10 2 1
60 VERVOER OVER LAND
6022 Taxibedrijven 0 0 30 0 2 2
6023 Touringcarbedrijven 10 0 100 0 3.2 2
6024 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 0 0 100 30 3.2 3
6024 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 0 0 50 30 3.1 2
603 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 0 0 30 10 2 1 B
63 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6311.2 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
6311.2 - containers 0 10 300 50 R 4.2 2
6311.2 - tankercleaning 300 10 100 200 R 4.2 1 B
6311.2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 3.2 2 B
6311.2 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 4.2 2 B
6311.2 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 4.2 2
6311.2 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 4.2 2 B
6312 Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen 30 10 50 50 R 3.1 2
6321 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 10 0 30 0 2 3 L
6321 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 30 3.2 2
64 POST EN TELECOMMUNICATIE
641 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 0 2 2
642 Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 0 1 1
642 zendinstallaties:
642 - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) 0 0 0 100 3.2 1
642 - FM en TV 0 0 0 10 1 1
642 - GSM en UMTS-steunzenders 0 0 0 10 1 1
71 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 Personenautoverhuurbedrijven 10 0 30 10 2 2
712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 3.1 2
713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 3.1 2 B
714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 2 2
72 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 1 1
72 Switchhouses 0 0 30 0 2 1
73 SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 2 1
732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 10 0 1 1
74 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 3.1 1 B
7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 10 2 2 B
7484.3 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 50 R 4.1 3
7484.4 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 0 0 10 0 1 2
85 GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
853 Kinderopvang 0 0 30 0 2 2
90 MILIEUDIENSTVERLENING
9001 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
9001 - < 100.000 i.e. 200 10 100 10 4.1 2
9001 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 10 200 10 4.2 2
9001 rioolgemalen 30 0 10 0 2 1
9002.1 Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 3.1 2
9002.1 Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 3.1 2 B
9002.1 Vuiloverslagstations 200 200 300 30 4.2 3 B
9002.2 Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 3.2 1 B L
9002.2 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 3.1 1 L
9002.2 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 3.2 1 B L
9002.2 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 200 300 50 4.2 3 B L
9002.2 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 2 1 B L
9002.2 Composteerbedrijven:
9002.2 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr 300 100 50 10 4.2 2 B
9002.2 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 3.2 2 B
9002.2 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 4.1 3 B
9002.2 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 4.1 3 B L
92 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) 0 0 30 10 2 2
9262 Sportscholen, gymnastiekzalen 0 0 30 0 2 2
93 OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1 Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 30 3.1 2
9301.1 Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 3.1 2 L
9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 2 2 B L
9301.3 Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 2 1
9301.3 Wasserettes, wassalons 0 0 10 0 1 1
9302 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 1 1
9304 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 10 0 30 0 2 1
9305 Dierenasiels en -pensions 30 0 100 0 3.2 1
9305 Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10 0 1 1
Tabel 2: Opslagen en installaties
0 OPSLAGEN
1 butaan, propaan, LPG (in tanks):
1 - bovengronds, < 2 m3 - - - 30 2 -
1 - bovengronds, 2 - 8 m3 - - - 50 R 3.1 -
1 - bovengronds, 8 - 80 m3 - - - 100 R 3.2 -
1 - bovengr., 80 - 250 m3 - - - 300 R 4.2 -
1 - ondergronds, < 80 m3 - - - 50 R 3.1 -
1 - ondergr., 80 - 250 m3 - - - 200 R 4.1 -
2 niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld - - - 50 3.1 -
3 brandbare vloeistoffen (in tanks): -
3 - ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 - - 10 1 - B
3 - bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3 10 - - 50 R 3.1 - B
3 - bovengronds, K1/K2-kl.: 10 - 1000 m3 30 - - 100 R 3.2 - B
3 - bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 10 - - 10 2 - B
3 - bovengronds, K3-klasse: 10 - 1000 m3 30 - - 50 3.1 - B
4 Overige gevaarlijke stoffen in tanks:
4 - bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO 10 - - 10 1 -
4 - overige opslagen onder drempelwaarde BRZO 30 - - 50 3.1 -
5 Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen:
5 - kleine hoeveelheden < 10 ton - - - 10 1 -
5 - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - - - 30 R 2 -
6 ontplofbare stoffen en munitie:
6 - < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - - - 10 1 -
6 - >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - - - 30 2 -
8 kunstmest, niet explosief - 50 - 30 3.1 -
11 INSTALLATIES
12 gasflessenvulinstallaties (butaan, propaan) 10 0 30 100 R 3.2 2
13 laadschoppen, shovels, bulldozers 30 30 50 10 3.1 1
14 laboratoria:
14 - chemisch / biochemisch 30 0 30 10 2 1
14 - medisch en hoger onderwijs 10 0 30 10 2 1
15 luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel 10 0 10 0 1 1
16 keukeninrichtingen 30 0 10 0 2 1
17 koelinstallaties freon ca. 300 kW 0 0 50 0 3.1 1
18 koelinstallaties ammoniak < 400 kg 0 0 30 10 2 1
19 koelinstallaties ammoniak > 400 kg 0 0 50 50 R 3.1 1
20 total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW 10 0 50 10 3.1 1
21 afvalverbrandingsinstallatie, kleinschalig 100 50 50 30 3.2 1 L
22 noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking 10 0 30 10 2 1
23 verfspuitinstallaties en moffel- en emailleerovens 50 30 50 30 3.1 1 L
24 vorkheftrucks met verbrandingsmotor 10 10 50 0 3.1 1
25 vorkheftrucks, elektrisch 0 10 30 0 2 1
26 transformatoren < 1 MVA 0 0 10 10 1 1
28 vatenspoelinstallaties 50 10 50 30 3.1 1 B
29 hydrofoorinstallaties 0 0 30 0 2 1
30 windmolens:
31 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 30 3.2 1
31 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 50 4.1 1
31 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 50 4.2 1
31 stookinstallaties>900kW thermisch vermogen:
32 - gas, < 2,5 MW 10 0 30 10 2 1
32 - gas, 2,5 - 75 MW 30 0 50 30 3.1 1
32 - gas, >= 75 MW 30 0 200 50 4.1 1
32 - olie, < 2,5 MW 30 0 30 10 2 1
32 - olie, 2,5 - 75 MW 30 10 50 30 3.1 1
32 - olie, >= 75 MW 50 30 200 50 4.1 1 B L
32 - kolen, 2,5 - 75 MW 30 100 100 30 3.2 1 L
32 - kolen, >= 75 MW 50 300 300 50 4.2 2 L
32 stoomwerktuigen 0 0 50 30 3.1 1
33 luchtcompressoren 10 10 30 10 2 1
34 liftinstallaties 0 0 10 10 1 1
35 motorbrandstofpompen zonder LPG 30 0 30 10 2 2 B
36 afvalwaterbehandelingsinstallaties < 100.000 i.e. 200 10 100 10 4.1 1

Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten

1. Hoofdindeling

Tabel 1 omvat de bedrijfstypen met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993. Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties.

Tabel 2 omvat algemene opslagen en installaties voor situaties dat:

  1. 1. bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of
  2. 2. het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan.


2. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Bij deze invulling zijn de volgende afstandscategorieën gehanteerd voor omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied:

10 m
30 m
50 m
100 m
200 m
300 m
500 m
700 m
1.000 m
1.500 m


Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties.

Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- /activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.


3. Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V)

Voor bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor gevaar de letter R van "risico" aangegeven. Dat houdt in dat voor deze bedrijfsactiviteiten moet worden nagegaan of het Bevi van toepassing is.

Daarnaast is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor gevaar de letter V van "vuurwerk" opgenomen. Voor deze bedrijfsactiviteiten dient getoetst te worden aan het Vuurwerkbesluit.


4. Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld. De milieucategorie is vermeld in kolom 'categorie'.


Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën:

milieucategorie grootste afstand
1 10 m
2 30 m
3.1 50 m
3.2 100 m
4.1 200 m
4.2 300 m
5.1 500 m
5.2 700 m
5.3 1.000 m
6 1.500 m

5. Indices voor verkeersaantrekkende werking, bodem (B) en lucht (L)

Het aspect verkeer(saantrekkende werking) is kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte:

1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking;

2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking;

3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking.


Het aspect bodem (bodemverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft.

Het aspect lucht (luchtverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht heeft die mogelijk in planologisch opzicht relevant is.


6. Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant

< : kleiner dan

> : groter dan

= : gelijk aan

cat. : categorie

e.d. : en dergelijke

i.e. : inwonereenheden

kl. : klasse

n.e.g. : niet elders genoemd

o.c. : opslagcapaciteit

p.c. : productiecapaciteit

p.o. : productieoppervlak

b.o. : bedrijfsoppervlak

v.c. : verwerkingscapaciteit

u : uur

d : dag

w : week

j : jaar

B : bodemverontreiniging

L : luchtverontreiniging

R : risico (Besluit externe veiligheid inrichting mogelijk van toepassing)

V : vuurwerkbesluit van toepassing

Bijlage 1 Milieutoets

Bijlage 1 Milieutoets

Bijlage 2 Verzamelnota

Bijlage 2 Verzamelnota

Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 3 Nota van Zienswijzen en Ambtshalve wijzigingen