KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen - 1
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 6 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
Artikel 8 Slotregel
Bijlage 1 Uitspraak Abrs
Bijlage 2 Nota Van Zienswijzen En Vooroverleg

Reparatieherziening Den Dolder Zuid, Bosch en Duin en Huis ter Heide Noord

Bestemmingsplan - Gemeente Zeist

Vastgesteld op 19-11-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Reparatieherziening Den Dolder Zuid, Bosch en Duin en Huis ter Heide Noordvan de gemeente Zeist.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.BPrhDdzBdHthn-VS01 met de bijbehorende regels.

1.3 moederplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.BPDDZBDHtHN-VS01 met de bijbehorende regels en bijlagen, zoals vastgesteld door de Raad van de gemeente Zeist op 17 april 2012.

1.4 Achtergevel

de achtergevel inclusief het verlengde daarvan binnen het bouwperceel.

1.5 Voorgevel

de voorgevel inclusief het verlengde daarvan binnen het bouwperceel.

Het bepaalde in artikel 1, vanaf 1.3, van het moederplan zoals genoemd in artikel 1.3 van deze regels, is van overeenkomstige toepassing op de onderhavige reparatieherziening.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het moederplan, zoals genoemd in artikel 1.3 van deze regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 16 van het moederplan, zoals genoemd in artikel 1.3 van deze regels, wordt vervangen door het onderstaande artikel 3 van deze reparatieherziening.

Artikel 3 Wonen - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen,
  2. b. beroep of bedrijf aan huis, en
  3. c. tuinen en erven;

alsmede voor:

  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', het medegebruik van de woning als bedrijf in categorie 1 of 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten of als kantoor;
  2. e. ter plaatse van de aanduiding 'garage', het medegebruik van de woning als garagebedrijf met een motorbrandstoffenverkooppunt;


met dien verstande dat:

  1. f. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' uitsluitend een zorgwoning is toegestaan.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in:

  1. a. 3.2.2, onder g en h, voor het toestaan van een uitbreiding van de woning voor de achtergevel van het hoofdgebouw, mits de uitbreiding ten minste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
  2. b. 3.2.2, onder p, voor het toestaan van bijgebouwen en overkappingen voor de achtergevel van het hoofdgebouw, mits de bijgebouwen en overkappingen ten minste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  3. c. 3.2 voor het toestaan van tennisbanen en zwembaden binnen de woonbestemming, mits geen buitenverlichting wordt toegepast en de oppervlakte van een tennisbaan niet meer dan 300 m² bedraagt en de oppervlakte van een zwembad niet meer dan 250 m².

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 1.15 van het moederplan zoals genoemd in artikel 1.3 van deze regels ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  1. a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  2. b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  1. a. de aanduiding 'bedrijf' wordt verwijderd, indien de bedrijfs- of kantooractiviteiten ter plaatse zijn beëindigd en de gronden weer exclusief voor de woonfunctie in gebruik zijn genomen;
  2. b. de aanduiding 'garage' wordt verwijderd, indien de garage-activiteiten ter plaatse zijn beëindigd en de gronden weer exclusief voor de woonfunctie in gebruik zijn genomen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels


Artikel 26 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3 van deze regels, wordt vervangen door het onderstaande artikel 5 van deze reparatieherziening.

5.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' kunnen krachtens de Provinciale Milieuverordening vanwege de bescherming van het grondwater, beperkingen worden opgelegd aan het gebruik van de gronden en opstallen en voorzieningen.

5.2 Luchtvaartverkeerzone - 15m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 15m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 15 meter bedragen.

5.3 Luchtvaartverkeerzone - 20m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 20m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 20 meter bedragen.

5.4 Luchtvaartverkeerzone - 25m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 25m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 25 meter bedragen.

5.5 Luchtvaartverkeerzone - 30m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 30m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 30 meter bedragen.

5.6 Luchtvaartverkeerzone - 35m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 35m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 35 meter bedragen.

5.7 Luchtvaartverkeerzone - 40m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 40m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 40 meter bedragen.

5.8 Luchtvaartverkeerzone - 45m

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 45m' mag de bouwhoogte van bebouwing of de hoogte van beplanting niet meer dan 45 meter bedragen.

Artikel 6 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden

Artikel 29 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3 van deze regels, wordt vervangen door het onderstaande artikel 6 van deze reparatieherziening.

6.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 6.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

werken en werkzaamheden*
Gronden als bedoeld in artikel: a b c d e f g h i j
Artikel 4 Bos + + + + + + +
aangeduid als geomorfologische waarde in Artikel 4 Bos + + + +
Artikel 5 Bos-Tuin + + + + + + +
Artikel 19 Waarde-Archeologie-1 + + + + + +
Artikel 20 Waarde-Archeologie-2 + + + + + +
Artikel 21 Waarde-Cultuurhistorie-1 + + + + +
Artikel 22 Waarde-Cultuurhistorie-2 + + + + +
* de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = vergunning vereist
a aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m², en met uitzondering van het aanleggen van paden en tuinverhardingen in de bestemming 'Bos-Tuin' tot een oppervlakte van 250 m²;
b verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
c het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;
d aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
e het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap.
f aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
g vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
h het uitvoeren van graafwerkzaamheden, grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden (incl. diepploegen, ontginnen en het aanleggen van drainage) dieper dan 0,3 meter onder maaiveld;
- vanaf een oppervlakte van meer dan 100 m² binnen de bestemming 'Waarde-Archeologie-1';
- vanaf een oppervlakte van meer dan 1000 m² binnen de bestemming 'Waarde-Archeologie-2'.
i het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
j bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.

6.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken of werkzaamheden:

  1. a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  2. b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.
  3. c. als bedoeld in lid 6.1, bij f, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  4. d. als bedoeld in lid 6.1, bij g, voor zover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de gemeentelijke bomenverordening;
  5. e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen;
  6. f. waarvoor op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan een in werking getreden omgevingsvergunning gold.

6.3 Toetsingscriteria

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 6.1, zijn slechts toelaatbaar:

  1. a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    1. 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    2. 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
  2. b. voor gronden zoals bedoeld in artikel 19 van het moederplan (Waarde-Archeologie-1) en artikel 20 van het moederplan (Waarde-Archeologie-2), indien door aanvrager van de vergunning een rapport is overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  3. c. voor gronden zoals bedoeld in artikel 21 van het moederplan (Waarde-Cultuurhistorie-1), indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
    1. 1. daardoor de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur van het beschermde stads- en dorpsgezicht niet onevenredig worden aangetast, en
    2. 2. ter zake advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist;
  4. d. voor gronden zoals bedoeld in artikel 22 van het moederplan (Waarde-Cultuurhistorie-2), indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
    1. 1. daardoor de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast, en
    2. 2. ter zake advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Reparatieherziening Den Dolder Zuid, Bosch en Duin en Huis ter Heide Noord.

Bijlage 1 Uitspraak Abrs

Bijlage 1 Uitspraak ABRS

Bijlage 2 Nota Van Zienswijzen En Vooroverleg

Bijlage 2 Nota van zienswijzen en vooroverleg